Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.1
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.2
Applicatie laag
OSI-model
Presentatie laag Sessie laag Transport laag Netwerk laag
Netwerk afhankelijk
Datalink laag Fysieke laag
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.3
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Mogelijke toepassingen van netwerken • • • • • • • • •
Protocollen An agreed-upon format for transmitting data between two devices.
Fileserver-systems Remote execution / log-on Distributed systems Resource sharing (printer, scanner) Document sharing (www) Mail Voice (radio, telefonie) Video .....
• • • • • • • • •
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Novell, IPX / SPX
5.4
The Point-to-Point Protocol (PPP) Telnet IPX/SPX - Novell NFS RPC X-window Apple talk Netbeui ....
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.5
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.6
Eenvoudig MS-DOS netwerk (LAN)
IPX : Internetworking Packet Exchange SPX : Sequence Packet Exchange SPX ligt bovenop IPX en wordt dus ingekapseld in IPX!
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
1
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.7
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
TCP / IP
5.8
Layers in the TCP/IP stack
IP : Internet Protocol. IP specifies the format of packets, also called datagrams (soort brievenpost), and the addressing scheme. (de ip-laag verzorgt de routering) TCP : Transmission Control Protocol Whereas the IP protocol deals only with packets, TCP enables two hosts to establish a connection and exchange streams of data. TCP guarantees delivery of data and also guarantees that packets will be delivered in the same order in which they were sent.
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
4
Application (OSI layers 5 through 7)
e.g. HTTP, FTP, DNS
3
Transport (OSI layers 4 and 5)
e.g. TCP, UDP, RTP, SCTP
2
Internetwork (OSI layer 3)
For TCP/IP this is the Internet Protocol (IP)
1
Link (OSI layers 1 and 2)
e.g. Ethernet, Wi-Fi, MPLS, etc.
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.9
IP-header
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.10
IP-adres
waarden per octet liggen tussen 0 en 255
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.11
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.12
IP-adres op het internet An IP address consists of two parts, one identifying the network and one identifying the node, or host. The Class of the address determines which part belongs to the network address and which part belongs to the node address
145.89
• Class A - supports 16 million hosts on each of 126 networks • Class B - supports 65,000 hosts on each of 16,000 networks • Class C - supports 254 hosts on each of 2 million networks
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
2
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.13
Eindadres
10.0.0.0
10.255.255.255
172.16.0.0
172.31.255.255
192.168.0.0
192.168.255.255
127.0.0.0
127.255.255.255
5.14
TCP-header
Niet routeerbare adressen Beginadres
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
loopback Het poortnummer is gekoppeld aan een bepaalde applicatie. Poort 80 wordt bijv. gebruikt voor http verkeer.
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.15
5.16
Protocol stack voor TCP/IP
UDP (Universal Datagram Protocol)
FTP via poort 21, HTTP via 80, telnet via 23, NNTP via 119, SMTP via 25 (zie /etc/services op een linuxmachine voor een lijst met standaard poortnummers)
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.17
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.18
Eenvoudig netwerk met router
Pauze 10 minuten
ethernet, MAC address
ARP : Address Resolution Protocol, a network layer protocol used to convert an IP address into a physical address (Data Link Control address or MAC address). DHCP : Dynamic Host Configuration Protocol, a protocol for assigning dynamic IP addresses to devices on a network.
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
3
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.19
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.20
IP versie 6 Internet Protocol next generation
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.21
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.22
RPC : Remote Procedure Call
V: 4-bit Internet Protocol version number = 6. Prio: 4-bit Priority value. Flow Label: 24-bit field, Quality of Service. Payload Length: 16-bit unsigned integer. Length of payload, i.e., the rest of the packet following the IPng header, in octets. Next Hdr: 8-bit selector. Identifies the type of header immediately following the IPng header. Hop Limit: 8-bit unsigned integer. Decremented by 1 by each node that forwards the packet. The packet is discarded if Hop Limit is decremented to zero. Source Address: 128 bits. Destination Address: 128 bits. Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.23
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.24
COM, DCOM, CORBA, RMI
DCE : Distributed Computing Environmernt • • •
COM : Component Object Model, DCOM : Distributed COM (Microsoft) CORBA : Common Object Request Broker Archticture (Open Source) RMI: Remote Method Invocation (Java)
The COM software architecture is developed by Microsoft to build component-based applications. COM objects are discrete components, each with a unique identity, which expose interfaces that allow applications and other components to access their features.
Suite of technology services developed by The Open Group for creating distributed applications that run on different platforms. OSF (Open Software Foundation) Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
4
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.25
LDAP
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
5.26
Security by Encryption
LDAP : Lightweight Directory Access Protocol, a set of protocols for accessing information directories.
Encryption techniques are based on public and private key’s.
OpenLDAP is the Open Source Version of LDAP
Examples:
LDAP should eventually make it possible for almost any application running on virtually any computer platform to obtain directory information, such as email addresses and public keys.
• GPG (GNU Pretty Good privacy for files and email) • SSL (Secure Socket Layer - on application level) • TLS (Transport Layer Security - on application level) • IPSec (IP Secure – on IP level) • SSH (Secure Shell protocol)
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
Inleiding computersystemen en netwerken deel 2
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5.27
Opdracht • bestudeer 15.8 t/m 15.10
Hogeschool Utrecht / Institute for Information & Communication Technology
5