Stagegids “patiëntenzorgstage”
1
KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN
STAGEMAP Patiëntenzorgstage 2009-2010
Naam: Adres:
Faculteit Geneeskunde - Opleiding tot arts
Stagegids “patiëntenzorgstage”
2
INLEIDING Stage lopen is een belangrijk en essentieel onderdeel van de opleiding tot arts. Doorheen de opleiding tot arts worden verschillende stagemomenten doorlopen (zie Figuur 1). Algemene informatie over de doelen en organisatie van deze diverse stages vind je terug in de Gids “Praktisch Klinisch Onderwijs”. Verder staat in deze gids ook alles wat je moet weten over de manuele, communicatieve en semeiologische vaardigheden die aan bod komen tijdens de verschillende opleidingsjaren. De Gids „Praktisch Klinisch Onderwijs‟ is dan ook een cruciaal en onmisbaar document dat je zal dienen te raadplegen op verschillende momenten tijdens je opleiding! Je kan de gids raadplegen op het KULnet via http://med.kuleuven.be/education/gids/gids02_nl.html. Figuur 1 Stages doorheen de opleiding tot arts
Bachelorjaren 1ste jaar
Masterjaren
2de jaar
3de jaar
2
3
1
1ste jaar
4
5
2de jaar
5
3de jaar
4de jaar
6
7
STAGELIJN
1. Verpleegstage
5. Gezondheidszorgstage deel 1 en deel 2
2. Patiëntenzorgstage
6. Stage 3de
3. prestage huisarts
7. Huisartsstage /Co- assistentschap / Maatschappelijke gezondheidszorg
jaar arts
4. Klinische stage heelkunde
Het is de bedoeling dat je tijdens deze stages je eigen leerproces in handen neemt en geleidelijk aan zicht krijgt op je persoonlijk functioneren. Je zal immers doorheen de verschillende stagemomenten een heel gamma aan ervaringen opdoen en hierdoor veel te weten komen over jezelf als stagiair, over je eigen kunnen en beperktheden als toekomstig arts, over je unieke kwaliteiten, over je relatie met andere zorgverleners, over wie je later als arts wil worden, over je toekomstige beroepspraktijk, enz. De stagemap is een hulpmiddel om al deze ervaringen te bundelen en hierin klaarheid te brengen. Je legt voor elke stage een stagemap aan. Om de samenhang tussen de verschillende stages zichtbaar te maken en te verbeteren, is elke stagemap volgens eenzelfde structuur opgebouwd.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
3
Een stagemap bevat 4 onderdelen: 1. Stagegids De stagegids bevat zowel praktische informatie over de opzet en het verloop van deze stage als meer inhoudelijke verwachtingen met betrekking tot doelen, eindtermen en eventuele neerslag van introductiesessies op deze stage. 2. Stagelogboek In dit onderdeel vul je de administratieve gegevens van de stageplaats(en) in en hou je het logboek van de stage-activiteiten, geoefende vaardigheden, dagelijkse registraties en reflecties bij. 3. Stageleerboek Dit is het belangrijkste onderdeel van de stagemap, waarin je je persoonlijk leerproces illustreert en je reflecties documenteert. 4. Evaluatie Deze rubriek bevat alle documenten die verwijzen naar de evaluaties van zowel je eigen leerproces, de relevantie van deze stage in je opleiding tot arts, als de kwaliteit van de stageplaats als opleidingsplaats. De stagemap is er in de eerste plaats voor jou. Door het nauwgezet bundelen van je ervaringen en prestaties zal je zicht krijgen op je eigen functioneren en de groei hierbinnen en zal je je stage zelf ook zinvol(ler) kunnen invullen. Dankzij de concrete opdrachten die je vindt in de diverse stagemappen zal je ook voldoende geïnformeerd worden over wat de faculteit van jou tijdens deze stage verwacht. De stagemap (of onderdelen hiervan) zal tevens nagekeken worden door de stagecoördinator en/of je stagebegeleider. Indien je zelf of jouw stagebegeleider tijdens een specifieke stage of doorheen verschillende stagemomenten stoot op noemenswaardige problemen, dien je de coördinator hiervan op de hoogte te brengen. Er zal dan samen met jou naar een mogelijke oplossing gezocht worden. De Patiëntenzorgstage betreft een kort stagemoment voor studenten van het tweede bachelorjaar. Zij krijgen zo erg vroeg in de opleiding de kans om kritisch te bekijken hoe patiënten de medische zorgverlening binnenkomen. Wie zijn die patiënten? Waarom wenden ze zich tot een arts? Hoe brengen zij klachten en vragen? Hoe gaan artsen hiermee om? Hoe gebeurt verdere begeleiding? Op ondermeer deze vragen zal je tijdens deze stage een antwoord krijgen. Na je stage bezorg je een groepsverslag samen met je individueel verslag aan Griet Vandeputte. Een exemplaar van dit groepsverslag bewaar je samen met de andere documenten in een ringmap. Succes!
Stagegids “patiëntenzorgstage”
4
Verantwoordelijke personen die je kunnen helpen bij vragen: - Dr. Chris Geens, stagecoördinator.
[email protected] -
Studenten van Campus Kortrijk kunnen contact opnemen met Griet Vandeputte, E.Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk, 056/246021
[email protected]
Stagegids “patiëntenzorgstage”
5
1. STAGEGIDS 1.1 Praktische informatie over de opzet en chronologisch verloop van de stage
Gezondheidszorg betreft een erg grote organisatorische structuur die handen vol geld kost en waarbinnen in ons land tienduizenden mensen werkzaam zijn. De artsen zijn hierin sleutelfiguren naast heel wat andere zorgverleners en ondersteunende werknemers. Het is erg nuttig om van bij het begin van de artsenopleiding enig concreet zicht te krijgen op de toegang van de patiënten tot dit systeem. De meeste studenten hebben gelukkig maar beperkte ervaring met “het patiënt” zijn. Maar toch weten de meesten dat ze bij een arts terecht kunnen voor allerlei ongemakken en kwalen, voor voorschriften van medicatie en attesten, bij ongevallen en andere noden. De eigen ervaring is evenwel te beperkt en een arts-patiëntencontact als “observator” kunnen meemaken is een eerste moment om de aandacht te richten op het “lijdend voorwerp” van de gekozen studierichting, namelijk de patiënt.
