STRUCTUURPLAN
STADSHART DEN HELDER 2020
Quadrat, atelier voor stedebouw, landschap en architectuur
STRUCTUURPLAN STADSHART DEN HELDER 2020 De stedelijke ontwikkeling van Den Helder is sterk bepaald door de voortdurende strijd tegen het water, de komst van de marine en door bombardementen en ingrepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ontwikkelingen en gebeurtenissen waarop de stad geen rechtstreekse invloed had, maar die wel hebben geleid tot radicale wijzigingen van de stedenbouwkundige structuur. 1 In 1947 kwam Wieger Bruin met het wederopbouwplan voor Den Helder, tot voor kort het laatste integrale plan voor de binnenstad.2 Een zuidelijker gesitueerd station, een ruim centrum in het midden van de stad binnen de linie en een doorbraak richting de havens waren het gevolg. Aard en omvang van het centrumgebied waren gebaseerd op de nadrukkelijke aanwezigheid van de Koninklijke Marine.
kader voor masterplannen en bestemmingsplannen. Het structuurplan is tevens de juridische basis voor maatregelen in het kader van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), zoals het vestigen van gemeentelijk voorkeursrecht en het nemen van voorbereidingsbesluiten. In mei 2004 is het voorontwerp structuurplan gepresenteerd, een jaar later het ontwerp. Met diverse instanties is tijdens het planproces overleg gevoerd. Ook bewoners en andere belanghebbenden hebben, via inspraak, op de plannen kunnen reageren. Omdat (grotere) projectontwikkelaars Den Helder links hebben laten liggen, heeft de gemeente twee jaar geleden het initiatief genomen om gronden en vastgoed actief aan te kopen om zo gewenste ontwikkelingen, verwoord in het (voorontwerp / ontwerp) structuurplan, mogelijk te maken.
Het Nederlands defensieapparaat is de laatste jaren flink afgeslankt. Overige economische activiteiten hebben de teruggang in werkgelegenheid niet kunnen opvangen. In plaats van een groeiende stad is Den Helder veeleer een krimpende stad geworden. In het centrumgebied zijn noemenswaardige ontwikkelingen uitgebleven. Het centrum is inmiddels sterk verouderd.
De basis van het structuurplan is een duidelijke structuur van de openbare ruimte. De ruimtelijke structuur, gevormd door straten en pleinen, is in het plan exact weergegeven. De functionele structuur daarentegen is globaal en gezoneerd gehouden (lees flexibel), ondersteund door de hoofdwegenstructuur. De ruimtelijke structuur is door haar preciesheid het ijkpunt voor de verdere uitwerking.
Met het overdragen aan de gemeente van een deel van het marineterrein 'De Oude Rijkswerf' en de realisatie op deze locatie van een nieuwe stedelijke invulling (Cape Holland Willemsoord) is een eerste stap gezet in de vernieuwing van het stadscentrum en het bereikbaar maken van de haven. Eind 2005 stelde de gemeenteraad als één van de vervolgstappen het structuurplan 'Stadshart Den Helder 2020' vast. Bijna zestig jaar na de plannen van Wieger Bruin, is er opnieuw een plan dat uitgaat van integrale benadering van het stadscentrum.
Bij het opstellen van het structuurplan is de nadruk gelegd op het 'voorstelbaar maken' van de abstractie die bij een structuurplan hoort. Aan de hand van fictieve wandelingen, locatiegebonden schetsboeken en vogelvluchttekeningen heeft iedereen, bewoners, winkeliers, belanghebbenden en politici, zich een voorstelling kunnen maken van het toekomstige stadscentrum. Tegelijkertijd is door het voorstelbaar maken van de ontwikkeling inzicht verkregen in de aard en hoeveelheid van de aan te pakken stedelijke projecten. De 'voorstellingen' zeggen iets over het ambitieniveau en zijn als het ware hypothesen die in de uitwerking getoetst moeten worden. Omdat elk stedelijk project onderdeel uitmaakt van het (integrale) structuurplan, kunnen de stedelijke projecten onafhankelijk van elkaar uitgewerkt worden. Elk project is daarmee een product op de 'tussenschaal': uitvoering van het project leidt niet alleen tot verbetering van de locatie zelf, maar ook tot vernieuwing van de structuur van de stad als geheel.
