Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT
DORDTS BEDRIJF IN DE WERELDTOP KROHNE, THE LEVEL AND FLOW COMPANY
3 13e jaargang november 2005
LEVENSLOOPREGELING 9 I FHI GOLFTOURNAMENT 16 STRATEGIEPROJECT FHI 18 I FONDS VOOR PROJECTEN 20 STICHTING RTA OPERATIONEEL 24 I RISICO-INVENTARISATIE EN EVALUATIE 27 I HET INSTRUMENT 2006 32 I PHILIPS MEDICAL OVER OP LOODVRIJ 34 I DE TREND IS: MEER! 36 I TESTEN OP HERHALING 38 DEVLAB-MES SNIJDT AAN TWEE KANTEN 40 I FOOD AUTOMATION SHOW STEMT TOT NADENKEN 42 I NUON ONTWIKKELT MILIEUVRIENDELIJKE CENTRALE 45 I NATIONALE PROFIBUSDAG 2005 46 I ANALISTEN MET UITSTERVEN BEDREIGT 50
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN
Krohne is een familiebedrijf dat in 1921 in Duisburg ontstond en uitgroeide tot een multinational, een bedrijf in de wereldtop-drie als het gaat om het meten van niveau en flow van vloeistoffen en gassen. Op het gebied van elektromagnetische flowmeters wordt Krohne dit jaar zelfs de nummer één in de wereld. Meters die allemaal in het Dordtse worden gemaakt – weliswaar met onderdelen tot uit China, India en Brazilië, maar dan wel weer uit eigen vestigingen in respectievelijk Shanghai, Poona en Sao Paulo. Hoe sterk zijn de benen die deze weelde dragen? Signalement sprak met André Boer, general manager van de productiefaciliteit Krohne Altometer in Dordrecht en Joost Timmerman, directeur van de Benelux-verkooporganisatie Krohne Nederland.
Dordts bedrijf in de wereldtop Krohne, the level and flow company André Boer blijkt een prater. Hij straalt een innemend, warm enthousiasme af dat je niet direct associeert met een general manager van een productiebedrijf dat in de wereldtop meedraait. Anderzijds is valse bescheidenheid hem vreemd: Krohne is wat hem betreft ‘de beste’ - en dat nuchtere feit hoeft niet verdoezeld te worden. “Het ziet er inderdaad naar uit dat we dit jaar de nummer één van de wereld worden op het gebied van elektromagnetische flowmeters”, beaamt Boer. “Nadat de markt in 2001 een dip beleefde en terugzakte, komt de vaart er nu weer in. Maar ik denk dat we het buiten proportie goed doen; ook in die afnemende markt bleef ons marktaandeel stijgen.”
Betrof dat ‘eigen’ groei of heeft Krohne veel geacquireerd?
“Die groei is helemaal autonoom”, reageert Boer resoluut. “Er zijn niet zoveel grote spelers meer over”, haakt Joost Timmerman aan. Hij is directeur van Krohnes verkooporganisatie voor de Benelux. “We hebben kunnen zien dat concurrenten wel allerlei kleine bedrijfjes inlijfden, die daarmee van de markt verdwenen. Krohne heeft ooit wel grote bedrijven overgenomen in sectoren waar zij nog niet zelf actief was, in 1993 bijvoorbeeld in Groot Brittanië een R&D-firma die nu in Wellingborough uitgegroeid is tot een fabriek voor massaflowmeters.”
“Een kilo staal is in China even duur als hier... maar de arbeidskosten liggen er een factor tien lager.”
“En in 1958 nam Krohne deze fabriek over, die toen al Altometer heette, een voortzetting van het Amsterdamse ingenieursbureau TOBI”, herinnert Boer zich. “Dit Technisch OntwikkelingsBureau voor de Industrie had in opdracht van de AKU (de voorloper van wat tegenwoordig AKZO-Nobel heet, red.) een flowmeter ontwikkeld die vloeistoffen met verontreinigingen, met vaste deeltjes, kon meten. Dat was de eerste magnetisch-inductieve flowmeter voor industriële doeleinden. Het idee bestond weliswaar al, maar het was nog nooit zo uitgevoerd dat het functioneerde onder zware industriële omstandigheden. Die flowmeter was de aanzet tot de groei van het bureau, dat allengs nieuwe markten aanboorde. Een belangrijke toepassing werd gevonden in de baggerindustrie, waar de flowmeters het uitstekend bleken te doen aan boord van baggerschepen. En omdat het hart van Nederlands baggerindustrie nu eenmaal in Sliedrecht huist, vestigde het bureau zich daar als Altometer, van Algemeen Technisch Ontwikkelingsbureau. Er werkten ten tijde van de overname door Krohne zo’n zeven mensen. In die tijd was
2
signalement november 2005
de output hooguit een flowmeter in de twee weken. Tegenwoordig produceren wij dagelijks 250 flowmeters en per jaar zitten we dicht tegen de 50.000 flowmeters.” Allemaal eigen productie?
“Dat is eigen productie en daar zit ook de uitdaging”, vervolgt Boer. “Een paar weken geleden was ik nog in China voor een bezoek aan onze fabriek in Shanghai. Want we zijn wel van een nationaal tot een internationaal bedrijf geworden. In de jaren vijftig was onze productie nog helemaal gericht op AKU en de baggerbedrijven. Tegenwoordig is nog vier procent van onze productie bestemd voor de Nederlandse markt, die andere 96 procent gaat de hele wereld over. Krohne heeft in Shanghai een joint venture en een eigen vestiging. Andere joint ventures van Krohne zijn gevestigd in Poona, India en in Sao Paulo, Brazilië. We weten het allemaal: een kilo staal is in China even duur als hier, je betaalt gewoon de wereldmarktprijs... maar de arbeidskosten liggen er een factor tien lager. Hoe ga je daarmee om? Dat is de uitdaging. Voor ons geldt dat we de standaard zaken, waarvoor je goed een logistieke keten kunt opzetten, in China, India of Brazilië laten maken. Die onderdelen halen we vervolgens hiernaartoe om te verwerken tot een product. Je haalt het beste uit de verschillende landen
signalement november 2005
en je assembleert hier. Dat gaat nog best ver hoor, het is niet zo dat we het spul hier alleen nog even in elkaar klikken, er wordt hier bijvoorbeeld ook gelast. Maar voor sommige onderdelen is het zinvol om ze al in China in elkaar te laten zetten. Ons voordeel is dat we daar een eigen vestiging hebben. In de omgeving van Shanghai zijn weer verschillende toeleveranciers, maar alles wordt georkestreerd door onze vestiging daar. Die houdt de kwaliteit in de gaten. Dat is cruciaal: je moet zelf in China goede mensen hebben, want als je kwaliteitsproblemen krijgt, is je hele voordeel weg. Die mensen hebben we ook echt getraind. Managers van hier zijn langere tijd in Shanghai geweest om dat op poten te zetten, om die mensen te laten kijken met onze ogen. En dat zag ik terug toen ik in Shanghai was: ze zijn net zo kritisch als wij. Het arbeidsethos ligt erg hoog. Maar ook daar, door de razendsnelle ontwikkeling, is er sprake van kostenstijgingen van tien tot vijftien procent per jaar. Het voordeel wordt dus steeds kleiner.” Maar dit is de plaats waar het eindproduct ontstaat?
“Dit is de plaats waar de regie wordt gevoerd over de producten waarvoor wij de verantwoording hebben - wereldwijd. Maar uiteindelijk moet je natuurlijk kiezen. Moet je vanuit deze locatie nu producten
aan Japan gaan leveren? We deden dat wel, maar je kunt dat beter vanuit Shanghai doen. Dus lokale markten ga je wel steeds meer vanuit de dichtstbijzijnde productiefaciliteit bedienen. Dat is praktischer en we hebben die mogelijkheid nu eenmaal voor de belangrijke plekken in de wereld.” “Er is ook nog een andere kant aan dit verhaal”, verduidelijkt Joost Timmerman. “In China heeft zich een gigantische markt ontwikkeld. Als je vanuit Europa naar China exporteert, zijn de importbelastingen enorm. Een manier om die te omzeilen, is een eigen fabriek daar. En zo is het ook gegaan. Bovendien, vanuit Europa een Chinese klant bedienen, dat lukt niet goed. Vervolgens was de vraag zo groot, dat alles wat daar van de band kwam, ook dáár bleef - en nog was het niet genoeg. Langzaam maar zeker is de productiecapaciteit zodanig gestegen dat er ook vanuit Shanghai wat te exporteren valt. En dan komt het zover dat je - bijvoorbeeld wanneer je een grote serie dezelfde meters nodig hebt - een hele bestelling in China laat produceren. Maar het is nog niet voorgekomen dat daar een serie is geproduceerd voor de Nederlandse markt, al zal dat misschien ooit eens gebeuren. Voor Nederland liggen de zaken anders en dat is ook meteen de reden dat de Nederlandse productie het zo goed doet: één flowmeter hier, drie daar, >>
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN
nog eens zes van een ander formaat... een levering omvat hier gemiddeld tien meters. Als je die in China laat produceren, haal je het prijsverschil er niet uit.” “Het belang van onze vestiging is bovenal, dat de techniek in al die producten ook echt hightech is”, vindt Boer. “We stoppen er in elk geval veel geld in, op onze R&D-afdeling werken meer dan dertig mensen. We ontwikkelen heel veel, we willen voorop blijven lopen. Onze knowhow verdelen we vervolgens weer over de buitenlandse vestigingen. Want die moeten voor hun lokale markten op eenzelfde kennisniveau zitten. En die rol zie ik ook voor de toekomst voor ons weggelegd. Ik ben niet bang dat ze dat in China overnemen. Flowmeters vormen toch echt een niche-markt, al zag ik op een beurs in Shanghai wel twintig bijna schaamteloze kopieën van Krohne-producten... die op de pijnbank overigens direct door de mand vallen. Natuurlijk zijn er gevaren. Het gaat bovendien niet alleen om het product, maar ook om je productportfolio. Want als je een prachtig product ontwikkelt waar de markt niet om vraagt, heb je op het verkeerde paard gewed.”
methode. Zo blijft de prijs gunstig.” Want er wordt op prijs gekocht?
