SPECIAL OPEN TROPHY 2012 SPORTREGLEMENT PAGINA INDEX 1. DEFINITIES - OMSCHRIJVING 2A DEELNEMINGSMODALITEITEN 2B PRIJZENGELD 3. LICENTIES 4. MEETINGS 5. INDELINGEN EN KLASSEMENTEN 6. TITELS 7. TOEKENNING DER PUNTEN 8. RANGSCHIKKING 9. ORGANISATIE 10. VERZEKERING 11. ALGEMENE VOORWAARDEN 12. GELUID 13. BESTRAFFINGEN 14. INCIDENTEN 15. SPORTIEVE GESCHILLEN 16. PILOTEN, PILOTENWISSELS 17. VERPLICHTE PUBLICITEIT 18. WEDSTRIJDNUMMERS 19. UITREIKING DER DOCUMENTEN DOOR DE PROMOTOR – DOCUMENTENCONTROLE 20. TECHNISCHE CONTROLE 21. LICENTIECONTROLE - ADMINISTRATIEVE CONTROLE 22. SIGNALISATIE 23. ALGEMENE VEILIGHEID 24. GEDRAG IN PITLANE 25. SERVICE IN PITLANE 26. TANKEN 27. BRIEFING 28. TRAININGEN 29. STARTOPSTELLING 30. STARTPROCEDURE 30. SAFETY CAR 31. WEDSTRIJD 32. CODE 60 33. SCHORSEN VAN DE WEDSTRIJD 34. HERVATTEN VAN DE WEDSTRIJD 35. AANKOMST 36. GESLOTEN WAGENPARK 37. RANGSCHIKKING VAN DE WEDSTRIJD 38. KLACHTEN EN BEROEP 39. GOEDKEURING
2 2-3 4 4 4 4-5 5 5-7 7 7 7-8 8 8 8-9 9 10 10 10-11 11 11 11-12 12 12 12-14 14 14-15 15 15 16 16 16-18 18-19 19 19 19-20 20 20-21 21 21 21 21
Bijlage 1: Vlaggen en hun betekenis Bijlage 2: Deelnameformulier Bijlage 3: Standaardbestraffingen 2012 Bijlage 4: Paddock Formulier
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 1
ART. 1: DEFINITIES - OMSCHRIJVING 1.1.1
Belgian Race Invest vzw, hierna ook de promotor genoemd, organiseert de Special Open Trophy 2012 (ook wel SOT 2012 genoemd), die de titels geeft van : • Benelux Special Open Trophy Endurance 2012 • Benelux Special Open Trophy Sprint 2012 • Benelux Special Open Trophy Super 7 2012. Deze namen zijn eigendom van de promotor.
1.1.2
De voorlopige kalender (onder voorbehoud van wijzigingen): Testweekend 1ste meeting 2de meeting 3de meeting 4de meeting 5de meeting 6de meeting
1.1.3
Trophée des Fagnes UK Race Weekend Zolder Super Prix Fun Races Nat. Oldtimer Fest. Finale Races
Adres Email : GSM : Fax : Bankgegevens :
BTW nummer :
Mettet (B) Spa Francorchamps(B) Snetterton 300(UK) Zolder (B) Mettet (B) Zandvoort (NL) TT Circuit Assen (NL)
10 -11/03/2012 31/3-01/04/2012 19 - 20/05/2012 07 - 08/07/2012 08 - 09/09/2012 29 - 30/09/2012 26-27-28/10/2012
Belgian Race Invest : F. Lousbergskaai 105 bus 1, 9000 Gent – België.
[email protected] +32 (0)479 85 28 22 (HEYMAN Dries) +32 (0)9 265 85 70 BNP Paribas Fortis: 001-6364311-23 IBAN: BE92 0016 3643 1123 BIC: GEBABEBB BE 0861.773.932
1.2
Dit Sportreglement werd op ……………gepubliceerd en treedt met onmiddellijke ingang in werking.
1.3
De promotor behoudt zich het recht voor om één of meerdere wijzigingen aan dit reglement aan te brengen. Mits toestemming van RACB Sport. Alle betrokken partijen worden hiervan op de hoogte gebracht door middel van een nota op het officiële uithangbord.
1.4
De promotor behoudt zich ten alle tijden het recht om teams te weigeren in de Special Open Trophy 2012.
1.5
Bij discussie over de interpretatie van dit Sportreglement geldt enkel de Nederlandse tekst.
ART. 2A: DEELNEMINGSMODALITEITEN 2A.1
Gebruiksrecht van de infrastructuur
2A.1.1 Dit kampioenschap is voorbehouden aan wagens die geldig zijn ingeschreven door een deelnemer en die conform zijn aan het Technisch Reglement van de Special Open Trophy 2012. Het aantal toegelaten wagens tot de trainingen en de wedstrijd wordt bepaald door bijlage O van het FIA-reglement en/of het bijzondere reglement. 2A.1.2 Om te kunnen deelnemen aan alle meetings (Endurance + Sprint) van de Special Open Trophy 2012 dient per wagen een startnummer te worden aangekocht ten bedrage van : * € 10.534,00 + btw, dat voor 15 januari 2012 bij BNP Paribas Fortis dient te worden gestort op rekeningnummer Belgian Race Invest vzw. * Voor inschrijvingen, ontvangen na 15 januari 2012 zal een toeslag van 15% aangerekend worden waardoor het startnummer € 12.114,00 + btw zal kosten. 2A.1.3 Om te kunnen deelnemen aan alle meetings (enkel Endurance) van de Special Open Trophy 2012 dient per wagen een startnummer te worden aangekocht ten bedrage van : * € 7.435,00 + btw, dat voor 15 januari 2012 bij BNP Paribas Fortis dient te worden gestort op rekeningnummer Belgian Race Invest vzw. * Voor inschrijvingen, ontvangen na 15 januari 2012 zal een toeslag van 15% aangerekend worden waardoor het startnummer € 8.550,00 + btw zal kosten.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 2
2A.1.4 Om te kunnen deelnemen aan alle meetings (enkel Sprint / Super 7) van de Special Open Trophy 2012 dient per wagen een startnummer te worden aangekocht ten bedrage van : * € 3.098,00 + btw, dat voor 15 januari 2012 bij BNP Paribas Fortis dient te worden gestort op rekeningnummer Belgian Race Invest vzw. * Voor inschrijvingen, ontvangen na 15 januari 2012 zal een toeslag van 15% aangerekend worden waardoor het startnummer € 3.562,00 + btw zal kosten. 2A.1.5 In het gebruiksrecht zijn twee catering pasjes team/driver/guest hospitality SOT voor zaterdag en zondag inbegrepen. 2A.1.6 De mogelijkheid om per meeting in te schrijven bestaat voor zover er geen 35 vaste inschrijvingen gerealiseerd worden en het betreffende circuit dit toelaat. Het is toegestaan zich op de meeting zelf in te schrijven. De wagen dient eveneens aan het Technisch Reglement van de Special Open Trophy te voldoen. Gebruiksrecht per startnummer per meeting (Endurance + Sprint): € 1.995 excl. BTW. Gebruiksrecht per startnummer per meeting (enkel Endurance):
€ 1.425 excl. BTW
Gebruiksrecht per startnummer per meeting (enkel Sprint):
€ 600 excl. BTW
Gebruiksrecht per startnummer per meeting (enkel Super 7):
€ 600 excl. BTW
2A.1.7 Elk team is verplicht het deelnameformulier (Bijlage 2) volledig ingevuld, ten laatste 3 weken voor aanvang van betreffende meeting, aan Belgian Race Invest vzw te bezorgen 2A.1.8 Deze gebruiksrechten blijven eigendom van de promotor, zelfs indien het toegekende startnummer niet deelneemt aan de meeting. Geen enkele terugbetaling wordt gedaan, noch totaal, noch gedeeltelijk aan een startnummer dat wordt uitgesloten door de wedstrijdleiding en/of het College der Sportcommissarissen. Het gebruiksrecht wordt enkel volledig terugbetaald bij het afgelasten van het kampioenschap of een weigering van de deelname door de promotor. Bij eventuele terugbetaling zal € 50 ingehouden worden voor registratiekosten. 2A.2
Huishoudelijk reglement Deelnemers, piloten en hun aangestelde verbinden er zich toe te allen tijde de regels van de geldende reglementen te respecteren.
2A.3
Praktische regeling
2A.3.1 Alle bijkomende informatie die over de Special Open Trophy wordt verstuurd, gaat naar het e-mailadres zoals vermeld op het deelnameformulier. 2A.3.2 Eventuele rekeningen ten opzichte van de promotor dienen voor de uitreiking der documenten door alle teams te worden vereffend, op straffe van uitsluiting uit de meeting. 2A.3.3 Schade aan de omloop of aan de installaties waarbij de promotor betrokken is en aan de roerende en/of onroerende goederen van, of beheerd door de eigenaar van een circuit, dient onmiddellijk aan het wedstrijdsecretariaat van de promotor gemeld te worden. De schade wordt gefactureerd aan wie de schade berokkend heeft. 2A.3.4 Wagens die zich per meeting inschrijven moeten ten laatste voor het einde van de documenten controle hun wagenbezetting per e-mail doorgeven aan de promotor. Voor wagens die worden ingezet voor een gans seizoen moet enkel een wijziging in de bezetting van de wagen per e-mail worden doorgegeven aan de promotor, dit ook ten laatste voor het einde van de documenten controle. 2A.3.5 Indien een ingeschreven team niet deelneemt aan een meeting moet het team de promotor hiervan op de hoogte stellen en dit ten minste 1 week voor de meeting waarop de annulatie betrekking heeft. 2A.3.6 Alle officiële communicatie gebeurt enkel via het emailadres van de promotor:
[email protected]
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 3
ART. 2B : PRIJZENGELD 2B.1
Belgian Race Invest vzw voorziet (voor het seizoen 2012) een prijzenpot, voor de vast ingeschrevenen, in cash van € 15.000 voor de Endurance Race en € 10.000 voor de Sprint Races indien de 35 vaste inschrijvingen en betalingen bereikt worden voor aanvang van het seizoen 2012. Voor de Super 7 Race is een prijzenpot voorzien van € 10.000 (per seizoen) na het bereiken van 20 vast ingeschreven deelnemers welke ingeschreven en betaald hebben voor aanvang van het seizoen 2012.