De inleidende lessen Drie inleidende lessen maken je wegwijs in volgende onderwerpen: 1) Voorstellen en werken rond de eindtermen a) communicatie en consultatie voeren b) medische kennis en besliskunde c) praktijkmanagement d) klinische en technische vaardigheden e) populatiegerichtheid f) persoonlijk functioneren Bovenstaande eindtermen staan uitgebreid beschreven op volgende pagina‟s.(pag. 5 t.e.m. pag. 7) 2) Toelichting bij de stage 3) Insteek via een aantal onderwerpen zoals o.a. grieppreventie/vaccinatie, patiëntencommunicatie en consultatiemodel, urgenties in de huisartsenpraktijk, zorgen aan het levenseinde 4) De meeste aandacht gaat naar de manier van het consultatie voeren en patiëntencommunicatie In het derde bachelorjaar worden deze thema‟s verder uitgediept en uitgebreid, in aansluiting met een tweede stageweek bij de huisarts, de prestage huisartsengeneeskunde.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
6
Eindtermen Vanuit de Dienst Onderwijs Geneeskunde ( DOG) stuurt de faculteit er op aan om tijdens alle opleidingsjaren een zelfde basisschema te gebruiken voor de stages. Een van de hoofdkenmerken hierbij is het werken met EINDTERMEN Binnen het Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde (ACHG) kiest men er momenteel voor om bij elke stage in de huisartspraktijk steeds rond dezelfde doelen te werken. De lijst van eindtermen ziet er momenteel zo uit: 1.- Communicatie en consultatie voeren 2.- Medische kennis en besliskunde 3.- Praktijkmanagement 4.- Klinische en technische vaardigheden 5.- Populatiegerichtheid 6.- Persoonlijk functioneren Doorheen de verschillende jaren worden telkens andere accenten gelegd en ook oplopende graden van deskundigheid vereist Deze eindtermen en het behalen ervan staan telkens per studiejaar beschreven en zijn te vinden op de webstek van de faculteit geneeskunde van de KU Leuven www.med.kuleuven.be/education/gids/Pat/index2_nl.html
Stagegids “patiëntenzorgstage”
7
Eindtermen voor de Patiëntenzorgstage tijdens het tweede jaar 1.- Communicatie en consultatievoeren: Het onthaal in de (huis)artsenpraktijk gebeurt steeds op een patiënt-vriendelijke wijze. De artsen hebben er zich op toegelegd om de reden van consultatie zo snel mogelijk te achterhalen en te exploreren. Zij beheersen heel wat beleidsmatige technieken om de mensen te bevragen (anamnese) en te onderzoeken waarna zij met de patiënten overleggen over verder onderzoek of behandeling. Zij hanteren ook een holistisch mensbeeld en gaan respectvol om met de personen die zich aan hun zorgen toevertrouwen. Een goede arts-patiënt relatie is een belangrijk element in de zorg- en hulpverlening Studenten moeten hier ogen en oren open zetten en aandachtig de verschillende elementen van deze communicatie bestuderen. 2.- Medische kennis en besliskunde: Het wordt al snel duidelijk dat artsen ongelooflijk veel moeten kennen en weten en dat er doorlopend beslissingen worden genomen om het patiënten verhaal in goede banen te leiden. Het contextueel leren is een belangrijke techniek die gebruikt wordt bij het vergaren van medische kennis en vergemakkelijkt het oproepen van het geleerde Zo is het ook nuttig om studenten reeds tijdens de eerste jaren van de basisopleiding meteen reeds in contact te brengen met het doel van hun leren : de medische zorg voor de totale persoon. Er bestaat momenteel heel wat praktische ondersteuning voor clinici en studenten om hun medische kennis in de concrete praktijksituatie toe te passen. 3.- Praktijkmanagement: Elke arts met praktijk is ook een beetje bedrijfsleider. In de eerste plaats gaat het natuurlijk om het beheer van de gezondheidsproblemen van de patiënten en daar komen heel wat instrumenten en ondersteuning bij kijken, waarvan het elektronisch medisch dossier (EMD) en het globaal medisch dossier (GMD)de belangrijkste elementen zijn. Daarin worden voorgeschiedenis, preventiegegevens, ziektegeschiedenis, behandeling en planning van de verdere stappen bij gehouden. Maar er zijn ook de lokalen, de medewerkers, het instrumentarium, de voorraden en heel wat praktische bekommernissen die een kundige leiding vragen Tenslotte is er het management van de medische kennis, de opslag en het gebruik ervan.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
8
4.- Praktische vaardigheden De belangrijkste vaardigheid kwam reeds aanbod en betreft het goed kunnen communiceren met patiënten, familie, omgeving, medewerkers en collegae. Het verblijf van een kleine week in de artsenpraktijk maakt u het belang van dit aspect van het medisch bezig zijn onmiddellijk duidelijk en geeft je waarschijnlijk ook de kans om reeds enige ervaring op te doen tijdens bepaalde onderdelen van het consultatievoeren. Helemaal boeiend wordt het om onder zeer dichte begeleiding van de arts een aantal elementen van het klinisch onderzoek te kunnen oefenen. Hier vloeien theorie en praktijk onmiddellijk in elkaar en krijgen de botten van de lessen anatomie en de poppen van het vaardigheidscentrum plots lichaamstemperatuur. Inspectie, palpatie, percussie en meten worden een dagelijks activiteit. Dan zijn er nog de technische vaardigheden die wisselen van praktijk tot praktijk maar vaak unieke leermomenten zijn. 5.- Populatiegerichtheid De artsen worden nu niet enkel meer opgeleid voor de verzorging van de individuele patiënt , maar leren ook aandacht hebben voor patiëntengroepen, voor risico populaties, en krijgen zicht op bevolkingsonderzoeken en maatschappelijke fenomenen die zeer sterk kunnen interfereren met de gezondheid van de mensen. Het staat trouwens in de missie van universitair opgeleiden geschreven dat zij zich niet enkel met onderzoek en onderwijs, maar ook met maatschappelijke dienstverlening moeten bezighouden. 6.- Persoonlijk functioneren Arts zijn is nooit af, en student blijven wij altijd. Maar wat betekent dat arts-in-wording zijn? Hoe zijn wij tot deze beroepskeuze gekomen, wie was ons grote voorbeeld, en welke aspecten van dit vak trekken ons meest aan. Welke arts willen wij eigenlijk worden en in welke omstandigheden willen wij werken? Gaan wij voor veel techniek of houden wij het eerder bij de relationele aspecten. Gaan wij voor groepswerk of zien wij het eerder solo? En hoe belangrijk zijn partner, kinderen, familie vrienden, sport en hobby‟s. Dit zijn heel wat vragen die ons met perioden min of meer bezig ( moeten) houden. De aanwezigheid in de praktijk en de contacten met een stageleider zijn vaak een goed moment om enige reflectie aan te zetten. Wij bouwen onze medische carrière dag na dag op, maar af en toe het kompas uitzetten, enige berekeningen maken en registreren van de gegevens kan erg nuttig zijn voor later. Besluit: Rond deze eindtermen werken wij bij de voorbereiding, tijdens de stage zelf en op de terugkomdag. Zij vormen het stramien voor ons praktisch bezig zijn en onze reflecties. Bij de evaluatie gaan wij samen na in welke mate deze elementen aan bod kwamen bij de introductie, tijdens de stage en in onze commentaren en nota‟s Zij zorgen voor enige houvast voor studenten, stageleiders en docenten.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