“Ja, enorm”, bevestigt Timmerman. “Het hangt ook af van de technische eisen in de markt”, vindt Boer. “Bij een uniforme marktvraag en producten op een gelijkwaardig technisch niveau, wordt de flowmeter tot een commodity. Als er een Europese tender wordt uitgeschreven bijvoorbeeld, worden van tevoren de verschillende merken technisch geëvalueerd. Aan het eind van de rit gaan de enveloppen met inschrijvingen open en degene met de laagste prijs wint. Maar natuurlijk is er wel verschil. Wij kunnen zeggen dat onze meters twintig jaar meegaan en die van de concurrent misschien twaalf jaar... en dan is het antwoord dat er alleen naar de eerste vijf jaar is gekeken. De Europese regelgeving leidt niet altijd tot de beste besluitvorming...” Komt het niet bij u op om de kwaliteit van uw product dan ook maar wat terug te schroeven?
“Daar zit een stukje cultuur hoor”, reageert Boer bijna verontwaardigd. “Dat begint al bij onze R&D-afdeling. Daar zitten
we zijn één van de drie grootsten op dit gebied. We geven het niet op, we zijn een technisch bedrijf en we blijven bezig ons van de concurrent te onderscheiden. Daarom hebben we vorig jaar toch weer een volledig nieuwe productrange in de markt gezet.” Viel er dan nog veel te vernieuwen aan flowmeters?
“Vijftig jaar lang was een magnetischinductieve flowmeter een... magnetischinductieve flowmeter. Als Krohne zijn wij in die tijd steeds beter gaan begrijpen wat zich fysisch afspeelt in dat magneetveld en wat je nu eigenlijk meet. Neem daarbij de mogelijkheden van de steeds krachtiger elektronica. Dan kan de flowmeter van nu veel meer dan alleen flow meten. Zo is het mogelijk de condities in de buis te monitoren en daarmee een uitspraak te doen over de betrouwbaarheid van de meting. Zelfdiagnose hadden we al, maar daar komt dan nu de diagnose van de procescondities bij. Dat is echt nieuw en wordt door de markt ook heel goed ontvangen. Geloof me, over een jaar of twee heeft de concurrentie ook iets dergelijks en hebben wij inmiddels wel weer iets anders nieuws. Zo willen we onze voorsprong behouden.” Hebben we het dan nog over standaardproducten?
“Het voordeel om in China te produceren wordt wel steeds kleiner”
Het gaat dus ook om het directe inspelen op klantenwensen?
“Ja, dat begint op de productmarketingafdeling, die bij ons zowel productie als sales bijstaat. Goede contacten met de klant...”, beaamt Boer. “Anderzijds is het wel belangrijk om niet op elk futiel klantenwensje in te gaan, want dat maakt het product weer nodeloos duur”, vult Timmerman aan. “Maar via verkoop en productmarketing sluizen we de informatie zodanig naar de R&D-afdelingen, dat het product niet alleen helemaal wordt uitontwikkeld qua mogelijkheden en kwaliteit, maar ook op het gebied van materialen en productie-
4
allemaal mensen die trots zijn op wat ze doen. Die hebben er moeite mee om te zeggen dat iets goed genoeg is. Dat is hun eer te na. Krohne staat voor kwaliteit.” Ook als die ten koste gaat van de concurrentiepositie?
“De truc zit ‘m dan in het nog slimmer ontwikkelen en nog slimmer produceren. Je analyseert de kosten van een product en vanuit de ontwikkeling kijk je hoe je die kosten kunt reduceren. Hoe kan ik zodanig ontwikkelen dat de kostprijs van het product lager wordt? En hoe kom ik tot slimme productie? Verder werkt hier gelukkig de massa in ons voordeel,
“Die techniek stoppen we juist in onze commodity producten. Anders profiteert de markt er toch niet van? We hebben deze techniek zodanig ontwikkeld dat hij wat de kostprijs betreft marktgericht kon worden geïntegreerd. Dat was voor ons een hele stap.” “Er is natuurlijk nog de volgende stap”, vult Timmerman aan. “Als een klant iets speciaals wil, staat hij bij Krohne nooit voor een dichte deur. Uitdagingen gaan we graag aan. Dat is een ander soort markt. Geld is dan geen issue, het gaat daar om goede oplossingen. Dat doen we veel. Als een klant iets bijzonders wil, wordt dat aan ingangszijde heel goed in kaart gebracht, daar is een aparte groep voor. Het gevraagde wordt zo ontwikkeld dat het vervolgens gewoon in de productie kan meelopen. Als het ook de elektronica of software betreft, wordt die parallel in Duitsland ontwikkeld. Er is dus geen aparte productielijn voor. Neem bijvoorbeeld een situatie in de olie-industrie, waar men water wil teruginjecteren in de bron,
signalement november 2005
■ INTERVIEW MET ANDRÉ BOER EN JOOST TIMMERMAN
maar dan wel bij 500 bar. Krohne maakt dan flowmeters met enorme flenzen. Of ergens is een vervangende flowmeter nodig en onze standaardmaat is net 6 mm te lang of 12 mm te kort... dan maken we er één op maat.” “Daarbij houden we de levertijd natuurlijk in de hand. Een bestelde flowmeter wordt standaard binnen drie weken geleverd, maar in noodgevallen kunnen we binnen 48 uur wereldwijd helpen. Daartoe hebben we ook tot in detail, het gaat om tienduizenden artikelen, een systeem opgetuigd waarbij de computer is vervangen door het menselijk oog. Dat is het Japanse Kan Ban, een systeem van rekken vol voorraadbakken met alle benodigde onderdelen en halffabrikaten in hun verschillende stadia. Op het oog kan ogenblikkelijk worden vastgesteld welke bakken navulling behoeven en van welke halffabrikaten nog genoeg voorraad is. Heel praktisch en zelfsturend. De volgende stap is natuurlijk om bepaalde toeleveranciers zelf hun bakken te laten vullen - een soort supermarktidee, waar de man van Knorr er zelf voor zorgt dat er genoeg pakjes soep in het schap liggen.” Het is duidelijk dat de heren genieten van de rooskleurige positie die het familiebedrijf Krohne op de wereldmarkt inneemt. Het bedrijf is allerminst afhankelijk van de landelijke conjunctuur. In groeimarkten als China, India en Brazilië hebben ze vaste voet. En eigenlijk in alle denkbare economische activiteiten past vroeg of laat een Krohne flowmeter, van Heineken en CocaCola tot BP en Dow Chemical, van Shell, AKZO en DSM tot Calvé en Mars, van waterleidingbedrijven en waterschappen tot ingenieursbureaus en baggermaatschapppijen. “Heel goed op dit moment is de oliemarkt”, vertelt Boer. “Wij leveren bijvoorbeeld nu alle flowmeters die de uitgaande olie op het ijskoude Russische eiland Sachalin bemeteren. Zomaar een nieuw project waar onze flowmeters in staan. Ook gebeurt er veel via Duitse ingenieursbureaus die grote engineeringprojecten draaien in China (bijvoorbeeld BASF die daar een fabriek bouwt) en Noord-Afrika.” Dat Krohne een familiebedrijf is, valt goed te merken, vinden Timmerman en Boer. “Wij zijn één van de weinige instrumentatiefirma’s die overleefd hebben. Die lastige periode
signalement november 2005
“Die nieuwe techniek stoppen we juist in onze commodity producten. Anders profiteert de markt er toch niet van?”
na 2001, daar zijn we in een zeer gezonde staat weer uitgekomen doordat we gefocust konden blijven op hetgeen we doen.” Geen aandeelhouders dus die daar de rem op konden zetten of konden gaan beknibbelen op R&D. Het positieve van een familiebedrijf, belichaamd in de persoon van de 84-jarige Kristian die nog elke dag even kantoor houdt, is dat er veel nadrukkelijker wordt gekeken naar continuïteit en de lange termijn. Buiten staat een bord met Krohne Oil & Gas. Is dat wat anders dan Krohne Altometer?
“Krohne Oil & Gas ontstond twee jaar geleden in antwoord op vragen uit de markt om systemen, om totaaloplossingen. Dat was best spannend, maar die club bleek meteen zeer succesvol. Ze gaan dit jaar naar een omzet van dertig miljoen euro. In twee jaar tijd groeiden ze van vijf naar tachtig man, mede door de recente acquistitie van een stukje Imtech met 23 man. Het geacquireerde bedrijf gaat nu Polar Systems heten.” Wat is uw relatie met FHI?
“De contacten met FHI verlopen vooral via de verkooporganisatie Krohne Nederland”, vertelt Joost Timmerman. “Het nuttige is natuurlijk dat je tijdens de vijf, zes bijeenkomsten per jaar bedrijven spreekt die zich in dezelfde markt bewegen. En dan krijg je toch een beter idee van wat er speelt. Bovendien kun je je een idee vormen over zaken als gangbare salarissen en opleidingsniveaus. Wij willen per slot van rekening op alle fronten beter zijn dan onze concurrent, dus je hebt iets nodig om dat aan af te meten. Een ander belangrijk argument voor ons lidmaatschap is
de productstatistiek. Die is bij FHI goed geregeld. Dat ervaar ik nadrukkelijk, omdat ik voor België ben aangewezen op een soortgelijke organisatie, die echter geen goed beeld van de markt meer kan geven omdat er veel partijen hebben afgehaakt.” Zijn dat voor de productie ook interessante gegevens? Tenslotte praten we daar over vier procent?
Boer: “Nederland is toch wel een belangrijk land voor ons. Hier staan we dicht bij de markt. Nieuwe zaken worden hier ook wat eerder geprobeerd, dat is de mentaliteit. Verder is hier nog sprake van gezonde concurrentie, dus als een product het hier niet haalt, zegt dat iets. Nederland is dus een uitstekende testmarkt voor ons.” “Daarnaast ook heel belangrijk is de beurs HET Instrument”, stelt Timmerman. “Die is voor ons ook altijd erg succesvol. Iedereen komt er. Nieuwe klanten ontmoet je dáár. Onze verkopers krijgen voor die beurs strakke targets mee, want we willen een zo efficiënt mogelijk gebruik van de mogelijkheden.” Als er bij de afdeling R&D-mensen nodig zijn, vinden jullie die dan makkelijk?
