op reis | Berner Oberland
Spartacus in
Zwitserland Ben je de Ronde van Vlaanderen-route na vijf brevetten een beetje beu? En ben je toe aan een nieuwe uitdaging op twee niet gemotoriseerde wielen? Blijf dan zeker verder lezen, want in het Zwitserse Berner Oberland ligt een onontgonnen fietsparadijs zomaar voor het grijpen. Zeg nu zelf: de pedalen martelen met zicht op sneeuwtoppen van vierduizend meter boven het zeeniveau is toch aangenamer dan peddelen tussen de Vlaamse velden. Wij reden een tocht van vier dagen, goed voor 450 kilometer op het trainingsparcours van Fabian ‘Spartacus’ Cancellara. › TEKST BRAM VANDECAPELLE › FOTOGRAFIE RUTH WYTINCK
Natuurpark Thal
Natuurpark Thal
Burgdorf
tigen
Grenchen Natuurpark Chasseral
Zwitserland
Burgdorf Wohlen bei Bern
Interlaken
Ittigen
Bern
Grindelwald
rpark tigtal
Fribourg
Jungfraujoch
Natuurpark Gantrisch
Interlaken
Natuurpark Pfyn-Finges
Grindelwald
Natuurpark Jura vaudois
Natuurpark Diemtigtal
Jungfraujoch Vevey Meer van Genève
Natuurpark Gruyère Pays-d’Enhaut
Natuurpark Pfyn-Finges
>
D
e fietswegen van BernerOberland zijn de gelukkigste van heel Zwitserland. Bijna dagelijks kennen zij het genot om door een wielerkampioen bereden te worden. Want Berner Oberland is Fabian Cancellara-land. De drievoudige winnaar van de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix groeide op in Wohlen bei Bern - zoals de naam doet vermoeden een plaatsje in de schaduw van Bern. Ook zijn huidige woonst - een riante hoeve in Ittigen - ligt op amper zes kilometer van de Zwitserse hoofdstad. Dat komt overeen met de afstand van een proloog, het koersonderdeel waarmee Cancellara aanvankelijk faam maakte om nadien over te stappen naar de Vlaamse klassiekers. De omgeving rond Bern heeft veel weg van de Ardennen, het favoriete 128 | Grinta!
trainingsparcours van Cancellara’s Belgische rivalen Philippe Gilbert en Tom Boonen. Maar anders dan onze twee wereldkampioenen, die hun oefenuitjes afwerken op betonbanen bestaande uit een lappendeken van verschillende soorten asfalt afgewisseld door putten en wegverzakkingen, kan je van de Zwitserse wegen eten.
> De omgeving rond Bern heeft veel weg van de Ardennen. < Er is werkelijk geen enkele oneffenheid te bespeuren. De asfaltwegen in Zwitserland kan je nog het best vergelijken met een pas gekuiste
schaatsbaan, terwijl het in Vlaanderen eerder een schaatsbaan is waar gedurende vijf uur lang honderden schaatsers hebben over gekrast. Een platte band is in Zwitserland even zeldzaam als een Vlaamse dorpskern zonder verkeersremmers. Wanneer je dan toch eens pech hebt in Zwitserland, geen probleem. In België krijg je van de passerende auto’s vaak getoeter, terwijl je langs de kant van de weg staat te wroeten om de nieuwe binnenband rond je wiel te persen en zo een miniem deel van hun wegdek inneemt. In Zwitserland zetten de auto’s zich langs de kant en vragen of ze niet kunnen helpen. Zwitsers zijn dus niet alleen stipt - wee je gebeente als je twee minuten te laat aan de ontbijttafel plaatsneemt - maar ook übervriendelijk.
< Met twee naast elkaar fietsen, vormt geen probleem in Zwitserland. Fietsers zijn er geen zwakke maar vipweggebruikers.
< Dit is niet het parcours van LuikBastenaken-Luik, het zijn de heuvels van Berner Oberland.
