Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs BASKETBAL Categorieën 2x Groepen 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Teams 1 per categorie (totaal 24 DG teams) Deelnemers per team 5 spelers, 3 wisselspelers Speelveld 24.00x12.00 m, hoogte basket 2.60 m, Bal maat Mini basketbal Tijdsduur 8-13 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen De volgende verkorte regels worden gehanteerd op The Final, naast de Mini basketbal regels: - Er wordt gespeeld met een Mini basketbal - Score: vrije worp 1 punt, anders 2 punten - Bal uitnemen vanaf de korte zijde alleen bij een score - Bal uitnemen vanaf de lange of korte zijde bij een uitbal - Als twee spelers de bal vast hebben (2 sec) dan “Jumpbal” tussen deze twee spelers (bij de vrije worp lijnen of middellijn) - Als er een persoonlijke fout (“P”) wordt gemaakt tijdens een schotpoging, dan worden er twee vrije worpen genomen - 3 persoonlijke fouten per wedstrijd is diskwalificatie (speler mag wel vervangen worden) - Bij meerdere spelers in het veld, die op dat moment meespelen, zal direct worden afgefloten door de scheidsrechter. Er zullen twee vrije worpen worden toegekend aan de tegenpartij. Eerst eruit, dan erin!! Wat mag niet - Elkaar aanraken! Hier moet zeer streng op gelet worden. - Langer dan 5 seconden de bal vasthouden - Second dribbel (stuiten, vangen, stuiten) - Met twee handen tegelijk stuiten (second dribbel) - Na het ontvangen van de bal, zal na de eerste stap de bal gestuit moeten worden - Lopen met de bal (max 2 passen, nadat de bal is gevangen na het stuiten) - De bal mag wel uit de handen worden getikt, niet geslagen (beoordeling scheidsrechters) - Dragen van de bal (hand lang onder de bal plaatsen - De bal over de tegenstander spelen en zelf door dribbelen (dragen) De volgende verkorte regels worden niet gehanteerd op The Final: - 3 seconden in de bucket - Terugspelen op eigen helft - Geen 3 punt score - Binnen 8 sec naar de aanvalshelft lopen - Binnen 24 seconden een schotpoging maken
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Basketbal regels van de NBB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
7
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs HANDBAL Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Teams 1 per categorie (totaal 40 DG teams) Deelnemers per team 6 spelers (inclusief keeper) max. 3 wisselspelers Speelveld 25.00x12.00 m Bal maat Groep 5/6 maat 0,7 Groep 7/8 maat 1 Tijdsduur 8 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen Het spelen van de bal - De bal mag met gebruikmaking van handen, armen, hoofd, romp, dijbeen en knieën gestopt en gevangen worden, mits dit geen gevaar voor de tegenstander oplevert. - De bal mag maximaal 3 seconden worden vastgehouden. - Met de bal in de handen mag men 3 passen lopen, dan éénmaal stuiten en daarna nogmaals 3 passen lopen. Dan moet de bal worden afgespeeld. - Na ontvangst van de bal mag je de bal herhaaldelijk tippen. Hierbij is het niet van belang hoeveel passen er gemaakt worden. - Een stuit is gemaakt wanneer de bal na het raken van de grond met beide handen wordt gevangen, bij het tippen maakt men slechts van één hand (boven de bal) gebruik. - Bij meerdere spelers in het veld, die op dat moment meespelen, zal direct worden afgefloten door de scheidsrechter. Er zal een strafworp worden toegekend aan de tegenpartij. Eerst eruit, dan erin!! Toegestaan: - De tegenstander met het lichaam te sperren, ook wanneer hij/zij niet in balbezit is (het gebruik van armen, benen of handen is hierbij niet toegestaan) - Als de bal op de lijn stuit is deze niet uit, op de doellijn stuiten is geen doelpunt. Niet toegestaan: - De bal uit de handen van de tegenstander te tikken, trekken of te slaan. - Second dribbel (tikken, vangen, tikken) - Bal over het hoofd van de tegenstander spelen en zelf weer doorgaan - Met de armen om een tegenstander staan om zo het afspelen te beletten. - De tegenstander te omklemmen, vast te houden, te duwen, tegen hem/ haar aan te lopen of te springen. - De tegenstander op andere wijze (met of zonder