Dat wordt steeds moeilijker, is de ervaring van Boer. “Uiteraard hebben we contacten met Twente, Delft en Eindhoven. Maar het aantal studenten neemt af, daarom kijken we ook over de grenzen. We hebben nu contacten met Cambridge University aangeknoopt, en met het Zuid-Duitse Erlangen. Automatisch ga je je gebied dus vergroten om de benodigde kennis binnen te halen. Dat is iets om in de gaten te houden, want kennis is natuurlijk niet alleen voor Krohne Altometer cruciaal, het is een kernwaarde voor Nederland.” <
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ARBEIDSMARKT EN REGELGEVING
Kamer stemt in met nieuwe arbeidsongeschiktheidswetgeving
Het voorstel is op 8 november 2005 door de Eerste Kamer goedgekeurd. Op www.werkennaarvermogen.nl vindt u informatie over de WIA en hoe dit wetsvoorstel aansluit op andere regels rond ziekte op het werk, arbeids(on)geschiktheid en reïntegratie. Bron: Aanspraak, september 2005 <
OVERGANGSREGELING AANPASSING PENSIOENEN Werkgevers die hun pensioenregeling niet voor 1 januari 2006 hebben aangepast aan de nieuwe regels voor VUT, prepensioen en levensloop, kunnen gebruik maken van een overgangsregeling.
De Tweede Kamer heeft op 1 juli 2005 ingestemd met de invoering van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). De WIA vervangt per 29 december 2005 de huidige WAO. De WIA gaat alleen gelden voor mensen die na 29 december 2005 arbeidsongeschikt worden verklaard. De WIA bestaat uit de Regeling Werk hervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de Regeling Inkomensvoorziening volledig Arbeidsgeschikten (IVA). In tegenstelling tot de huidige WAO legt de WIA het accent op wat mensen nog wel kunnen, in plaats van wat zij niet meer kunnen. Door middel van financiële prikkels worden werkgevers en werknemers gestimuleerd om er alles aan te doen om ervoor te zorgen, dat gedeeltelijk arbeidsgeschikten, die een uitkering ontvangen nog aan de slag blijven.
6
Hiertoe worden werkgevers gestimuleerd door: • overname van de loondoorbetalingsverplichting van het UWV, als een gedeeltelijk arbeidsgeschikte met een uitkering binnen vijf jaar opnieuw ziek wordt; • korting op de premies voor de werknemersverzekering bij aanname of indiensthouding van een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer; • invoering van een flexibele WGA-premie. Voor werknemers, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, biedt de overheid inkomensbescherming. Deze personen hebben in principe tot 65-jarige leeftijd recht op een uitkering van 70 procent van het laatst verdiende loon, tot een bepaald maximum.
Daarmee heeft de ministerraad ingestemd. Uit onderzoek blijkt dat de pensioenregeling van een kwart van de werknemers op 1 januari 2006 nog niet aan de nieuwe wet zal zijn aangepast. De overgangsregeling van minister De Geus van Sociale Zaken en staatssecretaris Wijn van Financiën zorgt ervoor dat dit geen gevolgen heeft voor deze werknemers. Werkgevers hoeven tot 1 januari 2007 alleen belasting te betalen over het deel van de pensioenopbouw van 2006 dat niet voldoet aan de nieuwe regels voor VUT, prepensioen en levensloop. Over dat deel – de zogeheten bovenmatige pensioenopbouw – betalen zij een heffing van 52 procent. Bron: De personeelsadviseur, 30.09.2005 <
signalement november 2005
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Politiek haalt streep door nieuwe wet ondernemingsraden De nieuwe wet medezeggenschap werknemers (WMW), die de huidige wet op de ondernemingsraden zou moeten vervangen is voorlopig uitgesteld, op aandringen van PvdA, VVD, GroenLinks en D66. Daags voordat de Tweede Kamer plenair de WMW zou behandelen (31 augustus 2005) riepen de partijen middels een gezamenlijke persbericht het kabinet op de voorstellen in te trekken. Ze vinden de nieuwe wet een slap aftreksel van de bestaande en vrezen zeer veel administratieve lasten bij de invoering ervan. Het wetsvoorstel geeft, zo menen ze, bovendien werkgevers de mogelijkheid werknemers onder druk te zetten om geen gebruik te maken
van bepaalde wettelijke bevoegdheden. Het CDA is het overigens niet eens met deze stelling en meent dat het wetsvoorstel meer maatwerk in medezeggenschap meebrengt. MKB-Nederland heeft in december en april al haar standpunten over de WMW kenbaar gemaakt. Positief was ze over de mogelijkheden tot maatwerk. Maar de voorgestelde verruiming van de medezeggenschapsmogelijkheden van uitzendkrachten, het informatierecht inzake beloningsverhoudingen en de synchronisatie van OR-verkiezingen
wijst de mkb-koepel van de hand. De minister heeft aangegeven uiterlijk 1 oktober 2005 de Kamer te berichten over de verdere behandeling van het wetsvoorstel. Meer informatie is te verkrijgen bij mevrouw mr. S.C.K. van Dijk van MKBNederland. Telefoon: (015) 2191233 en e-mailadres:
[email protected]. Bron: MKB-Nederland, september 2005. <
Investering in praktijklokalen en apparatuur MKB-Nederland is blij met de extra investering van 300 miljoen euro, die het kabinet uittrekt voor het voorgezet middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Het vmbo staat vaak negatief in de publiciteit, maar is eigenlijk wel de onderwijssector waar momenteel het sterkst wordt vernieuwd. De extra ondersteuning van het vmbo voor praktijklokalen, lesmateriaal en apparatuur is goed, maar dan vooral voor die scholen die aantoonbaar achterstand hebben. Ook hier geldt weer dat een gerichte inzet van middelen cruciaal is om voldoende meerwaarde te realiseren. Voor die scholen die inmiddels al goede praktijklokalen hebben, is het noodzakelijk dat de middelen vooral ten goede komen aan het verbeteren van het leerproces en het aantrekkelijker maken van het onderwijs voor jongeren.
signalement november 2005
De aansluiting tussen vmbo en mbo moet echt verbeteren. In de eerste plaats om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen doorstromen naar zo hoog mogelijke opleidingen. In de tweede plaats om te voorkomen dat leerlingen voortijdig uitvallen bij de overstap van vmbo naar mbo. Uit eigen ondervinding constateert MKB-Nederland dat er ook dit jaar weer duizenden vmbo-leerlingen tussen wal en schip raken, omdat ze niet op eigen kracht een leerbedrijf kunnen vinden. Dit is niet te tolereren. Als laatste pleit MKB-Nederland ervoor dat er meer aandacht en middelen worden ingezet om docenten te professionaliseren. Geen investeringen om de salarissen te verhogen, maar een gerichte bijscholingsimpuls voor docenten. Dat is noodzakelijk om alle vernieuwingen die op stapel staan tot een goed einde te brengen. Bron: Kaderinfo extra, 20.09.2005 <
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Maatoplossing voor productaansprakelijkheidverzekering Met productaansprakelijkheid wordt bedoeld de aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door een gebrek aan een product. Op het gebied van productaansprakelijkheid is het voor veel FHI-lidbedrijven steeds moeilijker om het risico van aansprakelijkheid door middel van een verzekering af te dekken. FHI biedt in samenwerking met HBR Branche Verzekeringen nu een oplossing op maat. De risico’s van productaansprakelijkheid spelen niet alleen in de Verenigde Staten maar ook steeds meer in Europa een rol. Als producent bent u aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door een gebrek in één van uw producten. De producent is de fabrikant van het product of degene die zich als producent voordoet omdat zijn naam of merk op het product staat. Wanneer het product buiten de EG is geproduceerd,
geldt degene die het product in de EG importeert als producent. Het gaat hier niet om schade aan het gebrekkige product zelf. Het gaat alleen om de schade die dit product door zijn gebrek veroorzaakt aan personen of goederen (gevolgschade). HBR Branche Verzekeringen heeft in samenwerking met FHI afspraken gemaakt met een grote industriële verzekeraar. De minimumpremie voor FHI-leden is verlaagd van € 10.000,naar € 5.500,-. Het risico zal door de verzekeraar per bedrijf individueel
worden beoordeeld. Dit betekent overigens nog steeds dat de verzekeraar een risico kan weigeren.
Tip Vraag aan iedere producent buiten de EU een kopie van zijn productaansprakelijkheidspolis en zo mogelijk een betalingsbewijs per jaar. Deze informatie kan bij eventuele geschillen inzake productaansprakelijkheid van pas komen. Voor meer informatie: HRB Branche Verzekeringen (R.H. Rooker, E.E. Salamony of P. Sewnarain), telefoon (023) 5260768, e-mail:
[email protected] website: www.hbrbranche.nl.
VRIJWILLIGE WERKGEVERSBIJDRAGE PAS IN 2006 NADER BEZIEN Op 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang in werking getreden. De wet regelt de financiering van de kinderopvang en geeft wettelijke normen voor kwaliteit. Uitgangspunt is de financiering door drie partijen: ouders, overheid en werkgevers. Het kabinet stelt volgend jaar 200 miljoen euro extra beschikbaar om met name de middeninkomens in de opvangkosten tegemoet te komen. Kinderopvang is een belangrijk arbeidsmarktinstrument, MKBNederland staat dan ook achter de uitgangspunten van de wet. De organisatie is verheugd dat er dit jaar een lichte stijging was van
8
het aantal werknemers dat bij de werkgever een beroep kan doen op een bijdrage in de kosten. Ze is positief over de extra middelen die het kabinet beschikbaar heeft gesteld. MKB-Nederland vindt dat pas in 2006 een reële tussenbalans van de nieuwe wet kan worden opgemaakt. Zij gaat ervan uit dat het kabinet – ook al staat het onder druk – zich aan haar afspraak houdt en de nu nog vrijwillige werkgeversbijdrage niet eerder dan vorig jaar nader beziet. De huidige systematiek zou wat haar betreft in stand moeten blijven. Bron: Kaderinfo extra, 20.09.2005 <
signalement november 2005
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
De levensloopregeling: sparen voor vroegpensioen Vanaf 1 januari 2006 kunnen alle werknemers (ook directeur-grootaandeelhouders) deelnemen aan de levensloopregeling. Met deze regeling kunnen werknemers sparen om in de toekomst onbetaald verlof te financieren. De levensloopregeling kan gebruikt worden voor elke vorm van verlof, zoals zorgverlof, sabbatical, of ouderschapsverlof. Daarnaast kan het spaarsaldo ook gebruikt worden om eerder met pensioen te gaan. Hoe werkt het?
Van het brutoloon mag een werkgever jaarlijks maximaal 12% (er geldt een speciale uitzondering voor oudere werknemers) inhouden. Dit bedrag moet op een speciale spaarrekening van de werknemer gestort worden of als premie voor een ‘levensloopverzekering’ overmaken. Ook overwerkuren of ADV-dagen kunnen werknemers, in overleg, in geld omzetten. Dit bedrag kan vervolgens worden gestort op de levenslooprekening. In de regeling mag maximaal 210%
signalement november 2005
van het bruto jaarsalaris worden gespaard. Wanneer het tegoed (deels) is gebruikt, mag het weer aangevuld worden tot 210%. In overleg met de werkgever kan het verlof worden opgenomen. De werkgever mag aangeven dat de werknemer onmisbaar is en dus geen verlof op kan nemen. Er kan per maand niet meer geld worden opgenomen dan een werknemer in de direct voorafgaande maand verdiende.