9
De stage De eigenlijke “stage” vindt plaats van maandag 30 november tot en met donderdag 3 december 2009 met op vrijdag 4 december een terugkomdag. (TKD) Het zoeken van een huisarts/stageleider Via toledo wordt een lijst verspreid met alle artsen die zich kandidaat stelden als stageleider voor deze stage. Je kiest 3 artsen artsen naargelang je voorkeur (via toledo - tolinto). Als je zelf een arts wenst aan te brengen, geef je alle gegevens door aan Griet Vandeputte (lokaal E1007). !! Dit mag geen vader/moeder/broer zijn!! Eenmaal de lijst kenbaar is gemaakt, is een eventuele wissel nog mogelijk. Daarna kan je contact opnemen met de huisarts om een afspraak te maken voor een kort onthaalgesprek en het tekenen van het contract. Dat bezorg je in de brievenbus aan het secretariaat (lokaal E1006) Wij moeten onze stageplaatsen respecteren en voorkomen dat deze bestormd of over bevraagd worden. De huisartsen moeten een indruk krijgen van respect, orde en discipline, zo alleen kunnen wij dit contingent behouden en uitbreiden. Verantwoordelijke personen, die je kunnen helpen bij vragen : Te Kortrijk: -Griet Vandeputte, aanspreekbaar voor alles wat de organisatie te Kortrijk betreft.
E-mail:
[email protected]
Te Leuven: - Dr. Chris Geens, stagecoördinator.
[email protected]
Tijdens de stageperiode, 30 november – 3 december, zijn de studenten aanwezig op de stageplaatsen en volgen de geplande activiteiten met hun stageleider. Het hoofdaccent van deze eerste stage komt te liggen op het kijken naar en het opnemen van alle facetten van het contact tussen arts en patiënt. Dit worden gegarandeerd overweldigende momenten. Je zal ogen en oren tekort komen. Probeer toch zo veel mogelijk op te nemen, zowel bij patiënt als bij huisarts. De veelheid en de verscheidenheid van patiëntenvragen en klachten zijn vaak verbazend. De kennis en de vaardigheden waarover artsen-stageleiders beschikken zijn indrukwekkend. Om je te helpen bij het structureren van al deze nieuwe indrukken zal er gewerkt worden met een logboek en een leerboek. Neem deze op voorhand door, zodat je weet waarop je de aandacht zal moeten focussen, welke vragen je kan stellen en wat je best noteert. Het wordt dus vooral kijken en luisteren. Soms kan de arts ook voorstellen om een of ander eenvoudig onderzoek mee uit te voeren. Indien deze kans zich voordoet, maak hier dan dankbaar gebruik van, maar weet dat dit niet de regel is. Bespreek duidelijk welke vaardigheden je geoefend hebt tijdens de verpleegstage.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
10
Verslaggeving Het logboek hou je zelf bij, je noteert er eerste indrukken, vragen, casussen. Naderhand structureer je en verwerk je deze gegevens aan de hand van de vragen die gesteld worden in het stageleerboek. Uiteindelijk zal je een individueel verslag en een groepsverslag moeten afleveren. De vragen gaan over zaken als: Met welke vraag of klacht meldt de patiënt zich aan?Hoe bepaalt de arts de ware reden van het consult?Wat bepaalt het verder handelen tijdens het consult (bekende patiënt of klacht, tijdsnood, ernst, seizoen, leeftijd,…..) Met je nota‟s en de opgedane ervaringen en indrukken schrijf je in het stageleerboek een persoonlijk verslag dat verder ook dient als basis voor het gezamenlijk groepsrapport. De registratieformulieren in het stagelogboek helpen je om indrukken, vragen en casussen vast te leggen, zodat je deze op een later tijdstip opnieuw kunt bovenhalen voor verdere verwerking. Over het groepsrapport is enig overleg noodzakelijk. Er wordt gewerkt met een moderator, verslaggevers en woordvoerders. In het stageleerboek vind je de nodige formulieren die alles in de juiste vorm helpen gieten. Naast het aftoetsen van de verschillende individuele ervaringen komen enkele nieuwe dimensies ter sprake: wat hebben deze patiënten en artsen u geleerd over hun verwachtingen, waarden en achtergronden? Is het voor u duidelijker welke arts je wil worden? Welke soort gezondheidszorg wil je mee helpen tot stand brengen ? Waar liggen de morele waarden in ons dagelijks werk verankerd ? Gezamenlijke reflectie leidt tot beter zicht op alternatieven en dus beter gefundeerde levenskeuzes. Na de terugkomdag (vrijdag 4 december) werk je als groep het stageverslag af via toledo+. Elke groep heeft zijn schrijfruimte en elke student vult een stuk van het groepsverslag in via toledo+. Deze werkzaamheden worden opgevolgd door professor Geens en Griet Vandeputte. Het groepsverslag moet af zijn voor 16 december. Na die datum worden de groepsverslagen gelezen van toledo+ en is het niet meer mogelijk te wijzigen. Concreet betekent dit dat je voor 16 december Het individueel verslag moet binnenbrengen op de dienst onderwijsbegeleiding Het groepsverslag af moet zijn via toledo+
Reflectie over de stage Na de stage, op vrijdag 4 december, komen we in groepjes bijeen op de zogeheten “terugkomdag”. Tijdens de voormiddag van de terugkomdag werken de studenten in kleine groepen o.l.v. zelf aangestelde groepsleiders, secretarissen, notulisten en ander dienstvaardige collegae. De persoonlijke notities uit het logboek en het leerboek zal je hier nodig hebben. Zorg dat je voorbereid naar het groepsoverleg komt. Er wordt in de groep gezamenlijk gewerkt aan het groepsverslag. Wij proberen er voor te zorgen dat wij per groepje studenten ook een docent ter beschikking hebben. In de namiddag volgt een gezamenlijk overleg en afsluit.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