bal) in strijd met de regels te storen, te hinderen of in gevaar te brengen. - Buiten het speelveld begeven met één of beide voeten (terwijl de bal binnen het speelveld blijft). Diverse worpen - Alle worpen kunnen direct of indirect leiden tot een doelpunt. - De beginworp moet na een fluitsignaal in willekeurige richting vanuit het midden van het speelveld, binnen 3 seconden worden uitgevoerd. Bij aanvang van de wedstrijd moeten beide partijen op eigen helft staan. - Slingerworp niet toegestaan Keeper en cirkel - In de 5m cirkel mogen geen veldspelers lopen. Wanneer een veldspeler een bal gooit mag hij/ zij na het gooien wel in de cirkel landen. - De keeper mag alle lichaamsdelen gebruiken om de bal tegen te houden. - De bal mag niet naar de eigen keeper worden teruggespeeld, als deze zich binnen de cirkel bevindt. - Overige lijnen: 5m cirkel is doelgebied, 6m lijn is strafworp lijn. - Een strafworp wordt altijd genomen, ook als het eindsignaal klinkt. Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Handbal regels van de NHV gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
8
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs KORFBAL Categorieën 1x Groepen 5/6 Mixed Teams 2 per categorie (totaal 16 DG teams) Deelnemers 4 spelers (2 Jongens en 2 Meisjes), 4 wisselspelers Speelveld 24.00x12.00m (1 vak) Bal maat 4 Korven 3.00m Tijdsduur 8-13 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen − Er wordt gespeeld in één vak − Er mag maar 1 verdediger bij een aanvaller staan − Jongen verdedigt jongen en meisje verdedigt meisje − Lintjes voor de jongens, maakt duidelijkheid wie, wie moet dekken. − Bij meerdere spelers in het veld, die op dat moment meespelen, zal direct worden afgefloten door de scheidsrechter. Er zal een strafworp worden toegekend aan de tegenpartij. Eerst eruit dan erin!! Het spelen van de bal − Je mag niet lopen met de bal in de handen, dus er mag geen terreinwinst plaatsvinden. − Je mag niet met de voet tot en met de knie, de bal spelen of schoppen Niet toegestaan − De bal uit de handen van de tegenstander tikken, trekken of te slaan. − Te schieten als een verdediger zijn arm voor het schot houdt (als de arm de schouder van de tegenstander kan raken) − De tegenstander te omklemmen, vast te houden, te duwen, tegen hem/ haar aan te lopen of te springen. Bij herhaling van deze overtreding wordt gewaarschuwd voor een strafworp. − Bewust de korfbalpaal laten bewegen, is strafworp! Spelhervatting − Bij een uitbal, bal nemen op de plek waar de bal uit is gegaan. − Bij overtreding t.o.v. de regels. Op de plaats waar de overtreding is begaan − Tegenspelers staan op 2,5 meter afstand van de vrije worp nemer, waarbij de tegenspelers niet mogen hinderen en niet de bal binnen deze afstand mogen onderscheppen. − De bal moet overgespeeld worden voordat er op de korf geschoten wordt. − Na een tegendoelpunt, de bal in het spel brengen in de buurt van de eigen korf. Strafworp − Afstand tot korf 2.50 m − Wordt toegekend bij een overtreding waardoor de kans om te scoren verloren gaat. − Medespelers en tegenspelers staan op 2.50 m afstand van de korf en van de strafworpnemer. − Een strafworp wordt altijd genomen, ook als het eindsignaal klinkt Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Korfbal regels van de KNKV gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
9
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs STREETDANCE Categorieën 2x Groepen 5/6 Mixed, 7/8 Mixed Teams 2 per categorie (totaal 32 DG teams) Deelnemers Minimaal 4 en maximaal 10 deelnemers Speelveld 15.00x15.00m harde houten gladde ondergrond Tijdsduur 3 minuten per optreden Puntentelling 1 = onvoldoende, 2 = matig, 3 = voldoende, 4 = goed en 5 = uitstekend Beoordeling De beoordelingscriteria zijn: • Choreografie: De kunst van het bedenken of arrangeren, het bij elkaar voegen van passen, gebaren en patronen om dansen te vormen. • Originaliteit: Bevat een bepaalde creativiteit, frisheid en eigenaardigheid (figuurlijk), die iets vernieuwends brengt. • Gelijkheid: De dansers maken de correcte