Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT OPENHEID IS DE BESTE HOUDING BIJ VERKOOP WIM DRIJKONINGEN OVER HET AFSTAAN VAN ZIJN ‘BABY’
2 16e jaargang mei 2007
• RUIM 10% GROEI IN TECHNOLOGIEBRANCHES • INNOVATIE-INPUT FHI IN REGEERAKKOORD • LOODVRIJ SOLDEREN: “WE WETEN HET NIET.”
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INHOUD
Laboratorium technologie ■
Rubrieken
■ REDACTIONEEL
46
Biotechnica
Interview Drijkoningen ■
Algemeen management ■
4 8
Kort Nieuws
Regelgeving en arbeidsmarkt 10 ■
Overdrachtsbelasting
Conjunctuur ■
38 40
Arie Slob
“Innovatie is van belang voor het behouden van onze marktpositie en om onze duurzaamheidsdoelstellingen te halen”.
Is er leven na FHI? Voormalig bestuurslid Piet de Vries maakte een switch van meer dan 180 graden en werd directeur Keukenhof.
20
40
47 48 53
Zorgtotaal
Informatie
56
50
Maar dat werken, met wie doen we dat straks samen? Collega’s haken af, nog steeds in groten getale voor hun vijfenzestigste. Gegund, om samen verder te kunnen leven. Wie vult de vacatures op? Waar zijn de verse krachten? Beseffen we wel hoe groot het probleem is? Misschien houden we het personeelsbestand van ons eigen bedrijf nog op peil. Maar als we altijd grote organisaties als klant hebben gehad, kijk daar dan eens rond. Allemaal grijze koppen. Vernieuwen niet meer, investeren niet in nieuwe technologie, waarom zouden ze nog. En wie volgt hen op? Als de klant niemand kan vinden, niemand meer toetreedt tot de arbeidsmarkt, dan houdt het gewoon op!
46
Biotechnica
Medische technologie ■
36
NAW-richtlijn
Laboratorium technologie ■
Aanknopingspunten voor bedrijven om te komen tot ‘valorisation’.
16
Waterdag
Weeginstrumenten ■
Samenwerking MinacNed Met MicroNed
Plug & produce
PROFIBUS ■
39
35
Micro nano via ketens & clusters
Industriële automatisering ■
34
Loodvrij solderen
MinacNed ■
32
Prachtig motto, samen leven, samen werken. Dat leven lukt steeds meer. De medische branche zorgt dat de pensioenfondsen eindelijk eens worden aangesproken. Onze ouders leven langer samen, ook al werken ze niet meer. Kunnen ze niet meer werken, dan leven ze nog lang en gelukkig achter de rollator, residential. Af en toe leven we met hen mee, leven we samen.
Downtime taboe
Plot ■
28
Collectief de markt op
IT Room infra ■
26
Siebren de Vries
Development Club ■
22
Kick off E&A
Industriële elektronica ■
Samen werken, maar met wie?
RTA verlaagt bijdragen
E&A 2007 ■
32
Point-One programma gericht op R&D ecosysteem.
Werkdruk, veelkoppig monster
Milieu en duurzaamheid ■
14
Investeringen research
Nieuws van FHI partners ■
Strategische rol kleine technologiebedrijven
Openheid is de beste houding
Elektronische neus ruikt onraad De tendens om de natuur na te bootsen wordt steeds letterlijker. De ontwikkeling van de elektronische neus begint bijzondere vormen aan te nemen.
Met ‘plug & produce’ wordt assemblage in Europa rendabel
Sombere story? Hangt er van af. Het voetballersverhaal van nadeel en voordeel. Potentie zát in Nederland. Nog steeds heel veel ambitieuze jonge mensen die zich niet meer zo gek laten maken door hypes. Ons land blijkt nog steeds heel aantrekkelijk voor buitenlands talent. Moeten we wel scouten, uitnodigen en binnenlaten. Nog een factor, als we willen, kunnen we het reservoir aanboren van al hier wonende jongeren van elders. Nog steeds hebben we tenslotte een onderwijsinfrastructuur van een niveau als nergens ter wereld. Moeten we wel allemaal mee aan het werk. Niet zomaar een beetje mauwen aan de borreltafel over de suffe vergadercultuur op de scholen, maar er daadwerkelijk aan sleuren vanuit de arbeidsmarkt. Last van politici en ambtenaren? Laat je er niet door hinderen. Het FHI-offensief op de arbeidsmarkt is gestart. You can all join in. Kees Groeneveld
Bedrijven gezocht voor aanleveren en leasen van assemblagemodules.
2
signalement april 2007
signalement april 2007
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW SCHEIDEND IDT DIRECTEUR WIM DRIJKONINGEN
“Openheid is de beste houding bij verkoop”
De eerste vraag in Kerkrade is niet óf je vlaai wilt, maar wélke: keuze uit drie. Dat zet de toon voor de rest van het gesprek, dat in totale onthaasting bijna een hele middag in beslag neemt. Drijkoningen spreekt zacht, maar met nadrukkelijke autoriteit. Met grote precisie duikt hij in zijn herinneringen. Zijn gevoel voor het verleden uit zich verder in zijn jongensachtige onvermogen om dingen weg te gooien: “Ik zal links en rechts nog wel wat vierkante meters moeten huren om alles op te slaan wat ik hier in de loop der tijd om me heen heb verzameld”, bekent hij.
Wim Drijkoningen over het afstaan van zijn baby’
Drijkoningen begon zijn carrière bij Maro, een bedrijf in technische onderwijsmiddelen, dat in de Benelux talenpractica levert aan scholen en universiteiten en zelfs aan de NATO. “Ik deed er van alles, tot en met het naar de kapper brengen van de echtgenote van de eigenaar.” Het bedrijf had vele nationale en internationale contacten, waardoor het kon gebeuren dat Maro in 1980 de vertegenwoordiging kreeg van Sanyo semi-professionele producten. Het productenpallet, dat eerder ondergebracht was geweest bij Siemens, bestond uit bewakingscamera’s, monitoren en accessoires en kwam onder de hoede van Drijkoningen. Tot 1988 leerde hij onder de leiding van directeur Bronzwaer het klappen van de zweep. Toen werd hem de gelegenheid geboden om Sanyo Video BV over te nemen.
Voor Wim Drijkoningen was 2006 een memorabel jaar. Bijna twintig jaar lang draaide alles om zijn bedrijf Information Display Technology, dat hij in een zelfverkozen niche naar eenzame hoogte wist te stuwen. En dan, op het moment dat er naar zijn gevoel een subiete punt is gezet achter de ouderwetse beeldbuismonitor,
4
besluit hij zijn leven een heel nieuwe wending te geven. Op 52-jarige leeftijd heeft Drijkoningen even niets meer te doen. Nou ja, niets… eens een ondernemer, altijd een ondernemer, weet hij. Maar dat hoeft niet altijd voor eigen gewin. De nieuwe eigenaar Adri Jacobs heeft inmiddels overgenomen, met serieuze groeiplannen.
signalement april 2007
“Sinds 1980 hadden we van Sanyo ook industriële monochroom- en kleurenmonitoren in het pakket. Verder verkregen we in 1984 de vertegenwoordiging van Kent Modular Electronics Ltd., kortweg KME, een monitorenfabrikant in het Engelse Rochester. Dat bleek een interessante markt en ik zag genoeg mogelijkheden om er een kernactiviteit van te maken. Alleen, toen me de gelegenheid werd geboden om Sanyo Video BV voor eigen rekening en risico voort te zetten, dekte die naam eigenlijk de lading niet meer. Ik zocht dus een betere omschrijving van onze kernactiviteit als Value Added Distributor van beeldschermen voor de zakelijke markt. De nieuwe bedrijfsnaam werd Information Display Technology, IDT.”
Laatste buffer Onder Bronzwaer waren er nog wel Sanyo
signalement april 2007
monitoren geleverd aan Wehkamp en V&D, in de tijd van MSX-computers, Atari’s en de Commodore-64. Maar Drijkoningen koos voor de industriële markt. Hij wilde toegevoegde waarde leveren, vanaf een eerste advies tot en met de service naderhand. “Monitoren kun je overal kopen,” beaamt hij, “maar het gaat erom een relatie op te bouwen. Je moet je inleven in een project, het gaat om de
‘klein is groot genoeg’. Het werkt wel zo prettig in een klein team. Aan dozen schuiven heb ik nooit geloofd. We hebben altijd bewust kleinere fabrikanten opgezocht, waarbij de wederzijdse interesse om iets in de markt te zetten de doorslag gaf. Het is een enorm voordeel als er direct contact mogelijk is tussen je eigen technische mensen en de engineering- en quality assurance-afdeling van je leverancier.
“In dozen schuiven heb ik nooit geloofd” form-function fit en om continuïteit. Voor veel projecten is het belangrijk dat je maatwerk kunt leveren, vanaf een enkele monitor, of het nu om de kleur van een frontplaat gaat of om een speciale pinbezetting van de connector op de achterzijde. Verder hebben we altijd consequent een uitgaande inspectie uitgevoerd op alle shipments die via ons naar de afnemers gaan. Omdat wij er nog als een laatste buffer tussen zitten, krijgt de klant gegarandeerd datgene wat hij op zijn checklist heeft aangevinkt. Dat is een van de plussen van IDT en een belangrijke voorwaarde voor continuïteit.”
Klein is groot genoeg Jarenlang wisten vooral machinebouwers IDT te vinden. Een monitor ge-indesigned in een machine blijft tien, vijftien jaar in gebruik. Op den duur begonnen machinebouwers echter hun eigen mechanische delen voor inbouw te maken en platte TFT-schermen in te kopen op componentbasis. Voor IDT verschoof het accent daarop een trede hoger in de technologie. “Natuurlijk moet je daarbij wel altijd je identiteit zien te bewaren”, waarschuwt Drijkoningen. “Naast machinebouwers hebben we toen ook de scheepvaart goed kunnen bedienen”, vervolgt hij, “met maatwerk, ook gecertificeerd . Ik heb altijd geroepen
Je loopt dan vooraan bij de ontwikkelingen, je weet wat er speelt en wat er aan komt. Daarbij bezocht ik altijd de belangrijke beurzen en internationale congressen van ondermeer de Society For Information Display, SID. Dat vat ik ook onder onze toegevoegde waarde, want je moet zien dat je je afnemers één bladzijde vóór blijft, zodat je het antwoord al hebt voor zij met hun vraag komen. Natuurlijk realiseerden wij de nodige omzet op afroepbasis, maar in projecten hebben we altijd de extra uitdaging gezien. Die vormen de krenten in de pap.” Een kunst van het huis is de presentatie van een potentiële opdracht. Drijkoningen kiest daar voor een luxueus uitgevoerde brochure op maat, een feest voor het oog. “Het is heel belangrijk dat een project goed is gedocumenteerd”, benadrukt hij. “In het voorwoord formuleren we de probleemstelling van de afnemer. Dan volgt een hoofdstuk met een beschrijving van onze kernactiviteit en onze meerwaarde. Daarbij is het goed je te realiseren, dat zo’n projectbeschrijving niet alleen wordt gelezen door technische mensen, maar ook door Raden van Bestuur, door de Arbo en door alle mensen die weliswaar deel uitmaken van de decision making unit, maar waarmee je niet direct aan tafel zit.
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW SCHEIDEND IDT DIRECTEUR WIM DRIJKONINGEN
Vervolgens zoomen we in op de toepassing, eerst commercieel. We melden de leveringstermijnen, beschrijven onze ondersteuning en doen voorstellen over betalingscondities, herstel- en garantietermijnen. Dan gaan we dieper in op de functional en technical requirements van de monitor. Nu kun je die wel op papier zetten, maar de praktijk is vers twee. Altijd blijken er wel weer addertjes onder het gras. Uiteindelijk doen we een voorstel hoe het een ander er uit zou kunnen gaan zien, waarbij we steeds weer proberen verder te denken dan onze collega-aanbieders in de markt. Tot slot geven we dan nog een referentielijst met onder meer een opsomming van onze lidmaatschappen, waaronder die van FHI. Kijk, zo’n boekwerk valt op tussen de Worddocumenten van je concullega’s… Zo kan een kleine organisatie zich toch weer onderscheiden.”
Dimbaar backlight “Over het geheel gezien is er in deze branche sprake van een neerwaartse lijn in de prijsvorming. Daarbij is de kwaliteit van de Samsung, Toshiba of Sharp basispanels juist enorm toegenomen. Nog geen vijftien jaar geleden verkochten we een standaard
je ‘s nachts kunnen dimmen tot minder dan 1 cd/m2. En het geheel is gemaakt op een inzet van 24 uur per dag, zeven dagen per week, jaar in, jaar uit. Een misverstand is verder, dat het bij een monitor zou gaan om een zo hoog mogelijke lichtopbrengst. Men bedoelt een zo hoog mogelijk contrast. Een nieuwe ontwikkeling is Heliobond, een soort gel tussen glas en panel die het directe zonlicht dermate versterkt dat je met weinig backlight toe kunt. Dat scheelt warmte en dus slijtage.” De belangrijkste markt voor IDT is tegenwoordig de vervangingsmarkt. Veel monitoren worden na tien, vijftien jaar niet langer ondersteund door andere fabrikanten. Om dat probleem iets vooruit te schuiven, wil Drijkoningen bij een ‘last buy’ nog wel eens extra inkopen. Maar uiteindelijk zal er toch een vervanging moeten worden gevonden. “In de vervangingsmarkt voelen we ons uitstekend thuis, omdat we het hele analoge tijdperk hebben meegemaakt. En je moet het analoge vak verstaan wil je een vervangingsprobleem in het digitale tijdperk oplossen. We hebben het over exotische, lang vergeten standaards zoals EGA en CGA, of over Hercules, inclusief afwijkende
“Als de inspiratie minder wordt, is dat gevaarlijk” 10.4” flatpanel monitor voor 10.000 gulden. Maar bedenk wel dat je industriële monitoren nooit kunt vergelijken met de apparatuur van MediaMarkt. De verschillen zitten vooral in de diversiteit van specificaties en continuïteit. Bij KME of Richardson doen we tien, vijftien jaar met eenzelfde model. Dat ziet er dan soms wel oubollig uit, maar dat is inherent aan het eisenpakket van de afnemer. Natuurlijk zijn er ook technische verschillen. Voor de scheepvaart is een dimbaar backlight bijvoorbeeld heel belangrijk. Op de brug van een schip moet
6
pinbezetting van de connectoren. Wij kunnen in 99,9 procent een vervanging aanbieden. Daar hangt natuurlijk wel een prijskaartje aan. Of men dat ervoor over heeft, is een ander verhaal. Als we bij de klant komen kijken, kunnen we meestal ter plekke al een werkende oplossing laten zien, inclusief de noodzakelijke maatwerkkabel.”
vast. “Tegelijkertijd ging, weliswaar toevallig, het voltallige KME-management met de VUT. Daarop begon ik me af te vragen of het voor mij misschien ook tijd werd om te stoppen en eens te kijken of ik iemand kon vinden die het gedachtegoed van IDT wilde voortzetten. Het blijft natuurlijk een soort baby van je, maar eerlijk gezegd… Als ik weer eens zo’n trendonderzoek op m’n bureau kreeg, ontbrak het me de laatste jaren een beetje aan inspiratie om dat tot op de bodem uit te werken en om te zetten naar nieuwe ideeën. En als de inspiratie minder wordt, is dat gevaarlijk. Ik ben 52, bij leven en welzijn heb ik dus nog wel wat vóór me. Ik ben niet bang dat ik in een zwart gat val. Eens een ondernemer, altijd een ondernemer. Maar dat hoeft natuurlijk niet altijd voor je eigen gewin. Gedurende het bestaan van IDT heb ik twee panden verworven. Daar ga ik maar eens huurders voor zoeken. Verder wacht er wel het een en ander aan goede doelen, in Ghana bijvoorbeeld ben ik bepaalde verplichtingen aangegaan. Daar wil ik wel eens gaan kijken. En verder hoop ik natuurlijk dat FHI haar uitnodigingen voor het jaarlijkse golftournament blijft sturen.”
terugkeren in de accountancy. Hij stelde zichzelf daarop een aantal doelen: hij wilde een bedrijf waarbij hij zijn uren flexibel zou kunnen indelen. Daarbij wilde hij substantiele invloed op het beleid kunnen uitoefenen, er moest een commerciële uitdaging in zitten, hij wilde samenwerken met minimaal mbo-plussers en tot slot moest hij er een redelijke boterham mee kunnen verdienen. Daarop surfde hij langs diverse aanbiedingen op het internet en stuitte hij op IDT. Na de bevredigende afronding van de besprekingen met de adviseur van Drijkoningen restte nog een ‘softe’ voorwaarde: het moest wel klikken met het personeel. Het bedrijf is immers in grote mate afhankelijk van haar engineers. Dat klikte. In augustus werd het contract getekend, waarbij werd overeengekomen dat het bedrijf nog tot 1 januari 2007 zou worden gerund voor rekening en
risico van Drijkoningen. Op 2 januari passeerde de akte van levering. Afspraak is dat de oud-eigenaar zich voorlopig beschikbaar houdt om Jacobs bij te staan, maar in de praktijk komt dat nog nauwelijks voor. “Ik heb me voorgenomen om een maand of vier mee te lopen met het personeel hier en de leveranciers te bezoeken, om zo een idee te krijgen wat we de komende jaren kunnen verwachten”, vertelt Jacobs. “Vervolgens wil ik medio 2007 samen met een aantal mensen uit mijn directe kring een strategie uitzetten voor de komende vijf jaar, waarin de vervangingsmarkt ongetwijfeld een grote rol zal blijven spelen. We gaan op zoek naar meer nichemarkten voor monitoren en aanverwante zaken. Ik ben ter oriëntatie al bij onze leveranciers in Engeland en Duitsland geweest. Het blijft in elk geval de industriële markt.” ■
Groei gepland Drijkoningen is altijd nadrukkelijk FHI-lid geweest. “Ach, je probeert een goed lid te zijn”, beaamt hij. “En wat is dat? Door met iedereen om te gaan zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat is een belangrijke basis. De missie van FHI is het bedrijfsmatige succes van haar leden te stimuleren, en dat lukt ze aardig. Ik vind het een prettige organisatie. Hoewel de federatie met haar vier branches zo’n zes miljard euro vertegenwoordigt, blijven die mensen toch altijd maar zo benaderbaar. Dat vind ik fijn. Ik herinner me hun inspanningen toen wij plompverloren bij een verkeerde bedrijfsvereniging waren ingedeeld. Ook inzake het millenniumvraagstuk, bij de start van Technobase en voor beurzen hebben we veel aan FHI gehad. En het is een goede zaak dat FHI nu ook is gestart is met seminars over bedrijfsopvolging. Elke ondernemer krijgt er per slot van rekening vroeg of laat mee te maken. Nee, ambitie voor een bestuursfunctie heb ik nooit gehad. Ik ben geen bestuurder, dat weet ik van mezelf.”
Inspiratie minder “In feite hebben we in 2006 het beeldbuizentijdperk afgesloten”, stelt Drijkoningen
cursussen bij ABN Amro en bij de Kamer van Koophandel over het verkopen van je bedrijf en het bepalen van de waarde ervan. “Een goed verkoopmemorandum is onontbeerlijk”, doceert hij. “Als je daaraan begint, komt er heel wat boven waar je nooit aan had gedacht. In het verkoopmemorandum geef je de kracht van de onderneming weer, de kansen, de zwaktes, de markt, de concurrentie… Als ik de koper over een half jaar nog eens tegenkom, moet dat memorandum nog steeds kloppen. In februari 2006 vond via de adviseur van Drijkoningen het eerste contact met de potentiële koper plaats, een ontmoeting die vooreerst op niets leek uit te lopen. In mei van hetzelfde jaar hervatte Drijkoningen de onderhandelingen en in juli was de zaak rond. Meteen werd het personeel van IDT uitgenodigd haar vakantie kort te onderbreken om uitvoerig te worden ingelicht. Direct opening van zaken geven vond Drijkoningen belangrijk. “Als je zo’n verkoop goed wil afhandelen, moet je niet alleen eerlijk zijn naar jezelf, maar ook naar anderen. Vooral voor zo’n klein bedrijf als IDT was die openheid de beste houding.”
Verkoopmemorandum Naast zelfstudie volgde Drijkoningen
signalement april 2007
De nieuwe eigenaar is Adri Jacobs. Hij verhuist met IDT nog dit jaar naar een pand in Echt, langs de autoweg. “Adri onderschrijft de doelstelling die ik in het verkoopmemorandum heb opgenomen”, vertelt Drijkoningen, “te weten ‘ethisch verantwoord ondernemen met respect voor medewerkers, relaties en concullega’s binnen het kader van de wet- en regelgeving’. Adri is van het type peoplemanager. Dat is heel belangrijk voor IDT, omdat hij het bedrijf groter wil maken en meer mensen in dienst wil nemen. Zelf ben ik iemand die veel wil controleren… taken en verantwoordelijkheden delegeren, dat is een ander verhaal. Dan moet je kunnen loslaten. Als je dat niet kunt, komt het allemaal op je eigen bordje terecht en ben je per week zomaar tien uur bezig met dingen waar je geen plezier meer in hebt.” Adri Jacobs runde met een aantal collega’s een accountantskantoor dat in 2005 werd verkocht aan een grote regionale collega. Maar terug in loondienst beviel Jacobs niet meer, hij wilde een bedrijf voor zichzelf. Wegens zijn concurrentiebeding kon hij niet
signalement april 2007
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws BEZOLDIGING BESTUURDERS Bezoldiging in perspectief is een handzame leidraad voor commissarissen en andere betrokkenen, die concrete informatie en tools bevat over de taken, werkzaamheden en verantwoordelijkheden van de remuneratiecommissies in Nederland. Het is daarmee het meest actuele overzicht van best practices voor goed toezicht op het gebied van bezoldiging van bestuurders en andere topfunctionarissen in het perspectief van corporate governance, risicobeheersing en de naleving van weten regelgeving. Een exemplaar kunt u opvragen bij
[email protected]
Hogere subsidies voor kleine ondernemingen toegestaan Het bedrag aan subsidie dat de overheid zonder toestemming van de EU aan een bedrijf mag uitkeren, is opgetrokken van 100.000 tot 200.000 euro. Dat is het gevolg van een besluit van de Europese Commissie om de regels te vereenvoudigen en zo kleine ondernemingen te helpen. Subsidies voor bedrijven in nood en subsidies waarvan het bedrag niet van tevoren vaststaat, vallen niet onder deze vrijstelling. Deze zouden namelijk de concurrentie kunnen verstoren. Bron: Europese Commissie ■
WBSO ook mogelijk voor stagiairs In het Belastingplan 2007 is de definitie van werknemer in de Wet Vermindering Afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (WVA) uitgebreid. Onder omstandigheden kan een stagiair(e) nu als werknemer wordt aangemerkt en dus meegenomen worden voor de subsidie binnen de WBSO. Hiermee wordt een deel van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk, vergelijkbaar met R&D, fiscaal gecompenseerd. Naast uren van stagiairs in (fictieve) dienstbetrekking kunnen nu ook uren besteed aan speur- en ontwikkelingswerk worden meegenomen van stagiairs die een leerwerktraject volgen (VMBOleerlingen), een stage in het kader van een beroepsopleiding (MBO niveau 1 en 2) en degenen die een evc-procedure (erkenning verworven competenties) volgen.
Ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf die willen innoveren, kunnen vanaf 1 januari 2007 gebruik maken van de InnovatiePrestatieContracten (IPC)-regeling. Hiervoor is 17 miljoen euro beschikbaar gesteld. De IPC-regeling is een subsidieregeling speciaal bedoeld om ondernemers aan te zetten tot innovatie. Kernpunten binnen deze subsidie zijn samenwerking en kennisoverdracht. Ondernemers kunnen zelf bepalen welke innovaties zij willen realiseren, hoe zij dit doen en met wie.
Nederland moet zichzelf nog duidelijker op de internationale kaart zetten als innovatieland. Op die manier kan ons land op economisch gebied de concurrentie beter aan met andere landen. De sleutel hiertoe ligt in een actief en intensief contact met grote en middelgrote Research and Development-bedrijven. Dat blijkt uit advies van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) aan het ministerie van Economische Zaken. Bestuurders van innovatieve bedrijven moeten hiervoor meer betrokken worden bij o.a. regelgeving, overheidsprojecten en het vinden van lokale contacten. De R&D ondernemingen moeten wel passen in sectoren die voor Nederland
kenmerkend zijn, zoals bloementeelt, watermanagement en de voedingsindustrie. Bron: KvK en AWT ■
Bron: Ministerie EZ ■
Winst op uitvindingen minder belast
Bron: Kaderinfo ■
Helpdesk registratie chemische stoffen open
De octrooibox, het speciale belastingtarief van 10% voor winsten gemaakt met gepatenteerde uitvindingen, werd met terugwerkende kracht per 1 januari van dit jaar ingevoerd. Toestemming uit Brussel bleek niet nodig. De Europese Commissie heeft onlangs een mededeling uitgebracht waarin wordt gesteld dat generieke fiscale maatregelen die de kenniseconomie stimuleren, zijn toegestaan. De octrooibox maakt onderdeel uit van Werken aan Winst, het pakket maatregelen ter verbetering van het vestigingsklimaat voor ondernemingen. Onderdelen van Werken aan Winst zijn onder meer een verlaging van de vennootschapsbelasting voor bedrijven naar 25,5% en een belastingvrijstelling van 10% voor de winst van zelfstandig ondernemers.
van Chemische stoffen. De verordening heeft twee doelen: een veiliger gebruik van chemische stoffen voor mens en milieu en het behouden c.q. vergroten van het concurrentievermogen van de Europese chemische industrie. De Europese Raad heeft REACH in december 2006 aangenomen, en zal per 1 juni 2007 in werking treden. De verordening heeft gevolgen voor vrijwel alle producenten, importeurs, distributeurs en eindgebruikers van chemische stoffen.
8
IPC-regeling: 17 miljoen euro beschikbaar voor innovatie MKB
mr. Jurgen Warmerdam, tel: 015-2191253;
[email protected]
Bron: PWC ■
Begin januari is de REACH-helpdesk van start gegaan die bedrijven en hun brancheorganisaties moet ondersteunen bij de uitvoering van REACH, de Europese verordening over chemische stoffen. Het RIVM en SenterNovem voeren deze overheidshelpdesk gezamenlijk uit. REACH staat voor Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperking
Innovatieve bedrijven belangrijk voor positie Nederland in EU
De REACH-helpdesk is ingesteld om bedrijven te helpen bij de nieuwe wetgeving en informatie te geven over hun nieuwe verplichtingen. De REACH helpdesk kunt u raadplegen via internet of telefonisch: tel 070-3735905, www.reach-helpdesk.nl
Bron: Directie Voorlichting Ministerie van Financiën ■
NIEUWE RONDE INNOVATIEVOUCHERS Het ministerie van Economische Zaken heeft een nieuwe ronde opengesteld voor het aanvragen van innovatievouchers. Nieuw is dat deze voortaan een heel jaar geldig zijn. Ondernemers kunnen met de voucher kennis inkopen bij een publieke kennisinstelling als hogescholen, universiteiten of TNO. Er zijn net als vorig jaar weer 3.000 ‘grote’ (€ 7.500,-) vouchers beschikbaar. De voorwaarden zijn op twee belangrijke punten aangepast. De geldigheidsduur is verlengd van zes naar twaalf maanden na afgifte. Daarnaast mogen de instellingen waar de voucher wordt besteed nu maximaal de helft van de projectkosten uitbesteden aan een derde, private partij. Dit was eenderde. Nog steeds geldt echter: wie
het eerst komt, het eerst maalt en op =op. Tweederde van de ondernemers die in 2006 een innovatievoucher aanvroegen, vroeg daarmee ook voor het eerst subsidie aan bij SenterNovem. Vooral kleinere bedrijven vragen een voucher aan, zo’n 70 procent had minder dan tien werknemers in dienst. Ondernemers gebruiken de subsidie voor bijvoorbeeld het testen van producten en materialen, het uitvoeren van experimenten en het doorrekenen van specifieke modellen. Innovatievouchers zijn aan te vragen via: www.senternovem.nl/innovatievouchers. Bron: Kaderinfo ■
Bron: Kaderinfo ■
signalement april 2007
signalement april 2007
9
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Geen overdrachtsbelasting bij familiebedrijf
Ondernemers achtergesteld bij fiscale pensioenopbouw
Ondernemers die hun bedrijfspand overdragen aan familieleden, betalen met ingang van 1 januari dit jaar geen overdrachtsbelasting meer. Het ministerie verstaat onder familieleden een kind, kleinkind, broer, zus en echtgenoot. Een pleegkind is hierbij hetzelfde als een kind en hetzelfde geldt voor een halfbroer, halfzus pleegbroer of pleegzus. Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling geldt wel dat de verkrijger van de onderneming het bedrijf voortzet. Voorheen konden ondernemers ook vrijstelling krijgen, maar voorwaarde was toen dat zij de vrijstelling binnen een maand na de overdracht moesten aanvragen. Wanneer hier niet aan werd voldaan, moest de ondernemer het
volledige bedrag aan overdrachtsbelasting betalen. Ondernemers komen ook voor de vrijstelling in aanmerking wanneer zij hun bedrijfspand overdragen aan overheidsinstanties zoals het Rijk, de provincie of de gemeente. Daarnaast geldt de nieuwe maatregel bij een fusie of reorganisatie van een onderneming. In juni 2006 vroeg MKB-Nederland, mede namens de Koninklijke Metaalunie, om versoepeling van de regels. De minister heeft nu gehoor gegeven aan het verzoek. Lopende procedures zullen hoogstwaarschijnlijk - ten gunste van de belastingplichtigen - worden opgelost.
De overheid moet de achterstand in pensioenopbouw van ondernemers zo snel mogelijk rechttrekken. Op dit moment bestaat er een enorm verschil tussen de pensioenopbouw van de IB-ondernemer en de directeur-grootaandeelhouder (dga) enerzijds, en die van een werknemer in loondienst anderzijds. Dit zeggen MKB-Nederland en Delta Lloyd.
Voor meer info: mr. Jurgen Warmerdam,
[email protected] Bron: FD & Kaderinfo ■
De beide organisaties hebben Watson Wyatt onderzoek laten doen: ‘De gelijke behandeling van pensioen in werknemersen ondernemerssfeer’. Een IB-ondernemer met een inkomen van twee keer modaal blijkt slechts 49 procent van zijn laatstgenoten salaris fiscaal ondersteund aan pensioen op te kunnen bouwen, tegen een werknemer 100 procent. Voor de dga met een inkomen van één keer modaal is dit 71 procent. Ook blijkt uit het onderzoek dat er een onevenredig verband is tussen de hoogte van het inkomen en de pensioenopbouw.
niet het geval. De overheid moet daarom maatregelen nemen om deze fiscale ongelijkheid recht te trekken. De onderzoekers doen hiervoor een aantal aanbevelingen: • opbouwmogelijkheden voor IB-ondernemers tot 20 procent van de winst; • invoeren van een oudedagsaftrek voor IB-ondernemers; • een premie zetten op afstorten van oudedagsreserve; • verlagen van onder andere de AOWfranchise en gelijke behandeling van de indexatielasten.
De overheid heeft tot taak iedereen dezelfde kansen te bieden een adequate oudedagsvoorziening op te bouwen, menen MKB-Nederland en Delta Lloyd. Dat is nu
drs. Patrick Koimans, tel: 015-2191419;
[email protected]
Ruimere werktijden in nieuwe Arbeidstijdenwet Keuze UWV of commerciële verzekeraars afhankelijk van bedrijfssituatie Een werknemer moet volgens het kabinet straks diensten kunnen draaien van twaalf uur lang, tegen maximaal tien uur nu. Het gemiddelde aantal uren dat een werknemer per week mag werken, wordt ook ruimer in de nieuwe Arbeidstijdenwet. Dat heeft het kabinet vrijdag besloten op advies van minister De Geus van Sociale Zaken. Zo geldt nu nog over een periode van dertien weken een maximum werktijd van gemiddeld 45 uur per week. In het wetsvoorstel van De Geus wordt dat over een periode van vier weken gemiddeld 55 uur per week of per zestien weken gemiddeld 48 uur. Door de nieuwe wet wordt het aantal regels over maximum
10
werktijden met tweederde teruggedrongen tot vier normen. Door minder en eenvoudiger regels moeten werkgevers en werknemers meer ruimte krijgen om in onderling overleg de werktijden per dag en per week in te vullen. Dat geldt ook voor overwerk en pauzes. De minister heeft zich in zijn wetsvoorstel laten inspireren door een advies van werkgeversorganisaties en de vakbeweging in de Sociaal-Economische Raad. De sociale partners gaan ervan uit dat minder regels nodig zijn, omdat binnen werkorganisaties goede afspraken te maken zijn. De Geus verwacht dat door ruimere regels de internationale concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven verbetert.
Dat geldt volgens hem vooral voor industriële bedrijven, die vaak met ploegendiensten werken. De wet blijft wel extra bescherming bieden bij het werken ‘s nachts. Een nachtdienst mag niet langer dan tien uur duren. Bij regelmatige nachtarbeid mag de werkweek over een periode van zestien weken hooguit gemiddeld veertig uur duren. Verder kunnen werkgevers via afspraken met vakbonden en de ondernemingsraad niet meer dan 140 nachtdiensten per jaar inroosteren. Na het werken ‘s nachts gelden ook langere rusttijden.
Bron: Kaderinfo ■
Veilig werken met chemische stoffen Meer vrijheid en verantwoordelijkheid Staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft ruim drie ton subsidie toegekend aan werkgevers en werknemers voor het opstellen van leidraden voor veilig werken met chemische stoffen op de werkplek. Vanaf 1 januari geeft de overheid nog maar voor een beperkte groep stoffen aan wat de wettelijk toegestane maximale concentratie (publieke grenswaarde) is waaraan mensen mogen worden blootgesteld, zonder dat hun gezondheid hier schade van ondervindt. Het bedrijfsleven is zelf verantwoordelijk om voor het merendeel van de gevaarlijke stoffen die het gebruikt grenswaarden op te stellen. Zij kan hiervoor terugvallen op de onderbouwing van de oude lijst met wettelijke grenswaarden. Voor de overige stoffen moet het zelf die onderbouwing verzorgen. De subsidie die de staatssecretaris nu toekent, is bedoeld om leidraden te ontwikkelen waarmee veilige grenswaarden en werkwijzen kunnen worden opgesteld. Het gaat om eenmalige financiële steun, voor een projectvoorstel dat de sociale partners zelf hebben ingediend (via de SER) en waar zij zelf voor verantwoordelijk zijn. Voorwaarde daarbij is dat de leidraden ook voor het midden- en kleinbedrijf inzichtelijk, goed hanteerbaar en praktisch moeten zijn. Bovendien moeten ze leiden tot veilige grenswaarden en veilige werkwijzen. www.minszw.nl Bron: Kaderinfo ■
Bron: persbericht ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ■
signalement april 2007
signalement april 2007
11
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Duurzame benutting aardgasbaten Werkgevers lanceren Deltaplan voor versterking economie
Passief
Het nieuwe kabinet moet een langjarig investeringsplan (tot 2020) opzetten om de economie robuust en duurzaam te versterken; te financieren uit de aardgasbaten. Deze investeringen zijn nodig voor die gebieden die nu een achterstand hebben: bescherming tegen het water, duurzame mobiliteit, duurzame energie en kennis en innovatie. MKB-Nederland en VNO-NCW pleiten hiervoor in hun Deltaplan Duurzame Economische Structuurversterking. De voorraad aardgas in ons land zal naar verwachting rond 2040 opdrogen en daarmee ook de extra baten ervan. Het is daarom zaak nu na te denken hoe deze opbrengsten op een verstandige en duurzame manier kunnen worden ingezet. Naast de genoemde investeringen willen de beide werkgeverskoepels het resterende geld gebruiken om de staatsschuld af te lossen. Het leitmotiv is dat ons land ook voor toekomstige generaties een land is waar met plezier en enthousiasme wordt geleefd en gewerkt. Onze kleinkinderen moeten kunnen zeggen: “ze hebben het goed gedaan, we hebben wat gehad aan dat gasgeld”. De beide werkgeverskoepels hebben vier thema’s benoemd en daarbij de noodzakelijke investeringen berekend. De eerste is fysieke bescherming tegen het water. Belangrijk om
droge voeten te houden en het productiepotentieel te behouden, maar ook voor het imago van ons vestigingsklimaat. Naar schatting is hiervoor circa 7,5 miljard euro nodig. Een en ander is afhankelijk van het tempo van klimaatverandering (deskundigen verschillen van mening), waar zijn de economische schaderisico’s het grootst en hoe kunnen we in de ruimtelijke ordening en de manier van bouwen deze beperken. Duurzame mobiliteit vraagt om evenwichtige investeringen in wegen, openbaar vervoer en vaarwegen, thema twee. De investeringen hier moeten worden ingezet voor een combinatie van kilometer-beprijzing (wat ook weer geld oplevert), extra wegcapaciteit én schone voertuigen. Het kabinet heeft hiervoor al tot 2020 80 miljard euro uitgetrokken (Nota Mobiliteit), maar volgens MKB-Nederland en VNO-NCW is er nog 15 miljard euro méér nodig. Voor herstructurering van oude en de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen voorzien VNONCW en MKB-Nederland nog een investering van 1,5 miljard euro. Ons land is nog te afhankelijk van fossiele brandstoffen, met alle gevolgen voor de CO2-uitstoot van dien. Thema drie gaat dan ook over de overgang naar een duurzame energievoorziening. Er moet worden geïnvesteerd in onderzoek en innovatie en een snellere toepassing van energiebesparende maatregelen in (bestaande)
woningen. Het overheidsbudget hiervoor zal moeten toegroeien naar een miljard euro extra per jaar, cumulatief tot 2020 vraagt dat een investering van zo’n 7,5 miljard euro. Om de energie-intensieve industrie bij te staan in de internationale concurrentie ontkomen we - volgens de twee koepels ook niet aan meer kernenergie. Tot slot thema vier: onderwijs, onderzoek en innovatie. Ons land investeert nog veel te weinig hierin om de ambities waar te maken. Het Innovatieplatform heeft een goede Kennisinvesteringsagenda opgesteld, met extra middelen voor innovatieprogramma’s als brug naar het bedrijfsleven. MKBNederland en VNO-NCW en nog een groot aantal organisaties hebben onlangs deze agenda onderschreven. De inzet van ICT moet worden erkend als innovatie-as. Zeker in de publieke sector kan (moet) het ICT-gebruik nog worden aangejaagd. Alles bij elkaar is een investering nodig van 12,5 miljard euro. Het Deltaplan duurzame economische structuurversterking is te downloaden van www.mkb.nl. drs. Joep Rats, tel: 015-2191283,
[email protected] Bron: Kaderinfo ■
Een veel gehoorde klacht is dat bureaus passief zouden zijn. Hebben wij geen last van. Van passiviteit. Wel van passieviteit. Dat zorgt ervoor dat wij ook in deze tijd een gezonde groei doormaken. Groeit u mee?
signalement april 2007
13
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
■ CONJUNCTUUR
Investeringen research & development nemen weer toe Nederland investeert weer meer in onderzoek en ontwikkeling. De investeringen in R&D namen over de hele linie met 6% toe. Koploper was de zorgsector, waarin veel moest worden geïnvesteerd als gevolg van het nieuwe zorgstelsel en gewijzigde administratieve modellen. De lage notering van de telecomsector volgt op een periode van grote investeringen die eerst moeten worden terugverdiend. Bron: CBS ■ van een aantal cases zullen zij de de
Investeringen research & development Sector
Uitvoervolume 9 procent hoger
R&D in % omzet
Gezondheidszorg Software en internet Hardware en electronica Luchtvaart Automotive Overige maakindustrie Telecom Chemie en energie
0
2
4
6
8
10
12
Ruim tien procent groei in technologiebranches Bij de Nederlandse bedrijven in de technologiebranches zijn zowel de orderontvangst als de omzet in 2006 fors gestegen. Met percentages van respectievelijk 10,7 en 10,2 was de groei veel sterker dan de afgelopen jaren. In 2007 zal de groei lager uitkomen. FHI, federatie van technologiebranches maakte dit bekend naar aanleiding van het trendonderzoek onder haar achthonderd bedrijven die zijn verdeeld over de branches industriële elektronica, industriële automatisering, laboratorium technologie en medische technologie. De totale omzet in deze vier branches bedroeg over 2006 bijna zes miljard euro.
“Hoewel de branche medische technologie met bijna 21% meer omzet het hardste groeide, zijn we het meest verrast door de groei in de laboratorium branche” stelde FHIdirecteur Kees Groeneveld in zijn toelichting op de cijfers. “Door de jaren heen was de ontwikkeling in de laboratorium technologie altijd heel gematigd stabiel, meestal net iets meer dan de inflatie. Dat deze branche nu acht procent is gegroeid in omzet en zelfs 9,7% meer orders heeft geboekt kan het uitstralingseffect zijn van de groei in de medische sector, maar het zal zeker ook te maken hebben met investeringen die zijn losgekomen in specifieke testlaboratoria en nieuwe researchcentra” aldus Groeneveld. De elektronica branche profiteerde van het conjuncturele herstel van de economie en
groeide met 14% in omzet. Dat de toename in orderontvangst in die branche beperkt bleef tot een kleine 6% duidt er volgens FHI op dat de groei in 2007 waarschijnlijk minder sterk zal zijn. De branche industriële automatisering profiteert veel minder dan de andere technologiebranches van de economische groei. De omzet is in 2006 nauwelijks gestegen. De groei in de orderontvangst van 6,3% is voor de brancheorganisatie aanleiding te veronderstellen dat in de industriële automatisering de upswing wat later komt dan in de andere branches. Overigens wijst FHI er op dat echte grote investeringen in industriële productie nog steeds wat uitblijven. Bron: FHI Trendonderzoek ■
Omzetgroei industrie 10 procent De Nederlandse industrie heeft in januari 10 procent meer omgezet dan in januari 2006. Al bijna drie jaar is de omzet elke maand hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. De hogere omzet kan bijna geheel worden toegeschreven aan een grotere afzet. De licht gestegen afzetprijzen speelden nauwelijks een rol. In alle branches van de industrie werd meer omgezet. De sterkste omzetgroei werd gemeten in de hout- en bouwmaterialenindustrie, waar de omzet bijna 25 procent hoger was. Het zachte weer in januari heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Ook de metaalindustrie deed het goed met 18 procent meer omzet. In het binnenland werd 9 procent meer omgezet. Op de buitenlandse markt was de 14
omzettoename 10 procent. Al bijna een jaar groeit de export meer dan de omzet op de
binnenlandse markt.
Het volume van de uitvoer van goederen was in januari, gecorrigeerd voor werkdageffecten, 9 procent groter dan in januari 2006. De invoer nam eveneens met 9 procent toe. De samenstelling van de werk- en feestdagen had in januari een licht opwaarts effect op de handel met het buitenland. De in- en uitvoerprijzen veranderden slechts weinig ten opzichte van een jaar eerder. In januari 2007 werd voor 27,1 miljard euro aan goederen uitgevoerd, 10 procent meer dan een jaar eerder. De waarde van de goedereninvoer kwam uit op 24,6 miljard euro. Dat is 9 procent meer dan in januari 2006. Hiermee kwam het overschot op de handelsbalans uit op 2,6 miljard euro. Dat is een half miljard euro hoger dan een jaar eerder. Bij de uitvoer was vooral de waarde van handel met niet-EU-landen hoger. De invoer liet een tegengesteld beeld zien.
Daar was vooral de waarde van de handel met EU-landen fors hoger. In het jaar 2006 is de importwaarde met 14 procent toegenomen, tot 284,8 miljard euro. De export van goederen steeg in 2006 met 13 procent en bereikte een recordwaarde van 318 miljard
%-mutatie t.o.v. jaar eerder 20 15 10 5 0 -5 -10
2003
2004
De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in januari 0,7 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Het is de kleinste toename van de afzetprijzen in bijna drie jaar. In december 2006 was de prijsstijging nog drie keer zo groot. Toen lagen de afzetprijzen 2,2 procent hoger dan een jaar eerder. In het jaar 2006 waren
��������������������������������
��������������������������������
����
����
���� signalement april 2007
2006
2007
Werkdaggecorrigeerd
de producten van de industrie 4,8 procent duurder dan in 2005. Binnen de industrie zijn er grote verschillen in prijsontwikkeling. In januari 2007 waren de producten van de aardolieverwerkende industrie 15 procent goedkoper dan een jaar eerder. Dit komt door de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. Zonder de aardoliever-
Bron: CBS ■
�� � � � � � �� ��
����
2005
Oorspronkelijk
Geringe toename afzetprijzen industrie
���������������
����
Bron: CBS ■
Uitvoer goederen (volume)
����������������������
�� �� � � � �� ��
euro. Het handelsoverschot in 2006 was met 33,2 miljard het hoogste ooit gemeten. Gecorrigeerd voor prijsveranderingen en werkdagen was de uitvoer 9 procent hoger dan in 2005 en de invoer 10 procent hoger.
werkende industrie zouden de afzetprijzen van de industrie 3,2 procent hoger liggen dan in januari 2006. Ook in de laatste drie maanden van 2006 lag de toename van de afzetprijzen exclusief de aardolie-industrie in deze orde van grootte. In tegenstelling tot de olieprijzen zijn de prijzen van metalen op de wereldmarkt juist sterk gestegen. Mede hierdoor lagen de afzetprijzen in de basismetaalindustrie ruim 12 procent hoger dan in januari 2006. Ook de producten van de houtverwerkende industrie zijn in een jaar tijd veel duurder geworden. De prijzen van houtproducten waren in januari 9 procent hoger dan een jaar eerder. Bron: CBS ■
���� signalement april 2007
����
����
����
���� 15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ COLUMN FREEK ROOZE
“Onthoud ons die voeding niet!” Onderhandelaar regeerakkoord dankbaar voor innovatie-input van FHI Rond de kerst belde Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie en mede-onderhandelaar voor het regeerakkoord, FHI-directeur Kees Groeneveld voor extra input voor de onderhandelingen. In zijn vakantie produceerde Groeneveld een stuk en Slob maakte hier dankbaar gebruik van. Slob maakt nu tijd voor een interview met Signalement. “Je bent toch gek als je de kennis die er in de samenleving is niet benut. Groeneveld leverde me een prachtig stuk aan, wat ook in de lijn lag met hoe wij ons als fractie hadden opgesteld,” aldus Arie Slob. Als kamerlid is Slob al langer betrokken bij innovatie en pleitte in de Kamer meermaals voor een ‘moderner industriebeleid’. Op alle beleidsterreinen benaderde Slob sleutelpersonen uit de samenleving. Voor de economische paragraaf zo’n vier tot zes mensen. “Dit zijn mensen die ik eerder had ontmoet en waarvan ik onder de indruk was en dacht: Hé, dat zijn mensen met kennis. Mensen waarvan ik het vertrouwen had dat ze niet een heel boodschappenlijstje zouden sturen waar alleen eigenbelang in zou zitten, mensen die verder keken. Met Kees ben ik daar absoluut niet in teleurgesteld, mijn complimenten over wat hij aanleverde.”