Op de levensloopregeling is de ‘omkeerregel’ van toepassing. Dat wil zeggen dat er pas loonbelasting betaald hoeft te worden op het moment dat de werknemer (een deel van) zijn tegoed opneemt. De beheerder van het geld maakt dit over naar de werkgever, zodat deze loonbelasting kan inhouden op het moment dat de werknemers zijn tegoed wil opnemen.
Belast loon
Verlofsparen en spaarloonregeling
Als u als werkgever besluit werknemers een bijdrage te geven, moet u zich realiseren dat deze bijdrage belast loon is voor de werknemers die niet wensen deel te nemen aan de levensloopregeling. Het staat werknemers vrij al dan niet van de regeling gebruik te maken. Ook mogen werknemers zelf kiezen waar ze sparen. De werkgever kan de werknemer dus niet verplichten deel te nemen aan de regeling bij X of Y. Werkgevers doen er verstandig aan door middel van een voordelige collectieve regeling werknemers zoveel mogelijk te stimuleren allemaal dezelfde uitvoerder te kiezen.
De verlofspaarregeling gaat op in de levensloopregeling. De bestaande tegoeden op de verlofspaarregeling zullen worden aangemerkt als gespaarde levenslooptegoeden. Vanaf 1 januari 2006 is is het niet meer mogelijk om te sparen in tijd. De spaarloonregeling blijft wel afzonderlijk bestaan. Werknemers kunnen echter niet zowel sparen in de spaarloonregeling als in de levensloopregeling: per jaar zullen ze dus moeten kiezen waarop het geld zal worden gestort. Wel is het mogelijk om in één jaar van beide regelingen geld op te nemen. Bron: Crop nieuwsbrief, september 2005. <
Belastingbetaling
9
��������������������������� � ��������������� ���������������
������������������
����������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������
���������������������������������������������������������������� ����������������������������������������������������������������������
■ CONJUNCTUUR
Conjunctuurbeeld: verdere verbetering
Het conjunctuurbeeld is verder verbeterd. Zowel ondernemers als consumenten zijn in oktober positiever. Ook de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt geven een positiever beeld. Het vertrouwen van de ondernemers in de industrie is in oktober verder verbeterd. Vooral over de verwachte productie in het vierde kwartaal zijn de ondernemers positief. De ondernemers in de zakelijke dienstverlening verwachten in het vierde kwartaal meer orders en een hogere omzet. Ook de consumenten werden in oktober iets positiever, al bleef de koopbereidheid laag. De consumptie door huishoudens laat in de loop van 2005 een licht opgaande lijn zien. Augustus was de derde maand op rij waarin het volume groter was dan een jaar eerder. Het volume van de uitvoer van goederen was in augustus na correctie voor werkdagen 8 procent groter dan een jaar eerder. Het groeitempo van het uitvoervolume lag in juli en augustus in lijn met dat van het eerste halfjaar. De industriële productie bleef in de periode juli-augustus, na correctie voor seizoeninvloeden, vrijwel stabiel ten opzichte van de periode mei-juni 2005.
signalement november 2005
De industriële afzet- en verbruiksprijzen zijn in september voor de vierde achtereenvolgende maand gestegen ten opzichte van een maand eerder. De inflatie was in september even hoog als in augustus. De rente is in september 0,2 procentpunt gedaald en teruggezakt naar het historisch lage niveau van juni dit jaar. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wijzen op een lichte verbetering. In het
tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid bleef in het derde kwartaal vrijwel onveranderd ten opzichte van de voorgaande maanden. Het aantal uitzenduren is in het tweede kwartaal verder toegenomen, het aantal vacatures is niet verder gestegen. Bron: CBS <
Bruto binnenlands product (BBP) %-volumemutaties 2,5
1,5
2,0
1,2
1,5
0,9
1,0
0,6
0,5
0,3
0,0
0,0
-0,5
- 0,3
-1,0
- 0,6
-1,5
I
II
III
2002
IV
I
II
III
IV
I
2003
II
III
2004
IV
I
II
- 0,9
2005
T.o.v. zelfde kwartaal vorig jaar (linkeras) T.o.v. vorige kwartaal seizoensgecorrigeerd (rechteras)
11
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
Economie groeit 1,3 procent in tweede kwartaal 2005 De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal van 2005 met 1,3 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder.
binnenlands product In Bruto het eerste kwartaal was de groei(BBP) van het bruto binnenlands product (BBP) %-volumemutaties nog negatief. De stijging van het BBP in 2,5 1,5 de eerste helft van 2005 komt hiermee 2,0op 0,4 procent, terwijl in 2004 de 1,2 uit economische groei nog 1,7 procent 1,5 0,9 bedroeg. 0,6 1,0correctie voor werkdag- en seizoenNa effecten was het volume van het bruto 0,5 0,3 binnenlands product in het tweede 0,0 0,0 kwartaal van 2005 1,2 procent hoger dat in het tweede kwartaal duidelijk - 0,3 is -0,5 in het eerste kwartaal van 2005. Dit opvallend hoge groeicijfer komt aangetrokken. Toch blijft de groei - 0,6 -1,0 juist na de relatief grote daling in het van de export van buiten Nederland -1,5 - 0,9 eerste kwartaal van 2005. geproduceerde goederen (wederuitI II III IV I II III IV I II III IV I II De groei van het BBP is te danken aan voer) groter dan die van in Nederland 2 0 0en 2 hogere investeringen. 2003 2004 2 0 0 5 De invoer hogere export geproduceerde goederen. Het volume van de uitvoer van goegroeide in het tweede kwartaal met zelfde was kwartaal vorig jaar (linkeras) deren enT.o.v. diensten in het tweede 4,4 procent. De groei van de invoer kwartaal seizoensgecorrigeerd (rechteras) kwartaalT.o.v. 5,5 vorige procent groter dan een kwam voor een belanrijk deel voor jaar eerder. Dat is vrijwel gelijk aan de rekening van de wederuitvoer. uitvoergroei in het eerste kwartaal. Een verschil is wel dat de export van In het tweede kwartaal van 2005 in Nederland geproduceerde goederen waren de investeringen in vaste activa
In het tweede kwartaal lagen de consumptieve bestedingen door huishoudens 0,1 procent boven het niveau van een jaar eerder. Deze stabilisatie komt na de forse daling in het eerste kwartaal. Consumenten hebben in het tweede kwartaal meer uitgegeven aan diensten (zoals bank- en telecomdiensten). Aan duurzame consumptiegoederen werd minder uitgeven dan in hetzelfde kwartaal van 2004, maar de daling was minder dan in voorgaande kwartalen.
Middelen en bestedingen (volume) %-volumemutaties t.o.v. jaar eerder 14 12 10 8 6 4 2 0 -2
BBP
Invoer
Consumptie overheid
Middelen 2004-IV
12
2005-I
Consumptie huishoudens
Investeringen
Bestedingen 2005-II
2,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. In het eerste kwartaal lieten de investeringen een daling zien. De stijging in het eerste kwartaal komt voor een belangrijk deel voor rekening van hogere investeringen in bedrijfsgebouwen en vooral woningen. De stijging van deze bouwinvesteringen komt deels door een groter aantal gewerkte uren per werknemer. Ook in zakenauto’s en vooral in computers is fors meer geïnvesteerd.
Uitvoer
Het volume van de overheidsconsumptie was in het tweede kwartaal 0,4 procent lager dan in het tweede kwartaal van 2004. De overheid gaf minder uit aan openbaar bestuur. De reële uitgaven voor zorg en welzijn namen nog wel toe, maar veel minder dan in de afgelopen jaren. Bron: CBS <
signalement november 2005
2 0 -2
BBP
Invoer
Investeringen
Consumptie huisMiddelen en bestedingen (volume) houdens
■ CONJUNCTUUR
Consumptie overheid
U
Ondernemers industrie flink positiever Het producentenvertrouwen in de industrie is in oktober verder verbeterd en uitgekomen op 4,3. Dit is 3,0 punt hoger dan in september. Oktober is de derde opeenvolgende maand waarin het vertrouwen een aanzienlijke verbetering laat zien. Het vertrouwen van de ondernemers is na januari 2001 niet meer zo hoog geweest. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. De ondernemers zijn vooral positiever gestemd over hun verwachte produc-
%-volumemutaties M i d d e l e n t.o.v. jaar eerder
tie in het vierde kwartaal.14 Dit geldt 2004-IV met name voor de producenten van consumptiegoederen. Het12 oordeel van de industriële ondernemers 10 over de orderpositie verbeterde een fractie. Ook het oordeel over de voorraad gereed product was iets positiever. De stijging van het producentenvertrouwen heeft niet tot plannen geleid om de werkgelegenheid uit te breiden. Integendeel, vijftien procent van de ondernemers verwacht de personeelsomvang in de
8 6
Producentenvertrouwen 4 2saldo % positieve en negatieve antwoorden 6
03 -20
-3 -6 -9 -12
BBP
Het consumentenvertrouwen is, na correctie voor seizoensinvloeden, in oktober 2005 uitgekomen op -23. Dat is 5 punten hoger dan in september. Consumenten zijn minder negatief geworden over het economisch klimaat. Hun koopbereidheid bleef evenwel zeer laag. Het niveau van het consumentenvertrouwen schommelt al sinds begin 2004 rond hetzelfde lage niveau. Al meer dan vier jaar zijn de huishoudens overwegend pessimistisch gestemd. Consumenten waren in oktober minder negatief over het algemeen economisch klimaat dan in september dit jaar. Vooral over de economie in de afgelopen twaalf maanden waren de huishoudens veel minder negatief
Invoer
2003 Middelen 2004-IV
Consumentenvertrouwen gestegen
Bestedingen
komende maanden te verminderen, 2005-I 2005-II terwijl maar zeven procent van plan is het aantal personeelsleden te vergroten. Deze percentages zijn de afgelopen anderhalf jaar vrijwel ongewijzigd gebleven. Bron: CBS <
Consumptie overheid
2004
2005-I
InvesConsumptie teringen huishoudens 2005 Bestedingen
2005-II
Consumentenvertrouwen seizoensgecorrigeerd saldo % positieve en negatieve antwoorden 0 Producentenvertrouwen
- 10 saldo % positieve en negatieve antwoorden - 20 6 - 30 3 - 40 0 - 50 -3 2003 2004 2005 -6 gestemd. Ook de economische situatie als in september. Over hun financiële -9 in de komende twaalf maanden werd positie in de achterliggende twaalf -12 iets minder negatief beoordeeld. maanden was men iets minder
2003
2004
2005
De koopbereidheid bleef, na correctie negatief. Over het doen van grote Inflatie voor seizoeninvloeden, ook in oktober aankopen bleef de consument op een zeer laag niveau. % onveranderd negatief. Bron: CBS < 3,0 De koopbereidheid 2,5 is gebaseerd op het 2,0 oordeel over de finanConsumentenvertrouwen seizoensgecorrigeerd 1,5 ciële situatie van het 1,0 saldo % positieve en negatieve antwoorden huishouden en op de 0,5 0 vraag of de tijd gun0,0 stig is voor het doen - 10 2003 2004 2005 van grote aankopen. - 20 Consumenten waren - 30 in oktober vrijwel - 40 even negatief over - 50 hun financiële situatie 2 0 0 3 industrie 2004 2005 Afzetprijzen in het komende jaar
% mutatie t.o.v. jaar eerder signalement november 2005
15 10 Inflatie 5
13
U
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
Voorbeeldig beursgedrag…? Column Freek Rooze Vrijdag 30 september. Tegen half één parkeer ik mijn auto op P4 van de Jaarbeurs. Ik heb met een paar klanten afgesproken om te komen kijken hoe het hen na de beurstraining op ‘Elektrotechniek’ vergaat. Bij binnenkomst in de Jaarbeurs zie ik dat er in een andere hal nog een beurs aan de gang is: Performa. Een beurs voor iedereen die iets met opleiden van doen heeft. Daar moeten we straks ook maar eens een kijkje nemen.