2B.2
Bij elke vaste inschrijving boven de 35 vaste deelnemers voor aanvang van het seizoen 2012 zal Belgian Race Invest vzw € 5.000 toevoegen aan de prijzenpot, zijnde € 3.000 voor de Endurance Race en € 2.000 voor de Sprint Races. Voor de Super 7 Races zal € 1.000 toegevoegd worden aan de prijzenpot bij elke vaste inschrijving boven de 20 vast ingeschreven deelnemers.
2B.3
Voor de Endurance Race en de Sprint Races zal de prijzenpot verdeeld worden per meeting (aan de vast ingeschrevenen) op basis van positie 1 tot en met 5 algemeen (er wordt geen rekening gehouden met wagens die inschrijven per meeting). Voor de Super 7 Races zal de prijzenpot verdeeld worden per meeting (aan de vast ingeschrevenen) op basis van positie 1 tot en met 5 per klasse (er wordt geen rekening gehouden met wagens die inschrijven per meeting). Voor de Sprint Races en de Super 7 Races wordt het totaal van de 3 uitslagen van eenzelfde meeting in rekening gebracht.
2B.4 Verdeling van de prijzenpot • 1ste plaats algemeen: • 2de plaats algemeen : • 3de plaats algemeen : • 4de plaats algemeen: • 5de plaats algemeen :
40% van de prijzenpot 25% van de prijzenpot 20% van de prijzenpot 10% van de prijzenpot 5% van de prijzenpot.
2B.5 Bij 45 vaste deelnemers zal de prijzenpot voor de Endurance Races € 45.000 bedragen of € 7.500 per meeting. Bij 45 vaste deelnemers zal de prijzenpot voor de Sprint Races € 30.000 bedragen of € 5.000 per meeting. Bij 45 vaste deelnemers zal de prijzenpot voor de Super 7 € 35.000 bedragen of € 5.833 per meeting. ART. 3: LICENTIES 3.1
3.2
De Special Open Trophy staat open voor : • Houders van een internationale FIA A, B of C vergunning; • Houders van een Belgische vergunning C-Circuit • Houders van een Belgische vergunning C-Circuit stage (max 2 Liter – gecorrigeerde cylinderhoud). De Special Open Trophy staat verder open voor: Europese vergunninghouders van eenzelfde niveau als de Belgische vergunning, zonder toelating van hun ASN; Andere buitenlandse vergunninghouders van eenzelfde niveau als de Belgische vergunning, met toelating van hun ASN en in akkoord met RACB Sport.
ART. 4: MEETINGS 4.1
Het aantal meetings voor de Special Open Trophy 2012 bedraagt 6. De definitieve lijst der meetings wordt uiterlijk op 10 maart 2012 gepubliceerd.
ART. 5: INDELINGEN EN KLASSEMENTEN 5.1
Merk- en Klassenindeling Voor de Endurance Race worden de wagens per merk ingedeeld (bijv. Norma, Racical, Westfield, Lotus…..). Voor de Sprint Races worden de wagens eveneens per merk ingedeeld.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 4
Hierbij komt dat de wagens van het type Super 7, het merk Super 7 vormen. (Dus alle Westfields, Lotus Super 7, Tiger, Avenger, Caterham, Dax etc.) vormen samen het merk Super 7. Daarenboven worden de wagens van het merk Super 7 onderverdeeld in volgende 5 klassen : o o o o o
Klasse 1 : Academy (Westfield AeroRace 170 – Toyo Tires) Klasse 2 : City Challenge (Westfield AeroRace 170 – Toyo Tires) Klasse 3 : Pro Constructo (toegelaten wagens :zie bijlage 6 Technisch Reglement SOT 2012) Klasse 4 : Westfield Cup (Westfield Cup Racer – Toyo Tires) Klasse 5 : Caterham Challenge (Caterham – Avon Tires)
De technische specificaties waaraan de wagens van de Benelux Special Open Trophy Super 7 2012 dienen te voldoen zijn beschreven in artikel 1.2.3 van het Technisch Reglement SOT 2012 5.2
Klassementen Voor de Endurance Race zal er een algemeen klassement en een klassement per merk opgemaakt worden. Voor de Sprint Races wordt er een algemeen klassement opgemaakt, een klassement per merk en een klassement per klasse.
ART. 6: TITELS 6.1 Per meeting zal er één Endurance Race verreden worden. Elke Endurance Race geeft recht op punten, toegekend aan het wagennummer, zoals beschreven in Art.7.1. Op het einde van het seizoen worden alle punten van alle Endurance Races samengeteld en geven de titel en rangschikking van de “Benelux Special Open Trophy Endurance 2012”. 6.2
Per meeting zullen er drie Sprint Races verreden worden. Elke Sprint Race geeft recht op punten, toegekend aan het wagen nummer, zoals beschreven in Art.7.2. Op het einde van het seizoen worden alle punten van alle Sprint Races samengeteld en geven de titel en rangschikking van de “ Benelux Special Open Trophy Sprint 2012” en de “Benelux Special Open Trophy Super 7 2012”. Voor deze titels tellen enkel de punten behaald in het algemeen klassement. De punten van het algemeen klassement en per merk of klasse zijn niet cumuleerbaar. Punten behaald in de “ Benelux Special Open Trophy Sprint 2012” en de “Benelux Special Open Trophy Super 7 2012” zijn niet cumuleerbaar.
6.3
Bij gelijke punten tellen eerst de meeste eindoverwinningen van het wagennummer, dan de meeste tweede plaatsen, dan de meeste derde plaatsen tot er een winnaar is. Indien deze procedure niet volstaat, duidt de promotor de winnaar aan.
ART. 7: TOEKENNING DER PUNTEN 7.1
Puntentoekenning per wedstrijd Endurance Race (1 wedstrijd per meeting) Per wedstrijd wordt er een klassement per merk en algemeen opgemaakt.
7.1.1 Rangschikking Benelux Special Open Trophy Endurance 2012 De laatst geklasseerde algemeen krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger algemeen eindigt krijgt telkens 2 punten meer. De wagens die als 3de, 2de en 1ste algemeen geklasseerd worden, krijgen hierboven respectievelijk nog 1, 2 en 3 bonuspunten. Ook de wagen die tijdens de wedstrijd, algemeen en in zijn merk de snelste rondetijd neerzet, krijgt één bonuspunt. Om een bonuspunt per merk te verdienen dienen minstens 5 wagens van dat merk de start van de tijdtrainingen Endurance (Qualifying Endurance) te nemen. Daarenboven wordt er een klassement per merk opgemaakt. De laatst geklasseerde algemeen (in het merk) krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger algemeen (in het merk) eindigt krijgt telkens 2 punten meer.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 5
Voorbeeld: 1ste 2de 3de 4de 5de 6de 7de 8ste 9de 10de 11de en laatste
7.2
25 + 3 23 + 2 21 + 1 19 17 15 +1 ( snelste ronde ) 13 11 9 7 5
Puntentoekenning per wedstrijd Sprint Race (3 wedstrijden per meeting) Per wedstrijd wordt er een klassement per merk, per klasse en algemeen opgemaakt.
7.2.1 Rangschikking Benelux Special Open Trophy Sprint 2012 De laatst geklasseerde algemeen krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger algemeen eindigt krijgt telkens 2 punten meer. De wagens die als 3de, 2de en 1ste algemeen geklasseerd worden, krijgen hierboven respectievelijk nog 1, 2 en 3 bonuspunten. Ook de wagen die tijdens de wedstrijd, algemeen en in zijn merk de snelste rondetijd neerzet, krijgt één bonuspunt. Om een bonuspunt per merk te verdienen dienen minstens 5 wagens van dat merk de start van de tijdtrainingen Sprint (Qualifying Sprint) te nemen. Daarenboven wordt er een klassement per merk opgemaakt. De laatst geklasseerde algemeen (in het merk) krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger algemeen (in het merk) eindigt krijgt telkens 2 punten meer. Voorbeeld: 1ste 2de 3de 4de 5de 6de 7de 8ste 9de 10de 11de en laatste
7.2.2
25 + 3 23 + 2 21 + 1 19 17 15 +1 ( snelste ronde ) 13 11 9 7 5
Rangschikking Benelux Special Open Trophy Super 7 2012 De laatst geklasseerde algemeen (van het merk Super 7) krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger eindigt (in het merk Super 7) krijgt telkens 2 punten meer. De wagens die als 3de, 2de en 1ste in het merk Super 7 geklasseerd worden, krijgen hierboven respectievelijk nog 1, 2 en 3 bonuspunten. Ook de wagen die tijdens de wedstrijd (in het merk Super 7), algemeen en in zijn klasse de snelste rondetijd neerzet, krijgt één bonuspunt. Om een bonuspunt per klasse te verdienen dienen minstens 5 wagens van die klasse de start van de tijdtrainingen Sprint (Qualifying Sprint) te nemen. Daarenboven zal er klassement per klasse opgemaakt worden. De laatst geklasseerde per klasse krijgt 5 punten. Iedere wagen die een plaats hoger eindigt in die klasse krijgt telkens 2 punten meer.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 6
Voorbeeld: 1ste 2de 3de 4de 5de 6de 7de 8ste 9de 10de 11de en laatste
25 + 3 23 + 2 21 + 1 19 17 15 +1 ( snelste ronde ) 13 11 9 7 5
7.3
Modaliteiten
7.3.1
Bij uitsluiting uit een meeting van één of meerdere wagens of bij schrappen der punten van één of meerdere wagens, worden deze punten toegekend aan de volgende wagens in de rangschikking.