“Hé, dat zijn mensen met kennis, zonder een heel boodschappenlijstje waar alleen eigenbelang in zit, mensen die verder kijken”
aan hierin zittingnemende ministers, en daarmee niet langer beperkt worden tot vierjarige visies. Niet alleen op economisch gebied, ook op andere onderwerpen is de CU de grote winnaar van het regeerakkoord. Hoe is hen dat gelukt? “Zulke geheimen moet je eigenlijk niet verklappen,” zegt de oud-leraar geschiedenis, terwijl hij dan toch uit de school klapt. “We hebben actief deelgenomen en onze punten in de gesprekken in gebracht. Bij zowel CDA als PvdA leverden onze punten veel herkenning op èn erkenning van de noodzaak om het een plek in het regeerakkoord te geven. Wellicht speelde ook mee dat we een kleine fractie zijn en Rouvoet en ik als generalisten opereerden en altijd informatie uit eerste hand hadden, terwijl de andere fracties uit tweede hand putten.”
Wat is die visie dan? Tot op heden hebben we enkel gezien dat economische groei gepaard gaat met een groei van de CO2 uitstoot. Is innovatie dan het sleutelwoord om ervoor te zorgen dat dit verandert? “Dat is correct. Innovatie is voor het bedrijfsleven aan de ene kant van belang om marktpositie te behouden en daarnaast om onze doelstellingen van duurzaamheid te halen. Juist door te innoveren kun je dat element van duurzaamheid een plek geven: in de producten die je ontwikkelt.” stelt Slob. Hij erkent dat bedrijven nu vooral denken aan milieuregelgeving en daardoor duurzaamheid toch eerder als lastpost dan als kans zien. “We moeten daarom de juiste randvoorwaarden gaan creëren en stimuleren om het bedrijfsleven die richting uit te krijgen. Er zijn bedrijven die hier al heel ver mee zijn, het zeer goed tussen de oren hebben zitten, en er zijn bedrijven die een duwtje in de rug nodig hebben. Daarom zullen er naast andere maatregelen ook financiële prikkels gaan komen. En als
16
Er is niet voor gekozen om aan de formatietafel oplossingen te bedenken. Voor het probleem van de aansluiting van onderwijs naar arbeidsmarkt is het voorstel van Groeneveld voor een taskforce één op één overgenomen. “We moeten gewoon hardop erkennen dat er een groot probleem is dat hoog op de agenda hoort. Anders wordt het alleen nog groter, met alle gevolgen van dien.” Onze rol als FHI hoeft overigens nu niet over te zijn: “Het kabinet heeft aangegeven maatschappelijke organisaties bij beleidsvorming te willen betrekken en dit geldt ook richting kamerfracties. Het is niet van: ‘U roept, wij draaien’, maar besef wel dat de politiek het nodig heeft dat ze vanuit de samenleving wordt gevoed. En wij staan voor iedereen open, onthoud ons die voeding niet!”
“De politiek heeft het nodig dat ze vanuit de samenleving wordt gevoed”
Tot slot toch nog een persoonlijke vraag. Hoe ervaarde hij de onderhandelingen? “Op het moment dat ik aan tafel schoof met Bos, Balkenende, Wijffels en nog wat mensen, ging ik gewoon aan het werk. Ik heb me gerealiseerd dat wat we hier bespraken de komende vier jaar bepalend zou zijn voor de ontwikkeling van het land en heb een grote verantwoordelijkheid gevoeld, dat was heel serieus. Maar we hebben van tijd tot tijd ook gelachen en plezier met elkaar gehad.” En hoe was dat dan met Balkenende en Bos, die elkaar kort ervoor voor van alles hadden uitgemaakt? “We zijn professionals en uiteindelijk moet niet het persoonlijke belang en gevoeligheden, maar ‘waar moeten we heen met het land’ centraal staan, en dat is goed gebeurd. In de media vinden ze het wel mooi om dit soort zaken uit te vergroten, maar als dit gesprekken blijft domineren, dan heb je in de politiek niets te zoeken, en hetzelfde geldt voor het bedrijfsleven.” ■
“Innovatie is van belang om de marktpositie te behouden daarnaast om onze doelstellingen van duurzaamheid te halen” De input van FHI is door de ChristenUnie (CU) voor een groot deel in het regeerakkoord verwerkt: naast de nadruk op het belang van innovatie zijn wel heel concrete voorstellen van Kees Groeneveld overgenomen. Zo moet er nu een taskforce ‘Technologie, onderwijs & arbeidsmarkt’ komen, een versterking van de WBSO-regeling (technologiesubsidies) en verdere uitbreiding van de innovatievouchers komen. Ook komt het voorstel voor een nieuwe opzet van het innovatieplatform erin terug. Deze moet in de toekomst niet langer gelieerd zijn
overheid zullen we bij onze eigen aanbestedingen een voorbeeldrol moeten gaan spelen.”
Hoe verklaart een generalist dat er onder de economische paragraaf wel geschreven wordt over de aansluiting naar de arbeidsmarkt, maar dit onder onderwijs nauwelijks terugkomt? Dit gebeurt nog duidelijker bij de paragraaf duurzaamheid, waar innovatie een prominente plaats krijgt, terwijl in de economische paragraaf enkel wordt gerept over een duurzame ontwikkeling van de welvaart. “Het akkoord zou anders drie keer zo dik zou zijn geworden. De visie van het regeerakkoord verandert niet.”
signalement april 2007
signalement april 2007
De geselecteerde beursbezoeker Freek Rooze
Ondernemers, let op uw saeck! HET Instrument 2006 ligt voor uw gevoel misschien wel net achter u, maar de 2008-editie is er al weer over 12 maanden.
Als u van de volgende jacht op leads een succes wil maken, dan zult u dit evenement dus nu al enige overdenking moeten geven. Of heeft u twijfels over een volgende deelname vanwege de trend in het dalende bezoekersaantal? Ik vraag me af of dat laatste nou echt wel zo ongunstig is. Vrijwel iedere exposant die ik sprak, was goed te spreken over de kwaliteit van de bezoeker. Ook de gemiddelde tevredenheid van de bezoeker lag op een mooie 7,5. Hoger dan ooit. Die combinatie van een betere bezoekerskwaliteit, een hogere bezoekerstevredenheid én een lager bezoekersaantal zagen we ook al in voorgaande jaren. Volgens mij zijn het indicaties van hetzelfde fenomeen. Laat ik dat uitleggen. De vakbeursbezoeker is volgens een promotieonderzoek van Wiegerink (2002) onder te verdelen in zes typen. De ‘oriënterende slenteraar’ (24% van het totaal), de ‘anti-beursganger’ (19%), de ‘doelgerichte informatieverzamelaar’ (21%), de ‘netwerker’ (20%), de ‘transactiegerichten’ (12%) en de ‘seminargangers’ (4%). De eerste twee types bereiden zich niet of nauwelijks op het beursbezoek voor en hebben geen doel; met dit verschil dat de anti-beursganger in ‘no-time’ over de beurs vliegt en snel weer vertrekt. De overige vier typen hebben wel een doel. Het opvallende is dat twee eerste typen gemiddeld negatiever oordelen over een vakbeurs dan elk van de vier andere typen. Dat kan geen toeval zijn. Wie zonder echt doel over de beurs rondzwerft, heeft er waarschijnlijk ook niet veel te zoeken (en weinig te besteden). Aan die doelloosheid hebben e-mail en internet sinds dat onderzoek gedeeltelijk een einde gemaakt. De digitale informatieovervloed voorafgaand aan de beurs zal op de anti-beursganger ontmoedigend werken. Je realiseren dat er voor jou weinig bij is en dan toch komen past niet meer in deze tijd. Wellicht dat interessante congressen op de beurs ze tot seminarganger kunnen omvormen. De vraag blijft echter in hoeverre ze voor exposanten dan van werkelijke waarde zijn. Zolang u in uw communicatiedrang niet alle specifieke informatie op Internet zet, zal de informatieverzamelaar weinig redenen hebben om weg te blijven. De oriënterende slenteraar zult u meer redenen moeten geven om een bezoek, zowel voor hen als voor u, interessant te maken. U zult ze sterker moeten ‘teasen’. Daar zijn nieuwsbrieven, al dan niet per e-mail, een heel goed middel voor. De netwerkers en transactiegerichten zullen altijd wel blijven komen. Voor hen is een beurs veel meer dan informatie verzamelen. Zo bekeken werkt Internet dus positief selecterend op de beursbezoeker. En daar kunnen we alleen maar blij mee zijn.
[email protected] ■
17
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ FEDERATIENIEUWS
Nieuwe stap in professionalisering FHI-bureau
Golf-tournament 2007 Traditiegetrouw organiseert FHI iedere laatste donderdag van augustus het FHI-Golftournament. Noteert u de datum voor de 19e editie van dit evenement vast in uw agenda: Datum: donderdag 30 autustus 2007 Locatie: golfbaan Welderen te Elst. Het Golftournament functioneert als netwerkactiviteit voor de leden en de relaties van FHI. Iedereen is weer fris in het hoofd na de vakantie en de vier FHI-branches en FHI-relaties lopen lekker door elkaar. Het Golftournament biedt plaats aan ervaren, onervaren en niet- golfers. Voor meer informatie over deelname en sponsormogelijkheden kunt u contact opnemen met Renée Boerma, tel (033) 4657507,
[email protected] ■
18
Het FHI-bureau groeit. Het team van mensen dat de belangen behartigt van de bedrijven die zijn aangesloten bij de vier technologiebranches groeit niet alleen in omvang, maar ook in kracht en professionaliteit. Met ingang van het nieuwe jaar werd het managementteam versterkt met een nieuwe manager communicatie en beurzen, drs. Maiken Larsen. Daarnaast is binnen het managementteam ir. Paul Petersen aangewezen als plaatsvervangend federatiemanager/directeur voor drs. Kees Groeneveld bij diens eventuele afwezigheid.
Binnen de raamstructuur die nu is gevormd is ook beter dan voorheen voorzien in de vervanging bij afwezigheid voor elke sleutelfunctie. Bovendien wordt het nu mogelijk instromende jonge mensen een groeipad te bieden binnen de organisatie en andersom kan er ook gewerkt worden aan een ‘kweekvijver’ voor talent waarmee intern kan worden voorzien in vacatures die in de toekomst kunnen ontstaan. Daarmee is tegelijkertijd de dynamiek en de stabiliteit van het FHI-bureau versterkt. ■
Directie en bestuur van FHI kwamen halverwege 2006 tot de conclusie dat de organisatie van het bureau op een aantal punten versterking behoefde. In het verlengde van het beleidsvoornemen om meer aandacht en invulling te geven aan belangenbehartiging voor de leden in ‘Den Haag’, werd geïdentificeerd welke verbeteringen mogelijk en gewenst zouden kunnen zijn. Het eerste uitgangspunt betrof de wens om te komen tot eenduidige leiding voor elke bureaumedewerker. Dat betekent dat elke branchemanager een team moet gaan leiden van drie mensen, een branchemedewerker, een brancheassistent en de manager zelf. Voor de branches Industriële Elektronica en Industriële Automatisering is dit nu gerealiseerd. De branches Laboratorium Technologie en Medische Technologie delen voorlopig nog een branchemedewerker. Een tweede uitgangspunt dat werd gedefinieerd betreft het vrijmaken van de federatiemanager/directeur van direct uitvoerende activiteiten. In de uitwerking daarvan werd binnen het managementteam een portefeuille externe secretariaten en HRM geformeerd, die Marina van den Berg beheert. De nieuw ingestelde functie van manager communicatie en beurzen betekent dat er ook voor dat deel van de activiteiten nu een team van drie mensen gesteld staat. Als derde empowerment issue kwam de wens op tafel om het interne zelforganiserende vermogen van het bureau te versterken. In verband daarmee werd aan de plaatsvervangingsrol van Paul Petersen toegevoegd dat hij samen met de directeur verantwoordelijkheid en bevoegdheid heeft gekregen om de interne werkprocessen te beheren en te beheersen. Belangrijk in dit verband is dat voor de boekhouding/administratie een nieuwe financieel specialist is aangetrokken op detacheringsbasis, Anne Wind. Hij vervangt Win Stolwijk, die na veertien jaar trouwe dienst aangaf zich te willen concentreren op andere werkzaamheden binnen zijn eigen administratiekantoor.
signalement april 2007
Organigram FHI DIRECTEUR (KEES GROENEVELD)
MANAGER EXTERNE SECRETARIATEN/HRM (MARINA V.D. BERG)
MEDEWERKER ADMINISTRATIE (ESTHER V. GEMEREN), SYSTEEMBEHEER (BERTRAM POORT) RECEPTIE (SHIRLEY V. SCHAARENBURG) MEDEWERKER EXT. SECRETARIATEN (NICOLE EESTERMANS)
BOEKHOUDER (EXTERN) (ANNE WIND)
MANAGER COMMUNICATIE & BEURZEN (MAIKEN LARSEN)
MEDEWERKER COMMUNICATIE & BEURZEN (LINDA DEKKER) MEDEWERKER BEURZEN (PETRA BRONSEMA)
MANAGER INDUSTRIËLE ELEKTRONICA (PAUL PETERSEN)
MANAGER INDUSTRIËLE AUTOMATISERING (EELCO VAN HARTEN)
MANAGER LABORATORIUM TECHNOLOGIE (ANDREAS MEIJER)
MANAGER MEDISCHE TECHNOLOGIE (LUC KNAVEN)
BRANCHEMEDEWERKER (BIRGIT ALBERSEN) BRANCHEASSISTENT (RENÉE BOERMA)
BRANCHEMEDEWERKER (JETHRO BRUSSAARD) BRANCHEASSISTENT (MARJOLEINE HAISMA)
BRANCHEMEDEWERKER (REMCO SIEBOLS) BRANCHEASSISTENT (SJOERA GOEDHART)
BRANCHEMEDEWERKER (REMCO SIEBOLS) BRANCHEASSISTENT (PETRA BRONSEMA)
signalement april 2007
19
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
Piet de Vries (54) werd FHI-bestuurslid in 1995, het jaar dat hij bij Air-Parts begon als algemeen directeur. In 2001 stapte hij in dezelfde functie over naar Van Reijsen
de bollenstreek, maar ook in de Flevopolder en in het noorden van Noord-Holland. Dat zijn bij uitstek de gebieden waar bollen zich vermenigvuldigen. En daar gaat het uiteindelijk om. Je stopt er twee in de grond en je wilt er zes terug.”
Is er leven na FHI? Voormalig FHI-bestuurslid Piet de Vries werd directeur Keukenhof
Wat is de missie van de Keukenhof? “De Keukenhof wil – voor de hele wereld – de etalage van de Nederlandse sierteelt zijn, met de nadruk op bolgewassen. Dat begon in 1949. Het initiatief kwam van zo’n dertig kwekers die dat eerste jaar hoopten op 30.000 bezoekers. Het werden er meteen 200.000. Tegenwoordig zijn we een tentoonstelling van wereldformaat en ontvangen we in nauwelijks negen weken tijd 800.000 bezoekers. Daarmee zijn we – gemeten naar het aantal bezoekers per dag – de best bezochte attractie van Nederland .”
Elektronica, een bedrijf dat behoorde tot het beursgenoteerde Batenburg Beheer. Hier organiseerde hij de fusie tussen Van Reijsen Elektronica, Ingenieurs-
De Keukenhof is dus negen weken per jaar open?
bureau Hartogs en Perk
“Ja, langer kunnen wij de bloemen niet laten bloeien, in de volle grond is dat onmogelijk.”
Elektrotechniek, die in 2005 zijn beslag kreeg in
Bent u er als directeur desondanks het hele jaar druk mee?
de vorm van het huidige
U had het over lagelonenlanden. Snijbloemen komen tegenwoordig nogal eens uit Afrikaanse kwekerijen. Een dergelijk concurrentiegevaar dreigt niet voor de Nederlandse bollenproductie?
“Zeventig procent van onze bezoekers komt uit het buitenland, waarbij de omringende landen, Engeland, Duitsland, Frankrijk en België de voornaamste zijn. Maar landen zoals Japan, China en India zijn eveneens belangrijk. Buiten het seizoen zijn we onvoorstelbaar hard bezig met het organiseren van beurzen, het bijwonen van seminars en lezingen in het buitenland… alles om ons product maar aan de man te brengen. Verder moet de tuin uiteraard in gereedheid worden gebracht voor het volgende seizoen en er moet voldoende personeel zijn tegen die tijd. Dan heb ik het over meer dan zeshonderd medewerkers. Verder is er de zorg voor de infrastructuur, de gebouwen moeten in orde zijn, et cetera. En dan hebben we ook nog eens een groot aantal andere activiteiten buiten het seizoen, die zich voornamelijk in de gebouwen afspelen.”
“Nee, het bijzondere van bollen is, dat ze het beste gedijen in een klimaat waar het af en toe ook wel eens koud is. Bijzonder goed voor de bol zijn onze zandgronden, vandaar dat bollenproductie zich concentreert hier in
“De bollensector is momenteel voor Nederland één van de snelst groeiende industrieën, ook wat betreft bruto inkomen. Dat geeft veel goodwill. Het Koninklijk huis
HPR Techniek. Juist toen dit bedrijf zich had ontwikkeld tot een winstgevende activiteit, werd De Vries een prachtige, nieuwe kans geboden: directeur te worden van de Keukenhof. “Ik woon al jaren in de bollenstreek, in Katwijk. Het was voor mij natuurlijk een vertrouwde naam, maar nu kom ik erachter dat de Keukenhof nog veel meer bekendheid geniet dan ik veronderstelde. Ik ben inmiddels in wat landen buiten Europa geweest, Amerika, China, Japan… Je hebt geen idee hoe bekend de Keukenhof daar is. Als je directeur mag worden van zo’n mooi bedrijf, is dat bepaald een voorrecht.”
20
Anders dan elektronica? “Als dingen verder uit elkaar zouden kunnen liggen dan 180 graden, dan was dat hier het geval. In de elektronica hebben we het voortdurend over innovatie en vernieuwing, over concurrentieverhoudingen, de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden, het Nederlandse technologiebeleid… Hier spelen heel andere zaken.
De Keukenhof is absoluut marktleider. Op de hele wereld bestaat er niet zo’n mooie bloementuin als de Keukenhof. Bedenk dat negentig procent van de bollenproductie in de wereld plaatsvindt in Nederland – de bol is dan ook een belangrijk exportproduct. En de Keukenhof sluit prachtig aan bij de drie entiteiten waar Nederland bekend om is: de molen, de klomp en de tulp.”
signalement april 2007
signalement april 2007
is hier heel vaak op bezoek, of een minister met een buitenlandse collega, ambassadeurs… Daardoor hebben wij makkelijk ingang bij heel veel instanties en daar zijn we trots op.”
Zijn er helemaal geen minpuntjes? Milieuproblematiek bijvoorbeeld? “Nee, de bol is geen vijand van het milieu. Je hoeft niet gek veel te spuiten. Bovendien is er geen enkele industrie waar de milieuaspecten zo nauwlettend in de gaten worden gehouden, niet alleen door onze eigen overheid, maar ook door het importerende buitenland, met name de VS en Japan. Dus we kunnen spreken van een heel milieuvriendelijk product.” “Dus, is er leven na FHI? Zeker, je hebt er een dagtaak, een jaartaak aan en meer dan dat. Het is ongelooflijk hard werken. En wat je natuurlijk node laat gaan, is het grote aantal vrienden bij FHI. Waar ik altijd heel warm van werd was de saamhorigheid en de warmte naar elkaar binnen de besturen waarin ik zitting had. Ik heb meegedaan in werkgroepen op het gebied van kwaliteitsbeheersing, loodvrij solderen, EMC-problematiek... en heel fijn samengewerkt met mensen zoals Alfred Nijkerk, Ton Kersbergen, Dick Rakhorst en Eric van Schagen. Daar kijk ik met heel veel vreugde op terug.”
Bent u tegenwoordig minder aangewezen op een branchevereniging? “Er is geen branche, geen markt, waar zoveel partijen een rol spelen als in de bollensector. Denk aan de bollenbonden, aan veilingen, aan voorlichtingsactiviteiten, et cetera. Deze branche is bijzonder sterk georganiseerd.”
U bent nog niet in een nieuwe bestuursfunctie gerold? “Ja, daar ik ben wél in gerold. Ik doe al iets aan het bloemencorso en ik ben actief op het gebied van bollen-export. Zo gaat dat.” ■
21
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
■ MILIEU & DUURZAAMHEID
Werkdruk, veelkoppig monster?
De waarde van coaching
Werkdruk is een veelkoppig monster. Veel mensen klagen dat ze er last van hebben. En volgens het CBS heeft zelfs zo’n 10% van alle werkenden last van burn-out. Onlangs kende een rechter een schadevergoeding toe aan iemand die door burn-out in de WAO terechtkwam. Werkdruk kan een groot probleem zijn. Maar aan de andere kant is het ook wel lekker en soms is onder veel druk werken zelfs een statussymbool.
Jos Dols, arbeids- en organisatieadviseur van ArboNed: “Momenteel begeleid ik een team van zes personen. Je ziet binnen dat team verschillen in hoe ze met hun werk omgaan. De een werkt het liefst alle taken achter elkaar af, terwijl een collega alles tegelijk wil doen. Een derde lid van dit team houdt niet van veranderingen en wil alleen volgens een strak schema werken, waarbij iedere dag vastligt wat men moet doen. Uit die verschillen ontstaat een gevoel van werkdruk.”
Werkdruk is in de kern een heel eenvoudig verschijnsel: je hebt werk dat je niet aankunt. Maar uit deze definitie blijkt ook al meteen de moeilijkheid. Wat de een niet aankan, zal de ander juist prettig vinden. Of het een probleem is of wordt, hangt dan ook vooral af van de vraag of degene die de werkdruk ervaart invloed kan uitoefenen op zijn werksituatie.
Complex Werkdruk is dus een complex verschijnsel. Je hebt altijd met een individu te maken dat functioneert in de context van een organisatie. Er kunnen ook zeer verschillende oorzaken aan werkdruk ten grondslag liggen. Teveel werk of – nog erger – te weinig werk, je onder druk gezet voelen door klanten of baas, onvoldoende hulpmiddelen ter beschikking krijgen, de sfeer in een groep, enzovoorts. Het is dan ook belangrijk eerst goed in kaart te brengen wat er aan de hand is.
Omdat werkdruk een subjectief verschijnsel is, moet het als het ware objectief gemaakt worden.