Weinig interactie en veel gemiste kansen De drukte in de hallen van Elektrotechniek valt me niet tegen. Als ik langs de stand van mijn eerste klant loop, is iedereen druk in gesprek. Een goed teken. Vanaf een andere stand observeer ik de verkopers van mijn klant een paar minuten. Zo te zien brengen ze het geleerde goed in praktijk. Dat geldt niet voor de verkopers van de stand waar ik me op dat moment bevind. Hoewel er ruimschoots gelegenheid voor was, heeft niet één me aangesproken. Ik noteer de naam van deze firma om ze over een tijdje eens te bellen. Dan kijkt een van ‘mijn’ verkopers op en geeft met een glimlach een blijk van herkenning. Een teken voor mij om naar ze toe te gaan en om ze te vragen
14
naar hun ervaringen en het bereiken van hun doelstellingen. Met enige trots laten ze hun statistieken zien en de meer dan volle afsprakenagenda. Wow, zo hoort het en hun trots slaat even over naar mij. Op andere stands zie ik wat later voltallige bemanningen hun lunch midden op de stand verorberen. Het verbaast me niets dat die stands verder leeg zijn. Ik blijf staan bij een grote firma waar een fraai uitziende dame een presentatie begint. Haar verschijning is boeiender dan haar verhaal. Geen leuke intro, vol specificaties en uitgekauwde superlatieven, maar vooral geen echte interactie met het publiek. Jammer, gemiste kansen. Gelukkig doet het weerzien met en de positieve stemming bij mijn andere klanten weer een hoop goed en na anderhalf uur verlaat ik Elektrotechniek en ga ik naar Performa. Wie verwacht dat bij opleiders het beursgedrag beter is, komt – zoals ik – van een koude kermis thuis. Eén van de grootste trainingsbureaus geeft in één van de negen opgezette ‘theaters’ een presentatie. Jammer toch dat de presentator telkens hinderlijk voor de beamer gaat staan, zodat de visuele informatie nauwelijks zichtbaar is. Even verder is een stand waar dikke catalogi voor het grijpen liggen. Ik blader er een expres lang door, maar klaarblijkelijk komt er niemand op het idee om me te vragen waarvoor ik belangstelling heb. Ik volg verderop een geïmproviseerd
toneelstukje over communicatie, waar het amateurisme vanaf druipt en een oersaaie lezing over competenties. Hoezo communicatieve competenties? Bij een stand waar trainingsmiddelen de inkomstenbron zijn, blijf ik vanuit het gangpad wel tien minuten naar een John Cleese-video kijken. Hij is meesterlijk in het laten zien hoe iets niet moet. De beide standdames zijn druk met zichzelf en elkaar in de weer en vormen een gelijktijdig beeldverhaal. Zij laten ongewild zien hoe je je vooral niet op een beurs moet gedragen. Snel verlaat ik ‘Performa’ weer. Veel ‘performance’ ben ik niet tegen gekomen. Hoe was dat spreekwoord ook alweer? Goed voorbeeld doet goed volgen?! Freek Rooze <
10E LUSTRUM FHI WORDT GROOTS GEVIERD Op de ‘echte’ datum, 6 april 2006, is er een feestelijke bijeenkomst voor genodigden. Onder het thema ‘de actualiteit van het coöperatieve denken’ treden enkele feestredenaars voor het voetlicht. De festiviteiten van die dag zullen zich afspelen op Jachtslot en landgoed De Mookerheide. Op the Day After, vrijdag 7 april is er groot feest voor alle leden van de FHI-branches. Het Wijnfort in Lent, bij Nijmegen is daar voor gereserveerd. Alle leden en relaties van FHI kunnen in de komende maanden een persoonlijke invitatie verwachten. <
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
Afgeschermd ledendeel online De website leden.fhi.nl – exclusief voor FHI-leden – is sinds enkele weken online. De FHI-lidbedrijven zijn in een brief geïnformeerd over het afgeschermd ledendeel.
leveringsvoorwaarden, eenvoudig te downloaden. Het ledendeel is voor FHI een proefproject. Voor optimalisatie van deze website zijn uw opmerkingen en suggesties welkom via een e-mail aan Ingrid van Boxtel (
[email protected]). Ben u wel FHI-lid, maar hebt u geen informatie per brief ontvangen, dan kunt u dit melden aan bovenstaand e-mailadres. <
Ruim 360 bedrijven hebben zich per fax aangemeld. De door de bedrijven geautoriseerde medewerkers hebben per post hun gebruikersnaam en wachtwoord ontvangen. Vanaf de website zijn diverse documenten zoals de Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO), een huishoudelijk regelement en
FHI Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) herzien In de zomerperiode is de Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst (RAO) 2005 van FHI, federatie van technologiebranches, geactualiseerd. De RAO voorziet in de behoeften van werkgevers en werknemers aan duidelijkheid over het in de technologiebranches gebruikelijke arbeidsvoorwaardenpakket. De RAO van FHI voorziet in een branchespecifieke invulling van de arbeidsvoorwaarden. In de RAO zijn de ‘wettelijk verplichte’ bepalingen opgenomen. De RAO omvat alle arbeidsvoorwaarden waar u als werkgever verplicht bent aan te voldoen op basis van het arbeidsrecht. Daarnaast omvat de RAO arbeidsvoorwaarden zoals die gebruikelijk zijn in de branche en is een modelarbeidsovereenkomst opgenomen. Dat deel van de RAO is op geen enkele wijze verplichtend, noch voor de werkgever, noch voor de werknemer. Het niet-wettelijke deel van de tekst is bedoeld als handreiking voor FHI-leden en
signalement november 2005
als garantie dat FHI-leden buiten wettelijk verplichte CAO’s kunnen blijven. De groep van Human Resources Managers (HRM) binnen FHI heeft zorggedragen voor de update van de RAO. De HRM-groep bestaat uit HRprofessionals van FHI-lidbedrijven en zij helpt FHI-leden handreiking en te bieden bij alle zaken die met personeelsmanagement te maken hebben. Papieren exemplaren van de RAO kunt u bestellen bij het FHI-bureau voor € 2,50, exclusief BTW, per stuk. De RAO is even-
eens digitaal opvraagbaar en vindt u op het ledendeel van de FHI-website. Gezien de vele ontwikkelingen en wetswijzigingen die nu actueel zijn, verwacht FHI rond de jaarwisseling alweer met een volgende editie te komen. <
15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
Gejan Starink kaapt cup weg op FHI golftournament 2005 Willem van Raalte (l.) huldigt winnaar Gejan Starink
17e FHIgolftournament 1e en winnaar van de wisselbeker, Gejan Starink, Panasonic Electric Works (hc* 20.3/34 ptn)
2e van de wedstrijdspelers,
Mark van Son, Romex (hc 10.4/33 ptn)
3e van de wedstrijdspelers, Paul Bogaers, Emba Techniek (hc 12,5/33 ptn)
4e Ronald van Franck, Getinge De voorzitter van de golfcommissie, Gejan Starink, heeft dit jaar zelf het jaarlijkse FHI golftournament gewonnen.
16
aantal van 140 golfers, inclusief clinic’ers, wist elkaar ook op de negentiende hole goed te vinden, in het clubhuis bij de borrel en de barbecue.
Met enige lichte gêne nam hij de wisselbeker in ontvangst na, alweer, een geslaagd evenement op 25 augustus in Best. De Panasonic-man liet met 34 stablefortpunten op een handicap van 20.3, maar liefst 83 wedstrijdspelers achter zich. Net als de nummer twee uit de uitslag, Mark van Son van de firma Romex, kon ook Starink een fantastisch bronzen beeldje van de prijzentafel halen. Beide kunstwerkjes waren beschikbaar gesteld door Ronald van Franck van Getinge bv. Paul Bogaers van Emba Techniek werd derde en de winnaar van 2004, Joost Timmerman, reikte dit keer tot de negende plaats.
Het succes van de dag is vooral te danken aan de golfcommissie, naast Gejan Starink bestaande uit Willem Snijders (Snijders Scientific), Willem van Raalte (Da Vinci Europe) en, niet te vergeten, Renée Boerma als uitvoerende kracht in het FHI-bureau. Natuurlijk mogen de sponsors niet onvermeld blijven: Van Vliet Medical Supply, Jaarbeurs Utrecht en Rittal als hoofdsponsor en ATH Techniek, BDO, CombiCare, Drukkerij Van de Ridder, Endress+Hauser, Eurotherm, Graydon, HVL, Imtech ICT en JWB Creatieve Communicatie als subsponsors. Zonder hun bijdragen zou het allemaal onbetaalbaar worden.