7.3.2
Om geklasseerd te worden dient elke wagen minimaal 50% (afgerond naar het dichtste volledige cijfer) afgelegd te hebben van de afstand welke door de winnaar binnen zijn merk is afgelegd.
7.3.3
Het is verboden een wagen te duwen, te trekken of te laten duwen of te laten trekken met het doel de finishlijn te overschrijden of de pitlane te bereiken op straffe van uitsluiting van de wedstrijd.
7.3.4
Gelijktijdig met het afvlaggen van de winnaar wordt het licht op het einde van de pitlane op rood gezet. Vanaf dan is het verboden om de pitlane nog te verlaten.
ART. 8: RANGSCHIKKINGEN 8.1
Alle klassementen en uitslagen van trainingen en wedstrijd, evenals alle beslissingen van de officials worden op het officiële uithangbord uitgehangen.
. ART. 9: ORGANISATIE 9.1
9.2
Wedstrijdleiding Race Director:
Danny Dubois
: Lic. Nr. 1249
Promotor:
Dries Heyman
: Lic. Nr. 2779
Organisatie der meetings Free practice (Endurance en Sprint samen) : 60 minuten (vrijdag of zaterdag) ENDURANCE: - Kwalificatie training (Qualifying Endurance) : 20 minuten (vrijdag of zaterdag) - de wedstrijd duurt max. 160’ minuten, tenzij anders bepaald door een Bijzonder Reglement (zie timing). (zaterdag). SPRINT : Kwalificatie training (Qualifying Sprint) : 40 minuten zaterdag of zondag) - de 3 wedstrijden duren elk max. 20’ minuten, tenzij anders bepaald door een Bijzonder Reglement (zie timing). (zondag).
9.3
De promotor kan in functie van de vereisten van de timing, bepaalde uitzonderingen toestaan. De definitieve timing van een meeting wordt door de RACB SPORT bevestigd.
Art. 10: VERZEKERINGEN 10.1
De promotor neemt de nodige schikkingen zoals voorgeschreven in de geldende Sportcode van de RACB Sport. Deze verzekeringspolis kan door elke piloot ingekeken worden op het wedstrijdsecretariaat.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 7
De organisator van een meeting moet erop toezien dat alle deelnemers, hun personeel en diens piloten gedekt zijn door een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden. De piloten die deelnemen aan de meeting nemen afstand van verhaal ten opzichte van elkaar. ART. 11: ALGEMENE VOORWAARDEN Ter info: - Een controle van de vergunningen wordt georganiseerd tijdens de administratieve controle van de eerste meeting waaraan een piloot en een deelnemer deelneemt. Alle piloten en deelnemers, die hieraan voldoen, dienen zich aan te bieden. Vervolgens worden ze hiervan vrijgesteld, behalve mits uitdrukkelijke vraag van RACB Sport of de Promotor. 11.1
Te vervullen formaliteiten De piloot staat er voor in dat steeds aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan. De taak van de piloot omvat onder andere volgende elementen: Het volledig invullen van het algemene deelnameformulier (Bijlage 2 van dit Sportreglement) van zijn/haar wagen en de piloten voor de sluitingsdatum van de eerste meeting; dit dient volledig ingevuld terug gestuurd te worden naar het secretariaat van Belgian Race Invest vzw. Enkel als er zich voor een bepaalde meeting wijzigingen voordoen in de gegevens op het algemeen deelnameformulier, (Bijlage 2 van dit reglement) dient het deelnameformulier van de betreffende meeting volledig ingevuld te worden en voor de sluitingsdatum van die meeting in het bezit te zijn van Belgian Race Invest vzw. Onvolledig ingevulde deelnameformulieren worden niet aanvaard. Deelnameformulieren die te laat toekomen op het secretariaat van Belgian Race Invest vzw zullen worden geweigerd. Er voor zorg dragen dat zijn/haar wagen en/of piloten tijdens een meeting aan de geldende reglementering voldoen. Het in ontvangst nemen van de verplichte publiciteit. Het aankopen van een vaste transponder en het strikt opvolgen van de instructies over plaatsing en behandeling van de transponder voor de tijdwaarneming. Vast ingeschreven en niet vast ingeschreven wagens die niet beschikken over een vaste transponder dienen, ter plaatse, een transponder te huren en de eventuele borg te betalen (volgens tarief van de plaatselijke tijdwaarneming). De promotor kan geen garanties geven dat de plaatselijke tijdwaarneming transponders ter beschikking stelt of verhuurt. Teams die reeds beschikken over een transponder type AMB kunnen deze uiteraard gebruiken maar moeten de transponder nummer meedelen tijdens de documenten controle. Het in ontvangst nemen en voor ontvangst tekenen van instructies of mededelingen van de officials. Gedurende de hele meeting te allen tijde opvorderbaar zijn voor Race Director, het College der Sportcommissarissen en de Technische Commissie.
ART. 12: GELUID
12.1
Het uitlaatsysteem is vrij, op voorwaarde dat het van zacht of roestvrij staal is gemaakt met een minimale dikte van 1 mm. Variabele uitlaatsystemen zijn verboden, met uitzondering van een wastegate voor turbomotoren. Het geluid dat door de wagen wordt geproduceerd, mag niet hoger zijn dan 107 dB(A) bij 3800 toeren/minuut, met een tolerantie van 3 dB(A). Het geluid zal worden gemeten in overeenstemming met de geluidmetingsprocedure van de FIA, waarbij gebruik wordt gemaakt van een geluidsmeter afgesteld op “A” en “Traag”, geplaatst onder een hoek van 45 graden in verhouding tot de uitgang van de uitlaatpijp en op een afstand van 50 cm van deze. Een tapijt van minstens 1.50 x 1.50 zal in de bewuste zone op de grond worden gelegd. Alle voertuigen dienen ten alle tijden te voldoen aan de geldende geluidsnormen van het circuit waarop de Special Open Trophy 2012 gereden wordt.
ART. 13: BESTRAFFINGEN
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 8
13.1
Voor inhalen onder gele vlag, inbreuken op de CODE 60, evenals voor het sneller rijden in de pitlane – de pitlane is het gedeelte tussen de panelen “Entry Pitlane” en “Exit Pitlane”; de pitlane wordt opgedeeld in drie delen: het deel tegen de muur is de signalisatiezone, het deel tegen de boxenmuur is de binnenste zone en is de enige zone waar aan de auto mag gewerkt worden en het tussenliggende deel is de rijzone – dan de maximum toegelaten snelheid van 60 km/h en/of het negeren van het rode licht einde pitlane en/of het inhalen tijdens de formatieronde en/of het overschrijden van de gele of witte lijn op de piste na het einde van de acceleratiepiste – de acceleratiepiste is het gedeelte tussen het paneel of pictogram “Exit pitlane” en de piste – zijn volgende bestraffingen van toepassing: 1ste inbreuk: “Drive Trough” 2de zelfde inbreuk: “Stop and Go penalty” van 1 minuut in de “Stop and Go area”. 3de zelfde inbreuk: “Stop and Go penalty” van 3 minuten in de “Stop and Go area”. Gedurende de stilstand van de wagen in de “Stop and Go area” mag behalve de officials van de wedstrijd niemand de wagen aanraken, tenzij in geval van Art. 23.5.4.
13.2
Bovenvermelde overtredingen begaan tijdens de trainingen worden als volgt bestraft 1ste inbreuk: starten vanuit allerlaatste positie op de grid 2de inbreuk: mogelijke uitsluiting van de wagen uit de wedstrijd
13.3
Bovenvermelde overtredingen begaan tijdens de laatste 10 minuten van de wedstrijd worden bestraft met aftrek van twee wedstrijdronden.
13.4
Wanneer een wagen een "Stop and Go penalty" krijgt, wordt het bord "Stop and Go" samen met het wedstrijdnummer getoond. In geval van “Drive Trough”, wordt het bord “Drive Trough” getoond in combinatie van het wedstrijdnummer.
13.5
Het binnenkomen in de deceleratiepiste – de deceleratiepiste is het gedeelte tussen de piste en de pitlane - moet binnen de twee ronden gebeuren: Na het krijgen van een zwarte vlag met wedstrijdnummer. Of na het krijgen van een zwarte vlag met oranje bol vergezeld van het wedstrijdnummer. Of na het krijgen van het bord "Stop and Go" of “Drive Trough” en het wedstrijdnummer.
13.6
Bij het negeren van het bord "Stop and Go" of “Drive Trough”, de zwarte vlag of de zwarte vlag met oranje bol worden verdere sportieve sancties getroffen.