Met het structuurplan wordt voor Den Helder gestreefd naar een vitaal en aantrekkelijk stadscentrum. De positie van Den Helder als woonstad en als regionaal en toeristisch centrum moet waargemaakt worden. Uitbreiding van het centrumgebied met Cape Holland Willemsoord en aansluiting bij de aansprekende ligging aan het water en de aanwezige cultuurhistorische waarden zijn uitgangspunt. Het nieuwe stadscentrum strekt zich uit van station tot haven. Het krijgt een levendig en sterk hart dat door een mix van stedelijke functies en activiteiten aantrekkelijk is voor mensen van alle leefstijlen. In het centrumgebied komen concentraties van stedelijke functies in thematisch bepaalde centrumpolen, verbonden door een karakteristiek netwerk van straten en pleinen Met het structuurplan zijn de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het stadshart van Den Helder tot 2020, integraal en samenhangend weergegeven.3 Het structuurplan heeft de functie van richtingaanwijzer en vormt het
1 Hiermee heeft Den Helder veel parallellen met de ontwikkeling van Rotterdam, zoals beschreven door W. Vanstiphout in 'Maak een stad' (Rotterdam, 2005). 2 In Rotterdam werden ingrijpende externe ontwikkelingen snel en adequaat in de stedelijke planning opgenomen (Vanstiphout, 2005). In Den Helder wordt gespeculeerd dat het gebrek aan stedelijke planning het gevolg is van een juttermentaliteit.
In het structuurplan 'Stadshart Den Helder 2020' is een hoogtezonering opgenomen. Veelal wordt pas in een bestemmingsplan op de hoogtebepalingen ingegaan. Hoogbouw heeft een belangrijke uitwerking op de vorm van de stad. In het plan is vanaf de Oude Rijkswerf Willemsoord, als waarborg voor zijn karakteristiek, een oplopende hoogtezonering aangegeven. Een oplopende zonering vanaf de dijk langs het Marsdiep waarborgt dat in Den Helder gewoond kan worden in een stad aan het wad, met aan de dijk de collectieve natuurbeleving van het einde van het vaste land van Europa, het Gibraltar van het Noorden. 3 Tijdens de totstandkoming van het structuurplan is duidelijk geworden dat een structuurvisie voor de stad als geheel (inclusief haven) noodzakelijk is. Het structuurplan voor het stadshart wordt hiervoor aangewend. Inmiddels is al wel een structuurvisie voor de Stelling van Den Helder (HNS, 2005) opgesteld.
HISTORISCHE ONTWIKKELING VAN DEN HELDER
1800
1830
1900
1940
1980
2000
De historie van Den Helder is uitermate dynamisch. Den Helder en Huisduinen lagen in de 18de eeuw honderden meters verder westelijk (zie kaartbeeld 1800). In de 19de eeuw hebben Den Helder en Huisduinen zich landinwaarts teruggetrokken. Op de plaats van het huidige Oud Den Helder groeide het vissersdorpje aan het strand. Al snel werd oostelijk van het dorp de Rijkswerf Willemsoord aangelegd en er werd een verdedigingswerk opgetrokken; het dorp viel net binnen de Stelling van Den Helder. De Rijkswerf groeide en vooral rond de werf werden nieuwe woningen gebouwd, eerst langs de grachten. Nieuwe stedelijke functies en winkels werden in gebruik genomen langs de Kanaalweg, tussen het dorp en de Rijkswerf (zie kaartbeeld 1830). Aan het eind van de 19de eeuw werd het station aangelegd, precies tussen het dorp Den Helder en de Rijkswerf, alsof men niet kon kiezen. De groei van Den Helder vond vanaf nu vooral plaats rond het station, eerst tussen station en Rijkswerf. Nieuwe winkels kwamen in de Spoorstraat, Stationsstraat en Keizerstraat tot ontwikkeling (zie kaartbeeld 1900). Den Helder groeide gestaag verder met de spoorzone als breuk in de stedelijke structuur (zie kaartbeeld 1940).