Weer was het prima weer op de laatste donderdag van augustus. Een klein buitje daargelaten, was het genieten geblazen. En het record-
Wie het evenement heeft gemist moet zeker de datum van de volgende, de achttiende editie noteren: de laatste donderdag van augustus: 31 augustus 2006 dus. Locatie nog nader te bepalen, gezelligheid en onverwachte, nuttige en informele contacten verzekerd. <
(hc 21.0/33 ptn)
5e Wil Volgers, Honeywell (hc 15.8/31 ptn)
6e Paul Baan, Invensys
Process Systems (hc 16.9/31 ptn)
7e Chris Taling, Endress+ Hauser (hc. 23.0/30 ptn)
8e Bob-Jan Hillen, Omnilabo (hc 8,2/29 ptn)
9e Joost Timmerman, Krohne (hc 21.8/29 ptn)
10e Michiel Wieske, Dewit
Industrial Sensors (hc 25.5/29 ptn) Neary: Michiel Wieske, Dewit Industrial Sensors Longest drive dames: Riekje Valkenburg, GE Druck Longest drive heren: Jan Tournois, Pilz Nederland Winnaar masterclinic: Joop Versteeg, Duranmatic (*hc = handicap)
signalement november 2005
WAARSCHUWING DOOR EEN FHI-LID! ■ FEDERATIEF
TRAP ER NIET IN! Door John van Halderen, voorzitter FHI-branche Laboratorium Technologie/Directeur Dépex.
Onlangs werden we weer eens geconfronteerd met een doortrapte manier om medewerkers van bedrijven een heleboel geld afhandig te maken. Bij ons is de telefoniste in de val gelopen bij de firma DigiCom Media uit Winschoten. Maar voor hetzelfde geld gebruiken ondernemingen uit de categorie List & Bedrog namen als Media Huppeldepup of Huppeldepup Media. Eén ding hebben ze gemeen: voor een twijfelachtige advertentie in één of andere bedrijvengids of een promotieartikel in een (jou meestal onbekend) tijdschrift troggelen ze verdraaid veel geld af. Hoe het werkt
Uw receptie wordt gebeld met de mededeling dat er een fax aankomt. Uw medewerker wordt verzocht om even de adresgegevens op de fax te controleren en de correctie terug te faxen. Zo komen uw juiste gegevens tenminste in de gids of in ons geval op internet www.gemeentelijkebedrijvengids.nl. Groot afgedrukt staat midden op de fax uw bedrijfsnaam, adres, postcode et cetera. Uw altijd hulpvaardige receptioniste ziet onmiddellijk dat de letters in de postcode zijn omgedraaid. Dat is geen wonder, want dat heeft de afzender met opzet gedaan, zo wordt de aandacht van uw medewerker afgeleid van de brei aan kleine lettertjes waarin staat dat met ondertekening opdracht verleend wordt tot het plaatsen van een advertentie. En omdat op het faxbericht een opvallend vakje is opengelaten voor datum, naam en handtekening, tekent uw dienstwillige dienaar het document en faxt het terug. Het is immers belangrijk dat klanten ons kunnen vinden? In de val gelopen!
Gelukkig heeft uw receptiemedewerker geen procuratie en mag dus helemaal geen contract afsluiten.
signalement november 2005
Geen nood, want in de kleine lettertjes staat dat de ondertekenaar verklaart bevoegdheid te hebben verkregen, dan wel te hebben gehandeld in opdracht van een daartoe bevoegd persoon. Het gevolg is dat als u als bedrijf weigert te betalen, dit slag volk achter uw medewerker aan kan gaan om betaling in privé af te dwingen. Maar de truc is nog niet compleet. Je hebt namelijk acht dagen de tijd om je te bedenken en je kunt per aangetekende brief de overeenkomst ongedaan maken. Maar hoogstwaarschijnlijk heeft uw medewerker het faxje of weggegooid of ergens in de stapel liggen. De smeerlappen sturen u pas na drie weken een factuur, zo nu is de opzegtermijn ook ruim verstreken. De baas is al eerder gewaarschuwd voor spookfacturen, herkent de factuur die op zijn bureau komt als zodanig en smijt de factuur gewoon weg. NIET DOEN! Zo wordt de zaak alleen maar erger, want wie zwijgt stemt toe en je krijgt gegarandeerd een aanmaning en een incassobureau op je nek. (Vreemd, dat incassobureau heeft dezelfde eigenaar!)
Ok, denk je nu, stom gelopen, maar laat ik deze € 300,- maar betalen, dan ben ik van het gezeur af. NIET DOEN, ook dan maak je het alleen maar erger. Wie betaalt stemt toe en ergens in de kleine lettertjes staat dat de looptijd van de overeenkomst drie jaar is. Bovendien zijn deze € 300,- de kosten voor één kwartaal, dus ben je uiteindelijk € 3.600,- kwijt. Mocht het jullie overkomen dan hier een aantal wellicht ongevraagde adviezen:
1. Praat met je advocaat en reageer onmiddellijk per aangetekende brief met terugmelding. 2. Licht je personeel in en verbiedt ze handtekeningen te zetten op alles wat afwijkt van de normale werkzaamheden. 3. Instrueer je mensen om nooit aan de telefoon privégegevens van collega’s te verstrekken, ook niet als een aardige opbeller zegt een presentje aan die collega te willen sturen. 4. Raad in voorkomende gevallen je medewerker aan om op voorhand contact op te nemen met de rechtsbijstandverzekering. Als het bedrijf niet betaalt, kunnen ze achter je personeel aan gaan! 5. Vertel zoveel mogelijk mensen over DigiComMedia uit Winschoten! <
17
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
Strategieproject brengt competenties in kaart De gedachte achter het Strategieproject van FHI is om de leden te helpen inzicht te krijgen in de structurele veranderingen die gaande zijn en hoe zij daarop kunnen anticiperen.
Aan het Strategieproject liggen het Innovatieplatform en de Industriebrief ten grondslag. Maar ook binnen de besturen bestond al enige tijd de behoefte om structureel na te gaan wat er strategisch allemaal gaande was. In de branches Industriële
18
Elektronica, Industriële Automatisering en Laboratorium Technologie droeg met name de recessie van een paar jaar geleden bij aan die behoefte, in de branche Medische Technologie waren het de veranderingen bij de overheid ten aanzien van de zorgsector.
we de “ Houden productie in Nederland?
“
Transparantie van de markt is nodig om daar vervolgens de eigen strategie op te kunnen afstemmen. Dat mes snijdt aan twee kanten, want het inzicht van de leden over hun plaats in de markt geeft FHI weer handvatten om haar lobbywerk beter te doen, in elk geval per branche richting andere partijen en overheid en wellicht ook federatief als het om zaken gaat die in alle branches spelen.
Ook de opkomst van China riep vragen op waar een antwoord voor moest worden gevonden. In het kader van het Strategieproject
wordt gekeken of ontwikkelingen structureel dan wel incidenteel zijn. Bij elektronica was steeds de vraag: houden we de productie in Nederland? Bij Industriële Automatisering kwam regelmatig de vraag boven of er in Nederland ooit nog grote projecten zouden worden opgezet en welke rol Nederland nog zou kunnen spelen bij buitenlandse projecten. Voor Laboratorium Technologie lag er de vraag, waarom ook grote bedrijven niet meer investeerden en waarom sommige zaken in deze branche trager verliepen dan in andere branches. Dat vond zijn oorzaak overigens in de internationale fusieen overnamebewegingen, die in deze branche later plaatsvonden dan in andere branches. Internetverkoop heeft ook een rol gespeeld. In die zin is het Strategieproject ook weer een logische voortzetting van het FHI-project voor kennisoverdracht en e-business. Voor Medische Technologie waren het de ontwikkelingen bij de overheid die zorgen baarden. Taskforces
Nu een en ander zich heeft uitgekristalliseerd, is begonnen met het opzetten van taskforces bestaande uit een aantal bestuursleden voor alle vier de branches. Zij hebben tot taak ten eerste om in kaart te brengen welke trends zich in de markt aftekenen en ten tweede, om na te gaan met welke partijen zij te maken hebben, ofwel: wie zijn de stakeholders, onderscheiden in primaire (klanten) en secondaire (klanten van klanten, onderwijs, overheden). Vervolgens is hetzelfde gedaan op clusterniveau. Dat proces is nog in volle gang. Probeer per cluster in beeld te krijgen waar je goed in bent. Het resultaat daarvan wordt vervat in een competentie-
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
Voor de laatste ontwikkelt FHI allerlei activiteiten, beurzen, roadshows, seminars, om de stakeholders aan het praten te krijgen.
Er is meer “ applicatiekennis nodig
“
matrix, die niet zozeer aangeeft waar het cluster goed in is, maar wie in het cluster waar goed in is. Niet alle branches bleken zomaar bereid dat in te vullen. Als een hele groep op deze wijze zijn competenties in kaart moet brengen, loopt het soms mis. Het gaat om gevoelige onderwerpen. Een groep moet niet te groot zijn, zo bleek. Het probleem is ook, dat als bedrijven bij elkaar zitten, ze geen profiel willen kiezen. Een bedrijf dat bijvoorbeeld sterk is in vormgeving, roept onmiddellijk dat het juist meedoet omdat het goed is in het hele proces. Door de vraagstelling aan te scherpen en de antwoordmogelijkheden te beperken, komen uiteindelijk toch de sterke punten van elk bedrijf boven. In subsidietermen (het Strategieproject wordt gesubsidieerd door SenterNovem) heet dit Kennispositiestudie. Waar zijn de leden goed in? En wat missen de stakeholders?
Bij een aantal is dat nu gelukt, zoals bij de Sensor Technologie Club. Voor het begrip ‘goed’ moesten overigens eerst drie invalshoeken worden gedefinieerd: ‘technisch goed’; ‘goed qua proces’ en ‘goed in welke applicatiegebieden’. Eén van de conclusies is nu al, dat er bij de leden veel meer applicatiekennis nodig is. En het is van strategisch belang om te weten, voor welke markt die kennis moet worden
aangewend. Als er veel applicatiekennis aanwezig is op het gebied van de zware chemie, maar er in die sector geen investeringen meer plaatsvinden, kan het van strategisch belang zijn om bijvoorbeeld te switchen naar farmacie. Hogeschool
De Haagse Hogeschool is bij het Strategieproject betrokken om één en ander voor te bereiden en de verslaglegging te verzorgen. Het proces als zodanig is belangrijk, want daar hebben de leden heel direct iets aan. En richting de branchebesturen is de verslaglegging weer belangrijk. Bovendien ligt er de verplichting naar SenterNovem om verslag te doen. Overigens wordt het Strategieproject gekoppeld aan het vijfjaarlijkse brancheonderzoek van FHI, dat voor 2006 staat gepland. <
Verwarring in Duitsland over Regeling afgedankte elektr(on)ische apparatuur Duitsland heeft in maart 2005 de Richtlijn 2002/96/EC betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) omgezet in nationale wetgeving.
in onderling overleg met zijn wederverkoper in Duitsland afspreken. Er is dus geen enkele sprake van een verplichting voor exporterende bedrijven om zich in Duitsland te laten registreren.