Coaching verslaat training en cursussen in effectiviteit
Objectiveren Dit doet ArboNed door interviews en vragenlijstonderzoek. In zo’n onderzoek is het verschijnsel werkdruk uiteen gerafeld. Er wordt niet alleen gekeken naar de hoeveelheid werk die iemand in een bepaald tijdsbestek moet doen, maar ook naar andere belastende en ontlastende factoren. Zo is bekend dat sociale steun een positieve invloed heeft op het ervaren van werkdruk. Hoe de werkdruk is opgebouwd en wordt ervaren door een individu of een groep wordt in het onderzoek van ArboNed vergeleken met een referentiegroep die dezelfde functie uitoefent in vergelijkbare omstandigheden. Uit de verschillen die uit deze vergelijking komen kan de arbeids- en organisatiedeskundige conclusies trekken en vervolgens adviseren hoe men de werkdruk kan aanpakken. Omdat de deskundigen van ArboNed bij veel verschillende bedrijven komen, kunnen we ook tips geven over een aanpak die bij andere klanten zijn nut heeft bewezen. Op die manier is het veelkoppige monster goed binnen de perken te houden. Meer weten over de aanpak van (een te hoge) werkdruk? Bel Eveline Bos, ArboNed, 030 -299 64 44. ■
“Men kan een paard wel het water in trekken, maar het niet dwingen te drinken”
Voor het eerst is er een groot landelijk onderzoek gehouden naar het gebruik van coaching. De belangrijkste conclusie van TNS NIPO, die het onderzoek uitvoerde, is dat coaching wordt beschouwd als het meest effectieve Human Resource Development (HRD) instrument. Het verslaat daarmee instrumenten als training, opleiding, cursussen, e-learning, jobrotatie, uitwisselingsprogramma’s en intervisie. Organisaties zullen er meer en meer gebruik van maken in de toekomst. Het ondersteunen van de eigen ontwikkeling en het beter laten presteren in de functie springen er als belangrijkste doelen uit, maar ook verbeteren van initiatief, creativiteit, commercialiteit, flexibiliteit en samenwerking worden genoemd. Deze onderzoeksgegevens bevestigen onze ervaringen. Coaching kent een zeer scherpe focus op resultaten, het vindt plaats in een één-op-één situatie waarbij er zeer gerichte aandacht is voor de deelnemer, met regelmatige feedback, het stellen van mijlpalen en evaluaties. Iemand die wordt gecoacht is eigenaar van zijn of haar eigen traject, waardoor de betrokkenheid toeneemt. Er denkt als het ware iemand mee die geëngageerd en onbevooroordeeld is. De essentie van goed coachen is het opbouwen van bewustzijn en verantwoordelijkheidsbesef.
22
signalement april 2007
signalement april 2007
Bewustzijn Ons dagelijks bewustzijn is helaas van tamelijk slechte kwaliteit, en dit omvat uiteraard ook ons zelfbewustzijn. Dit geldt met name het herkennen van wanneer en hoe emoties en verlangens de eigen perceptie vervormen. We zien onszelf graag als verstandig en rationeel, maar voor het nemen van verstandige en rationele beslissingen zitten onze driften en emoties vaak in de weg. Verreweg de meeste mensen hebben een veel te mooi beeld van zichzelf. Als u een lijst maakt met allerlei karaktereigenschappen en iemand vraagt in welke mate welke eigenschap op hem of haar van toepassing is, wordt de opsomming van gunstige kenmerken waarschijnlijk stuitend lang. In statistische termen: we schilderen onszelf in veel gevallen mooier af dan het gemiddelde. Deze vorm van zelfbedrog wordt in stand gehouden door de neiging vleierij beter te onthouden dan kritiek. Op den duur ontstaat daardoor een vertekening van het zelfbeeld. Een tweede gegeven hangt hiermee samen: slechte menselijke eigenschappen worden beschouwd als een kenmerk van de soort; wij zelf belichamen daarentegen het goede in de wereld. Hier komt nog eens bij dat we dingen die we niet goed kunnen, onbelangrijk vinden; maar voor wat
we wel kunnen, willen we graag geprezen worden. Tot slot hebben we nog de neiging dat we ons falen graag wijten aan het gedrag van andere mensen, en succes bij voorkeur aan onszelf toeschrijven. Wanneer we spreken over ontwikkeling proberen we ons zoveel mogelijk te bevrijden van ons zelfbedrog. Door gerichte aandacht en door oefening kan het zelfbewustzijn aanzienlijk worden vergroot of verhoogd. U kunt alleen datgene controleren waarvan u zich bewust bent; u wordt gecontroleerd door datgene waarvan u zich niet bewust bent.
Verantwoordelijkheid Verantwoordelijkheid is het andere centrale begrip bij coachen. “Men kan een paard wel het water in trekken, maar het niet dwingen te drinken”. Op het verwerven van een inzicht en het vergroten van zelfbewustzijn volgt onvermijdelijk een keuzemoment. Wanneer we werkelijk de verantwoordelijkheid voor ons denken en ons handelen aanvaarden, kiezen of op ons nemen, dan voelen we ons meer betrokken bij ons presteren en ons functioneren. Voor meer informatie: Drs. Alexander Tegenbosch, Castor fiber groep Psychologisch onderzoek, assessment en coaching. Tel: (073) 5231270 ■ 23
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
Overheid draagt maximaal 70% bij
Nieuw collectief WGA eigenrisicodrager
Subsidie voor bodemsanering: aanmelden voor 1 januari 2008
FHI-premie WGA eigenrisicodrager 0,28%
Sinds 1 januari 2006 geldt voor eigenaars of erfpachters van bedrijventerreinen een wettelijke saneringsplicht. Ook bij verbouwingen, aanvragen van een nieuwe vergunning of aan- of verkoop van terreinen kan die verplichting er zijn. Om bedrijven hierin tegemoet te komen, heeft de overheid een subsidieregeling voor
bodemsanering van bedrijventerreinen ingesteld. Om het recht op die subsidie niet te verliezen, moeten bedrijven zich voor het einde van 2007 met hun verzoek bij de overheid melden. Om de bedrijven bij de sanering te ondersteunen – in het bijzonder het MKB- is het afgelopen jaar gewerkt aan de oprichting van een Bodemcentrum. De bedoeling is dat ondernemers hun
sanering volledig kunnen uitbesteden aan dit Bodemcentrum. Het helpt bij het beoordelen van de saneringsnoodzaak en – aanpak, uitvoering van de sanering, de bedrijvenregeling, administratie en overschrijden van saneringskosten. Bent u als ondernemer verantwoordelijk voor verontreinigingen op uw terrein? Lees voor meer informatie: www.bodemcentrum.nl ■
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
Starters op buitenlandse markten Export stimulering verder uitgebreid Het Programma Starters op Buitenlandse Markten is (weer) uitgebreid. De regeling, die tot doel heeft om MKB-bedrijven met geen of weinig exportervaring te ondersteunen bij het betreden van de buitenlandse markt, wordt ondermeer uitgevoerd door FHI.
dan dertig procent geëxporteerd. Bij een positieve beslissing door de EVD in Den Haag mag een bedrijf achttien maanden kosten maken die met dat internationaliseringsplan in verband staan. Naderhand wordt de helft van die kosten, tot een maximum van 11.500 euro, teruggestort.
Een bedrijf dat wil gaan exporteren, krijgt via het PSB gratis advies bij het opstellen en uitvoeren van een zogeheten internationaliseringsplan, dat gericht moet zijn op een doelland of een doelregio. Bovendien ontvangt het een bijdrage in de kosten voor het realiseren van een aantal hieruit voortvloeiende activiteiten. FHI is één van de uitvoerders van deze EVD-regeling en organiseert ondersteuning aan de leden in de persoon van exportconsulent Harry van de Pol. Om voor PSB in aanmerking te komen, mag het bedrijf niet meer dan honderd medewerkers hebben en heeft het in het jaar voorafgaand aan de aanvraag minder
“Er is het een en ander veranderd in de regeling, er zijn nu nog meer onderdelen waarop je subsidie kunt krijgen,” meldt Van de Pol. “De regeling wordt steeds mooier. En momenteel wordt hij in twee opzichten opnieuw positief aangepast. Als adviseur zoom ik overigens niet zozeer in op de subsidiemogelijkheden als wel op de ins en outs van export. Bedrijven hebben daar allerlei ideeën over. Mijn toegevoegde waarde is dat ik daar eens kritisch op reageer. Juist daar wil ik iets zinvols bijdragen, niet alleen met een goed advies, maar ook door voor die bedrijven de juiste contacten te leggen, met klanten, maar ook
24
met partijen die het terzijde kunnen staan op zo´n nieuwe markt.” “De eerste vraag is uiteraard: is het product/de dienst wel geschikt om te exporteren? De manier om daarachter te komen, is om in gesprek te gaan met de potentiële afnemers voor dat product. Je moet er naar toe, goede vragen stellen over die markt, inzichtelijk krijgen of die markt zit te wachten op hetgeen jij te bieden hebt. Misschien moet je nog iets aanpassen om voor die markt aantrekkelijk te zijn.” “Omdat ik voor EZ deze regeling uitvoer, kan ik wegens mogelijke belangenverstrengeling niet zelf ook de marktverkenning doen. Maar er zijn andere bureaus die zich daarin hebben gespecialiseerd, zoals Gateway To Germany in Utrecht, waar ik veel mee samenwerk. Als je die marktverkenning commercieel een beetje slim opzet, heb je meteen ook je eerste leads voor business en je eerste leads naar agenten toe.”
signalement april 2007
“Eén telefoontje is voldoende. Ik check dan of de ondernemer voldoet aan de voorwaarden en stel wat vragen. Als het allemaal blijkt te passen, maken we een afspraak. Dan ben ik vervolgens een middag bij dat bedrijf, ik werk het een en ander uit en dat is dan de aanvraag. De ondernemer heeft er geen papierwerk aan. Uiteraard houd ik verder de vinger aan de pols. In elk geval is er elk half jaar contact met de ondernemer.”
In het laatste Signalement kondigden wij, HBR Branche Verzekeringen BV, aan een speciale premie in te kopen voor de eigenrisicodragerverzekering voor FHIleden. Na enige onderhandeling hebben wij een concurrerende premie voor de WGA premie geregeld. Alle leden van het FHI betalen 0,28 procent over de loonsom. Het gemiddelde is momenteel 0,35 procent. Wij adviseren alle schone bedrijven (bedrijven zonder langdurige zieken) om nu of bij de volgende periode over te gaan naar onze verzekeraar. Dit geldt nadrukkelijk niet voor bedrijven met langdurige zieke werknemers, of met zieke werknemers waarvan verwacht wordt dat ze de komende tijd niet beter zullen worden. Nieuwe verzekeraars bieden namelijk geen dekking voor bestaande WGA-gevallen. Bedrijven die overstappen naar een commerciële verzekeraar moeten dan zelf de uitkering van die medewerkers de komende 10 jaar betalen. Voor de zogenaamde schone bedrijven, zijn wij zijn van mening dat bedrijven die bij het
UWV blijven de komende jaren steeds duurder af zullen zijn dan bij de verzekeraars. Schone bedrijven zullen uittreden, zodat bedrijven met zieken zullen achterblijven. Dit zal de premie opvoeren. Daarnaast zal het UWV bedrijven individueel beoordelen, terwijl verzekeraars dit op portefeuilleniveau berekenen. Een ander groot voordeel is dat er een vangnet is gemaakt voor: • Werknemers met een tijdelijk dienstverband dat afliep tijdens de ziekteperiode • Oproepkrachten en nul-urencontracten • Uitzendkrachten • Orgaandonoren • Personen met een fictieve dienstbetrekking, zoals thuiswerkers, vertegenwoordigers/ agenten, leerlingen/ stagiairs en bestuurders van coöperatieve verenigingen, • Arbeidsgehandicapten in de zin van de vroegere Wet REA. Let op: Eigenrisicodrager kan steeds per 1 januari en per 1 juli. Aanmelden moet drie maanden vooraf (vóór 1 oktober/1 april). Voor meer informatie: dhr R. Rooker of E. Salomony bij HBR, tel: (023) 5260768. ■
Harry van de Pol is te bereiken op tel: (0318) 692537. ■
signalement april 2007
25
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU & DUURZAAMHEID
■ MILIEU & DUURZAAMHEID
Afdanken zonder zorgen
Verantwoordelijkheid uitbesteden
“Toen kreeg je er nog wat voor, nu weet je dat je het kan vertrouwen”
“Het is geen werk waar wij op zitten te wachten”
Een trouwe gebruiker van RTA is Goffin Meyvis, een handelsonderneming in laboratoriumproducten in Etten-Leur. Gerard Jellema legt het hoe en waarom uit van afdanken van oude apparatuur.
RTA-lid van het eerste uur T&M Systems is één van de bedrijven die ondanks lidmaatschap geen apparatuur van klanten afdraagt. Martin van den Brandt, directeur van het bedrijf, vertelt hoe dat komt.
“Wij hebben een mooie container van 30 kuub staan voor RTA en die zit regelmatig vol,” vertelt Jellema. “Soms krijgen we apparatuur binnen die in je hand of in de binnenzak past, soms gaat het om honderden tot duizenden kilo’s. Die worden dan door Shanks opgehaald, het bedrijf waar RTA afspraken mee heeft voor inzameling en verwerking. Dat gaat zonder problemen en we hebben dan ook geen klachten.” Hoe raakt die container bij Goffin Meyvis nou zo vol? “We hebben een transportdienst die in de hele Benelux laboratorium benodigdheden, nieuwe apparatuur en
chemicaliën aflevert. We kunnen dan ook mooi oude apparatuur ophalen. Soms sturen we los hiervan ook nog een technische dienst erop af om de apparatuur goed los te koppelen en transport klaar te maken. En in België bieden we het aan bij MeLaRec, de Belgische variant van RTA.”
een terugkerend onderwerp in de media de laatste tijd, belangrijk voor Jellema? “Jawel, maar laten we het niet overdrijven. Je krijgt tegenwoordig de ene Europese regelgeving na de andere toegegooid. Het is op zich wel terecht, maar het komt er wel allemaal extra bij.
Tot 2005 bestond de verplichting voor inzameling en verwerking van oude apparatuur nog niet voor leveranciers van professionele apparaten. Wat deed Jellema toen? “Toen kwam er regelmatig een sloper langs die het opkocht bijvoorbeeld voor het koper dat er nog in zat. Ja, je kreeg er nog wat voor, toen. Maar waar het dan heen ging was vervolgens zijn zaak, nu weet je dat het goed is geregeld, je weet dat je het kan vertrouwen.” Zijn bedrijf is behoorlijk duurzaam bezig wat oude apparatuur betreft. Is duurzaamheid, toch
Je moet dus wel afwegen of het allemaal nog wel loont. Als fabrikant heb je wel meer kopzorgen dan wij. Maar deze regelgeving over het afdanken van apparatuur daar hebben we geen zorgen over: alles wordt netjes geregeld.” ■
Kosten verwerking afgedankte apparatuur vallen mee
RTA verlaagt verwijderingsbijdragen met zeventig procent De bedrijven die professionele elektronische apparatuur in de markt brengen en die zich bij RTA hebben aangesloten, betalen dit jaar aanzienlijk minder voor hun verplichting om afgedankte apparatuur te laten ophalen en verwerken. 26
De stichting Recycling Technologische Apparatuur heeft besloten de tarieven voor verwijderingsbijdragen vanaf het tweede kwartaal 2007 met ongeveer 70% te verlagen. Nu het systeem van registratie, ophalen en verwerken anderhalf jaar draait,
is duidelijk dat er minder geld hoeft te worden geïnd. Het aantal apparaten waarover de verwijderingsbijdrage wordt afgedragen overtreft namelijk veruit de hoeveelheid die wordt afgedankt. Al bij de opzet van de Stichting RTA had initiator FHI, federatie
signalement april 2007
“We rapporteren netjes aan RTA, en verwittigen klanten op onze offertes dat we nu geld vragen voor de verwijdering van het betreffende apparaat op een latere datum. We nodigen ze echter niet expliciet ertoe uit om oude apparatuur via ons te laten verwijderen. Het is gewoon geen werk waar we op zitten te wachten. Er is ook nog geen klant die ons heeft gezegd: ‘ik heb nog een oud apparaat, neem dat maar mee’. Zo lang ons het niet wordt gevraagd…”
na augustus 2005 kunnen afdanken. Alleen verwijdering van apparatuur die na 13 augustus 2005 op de markt is gebracht zou volgens de nieuwe regelgeving moeten gebeuren. Echter geeft de ‘oud voor nieuw verplichting’ aan dat iedere leverancier verplicht is om bij de verkoop van een nieuw apparaat een ouder soortgelijk apparaat gratis in te nemen. Toch blijft het zo dat veel technische apparatuur een lange levensduur heeft. “Er zijn nog diverse bedrijven waar gewerkt wordt met apparatuur van 10 -15 jaar oud of zelfs nog ouder. Apparatuur waar geen vervanging meer voor bestaat wordt meestal gebruikt zolang het technisch verantwoord is.”
Volgens Van den Brandt zijn er ook maar weinig bedrijven die nu al apparatuur van
Van den Brandt vindt het prima dat er nu een regeling voor oude apparatuur is getroffen. Vroeger ging dat gewoon de schrotbak in. Duurzame idealen krijg je maar moeilijk
van technologiebranches, als voorwaarde geformuleerd dat er geen sprake mag zijn van ‘oppotten’ van gelden. Afgesproken is de bijdrage zover mogelijk naar ‘nul’ terug te brengen zodra duidelijk is dat er voldoende reserves zijn. Het inzamelsysteem van RTA is in augustus 2005 opgestart en heeft zich sinds die tijd voorspoedig en succesvol ontwikkeld. De markt heeft doorbelasting van de verwijderingsbijdragen door de leveranciers aan hun klanten geaccepteerd. De stichting RTA stelt echter vast, dat op dit moment de hoeveel-
heid apparatuur die wordt aangeboden voor verwerking achter blijft bij de gecalculeerde prognoses. Als gevolg hiervan is nu het plafond bereikt van wat maximaal verantwoord is om te reserveren. Wat er overblijft als te innen gelden is voldoende om voorlopig de vaste jaarlijkse kosten van de organisatie van het systeem uit te kunnen dekken. De wijze van opereren, het inleveren van oude en afgedankte apparaten via deelnemende bedrijven en de gratis pakketpost, verloopt naar tevredenheid van alle betrokkenen en blijft
signalement april 2007
gerealiseerd, zegt hij. “Regelgeving is daarom acceptabel, maar men moet niet overdrijven. Nederland wil nog wel eens roomser zijn dan de Paus. We moeten zaken Europees of op wereldschaal afspreken, anders blijven wij last houden van anderen die zich nergens aan houden.” “Ik ben groot voorstander van samen dingen te doen, en verplichtingen als deze dus via raamcontracten of convenanten te regelen. Het valt niet mee om aan alle regelgeving te voldoen, zeker niet voor de kleinere bedrijven. Dat de overheid het aantal regels minder wil maken, daar merk ik nog niets van. Het betekent extra werk waar je niet vrolijk van wordt. Het is dan goed als je zo’n verantwoordelijkheid als het ware kunt afkopen door het uit te besteden, aan RTA in dit geval.” ■
onveranderd. De stichting RTA heeft een samenwerkingscontract voor het inzamelen en verwerken getekend met de firma Shanks. De looptijd van deze overeenkomst is voorlopig drie jaar.
Voor meer informatie: Stichting RTA, Joas van Lent, tel: (033) 4657507,
[email protected] ■
27
ELECTRONICS & AUTOMATION 2007
■ E&A 2007
■ E&A 2007
Conferentieprogramma Electronics & Automation 2007
Kick off E&A belooft veel moois Presentaties doordrengt met prettige olielucht
Het conferentieprogramma voor de bezoeker van E&A 2007 is gericht op een krachtige informatiedichtheid. Goede congressen en sprekers met kwaliteit. Je kan zeggen dat het past bij het beursthema ‘Complexiteit en beheersbaarheid’. We gaan de diepte in, waarbij de technologie het schip op koers houdt.
Elektronicaondernemers Van den Brandt en Bastiaansen bij de limousine van Elvis Presley.
De ´kick off´ van de beurs Electronics & Automation op 6 februari in het Nationaal Automobielmuseum in Raamsdonksveer trok veel meer belangstelling dan verwacht. De locatie met zijn vermaarde Louwmancollectie zal daar zeker aan hebben bijgedragen. Journalisten en exposanten ondergingen in de van een prettige olielucht doordrenkte ambiance presentaties van ondermeer Jos van Hartingsveld en Siebren de Vries. Later op de dag sloot de trend-watcher Marcel Bullinga met zijn show ´Future of electronics´ daar weer naadloos op aan. Voorafgaand aan de borrel verzorgde Gregor
Bak nog even met verve het programmapunt ´Music & fun´ waarbij hij een aantal prominente FHI-leden muzikaal op de korrel nam. Tot een echte samenzang – zoals twee jaar geleden – kwam het deze keer niet, maar de stemming zat er evengoed in.
gedegen congresprogramma in de steigers, als ´tegenwicht voor het commerciële geweld op de beursvloer´. Zo organiseert DevLab een congres over ad hoc sensornetwerken dat alles weg heeft van een spannend jongensboek.
De enige elektronicabeurs van de Benelux belooft het dit jaar heel goed te gaan doen. De stand van zaken rond de deelname aan de LivePIL en bijvoorbeeld ook het enthousiasme waarmee het PXI-paviljoen van National Instruments gestalte krijgt, versterken die indruk. Ook staat er een
De driedaagse beurs en technologieconferentie Electronics & Automation vindt plaats van 23 tot en met 25 mei in de Jaarbeurs Utrecht en omvat naar verwachting 150 stands waarin zo’n 1.500 bedrijven hun producten en diensten presenteren. ■
Maurits van der Laken (Partnertec) neemt een voorraadje beursposters mee.
Woensdag 23 mei
Donderdag 24 mei
Vrijdag 25 mei
Tomorrow’s Electronics Nano-elektronica komt er aan. Een selectie van sprekers uit de industrie en de wetenschap geven een toekomstvisie over elektronica. Welke gebieden hebben toekomst en wat wordt praktisch?
Trends in de wereldwijde elektronicamarkt Wat is er gaande, wie gaat er winnen? Aansprekende presentaties van vermaarde elektronicabedrijven scheppen een gezamenlijk beeld van de huidige en toekomstige bedrijvigheid in deze sector.
Sensorsystemen in machines en apparaten Intelligentie voor elke branche high-tech producten leveren ingebedde intelligentie als oplossing naar de klant. De presentaties geven u een beeld hoe (complexe) sensorsystemen alles eenvoudig maken.
Testen en meten in netwerken Bussystemen, hardware en software. Op diverse elektronische systemen wordt gemeten. De presentaties tonen aan hoe de meetwaarden gecommuniceerd en geanalyseerd worden in diverse toepassingen.
Draadloze ad-hoc sensornetwerken Voor research, telecom en industrie. Zowel in wetenschappelijke programma’s bij Universiteiten en Instituten als bij praktische projecten in het bedrijfsleven wordt de potentie van deze technologie aangetoond.
HF, hoogfrequent technologie Spitstechnologie waarin de Benelux de wereld vooruit is. Het congres zal in het teken staan van de diverse toepassingen, innovaties en kennis op het gebied van hoogfrequent technologie. Een gebied met veel specialisten in de Benelux.