bewegingen en lopen gelijk aan de bewegingen van elkaar. • X-Factor: Het overbrengen van een motiverende dans, met een bepaalde uitstraling op het publiek. De jury beslist wie de winnaar wordt. Kledingvoorschrift Originele dans outfit (voorkeur: uitstraling als team) Door de gladde houtenvloer is het toegestaan om op blote voeten te dansen. Voor overige vloeren zullen aparte deelgemeentelijke afspraken gemaakt dienen te worden. Op sokken dansen is verboden. Algemeen Streetdance wordt op het centercourt afgewerkt Iedereen krijgt 1 keer de kans zijn/ haar optreden op te voeren De beste 3 gaan door naar de finale en treden nog 1x op (mits er genoeg teams zijn) Hulpmiddelen, zoals stoelen, krukken, fietsen e.d. zijn niet toegestaan. Lifts en supports zijn toegestaan mits veilig uitgevoerd Breakdance activiteiten zijn op The Final dansvloer wel toegestaan, maar in de deelgemeenten kunnen andere afspraken gelden. Kauwgom tijdens het optreden is niet toegestaan Het streetdance team zorgt voor een eigen CD met doosje/hoesje Op het CD doosje moeten de volgende gegevens staan: School, deelgemeente, groep, tijd van optreden, titel van het liedje, track op de CD, eventueel naam van de dansgroep Op de CD zelf naam van de school en track noteren
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
10
Spelregels THE FINAL basisonderwijs UNIHOCKEY Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Teams 1 per categorie (totaal 48 DG teams) Deelnemers 5 spelers, zonder keeper, 3 wisselspelers Speelveld 22.00x12.00m ronding bij overgang lengte naar breedte (Boarding) Bal maat Plastic gatenbal 9” Tijdsduur 8-13 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen - Er wordt zonder keeper gespeeld, maar er is wel een doelgebied. - Aangeraden wordt om met twee handen aan de stick de bal te spelen, gevaarlijke acties met één hand worden direct afgefloten - Bij meerdere spelers in het veld, die op dat moment meespelen, zal direct worden afgefloten door de scheidsrechter. Er zal een strafbal worden toegekend aan de tegenpartij. Eerst eruit, dan erin!! Wat mag wel? - de bal met beide kanten van je stick spelen - de bal met je voeten/benen/lichaam stoppen, of in één actie voor je eigen stick spelen. - de bal met je lichaam beschermen (afhouden, maak je breed). - de bal achter het doel langs spelen. - direct scoren vanuit een vrije slag of inslag. Wat mag niet? - met je voeten scoren of overspelen (schoppen tegen de bal) - de bal boven kniehoogte met de stick uit de lucht halen (hoge stick). - liggend/zittend of springend de bal spelen. - met enig lichaamsdeel het gemarkeerde doelgebied aanraken (inclusief lijn), op het moment dat de bal dit lichaamsdeel raakt. - de stick tussen de benen van de ander plaatsen. - de tegenstander verhinderen naar de bal te lopen (obstructie) bodychecks. - stickuitzwaai boven heuphoogte (hoge stick). - op de stick van de ander slaan, stick van de ander liften of van boven blokken. - de bal klemmen tegen de boarding Face Off - Er is één plek op het veld (op de middellijn). Deze wordt gebruikt bij het begin van de wedstrijd en na elk doelpunt. Face off, Inslag, vrije slag - Face off: Het thuisspelende team neemt de Face Off - Algemeen: 3 meter afstand tegenstander (te vroeg inlopen, tegenstander wederom 3 meter naar achteren) - Als de bal over de boarding gaat, dan wordt de vrije bal genomen op de plek waar de bal buiten de boarding terecht kwam (inslag). - Elke vrije slag wordt genomen op de plek van de overtreding. Strafbal - Elke overtreding waarmee een doelpunt of goede kans op het maken van een doelpunt voorkomen wordt. - Als verdediger een doelpunt voorkomen, terwijl je met je voeten in het doelgebied staat
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
11
-
Bal wordt vanaf de face off plek (6,50 m) tussen middenlijn en doellijn genomen (zonder keeper), bal wordt één keer geraakt en mag alleen geslagen worden. (pushen mag dus NIET) Alle andere spelers staan achter de middenlijn en het spel is dood. Niet gescoord, bal in spel brengen door verdedigende partij bij eigen doel.