Uit vragen en reacties van diverse leden van FHI is gebleken dat er nogal wat verwarring bestaat over de verplichtingen die de Duitse wetgeving stelt aan bedrijven die naar Duitsland exporteren.
Op de website van Stichting EAR, www.stiftung-ear.de, kunt u de in Duitsland geldende wetgeving downloaden. Mocht ondanks alles blijken dat de praktijk leidt tot oneigenlijke handelsbeperkingen, dan neemt, RTA/FHI actie richting de overheid. Graag ontvangen wij uw input hierover via een e-mail aan Joas van Lent, zijn e-mailadres is
[email protected]. <
Uit verificatie onzerzijds is gebleken dat de Duitse wetgeving grosso modo gelijk is aan de Nederlandse. Dat betekent dat producenten en importeurs die voor het eerst een elektr(on)isch apparaat op de Duitse markt brengen (‘Hersteller’), verantwoordelijk zijn voor de inzameling en verwerking van de apparaten en de financiering daarvan. De ‘Hersteller’ moet zich daartoe registreren bij de Stichting Elektro-AltgeräteRegister (EAR). Wie zich als ‘Hersteller’ (producent) laat registreren, kan een Nederlandse exporteur
signalement november 2005
19
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
PPM-fund moet projectgeneratie stimuleren Samenwerking bij technologische innnovatie komt niet ‘vanzelf’ tot stand. Als in de prille beginfase voor een nog ongewis project voldoende draagvlak wordt gevonden, kan voortaan vanuit een fonds een preprojectmanager – over het algemeen een freelancer uit eigen bestand – worden bekostigd. Sinds een aantal jaren organiseert FHI de sensorconferentie The Sense of Contact. Samen met STW presenteert de branche daar resultaten van wetenschappelijke R&D-projecten die met bedrijven worden uitgevoerd, ook al om uit bedrijven weer nieuwe ideeën los te krijgen voor vervolgprojecten dichter bij de markt. Om de jaarlijkse meetings concreter te maken werd besloten te trachten in projectgeneratieworkshops tot concrete projectideeën te komen. Later is voor Progress (de conferentie voor embedded systems ontwikkeling) dezelfde formule gekozen, een formule die buitengewoon succesvol blijkt. De eerste keer leverde meteen al acht projectideeën op. Helaas bleek een jaar later dat er weinig was gebeurd, althans niet structureel. Dat was vooral het gevolg van het feit dat er niet duidelijk een taakverdeling was afgesproken. En in één geval leek het erop dat één bedrijf met het idee aan de haal was gegaan, op instigatie nota bene van een hoogleraar! Het was duidelijk dat daar een betere structuur voor moest komen. Een oud idee werd van stal gehaald, namelijk om mensen in te huren die in opdracht zouden kunnen uitzoeken of een bepaald idee levensvatbaarheid heeft. Daarvoor is een fonds in het leven geroepen, het PreProjectManagement kortweg PPM-fund. Evenementen met projectgeneratieworkshops worden voortaan voorbereid met de mensen die er een idee voor een ontwikkeling presenteren, een marktvraag presenteren waarvan nog onduidelijk is wat
20
er precies nodig is en welke partijen het betreft. Vanuit de zaal kunnen die partijen zich dan kenbaar maken, partijen met ideeën, partijen die willen mee-ontwikkelen. Ter plekke kan dan worden afgevinkt wat er is en wat nog wordt gevraagd. Op dat moment is er nog geen project, maar partijen hebben dan al wel hun commitment uitgesproken. Als er inderdaad voldoende draagvlak
is, kan er vanuit het fonds een preprojectmanager – over het algemeen een freelancer uit het eigen bestand van het fonds – worden geselecteerd. Die ontvangt om het project te definiëren en de participanten bij elkaar te krijgen een bedrag van 10.000 euro. Resulteert zijn projectplan uiteindelijk in een succes, dan ontvangt hij uit het fonds nog 2.000 euro extra – een bonus. De groep als geheel betaalt vervolgens 18.000 euro terug aan het fonds. Als één en ander niet van de grond komt, is het fonds 10.000 euro kwijt. FHI heeft 50.000 euro in het fonds gestort, het ministerie van EZ participeert in het kader van de Industriebrief voor 150.000 euro en ook de Kennisalliantie Zuid Holland doet mee voor 50.000 euro. Zo is er tijdens de Sense of Contact in het voorjaar 2005 een clean
water sensing project gepresenteerd, dat nu wordt doorgezet. Acht bedrijven hebben zich gecommitteerd, er is subsidie aangevraagd en het projectplan is onlangs afgerond. De tweede keer dat het fonds is ingezet, was tijdens de Nationale Micro Nano Conferentie. Daar zijn vier workshops geweest, onder meer over inline metingen van bacteriën in vloeibaar voedsel, een ‘handheld’ huisarts en een ‘microfabriek’. Veel deelnemers in de zaal dachten mee over oplossingen. Daar zaten bedrijven als Nanosense en Delta Instruments, alsook de universiteiten van Wageningen en Utrecht. De eerstvolgende gelegenheid voor workshops was, in samenwerking met de Kennisalliantie, tijdens Holland Innovation in het Congresgebouw te Den Haag, begin november. De eerste ging over sensoren in de chemie, de tweede over sensoren in de haven, de derde over het meten van stengeldikte bij tomatenplanten. Daar wordt gezocht naar een non-invasieve, capacitieve sensor die niet gevoelig is voor verdraaiingen... ‘the speaking plant’ heet het project al in de wandelgangen. Overigens is zeer onlangs komen vast te staan dat er tijdens HET Instrument 2006 ook weer een sensorpaviljoen wordt ingericht. <
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
FHI organiseert HRM Actualiteitenseminar:
Zorg voor uw personeel, what’s new? Op 26 oktober 2005 vond in Groot Kievitsdal te Baarn het HRM Actualiteitenseminar van FHI plaats, een bijeenkomst voor directies en personeelsfunctionarissen van FHI-lidbedrijven. De dag stond geheel in het teken van de laatste ontwikkelingen in het traject van werving & selectie, arbeidsrecht, het nieuwe ziektekostenstelsel, arbowetgeving, ontslag en pensioen. En dat bleek een succes. Er heerste een
‘onder-ons’ sfeer zoals die normaal alleen op ledenvergaderingen wordt ondervonden. Dagvoorzitter Wim van der Maas (algemeen directeur MKBNederland) begon meteen al met het nodige vuurwerk. Hij hield de gang van zaken nauwlettend in het oog en praatte de verschillende onderwerpen aan elkaar. Pommetje
Andreas Meijer (FHI-branchemanager/ federatiejurist) en John van Halderen (directeur Dépex, federatiebestuur FHI/HRM-werkgroep) beten het spits af met het onderwerp ‘FHI en arbeidsvoorwaardenbeleid’. Allengs introduceerde de laatste het begrip ‘POM’metje, een koosnaam voor de ProbleemOplossingsManager, ofwel de per 1 juli verplichte Preventiemedewerker. Meijer ging daarna in op de uitslagen van de HRM-enquête. Hij begon met een uiteenzetting van het
signalement november 2005
sociale beleid van FHI en het eigen arbeidsvoorwaardenbeleid zoals dat onder meer gestalte kreeg in de FHI Raam Arbeidsvoorwaarden Overeenkomst. Opvallend is dat veel FHIlidbedrijven geen aparte P&O-manager kennen – de HRM-klus wordt veelal geklaard door de directeur. Daar wordt dan ook wel wat van gevraagd: het hele scala aan algemene personeelszaken, werving & selectie, arbeidsrecht, opleiding & training… “Niets bijzonders dus!”, concludeerde Meijer.
zijn als er discussie ontstaat tussen werkgever en werknemer. Te denken is aan (door beide partijen ondertekende) reglementen ten aanzien van telefoon en auto. Of de verslaglegging van functioneringsgesprekken. Op het gebied van werving & selectie was er een presentatie door drie leden uit de FHI HRM-werkgroep: Monique Schutte (Simac ICT Nederland), Margreet van Beek (Endress+Hauser) en Alex Tegenbosch (Castor Fiber Groep). De laatste is psycholoog en werkzaam
Aan de hand van de HRM-enquête is de rest van de dag ingevuld. HR-managers blijken vooral meer te willen weten van functionerings- en beoordelingsgesprekken, over arbeidsovereenkomsten en -recht in het algemeen, van ontslagrecht, en zeker ook over het nieuwe ziektekostenstelsel. Verder bleek er vraag naar een e-mail-nieuwsbrief. Momenteel wordt bij FHI bestudeerd of het mogelijk is een dergelijke e-mailservice te starten. In elk geval staat op het afgeschermde ledengedeelte op de FHI-website meer informatie over de HRM-groep. (Zie elders in deze uitgave.)
voor het bedrijf dat door de leden van FHI kan worden ingezet bij online psychologische testen. Monique Schutte behandelde de ins en outs rond een vacature. Van Beek benadrukte dat de sociale vaardigheden van de kandidaat belangrijker zijn dan zijn diploma. En Tegenbosch verraste zijn toehoorders met optisch bedrog: plaatjes die de kijker voortdurend op het verkeerde been zetten – met de les dat wij soms stellig menen op puur rationele gronden een beslissing te nemen, terwijl we onbewust irrationele zaken laten meewegen.