ART. 14: INCIDENTEN 14.1
Met incident wordt bedoeld elke gebeurtenis of reeks van gebeurtenissen waarbij een of meer piloten zijn betrokken, of een handeling van een piloot waarover door de Race Director gerapporteerd werd aan het College der Sportcommissarissen, die: Het schorsen van de wedstrijd onder Art. 33.1 ten gevolge heeft. Een inbreuk op dit Sportreglement of andere reglementen betekenen. Een valse start van een of meerdere wagens veroorzaakt. Een vermijdbaar ongeval veroorzaakt. Een piloot van de baan heeft gedrongen. Onrechtmatig verhinderd heeft een rechtmatige inhaalmanoeuvre van een piloot te laten uitvoeren. Onrechtmatig een andere piloot tijdens het inhalen heeft gehinderd. Het gevolg is van onsportief rijgedrag.
14.2
Het College der Sportcommissarissen oordeelt na een rapport of een verzoek van de Race Director of een of meerdere piloten die betrokken zijn bij een incident gestraft worden. Indien een piloot bij een ongeval of een incident is betrokken, mag hij de omloop niet verlaten zonder toestemming van het College der Sportcommissarissen.
14.3
Het College der Sportcommissarissen kan een bestraffing opleggen aan elke piloot die bij een incident betrokken is. Het College der Sportcommissarissen kan naast de aangehaalde bestraffingen, nog andere bestraffingen of boeten opleggen, zoals deze zijn beschreven in de algemene reglementen van de RACB SPORT.
14.4
In het kader van het kampioenschap wordt de heer Danny Dubois aangesteld in de hoedanigheid van permanent Race Director. Hij zal voornamelijk toezien op het goede verloop van de meeting, het
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 9
toezicht op de deelnemers, piloten en hun aangestelden, het aannemen van klachten en het inzamelen van processen verbaal met tot doel het opstellen van het klassement. ART. 15: SPORTIEVE GESCHILLEN 15.1
Piloten en hun aangestelde, promotor en officials mogen zich ter beslechting van een geschil op sportief vlak of van een geschil dat zijn oorzaak vindt in een sportkwestie, enkel en bij voorrang wenden tot de sportrechtbank, ingesteld door de RACB SPORT.
15.2
In de eerste plaats moeten zij de naleving van de reglementen evenals een onberispelijk gedrag betrachten en zich steeds gedragen volgens de geldende normen zoals beschreven in de geldende Sportcode van RACB Sport en FIA.
15.3
Door hun deelname ontslaat een deelnemers en/of piloot en/of aangestelde de sportmacht, de promotor, de Race Director en hun vertegenwoordigers, aangestelde en ieder van hen in het bijzonder van elke aansprakelijkheid voor de vorderingen, kosten, uitgaven, terugvorderingen en klachten die betrekking hebben op dodelijke en andere verwondingen, menselijke schade en zakenschade, wat ook de oorzaak mag zijn, hetzij voortkomend of het gevolg zijnde van zijn deelname aan de meeting hetzij of deze al dan niet het onmiddellijke of indirecte gevolg zijn van een nalatigheid of een fout van gezegde Race Director, promotor, zijn vertegenwoordigers of hun aangestelde, of van de sportmacht.
ART. 16: PILOTEN, PILOTENWISSEL 16.1
Gedurende een meeting mag een wagen door maximaal 5 piloten bestuurd worden.
16.2
Er worden geen verplichte pitstops opgelegd
16.3
De samenstelling van het team dat deelneemt aan de meeting moet uiterlijk voor het einde van de documenten controle aan de promotor worden meegedeeld. Tenzij in geval van overmacht, wat afzonderlijk wordt bekeken, mag geen pilotenwissel meer gebeuren.
16.4
Een piloot moet de wagen alleen en zonder hulp besturen.
ART. 17: VERPLICHTE PUBLICITEIT 17.1
De promotor maakt uiterlijk veertien dagen voor de testdag aan de piloten de verplichte publiciteit bekend en stelt die uiterlijk tijdens de testdag ter beschikking.
17.2
Deze publiciteit moet aangebracht worden vooraleer de wagen wordt aangeboden aan de technische controle. Zij dient aanwezig te zijn gedurende de hele meeting.
17.3
Voorbehouden ruimte voor de promotor Volgende ruimten op een wagen zijn hiervoor voorbehouden:
De bovenste rand van de voorruit (indien aanwezig) voor het aanbrengen van een zonneband van de sponsor. Indien geen voorruit beschikbaar zal de promotor een plaats aanwijzen. Een strook op linker- en rechterzijde van de zonneband. Een strook met een breedte van 50 cm en een hoogte van 10 cm voor- en achteraan op de plaats waar de nummerplaat wordt bevestigd. Een strook met een breedte van 50 cm en een hoogte van 10 cm boven en onder de wedstrijdnummers. Een strook met een maximale breedte van 30 cm en een maximale hoogte van 10 cm op elke achterste zijruit; indien een wagen geen achterste zijruiten heeft, dient de verplichte publiciteit aangebracht boven het achterspatbord Vier stroken met een breedte van 40cm en een hoogte van 7cm op de 4 bumperhoeken van de wagen. 2 stroken met een breedte van 23cm en een hoogte van 6cm, op een willekeurige maar zichtbare plaats op de wagen.
Volgende ruimte op de raceoverall van de piloot zijn hiervoor voorbehouden: Een strook op met een breedte van 15cm en een hoogte van 3,5cm op de voorzijden en op borsthoogte van de raceoverall.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 10
17.4
Bij afwezigheid (geheel of gedeeltelijk) van deze verplichte publiciteit op de daartoe voorziene plaats op de wagen, zijn volgende bestraffingen voorzien: Tijdens trainingen : tijdens de wedstrijd zal de wagen vanaf de laatste plaats starten. Tijdens de wedstrijd zelf kan de wagen onherroepelijk uit wedstrijd worden genomen.
17.5
On board camera Indien de promotor on-board-camera's installeert voor de captatie van de meeting, dient er in het zicht van de camera op het dashboard ruimte te worden voorzien voor het officiële embleem van het kampioenschap, aangebracht door de promotor.
ART. 18: WEDSTRIJDNUMMERS 18.1
De promotor van de Special Open Trophy kent de wedstrijdnummers toe bij de bekendmaking van de officiële deelnemerslijst.
18.2
Plaatsing
18.2.1 Elke deelnemer dient een ruimte te voorzien op de beide voordeuren en op het dak. Wagens zonder vast dak dienen een nummerbord aan te brengen bovenaan op de voorzijde van de wagen, centraal en naar voren gericht. 18.2.2 Nummers en achtergronden, evenals de verplichte publiciteit worden door de promotor ter beschikking gesteld. Deze zijn verkrijgbaar bij de promotor van de Special Open Trophy. Deze dienen voor de technische controle en voor de volledige duur van de meeting in zijn geheel te worden aangebracht: Op de voorste deuren van de wagen, loodrecht op de as van de weg. Op het dak, centraal naar voor gericht. Indien geen dak aanwezig is dient deze nummer vooraan op de motorkap aangebracht te worden. Voor avondraces wordt aanbevolen om lichtgevende achtergronden te gebruiken. ART. 19: UITREIKING DER DOCUMENTEN DOOR DE PROMOTOR - DOCUMENTENCONTROLE 19.1
Elke piloot die nog niet de afstand van verhaal heeft getekend, moet zich uiterlijk voor het einde van de documentencontrole persoonlijk naar deze controle begeven. Deze documentencontrole wordt gehouden in de VIP-hospitality van de SOT.
19.2
Worden gecontroleerd: Ondertekening afstand van verhaal, individueel per piloot, indien nog niet eerder gebeurd. Het volledige deelnameformulier. Licentiecontrole van de piloot en de deelnemer (eenmaal per jaar – zie art. 21.1 van dit Sportreglement). Controle van de betaling van het gebruiksrecht
19.3
Pas indien de documentencontrole volledig is voltooid, worden volgende items overhandigd: Toegangskaarten en doorlaatbewijzen voor auto's en personeel. Enkel indien Art. 19.2 volledig wordt gerespecteerd, kunnen toegangskaarten doorgangsbewijzen voor auto’s en personeel worden opgestuurd of vroeger afgegeven. Verplichte publiciteit en wedstrijdnummers.
en
ART. 20: TECHNISCHE CONTROLE 20.1
Geen enkele wagen mag aan een meeting deelnemen zonder door de Technische Commissie vrijgegeven te zijn.
20.2
Plaats en tijdstip van de technische keuring worden meegedeeld via de timing.
20.3
De Technische Commissie controleert elke meeting o.a.: Of de wagen voldoet aan de geldende veiligheidsnormen. De brandwerende uitrusting van elke piloot: balaclava, lang ondergoed, sokken, racepak, handschoenen, helm en Hans-systeem.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 11
20.3.1 Elke wagen die wordt ontmanteld of gewijzigd op een manier die de veiligheid aantast, nadat hij door de Technische Commissie is toegelaten, moet opnieuw worden aangeboden ter controle voordat hij weer tot de meeting wordt toegelaten. 20.3.2 Elke wagen die na een ongeval met dezelfde gevolgen werd hersteld, moet opnieuw worden aangeboden aan de technische commissie ter controle voordat hij weer tot de meeting wordt toegelaten. De piloot dient deze keuring schriftelijk aan te vragen aan de Race Director. 20.4
De Race Director, het College der Sportcommissarissen en de Technische Commissie kunnen op eender welk ogenblik gedurende de meeting een wagen voor een verdere controle aanduiden. De Race Director kan elke wagen die bij een ongeval betrokken was, doen stoppen en hem doen onderwerpen aan een technische controle. De kosten van een technisch onderzoek en/of kosten ontstaan naar aanleiding van een technisch onderzoek, zijn voor rekening van de deelnemer.