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Unihockey regels van de NEFUB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
12
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs VOLLEYBAL Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Teams 1 per categorie (totaal 40 DG teams) Deelnemers 4 spelers, 2 wisselspelers Speelveld 12.00-6.00 m, Hoogte net 2.05m Balmaat: 5 Tijdsduur 8-13 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Puntentelling Er wordt gespeeld volgens het rallypointsysteem (iedere gescoorde bal of fout van de tegenstander is een punt) Algemeen Opstelling: - 2 voor en 2 achter (Vierkant) > voorkeur, eenvoudiger voor spelers ivm doordraaien. - 1 voor, 1 achter, 2 zijkant (Ruit) Algemeen − Serveren vanuit het servicevak, 1 voet moet op of binnen het servicevak, d.m.v. een onderhandse service. (voetfout, punt tegenstander) > vak 3.00x2.00m − De service die de netrand raakt, maar wel in het veld van de tegenstander valt is goed. − Er mag niet gelopen worden met de bal − Wisselspelers indraaien bij de serveerder (vanaf rechtsachter) − Bij elk punt draait het team wat een punt gescoord heeft door (rechtsachter > linksachter > linksvoor > rechtsvoor > rechtsachter), zodat de volgende persoon gaat serveren. − Het spelen van de bal gebeurt bovenhands en/of onderhands (handen vast). Het dragen van de bal (onderhands met de handen uit elkaar), smashen, met 1 hand spelen en gebruik maken van de vuisten is niet toegestaan. − Er moet drie keer gespeeld worden, onderhandse of bovenhandse techniek − Iedereen mag de bal spelen (bij 1e, 2e en 3e bal). De spelers moeten wel op hun eigen positie staan, als de bal gespeeld wordt (dus niet als achter speler bij het net komen) − Het aanraken van het net is niet toegestaan, punt tegenstander (ernst van het aanraken; beoordeling scheidsrechter) − Onderstaand schema zal gehanteerd worden:
e
1 bal e
−
Groepen 5/6
Groepen 7/8
mag gevangen worden
moet doorgespeeld worden
2 bal
mag gevangen worden, maar ook gelijk worden doorgespeeld
3e bal
moet direct doorgespeeld worden over het net (niet vangen)
Bij het overspelen na een gevangen bal, dient deze eerst voor jezelf opgegooid te worden en vervolgens met een bovenhandse techniek doorgespeeld te worden.
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Volleybal regels van de NEVOBO gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
13
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs VOETBAL Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Teams 2 per categorie Jongens, 1 per categorie Meisjes (totaal 60 DG teams) Deelnemers 4 spelers (zonder keeper), 2 wisselspelers Speelveld 18.00x12.00m, ronding bij overgang lengte naar breedte (boarding) Bal maat Plofbal (no bounce bal) maat 4 Tijdsduur 8 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen Speciaal tijdens voetbalwedstrijden en tussen spelers onderling, als deze op dat moment niet spelen, wordt erg streng gekeken naar agressief gedrag. Dit wordt door de organisatie absoluut niet getolereerd. Uitsluiting van het team wordt dan ook direct genomen, waarbij er geen wedstrijden meer gespeeld worden, door het betreffende team wat gediskwalificeerd is. Scheidsrechters zullen voor de wedstrijd, dit duidelijk aan de spelers en begeleiding kenbaar maken. Outfit: -
Schoenen met kunststof of stalen noppen zijn verboden, wel toegestaan kunstgrasschoenen (rubber nopjes) Scheenbeschermers zijn toegestaan
Boarding: Er mag via de boarding gespeeld worden Het spelen van de bal: De bal mag gespeeld worden met alle delen van het lichaam, behalve de handen en de armen. Wanneer handen gebruikt worden = handsbal, krijgt de tegenstander een directe vrije trap Als de bal over de lengte boarding wordt gespeeld, wordt de bal met een intrap weer in het veld gebracht. (bal moet stil liggen) Als de bal over de breedte boarding wordt gespeeld, waarbij hij als laatste geraakt is door een verdediger, dan wordt er een corner/ hoekschop genomen. Bij elke vrije trap, corner en of intrap dient er 3 meter afstand genomen te worden door de verdedigende partij. (te vroeg inlopen, tegenstander wederom 3 meter naar achteren tegenstander) Er mag direct vanuit een vrije trap, corner en intrap worden gescoord. Er mag aan de tegenstander een lichte ‘schouderduw’ geven worden, in strijd om de bal. Niet toegestaan: Slidings Hoog geheven benen en/ of gestrekte benen. Tegenstander te duwen/ trekken/ vasthouden etc. Strafschop: Bij meerdere spelers in het veld, die op dat moment