11
1.2 Omschrijving van doelen, eindtermen en de manier van toetsen Op het eind van dit opleidingsonderdeel zal de student: - inzicht hebben in de klachten en verwachtingen waarmee patiënten zich in eerste instantie bij de artsen aanmelden; - inzicht hebben in de wijze waarop artsen met deze klachten opgaan; - het begrip “basisgezondheidszorg” kunnen plaatsen als opvang van vroege klachten en individuele patiëntenbegeleiding. - De eindtermen begrijpen en toepassen in de praktijk. Toetsen en evaluatie gebeurt aan de hand van het ingediende groepsverslag met de individuele samenvattingsdocumenten. Dit opleidingsonderdeel wordt geëvalueerd met een pass of fail. Indien je meer dan 25 procent van de stage in zijn geheel mist, kan je een “fail” toegekend krijgen en dus niet slagen voor dit opleidingsonderdeel. Aanwezigheid in de lessen, op alle stagedagen en de volledige terugkomdag is dus van groot belang! Mocht je om één of andere geldige reden verhinderd worden op één van de activiteiten, breng je hiervan Griet Vandeputte op de hoogte
1.3 Inhoudelijke achtergrond informatie/neerslag introductiesessie Om de arts-patiëntencontacten goed te kunnen begrijpen is het nuttig wat theoretische achtergrond informatie door te nemen om zo een beter zicht te krijgen op wat er voor, tijdens en na een consultatie bij mensen omgaat. Hoe leiden angsten en ongemakken tot klachten en waarom en wanneer komt men ermee bij de arts? Hoe ontvangt een dokter de patiënten, hoe gaat die om met de vragen van zieke en gezonde personen? Hoe stelt een arts de diagnose, wat wordt over ziekte en evolutie ervan verteld en hoe overlegt men over behandeling en verwijzing? Volgende teksten laten u toe om het gedrag en de handelingen tijdens een consultatie beter te volgen en te duiden. De inhoud van de lessen komt voor een groot deel uit dit materiaal, en de literatuurverwijzingen laten de geïnteresseerden onder u toe om dieper op dit thema in te gaan. De eerste drie teksten werden overgenomen uit een Nederlands boekje dat geschreven werd door de interuniversitaire overleggroep van de acht universitaire huisartsenopleidingsinstituten. Waar nodig werden ze enigszins aan Belgische data aangepast. De vierde tekst wordt in de verdere Leuvense opleiding als basisstructuur gebruikt voor de communicatie- en consultatietraining. het ontstaan van klachten: gaat over alles wat er gebeurt alvorens een patiënt beslist naar de dokter te gaan. van klacht naar probleem: geeft speciale aandacht aan de vertaalslag die er bij patiënten gebeurt. de diagnosestelling van de arts: hoe ondervragen en onderzoeken om tot een diagnose te komen, hoe worden ziekten dan benoemd.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
12
Een patiëntgericht consultatiemodel: legt uit hoe er verschillende communicatietechnieken worden gebruikt in éénzelfde consultatie, om de doelen te kunnen bereiken die aan zulke consultatie verbonden zijn. Volgend boek wordt sterk aangeraden: “Primary Health Care: theory and practice”, Trisha Greenhalgh, BMJ Books 2007. Doorheen de ganse basisopleiding wenst directeur prof. dr. Bert Aertgeerts van het Academisch Centrum Huisartsengeneeskunde dit handboek voor eerstelijnszorg te gebruiken als basisinstrument voor de opleiding. Het is niet alleen nu reeds nuttig, je zal er gedurende je opleiding regelmatig naar teruggrijpen.
Onderstaande teksten vind je terug via toledo 1.3.1 TEKST 1: HET ONTSTAAN VAN KLACHTEN
naar E. Van de Lisdonk
1.3.2 TEKST 2: Van KLACHT naar PROBLEMEN
1.3.3 TEKST 3: Van KLACHT naar DIAGNOSE en BELEID
1.3.4 TEKST 4: Een patiëntgericht consultatiemodel: essentieel voor de eerste opvangsituatie
Op de volgende pagina vind je het “Common Ground Score forulier”. Dit is een internationaal gebruikt scoreformulier om de structuur van de huisartsconsultatie te beoordelen en te bespreken.Bekijk dit instrument samen met uw stageleider. Het is een goede manier om de verschillende onderdelen van de consultatie onder de loep te nemen. Het is niet de bedoeling dat dit score instrument ook daadwerkelijk gebruikt wordt, dit volgt wel in de latere jaren.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
13
Contract patiëntenzorgstage in de huisartspraktijk FACULTEIT GENEESKUNDE Dienst onderwijsbegeleiding E. Sabbelaan 53 8500 Kortrijk
STAGELEIDER: NAAM: ………………………………………… Voornaam: …………………………..… Praktijkadres: ……………………………………….………………………………….…………….. ………………………………………………………………………………………………… Tel.: ……………………………………………. Geboortedatum: …….…………..……… Aard van de praktijk: SOLO ……………. DUO …………… GROEP …………..…… Belangrijke nevenactiviteit: …………………………………………………………………… Uw bepaalde wensen t.o.v. de student, opmerkingen of vragen: ….……………………………………………………………………………………………
NAAM STUDENT: ………………………………………….……………………….. Adres : …………………………………………………………………………….…… ……………………………………………………………………………….………… Tel.: ……………………………
Ondergetekende, stageleider patiëntenzorgstage, bevestigt de deelname aan de patiëntenzorgstage, welke plaatsvindt van maandag 30 november tot donderdag 3 december 2009.
Datum: …………………
Handtekening:
GELIEVE DIT FORMULIER MEE TE GEVEN AAN DE STUDENT !
Stagegids “patiëntenzorgstage”
14
1.5 Contract patiëntenzorgstage in een Ziekenhuisdienst FACULTEIT GENEESKUNDE Dienst onderwijsbegeleiding E. Sabbelaan 53 8500 Kortrijk
STAGELEIDER: NAAM: ………………………………………… Voornaam: …………………………..…..... DIENST: ……………………………………….………………………………….…………….. ADRES ZIEKENHUIS:…………………………………………………………………............. ………………………………………………………………………………………………….... Tel.: ……………………………………………. Belangrijke nevenactiviteit: …………………………………………………………………… Uw bepaalde wensen t.o.v. de student, opmerkingen of vragen: ………………………………………………………………………………………………..… ………………………………………………………………………………………………..… ….………………………………………………………………………………………….....… NAAM STUDENT: ………………………………………….……………………….. Adres : …………………………………………………………………………….…… ……………………………………………………………………………….………… Tel.: ……………………………
Ondergetekende, stageleider patiëntenzorgstage, bevestigt de deelname aan de patiëntenzorgstage, welke plaatsvindt van maandag 30 november tot donderdag 3 december 2009. Datum: …………………
Handtekening:
GELIEVE DIT FORMULIER MEE TE GEVEN AAN DE STUDENT !