Dag 1: Proloog: Burgdorf – Burgdorf (70 km) Via Langentahl, Zofingen, Ettiswil en Zell
We beginnen onze vierdaagse fietstocht in Burgdorf, een klein stadje van zo’n 15.000 inwoners in het kanton Bern op zo’n 25 kilometer van de gelijknamige hoofdstad van Zwitserland. De agglomeratie van Burgdorf kan je het best vergelijken met Bastenaken bij ons. Er staan een aantal hotels, twee fietsenwinkels, het is Duitstalig en het ligt in een bos- en heuvelrijk gebied. Tussen de woudbossen en statige chalets fietsen we een opwarmingstochtje over glooiende wegen. Anders dan in België, waar je aluminium vehikel voortdurend hotst en botst en de
>
< In de bossen rond Bern bots je op enkele stroken Strade Bianche.
< Dankzij het hoge energieverbruik tijdens het fietsen, is kaasfondue geen maaltijd non grata.
ketting kraakt over het asfalt, hoor je op de pekzwarte fietsstroken van Zwitserland een vrolijk gezoem van de met zeven bar opgepompte banden. De wegen zijn druk en snel. Maar al passeren de auto’s aan tachtig kilometer per uur, je voelt je als fietser geen enkel ogenblik in gevaar. Zolang je de snippers van gels en lege drinkbussen maar terug meeneemt naar de uitvalsbasis. Voor zij die maar niet genoeg krijgen van het zadel tussen de twee billen, op amper 25 kilometer van Burgdorf ligt in Grenchen de fabriek van BMC-fietsen alsook het hoofdkantoor van de gelijknamige wielerploeg alsook de wielerpiste waar Jens Voigt op 18 september nog het werelduurrecord brak. De piste van 250 meter is de meest oostelijke piste in het land van Willem Tell en dus van cruciaal belang voor de ontwikkeling van de lokale renners. Ook toeristen kunnen hier zelfs onder begeleiding van ex-wereldkampioen op de piste, Franco Marvulli, tegen een zacht prijsje lessen volgen. De piste werd gebouwd in 2013 en voor de houten vloer werden speciale sparren uit Scandinavië gebruikt. Daardoor zou hij momenteel één van de snelste pistes ter wereld zijn.
Dag 2: Schotterstraße: Burgdorf – Bern (94 km)
< Door de wisselende weersomstandigheden kan je maar beter winter- en regenafwerende fietskledij meenemen.
< De Grote Scheidegg: de El Angliru van Zwitserland. 130 | Grinta!
In vogelvlucht ligt de Zwitserse hoofdstad Bern een uurtje losfietsen van Burgdorf verwijderd. Als je van plan bent een rustdag nemen, biedt dat het ideale perspectief om het toeristische aan het sportieve te koppelen. Voor zij die naar Berner-Oberland gekomen zijn om de kuiten en de bovenbenen te kastijden, geen probleem. Ten noordwesten van Bern ligt een niemandsland waarin de explosieve klimtypes en de stuurvaardige waaghalzen zich kunnen uitleven. Voor de anderen iets breder geschouderde type renners is dit een plek waar je jezelf zwart voor de ogen kan rijden. In dit wandel- en fietsdomein zijn percentages van twintig procent of meer, geen uitzondering. Gelukkig zijn we nog niet in het hooggebergte en duren de beklimmingen maximaal vier kilometer, gevolgd door even steile afdalingen. Zelfs een wielertoerist die jaarlijks 10.000 kilometers maalt, beschikt hier maar best over drie tandwielbladen aan de pedaalas. Dat onze Belgische spurtbom Rik Van Looy in deze heuvelrijke omgeving in 1961 wereldkampioen wielrennen werd, lijkt onwaarschijnlijk. Vandaag zou een zulk parcours voer zijn voor de Valverdes en Kwiatkowski’s van
>
deze wereld. Verder vind je in en rond de gehuchtjes Meikirch, Diemerswil en Aetzikofen enkele mooie stroken Schotterstraße, een vrije Duitse vertaling van het Italiaanse Strade Bianche, wat staat voor onverharde wegen. De stofwolken die je op deze hoogvlakte achterlaat zijn niet van dezelfde omvang als de wielen van de renners uitspuwen tijdens de Monte Paschi Eroica in Toscane.