meespelen, zal direct worden afgefloten door de scheidsrechter. Er zal een strafschop worden toegekend aan de tegenpartij. Eerst eruit, dan erin!! Bij een zware overtreding binnen het doelgebied (3m straal) Bij een handsbal die binnen het doelgebied plaatsvindt. Bij een sliding binnen het doelgebied De strafschop wordt genomen vanaf de goal van de partij waaraan deze is toegekend. (2m vanaf de boarding). Alle andere spelers staan tegen de boarding en het spel is dood. Niet gescoord, bal voor de verdedigende partij vanaf hun eigen doel weer in het spel brengen. Scoren Na een doelpunt wordt direct vanuit het 3 meter gebied begonnen (niet vanuit het midden), waarbij de tegenstander buiten deze 3m lijn staat Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Voetbal Boarding regels van de KNVB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
14
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs ATLETIEK Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Deelnemers 3 per Categorie (totaal 120 deelnemers) - Deelnemers kunnen ook individueel inschrijven per onderdeel. (beste sprinter, kogelstoter, etc) - 2-3 spelers per categorie x 4 onderdelen = max. 12 verschillende deelnemers per deelgemeente/per categorie. - 12 spelers x 4 categorieën = 48 verschillende deelnemers - OF > minimaal 2-3 verschillende deelnemers die aan alle categorieën deelnemen. - Er kan alleen worden deelgenomen als de naam van de leerling op de deelnamelijst staat! Onderdelen - 60 meter sprint (met startblokken), zonder stopwatch - Verspringen (in zandbak) - Hoogspringen (met lat, aanvangshoogten 5/6 M = 90cm, 5/6 J en 7/8 M = 100cm, 7/8 J = 110cm) - Kogelstoten (gewicht 5/6 J/M = 2kg, 7/8 J/M = 3kg) Speelveld - 60 meter sprint: buiten, 4 banen van 75m (inclusief begin en uitloop) (start overdekt) - Verspringen: buiten, afgebakende ruimte met zand van 250x400 (overdekt) - Hoogspringen: binnen, twee matten op elkaar en daar omheen kleine matjes (sector aanloop 10.00m) - Kogelstoten: binnen, afgebakende sector met indoor kogels Tijdsduur Per onderdeel 40 minuten (inclusief doordraaien). Twee onderdelen worden tegelijk afgewerkt J/M Kledingvoorschrift Aangeraden wordt een atletiektenue Algemeen 60 meter sprint: 32 deelnemers, 4 deelnemers per serie, 8 series in de voorronden. Kwart Finale beste 2 uit de series (16), Halve Finale beste 2 uit de series (8), Finale beste 2 uit de series (4) *Bij gelijk eindigen, om 1, 2 en 3 te verkrijgen, wederom laten lopen (betreffende lopers) *Starten met “Houtklap” signaal, naast de lopers, geen tijd noteren, zien wie er doorgaan, knock out systeem. *Series maken van minimaal 3 deelnemers (juiste indeling noteren) e *Valse start; De 2 valse start in een serie is uitschakeling, geldt voor alle lopers!! *In andere baan eindigen dan gestart is diskwalificatie. *Vallen is uitschakeling Verspringen: 32 deelnemers, per persoon 2 pogingen. *Na de voorronden, volgt een finale met 6 springers (2 sprongen), waarbij de verste sprong in de voorronden niet meer mee telt. Bij gelijk eindigen in de finale, wordt gekeken naar de verste voorronde sprong, is dit gelijk dan naar de minst verre sprong in de finale. *Gedeelte van de voet over de afzetbalk > sprong ongeldig *Afdruk in het zand vanaf afzetbalk telt (handen) Hoogspringen: 32 deelnemers, per persoon 2 pogingen. (bij het missen van een hoogte is er dus nog één herkansing in die hoogte. Dit geldt dus per hoogte! *Er is Géén Finale. Bij gelijk eindigen, extra springen: a) 2cm lager dan de hoogste hoogte van de springers (2 pogingen), b) wederom 2 cm lager dan a (2 pogingen) c) gelijk geëindigd, twee winnaars *Lat per 5 cm omhoog *Afzet met één been (twee is ongeldig) *Als de lat valt is de poging ongeldig *Twee weigeringen = 1 poging Kogelstoten: 32 deelnemers, per persoon 2 pogingen *Na de voorronden, volgt een finale met 6 kogelstoters (2 pogingen), waarbij de verste stoot in de voorronden niet meer mee telt. Bij gelijk eindigen in de finale, wordt gekeken naar de verste voorronde stoot, is dit gelijk dan naar de minst verre stoot in de finale. *Buiten de sector stoten, stoot ongeldig *Over de voorste cirkellijn weglopen, stoot ongeldig (achterwaarts weglopen, over de middenlijn van de cirkel) *Het “werpen” van de kogel is ongeldig! (uitvoering naar beoordeling Jury/scheidsrechter) GRAAG VOORBEELD GEVEN TUSSEN STOTEN EN WERPEN! Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Atletiek regels van de KNAU gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