Stagegids “patiëntenzorgstage”
15
2. STAGELOGBOEK (dit hou je voor jezelf bij) 2.1. Administratieve gegevens stageplaats STAGELEIDER: NAAM: ………………………………………… Voornaam: …………………………..… Praktijkadres: ……………………………………….………………………………….…………….. ………………………………………………………………………………………………… Tel.: ……………………………………………. Geboortedatum: …….…………..……… Aard van de praktijk: SOLO ……………. DUO …………… GROEP …………..……
OF Stage in een ziekenhuisdienst STAGELEIDER: NAAM: ………………………………………… Voornaam: …………………………...… Adres: ……………………………………….………………………………….…………….. ………………………………………………………………………………………………… Tel.: …………………………………
2.2. Logboek stageactiviteiten
2.2.1 Algemeen Deelnemen aan een stage is een heel bijzonder moment binnen de opleiding. Het is het ogenblik waarop theorie en praktijk samenkomen. Meestal komt eerst de theorie en volgt dan de stage, maar wij doen een omgekeerde volgorde: eerst praktijk en later theorie. Een vroeg contact met de praktijk kan nadien meer specifieke interesse wekken voor de studie van bepaalde onderwerpen. Daarom is het belangrijk dat er notities gemaakt worden die de discussie en evaluatie nadien kunnen ondersteunen. De registratie gebeurt ook best op een gestructureerde wijze zodat studenten nadien makkelijker mekaars materiaal kunnen vergelijken en de verschillende doelstellingen van de stage zo op een zelfde manier kunnen evalueren.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
16
2.2.2 Concreet Tijdens elk van de vier stagedagen is het de bedoeling dat naast het aandachtig volgen van elk consult, er bijvoorbeeld van drie arts-patiëntencontacten een meer uitgebreide registratie wordt gemaakt. Het betreft de reeds aangehaalde aspecten: klachten, vragen, onderzoek, diagnose, behandeling of verwijzing. Uw notities moeten dienen om achteraf uw persoonlijk verslag en nadien het groepsrapport te stofferen. Ook voor de bespreking met de stageleider is het nuttig om over een concrete tekst te beschikken. Bedenk dat het er soms snel aan toe gaat, dat er tientallen patiënten per dag passeren en dat discussietijd zich vaak pas na het consultatie-uur aanbiedt. Wie dan over goede nota‟s beschikt en ondertussen ook wat vragen noteerde kan veel gerichter reflecteren over de voorbije dag. Alhoewel het dus over een kijk- en luisterstage gaat, krijgen enkelen onder u ook vast en zeker de kans om bepaalde delen van een onderzoek even mee uit te proberen. Wees hier erg dankbaar voor. Weet dat dit zeker niet de regel is, maar maak alvast enkele kanttekeningen bij de opgedane ervaring. Voor elk van de vier dagen volgen hier nu telkens twee bladzijden waarop u enkele casussen na elkaar kan noteren. Schrijf tijdens de consultatie op een kladblok en giet nadien uw beste verslagen in een mooi leesbare vorm op de voorziene ruimte. Aan het einde van elke tweede bladzijde laat je best wat ruimte vrij die je nadien invult met wat bedenkingen en commentaar bij de voorbije dag. Hier volgt een voorbeeld: - 1 / een vrouw – 43 j oud – klaagt van felle hoofdpijn – wenst pijnstilling en ziekteverlof // na ondervraging – meten van de bloeddruk – onderzoek van hoofd en hals besluit de arts tot spanningshoofdpijn. schrijft pijnstilling en drie dagen werkonbekwaamheid voor - 2 / een jongen van 6 j heeft sinds gisteren hoge koorts en klaagt van oorpijn - de moeder gaf medicatie tegen pijn en koorts maar dit hielp niet echt – ondervraging en onderzoek leiden tot de diagnose van otitis media – waarop een medicatievoorschrift en verdere afspraken rond zorg en opvolging gemaakt worden Ongetwijfeld ontgaat u heel wat wegens onvoldoende kennis van ziektegeschiedenis, pathologie en medische terminologie. Laat u niet ontmoedigen! Heb vooral aandacht voor de vraag en de klacht van de patiënten en de wijze waarop artsen hiermee omgaan. Zorg ervoor dat je bij de registratie ook de eindtermen en elementen van de aangeboden casuïstiek van de inleidende lessen meeneemt.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Dagverslag : patiëntenregistratie eerste dag
17
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Notitieblad voor interessante situaties, reflecties en opmerkingen eerste dag
18
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Dagverslag patiëntenregistratie tweede dag
19
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Notitieblad voor interessante situaties, reflecties en opmerkingen tweede dag
20
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Dagverslag patiëntenregistratie derde dag
21
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Notitieblad voor interessante situaties, reflecties en opmerkingen derde dag
22
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Dagverslag patiëntenregistratie vierde dag
23
Stagegids “patiëntenzorgstage”
Notitieblad voor interessante situaties, reflecties en opmerkingen vierde dag
24
Stagegids “patiëntenzorgstage”
25
3. STAGELEERBOEK (indienen; dubbel voor jezelf houden) leeropdrachten en leerproces Inleiding Net zoals de voorbereiding voor een groot deel de kwaliteit van deze stage bepaalt, is ook een goede reflectie erg belangrijk om de opgedane ervaring te laten renderen. Wat u gedurende deze vier dagen gehoord – gezien en meegemaakt hebt, moet nu door vergelijking en duiding meer kleur en betekenis krijgen. Deze reflectie wordt opgebouwd in verschillende stappen: - het toetsen van je ervaringen aan je persoonlijke leerdoelen (paragraaf 3.1) - het opmaken van het persoonlijk eindrapport (paragraaf 3.2) - het discussiëren en samen opstellen van het gezamenlijke groepsrapport (paragraaf 3.3) - de slotsessie (paragraaf 3.4) - Ook de diverse evaluaties (deel 4) dragen bij tot de reflectie Het persoonlijk eindrapport Nu begint voor u de tijd om uw nota‟s te ordenen en het persoonlijk rapport uit te schrijven. Op de voorziene registratiebladen hierna krijgen de afzonderlijke rubrieken een aparte plaats. Probeer de grootste groepen klachten, vragen, diagnosen of ziekten, verwijzingen of behandelingen samen te brengen. Tracht vooral niet volledig te zijn, maar geef de grote lijnen en hoofdindrukken aan. U beschikt weer over twee bladzijden om dit verhaal te ordenen en af te ronden met een globaal commentaar. Probeer de indeling te respecteren, dit helpt alvast bij het werken naar het gezamenlijk rapport.