Tijdens de tweede wereldoorlog is het oude dorp en de gehele zone langs de Kanaalweg gesloopt. Na de oorlog werd besloten het stadscentrum te verplaatsen van de rand (het oude dorp) naar het midden (de stationslocatie). Het station werd daartoe zuidelijk verplaatst om ruimte te maken en verbindingen mogelijk te maken. Stadhuis, theater, politiebureau, postkantoor en een groot paradeplein werden hier geprojecteerd en er werd een nieuwe verkeersdoorbraak tussen dit nieuwe centrum en de Rijkswerf aangelegd, de Beatrixstraat. In de loop der eeuwen is het centrum dus flink “aan de wandel” geweest met als onvermijdelijk gevolg dat de stedelijke voorzieningen her en der verspreid zijn komen te liggen. Het maken van een geconcentreerd centrum is voor Den Helder een belangrijke opgave. De zee heeft al die eeuwen de stad bedreigd. Intussen beschermt een hoge dijk Den Helder. Op die dijk is er de in Nederland zeldzame beleving van echte dynamische natuur. De verwachting is dat de dijk de komende eeuw niet noemenswaard hoeft teworden verhoogd, dankzij de golfbrekende waddeneilanden.
STRUCTUURPLAN STADSHART DEN HELDER 2020
C
C
C
ruimtelijke structuur in 2000
ruimtelijke structuur in 2020
functionele structuur in 2000
functionele structuur in 2020
verkeer en parkeren in 2000
verkeer en parkeren in 2020
10 M1 20 M1 30 M1 40 M1
20 M1 30 M1
hoogtezonering vanaf de Rijkswerf
hoogtezonering vanaf de zeedijk
hoogtezonering
ruimtelijke structuur De ingrijpende historie en het in de vorige eeuw telkens half afmaken van elkaar opvolgende plannen, heeft geleid tot een onduidelijke ruimtelijke structuur, waar voor- en achterkanten willekeurig aan elkaar grenzen. Vormt in vele steden een historische structuur een ijkpunt voor ruimtelijke kwaliteit, in Den Helder ontbreekt dat ijkpunt. Het structuurplan is daarom precies in de bepaling van de pleinen, straten, parken, bruggen en waterlopen. functionele structuur De functionele structuur van het structuurplan is globaal en gezoneerd met uitwerkingsdoelstellingen. Op het hoogste schaalniveau is dit het maken van de samenhang stad - Rijkswerf - haven, tezamen het Stadshart. Op lager schaalniveau is dit het realiseren van ontwikkelingspolen, elk met een eigen thema. Bij het station het thema bestuur, opleiding, dienstverlening - in verbinding met de regio. Bij de noordelijke Spoorstraat het thema informatie en handel en bij de zuidelijke Beatrixstraat het thema kunst, cultuur en uitgaan - beiden in verbinding met de Rijkswerf. Bij de haven het thema havenfront - de verbinding stad, Marine en haven.
verkeer en parkeren Om de relatie stadscentrum - Rijkswerf - haven mogelijk te maken wordt het verkeer gespreid: de route naar de boot van Texel wordt verplaatst naar de haven. Vanwege de ligging van het centrum ten opzichte van het achterland is een volwaardige rondweg niet noodzakelijk. Voor het verkeer is gekozen voor een “kopmodel”, een driekwart rondweg die concentraties van parkeren ontsluit. De hinderlijke verkeersbewegingen voor het station en in de Beatrixstraat worden daarmee opgeheven. hoogtezonering Ter bescherming van de natuurlijke landschappelijke kwaliteit van de zeedijk en van de cultuurhistorische ambiance van de Rijkswerf zijn hoogtebeperkende zones opgenomen. Hierdoor ontstaat vooral rond het Julianaplein de mogelijkheid van hogere bouw, als een “stadskroon”.