Analog Semiconductor Technology Hightech voor het hart van de elektronica. Een gebruikersforum belicht de nieuwste ontwikkelingen en meest geavanceerde producten in high-end analoge elektronica ontwerpen.
Low Power Electronics & Energy Harvesting Energie voor elektronica, overal en altijd. De toename van draagbare applicaties en draadloze communicatie vragen meer en meer om laag energieverbruik. Sprekers van Tom Tom en Philips Lighting geven het voorbeeld.
Elektronicaproductie Over out-sourcing naar high-tech bedrijven. High-tech bedrijven hebben belangrijke redenen out-sourcing te overwegen. Welke gevolgen heeft dat en welke kwaliteiten bieden assemblagebedrijven en equipmentleveranciers uit de Benelux? Meer informatie: www.ea2007.nl ■
Nanotechnologie komt eraan op de E&A 2007 Conferentie. Deze ‘oude Romaanse tempel’ in submicron technology (gemaakt met een semiconductor device) is een SEMfoto van Frans Holthuysen, Philips. (45000x vergroot)
28
signalement april 2007
signalement april 2007
29
ELECTRONICS & AUTOMATION 2007
■ E&A 2007
Alive … it’s Alive De Live Production Integration Line staat in de steigers en zal naar hartelust draaien tijdens Electronics & Automation van 23 t/m 25 mei 2007. In de productielijn nemen vijftien bedrijven deel met productie- of testmachines. Daarnaast 30
ondersteunen negen bedrijven dit initiatief met financiële middelen en wordt een WiFisniffer geproduceerd dankzij de sponsoring met componenten van negen distributeurs/ fabrikanten van componenten. Van de deelnemers met productie-
of testmachines zijn al films te downloaden van de beurssite www.eabeurs.nl, om vast te stellen hoe de onderdelen van de Live PIL werken. Alles leeft, beweegt en is onderweg. Dat is de bezoeker van de beurs ook niet ontgaan. De berichtgeving
signalement april 2007
in de nieuwsbrief van maart 2007 lokte een grote schare nieuwe bezoekers naar de website. De 2.000 WiFi-sniffers, die tijdens de beursdagen geproduceerd zullen worden, zullen als warme broodjes over de toonbank vliegen. Naast de promotie vanuit FHI zal het blad Elektuur extra aandacht aan de Live PIL geven. In het nummer dat
signalement april 2007
in april verschijnt, komt een folder c.q. poster, die uitgebreid technische aandacht geeft aan de productielijn. In de tussentijd zijn de deelnemers en projectcoördinator Ton van Galen druk aan het werk geweest, om het geheel technisch draaiende te krijgen. De uiteindelijke testen zullen op 21 en 22 mei 2007 plaatsvinden, als alles
samenkomt in beurshal 8 van de Jaarbeurs in Utrecht. We rekenen op een levendige belangstelling. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] ■ 31
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
■ COLUMN PAUL PETERSEN
Siebren de Vries
Siebren de Vries, voorzitter van de Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Elektronica poneerde en onderbouwde deze stellingname bij de presentatie van de beurs Electronics & Automation op 6 februari in het Nationaal Automobielmuseum in Raamsdonksveer. “De kracht van de leeuw” zit volgens De Vries in “waardecreatie” in samenwerkende ketens van bedrijven en onderzoeksinstellingen die internationaal kunnen concurreren met andere ketens. “Het Nederlandse team is kansrijk in het WK dankzij samenhang tussen specialismen”. De visionaire branchevoorman benoemde
Elektronica-voorzitter De Vries roemt ‘kracht van de leeuw’
suggereerde naar aanleiding van het bijeenbrengen van competenties en netwerken dat ’het nu maar eens over moet zijn met de chronische onderschatting van de technologische potentie van Nederlandse MKB-ondernemers’. Point-One en FHI kondigden aan intensief te gaan samenwerken.
Concurrentie tussen ketens in plaats van tussen bedrijven
Het programma van de Tour de Compétitvité ging van de High Tech Campus Eindhoven, via ASML in Veldhoven naar het Evoluon in Eindhoven. Onderweg in de VIP-bussen werd de tijd benut met on board presentaties. Daarna vonden in het Evoluon verschillende workshops plaats en werd de dag afgesloten met een discussie en netwerkvorming. Op 23 mei vindt tijdens de E&A beurs onder de titel ‘Tomorrow’s Electronics’, een vervolg plaats.
Het technisch georiënteerde bedrijfsleven in Nederland kan de komende jaren profiteren van een krachtig economisch herstel. Omdat dit herstel gepaard gaat met een ongekende dynamiek, is voor individuele bedrijven het maken van strategische keuzes van levensbelang. de Nederlandse samenhangende specialismen waarmee gewonnen kan worden: webtechnologie, radiotechniek, micro/nano, internet van devices, sensoren en actuatoren en tenslotte in de spits ‘ambient’ services, diensten ‘om je heen’. Ondanks de trend van verplaatsing van productie ziet De Vries een brede kans. Nieuwe producten zijn klein, compact, high-tech en multidisciplinair. Daar zijn nieuwe productiemachines voor nodig. Ontwikkeling en productie van zowel machines als producten kan locaal gebeuren,
temeer omdat de seriegroottes afnemen. In zijn perspectiefvolle betoog durfde de succesvolle elektronica-ondernemer forse groeiverwachtingen te koppelen aan de trends en kansen: 7% omzetgroei en 10% winstgroei in Nederland, beduidend meer dan gemiddeld in Europa en in de VS. Overigens blijkt het optimisme van De Vries aan te sluiten bij de stemming in zijn branche. De belangstelling voor de beurs Electronics & Automation, die dit jaar in mei wordt gehouden, is zo groot, dat FHI een extra beurshal heeft gehuurd bij de Jaarbeurs Utrecht. ■
Point-One research programma toont aan:
Multinationals erkennen strategische rol kleine technologiebedrijven Of de honderden miljoenen R&D investeringen van in Nederland gevestigde multinationals echt gaan leiden tot een internationale voorsprong hangt af van de nationale netwerken van kleine technologiebedrijven. Tot die erkenning kwamen vertegenwoordigers van Point-One, het ambitieuze samenwerkingsverband voor R&D in nanoelektronica en embedded systemen. Met een ‘Tour de Compétitivité’ langs ASML en Philips werd een start gemaakt met het leggen van dwarsverbanden tussen verschillende netwerken van high tech bedrijven in Nederland.
32
Point-One is een strategisch researchprogramma gericht op het versterken van het Nederlands R&D-ecosysteem. Verschillende partners werken intensief samen om de huidige, sterke positie van Nederland op het gebied van nanoelektronica en embedded systemen op te stuwen tot absolute wereldtop.
een Holland-wonder van technologie ontwikkeling van grote en kleine bedrijven gezamenlijk”, aldus Kees Groeneveld. Loek Hermans, voorzitter van MKB Nederland,
In de workshops van 27 maart kwam onder meer ‘tool-sharing’ in EDA, Electronic Design Automation, aan de orde, wat de technologiebasis voor veel kleine Nederlandse bedrijven kan versterken. Het MEMS-land project, over micro electronic mechanical systems, werd daarnaast gepresenteerd als een research deelprogramma ‘op weg naar nano via micro’ waarin al diverse MKB bedrijven participeren. Hetzelfde geldt voor productietechnologie en embedded systems.
Techniek is sexy Paul Petersen
Moet je daar moeilijk over doen? Welnee.
De argumenten liggen voor het oprapen. Auto’s spreken al eeuwen tot de verbeelding. Lucht- en ruimtevaart zijn technieken die helden hebben geschapen. Vandaag de dag ben je niks zonder mobiel, Second Life of Navigatie in je auto. Sterker… menig verkoper maakt een gedegen indruk door zijn organizer en blijft doorgaan in de file door zijn draadloze laptop. Nou zijn er heel wat mensen, vooral in de techniek trouwens, die het gebrek aan instroom zien in de technische opleidingen. Dan komen ze met kreten als ‘Van stof naar tof’ en ‘Ach ja wat wil je, techniek is niet sexy’. En we houden ook niet van termen als techneuten en nerds, want dat geeft de sociale status van de technische vakgebieden aan. Ik zal de werkelijkheid niet ontkennen. Het is niet populair om op je middelbare school te vertellen, dat je dol bent op het ontwerpen van een chip. De keuze voor opleidingen wordt, mijns inziens, vooral bepaald door de sociale setting van scholieren en dan voel je dat techniek blijkbaar niet tot de populaire richtingen hoort, maar…
Naar aanleiding van het evenement van 27 maart heeft de board van Point-One inmiddels besloten het FHI-idee te omarmen om diverse brancheclusters van kleine technologiebedrijven de gelegenheid te bieden zelf een eigen Point-One deelprogramma te definiëren en daarmee aan te haken bij het totale programma. De FHI-netwerken van de Development Club, NEVAT, MinacNed en anderen worden daartoe nadrukkelijk uitgenodigd.
Techniek is wel sexy.
Voor meer info: www.point-one.nl ■
Reageren? FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] ■
De VIP-bus tijdens de ‘Tour de Compétitivité’
Sexy betekent volgens de Dikke van Dale ‘Seksueel prikkelend, met veel sex-appeal’. Als je veronderstelt dat de exponentiële groei van de wereldbevolking in de vorige eeuw vooral te danken is aan de mogelijkheden van de techniek, dan durf ik de stelling zeker aan. Maar dat is niet het belangrijkste. Als je zelf niet gelooft in de aantrekkingskracht, dan heb je die ook niet. Als je veronderstelt dat het niet spannend is, dan wil men er ook niet naar kijken. Als je blijft hangen in de beoordelingen van tieners, dan word je nooit volwassen. Ik zou juichend zeggen: ‘Techniek is sexy!’
Op verzoek van Point-One organiseerde FHI, samen met NEVAT, het netwerk van industriële toeleveranciers, een tour voor kleine en grote high tech bedrijven, langs ASML en Philips. “Dit is de start van een reeks activiteiten die kunnen leiden tot
signalement april 2007
signalement april 2007
33
■ IT ROOM INFRA
Productontwikkelaars collectief de markt op
Datacenters centraal: Downtime taboe
De Development Club heeft in het prille bestaan van de club al de nodige stappen gezet. Ten eerste natuurlijk gezamenlijk iets worden: de geboorte. Daarna volgde als vanzelf collectief vertegenwoordiging in een brochure, op beurzen en met een website. Het laatste wapenfeit is van 2005 en was de start van DevLab: Coöperatief R&D door 13 midden- en kleinbedrijven.
Het cluster IT Room Infra van de brancheorganisatie Industriële Elektronica heeft op 9 maart 2007 een ledenbijeenkomst gehad, waarin het startsein is gegeven voor een event over datacenters. Voor de leden van IT Room Infra biedt dit event de gelegenheid om duidelijk te maken met dat het opzetten en gebruiken van datacenters een vak voor professionals is.
De huidige voorzitter Herman Tuininga herkent zich (net als de leden natuurlijk) in dit saamhorigheidsgevoel. Met zijn sterke achtergrond in de marketing heeft hij de visie om vooral krachtig collectief de markt op te gaan. De Development Club heeft in het verleden collectief projectvoorstellen gedaan naar Philips Medical Systems en ASML. Dat was eigenlijk een proeftuin.
de Development Club collectief de markt op kunnen. Op 15 maart 2007 is bij het Havenbedrijf de meest recente ledenbijeenkomst geweest. De innovatieve plannen van de Rotterdamse haven gaven al aanleiding tot goede contacten met de ontwikkelaars van Nederland. En dan is er sprake van een concrete case.
Nieuw voor de leden van de Development Club was het op de beurs HET Instrument 2006 collectief diensten aanbieden in de vorm van De DenkTank. Hieruit kwamen meerdere gesprekken en projectvoorstellen, maar nog niet het gewenste resultaat. Met meer samenwerking en gezamenlijke marketing is het de bedoeling dat de individuele leden sterker in de markt komen te staan.
In de discussie die volgde op ‘Collectief de markt op’ werd dan ook vrolijk teruggegrepen op de presentatie van Frits Blessing van het Rotterdamse Havenbedrijf. De agenda 2020 geeft allerlei innovatieve uitdagingen die door samenwerkingsverbanden worden gerealiseerd. Daar wil de Development club stap voor stap een rol inspelen. Zo zijn er meerdere cases die een combinatie van competenties kennen.
De vraag is nu met welke marketingmiddelen en beoordelingscriteria de leden van
In 2006 is met de zogenaamde Lemmersessie van de Development Club een eerste
kennismaking geweest met leden van de NEVAT (mechatronische ontwerpers) en BNO (industrieel product ontwerpers). Die eerste verkenningen zijn gedaan aan de hand van twee voorbeeld cases. Om de vervolgstappen te zetten wordt tijdens de Lemmer-sessie van 8 en 9 juni 2007 een intensief programma uitgevoerd in samenwerking met leden van de NEVAT en BNO. Zes concrete aanvragen worden gepresenteerd, waarmee zes teams aan de slag gaan. Dit zullen uitdagende cases zijn, waarbij teams innovatieve oplossingen moeten vaststellen. Het einddoel is een gezamenlijk business-voorstel te presenteren, waarbij men concreet commitment naar elkaar uitspreekt. Dat is goed voor de sfeer en het vertrouwen, maar in de toekomst ook voor de zaken. Meer informatie? FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] ■
Xs2HiTek:
Hoe wordt nieuwe technologie ‘proven technology’?
Eiermachine van Moba.
34
signalement april 2007
Downtime is haast een taboe bij datacenters. Daarom is bewustwording over het realiseren van continuïteit een belangrijke boodschap. Dat kunnen de deelnemers ook tonen met hun diversiteit aan producten en diensten. In dit vakgebied worden fysieke beveiligingen, verhoogde vloeren, 19-inch behuizingen, noodstroomvoorzieningen, koelsystemen en branddetectie/blussystemen geleverd. Vanzelfsprekend worden de voorzieningen bekabeld en geïntegreerd voor een goede IT Room infrastructuur. Sommige bedrijven
leveren ook de dienst om de IT ruim te beheren.
Onder de naam Xs2HiTek organiseren DevLab en een aantal Hogescholen in de verschillende regio´s presentaties over technologieontwikkeling waarbij bedrijven uit de regio zouden kunnen aanhaken.
waar de verschillende distributiesystemen werkend staan opgesteld. De presentatie van DevLab sloeg in. “Zover zijn wij technologisch gezien nog lang niet”, was de reactie van de verbaasde Vanderlandemedewerkers. Het bedrijf, met een orderportefeuille van anderhalf miljard euro, kiest om voor de hand liggende redenen doorgaans voor ‘proven technology’. En daar zit dan ook meteen een spanningsveld, want hoe wordt nieuwe technologie ooit ‘proven’ als niemand er toepassingen mee bouwt? Bij Vanderlande praten ze daar graag over verder. In Veghel (900 medewerkers) staat ondermeer een complete RFID-testomgeving waar ook andere bedrijven gebruik van maken, waaronder Cap Gemini. DevClub ontwikkelt momenteel de generatie ná
Dat gebeurt aan de hand van presentaties en een rondleiding bij een bedrijf in die regio. Ter plaatse wordt de balans opgemaakt: waar staat zo’n bedrijf, welke technologierichting ligt er voor het bedrijf in het verschiet en hoe zouden DevLab en de DevClub-bedrijven daaraan kunnen bijdragen? Recente meetings vonden plaats bij bedrijven als Vanderlande en J.E. Stork Air. Vanderlande beschikt over een indrukwekkende ‘showroom’, een imposante demohal
signalement april 2007
Men wil de doelgroepen overtuigen dat in dit vakgebied gekozen moet worden voor deskundigheid, om een hoge beschikbaarheid van de datacenters te realiseren. Het event is gericht op het midden- en kleinbedrijf in sectoren als data/telecom, industrie, high-tech, banken, providers, logistiek, universiteiten, ziekenhuizen, overheden en dergelijke. In de presentaties
zullen grote vragen als ‘Wanneer beslist men tot uitbesteding?’ gecombineerd kunnen worden met specifieke vragen als ‘Waarom is een kleine robot nodig om continue stof op te zuigen?’. Het event voor IT Ruimtes zal eind oktober/begin november 2007 plaatsvinden. Meer informatie? FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] ■
RFID en daarom zijn de contacten met Vanderlande van groot belang. J.E. Stork Air bouwt afzuiginstallaties voor ondermeer de woningbouw. Het bedrijf werd groot dankzij de ´kierenjacht´. Technologisch gezien mag het dan om simpele systemen gaan, er is momenteel wel een drive om ventilatie te integreren in domotica. Vanuit de DevClub-bedrijven werd vooral de link naar draadloze communicatie gelegd. De volgende Xs2HiTek workshops staan gepland bij Moba Engineering (eiersorteermachines) en OTB Engineering. Zie ook het filmpje op www.moba.nl ■
35
■ PLOT
Plotlid Roossien: “Als ik eerlijk ben over loodvrij solderen: we weten het niet” Testtechnoloog Harry Roossien (Sony Ericsson) constateert: “Kleinere chips, kleinere componenten, dus verbindingen worden kritisch, terwijl de soldeerverbinding ook kritischer wordt”.
geven aan de soldeerverbinding. Die wordt daardoor kritischer. Dat merk je aan twee dingen. Aan de ene kant is er het risico van cracks, heel kleine scheurtjes in de verbinding. Verder is het risico groot dat de verbinding zelf ook brosser is. De print is nu veel gevoeliger voor vallen. Daar zijn heel veel problemen mee geweest. Was een bepaalde valtest met een loodhoudende print altijd probleemloos verlopen, dan braken nu ineens je soldeerverbindingen. Dat punt is op het moment weer heel kritisch aan het worden. We denken dat we dat nu onder controle hebben, en dat is dan misschien ook wel zo, maar ik ben daar zelf nog net niet helemaal van overtuigd.
Constructie zwakste schakel Bedrijven blijken nog steeds problemen te ondervinden met loodvrij solderen in het kader van de RoHS-regelgeving. Een door PLOT (Platform Omgevingstechnologie) opgestelde matrix met problemen en mogelijke oplossingen wees op diverse terreinen ongewisheid uit over de gevolgen van het loodvrije proces. Brosse verbindingen, breuken als gevolg van materiaalspanningen en vervorming van (kunststof) componenten blijven zich hardnekkig manifesteren. PLOT-bestuurslid Harry Roossien is openhartig: “We weten het niet.” Intussen pleiten hij en anderen ervoor de eerste pluk loodvrije elektronica weer uit het veld te halen en nauwgezet te testen. Alleen zo kan zekerheid worden opgebouwd over de betrouwbaarheid ervan. “In 2006 was de officiële invoering van loodvrij solderen in het kader van RoHS,” memoreert Roossien. “In de aanloop is er door PLOT al veel aandacht aan besteed, maar in 2007 hebben we een PLOT-meeting gehad waarbij is geïnventariseerd hoever we er nu mee zijn en welke problemen we in het afgelopen jaar zijn tegengekomen. Daarvan is een matrix opgesteld waarin links ervaringen zijn geformuleerd en rechts mogelijke oplossingen worden gesuggereerd.” “Een belangrijk probleem vormt de safety – de betrouwbaarheid van loodvrije verbindingen – die is nog onvoldoende bewezen. Daarom willen fabrikanten het loodvrije proces niet gebruiken voor toepassingen die een hoge safety vereisen. Anderzijds
36
worden fabrikanten soms gewoon verplicht om met loodhoudende processen te werken, bijvoorbeeld ten behoeve van luchtvaart of medische technologie, die zijn vrijgesteld volgens een exemption, een uitzondering in de RoHS-regelgeving. Daar zijn die fabrikanten absoluut niet blij mee, want het betekent dat ze twee productielijnen moeten open houden. Daardoor ontstaan allerlei onvoorziene logistieke problemen. Het kan gebeuren dat je loodhoudende componenten in een loodvrije lijn moet gaan gebruiken, of juist loodvrije componenten in een loodhoudend proces. Bepaalde componenten zijn immers niet langer loodhoudend verkrijgbaar omdat het voor de leverancier niet rendabel is om van een en dezelfde component twee versies op de plank te hebben. Dat is zomaar één aspect.”
Smeltpunt is nu smelttraject “Bedrijven die geheel naar loodvrij zijn overgegaan, hebben evengoed problemen. Bij loodvrij solderen heb je namelijk geen smeltpunt meer, maar een smelttraject. Dat is een kenmerkend verschil. En dat smelttraject eindigt ook nog eens bij 217 °C in plaats van bij 183 °C. Dat scheelt 34 graden. Die veel hogere temperatuur in je proces heeft invloed op bijvoorbeeld de plastic componenten zoals connectoren. Die moeten tegen die hogere temperatuur bestand zijn, net zoals de componenten zelf. Doordat er sprake is van een smelttraject en niet meer een eutectisch punt waarbij in één keer alle soldeer vast wordt, worden de in de print aanwezige spanningen doorge-
signalement april 2007
Vergeet niet dat we in de toekomst meer en meer met modules gaan werken en dat de onderlinge pinafstanden van chips steeds kleiner worden en daarmee steeds gevoeliger voor mechanische belasting. Daar ligt een tegenstrijdigheid. Kleinere chips, kleinere componenten – daardoor kritischer verbindingen – terwijl de soldeerverbinding zelf juist ook kritischer wordt. We kenden die problemen nog niet. Er is veertig jaar ervaring met loodhoudend soldeer en eigenlijk nog maar een jaar met loodvrij. Nu we volledig zijn overgegaan, blijkt de constructie weer eens zo sterk als zijn zwakste schakel. En dat is nu ineens de soldeerverbinding. Dat is heel lang niet het geval geweest. Er waren altijd wel andere elementen die eerder uitvielen. Wat wij binnen PLOT heel duidelijk hebben vastgesteld, is dat we veldervaringsgegevens missen. We moeten nu zoveel mogelijk kennis gaan halen uit de eerste uitval. Alles wat nu in het veld staat, moet je terughalen en testen. Om daarvan te leren. Daarbij moet je bedenken dat de loodvrijfaal-mechanismes wat langzamer verlopen, je moet daarom ook langer testen om ze boven tafel te krijgen. En als ik eerlijk ben – we weten het niet.” Zie ook www.plot.nl ■
signalement april 2007
37
■ MINACNED
■ MINACNED
Micro Nano via ketens & clusters op weg naar applicaties
NATIONALE MICRONANO CONFERENTIE - SAMENWERKING MET MICRONED Het researchprogramma voor microsysteemtechnologie MicroNed, dat loopt bij de verschillende technische universiteiten Delft, Eindhoven en Twente, heeft bij monde van penvoerder professor Fred van Keulen aansluiting gezocht bij MinacNed. In het verleden werd de ‘demonstratieplicht’ van MicroNed ingelost in de vorm van een tweedaagse conferentie met NanoNed. MicroNed zoekt het nu dichter bij de markt en wil meer ruimte om de
In het kader van de kennispositiestudie van MinacNed (branchecluster MicroNanotechnologie Nederland) is door SKB (Samenwerking Kennisoverdracht Branches) een aantal product-technologie-marktcombinaties geselecteerd. Voor vier van die combinaties, food & nutrition, medische diagnostiek, laboratoriumapparatuur en high tech equipment, zijn inmiddels de eerste ‘brainstorm’ workshops afgerond. De opzet was om tot consortia-achtige ketens van vijftien tot dertig bedrijven te komen die een prestatie-innovatiecontract zouden kunnen aangaan – een nieuwe subsidieregeling vergelijkbaar met de DevLab-methode. Samen vormen die bedrijven een cluster waarbinnen zij, in groepjes van drie of vier, aan echte consortia kunnen bouwen.