3.1 Omschrijving van de persoonlijke leerdoelen en 3.2. Eindrapport Omschrijf wat je verwacht te leren rond: - Houding en werkwijze van de arts:
-
Houding en problematiek van de patiënt:
Stagegids “patiëntenzorgstage”
-
26
Specificeer eventueel ook concrete leerdoelen (bvb. rond anamnese, dossier opstellen, omgaan met onverwachte vragen, medicatievoorschrift…)
Persoonlijk eindverslag naam student: pagina: 1. Wie zijn de patiënten? (naar leeftijd, sociale klasse en achtergrond)
2. Wat waren de voornaamste klachtengroepen (vergelijk met tabel 2.1 van de begeleidende teksten voor de nieuwe ziekte-episode, met tabel 2.2 voor de vervolgconsulten)? de meest concrete vragen? de meest voorkomende ziektebeelden
3. Stemmen de concrete vragen overeen met de verwachtingen van de patiënt?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
27
Persoonlijk eindverslag naam student: pagina: 4. Verliepen de consulten volgens een herkenbaar stramien? Licht kort toe
5. Observeer een arts-patiëntcommunicatie.
In welke mate heeft de arts de patiënt gestimuleerd om zijn of haar visie op het probleem te vertellen in de consultatie ? Hoe heeft hij of zij dit gedaan ? Welke verbale en nonverbale luistervaardigheden heb je zien toepassen ? Waren er gemiste kansen ? Zo ja, welke ?
6. Medische kennis en besliskunde. Raadpleegde de arts tijdens of na de consultatie medische bronnen en kreeg je hierbij advies.
7. Praktijkmanagement. Hebt u commentaar bij de praktijkorganisatie, de ruimtes, patiëntenonthaal en begeleiding?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
28
Persoonlijk eindverslag naam student: pagina: 8. Kreeg u de kans om een aantal klinische onderzoeken te oefenen? Benoem er enkele en geef commentaar.
9. Noem een aantal technische onderzoeksmethoden die u zag gebeuren of waaraan u deelnam.
10. Noem een aantal behandelingstechnieken die u meemaakte
11. Hoe en naar wie verwijzen artsen vooral?
12. Beschrijf een casus waarin werd samengewerkt met de tweede lijn
Stagegids “patiëntenzorgstage”
29
Persoonlijk eindverslag naam student: pagina: 13. Beschrijf een casus waarin werd samengewerkt met paramedici.
14. Beschrijf een situatie waarbij je dacht of denkt aan de rechten van de patiënt.
15. Heb je een zicht gekregen op het belang van de verwachtingen van de patiënt als hij/zij een huisarts raadpleegt? Kan je dit kort toelichten?
16. Populatie gerichtheid Was de arts ook bezig met bepaalde patiëntengroepen of specifieke gezondheidsproblemen in de streek?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
30
Persoonlijk eindverslag naam student: pagina: 17. Persoonlijk functioneren Heb je aan je eigen carrière gedacht? Merkte je bepaalde interesses bij jezelf naar inhoud, aanpak, pathologie in het artsenberoep?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
31
3.3 Documentatie groepsverslag Het is de bedoeling dat je in de leergroep van ongeveer 10 stduenten, gewapend met je ervaringen, je notities en je eigen reflecties, tot gemeenschappelijke antwoorden komt op de vragen die je door het volgen van de stage “inleiding tot de patiëntenzorg” kan beantwoorden. De vragen zelf zijn samengevat hernomen in de instructiebladzijden die uitleggen hoe ook het eindrapport er dan moet uitzien. In deze bladzijden staan ook enkele aandachtspunten die vooral gaan over de manier waarop de voorbereidende besprekingen worden gevoerd. Er is voorzien dat jullie vergaderen in kleine leergroepen. Een eerste keer op de terugkomdag, een andere keer via toledo+. Omdat het over zelfstudie gaat, bepalen jullie uiteindelijk zelf hoeveel tijd er nodig is, en hoe intensief jullie werken. Elke groep heeft schrijfruimte en elke student vult een stuk van het verslag in via toledo+. De werkzaamheden worden opgevolgd door prof. Geens en Griet Vandeputte. Het groepsverslag moet af zijn voor 16 december. Na die datum worden de groepsverslagen gelezen en is het niet meer mogelijk wijzigingen aan te brengen. Concreet betekent dit dat je voor 16 december Het individueel verslag moet binnenbrengen op de dienst onderwijsbegeleiding Het groepsverslag af moet zijn via toledo+
De doelstellingen van het groepsverslag zijn tweeërlei : Ten eerste is het de bedoeling de opgedane ervaringen uit te wisselen. Je hebt ieder vier dagen stage gelopen bij één arts. Bij goed overleg met zijn twaalven wordt dit een dikke maand stage-ervaring bij twaalf verschillende artsen die kan worden uitgewisseld. Slechts na brede informatie kun je weten of jouw ervaring eerder uniek en uitzonderlijk was, of eigenlijk dezelfde als met andere patiënten bij andere artsen. Hoe algemeen gesteld patiënten zich bij artsen aanbieden kun je alleen goed inschatten na een brede uitwisseling. Ten tweede zijn er verdiepingsthema’s voorzien. Allereerst moeten die het stagebeeld verbreden : aandacht niet alleen voor de technische dimensies binnen het artsberoep, maar ook voor de emotionele, politieke en morele aspecten van het werk als arts (en die het handelen van de arts – bewust of onbewust - zullen beïnvloeden). Verder moet ook de reflectie meer in de diepte aangedurfd worden : willen we dit soort arts worden, in een dergelijke gezondheidszorg, kan de patiënt zomaar met alle vragen op ons afkomen, wat zijn rechten en plichten van deze relatie. In het werken met taakgerichte groepen zijn er een aantal principes aan te houden. Dit zijn er enkele, in relatie tot de bovengenoemde doelstellingen – spreek duidelijke functies af : een groepsleider, een ad hoc rapporteur (wie maakt notities tijdens het overleg), eindrapporteur(s) (wie verwerkt de notities), tegen welke termijn, hoe worden ze uitgewisseld, wanneer zijn ze finaal. – laat de bespreking niet afglijden tot casuïstische verhalen en persoonlijke belevenissen.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
32
Toch gaat de ervaring over casussen en beleving. Maar de ingebrachte interventies moeten steeds een finaliteit en een inhoud hebben om nuttig te zijn. Bedenk regelmatig : wat komt dit hier nu doen, wat is nu de eigenlijke boodschap ervan, hoe draagt dit bij tot onze eindbeoordeling, en hoe komt het daarin nu te pas ? – geef als groep aandacht aan de vlotte praters versus de afwachtende luisteraars. Misschien kan dit evenwicht bewaken de taak van iemand speciaal zijn. – het best wordt er gewerkt als iedereen een duidelijke eigen bijdrage in het groepsproces heeft. Evalueer ook tijdig of iedereen vindt dat je als groep goed bezig bent, zich nog goed voelt, goed beluisterd en gewaardeerd voelt. Elke groep werkt een eindterm uit die in het afsluitende gedeelte in de namiddag wordt voorgesteld. Hierover krijg je meer informatie op de terugkomdag zelf.