15
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs JUDO Categorieën 2x Groepen 5/6 Jongens/Meisjes, 7/8 Jongens/Meisjes Deelnemers Onbeperkt aantal spelers per categorie (max 280 deelnemers) Speelveld 6 velden van 6.00x6.00m valrand rondom 2m. Tijdsduur Per partij 2 minuten Beoordeling Door jury en scheidsrechters, volgens punten systeem Kledingvoorschrift Verplicht judokleding (wordt terplekke aangetrokken), blote voeten (shirt, broek, band) Aanbevolen wordt om slippers te dragen en buiten de mat neer te zetten. Algemeen − Het toernooi wordt georganiseerd via een Poulesysteem, waarbij minimaal 2 partijen worden gejudood, alvorens je uitgeschakeld bent. − Er kan alleen mee gedaan worden aan leerlingen die op een judo vereniging zitten. − De betreffende judoleraar/docent bepaalt uiteindelijk of de deelnemer, die niet op een vereniging zit, vanuit het eventuele deelgemeente toernooi, mee mag doen aan The Final. Er wordt gekeken of het verantwoordelijk is om te judoën. − Er zal een brief naar de verenigingen gaan om leden te stimuleren om aan het toernooi mee te doen. − De school bepaald uiteindelijk of de deelnemer naar The Final mag in samenspraak met de Schoolsportconsulent van de deelgemeente. − De judoër moet een judopak en een judoband hebben. − De beste judoka’s uit de deelgemeente gaan naar The Final, dit kunnen jongens of meisjes zijn uit alle groepen. − De deelnemers worden op de dag zelf gewogen. (Vier weegschalen) − Er worden ± 10 verschillende gewichtsklassen gemaakt. − Er worden medailles uitgereikt aan de winnaars per gewichtsklasse (goud, zilver, brons 2x) − Tijdens het scholentoernooi, zal er door de coaches niet worden opgetreden als verenigingscoach. De deelnemers vertegenwoordigen op deze dag de school en niet de vereniging waar zij lid van zijn. Extra − −
Er wordt uitgegaan van het judo jeugdreglement Veiligheid: In alle gevallen waarin het reglement niet voorziet, maar waarbij de scheidsrechter van mening is dat de veiligheid van één of beide deelnemers in het geding is, zal de scheidsrechter de wedstrijd onmiddellijk onderbreken en die maatregelen treffen die hij nodig acht. Hij heeft het recht hierbij bestraffend op te treden, daarbij de intentie van de handeling in acht wordt genomen.
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Judo regels van de JBN gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
16
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs TAFELTENNIS Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Deelnemers 3 per categorie (totaal 100 DG spelers) Speelveld 6.50x3.50m, Tafel: 2,74x1,52mx0,76m (24x) Balmaat Diameter 40 mm Tijdsduur Voorronden 8 minuten vanaf kwart finale 12 minuten per wedstrijd Algemeen Er wordt gespeeld met een batje van de organisatie (geen eigen batje) In het toernooi wordt er in verschillende poules gespeeld, 1 tegen 1 Nummers 1 en 2 gaan door naar volgende ronde, etc. tot er één winnaar is Nummers 3 en 4 (5) kunnen onderling spelen op de vrije tafels In de voorronden worden 2 games gespeeld (gelijk spel is dus mogelijk) Na de voorronden worden eventueel 3 games gespeeld, als beiden er één gewonnen hebben Na een game wordt er van helft gewisseld. Service e Degene die als eerste genoemd staat in de poule wedstrijd begint de 1 game met de service (er wordt dus niet om de service gespeeld). Er kan overal vandaan geserveerd worden. De bal moet opgegooid worden van achter de tafel. De bal mag overal bij de tegenstander op de tafel terechtkomen. Bij een netservice, waarbij de bal op de tafel van de tegenstander belandt, wordt de service overgespeeld. Om de 2 punten wordt er gewisseld van service e e Bij de 2 game start diegene met serveren, die in de 1 game de bal moest ontvangen. e e Bij de 3 game begint diegene met serveren, die in de 1 game begon met serveren Bij een gelijke stand van 10-10, wordt er om en om geserveerd. (twee punten verschil) Puntentelling Er wordt gespeeld tot 11 punten, met een verschil van twee punten. Als een game op 11-11 staat en het verschil blijft steeds 1 punt, dan wordt er doorgespeeld totdat er iemand 16 punten heeft gescoord. (ongeacht er geen 2 punten verschil zijn). Dus > bij een stand van 15-15 wint diegene de game of wedstrijd, die het eerstvolgende punt scoort. e Bij de 3 game, wordt er begonnen met de stand 6-6. Tot de 11 met twee punten verschil, of de regel die hiervoor wordt gehanteerd. Als de bal bij het raken van het net, over het net gaat tijdens het spel, wordt er normaal doorgespeeld.