Food & Nutrition De workshop food & nutrition kon voortbouwen op de uitkomsten van de recent verschenen roadmap. Een aantal bedrijven uit die keten heeft al omlijnde ideeën en wil anderen gelegenheid geven daarop in te springen. Dat zijn ondermeer Campina, OMVE (apparatuur voor de voedingsmiddelenindustrie), Stork, Nizo Food Research, (zuivelonderzoek), DSM (voedingsmiddelen halffabrikaten). Verder was vanuit de ledengroep het bedrijf Lionix betrokken. Er zijn vervolgstappen afgesproken en de genoemde bedrijven gaan project-ideeën leveren die op 8 mei worden besproken. Dan wordt bekeken welke stakeholders er nog bij moeten komen, welke competenties er
38
nodig zijn, en of er inderdaad vanuit kleine groepjes een cluster van vijftien tot dertig bedrijven kan worden geformeerd. Nu is de IPC-subsidie weliswaar toereikend om er drie jaar lang het innovatieniveau van een aantal bedrijven mee op te vijzelen, maar een project kan er niet van worden bekostigd. Het subsidiegeld wordt daarom gebruikt om er infrastructuur mee te bouwen, met als doel de daarmee ontstane keten van kleinere bedrijven te koppelen aan de grote programma´s van InnoFood, Food Valley en de Food & Nutricion Delta, waar vooral de grotere bedrijven ‘leading’ zijn. De opzet is om één en ander te presenteren op de Nationale MicroNano Conferentie, 15 en 16 november in het WICC te Wageningen. Enerzijds worden SKB workshops dus gebruikt om de Nationale MicroNanoConferentie vorm te geven, anderzijds biedt de conferentie een goede gelegenheid om verder te bouwen aan die clusters.
Medische diagnostiek De tweede workshop over medische diagnostiek, beschikte nog niet over een roadmap en was meer inventariserend van opzet. Betrokken bedrijven en initiatiefnemers zijn Future Diagnostics, het KIT (Koninklijk Instituut voor de Tropen), Cytocentrics en Genetrix. Onderwerpen die aandacht krijgen, moeten worden gezocht in de richting van in vitro diagnostiek. En misschien komt er een aparte groep voor in vivo. De opzet is om hier ook ketens van bedrijven te vormen. Daarbij worden de
geboekte vooruitgang in microsysteemtechnologie breed uit te meten. Het nieuwe‘podium’ van MicroNed is dit najaar de Nationale MicroNano Conferentie (15 & 16 november). Een dag ‘demonstreert’ MicroNed haar 120 wetenschappelijke programma’s in de vorm van posterpresentaties en geclusterde lezingen, de andere dag is voor de markt: voor MinacNed derhalve. Een terugkerend onderwerp tijdens het
lezingenprogramma wordt de vraag aan bedrijven, wat hen beweegt tijd en geld te stoppen in deze researchprogramma’s. Dat geeft wellicht weer aanknopingspunten voor andere bedrijven om te komen tot ‘valorisation’. Intussen wordt met NanoNed onderzocht of het voor MinacNed zin heeft om een bijdrage te leveren aan het NanoNed-symposium op 6 en 7 december. ■
grote, internationaal opererende bedrijven op het gebied van diagnostische apparatuur vooralsnog met rust gelaten. Eerst wil men zich richten op de stakeholders verderop in de keten, zoals het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), universiteiten en academische ziekenhuizen en ook de European Defense Agency. Die worden eerst bevraagd en daarna worden bedrijven, de bekende internationale firma´s uitgenodigd. Wordt vervolgd op 15 juni waarschijnlijk bij het RIVM. Ook deze activiteiten moeten weer uitmonden in presentaties tijdens de Nationale MicroNano Conferentie.
Laboratorium apparatuur & high tech equipment De derde workshop was gericht op laboratoriumapparatuur en vond plaats in samenwerking met de branche Laboratorium Technologie. Deelnemers waren FEI, C2V (Consumer to Volume) en Skalar. Ook Avantium was uitgenodigd, evenals Spark Holland, Ankersmid, en Varian. Voor de workshop high tech equipment tot slot waren de partijen OTB Engineering, (Only The Best), IMS en MA3 Solutions aangetreden. Om dit hele proces goed te laten verlopen en ook de uitkomsten in detail vast te leggen, springt de Hogeschool van Utrecht bij. Groepen studenten Technische Bedrijfskunde gaan in het tweede kwartaal van 2007 aan het werk om bij MinacNed het geheel verder op poten te zetten. Dat gebeurt onder begeleiding van Henne van Heeren van Enabling M3, consultant en lid van MinacNed. ■
signalement april 2007
Nanopeople. SEM-foto van Frans Holthuysen, Philips Research Labs. 7500x vergroot.
signalement april 2007
39
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Bedrijven gezocht voor aanleveren en leasen van assemblagemodules
Met ‘plug & produce’ wordt assemblage in Europa rendabel Plug & produce “EUPASS is gestart om Europa weer een duidelijk herkenbare rol te geven in productie,” vertelt Jan de Louw, projectmanager bij Philips Applied Technologies en tevens coördinator van het EUPASS-project. Het project moet een soort databank van technologische modules voortbrengen die bedrijven en instellingen kunnen leasen.
“Europa heeft een aanzienlijke ervaring in productieautomatisering, vooral als het gaat om ultra-precieze assemblage. Mechanisatie komt naast goedkope handarbeid weer in beeld bij zeer kleine componenten, schone clean room producten, of omdat medische wetgeving automatisering vereist. Voor deze categorie, waar een mobieltje nog net binnen valt, maar ook sensoren, een horloge, of kleine biomedische applicaties, zijn er nauwelijks technologieprocessen off-the-shelf beschikbaar,” vertelt De Louw. “Het gaat om heel nauwkeurige pick&place, laser-las-processen en click- en lijmprocessen die bijvoorbeeld plastics aan elkaar verbinden. Die processen zul je telkens speciaal moeten ontwikkelen, ze zijn namelijk niet standaard te koop.” “De gemiddelde leadtijd om in grote volumes te produ-
ceren is vaak zes maanden tot een jaar, terwijl de gemiddelde levensduur van een product misschien maar een half jaar is, voordat er een nieuwe productrelease nodig is omdat ze bijvoorbeeld in een lage lonen land gekopieerd worden, met een mindere kwaliteit. Het is vaak niet mogelijk om in Europa een mechanische lijn op rendabele wijze te realiseren, vooral als je een nieuw product hebt en nog niet weet hoe de marktvraag zich zal ontwikkelen. En met een korte levensduur van het product is
40
de onderneming economisch riskant, omdat je in heel korte tijd je productieapparaat moet terugverdienen. Daar komt bij dat het ontwikkelen van een productspecifieke machine veel risico met zich meebrengt, gezien de onzekere marktvraag. En als het onverwacht een groter succes blijkt, word je gedwongen om er nog een volledig nieuwe lijn bij te zetten. Het stap-voor-stap opschalen van een machine wordt meestal niet expliciet in de specificatie van de machine meegenomen, terwijl je een verdubbeling vaak niet nodig hebt en tevens niet weet hoe lang je nog afzet blijft hebben.” EUPASS is een ‘enabler’: hierdoor wordt het rendabel om in Europa producten te assembleren, en dan vooral die waarvan de componenten handmatig moeilijk te assembleren zijn. Cruciaal is dat het modulair werkt, aldus de projectmanager. “Hierdoor kan de productiecapaciteit nauwkeurig
worden ‘ingetuned’ op de vraag, en naast een aanpasbaar volume is men ook flexibel wat betreft product. Je kunt je productie gemakkelijk wijzigen door de beschikbaarheid van modules van verschillende leveranciers op leasebasis. Zo zullen verschillende klanten snel over kinderziektes heen komen en een steeds betrouwbaardere oplossing leveren. De module-leveranciers blijven eigenaar van hun module. De modules zijn zo gemaakt dat ze later gemakkelijk voor een andere lijn kunnen worden ingezet en voor verschillende doeleinden worden hergebruikt.”
Wat is nu het verschil met de product integration line, de live-PiL die op de beurs E&A staat? De Louw kent deze nog niet, maar ziet dit als een goede ontwikkeling: “Door het combineren van innovatieve technologie van verschillende bedrijven in een open architectuur kunnen snel oplossingen gerealiseerd worden.” EUPASS richt zich naast modulariteit in een productielijn op modulariteit binnen een productie-station. Hij legt uit dat de modules binnen zo’n station alle een taak krijgen die met behulp van recepten in de module worden geupload. “Deze recepten zijn met een softwaretool gecreëerd met voor ieder product weer een volledig andere configuratie. Naast deze recepten, worden de modules door lokale autonomie ten opzichte van elkaar gekalibreerd en beschikken daarom ook over een bepaalde intelligentie. Acties vinden autonoom plaats, waardoor een ‘plug & produce’ omgeving kan ontstaan.”
worden gemaakt. Eind dit jaar worden daarom het EUPASS concept getest in een prototype waarop processen uit 3 producten worden uitgevoerd: een luidspreker van NXP (voorheen Philips Sound Solutions), een pneumatische miniklep van Festo en een deurhendel van een wasmachine van Electrolux. Met behulp van hetzelfde platform (een verzameling modules) worden de drie verschillende producten gemaakt. Op dit moment worden de verschillende modules voor dit hardware platform voorbereid. Die modules zijn afkomstig van de verschillende partners uit het project en zijn compatible met een overkoepelend master-design. De modules komen onder andere van Philips, Bosch, Masmec, Fraunhofer ILT en IPA, IEF Werner, Beckoff, Flexlink en Feintool. In deze pilot doen zowel grote als kleine bedrijven in Europa mee, evenals technologische instituten. Maar het succes van het project dat de door de Europese Commissie wordt gefinancierd
is afhankelijk van de deelname van vele bedrijven aan het project. “We moeten na 2008 onze eigen broek gaan ophouden. Na de prototypes willen we met klanten pilotprojecten gaan doen die industrieel toepasbaar zijn. Alle bedrijven die technologie hebben die bruikbaar lijkt voor dit platform mogen graag contact opnemen. Dit geldt ook voor bedrijven die interesse hebben in onze modulaire technologie.” Jan de Louw is bereikbaar bij Philips op (040) 2748418 en via email:
[email protected] ■
Er zijn natuurlijk al wel bedrijven die modulaire systemen bouwen. Het verschil met EUPASS is dat zij proprietor (eigenaar) zijn en dat
EUPASS een open architectuur biedt waar alle technologie-leveranciers kunnen aansluiten. De beschikbaarheid van off-theshelf-processen wordt zo enorm vergroot. Via een leaseconstructie kunnen bedrijven gebruik maken van deze technologie. Als een klant een module niet meer nodig heeft kan die terug gaan naar een centraal depot of bijvoorbeeld naar de bouwers van die module. EUPASS, languit Evolvable Ultra-Precision Assembly Systems geheten, verkeert nu in de fase waar het concept marktrijp moet
signalement april 2007
signalement april 2007
41
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Flow wow wow
Euroloop, ´s werelds grootste testsite voor flow-metingen Dit jaar nog verrijst in de Botlek ´s werelds grootste testsite voor flow- en hoeveelheidsmetingen voor aardolie en aardgas. Euroloop wordt hét leidende centrum voor de kalibratie van grote volume vloeistof- en gasmeters, voor stromen gerelateerd aan R&D en voor MBO- en HBO-opleidingen in metrologie. Was er nog niets op dit gebied? Wim Volmer van NMi Certin in Dordrecht geeft uitleg.
Krohne heeft toch al iets dergelijks op haar eigen bedrijfsterrein? “Inderdaad, met water. Voor een testsite is dat het eenvoudigste medium om mee te testen. Vooral vanwege de veiligheid. Met olieproducten komt er wat meer bij kijken, maar die zijn ook interessanter om te meten. Die hebben in vergelijking met water compleet andere eigenschappen. De industrie wil met die vloeistoffen op grote schaal kunnen meten.”
Dan hebben we het over raffinaderijen? “Vooral met betrekking tot vloeistofmeting is Euroloop in vergelijking met andere testsites van een compleet andere schaalgrootte. En op papier zijn er misschien voor gas dan wel grote testsites, maar die halen op geen stukken na hun maximale debieten. In de praktijk zal Euroloop dus ook voor gasmeting de grootste van de wereld zijn.
Waar heeft Nederland dat aan te danken? “Dat is een kwestie van timing. Voor een aantal zaken hebben we de wind in de rug. De plannen lagen er al langer, voor wat betreft vloeistof al wel zes jaar. Maar toen ging het economisch allemaal niet zo geweldig hier. En nu kan het ineens allemaal. Het is eigenlijk vooral een economische kwestie.”
NMi en partners? “Juist. Voor wat betreft vloeistofmeting is dat Krohne. Gasmeting wordt geheel door het NMi gefinancierd.”
42
“Dat niet alleen. Ook over oliewinning. Tegenwoordig worden steeds marginalere oliebronnen in exploitatie genomen, waarbij je doorgaans te maken hebt met een hogere viscositeit. Voorheen liet men dat in de grond zitten, tegenwoordig wordt die olie wél gewonnen.”
Waar het om gaat is dat een meetinstrument tijdelijk in zo´n testloop wordt opgenomen om het te ijken? “Het idee is inderdaad dat die meters daar worden gekalibreerd voor inzet elders. En nee, niet exclusief voor Krohne. Dat is weliswaar een grote speler in dat veld, een producent van grote meters. Zij hebben echter logistieke problemen en capaciteitsproblemen bij hun huidige site en dat is hun drive om geld te steken in Euroloop. Maar niet exclusief, dat zou niet rendabel zijn. Vandaar dat zij geïnteresseerd waren in een partner die zo´n testsite onafhankelijk kan bedrijven, waardoor het ook aantrekkelijk wordt voor hun concullega´s om daar te laten kalibreren.”
Wim Volmer van NMi
Waar gebeurt het nu? “Bijvoorbeeld in Zuid-Frankrijk is een site die op papier tot 3.000 kubieke meter per uur komt. Meestal haalt-ie dat niet. Dat is de grootste bekende testsite. Wij gaan in eerste instantie naar 5.000 kubieke meter per uur, daarmee is Euroloop dus al bijna twee keer groter. Daarmee zijn we absoluut uniek in de wereld. Gaandeweg zullen we uitbreiden naar 10.000 kubieke meter. Daarbij gaan we uit van drie vloeistoffen met oplopende viscositeit: 1, 10 en 100 centistokes. Om een idee te geven, 1 is gelijk aan water en bitumen bevinden zich in de ordegrootte van boven de 1000.”
of honderdste procent in de optimalisering van hun processen. Daar gaat het typisch om hoofden instrumentatie op zo´n grote plant. Verder hopen we er ook collegainstituten te kunnen trainen. En je kunt er natuurlijk ook R&D gaan bedrijven.”
Euroloop meet aardolie bij een onzekerheid van 0,05%. Is dat goed? “Een normale benzinepomp zit op ± 0,5%. Dit is dus ordegroottes beter.”
Hoever staat het ermee? “We zijn nu bezig aan wat heet de ‘detailed engineering’: we weten waar de bochten in de piping moeten komen, hoe lang bepaalde pijpstukken worden, waar de heipalen komen, hoeveel temperatuuropnemers erin moeten…”
Maar het is nu nog een kale vlakte? En gas? Een vergelijkbaar systeem? “In principe gaan we testen met aardgas, mogelijk dat we op termijn ook met andere gasmengsels aan de slag kunnen. Dat heeft er natuurlijk ook mee te maken dat die meters daar normaal voor worden gebruikt. Met gas halen we een onzekerheid van 0,2%, een huishoudgasmeter zit op ± 3%. Als je bedenkt dat er door zo´n grote gasmeter van de GasUnie per jaar voor 4,5 miljard euro aardgas gaat, dan
U gaat met Zuid-Frankrijk in concurrentie? “In feite wel. Nu is het wel zo dat voor dat bedrijfje in Zuid-Frankrijk is de testsite niet haar core business. Het is een organisatie dat pijpleidingen exploiteert, als nevenbusiness is ooit een site opgezet voor het kalibreren van de eigen meters. Later kwamen er ook derden om te kalibreren.”
“Vrijwel.”
Toch wilt u in 2008 draaien. Gaat u die planning halen? “Eind derde kwartaal 2007 werkt alles, als het goed is. Dan kunnen we olie rondpompen. Maar dan moeten we nog alle metingen goed op orde krijgen, zo´n fine tune kost nog wat meer tijd.” ■
Wat er allemaal niet van af hangt, van flowmeting. De hele Europoort, Moerdijk, het Zeeuws Vlaamse industriële complex, de Antwerpse regio, maar ook de Limburgse industrie van DSM en Sabic leunen allemaal volledig op flowmeting en -regeling. Zegt u niets? Wat dacht u van de waterhuishouding in de polder, uw drinkwaterleidingbedrijf, de waterzuivering, de benzinepomp of uw cv-installatie? Elke machine waarmee chips en halfgeleiders worden geproduceerd zit vol high precision flowmeters. Het ziekenhuis, het lab, ze barsten ervan. Hoe reguleren we de uitstoot van schadelijke gassen? Ook dat is flow. De Russen en de Oekraïners kunnen het op een oorlog uit laten draaien om flowmeting. De meest overtuigende toepassing voor moeders is die in de melkfabriek en voor vaders en zoons die in de bierbrouwerij. Zo’n cruciaal technologisch specialisme verdient een eigen show, de FlowShow. Daar is dus in voorzien. Op 23 en 24 mei gebeurt het in de Jaarbeurs Utrecht. Geen vage automatiseringsconcepten die veel kosten en weinig opleveren, gewoon meten en regelen, maar dan wel op hoog technologisch niveau waar de Chinezen nog lang niet aan kunnen tippen. Bovendien spreekt ons natte mistige landje tegenwoordig een woordje mee: de grootste flow-ijkinstallatie van Europa wordt op dit moment gebouwd in Rotterdam. Ze zijn er straks met spreekbeurten en discussiesessies: Shell, Gasunie, Friesland Food, en Dow Chemicals; samen met TNO, NMI en de leveranciers.
Een deel van de business betreft MBOen HBO-opleidingen metrologie? “Inderdaad, met docenten uit eigen gelederen. Voor mensen die op MBO-niveau opereren moet je denken aan operators bij de grote raffinaderijen of chemische plants van Shell, DSM, Dow. Die moeten een beetje gevoel krijgen waar ze nu mee bezig zijn. Maar je kunt ook nog dieper gaan, echt naar de kunst van het meten, voor die mensen die op zoek zijn naar de laatste tiende
signalement april 2007
loont het dus de moeite om het verschil eens even goed uit te zoeken.”
Je ziet eigenlijk niet zo goed wat er gebeurt. ‘t Is allemaal wat stiekem. Wat dat betreft is het de voorloper van software, van spyware. Flowprocessen: gas, lucht, water, vloeistof… Of het gebeurt in dichte pijpleidingen, of het is onzichtbaar en vluchtig. Nog net niet zo ongrijpbaar als elektriciteit, maar wel een wereld die wat verder af staat van de smid op de hoek, de juf van de crêche en de kaasboer op de markt met zijn ouwe Leidse.
Onze man in het nationale innovatieplatform is niet voor niets Wybren Jouwsma van Bronkhorst High Tech, de flowkoning! ■ signalement april 2007
43
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Lagerhuis debat
Nare bijwerking bij nieuwe metrologiewet
Hightech equipmentdag
Eén metertje betekent heel systeem vervangen
De onsmakelijke connotatie van COTS, waarvoor werd voorgesteld een nieuwe Nederlandse benaming te vinden, stond een vruchtbaar debat niet in de weg.
De nieuwe metrologiewet van 30 oktober 2006, heeft een nare bijwerking. Alle apparatuur die nog aan de oude ijkwet zijn getoetst zijn weliswaar tien jaar geldig, maar mag niet in combinatie worden gebruikt met apparatuur die aan de nieuwe wet is getoetst. Dat levert nu al fiks problemen op. De oude ijkwet zorgde ervoor dat een meter een meter was en een kilo een kilo. Metingen voor handelsdoeleinden klopten doordat het Nederlands Meetinstituut (NMI) zorgde voor waarborging van deze wet. Besluitvorming van de Europese Unie zorgt er nu voor dat leveranciers uit de Europese landen, hun apparatuur alleen in het land van herkomst hoeven te laten keuren. Daarmee wordt handelen over de grens
betrouwbaarder en makkelijker. De oude meetapparatuur is nog tien jaar geldig. Het voordeel hiervan is echter zeer beperkt, stel bijvoorbeeld dat Shell een nieuwe betaalkaartlezer gaat installeren bij een benzinetankhouder. Aangezien oude ijkwet apparatuur niet met nieuwe MID-getoetste apparatuur mag worden samengevoegd, zou een groot gedeelte van het tankstation van nieuwe apparatuur moeten worden voorzien. VNPI en FHI bundelen de krachten om de wetgeving op dit punt te laten aanpassen. <
SYSTEM INTEGRATORS IN DISCUSSIE MET HUN KLANTEN
COTS vs Embedded Technology
Alweer voor de vierde keer gaan de Industrial System Integrators, van het cluster ISI, in discussie met hun klanten. Op 7 juni zullen ze in een nog nader te bepalen kasteel spreken over contractvormen, de effecten van MES (Manufacturing Execution Systems) op de organisatie en over draadloze communicatie in de industrie. Deze ronde tafel conferentie is alleen op uitnodiging toegankelijk. Doordat iedere system integrator minimaal één van zijn klanten meeneemt, zijn evenwichtige discussies gegarandeerd.
Met een levendig debat in Lagerhuis-stijl werd op 7 februari een geslaagde Conferentie van HighTech Equipment Engineering afgerond in het Evoluon in Eindhoven. Gedebatteerd werd over de voor- en nadelen van toepassing van ‘commercial off-the-shelf technology’ (COTS) versus ‘embedded technology’, die klantspecifiek ontworpen en ‘ingebed’ wordt. Hieronder een paar argumenten. Voordelen embedded: • “Een bedrijf kan met COTS, omdat het om een standaard technologie gaat, niet vooruit lopen. En iedere zichzelf respecterende ondernemer weet dat niemand in de zelfde auto wil rijden als zijn buurman.” • “Eén van de uitdagingen is om machines te maken die concurrerend zijn in de markt. Bij ons geldt als een beslissend criterium: kun je het kopen, dan koop je het. Alleen zijn we er tot op heden zo verschrikkelijk slecht in geslaagd om die producten te kopen waar je de software op kunt laten landen waarmee je de functionaliteit bereikt die je wenst.” • “COTS is te duur omdat je te veel betaalt voor veel functionaliteiten die je helemaal niet gebruikt.”
Voordelen COTS: • Embedded systemen hebben juist de langste tijd gehad: “De industrie maakt standaard componenten die snel in prijs dalen en echt meegaan met hun tijd.” • “Productiekosten zijn voorspelbaar, de producten zijn al bewezen (proven technology) en je bent niet gebonden aan een lokale leverancier, zoals bij een embedded partner. Functionaliteiten zijn vaak voldoende voor de meeste producten. Wil je meer? Dan maak je er een extra functionaliteit op, als extra uitbreiding naar de klant toe.” • “Er zijn steeds meer componenten op de markt beschikbaar. Wat je eerder met embedded moest realiseren, kan nu gewoon met een COTS-component. Ze gaan embedded helemaal wegvagen.”