> De asfaltwegen in Zwitserland kan je nog het best vergelijken met een pas gekuiste schaatsbaan, er is werkelijk geen enkele oneffenheid te bespeuren. < Wat niet wegneemt dat het leuk fotomateriaal en een heroïsch gevoel oplevert. Fietsen langs de typische bruine Alpenkoeien en de ontelbare naaldbossen in het land van Bern is een heerlijkheid, maar dat geldt ook voor de stad zelf.
Bern is een stad met 140.000 inwoners, vergelijkbaar met Brugge. De stadsinrichting valt te vergelijken met die van een middeleeuws kasteel: de buitenwijken liggen op een plateau en het centrum ligt in een kuil. Het is zalig om met de fiets naar Bern te rijden, vermits de laatste kilometers altijd in dalende lijn gaan. Vanop de omwalling zie je tweehonderd meter lager de rode daken van het stadscentrum liggen met daarrond een blauwe slang, de rivier de Aare. Bij zomerse omstandigheden aarzelen de inwoners geen moment om pootje te baden in deze azuurblauwe stadslong. De naam Bern is afkomstig van beer, daar moet je geen linguistisch wonder voor zijn. De legende vertelt dat de streek rond Bern in de twaalfde eeuw geteisterd werd door een grote populatie wilde beren. Toen de hertog Berthold in 1191 één van de laatste beren doodde, werd dat gevierd met een nieuwe naam voor de stad. Aan het uiteinde van de Nydeggbrücke, één van de zeven bruggen over de Aare om het stadscentrum te bereiken, ligt een berenkuil. Het tehuis voor vijf bruine oorspronkelijke stadsbewoners en de attractie voor de fototoestelverslaafde toeristen. Mocht u nog niet weten waarvan één van Cancellara’s bijnamen, de Beer van Bern van afkomstig is. Lees dan de voorbije paragraaf nog eens opnieuw.
Dag 3: Postkaartroute: Burgdorf – Lausaunne (148 km)
Via Bern, Dudingen, Fribourg, PontEn-Ogoz, Lac de la Gruyere, Bulle, Vevey tot in Lausanne. Na twee dagen de benen warmdraaien in de omgeving van Bern volgt een overgangsrit met een culinair einde. Vanuit Burgdorf wacht een etappe van 150 kilometer naar Vevey, een pittoresk dorpje aan de oever van het meer van Genève met al zeg ik het zelf de beste wijngaarden van Zwitserland. Na net geen 150 kilometer met meer dan drieduizend hoogtemeters dwars door Fribourg, wat net als Bern in een kuil ligt en waarna je bij het naar buiten rijden flink op de adem kan trappen in een strook van vijf kilometer aan vijf procent, krijgen we vlakbij Vevey door onze fietsbril het meer van Genève te zien. Let wel, Vevey bereik je niet zonder slag of staat. Vijf kilometer eerder begin je in Jogny aan een stevige klim van vijf kilometer met negen haarspeldbochten en evenveel wisselende hellingsgraadpercentages. Vanuit Vevey – het zicht op het meer alleen al is de lange fietstocht meer dan waard – wacht een steile afdaling aan een gemiddelde van dertig procent dwars langs de wijngaarden naar de oevers. Grinta! | 133
>
Na al dat zweetverlies onderweg is het tijd voor rehydratatie. Vanaf Vevey tot Lausanne ligt een vruchtbare lap grond van twintig kilometer lang met wijndorpjes Cully, Lutry en Pully als bekendste exponenten. De combinatie van een lekker glas wijn van de lokale Chasselas Doré-druif samen met een stevige kaasfondue, is een zalige cocktail voor de moegetergde wielertoerist.