20.5
In geval van non-conformiteit krijgt een wagen startverbod of wordt hij gediskwalificeerd.
ART. 21: LICENTIECONTROLE – ADMINISTRATIEVE CONTROLE 21.1
De licentiecontrole – de controle op de geldige vergunning van iedere deelnemende piloot en deelnemer zal één maal per seizoen geschieden, volgens de uren vermeld op de timing. Steekproeven kunnen te allen tijde uitgevoerd worden zonder voorafgaande melding. Noch promotor, noch RACB SPORT dienen hiervoor enige verklaring af te leggen. Deze vindt plaats op 10 maart 2012 op het circuit van Mettet van 08.00 tot 09.00 in de SOT hospitality dewelke in de SOT paddock te vinden zal zijn.
LET OP: het is niet zo dat, zelfs indien u uw documenten krijgt van de promotor, u in orde bent voor de licentiecontrole. Elke piloot of deelnemer dient er dus zelf over te waken dat hij de nodige licentie voorlegt, tijdens de hoger vernoemde licentiecontrole. ART. 22: SIGNALISATIE 22.1
Een radiocommunicatiesysteem of koptelefoon gemonteerd in de helm is verboden. Een hoorapparaat direct in het oor (type earplug) is toegestaan.
22.2
Radioverbinding Elke deelnemer, piloot, teamlid of aangestelde, die wenst gebruik te maken van een toestel met radioverbinding teneinde een verbinding tot stand te brengen dient minstens één maand voor de aanvang van de meeting een aanvraag te doen bij: BIPT Ellipse Building Gebouw C Koning Albert II laan 35 1030 Brussel Tel. +32 (0)2 226 88 65 Fax +32 (0)2 226 87 64 E-mail:
[email protected]
22.3
De aanvraagprocedure, het aanvraagformulier evenals de volledige tekst over radioverbindingen staan beschreven in het jaarboek van RACB Sport.
ART. 23: ALGEMENE VEILIGHEID 23.1
De officiële instructies worden aan de piloten overgemaakt door middel van signalen en/of vlaggen voorzien in de geldende sportcode. Piloten of hun aangestelde mogen op geen enkele wijze gelijkaardige vlaggen op panelen gebruiken. Zie bijlage 1 vlaggen en hun betekenis
23.2
Gedrag op de piste
23.2.1 Gedurende de trainingen en de wedstrijd mogen de piloten enkel de piste gebruiken. Zij moeten zich op elk ogenblik gedragen zoals de geldende sportcode hen dat voorschrijft.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 12
23.2.2 Piloten moeten tijdens trainingen en wedstrijd altijd gekleed zijn zoals voorgeschreven door het Technisch Reglement Special Open Trophy 2012. 23.2.3 Vanaf het ogenblik dat zijn/haar wagen in beweging is, moet hij/zij de veiligheidsriemen hebben vastgemaakt. 23.2.4 Indien een piloot een technisch probleem heeft, moet hij zo snel als mogelijk de ideale lijn verlaten en zijn wagen op een veilige plaats parkeren of zo veilig mogelijk de pits - de pits bestaat uit pitlane en boxen - opzoeken. 23.2.5 Indien een piloot verplicht wordt zijn wagen te stoppen, om het even welke de reden is, wordt deze zo snel als mogelijk van de piste verwijderd, zodat hij geen gevaar vormt voor de overige piloten. 23.2.6 Het is de piloten gedurende de hele meeting ten strengste verboden tegenovergesteld aan de rijrichting te rijden, tenzij dit absoluut noodzakelijk is om de wagen van een gevaarlijke plaats te verwijderen. 23.2.7 Indien een piloot er niet in slaagt om zijn wagen te verwijderen van een gevaarlijke positie zullen de baancommissarissen hem/haar helpen. Slaagt de piloot er dan in zijn/haar motor te doen draaien en de wedstrijd te vervoegen zonder een inbreuk te begaan en zonder voordeel te halen uit dit veilig stellen, wordt hij/zij niet uit wedstrijd genomen. 23.2.8 Elke piloot die de piste wenst te verlaten om naar de pitlane te gaan, moet zijn intentie kenbaar maken en er zich van vergewissen dat hij dat kan doen zonder enig gevaar. 23.2.9 Een piloot die zijn/haar wagen achterlaat, moet die ongesloten en in neutraal laten staan, met het stuurwiel op zijn plaats. 23.2.10 In geen geval mag de piloot te voet de piste oversteken of zich te voet naar de pitlane, de boxen, de paddock of de openbare weg begeven om daarna terug te keren naar zijn/haar wagen. Elke inbreuk op dit artikel zal automatisch beschouwd worden als opgave van de wagen. 23.2.11 Op expliciete vraag van de FIA worden het respecteren van de vlaggen, het opvolgen van de richtlijnen van de baancommissarissen en inbreuken tijdens een CODE 60 procedure nauwkeurig opgevolgd. Het niet respecteren van de rode, witte en gele vlaggen zal onherroepelijk bestraft worden met sancties die kunnen gaan tot het uitsluiten van de meeting en zelfs tot een schorsing van de vergunning. 23.3
Gebruik van lichten
23.3.1 Het regenlicht achteraan wordt ontstoken op bevel van de Race Director door het tonen van de panelen "LIGHT" én "REAR LIGHTS ON". 23.4 Langzaam rijden Tijdens de meeting mag een wagen, die niet meer aan racesnelheid – dit is beduidend langzamer rijden dan zijn gewone snelheid en beduidend langzamer rijden dan de rest van het veld; enkel de Race Director beslist over de interpretatie - kan rijden, maximaal drie ronden afleggen aan deze lagere snelheid. Een wagen die na drie ronden niet naar zijn box komt, krijgt een zwarte vlag. Het is verboden om meerdere malen naar zijn box te komen om deze procedure te ontlopen. Tegen deze beslissing kan geen klacht worden ingediend. 23.5
Beperkingen in pitlane
23.5.1 Tijdens de trainingen en de wedstrijd is een snelheidsbeperking van 60 km/h van toepassing in de pitlane. 23.5.2 Herstellingen aan een wagen mogen enkel en alleen aan de box worden uitgevoerd, behalve in gevallen zoals beschreven in de Art. 30.2.5 en 33.4 en behalve door de piloot die op dat ogenblik de bestuurder van de wagen is, op voorwaarde dat die gebruik maakt van het materieel dat zich aan boord van de wagen bevindt. Elke hulp van buitenaf is verboden. 23.5.3 Op geen enkel ogenblik mag een wagen in de pitlane op eigen kracht achteruit rijden. Elke inbreuk tijdens de trainingen wordt bestraft met een annulatie van de snelste trainingstijd.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 13
23.5.4 Gedurende de trainingen en de wedstrijd mag de motor met de starter of met een externe batterij gestart worden. Voor elke vorm van reparatie, tuning of afstelling tijdens de wedstrijd mag de motor weer worden gestart, ook met een externe energiebron. Wanneer de wagen na de pitstop de trainingen of de wedstrijd wil vervolgen, moeten alle wielen de grond raken alvorens de piloot de motor mag starten of herstarten, dit vanuit zithouding en zonder externe hulpmiddelen. Om het wegrijden te vergemakkelijken, mag een voertuig met draaiende motor aangeduwd worden. De mecaniciens moeten minstens kledij dragen die ze tegen warmtebronnen, vuur en eventuele letsels kan beschermen. Shorts, T-shirts en sandalen zijn verboden. Elke inbreuk wordt bestraft met een “Drive Trough penalty”. 23.5.5 Gedurende de startprocedure (“paneel 3 minuten”) en de eerste ronde van de wedstrijd mag zich niemand, behalve de officials van de meeting in de signalisatiezone bevinden. 23.5.6 Jongeren beneden de 16 jaar zijn gedurende de trainingen en de wedstrijd niet toegelaten in de pitlane en de signalisatiezone. Behalve de dieren die bij de veiligheidsdiensten horen, zijn er geen dieren toegelaten op de piste of in de pitlane en de signalisatiezone. 23.5.7 De medische verantwoordelijke – eventueel hierom verzocht door de Race Director – mag een piloot op eender welk ogenblik tijdens een meeting aan een medisch onderzoek onderwerpen. 23.5.8 Het niet naleven van de beperkingen in de pitlane, uit de geldende sportcode of uit dit Sportreglement kan leiden tot uitsluiting van de wagen en/of de piloot uit een meeting. ART. 24: GEDRAG IN PITLANE 24.1
Tijdens de meeting staat er aan het einde van de pitlane een groen/rood licht. Wagens mogen de pitlane enkel verlaten als het licht op groen staat.
24.2
Van elke deelnemer, teamchef, piloot, mecanicien en teamlid wordt de nodige discipline verwacht teneinde de algemene veiligheid niet in het gedrang te brengen. Teams mogen geen lijnen schilderen in de pitlane. Er mogen zich geen onderdelen of materiaal in de "rijzone" bevinden. Iedere warmtebron die een vlam produceert, is verboden in de pitlane en in de boxen. Alle elektrische apparaten moeten aan de geldende veiligheidsnormen voldoen. Het is ten strengste verboden te lassen in de pitlane en/of in de boxen. Het is ten strengste verboden te roken in de pitlane en/of in de boxen. Tijdens de trainingen en de wedstrijd dient alle materiaal zoals banden, werktuigen en onderdelen voor de aangeduide box te blijven, tenzij bij stilstand van de betreffende wagen.
24.3
Een wagen mag zich enkel in de "rijzone" bevinden met de piloot in de normale positie achter het stuur en op eigen kracht rijdend.