-
-
-
Voor dit groepsverslag zijn vier luiken voorzien: Twee bladzijden volgens hetzelfde stramien van de individuele verslagen : hier is het belangrijk om de verschillen en de gelijkenissen in de verf te zetten, en dit te toetsen aan de basisteksten die meegeleverd werden. Eén bladzijde over de arts-patiëntrelatie Twee bladzijden die echt gaan over de bijkomende dimensies : de emotionele, de politieke en de ethische dimensie : wat heeft de stage je geleerd, wat heeft de discussie daar nog aan toegevoegd. Een bladzijde om het finale groepsoordeel over de stage en de stageorganisatie uit te schrijven
!!! Het is ten persoonlijke titel ook interessant dat iedere student een kopie heeft van het groepsverslag.
De evaluatie bestaat dus uit : - Een eerste titelblad met de namen van de groepsleden, en waar ze hun stage gelopen hebben. - Per groep: 1 groepsverslag - reflectie samen opgesteld en gezamenlijk aangevuld via TOLEDO+ (uitleg zie 3.3, vragen te vinden op volgende bladzijden) - Per student: het persoonlijk eindverslag, hierbij horen NIET de voorbereidende notities of de dagverslagen uit het logboek! Dit is het stageleerboek, zie hoofdstuk 3 - 1 bladzijde evaluatie door de arts-stagebegeleider (zie 4.1) - 1 bladzijde zelfevaluatie (zie 4.2) - 1 bladzijde persoonlijke evaluatie door de individuele student van de stageplaats (zie 4.3)
Stagegids “patiëntenzorgstage”
33
GROEPSVERSLAG (afwerken en indienen via TOLEDO+) (Maak een titelblad met de namen van de studenten en voeg dit toe aan het gemeenschappelijk eindrapport).
1 / Wie zijn de patiënten ? (voornaamste overeenkomsten en verschillen over de verschillende stageplaatsen)
2 / Welke waren de voornaamste klachtengroepen? (vergelijk dit ook met tabel 2.1 van de begeleidende teksten)
3 / Welke waren de voornaamste wensen en verwachtingen van deze patiënten? (komt dit overeen met de informatie hieromtrent in hoofdstuk 2.3 tot 2.7?)
Stagegids “patiëntenzorgstage”
34
GROEPSVERSLAG vervolg 4 / Welke diagnosen en ziektebeelden kwamen meest voor? (vergelijk dit even met tabel 2.2 uit de begeleidende teksten)
5/ Hoe en naar wie verwijzen artsen ? (vergelijk dit ook met tabel 2.3 uit de begeleidende teksten)
6/ Welke behandelingsvormen kwamen meest aanbod ? (inclusief alternatieve geneeswijsen zoals in 2.4 wordt voorgesteld)
Stagegids “patiëntenzorgstage”
35
GROEPSVERSLAG vervolg Geef bij de volgende vragen (7-10) ook een vergelijkende reflectie : in welke mate „verschillen‟ artsen van elkaar qua omgang met patiënten, in welke mate „verschillen‟ de patiënten in omgang met de arts/specialist ? Wat is je opgevallen ? Wat heeft je hierbij getroffen ? Wat had je niet verwacht ?
7 / Arts-patiëntrelatie Geef kenmerken van de huisarts/patiëntrelatie. Vergelijking consultatie in de consultatieruimte van de artsprakijk en op huisbezoek. Vergelijk zo mogelijk (afhankelijk van de ervaring) de arts-pat. relatie tussen huisartsen en specialisten. Aan welke voorwaarden moet voldaan worden om een goede arts-patiënt-relatie te verkrijgen? Denk ruim … Welke belemmeringen heb je tijdens je stage kunnen vaststellen?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
36
GROEPSVERSLAG vervolg 8/ Reflectie over emotionele dimensie bij de handelen van de arts Voorbeelden van mogelijke discussiepunten: - Is de arts die je geobserveerd hebt, het „soort arts‟ die je wil worden, wil je zo kunnen omgaan met je patiënten als je hebt geobserveerd binnen je stageplaats ? - Hoe gingen de artsen om (en hoe denk jij om te gaan) met intimiteit, zowel lichamelijk als persoonsgebonden … - Hoe gingen de artsen om (en hoe denk jij om te gaan) met onterechte vragen: huisbezoeken, werkonbekwaamheidsattesten… - Heb je nog voorbeelden van hoe emoties het handelen van de arts bepalen, of van hoe emoties (onzekerheid, angst, woede, …) de arts-patiëntrelatie kleurt ? (Had iemand van de groep hieromtrent speciale ervaringen, en tot wat heeft dit als discussie in de groep geleid.). Tot welke discussie heeft dit geleid in de groep ? Wat is jullie groepsstandpunt ?