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Tafeltennis regels van de NTTB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
17
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs TENNIS Categorieën 4x Groepen 5/6 Jongens, 5/6 Meisjes, 7/8 Jongens, 7/8 Meisjes Deelnemers 3 spelers per categorie (Totaal 96 DG spelers) Speelveld 10.00x6.00 m (8x) Balmaat Minintennisbal, stage 2 Dunlop/Wilson oranje/geel 9” Tijdsduur 8-13 minuten per wedstrijd (afhankelijk van poule indeling) Algemeen Serveren: -
De palen zijn 100 cm hoog en staan op de lijnen, het net is 6 m lang en 100 cm hoog Er wordt gespeeld met minitennisrackets van de organisatie van 57cm (geen eigen Racket) Slow/easy tennisballen worden gebruikt (9”) Als de scheidsrechter twijfelt bij een beslissing zal er een “LET” gespeeld worden. (punt wordt overgespeeld) De serveerder staat achter de achterlijn De ontvanger mag elke positie innemen. De service moet onderhands (racketblad onder de pols) en direct van het racket (dus niet stuiten), over het net geslagen worden en in het vak van de tegenstander komen. Met de service start je met minimaal één voet achter de achterlijn. Op het moment van raken van de bal bij de service mag de voorste voet de lijn aanraken of in het veld komen. Bij een netservice moet de service over, als daarna wel de bal in het speelvak van de tegenstander komt (onbeperkt). Als de bal in het net geslagen wordt is het een punt voor de tegenstander. Als de serveerder de service mis slaat, dan mag men opnieuw serveren (geen punt) Je mag pas serveren als de ontvanger klaar staat. Om de 2 punten wordt er gewisseld van service
Puntentelling - Er wordt gespeeld volgens het rally-pointsysteem (ieder gescoord punt of fout is een punt) - Telling 1-0, 2-0 etc. - De lijn is in - Je scoort een punt …. - als de serveerder twee keer misslaat bij de service - als de tegenstander de bal niet terugslaat - als de tegenstander de bal buiten jouw speelveld slaat. - als de tegenstander de bal volleert of smashed - als de tegenstander met het racket, het net of de netpalen raakt - Bij gelijkspel wordt er een winnend punt gespeeld. (wedstrijden na de voorronden) Niet toegestaan: - Stuiten op de grond bij de service (service moet direct op het racket) > punt - Volley of smash (de bal moet stuiten) > punt Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Tennis regels van de KNLTB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
18
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs DAMMEN Categorieën 1x Groepen 5/6 en 7/8 Deelnemers 4 per categorie (totaal 70 DG spelers) Speelveld 20 Tafels en 40 stoelen Tijdsduur Met klok max. 10 minuten per partij
Algemeen - Er wordt in poules gespeeld waarbij de beste twee uit elk poule doorgaan naar de volgende ronde - Daarna worden er kwart, halve en finale gespeeld. - Leg het dambord zo dat er linksonder in de hoek een donker veld ligt. - Wit begint en doet de eerste zet. - Een schijf kan zowel voor- als achteruit slaan. - Een schijf die aan de overkant van het dambord komt, wordt een dam. Let op: een schijf die tijdens het slaan de overkant van het dambord passeert maar terug moet om nog meer schijven te slaan, blijft een schijf. - Een dam wordt één of meer vakjes schuin vooruit of schuin achteruit geschoven - Een dam kan vooruit en achteruit slaan. Je hoeft de dam na de slag niet vlak achter de laatste geslagen schijf te zetten. - Slaan is verplicht. - Meerslag gaat voor. - Als je met een dam en met een schijf evenveel stukken kunt slaan, mag je kiezen. Dus: damslag gaat niet voor! - Pas na het slaan mag je de geslagen stukken van het bord pakken. - Tijdens het slaan mag je niet twee keer over hetzelfde stuk. Wel twee keer over hetzelfde lege veld. - Aanraken is zetten: als je een dam of schijf aanraakt waar je een reglementaire zet mee kunt doen, dan moet je met dat stuk een zet doen. - Als je tegenstander een zet doet die niet volgens de spelregels is, dan is het sportief omdat tegen hem te zeggen en hem te laten terugzetten. - Wie geen zet meer kan doen, heeft de partij verloren. - Als er geen winnaar is, dan is het remise (gelijkspel) Let op: het kan ook remise zijn als jij en je tegenstander niet hetzelfde aantal stukken hebben! - Bij remise in de kwart, halve, of finale wedstrijden, worden de stukken geteld. Is dit gelijk, dan wordt er geloot wie door gaat naar de volgende ronde.
Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Dam regels van de KNDB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
19
Spelregels THE FINAL 2013 basisonderwijs SCHAKEN Categorieën 1x Groepen 5/6 en 7/8 Deelnemers 4 per categorie (totaal 70 DG spelers) Speelveld 20 Tafels en 40 stoelen Tijdsduur Met klok max. 10 minuten per partij Puntentelling 1 punt = pion, 3 punten = paard en loper, 5 punten = toren, 9 punten = dame Algemeen − Er wordt in poules gespeeld waarbij de beste twee uit elk poule doorgaan naar de volgende ronde − Daarna worden er kwart, halve en finales gespeeld − Het bord wordt zo neergelegd, dat de speler met de witte stukken linksonder, het zwarte veld A1 heeft liggen. ZWART A8 B8
C8 D8 E8 F8 G8 H8
A7 B7
C7 D7 E7 F7 G7 H7
A6 B6
C6 D6 E6 F6 G6 H6
A5 B5
C5 D5 E5 F5 G5 H5
A4 B4
C4 D4 E4 F4 G4 H4
A3 B3
C3 D3 E3 F3 G3 H3
A2 B2
C2 D2 E2 F2 G2 H2
A1 B1
C1 D1 E1 F1 G1 H1
WIT WIT A2 t/m H2 A1 en H1 B1 en G1 C1 en F1 D1 E1 − − − −
ZWART A7 t/m H7 A8 en H8 B8 en G8 C8 en F8 D8 E8
Pionnen Torens Paarden Lopers Dame Koning
Wit begint en doet de eerste zet. Tips voor de opening: speel pion naar het centrum (midden van het bord), speel lopers en paarden uit hun beginopstelling (ontwikkelen), zet de koning veilig (rokeren). Aanval: een stuk kijkt naar een stuk van de tegenstander (kan slaan). Verdediging: weggaan (tegenstander kan niet meer slaan), zelf de aanvaller slaan, er tussen plaatsen (tegenstander kijkt nu naar gedekt stuk van mindere waarde), dekken (zorgen dat je kunt terugslaan).
De loop van de stukken: − Geen stuk kan verplaatst worden naar een veld waarop een stuk van dezelfde kleur staat. − PION: gaat 1 veld of (vanaf beginstand) 2 velden vooruit, slaat schuin vooruit, mag nooit achteruit, verandert aan de overkant naar keuze in dame, toren, loper of paard (promoveren), mag de pion van de tegenstander, direct nadat deze een dubbele stap heeft gedaan, slaan alsof deze een enkele stap heeft gedaan (en passant slaan). − PAARD: gaat en slaat in een “L” (twee velden recht, één opzij) in alle richtingen, kan als enig stuk over andere stukken springen.
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
20
− − − −
LOPER: gaat en slaat diagonaal (schuin), mag in één zet zoveel stappen doen als mogelijk, blijft altijd op de kleur waarop hij is begonnen. TOREN: gaat en slaat recht naar voren, achteren en opzij (nooit schuin), mag in één zet zoveel stappen doen als mogelijk. DAME: mag alles wat loper en toren mogen. KONING: mag één stap doen in alle richtingen (recht en schuin, voor- en achteruit), mag ook slaan, kan niet geslagen worden, tussen de koningen blijft minimaal één veld tussenruimte.
Andere termen: − Rokade: is een zet met de koning en de toren, koning twee velden opzij + toren eroverheen en ernaast, rokeren mag alleen als; a) de koning en de toren niet van hun plaats zijn geweest, b) de koning niet schaak staat, c) de koning niet door schaak gaat, d) de koning niet schaak komt te staan, e) als er geen stuk tussen koning en toren staat. − Schaak staan en schaak opheffen: je staat schaak als een stuk van de tegenstander jouw koning aanvalt, je moet het schaak opheffen door; a) weg te gaan, b) de aanvaller te slaan, c) er een stuk tussen te plaatsen d) je mag door een eigen zet nooit schaak komen te staan e) de koning kan niet gedekt worden. − Schaakmat: de koning staat schaak en je kunt het schaak niet opheffen, is het einde (en het doel) van het spel, als je schaakmat (of kort: mat) staat heb je verloren. − Pat: je staat niet schaak, maar kunt geen enkele zet meer spelen, het is gelijkspel (remise) en het spel is afgelopen − Als een stuk op een veld is losgelaten, dan mag het niet meer op een ander veld worden verplaatst. Ook het einde van de partij als: − De tegenstander het opgeeft. − Beide spelers dit tijdens de partij overeenkomen (remise). − Dezelfde stelling driemaal op het schaakbord tot stand komt of is gekomen (remise). − Wanneer de tijd van de betreffende wedstrijd is verstreken. − Bij remise in de kwart, halve, of finale wedstrijden, geldt het volgende: a) de punten van de stukken tellen, b) het aantal stukken tellen, c) loting Bij regels die niet vermeld staan, beslist de wedstrijdleiding De officiële Schaak regels van de KNSB gelden naast deze aangegeven regels
Reglementen en Regels THE FINAL Basisonderwijs 2013 V5
21