En na een uur debatteren was er nog veel te praten; zaken te doen wellicht?
Wat is de meest optimale samenwerkingsvorm? Hoe kunnen gewenste (technologische) ontwikkelingen het
best worden geïmplementeerd? Deze vragen zullen aan de hand van stellingen worden behandeld. Drie gastsprekers plaatsen de piketpalen voor de discussies. Zo opent Willem van Ossewaarde van Marsh verzekeringen de middag met een presentatie over aansprakelijkheidsconsequenties bij industriële automatiseringstrajecten. Patrick Kools van IBanx spreekt over de organisatie en de implementatie van de MES laag, en afsluitend zal Jouke Miedema van Wireless Value de effecten van draadloze communicatie in de industrie behandelen. www.fhi.nl/isi ■
De conclusie van de discussie was dat er een mooie toekomst ligt voor hybride systemen. Vrij programmeerbaar op zoveel mogelijk standaard. <
44
signalement april 2007
signalement april 2007
45
PROFIBUS
WEEGINSTRUMENTEN (VLW)
Waterdag voor technologen en managers Hoe kan de veldbus, en PROFIBUS in het bijzonder, als basis dienen voor energiebesparing, integraal onderhoud en betere procesvoering? Dit staat centraal op de Waterdag die PROFIBUS Nederland organiseert op 10 mei 2007 in het CineMec in Ede. Het is een praktisch congres dat is bestemd voor waterschappen, drinkwaterbedrijven, adviesbureaus, installateurs en systeemintegratoren. Het programma is samengesteld op basis van input van waterschappen en drinkwaterbedrijven. Naast de algemene vraagstukken is er ook een parallel ochtendprogramma dat meer technisch van aard is. Het ene ochtend-programma is gericht op algemeen management. Dit is voor managers die beslissingen op het terrein van de technische automatisering willen nemen en behoefte hebben aan een overview van
wat technische automatisering kan bieden. Er wordt gesproken over de vraag wat de techniek bij kan dragen aan procesoptimalisatie, energieoptimalisatie en kostenbesparing. Dit programma wordt afgesloten met een forumdiscussie tussen waterbedrijven, RWZI’s, gemeenten en leveranciers. Een tweede ochtendprogramma is speciaal bestemd voor de functionarissen die praktisch met automatisering bezig zijn. In dit programma wordt ingegaan op de technologie zelf. Zo worden items besproken als bliksembeveiliging, netwerkopbouw van PROFIBUS, onderhoudstools, specificeren in bestek, hoe om te gaan met diagnose en statusinformatie.
De dag is bijzonder geschikt voor: • Hoofden en medewerkers productie en automatisering van waterschappen • Hoofden en medewerkers productie en automatisering van waterleiding- en zuiveringsmaatschappijen • Adviseurs automatisering bij adviesbureaus • Hoofden utiliteit binnen de procesindustrie • Installateurs • Systeemintegratoren Tel: 033-469 05 07 of www.nl.profibus.com<
Het middagprogramma staat open voor beide doelgroepen, maar zal een wat technisch karakter hebben.
Lobby werkt sterk, nu nog handhaving NAW-richtlijn In het vorige Signalement werd al vermeld dat het ministerie van VWS de NAW-richtlijn geïmplementeerd heeft met een besluit van 9 mei 2006. Dit proces heeft inmiddels geruisloos plaatsgevonden. Deze daadkracht was zo sterk, dat dit proces uiteindelijk geruisloos heeft plaatsgevonden. Vanaf 1994 heeft het bestuur van de VLW meerdere malen bij het ministerie van VWS gewezen op de – in hun ogen – missende implementatie. Dat traject van 1994 tot 2006 is met de nodige bombarie afgelegd, maar nooit zo luidruchtig dat men het Besluit medische hulpmiddelen direct wilde aanpassen.
PROFINET in de procesautomatisering Nu de integratie van apparatuur met een PROFIBUS PA en HART interface is afgerond werkt de mondiale PROFIBUS- en PROFINET-organisatie, PI International, aan de standaarden voor het gebruik van PROFINET voor de procesautomatisering. Wat inmiddels algemeen als de kracht van PROFIBUS wordt gezien, zal ook voor PROFINET moeten gaan gelden. Het moet een complete communicatie worden voor alle belangrijke toepassingen binnen procesen productieautomatisering, veiligheid- en aandrijftechniek. De eerste stap is de koppeling van bestaande communicatieoplossingen in de procesindustrie aan PROFINET. Voor PROFIBUS PA en Hart is deze koppeling al beschikbaar. Momenteel wordt gewerkt aan de koppeling met apparatuur met interfaces van
46
Foundation Fieldbus. Er wordt gemikt op de afronding hiervan medio 2007. Belangrijk te weten is dat instrumenten die in het verleden zijn geïnstalleerd ook in de toekomst zonder meer bruikbaar blijven in PROFINET-installaties. Daarbij maakt het niet uit of deze met HART, PROFIBUS PA of Foundation Fieldbus zijn aangelegd.
PROFINET wordt inmiddels in de fabrieksautomatisering breed toegepast; er komen oplossingen beschikbaar voor high-end Motion Control en veiligheidsapplicaties. Langzamerhand wordt PROFINET ook ingezet voor gebruik in de procesautomatisering.
Dit vraagt niet alleen om kennis op dit gebied, maar vraagt ook om een goede logistieke infrastructuur en voortdurende afstemming met zogenaamde samenwerkers, zoals Verispect gebruikt in hun toezichtsfunctie.
Al vele jaren bestaat voor de continue communicatie tussen Verispect, Economische Zaken en het NMi een overlegvergadering. Dat platform is daardoor ook aan de Inspectie Gezondheidszorg aangeboden, om in mee te draaien. Daarbij blijkt uit vragen van de leden van de brancheorganisatie Medische Technologie, dat de implementatie van de NAW-richtlijn ook niet bij iedereen bekend is. Zoals aangehaald heeft het uiteindelijke proces vrij geruisloos plaatsgevonden. De berichtgeving naar de leden van deze FHI-branche wordt dus ook opgepakt, om de gevolgen in het toezicht duidelijk te maken. Daartoe waren vertegenwoordigers van de branche aanwezig op 14 maart 2007 bij de overlegvergadering van de VLW. De lobby heeft sterk gewerkt. Dat is vooral merkbaar nu uit meerdere hoeken vragen komen, wat deze implementatie in zal houden. De duidelijkheid van het toezicht zal in de komende jaren gaan blijken, als de handhaving vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg vorm gaat krijgen.<
Agenda 2007 • 17 mei, CECIP Werkgroep voor Wettelijke Metrologie te Londen.
De eisen die de procesautomatisering stelt aan PROFINET worden in de PI-international-werkgroep‚ ‘DCS Requirements’, gezamenlijk met de internationale chemische brancheorganisatie NAMUR, uitgewerkt. De komende twee tot drie jaar zullen de belangrijkste uitdagingen voor de werkgroep de onderwerpen redundantie, synchronisatie, tijdstempeling en engineering zijn.<
• 18 mei, CECIP General Assembly te Londen. • 14 november, ledenvergadering VLW te Delft. • 14 november, platform overleg met het ministerie vanEZ en Verispect te Delft.
PROFINET ook ingezet in procesautomatisering
signalement april 2007
Nu dat wel gebeurd is, vragen zowel de leden van de VLW als de Medische Technologie zich af, wat hierdoor zal veranderen in het toezicht. ‘Hoe wordt de implementatie gehandhaafd?’ Om deze vraag te beantwoorden gaf de heer Kraus van de Inspectie voor de Gezondheidszorg een toelichting aan de VLW-leden op 14 maart 2007. Men zal namelijk in het toezicht op de in gebruik zijnde, de in gebruik te nemen en de in de handel gebrachte weeginstrumentatie de Metrologiewet toe dienen te passen.
Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 465 7507 e-mail:
[email protected]
signalement april 2007
47
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Algemene ledenvergadering in het teken van strategische beleidspunten en lobby De Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse brancheorganisatie voor Laboratorium Technologie vindt plaats op 12 juni 2007 bij het Nanolab Nijmegen. Deze dag zal zoals gebruikelijk bestaan uit een huishoudelijk gedeelte en een themamiddag. Aan de hand van de resultaten van het strategieproject zal aandacht worden besteed aan de federatieve beleidspunten milieu en onderwijs & arbeidsmarkt die ook van groot belang zijn voor de laboratoriumbranche. Specifieke aandacht zal worden geschonken aan hoe dit milieubeleid en onderwijs & arbeidsmarktbeleid tot stand komt en hoe wij als branche invloed kunnen uitoefenen. In de praktijk kan worden geconstateerd dat als bedrijven investeren om te anticiperen op regelgeving, het regelmatig blijkt dat die regelgeving toch weer anders uitpakt of wordt uitgekleed. Wat kunnen we als branche doen is nu het onderwerp. Zorgwekkend zijn verder de
dalende leerlingenaantallen en het wegbezuinigen van laboratoriumopleidingen bij gebrek aan belangstelling. De verslaglegging van het strategieproject voor de branche Laboratorium Technologie is zo goed als afgerond. Het strategieproject is primair gericht op de leden van de branche en hun stakeholders in de markt. Naast een beschrijving van de branche Laboratorium Technologie, de markt en de stakeholders, zijn de belangrijkste trends en ontwikkelingen binnen de laboratoriumtechnologie gedefinieerd. Lidbedrijven kunnen met de uitkomsten van deze kennispositiestudie hun marktpositie verstevigen en nieuwe ideeën ontwikkelen. De branche kan er concreet activiteiten mee ontwikkelen om de technologie-uitwisseling tussen bedrijven, kennisinstellingen en zorginstellingen te versterken. ■
Productstatistiek pipetten ‘in de maak’ De belangrijkste leveranciers van pipetten op de Nederlandse markt hebben de wens geuit een productstatistiek pipetten op te richten. De statistiek is een gezamenlijk marktonderzoek dat op efficiënte en betrouwbare wijze inzicht geeft in de ontwikkeling en de omvang van de markt. In de vorige uitgave van het Signalement werd aangekondigd dat om dezelfde reden de leveranciers Ultra Low Temperature Freezers bij elkaar komen om de productstatistiek Freezers nieuw leven in te blazen. Een productstatistiek is een systematisch en periodiek uitgevoerd onderzoek om de ontwikkelingen in de markt te kunnen signaleren. De deelnemers aan de productstatistiek beschikken op deze wijze over een instrument dat hun de nodige marktinformatie verstrekt, die mede vereist is voor de bepaling en uitvoering van het ondernemingsbeleid. Een goede coördinatie is daarbij een eerste vereiste, waarin het bureau van FHI zal voorzien. <
48
Biotechnica in Hannover Sinds 1985 heeft BIOTECHNICA zich gemanifesteerd als Europa’s belangrijkste trefpunt voor de Biotechnologie-branche. Vandaag de dag functioneert het als contactcentrum, als showcase voor innovaties en als top-event dat door vele investors en experts vanuit de industrie, de wetenschap en de overheid wordt bezocht. De grootste internationale vakbeurs voor biotechnologie vindt om de twee jaar plaats. Voor 2007 worden 13.000 bezoekers en meer dan 900 exposanten verwacht. Voor de profilering wordt in het aanbod een onderscheid gemaakt naar bio-engineering en -apparatuur, bio-informatica, diensten en
Lab-evenementen
toepasssingsvelden in voeding, landbouw, farmacie, medisch en milieu. Na succesvolle inzendingen in 1999, 2001, 2003 en 2005 organiseren Hannover Consultancy en FHI een Nederlands Paviljoen. Het paviljoen is centraal gelegen en biedt bedrijven en instanties talrijke mogelijkheden om zich te profileren. De organisatie biedt een full service pakket aan zodat het deelnemende bedrijf zich volledig kan concentreren op de internationale contacten Informatie via www.hf-netherlands.com www.fhi.nl www.biotechnica.de ■
signalement april 2007
juni
juni
oktober
oktober
november
Biotech Conferentie 2007
Algemene leden vergadering en themabijeenkomst
Labanalyse 2007
BIOTECHNICA
MEDICA 2007
Doelgroep:
Genodigden:
Doelgroep:
Doelgroep:
Doelgroep:
De conferentie richt zich op bezoekers uit verschillende doelgroepen, zoals universiteiten, industrie, laboratoria, academische ziekenhuizen, farmaceutische- en biotechnologische bedrijven en instituten.
De brancheleden en relevante stakeholders.
Huishoudelijk gedeelte en een themamiddag over strategische beleidspunten en lobby, waaronder milieu en onderwijs.
Het event bereikt bezoekers uit verschillende markten, zoals de gezondheidszorg, (petro)chemische industrie, voedingsmiddelenindustrie, farmaceutische industrie en milieu.
Internationale vakbeurs voor biotechnologie gericht op de doelgroepen bio-engineering enapparatuur, bio-informatica, diensten en toepassingsvelden in voeding, landbouw, farmacie, medisch en milieu.
Internationale medische vakbeurs met congres. Getoond worden onder meer de nieuwste medische technologie en medische elektronica.
Thema:
Datum:
Thema:
Thema:
Biotechnologie in de dagelijkse praktijk. Research & productie met state-of-the-art technologie.
Dinsdag 12 juni 2007
Locatie:
Gezondheid en milieu, analytische chemie zorgt voor evenwicht.
Nanolab, Radboud Universiteit Nijmegen
Deelname FHIlidbedrijven/exposanten op basis van full service pakket.
Website:
Thema:
www.fhi.nl/labanalyse
Website:
Website:
Nederlands Paviljoen: Collectieve beursdeelname van FHI-leden.
Website: www.medica.de
Datum: 14 tot en met 17 november 2007
www.biotechnica.de
www.fhi.nl/biotech
Datum:
Datum:
donderdag 4 oktober 2007
dinsdag 5 juni 2007
Locatie: Datum:
Messe Düsseldorf
9 tot en met 11 oktober 2007
Locatie: Locatie: Holiday Inn, Leiden
signalement april 2007
De Kuip, Rotterdam
Locatie: Deutsche Messe, Hannover
49
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Elektronische neus ruikt onraad
Startbijeenkomsten cluster Contractlabs
De tendens om de natuur na te bootsen wordt steeds letterlijker. De ontwikkeling van de elektronische neus begint bijzondere vormen aan te nemen. Arend Kolk van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) vertelt op de komende Biotech conferentie meer over een neus voor detectie van tuberculose. Alvast een voorproefje.
Onlangs vond het eerste overleg van het nieuwe cluster contractlaboratoria plaats. Aanwezig waren enkele voorname contractlabs actief in de Nederlandse markt. Door bundeling van krachten kunnen voordelen worden behaald op het gebied van belangenbehartiging en marketingactiviteiten.
“De elektronische neus kan vluchtige organische verbindingen ruiken. Zo kun je bijvoorbeeld zelf ook microbacteriën ruiken: die hebben een bloemige geur, helemaal niet vies,” vertelt Kolk. De elektronische neus meet die vluchtige verbindingen met sensoren. Deze sensoren meten de geleidbaarheid. De elektronische neus die Kolk ontwikkelt wordt ingezet om tuberculose (TB) op te sporen, door de lucht te
meten boven het sputum. Sputum is een slijmlaag van de longen die bij diep hoesten naar boven komt. De sensoren zijn opgebouwd uit een laagje silicium met daarop twee zogenaamde interdigitated goudelectrodes waarop een laagje polymeer is aangebracht. Het is het polymeer dat zwelt of krimpt als gevolg van het passeren van de vluchtige organische verbindingen, vertelt Kolk. “Wij hebben mycobacteriën gekweekt en gemerkt dat de neus met 14 verschillende sensoren in staat is om de geuren te herkennen. Maar net als de mens moet je leren wat lekker is en wat vies. Een kind moet je ook uitleggen dat poep vies is. Zo is dat ook met een machine. Die registreert een patroon. Via een statistisch programma leer je de het softwareprogramma om geurpatronen te herkennen. Daarna kun je de machine/ software vragen om te voorspellen of een sputum wel of niet afkomstig is van een TB patiënt. Het is eigenlijk te vergelijken met
het trainen van een speurhond om te ruiken waar een mens onder de sneeuw zit.” “De elektronische neus bestaat al een tijdje, maar in het begin waren de statistische programma’s nog niet valide. Er is nu een opleving: de elektronische neus komt weer helemaal terug. Zo is er een Frans bedrijf dat bij de parfumindustrie weliswaar geen poot aan de grond kreeg - die industrie bleek te conservatief en wilden hun reukpanel houden – ze kregen wel voet aan de grond in de wijn- en voedingsindustrie. En op het medische vlak kunnen we ongetwijfeld ademanalyse gaan doen in de toekomst en naast TB ook kanker en astma detecteren. Honden kunnen nu tenslotte al kanker ruiken.” Kolk is erg opgetogen over de nieuwe mogelijkheden van nanotechnologie door nieuwe inzichten op moleculaire schaal. “Naast het aantonen van kanker zullen kankercellen in de toekomst ook verwijderd kunnen worden met nano deeltjes in combinatie met licht. ■
Research & productie centraal tijdens de FHI Biotech-conferentie 2007 De nieuwe FHI Biotech-conferentie op 5 juni in Leiden, vindt plaats onder de titel Research & productie met state-of-the-art technologie’.
Philips Research worden de bezoekers op de hoogte gesteld van de nieuwste innovaties en verbeteringen in belangrijke toepassingsgebieden van de biotechnologie.
Onder leiding van dagvoorzitters Rob Janssen van Niaba en Hans Hofstraat van
Biotechnologie wordt in toenemende mate ingezet voor het ontwerpen van schone
50
productieprocessen en van nieuwe producten die milieuvriendelijker zijn dan het gangbare. Het maakt meer efficiënte processen en zuiverdere producten mogelijk. Bovendien zorgt biotechnologie voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en voedingsmiddelen. Andere nieuwe signalement april 2007
Contractlaboratoria groeien sterk, ook in aantal. Actief in voeding, chemie, farma, medisch en milieu nemen ze steeds meer routineonderzoek over van de industrie, overheid en ziekenhuizen. Ook beginnen ze zich te richten op diepgaand onderzoekswerk. Vooral internationale contractlabs ontpoppen zich als aanbieders van laboratoriumtechnologie die bijvoorbeeld testmethoden en analyseopzetten uit eigen huis commercialiseren. Door oprichting van een cluster kunnen contractlabs hun specifieke problematieken gezamenlijk oppakken. FHI kan voor hen op de juiste
plek invloed uitoefenen. Dit voorjaar gingen drie contractlaboratoria bij FHI met elkaar om de tafel: ALcontrol Laboratories (sterk in de milieu- en voedingsmiddelenmarkt), RPS Analyse (chemisch-analytisch en microbiologisch onderzoek voor de arboen milieumarkt) en microbiologisch-/ chemische analytisch (onderzoeks)lab Bactimm/Farmalyse. Geïnventariseerd is welke belangen de labs gezamenlijk hebben. Naar voren kwamen de onderwijsproblematiek, wet- en regelgeving en outsourcing door de overheid. Op het gebied van onderwijs wordt het steeds moeilijke geschikt personeel te vinden. Om tekorten te voorkomen en te beperken zou het imago de laboratoriumsector moeten worden verbeterd. Wetgeving dient aangepast te worden om beschikbare snellere testen te mogen gebruiken, wat nu niet kan door regelgeving.
De (semi-)overheden besteden bepaalde milieuanalyses nu nog te weinig uit. De labfaciliteiten van bijvoorbeeld hoogheemraadschappen zouden eigenlijk beter kunnen worden verzelfstandigd tot marktconform opererende organisaties. Contractlabs kunnen dat onderzoek veelal goedkoper uitvoeren met nieuwe technieken. Wanneer blijkt dat zo’n test niet past binnen de overheidsrichtlijnen, terwijl hij prima voldoet, dan kan dat als cluster worden aangekaart. Tenslotte is vanuit de contractlabs de behoefte geventileerd om op lokaal niveau, in de Nederlands/Vlaamse markt, intensiever en geobjectiveerd te communiceren met leveranciers van apparatuur. Omdat veel contacten internationaal lopen, over de hoofden van gebruikers heen, blijkt dat de echte gebruikerswensen lang niet altijd bij leveranciers bekend worden. De brancheorganisatie kan hier een perfect platform voor bieden. De volgende bijeenkomst staat gepland op 11 mei om 10.00 uur in Amersfoort. Geïnteresseerden in het cluster contractlabs kunnen contact opnemen met branchemanager Andreas Meijer op telefoonnummer (033) 4651063 of per mail:
[email protected] ■
toepassingen van biotechnologie zijn waterzuivering en bodemsanering door micro-organismen. Behalve dat de lezingen inzicht geven in wat wel en wat niet kan, bij de huidige state-of-the-art technologie, krijgt de deelnemer aan de conferentie informatie over wat er bereikt kan worden met de nieuwe technieken en technologieën. De FHI biotechnologie conferentie is zo signalement april 2007
gestructureerd dat vanuit de klantenkant een reeks van technieken wordt gepresenteerd in de specifieke toepassingsgebieden ‘voeding’, ‘milieu’, ‘medische diagnostiek’ en ‘industriële productie’ van de biotechnologie. Zie voor meer informatie: www.fhi.nl/biotech ■ 51
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Meer aandacht voor opleiding en instructie Tendentieuze berichtgeving
Recent verscheen er een bericht in het Algemeen Dagblad over het kwaliteitsniveau van medewerkers uit de medische industrie. FHI’s branchemanager voor Medische Technologie, Luc Knaven, reageerde ontstemd op de berichtgeving van de NVLO, de vakvereniging voor managers van operatiekamers. Deze beschuldigde vertegenwoordigers van te weinig kennis om op OK’s te mogen komen. “Dit is een volstrekt nieuw verhaal dat niet eerder bij de brancheorganisatie kenbaar is gemaakt. Ook uit onderzoeksrapporten van de Inspectie is nooit iets gebleken van deze vermeende problematiek. De NVLO zelf kan geen enkel inzicht geven in de omvang,” vertelt Knaven. Het is opmerkelijk dat dit onderwerp door de NVLO in de landelijke media wordt gebracht, gelijktijdig met de introductie van een door haar ontwikkelde 5-daagse opleiding voor leveranciers. “Een publiciteitsstunt – waarschijnlijk goed voor het vullen van de opleiding – maar dan wel ten koste van de industrie. En dat is kwalijk”, meent Knaven. NVLO stelde in het Algemeen Dagblad dat de industrie mensen op pad stuurt die geen kennis van
signalement april 2007
zaken hebben, zelfs stofzuiger-verkopers die een dag later medische apparatuur gaan verkopen. “Uiterst tendentieuze berichtgeving”, aldus Knaven. “Er zal zich best wel eens een incident hebben voorgedaan, maar er is geen enkel signaal dat dit een structureel probleem is.” Na een vooraankondiging van het AD informeerde hij bij verschillende leden. Hieruit bleek dat er binnen de ledenkring geen problemen worden ervaren. De meeste bedrijven hebben hiervoor eigen opleidingstrajecten. “Medewerkers die OK’s bezoeken zijn dan ook hoogwaardig geschoolde en goed getrainde medewerkers”, aldus Knaven. “De mogelijkheid van het volgen van een korte externe cursus of instructie kan voor sommige bedrijven best een extra handigheid zijn. Maar dan niet op de manier zoals de NVLO dat nu heeft gedaan.” Het thema veiligheid staat hoog op de agenda van FHI. Een belangrijk onderdeel daarvan is voldoende training en instructie van personeel dat medische apparatuur bedient. In het interview met het AD gaf Knaven aan dat qua prioriteitsstelling dit
onderwerp aanzienlijk belangrijker is omdat daarmee veel meer aan extra veiligheid voor de patiënt verkregen kan worden. Bij het leveren van nieuwe medische apparatuur is de training en instructie vaak het sluitstuk van de begroting. Cursisten zijn tijdens de instructies vaak niet, of maar gedeeltelijk aanwezig. Ook van jaarlijkse herhaaltrainingen is, ondanks groot personeelsverloop op afdelingen, vaak geen sprake. Onvoldoende instructie kan in de praktijk leiden tot onjuiste bediening of het onderbenutten van belangrijke functionaliteiten van apparatuur. De Inspectie voor de Volksgezondheid signaleerde al enkele keren dat er veel veiligheidswinst behaald kan worden met een juiste training en instructie. Inmiddels heeft Knaven overleg gehad met de heer Monteban, voorzitter van de NVLO. Uit dit gesprek bleek dat ook de NVLO ongelukkig was met de toonzetting van het AD-artikel. Het onderwerp ‘training en instructie voor bedienend personeel’ gaf PvdA-kamerlid de heer Van de Veen (voorheen RvB Agis) aanleiding kamervragen te stellen aan de Minister voor Volksgezondheid. <
53
MEDISCHE TECHNOLOGIE
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Lobby tegen rem op innovatie succesvol
Europees aanbesteden in de zorg
Motie nieuwe medische technologie tijdelijk in verzekeringspakket
Hoe beperken we de schade? In 2005 oordeelde het Gerechtshof van Den Bosch dat Nederlandse ziekenhuizen onder de Europese aanbestedingswetgeving vallen. Het bepalende hoger beroep had betrekking op een case tussen een leverancier en het Bredase Amphia Ziekenhuis. Het ziekenhuis is met ondersteuning van de NVZ (Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen), in cassatie gegaan bij de Hoge Raad. Hierbij is expliciet gevraagd om bij de beoordeling ook de situatie anno 2007 en verder in ogenschouw te nemen, gericht op meer marktwerking in de zorg.