9/ Reflecties bij de politieke/sociale dimensie van het handelen als arts : de gezondheidszorg als maatschappij-instrument Voorbeelden van politieke reflectiethema‟s: - consequenties van arm of rijk zijn op gelijkheid en toegankelijkheid van zorg - sociale- en gezinsondersteuning in de verschillende maatschappelijke klassen, de verschillende wijken of gemeenschappen - financiële en administratieve aspecten van het vak - Heb je nog voorbeelden van hoe politieke elementen (controle, macht, invloed) het handelen van de arts bepalen, of van hoe deze dimensie de arts-patiëntrelatie kleurt ? Tot welke discussie heeft dit geleid in de groep ? Wat is jullie groepsstandpunt ?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
37
10/ Reflecties bij de ethische dimensie van het handelen als arts Voorbeelden ethische discussiethema‟s: - vragen naar slaapmiddelen, drugs - omgaan met pijn, verlies, erge dramatische levenssituaties (= emotioneel ?) - betrokkenheid bij relatieproblemen, partijkiezen, autoriteit gebruiken… - Heb je nog voorbeelden van hoe deze elementen het handelen van de arts bepalen, of van hoe deze dimensie de arts-patiëntrelatie kleurt ? - Tot welke discussie heeft dit geleid in de groep ? Wat is jullie groepsstandpunt ?
Formuleer hierna het groepsoordeel over de patiëntenzorgstage: 1 / Welke zijn voor de groep de sterkste kanten van deze stage ?
2 / Waar zaten de grootste problemen ?
3 / Formuleer een globaal eindoordeel van de groep over de relevantie van deze stage in de opleiding tot basisarts.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
38
3.4 Terugblik op de stage tijdens de afsluitende les: interessante aanvullingen (Een persoonlijk notitieblad) Voor de volledigheid van uw dossier voegen we hier nog een blad toe, waarop je zelf nog interessante aspecten en informatie kan opschrijven die voortkomen uit de afsluitende sessie met de eindevaluatie van de hele stage.
Stagegids “patiëntenzorgstage”
39
4. EVALUATIE Onmiddellijk na de stage heb je een bespreking met de stageleider over verloop, inhoud en vorm van de stage. Deze opleider vult ook het beoordelingsblad in en beoordeelt je werk, inzet, zorg en omgang tijdens deze stage ( zie paragraaf 4.1). Daarnaast wordt van jou verwacht dat je ook jezelf evalueert (zie paragraaf 4.2). Tot slot evalueer je de stageplaats. (zie paragraaf 4.3.)
Af te geven (Geef enkel kopijen af. !!! Origineel blijft in stagemap): Titelblad met namen (via toledo+) Persoonlijke rapporten, niet de persoonlijke notities uit het logboek Groepsverslag via toledo+ (zie vorige pagina‟s) Evaluatie: 4.1 door stageleider 4.2 zelfevaluatie 4.3 Eindevaluatie huisartsenstage
Stagegids “patiëntenzorgstage”
40
4.1 Evaluatie door stageleider (terug mee te geven met de student) Evaluatie van stagiair door stageleider Naam stageleider: : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naam stagiair: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De stage duurt slechts vier dagen en de student heeft de opdracht gekregen vooral te observeren. Het is dus niet vanzelfsprekend om hem/haar te beoordelen. Toch krijgen wij graag een beperkte feedback. We willen u dan ook vragen om kort de attitude van de student toe te lichten. Gelieve dit document met de student terug mee te geven. 1.
Inzet:
2. Houding en gedrag:
3.
Stiptheid:
Evaluatie over de stage zelf door de stageleider: Heeft u opmerkingen over de stage? Wat denkt u over de opzet, vorm en organisatie? Heeft u voorstellen? We kennen graag uw mening 4. Inhoud en voorbereiding
5. Vorm
6. organisatie
Mag uw naam op de lijst blijven zodat u volgend academiejaar opnieuw kan deelnemen? Handtekening en stempel: Datum:
Stagegids “patiëntenzorgstage”
41
4.2 Zelfevaluatie Na deze stage word je geëvalueerd door de stagebegeleider. Het is ook goed om eens stil te staan bij je eigen houding als “student-arts”. Denk na over de volgende aspecten: 1. persoonlijkheid: - open staan voor kritiek, verantwoordelijkheid tov opdrachten en patiënten, - leergierigheid en toepassen van kennis in nieuwe situaties, stiptheid, inzet, vragen durven stellen.
2. Houding tov. Artsen/patiënten
3. Werkorganisatie - Orde, rekening houden met patiënt, praktijkinrichting, samenwerkingsverband, …
4. Rapportering - Schriftelijk, mondeling, spontane inbreng tijdens overlegmomenten
5. Welke leerinzichten neem je mee m.b.t. je houding als “student-arts” voor een volgende stageperiode?
6. Heb je zicht gekregen op het werken met eindtermen?
Stagegids “patiëntenzorgstage”
42
4.3. EINDEVALUATIE HUISARTSENSTAGE – stageplaats
Evalueer aan de hand van de A-B-C-D score (deze manier van beoordelen komt ook in latere stages terug) Aanbod: Aantal patiënten: Aantal prestaties per dag: ± Ratio M/V Ratio huisbezoeken/consultaties: Ratio leeftijd (in percentage): 0-5j 6-20j % %
21-50j 51-75j >75j % % %
Pathologie: V: voldoende; M: matig; O: onvoldoende; NVT niet van toepassing Bewegingsstelsel V M O NVT Infectieziekten V M O NVT Cardiovasculair V M O NVT Luchtwegen V M O NVT Chronische aandoening V M O NVT Verloskunde-gynaecologie V M O NVT Pediatrie V M O NVT Ouderenzorg V M O NVT Kleine heelkunde V M O NVT Contact met eerste lijn: Verpleging Kiné Apothekers Diëtist Psycholoog ....
V V V V V V
M M M M M M
O O O O O O
NVT NVT NVT NVT NVT NVT
Contact met intramurale sector Ziekenhuisbezoek Overleg specialisten Rustoord Instellingen
V V V V
M M M M
O O O O
NVT NVT NVT NVT
Uw eindscore voor het aanbod (op 20 punten)
Stagegids “patiëntenzorgstage”
43
Begeleiding
Voldoende uitleg bij manier van consultatie voeren Gebruik van elektronische dossier Opzoeken van literatuur en gebruiken van medische bronnen Adviezen voor eigen leerproces Adviezen voor eigen carrière
V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT
Uw eindscore voor begeleiding (op 20 punten) Context
De praktijk is voldoende ingericht voor het opleiden van stagiairs Er is voldoende onderzoeksmateriaal aanwezig Toegang tot internet is vlot voor stagiairs Ruim aanbod van boeken en tijdschriften Lees en studeerruimte vrij beschikbaar Tijdsindeling laat studie toe Opleider is vertrouwd met opleiding van stagiairs
V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT V-M-O-NVT
Uw eindscore voor begeleiding (op punten)
Duiding
U bent algemeen tevreden over deze opleidingsplaats U geeft volgend advies: Aanbod Begeleiding Context
Uw eindbeoordeling op 20 punten én slotcommentaar
V-M-O-NVT