24.4
Controle einde pitlane
24.4.1 De standcommissaris beschikt over een rood-groen licht. Het negeren van dit licht wordt bestraft zoals beschreven in Art. 13.1, 13.2 en 13.3. Een wagen mag de pitlane slechts verlaten bij groen licht. 24.4.2 Tijdens de trainingen en de wedstrijd van andere reeksen dan de Special Open Trophy mag zich geen enkel materiaal, noch de wagen zelf in de pitlane bevinden, teneinde de betrokkenen van de andere reeksen niet te storen. ART. 25: SERVICE IN PITLANE 25.1
Tijdens de trainingen en de wedstrijd is iedere bevoorrading of herstelling buiten de pitlane of de box verboden behalve in de gevallen voorzien in Art. 23.5.2 van dit reglement.
25.2
Verplaatsen van een wagen
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 14
25.2.1 Het is verboden een wagen te duwen of te trekken, of te laten duwen en te laten trekken om de pitlane te bereiken. Een wagen mag tot aan zijn box geduwd worden vanaf het ogenblik dat zijn vier wielen het bord of pictogram “Pit Entry” hebben overschreden, tot aan het bord of pictogram “Pit Exit”. 25.2.2 Een wagen mag in de pitlane enkel achteruit verplaatst worden door de wagen te duwen. 25.2.3 Indien een piloot zijn/haar box voorbijrijdt, mag de wagen enkel door duwen en onder begeleiding van standcommissarissen teruggebracht worden naar zijn/haar box. 25.2.4 Een wagen die zich aan zijn box aanmeldt, moet de motor stilleggen. Voor elke vorm van reparatie, tuning of afstelling mag de motor weer worden gestart, ook met een externe energiebron. ART. 26: TANKEN 26.1
Zowel tijdens de trainingen als de wedstrijden worden er door de promotor geen mogelijkheden geboden om te tanken. Elke deelnemer dient zelf te voorzien in zijn/haar behoefte.
26.2
Tankvoorschriften • • • • •
•
Tanken mag enkel aan het begin of aan het einde van een pitstop gebeuren. Tijdens het tanken moet de wagen op zijn wielen staan en mag hij/zij niet van niveau verwisselen. De motor wordt stilgelegd. Tijdens het tanken mag de piloot niet aanwezig zijn in de wagen. De teamchef moet ervoor zorgen dat een teamlid met een eigen brandblusser van minstens 5 kg bij het tanken aanwezig is. Deze brandblusser moet bedrijfsklaar zijn en gedurende de ganse tankbeurt stand-by gehouden worden op minimum 2 meter afstand van de vulmond van de wagen. Het tanken gebeurt door maximum twee personen, die hiervoor speciaal zijn aangeduid en die een brandwerende overall, handschoenen, stevige en gesloten schoenen, een balaclava en een veiligheidsbril of een helm dragen. Voor en tijdens het tanken d.m.v. een tanktoren, moet de wagen elektrisch geaard zijn.
26.3
Het tanken tijdens de wedstrijd mag enkel gebeuren door gebruik te maken van ofwel : a) Een autonome tanktoren per box, zoals beschreven in het Technisch Reglement SOT 2012 “met een restrictor met maximale interne diameter van 33 mm” b) Een standaard reservoir of een tank met een maximale inhoud van 35 liter, niet onder druk gezet, dat vrij aan de lucht kan worden blootgesteld, en met een waterdichte koppeling om de verbinding te maken met het vulsysteem van de wagen. “met een restrictor met maximale interne diameter van 30 mm” c) Een metalen en waterdichte jerrycan met een maximale capaciteit van 20 liter, voorzien van een klep, type ¼ toer, en met een maximale diameter van 1 inch (25,4mm). De te gebruiken jerrycans dienen nagezien en gemerkt te worden door RACB Sport. Deze manier van tanken is uitsluitend voorbehouden voor oudere types van reservoirs met schroefdop.
26.4
Het bijvullen van de brandstoftoren tijdens het tanken is verboden.
26.5
Alle benzinereservoirs die zich in de box bevinden, moeten gesloten zijn.
26.6
Het vervoer van brandstof in de paddock mag enkel gebeuren, indien begeleid door een persoon in het bezit van een brandblusser.
26.7
Het morsen van brandstof zal bestraft worden met een financiële boete van € 150.
ART. 27: BRIEFING 27.1
De Race Director houdt tijdens elke meeting een briefing voor alle piloten. Het precieze uur en de plaats worden meegedeeld via de timing.
27.2
Alle piloten moeten aanwezig zijn gedurende de hele duur van de briefing en het aanwezigheidsformulier aftekenen. Bij afwezigheid zonder geldige, schriftelijk meegedeelde reden van een piloot dient de wagen de wedstrijd te starten van op de laatste plaats. Bovendien dient elke piloot die niet aanwezig was tijdens de briefing zich te melden bij de Race Director vooraleer de auto de toelating krijgt om op de piste te mogen
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 15
ART. 28: TRAININGEN 28.1
28.2
De Race Director mag de trainingen meerdere malen en voor zo lang hij het nodig acht, onderbreken om de baan te ontruimen of om het verwijderen van een voertuig toe te laten. De tijd kan enkel ingehaald worden als de omstandigheden het toelaten. In het geval een training meermaals onderbroken wordt, zal geen enkele klacht ontvankelijk bevonden worden over de niet kwalificatie of de slechte kwalificatie van een wagen. Indien daarenboven, volgens het oordeel van het College der Sportcommissarissen, een stopzetten vrijwillig veroorzaakt werd, kan de betrokken piloot de tijd van de wagen, die hij/zij tijdens deze sessie verwezenlijkte, geschrapt zien en kan men hem de deelname aan een andere oefensessie weigeren. De ingeschreven piloten zijn niet verplicht deel te nemen aan de gechronometreerde officiële trainingen.
28.3
In het begin van de trainingssessie van de wagen en tijdens de gehele trainingssessie is het ten strengste verboden om op de piste te zigzaggen.
28.4
De Race Director mag het vertrek weigeren aan iedere piloot die de vereiste kwaliteiten niet heeft getoond om aan de wedstrijd deel te nemen.
ART. 29: STARTOPSTELLING 29.1
Na afloop van de gechronometreerde trainingen wordt de snelste tijd van elke wagen officieel gepubliceerd.
29.2
De startopstelling voor de Endurance Race van desbetreffende meeting wordt bepaald op basis van de Qualifying Endurance. Wagens die niet voorkomen op de uitslag van de Qualifying Endurance zullen achteraan op de grid komen en dit door middel van lottrekking. Indien een wagen zijn startplaats niet kan innemen na het publiceren van de startgrid, wordt deze plaats open gelaten, de andere wagens behouden hun plaats op de grid. De startopstelling voor de eerste Sprint Race van desbetreffende meeting zal opgemaakt worden op basis van de Qualifying Sprint. Wagens die niet voorkomen op de uitslag van de Qualifying Sprint zullen achteraan op de grid komen en dit door middel van lottrekking. Indien een wagen zijn startplaats niet kan innemen na het publiceren van de startgrid, wordt deze plaats open gelaten, de andere wagens behouden hun plaats op de grid. Startopstelling voor de tweede Sprint Race van desbetreffende meeting zal opgemaakt worden op basis van de uitslag van de eerste Sprint Race. Wagens die niet voorkomen op de uitslag van die eerste Sprint Race zullen achteraan op de grid komen en dit door middel van lottrekking. Indien een wagen zijn startplaats niet kan innemen na het publiceren van de startgrid, wordt deze plaats open gelaten, de andere wagens behouden hun plaats op de grid. Startopstelling voor de derde Sprint Race van desbetreffende meeting zal opgemaakt worden op basis van de uitslag van de tweede Sprint Race. Wagens die niet voorkomen op de uitslag van die tweede Sprint Race zullen achteraan op de grid komen en dit door middel van lottrekking. Indien een wagen zijn startplaats niet kan innemen na het publiceren van de startgrid, wordt deze plaats open gelaten, de andere wagens behouden hun plaats op de grid.
29.3
De polesitter vertrekt van op de plaats die vorig jaar de pole position was, of indien het een nieuw of gewijzigd circuit betreft, de plaats die door de FIA is bepaald.