STADSWANDELINGEN De ruimtelijke structuur van het stadshart Den Helder is een samenstel van niet verbonden buurten, als schotsen tegen elkaar gedreven, met veel kartelranden als gevolg. De eerste stap in het maken van het structuurplan was het construeren van nieuwe rondwandelingen met als doelstelling het netwerk te vergroten en de kwaliteit ervan te verbeteren. Op locatie, maar ook met foto’s en beschrijvingen, zijn klankbordgroepen en sleutelfiguren meegenomen in “ruimtelijke hypothesen”:
wat als we hier een doorbraak maken, wat als we hier een pleintje maken, daar een straat versmallen en verderop een brug maken? Het belang ervan werd snel duidelijk. Veel stadsbewoners kenden hun naburige buurt niet, velen bleken gewend geraakt te zijn aan het bestaande. Het gesprek over de stad en haar toekomst, over het goede en het slechte, het oude en het nieuwe, werd geopend.
rondje stelling Den Helder
rondje centrumgebied, formeel
rondje centrumgebied, informeel
rondje centrumbuurten
rondje rand centrum
alle rondjes samen
UITWERKINGEN EN VOGELVLUCHTPERSPECTIEF 1
5
3
2
1
2
4
3
4 De ingrepen als gevolg van de nieuwe stadswandelingen zijn door middel van schetsen “voorstelbaar” gemaakt. Het gesprek over kwalitatieve verbeteringen werd daardoor concreter. De bewoners van Den Helder werden uitgenodigd om met zelf te knippen en plakken kijkertjes door de stad te wandelen. Bij op straat geschilderde oranje stippen konden de getekende perspectieven van de toekomstige situatie vergeleken worden met de bestaande situatie. Door de “voorstellingen” werd voorstelbaar welke programma’s op welke locaties mogelijk zijn. Zo werden discussies over kwantiteiten gestart: over mogelijke woningaantallen en woningcategorieën, over hoeveelheid winkelruimtes (kleinere en grootschaliger), over parkeeroplossingen, over plaatsen voor de nieuwe publieke gebouwen en locaties voor dienstverlening. Voor elke locatie is getekend, gerekend, getoetst en gekozen.
Sommigen hebben het als een nadeel ervaren dat de “voorstellingen” zo concreet waren: het gesprek ging hen te snel over zaken die niet in een structuurplan thuishoren; de precieze bouwhoogte, de hoeveelheid vierkante meters en de hoeveelheid geld horen immers in een nader uit te werken bestemmingsplan thuis. Dat is waar, maar het maken van de “voorstellingen” heeft wel een eerlijk en open gesprek over de toekomst van de stad mogelijk gemaakt. In onze visie moet het maken van een structuurplan niet beperkt blijven tot een administratieve handeling, maar heeft het bovenal een cultuur-historische betekenis. Zeker in Den Helder is het gesprek over de stad net zo belangrijk als het resultaat van dat gesprek en net zo belangrijk als de continuïteit. Uiteindelijk zullen de gesproken woorden moeten leiden tot een voor iedereen te volgen en te begrijpen verhaal over de stad. Een vogelvlucht van de mogelijke stad in 2020, voor het eerst aangevlogen vanuit het wad en de haven, met zicht op een popconcert op een ponton in de haven, een taptoe op de Rijkswerf en een feest bij het stadhuis geeft Den Helder een nieuw perspectief.
5
VOOR
NA
COLOFON Opdrachtgever Gemeente Den Helder, projectbureau Stadshart Ontwerp Quadrat, atelier voor stedebouw, landschap en architectuur i.s.m. Bakker advies Periode van ontwerp 2003 – 2005 Uitvoering raadsbesluit 2005 Programma een stadshart voor 60.000 inwoners 1 maart 2006