Marktwerking versus aanbestedingsplicht Het Nederlandse zorgstelsel bevindt zich op de scheidslijn van publieke sturing en private uitvoering. De vraag is in hoeverre er sprake is van volwaardige marktwerking en concurrentie in de zorg. Relevant is dat de nieuwe regeringscoalitie heeft besloten tot een tweede stap van het B-segment DBC’s (Diagnose Behandelings Combinaties) naar 20% in 2008. Verdere stappen met vrije prijsvorming in de planbare zorg zullen alleen mogelijk zijn na zorgvuldige evaluatie van voorafgaande stappen op basis van kwaliteit en toegankelijkheid. Voor het niet vrijgegeven deel van de ziekenhuiszorg, dat zich leent voor onderhandelingen over de DBC-prijzen, zal in de tussentijd het instrument van maatstafconcurrentie worden gehanteerd. Dit moet een betere prijs- kwaliteitsverhouding en efficiënter werken uitlokken. De DBC-prijzen in het planbare deel van de ziekenhuiszorg zullen betrekking hebben op alle kosten die in het ziekenhuis gemaakt worden, ook de kapitaalkosten. Ziekenhuizen kunnen dan vrij beslissen over investeringen en gaan daarmee financieel risico lopen over de betreffende kapitaalkosten. De Hoge Raad zal moeten oordelen of de huidige ontwikkelingen dusdanig zijn dat dit invloed heeft op de toepasselijkheid van de aanbestedingswetgeving.
staan theorie en praktijk namelijk ver van elkaar af: deelname aan een aanbesteding kost erg veel tijd, geld en inspanning. De goedkoopste prijs prevaleert veelal boven de kwaliteit. Aanbestedingen lokken grootschalige inkoop uit en er is weinig ruimte voor innovaties. Ook worden vaak onredelijke contractvoorwaarden opgedrongen. FHI spant zich daarom, samen met vele andere stakeholders uit de zorg, ervoor in om de sector buiten de aanbestedingswetgeving te krijgen en oplossingen aan te dragen die belangrijke knelpunten bij aanstedingen (administratieve ballast, onredelijke eisen, etc.) kunnen wegnemen.
Innovatie bij aanbesteden Net vóór de formatiebesprekingen heeft FHI een document ingebracht met industriestandpunten. Eén daarvan ging over de remmende werking van aanbesteden op technologische innovatie. Dit standpunt is overgenomen in het coalitieakkoord: ‘De mogelijke bevordering van nieuwe innovatieve technieken zal bij aanbestedingen door het Rijk worden meegewogen. De positie van de overheid als launching customer zal worden versterkt.’ Hoe hieraan door het Rijk invulling gegeven gaat worden is nog onduidelijk.
De concrete uitwerking zal voornamelijk in regelgeving op het niveau van een AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) plaatsvinden. De nadere regelgeving op het gebied van integriteit, uniformering en aanbesteden onder de drempel en proportionele eisen, wordt ook op het niveau van een AMvB gemaakt. Via verschillende commissies waarin FHI participeert wordt op dit moment invulling gegeven aan bovengenoemde onderwerpen.
Blauwdruk aanbesteden in de zorg Gedurende een eerder overleg met de NVZ is gesproken over de opzet van een blauwdruk aanbesteden. Het idee hierachter is het zo veel mogelijk voorkomen van onnodig papierwerk bij aanbestedingen. Ook met de Nederlandse Vereniging voor Inkoop en Logistiek in de Gezondheidszorg (NVILG) is hierover gesproken. Vóór verdere actie is besloten aanpassingen in de aanbestedingswetgeving en de cassatiezaak Amphia af te wachten.
Momenteel is een nieuwe Nederlandse aanbestedingswet in ontwikkeling die naar verwachting begin 2008 in werking treedt. Deze wet maakt het mogelijk om op nationaal niveau regels te maken die de Europese aanbestedingsrichtlijnen verduidelijken of aanvullen. Met deze wet wordt het bijvoorbeeld mogelijkheid om verplichte toetsing van de integriteit van ondernemers en de uitsluiting van niet-integere ondernemers te regelen. De administratieve lasten moeten worden verminderd door verplicht gebruik van standaardformulieren en een verplichte elektronische aankondiging. Daarnaast wordt het mogelijk om te voorkomen dat opdrachtgevers onredelijk zware eisen stellen ten aanzien van ervaring en financiële draagkracht. De nieuwe aanbestedingswet is een raamwet, en regelt daarmee alleen hoofdzaken.
Voor meer informatie: Luc Knaven van FHI, tel 033-4657507, knaven. <
Standpunt FHI FHI is al geruime tijd tegenstander van aanbesteden in de zorgsector. Bij aanbesteden
54
Zowel de DBC (Diagnose Behandeling Combinatie)-systematiek als de nieuwe wet Beoordelingscriteria Medische Hulpmiddelen onder de nieuwe Zorgverzekeringswet zetten een belangrijke rem op de introductie van nieuwe medische technologie. Er moeten langdurige en kostbare beoordelingstrajecten worden doorlopen. De instroom van nieuwe innovatieve medische producten in het vergoedingenpakket is, vanwege het aanscherpen van de toelatingscriteria, zeer lastig zoniet onmogelijk geworden. Voor de
ontwikkeling van innovatieve medische technologie is dat een zorgelijke ontwikkeling. Het betekent echter ook dat in toenemende mate innovatieve medische producten niet langer toegankelijk/beschikbaar zijn voor Nederlandse patiënten. Innovaties blijven in Nederland ‘op de plank liggen’. Grotere internationale ondernemingen zullen Nederland bij de introductie van nieuwe producten eerder links laten liggen. FHI heeft eerder bij CVZ en VWS het voorstel gedaan om voor kansrijke en zinvol geachte DBC-innovaties en nieuwe innovatieve medische hulpmiddelen een innovatiefonds op te zetten. Het gaat over innovaties en middelen waarover vanwege de korte markthistorie onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om direct tot een definitief pakket-toelatingsoordeel te komen. Via het innovatiefonds kan de technologie met een voorwaardelijke toelating direct beschikbaar komen.
Belangrijk voordeel is dat economische en experience-based ervaring/onderzoeksresultaten kunnen worden verkregen. Op basis hiervan kan uiteindelijk beoordeeld worden of de innovatie in aanmerking komt voor een definitieve pakketopname. Recent is door de kamerleden Schippers en Agema een motie ingediend die FHI sterk ondersteunt. Deze motie verzoekt de regering met een voorstel te komen voor een regeling van tijdelijke toelating tot het pakket van veelbelovende innovaties, onder de voorwaarde dat gedurende deze periode de therapeutische meerwaarde en kosten-effectiviteit van de innovatie moet worden aangetoond. FHI is zeer verheugd te kunnen melden dat de motie onlangs door zowel de Tweede als Eerste Kamer is aangenomen. Voor meer informatie: Luc Knaven, Tel. 033 – 465 1063
[email protected] <
Klachtenloket Op dit moment heeft een ondernemer die wil klagen over de gang van zaken in een aanbestedingsprocedure enkel drie gerechtelijke mogelijkheden. Het bedrijfsleven pleitte daarom voor de oprichting van een laagdrempelig klachtenloket, dat in een vroeg stadium kan interveniëren bij klachten over aanbestedingen. Ondanks ondersteuning hiervoor door de Tweede Kamer is het ministerie van Economische Zaken bij het besluit gebleven om naleving van de AMvB’s via juridische weg af te laten dwingen. Voor FHI is dit standpunt onaanvaardbaar. FHI-leden zullen waarschijnlijk niet snel de stap naar de rechter zetten omdat dit naast de vele kosten, ook andere onwenselijke neveneffecten voor individuele bedrijven met zich mee kan brengen. Dit geldt met name in de kleinere marktsegmenten. Om deze reden onderzoekt FHI momenteel de mogelijkheden voor opzet van een FHI-klachtenloket. Het loket zou klachten van leden kunnen analyseren, inventariseren en eventueel (namens de branche) op eigen initiatief actief kunnen optreden.
Integriteit en proportionaliteit
Medische technologie maakt een sterke ontwikkeling door. Veel bestaande technologieën verfijnen zich verder. Daarnaast zitten er verschillende nieuwe revolutionaire innovaties in de pijplijn. De technologische vooruitgang maakt dat veel ziektebeelden eerder kunnen worden opgespoord en (beter) kunnen worden behandeld. Dit wordt echter geblokkeerd.
signalement april 2007
NEDERLANDS PAVILJOEN GROTER DAN OOIT
Van 14 tot en met 16 maart 2007 vond in de Jaarbeurs te Utrecht de vakbeurs Zorgtotaal, opvolger van Medica Utrecht, plaats. Drie volledige Jaarbeurshallen stonden vol met 300 enthousiaste exposanten, waarvan een flink aantal FHI-leden. Er werd ook een aantal themapaviljoens georganiseerd. In samenwerking met VNU Exhibitions organiseerde FHI een operatiekamer en intensive care op de beursvloer. Meerdere leden verleenden hun medewerking aan dit initiatief. Reden hiertoe is dat FHI al langer pleit voor meer state-of-the-art signalement april 2007
technologie in ziekenhuizen. Zaken als informatieoverdracht kunnen tegenwoordig veel beter worden geregeld. Dankzij moderne geïntegreerde technologie kan apparatuur nu nog meer geavanceerd op elkaar afgestemd worden. Met dit paviljoen werd deze technologie terug de beursvloer op gebracht. In totaal passeerden er ruim 20.000 bezoekers de toegangspoorten van de beurs. Er kan worden teruggekeken op een geslaagd evenement. <
De animo van leden uit de branches Laboratorium Technologie en Medische Technologie voor het Nederlandse paviljoen op de MEDICA 2007 in Düsseldorf is groot. FHI organiseert dit Nederlandse paviljoen samen met Fairwise. Inschrijven kan niet meer. Het resultaat is een paviljoen met maar liefst 286 geboekte vierkante meters, afgenomen door 20 deelnemers. Vorig jaar namen 13 deelnemers nog minder dan de helft van die oppervlakte af. daarvan. Hieruit blijkt dat collectieve deelname aan MEDICA Düsseldorf, met financieel voordelige tarieven, een uiterst interessant marketinginstrument is ter ontwikkeling van niet alleen Europese, maar ook mondiale exportzaken. ■ 55
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
Nieuwe leden
Overzicht AGENDA 2007 internationale Kijk voor de meest actuele stand van zaken op beurzen en www.fhi.nl/fhi/evenementen congressen • R+D in life sciences (http://www.messebasel.ch/ca/cc/ss/) Basel (Zwitserland) 5-11 mei 2007 • Ilmac 2007 (www.ilmac.ch) Basel Messe (Zwitserland) 25 t/m 28 september 2007 • Biotechnica (www.biochtechnica.de) Hannover (Duitsland) 9 t/m 11 oktober 2007 • Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 14-17 november 2007 • SPS/IPC/DRIVES 2007 Electric Automation, Systems & Components (www.mesago.de) Frankfurt (Duitsland) 27 t/m 29 november 2007 • Pittcon www.pittcon.org New Orleans (Amerika) 2 t/m 7 maart 2008 • IPA 2008 (www.ipa-web.com) 17 t/m 20 november 2008<
Mei • Flowshow www.fhi.nl/flowshow 23-24 mei 2007 • E&A 2007 www.eabeurs.nl 23 t/m 25 mei 2007
Juni • Biotech Conferentie 5 juni 2007 • Ronde Tafel Conferentie Industrial System Integrators 7 juni 2007 • Ledenbijeenkomst DevelopmentClub Lemmer 7-8 juni 2007 • Food Automation Show 12 juni 2007 • Algemene Ledenvergadering Laboratorium Technologie 12 juni 2007 • Algemene Ledenvergadering Industriële Elektronica 13 juni 2007 • Algemene Ledenvergadering Medische Technologie 13 juni 2007 • Algemene Ledenvergadering Industriële Automatisering 21 juni 2007 Augustus • FHI Golftournament 30 augustus 2007
Branche Industriële Elektronica
September • D&E Event 25 september 2007 • PLOT Conference on Environmental Test Technology 27 september 2007 Oktober • Labanalyse 4 oktober 2007 • Automation in Pharmaceutical Industry 9 oktober 2007 • RTC IBS 25 oktober 2007 • IT Room Infra 30 oktober
EM TEST GmbH Luenener Straße 211 D-59174 KAMEN Lidnummer: 1495 Knürr B.V. Benelux Druivenstraat 3 4816 KB BREDA Lidnummer: 1498
Metafas b.v. Stikker 5 5721 VD ASTEN Lidnummer: 1492
December • PPA Dag 6 december 2007
Branche Laboratorium Technologie
Mei 2008 • HET Instrument 2008 19 t/m 23 mei 2008 <
PENKO Engineering B.V. Een jong team, dat gespecialiseerde weeginstrumentatie voor de procesindustrie vervaardigt. Deze apparatuur ontwikkelen en vervaardigen wij in Veenendaal. Onze technische dienst stelt de systemen in werking en verzorgt het onderhoud. Voor het realiseren van onze doelstelling, groei, zijn wij op zoek naar een Verkoper binnendienst en Productie engineer.
klanten over onze apparatuur en het begeleiden van projecten. Je verkoopt oplossingen en levert producten.
Productie engineer Je taak wordt het analyseren en optimaliseren van onze productieprocessen en kwaliteitsborgingsysteem inclusief het documenteren van alle productie fasen. Dit betekent dat je de schakel vormt tussen onze productie, ontwikkeling en administratie.
Verkoper binnendienst Je taak wordt het vanaf kantoor onderhouden van de contacten met bestaande relaties en het vinden van nieuwe, het informeren van
PENKO Engineering B.V. Vincent M. van der Wel Tel: 0318 525630. <
Luminis iQ Products b.v. IJsselburcht 3 6825 BS ARNHEM Lidnummer: 1497
November • FHI HRM-Actualiteiten Seminar 8 november 2007 • MicroNanoConferentie 15-16 november 2007 • Federatiecongres & FHI ALV 21 november 2007 • Design Tools 22 november 2007
Quad Industries Nieuwe Baan 70 B-9111 BELSELE Lidnummer: 1491
NIEUW BIJ FHI
NIEUW BIJ FHI
Jethro Brussaard, is sinds 12 februari werkzaam als branchemedewerker Industriële Automatisering. <
Per 1 april is Marjoleine Haisma de nieuwe brancheassistente van Industriële Automatisering. <
Anaspec Solutions J. Fokkerstraat 11 2811 EN REEUWIJK Lidnummer: 1494
Branche Medische Technologie Huntleigh Healthcare Antennestraat 45 1322 AH ALMERE Lidnummer: 1490
Personeelsbemiddeling Ervaren commercieel manager uit de farmaceutisch/diagnostische branche met grote kennis en kunde van de markt van de gezondheidszorg, wil met het inzetten van zijn senioriteit nog een stap in zijn carrière maken. Denkt aan Business Development en/of Business Consultancy bij een der aanbieders in het speelveld van de gezondheidszorg, bij voorkeur in een B-to-B omgeving. <
56
Cyner Substrates B.V. Savannahweg 60 3542 AW UTRECHT Lidnummer: 1493
Personeelsbemiddeling
signalement april 2007
Tromp Medical B.V. Castricummerwerf 99a 1901 RS CASTRICUM Lidnummer: 1496 Heeft u bezwaren tegen lidmaatschap van één van deze bedrijven neem dan contact op met Esther van Gemeren (
[email protected]) <
signalement april 2007
57
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
Vanuit de ledenkring Industriële Elektronica Per 3 januari 2007 is het adres van Thales Optronics: Thales Land & Joint Systems, Bestevaer 46, 1271 ZA HUIZEN. Postbus 88, 1271 ZA HUIZEN. Telefoonnummer: 035-5248248, faxnummer: 035-5248163. Overige gegevens blijven ongewijzigd. Livingston B.V. heet voor wat de test- en meetapparatuurdivisie betreft vanaf 1 februari 2007 Livingston T&M B.V. Na de verhuizing in februari zijn de adresgegevens als volgt: Nijverheidslaan 41, 3903 AN VEENENDAAL. Het postadres is: Postbus 1060, 3900 BB VEENENDAAL. Telefoon-, faxnummers en e-mail adressen blijven ongewijzigd. Per 5 maart 2007 is Rommens Instrumenten en Apparatenbouw B.V. verhuisd naar: Vang 20, 4661 TX HALSTEREN. Overige gegevens blijven ongewijzigd.
Per 1 januari 2007 is Pfeiffer Vacuum Nederland B.V. overgenomen door Pfeiffer Vacuum GmbH. De nieuwe adresgegevens zijn: Pfeiffer Vacuum GmbH, Pascalstrasse 17, D-52076 AACHEN, GERMANY, Telefoonnummer: 0049-240870945312, faxnummer: 0049-240870945330. Per 12 februari 2007 is Brinck HMT Meettechniek verhuisd naar: Tweespan 14, 3897 AG ZEEWOLDE. Postbus 133, 3890 AC ZEEWOLDE. Telefoonnummer: 036-5479500; faxnummer: 036-5479555. Overige gegevens blijven ongewijzigd. Per 1 maart 2007 is MPE Global B.V. verhuisd naar: Terpeborch 1, 5241 KC ROSMALEN; Postbus 66, 5240 AB ROSMALEN. E-mail;
[email protected]; Internetsite: www.mpeglobal.com; Telefoon- en faxnummer blijven ongewijzigd.
Laboratorium Technologie Industriële Automatisering Per 1 januari 2007 is Novotek verhuisd naar: Paardeweide 2, 4824 EH BREDA. De overige gevens blijven ongewijzigd.
Atas Benelux is verhuisd naar: Cairostraat 10, 3047 BC ROTTERDAM. Postbus 12103, 3004 GC ROTTERDAM. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Medische Technologie Per 1 januari 2007 is het adres van Boston Scientific Benelux BV: Kuifmees 56, 3435 RG NIEUWEGEIN. Postbus 505, 3430 AA NIEUWEGEIN. Facturatie-adres en overige gevens blijven ongewijzigd. Fresenius Medical Care Nederland heeft per 31 januari 2007 een nieuw algemeen telefoon- en faxnummer: Telefoonnummer: 088-1223344, faxnummer: 088-1223333. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Overige gegevens In 2006 zijn de vier Nederlandse vennootschappen die binnen de Nederlandse VIASYS Healthcare organisatie actief zijn, geherstructureerd tot één Nederlandse vennootschap: VIASYS Healthcare Nederland B.V. Hierdoor is in eerste instantie SensorMedics B.V. hernoemd tot VIASYS Healthcare Nederland B.V. en zijn Erich Jaeger Benelux B.V. en Oxford Instruments B.V. juridisch gefuseerd met deze maatschappij, waardoor VIASYS Healthcare Nederland B.V. de enige overgebleven VIASYS-vennootschap in Nederland is. <
58
en snel betekent in 1 milli-seconde meten en schakelen. Hun instrumenten worden in alle werelddelen gebruikt, met uitzondering
Industriële Elektronica
Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten.
Renée Boerma, tel: (033) 465 75 07
Industriële Automatisering U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de managementassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn.
Marjoleine Haisma, tel: (033) 465 75 07
Laboratorium Technologie tel: (033) 465 10 63
Medische Technologie Petra Bronsema, tel: (033) 465 10 63. <
Aantal personen: 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 99,00 € 143,50 € 240,00
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00 per dagdeel
* incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector
COLOFON
30 jaar weegtechniek van PENKO Engineering uit Veenendaal Komen de beste weegbesturingen voor de procesindustrie uit Veenendaal? Op 1 maart bestaat PENKO Engineering dertig jaar. Het weegtechniekbedrijf maakt snelle, betrouwbare en flexibele besturingen voor krachtmeting, vuldoeleinden, doseerprocessen en mengerijen, doet dit in alle gewichtsklassen, vanaf grammen tot en met honderden tonnen. Alle instrumenten worden in eigen bedrijf ontworpen en geproduceerd, voor de ondersteuning zorgt een eigen technische dienst. Ingewijden weten dat wegen de enige chemisch juiste manier is om mengsels samen te stellen. Vandaar dat er maar weinig producten te bedenken zijn, waarvan Penko de bereiding niet heeft geautomatiseerd. Van suikerwaren tot vullingen voor tanden en kiezen, van stoeptegels tot betonverf, van veevoeder tot slagersworst. Haarnauwkeurig
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort
NIEUW BIJ FHI
NIEUW BIJ FHI
van Antarctica. Dertig jaar oud betekent: jong genoeg om flexibel en toch ervaren te zijn. ■
Sjoera Goedhart is bij de branche Laboratorium Technologie begonnen als brancheassistente. <
signalement april 2007
signalement april 2007
Per 1 januari is Anne Wind Wim S. opgevolgd voor FHI’s boekhouding.
<
Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 4657507 Fax: (033) 4616638 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
59
������������������������������������������������ �����������������������������������
������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������ �����������������������������������������������������
������������������������������������������������ ���������������� ���������������������������������������������������������������������