ART. 30: STARTPROCEDURE 30.1
Startgrid
30.2.1 Het naderen van de start wordt aangekondigd door het tonen van de panelen "5 minuten", “3 minuten”, "1 minuut" en "30 seconden" voor het begin van de formatieronde; deze worden telkens door een geluidssignaal begeleid. 30.2.2 Wanneer het paneel "5 minuten" wordt getoond en een geluidssignaal weerklinkt, wordt de toegang tot de piste gesloten. Elke wagen die zich dan nog in de pitlane of de paddock bevindt, mag van daaruit vertrekken, maar enkel na toelating van een official en nadat het volledige veld na de definitieve start voorbij de uitgang van de pitlane is.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 16
30.2.3 De College der Sportcommissarissen kan op deze procedure uitzonderingen toestaan, in functie van de configuratie van de omloop, de ligging der paddocks en de timing van de meeting. 30.2.4 Iedereen, behalve de piloten, de officials en de technische staf van de teams moet de piste verlaten bij het tonen van het paneel “3 minuten”. 30.2.5 Het wisselen van wielen op de startgrid dient beëindigd te zijn, uiterlijk voor het tonen van het paneel “5 minuten”; elke wagen waarvan de wielen niet voor die tijd werden gewisseld, dient achteraan de grid te vertrekken. Elke wagen die zijn plaats op de grid niet heeft ingenomen, vertrekt achteraan op de grid of vanuit de pitlane of paddock, overeenkomstig hetgeen hierna is bepaald in Art. 30.3.3 en 30.3.4. Bijtanken en het gebruik van bandenwarmers op de startgrid zijn nooit toegelaten. Inbreuk op deze regel heeft uitsluiting van de wagen tot gevolg. 30.2.6 Wanneer het paneel "1 minuut" wordt getoond, worden de motoren gestart, eventueel met de hulp van een externe batterij. Alle technisch personeel en de officials moeten de piste verlaten. 30.3
Formatieronde
30.3.1 30 seconden nadat het paneel "30 seconden" wordt getoond, geeft een groene vlag het begin van de formatieronde aan. Deze gebeurt achter de Leading Car en de piloten zijn verplicht in hun startvolgorde te blijven rijden. Gedurende deze formatieronde is het verboden proefstarts te maken en de formatie moet zo dicht als mogelijk bijeen blijven. Alle baanposten zullen de gele vlag zwaaien. Tijdens de formatieronde zal de Leading Car een snelheid van ongeveer 80 km/h aanhouden. De Leading Car verlaat aan het einde van de formatieronde de piste. De wagens vervolgen alleen, met de wagen in pole position voorop, aan een minimumsnelheid van 70 km/h en een maximumsnelheid van 90 km/h. Een startrechter kan oordelen met een radartoestel over de snelheid van de wagen in pole position. Een afwijking van de voorgeschreven snelheden (70 en 90 km/h) voor de start kan resulteren in een "Drive Through”. 30.3.2 Inhalen tijdens de formatieronde is enkel toegelaten wanneer een wagen is opgehouden bij het verlaten van zijn plaats in de startorde en wanneer achteropkomende wagens het niet kunnen vermijden om hem in te halen zonder de rest van het deelnemersveld te hinderen. 30.3.3 Elke wagen die wordt opgehouden bij het verlaten van de grid, mag geen enkele bewegende wagen meer inhalen. Hij moet achteraan op de grid starten. Deze verplichting geldt ook voor een wagen die de start van de formatieronde heeft genomen, maar in de onmogelijkheid verkeert om zijn plaats in de startorde te behouden. Elke inbreuk wordt bestraft met een “Drive Trough penalty”. 30.3.4 Indien een wagen wel kan starten, maar door de officials om veiligheidsredenen in de pitlanezone wordt geduwd, of indien een wagen niet kan starten na het signaal voor de formatieronde en op de piste blijft staan, dient de piloot dit te signaleren door zijn/haar deur te openen en/of zijn/haar arm omhoog te steken. De wagen wordt door de baancommissarissen in de pitlanezone geduwd, waar de mecaniciens van het team mogen werken en dit in de werkzone van de pitlane of in de box. Hij mag de formatieronde niet voltooien. De wagen mag de start nemen vanuit de pitlane, ten vroegste na de eerste doortocht van de laatste wagen op de piste en dit ter hoogte van het paneel “PIT EXIT”. 30.3.5 Tijdens de formatieronde moeten alle wagens hun snelheid aanpassen zodat zij hun voorganger volgen op een afstand van niet meer dan vijf wagenlengten. Ieder voertuig dat het tempo niet kan volgen of de afstand tot zijn voorganger niet kan respecteren, moet onmiddellijk de piste verlaten en in het gras of in een andere uitloopstrook rijden en mag aansluiten na de doortocht van het volledige deelnemersveld. Elke inbreuk wordt bestraft met een “Drive Trough penalty”. 30.4
Start
30.4.1 Zowel voor de Endurance Race als voor de Sprint Races wordt er rollend gestart. Het startsein wordt door de Race Director (of de Starter) gegeven door middel van het uitschakelen van de rode startlichten. Gedurende de startprocedure (signaal 3 minuten) tot en met het verstrijken van de eerste ronde moet de signalisatiezone volledig vrij blijven, met uitzondering van Officials. 30.4.2 Indien er zich een probleem voordoet vooraleer of terwijl de wagens de formatieronde beëindigen, blijft het rode licht branden en worden eveneens de oranje knipperlichten ontstoken. Tegelijkertijd zal het paneel “EXTRA FORMATION LAP” getoond worden.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 17
Alle observatieposten zullen gele vlaggen zwaaien. De wagens blijven in formatie met de wagen in pole position voorop en ze maken een nieuwe formatieronde. Ze worden vervoegd en geleid door de Leading car. Telkens wanneer zich dit voordoet, zal de desbetreffende Sprint Race ingekort worden met twee minuten 30.4.3 Indien een ander probleem zich voordoet voor of tijdens de start van de Endurance Race of de Sprint Race en indien de Race Director beslist de start van de wedstrijd uit te stellen, zal de volgende procedure toegepast worden : 1) indien de start van de wedstrijd niet werd gegeven zullen de oranje startlichten ontstoken worden (indien het circuit beschikt over deze lichten). Daarna zal een rode vlag gezwaaid worden en zal het bord “START DELAYED” getoond worden. Alle motoren worden stilgelegd en een nieuwe formatieronde zal 5 minuten later starten. Telkens wanneer zich dit voordoet, zal de Sprint Race ingekort worden met twee minuten 2) Indien de weersomstandigheden belangrijke wijzigingen ondergaan tijdens de startprocedure zal de Race Director het bord “WET RACE” tonen op de startgrid. De piloten beschikken dan over 10 extra minuten om de banden te wisselen en/of de afstelling van de wagen te regelen. (Dit artikel geldt enkel voor de Sprint Races) 30.5
Uitzonderlijke omstandigheden en Safety Car
30.5.1 In uitzonderlijke omstandigheden kan de wedstrijd achter de Safety Car – de Safety Car draagt de woorden “Safety Car” op de achterkant en op de zijkanten; de wagen is voorzien van oranje zwaailichten op het dak - worden gestart. De procedure is als volgt: 10 minuten voor de start neemt de Safety Car vooraan op de startgrid plaats. Indien er een normale start wordt gegeven, blijft de Safety Car op de piste tot en met het geven van het paneel “5 minuten”. Na dit paneel verlaat de Safety Car het startvlak. Indien er een start achter de Safety Car wordt gegeven, steekt deze zijn oranje zwaailichten aan bij het tonen van het paneel “5 minuten”. Eens de groene startlichten aangaan, verlaat de Safety Car het startvlak, gevolgd door alle wagens in gridorde, op een onderlinge afstand van minder dan vijf wagenlengtes. Er is geen formatieronde en de wedstrijd begint als het licht op groen gezet wordt. Enkel tijdens de eerste ronde wordt inhalen toegelaten, indien een wagen achterstand heeft door het verlaten van zijn positie op de grid en indien de wagens die volgen moeten inhalen om de overige wagens niet te vertragen. Een wagen die achterstand opliep door het verlaten van de grid, moet plaatsnemen op het einde van de rij wagens die achter de Safety Car rijden. Zijn meerdere wagens in dit geval, moeten zij de rij wagens vervoegen in de orde volgens dewelke zij de grid hebben verlaten; Een “Drive Trough penalty” wordt opgelegd aan iedere wagen die, volgens het oordeel van de Race Director onnodig een andere wagen heeft ingehaald tijdens de eerste ronde. 30.6.
Safety-Car Procedure
30.6.1 De Safety Car wordt ingezet om de wedstrijd te neutraliseren, dit enkel na beslissing van de Race Director. Hij wordt enkel gebruikt indien piloten of officials in gevaar verkeren, maar de omstandigheden zijn niet van dien aard dat de wedstrijd moet geschorst worden. Wanneer de Race Director de Safety Car uitstuurt, tonen alle baanposten eerst een gestrekte gele vlag en het paneel "SC" en dit tot het einde van de interventie van de Safety Car. Aan de startlijn wordt het gele knipperlicht ontstoken. Alle wagens vertragen en inhalen is absoluut verboden. 30.6.2 Wanneer de Race Director dit veilig acht, zal de Safety Car met ontstoken oranje zwaailichten de piste oprijden, ongeacht waar de leider van de wedstrijd op dat ogenblik zit. 30.6.3 Iedere keer dat de Safety Car aan een baanpost voorbijkomt, wordt de gele vlag gezwaaid tot de Safety Car en de wagens die hem volgen in de volgende sector zijn. 30.6.4 Alle wagens moeten in een rij achter de Safety Car plaatsnemen en hun snelheid aanpassen, zodat zij hun voorganger volgen op een afstand van niet meer dan 5 wagenlengten. Het is verboden in te halen, tenzij dit wordt opgedragen door de passagier van de Safety Car. Ieder voertuig dat het tempo en/of de afstand tot zijn voorganger niet kan respecteren, moet onmiddellijk de piste verlaten en in het gras of een andere uitloopstrook rijden. Hij/Zij mag als de toestand veilig is, de piste weer oprijden na de doortocht van het gehele deelnemersveld. Desgevallend dient de betrokken piloot dit zolang de Safety Car procedure duurt elke ronde te herhalen.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 18
30.6.5 Vanaf het ogenblik dat hij van de Race Director daartoe de opdracht krijgt, zal de passagier van de Safety Car wagens doorlaten door middel van de groene zwaailichten op het dak van de Safety Car (of bij gebrek aan groene zwaailichten : door middel van handbewegingen) tot hij de leidende wagen achter zich krijgt. De wagens die doorgelaten werden, rijden aan een gematigd tempo en zonder inhalen verder tot zij de rij van wagens achter de Safety Car bereiken. 30.6.6 Terwijl de Safety Car in actie is, mogen de deelnemende wagens aan hun box stoppen, maar ze mogen pas weer buiten rijden wanneer het licht aan de pitlane exit op groen staat. Het groen-rode licht is voortdurend groen tot op het ogenblik dat de Safety Car met de ononderbroken – waarbij het onderlinge verschil niet meer dan vijf wagenlengten mag bevatten – lijn van wagens achter zich ter hoogte van het bord “PIT EXIT” bevindt. Op dat ogenblik gaat het licht op rood tot deze lijn van wagens voorbij is. Een wagen die opnieuw op de piste komt, moet dat aan een gematigde snelheid doen, tot hij achter aan de rij van wagens achter de Safety Car kan aansluiten. Het is verboden in te halen. 30.6.7 Wanneer de Race Director de Safety Car weer binnen roept, zal deze zijn oranje zwaailichten doven, een teken voor de piloten dat hij aan het einde van deze ronde zijn standplaats zal innemen. Van zodra de Safety Car van de piste afrijdt, wordt het veld vrijgegeven. Aan de startlijn wordt het groene licht ontstoken en wordt een groene vlag gezwaaid. Ook alle baanposten zwaaien gedurende één ronde de groene vlag. 30.6.8 Elke ronde die achter de Safety Car wordt afgelegd, wordt beschouwd als een afgelegde ronde. 30.6.9 Elke inbreuk op de Safety Car-reglementering wordt bestraft met een “Drive Trough penalty”. ART. 31: WEDSTRIJD 31.1
Een wedstrijd wordt niet afgebroken in geval van regen, tenzij de piste is geblokkeerd of het te gevaarlijk is om verder te rijden.