Dag 4: Koninginnenrit: Burgdorf – Grindelwald (135 km)
Via Langnau im Emmental, Eggiwil, Sigriswil, het meer van Thun, Interlaken, Meiringen naar Grindelwald. De grote hoeveelheden koolhydraten uit Lausanne komen de volgende dag van pas in de koninginnenrit. We verlaten onze uitvalsbasis in Burgdorf voor het skistation Grindelwald. Via de bergdorpjes Eggiwil, Röthenbach
im Emmental, Oberlangenegg en Sigriswill bereiken we na tachtig klim-en daalkilometers de bevoorradingszone in Interlaken. Een mondain kuuroord tussen het Meer van Brienz en het Meer van Thün, zeer populair bij de Japanse toeristen. Vanuit Interlaken heb je een mooi zicht op de Jungfrau en de Eiger, die zo’n drieduizendvijfhonderd meter hoger de wolken doorboren. Ergens tussen de eeuwige sneeuw en de waterspiegel van het meer ligt aankomstplaats Grindelwald. Er resten twee opties. De wielertoeristen die al een tijdje bezig zijn met knagen aan het tandvlees, nemen best de grote baan naar het skistation. Het betreft een beklimming van twintig kilometer, die voor het grootste deel bestaat uit vals plat met in het dorp Lütschental enkele bochten van vijftien procent. De klimgeiten die graag in de voetsporen willen treden van Gilberto Simoni, de Italiaanse klimmer bedwong in 1999 als snelste de col in de Ronde van Zwitserland, maken eerst een ommetje langs Meieringen.
Meer van langs de boorden van het < Tussen de wijngaarden procent. 20 dan er me van ken Genève vind je enkele stro
134 | Grinta!
In dit dorpje ligt de voet van de Grote Scheidegg, een bergpas gelegen op 1960 meter boven zeeniveau. Om de top te bereiken, waar je boven een zeldzaam zicht hebt op de de Eiger en de Mönch, moet je eerst col van buiten categorie bedwingen, goed voor 16,4 kilometer aan een gemiddelde van 7,7 procent. De klim start gezapig met een eerste
> Voor zij die naar Berner-Oberland gekomen zijn om de kuiten en de bovenbenen te kastijden, geen probleem. < kilometer zeven procent. Die geleidelijke opening wordt nadien abrupt afgebroken door stroken van 10, 12, 13 tot zelfs 17 procent. Na zes kilometer heb je al 540
hoogtemeters overwonnen. Na het moordende begin wachten zes lopende kilometers met af en toe zelfs lichtdalende stroken. Daarin kan je best wat energie innemen en de benen warmdraaien. Het slotakkoord van 4,5 kilometer is goed voor een gemiddelde van tien procent. Door die afwisselende stijgingspercentages hoor je de fietsers onderweg op de Grote Scheidegg wel eens ‘Grote Scheisse’ zuchten. Maar zoals de reisboeken ook zeggen: op de top is het zicht op de allerhoogste Alpen alle pijn en energiegewoeker waard geweest. Vanuit Grindelwald kan je met een treintje naar de Jungfraujoch, met 3.454 meter het hoogste treinstation van Europa. Van hieruit is het amper enkele honderden meters klimmen – met stapschoenen en speciale bergkledij wel te verstaan – door de eeuwige sneew naar de toppen van de Eiger, de Jungfrau en de Mönch, die als een driekoppige draak boven de regio uitsteken. Voor zij die de fietsvakantie willen afsluiten op bredere en profielachtige banden biedt de
< De wijnhuizen in Vevey: het dorst
ige aan het aangename koppelen.
Jungfraujoch een geslaagde digestif. Een single-track van twintig kilometer langs de eeuwige sneeuw en rotsmonsters biedt voor de geoefende mountainbiker een lekkernij. Dat laatste geldt trouwens voor de totale regio Berner-Oberland. Wat is die Fabian Cancellara een gelukzak. ■
hoge stadskern lijkt < Met zijn smalle maar abon van Zwitserland. Liss het l we ne Lausan
BERNEROBERLAND PRAKTISCH Vanuit Brussel is het 651 kilometer rijden naar Burgdorf en 735 kilometer naar Grindelwald. We vlogen op Zürich vanuit Brussel. De vluchtduur bedraagt nauwelijks 1u10’. We logeerden in Hotel Berchtold*** in Burgdorf (op 27 km van Bern) en Hotel Eiger**** in Grindelwald.
< Opgepast. Een uitstekende plek voor panoramafoto’s.
Meer informatie over de velodroom van Grenchen vind je via www.velodromesuisse.ch. Grinta! | 135