ART. 32: CODE 60 32.1 32.2
Indien de situatie dat vereist kan de Race Director CODE 60 toepassen om de training en/of de wedstrijd te neutraliseren. Procedure
32.2.1 Wanneer de Race Director de CODE 60 aanwendt, tonen alle baanposten een gestrekte paarse vlag met daarop het getal 60 en dit tot het einde van de interventie. Alle piloten gaan direct van hun gas af. Tijdens de CODE 60-periode dienen alle wagens 60 kilometer per uur te rijden. Inhalen is absoluut verboden. 32.2.2 Onder CODE 60 mogen de deelnemende wagens aan hun box stoppen, maar ze mogen pas weer buiten rijden wanneer het licht aan de pitlane exit op groen staat. 32.2.3 CODE 60 wordt beëindigd door het gelijktijdig zwaaien van de groene vlag op alle posten. Op het moment dat de groene vlag getoond wordt, mag elke piloot weer inhalen. 32.2.4 Elke ronde die onder de CODE 60 wordt afgelegd, wordt beschouwd als een afgelegde ronde. 32.2.5 Bestraffingen bepaald in Art. 13.1 van dit Sportreglement. ART. 33: SCHORSEN VAN DE WEDSTRIJD 33.1
Indien het noodzakelijk wordt om de wedstrijd te schorsen omdat de veiligheid niet langer kan verzekerd worden, toont de Race Director of zijn aangestelde een rode vlag ter hoogte van de finishlijn. Gelijktijdig worden op alle baanposten rode vlaggen gezwaaid. Op het startvlak worden de rode lichten ontstoken. Alle wagens moeten hun snelheid minderen en is het strikt verboden om in te halen. Men moet op elk ogenblik kunnen stoppen.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 19
33.2
Wanneer dit signaal wordt gegeven, wordt het licht aan de pitlane exit op rood geschakeld
33.3
Alle wagens verzamelen achter elkaar op één lijn aan de rodevlaglijn. De ingang van de pitlane wordt gesloten. Wie toch de pitlane inrijdt, krijgt een “Drive trough penalty” van zodra de wedstrijd wordt hervat, tenzij hij/zij een toelating van de Race Director heeft.
33.4
Geen enkele interventie aan de wagens, van welke aard ook, is toegelaten gedurende de ganse duur van de schorsing van de wedstrijd, behalve voor wie een toelating van de Race Director heeft. Dit betekent eveneens dat alle werken in de pitlane en/of boxen moeten ophouden vanaf het tonen van de rode vlag tot aan het hervatten van de wedstrijd.
33.5
Indien de leidende wagen op de piste zich niet vooraan bevindt, ontvangen alle wagens tussen de rodevlaglijn en de leidende wagen, tien minuten voor het hervatten van de wedstrijd, de instructie een extra ronde af te werken. De Safety Car zal zich daarna voor de rodevlaglijn opstellen.
33.6
Terwijl de wedstrijd wordt geschorst, blijft de tijdopname gewoon doorlopen.
33.7
Te allen tijde moeten de piloten de orders van de officiëlen volgen.
ART. 34: HERVATTEN VAN DE WEDSTRIJD 34.1
10 minuten voor het hervatten wordt ter hoogte van de rodevlaglijn het bord "10 minuten" getoond. Dit gaat vergezeld van een geluidssignaal. Dit signaal wordt herhaald bij het tonen van de borden “5 minuten”, “1 minuut” en “30 seconden”.
34.2
Bij het tonen van het bord “1 minuut” worden de motoren gestart, eventueel met de hulp van een externe batterij. Alle technisch personeel en de officials moeten meteen de piste verlaten. Elke piloot die problemen ondervindt, moet dit aan een baancommissaris melden door de deur van zijn/haar wagen te openen en/of zijn/haar arm omhoog te steken. Deze zal ter hoogte van deze wagen een gezwaaide gele vlag tonen. Wanneer alle piloten deze zone hebben verlaten, wordt de wagen indien mogelijk door de baancommissarissen aangeduwd of in de pitlane geduwd.
34.3
Van zodra deze minuut is verstreken, wordt de wedstrijd hervat achter de Safety Car, met de wagens in de volgorde zoals ze zijn gestopt aan de rodevlaglijn. Alle wagens moeten in één rij achter de Safety Car blijven en hun snelheid aanpassen, zodat zij hun voorganger volgen op een afstand van niet meer dan 5 wagenlengten. Van zodra de laatste wagen in de ononderbroken rij ter hoogte van het bord “PIT EXIT” komt, gaat het licht einde pitlane op groen. Elke wagen die zich nog in de pitlane bevindt, mag de piste vervoegen en achteraan de rij achter de Safety Car aansluiten. Na één ronde vervoegt de Safety Car zijn standplaats en wordt de wedstrijd hervat vanaf het ogenblik dat de eerste wagen de finishlijn overschrijdt.
34.4
34.5
Indien de wedstrijd niet wordt hervat, wordt deze als beëindigd beschouwd op het ogenblik dat de leidende wagen de aankomstlijn overschreed in de ronde voorafgaand aan deze waarin het schorsen van de wedstrijd inging.
ART. 35: AANKOMST 35.1
Het eindsignaal van de wedstrijd wordt op de aankomstlijn – dit is enkel de lijn op de piste, dus niet in de pitlane of op de deceleratiepiste – gegeven, zodra de leidende wagen de volledige duur van de wedstrijd heeft afgelegd en de aankomstlijn heeft overschreden. Gelijktijdig met het afvlaggen van de winnaar wordt het licht op het einde van de pitlane op rood gezet. Vanaf dan is het verboden om de pitlane nog te verlaten.
35.2
Wordt het eindsignaal om het even welke reden gegeven, anders dan voorzien in Art. 35.1 voordat de leidende wagen de volledige wedstrijdduur heeft gereden, wordt de wedstrijd als beëindigd beschouwd wanneer de leidende wagen voor de laatste keer de aankomstlijn heeft overschreden voor het geven van de zwartwit geblokte vlag. Wordt de zwartwit geblokte vlag om eender welke reden te laat gegeven, wordt de wedstrijd als beëindigd beschouwd op het moment waarop zij normaal beëindigd moest worden.
35.3
Indien de wedstrijd dient te eindigen onder de CODE 60-procedure of onder Safety-Car procedure wordt ter hoogte van de aankomstlijn afgevlagd.
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 20
35.4
Het is verboden een wagen te duwen of te trekken, of te laten duwen en te laten trekken om de finish te bereiken.
ART. 36: GESLOTEN WAGENPARK 36.1
In principe is er geen gesloten wagenpark. Na afvlaggen van de wedstrijd begeven alle wagens zich stapvoets naar de paddock van de Special Open Trophy.
ART. 37: RANGSCHIKKING VAN DE WEDSTRIJD 37.1
De wagen die aan het einde van de wedstrijd als eerste de aankomstlijn overschrijdt, wordt eerste geplaatst. Alle verdere wagens worden geklasseerd volgens het aantal ronden dat zij hebben afgelegd. Voor diegenen die evenveel ronden aflegden, geldt de volgorde waarin ze het eerst het betreffende aantal ronden hebben bereikt.
37.2
Daarenboven dient elke wagen om geklasseerd te worden minimaal 50% (afgerond naar het dichtste volledige cijfer) afgelegd te hebben van de afstand welke door de winnaar binnen zijn merk is afgelegd.
37.3
De officiële uitslag wordt na het beëindigen van de klachtentermijn gepubliceerd. De enig geldende is deze welke is geofficialiseerd door het College der Sportcommissarissen.
ART. 38: KLACHTEN EN BEROEP 38.1
Klachten en beroep dienen ingediend te worden conform het geldende RACB SPORT-reglement.
ART. 39: GOEDKEURING 39.1
Onder voorbehoud van goedkeuring door de RACB SPORT op ………….
Bijlage 1: Vlaggen en hun betekenis Bijlage 2: Deelnameformulier 2012 Bijlage 3: Standaardbestraffingen 2012 Bijlage 4: Paddock Form 2012
Special Open Trophy 2012 WWW.BSOT.BE
Pagina 21