Dossier
Het is niet ondenkbaar dat het succes van de dag wordt aangegrepen om – wellicht kleinschaliger – seminars te organiseren waar HRM-onderwerpen nog verder worden uitgediept. Alle presentaties gehouden op de HRM Actualiteitenseminar kunt u downloaden via de FHI-website. <
In de presentatie Actualiteiten Arbeidsrecht ging Michiel van Dijk van Derks Star Busmann onder meer in op het personeelsdossier – niet alleen met de stamkaart en arbeidsovereenkomst van het personeelslid, maar alle belangrijke documenten die belangrijk kunnen
21
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
MARCEL VAN DEN BROEK NIEUWE FEDERATIEVOORZITTER FHI
Highlights MKB-Nederland Op 14 november is Marcel van den Broek formeel gekozen tot voorzitter van FHI, federatie van technologiebranches. Op dit moment is Van den Broek nog penningmeester van de branche Medische Technologie, terwijl hij ook enige jaren voorzitter was van deze branche. Als zodanig heeft Van den Broek dus al een hele FHI-carrière achter de rug. Van den Broek wordt de tweede onafhankelijke voorzitter van FHI. Zoals twee jaar geleden besloten, blijft een federatievoorzitter niet langer dan vier jaar in functie en staat hij geheel onafhankelijk ten opzichte van de vier branches. Uit dien hoofde legt Van den Broek dan ook zijn functie als penningmeester neer. Samen met de vier branchevoorzitters vormt hij met ingang van 1 januari 2006 het Federatiebestuur. Zijn verkiezing vond formeel plaats op 14 november, tijdens de officiële ledenvergadering waar alle voltallige branchebesturen bij elkaar waren. Van den Broeks kandidatuur werd voorjaar 2005 al aangekondigd. Van den Broek heeft zitting in de Groepsraad (lees: Raad van Bestuur) van de OPG-groep, een groot farmacieconcern. Voor de leden volgt er in de eerste week van april 2006 tijdens de FHI-jubileumviering nog een officieel afscheid van Fransen. <
22
In deze rubriek een aantal highlights uit de informatie die FHI in de afgelopen maanden van MKB-Nederland heeft ontvangen.
Primaire taak hogeschool is onderwijs, niet onderzoek Er moet een helder onderscheid blijven bestaan tussen hogescholen en universiteiten. Onderzoek dat hogescholen hoe langer hoe meer verrichten moet zijn gericht op de verbetering van het hbo-onderwijs en de professionalisering van de docenten. MKB-Nederland onderschrijft hiermee volledig de aanbevelingen van de Adviesraad voor het Wetenschapsen Technologiebeleid (AWT) medio augustus over de plaats en functie van onderzoeksactiviteiten in hogescholen. Het mkb is gebaat bij een helder onderscheid tussen hogere beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. Ruim 40 procent van de afgestudeerden in het hbo vindt een baan in het mkb. Hbo’ers worden mede vanwege hun praktische aard zeer gewaardeerd. De behoefte aan universitair geschoolden in het mkb, zal de komende jaren naar verwachting toenemen. Beide opleidingen zijn daarmee gewild in het mkb, maar om de juiste man en vrouw op de goede plek te krijgen is een helder beroeps- en opleidingsprofiel van groot belang. De AWT benadrukt in haar advies het onderscheid tussen beide soorten hoger onderwijs: het universitaire onderzoek moet ‘de wetenschap vooruit helpen’; het onderzoek van hogescho-
len de beroepspraktijk. Het hbo moet zich daarbij concentreren op een goede opleiding van toekomstig personeel en nieuwe ondernemers. Door onderzoek (officieel: ontwerp en ontwikkeling) kunnen hogescholen vaardigheden van studenten trainen, vraag- en toepassingsgericht.
MKB-Nederland wil snelle herziening regeling grijs kenteken De effecten van de sinds 1 juli dit jaar geldende regeling voor BPM-vrijstelling voor grijs kentekens zijn desastreus voor de bedrijfswagensector. De verkopen zijn met meer dan de helft gedaald vergeleken met 2004. MKB-Nederland vindt dat de regeling daarom zo snel mogelijk moet worden herzien. In een brief aan staatssecretaris Wijn van Financiën vraagt de mkb-koepel om ondernemers de BPM (Belasting Personenauto’s en Motorrijwielen) bij aanschaf gewoon niet meer te laten betalen. Nu betaalt de fiscus deze achteraf terug. Echter, dat duurt lang. Banken zijn vaak niet bereid dit bedrag dat kan oplopen tot tienduizend euro bovenop het aanschafbedrag, te lenen. Veel ondernemers kunnen daardoor geen nieuwe bedrijfswagen meer kopen. De bedrijfsautobranche loopt hierdoor op jaarbasis zo’n 700 miljoen euro omzet mis. Dit betekent onherroepelijk een golf van ontslagen en faillissementen in deze branche. Ook werk-
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
nemers die in de auto moeten rijden ondervinden een lastenverzwaring van zo’n duizend euro netto per jaar. Dit komt omdat de basis voor de bijtelling onbedoeld is verhoogd met zo’n 45 procent. De administratieve rompslomp voor de Belastingdienst en de bedrijfswagenbranche zijn bovendien enorm.
Miljoenennota 2006: Ondernemers willen meer ruimte Er lijkt in 2006 een breuk te komen met de magere jaren van economische malaise. MKB-Nederland twijfelt er echter aan of de optimistische groeiverwachtingen van het CPB worden waargemaakt. Het middenen kleinbedrijf kán voor herstel van de economie zorgen, maar de onzekerheden zijn groot. Het verbaast MKB-Nederland daarom zeer dat het kabinet alleen maar lastenverlichting voor burgers in petto heeft. Voor het midden- en kleinbedrijf gloort er nu slechts een ‘waterig zonnetje’ aan de horizon. Stijgende sociale lasten, hogere energielasten en te veel regels en administratieve lasten belemmeren ondernemers te ondernemen. Het komende jaar krijgt het middenen kleinbedrijf in totaal een lastenverzwaring van 175 miljoen euro voor de kiezen. Het kabinet kan werkgevers de hand reiken door de sociale premies met 0,5 procent te verlagen. Dit levert het bedrijfsleven een miljard op aan lagere loonkosten. Geld dat kan worden ingezet om banen te scheppen. Voorts zullen de investeringen toenemen als een groter deel van de aardgasbaten wordt aangewend voor kennistoepassing en onderzoek.
Kabinet doet te weinig aan vertrouwen winnen werkgevers Het kabinet is op de goede weg om het vertrouwen van de consument in de economie terug te winnen. De onlangs aangekondigde maatregelen helpen om de koopkracht van de burger op peil te houden. Maar de regering doet nog te weinig om ook werkgevers voor zich te winnen. Nog teveel risico’s
signalement november 2005
worden daar op het bordje gelegd. Dat is niet bevorderlijk voor het scheppen van banen. Dit zei MKB-Nederlandvoorzitter Loek Hermans bij de presentatie van de jaarlijkse arbeidsmarktnota van zijn organisatie. De Nederlandse economie bevindt zich op een omslagpunt. Zal het herstel van het tweede kwartaal dit jaar doorzetten? Het verlies van banen is in de afgelopen 12 maanden met 40 duizend gedaald naar 52 duizend. Het aantal vacatures loopt echter nog steeds terug. Zonder vooruitzichten op werk zal de consument de hand op de knip blijven houden. MKB-Nederland pleit voor een algemene lastenverlichting voor ondernemers. Maar daarmee is het kabinet er nog niet. Het zal met name in het ontslagrecht een aantal versoepelingen moeten doorvoeren, die het werkgevers makkelijker maken personeel aan te nemen en weer af te laten vloeien. Al eerder dit jaar heeft de mkb-koepel daartoe een aantal voorstellen gedaan. De recente voorstellen van minister De Geus van Sociale Zaken om ontslagcriteria per cao te regelen wijst MKB-Nederland af. Vooral voor kleine werkgevers levert dit veel onzekerheden op: met welke criteria van welke cao krijgen zij te maken? De mkb-organisatie is ook tegen het voorstel van de vakbeweging om scholing als argument op te nemen. Alweer in vooral kleinere ondernemingen is moeilijk aan te tonen of de werknemer zich heeft ontwikkeld. Veel wordt immers gewoon op de werkvloer aangeleerd. Tot slot vraagt MKB-Nederland om de invoering van een no-riskpolis bij het aannemen van bijstandsgerechtigden in leerwerktrajecten. Mocht deze leerling-werknemer onverhoopt uitvallen, dan moet de werkgever worden gevrijwaard van de kosten van verzuim. In dit kader wil de mkb-koepel eveneens een uitbreiding van de fiscale faciliteit voor deze trajecten. Hierdoor kunnen ook de praktijkdagen van met name iets oudere jongeren in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. <
‘Oud en nieuw’ van medewerkers bij FHI ‘Oud’ Liesbeth Kamp heeft haar functie van managementassistente Medische Technologie verruild voor een nieuwe baan bij DHV in Amersfoort. Na ruim zes jaar heeft zij FHI per november 2005 verlaten.
‘Nieuw’ Branche Industriële Automatisering en Branche Industriële Elektronica
Op 3 oktober 2005 is Nicole Eestermans in dienst gekomen als branchemedewerkster voor beide branches. Haar e-mailadres is;
[email protected] Bureauondersteuning / secretariaat
Linda Dekker heeft per 3 oktober 2005 Annika van den Bovenkamp opgevolgd als medewerker communicatie & beurzen. Per e-mail is zij bereikbaar op het volgende adres;
[email protected] Stichting RTA
De Stichting RTA bestaat naast projectmanager Henk de Folter per 5 september 2005 uit projectassistent Joas van Lent. (e-mail:
[email protected]) <
23
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
Stichting RTA operationeel Henk de Folter, manager RTA:
tot een minimum beperken.” Momenteel hebben ruim 260 bedrijven zich aangesloten bij de stichting. Voor FHI zou 200 het minimum zijn geweest. Daar zit De Folter dus aardig boven. “Er komen nog elke week nieuwe aansluitingen bij.”
“Je moet blijven tunen” Op 13 augustus van dit jaar startte de Stichting RTA met een systeem voor het collectief innemen en verwerken van afgedankte professionele apparatuur. RTA-manager Henk de Folter is parttime verbonden aan de stichting. Voor de dagelijkse operationele vragen trad per 5 september een projectassistent, Joas van Lent, in vaste dienst bij de stichting.
Was het ingewikkeld om de juiste inzamelaars en verwerkers te vinden?
“Diverse partijen hadden al wel met het bijltje gehakt, zover het gaat om het inzamelen en verwerken van
24
afgedankte consumentenapparatuur. Met de regelgeving ten aanzien van professionele apparatuur had uiteraard niemand nog ervaring. In het business to business-circuit vindt de inzameling
Laat niemand “denken dat we hier
“
De Stichting RTA begon haar bestaan op papier – in een businessplan dat werd opgesteld door Henk de Folter. “Er moest een bestuursbeslissing komen of FHI het nakomen van de verplichtingen uit de AEEA-regelgeving (Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur) collectief kon gaan aanbieden aan haar leden”, vertelt De Folter. “Uit een enquête onder FHI-leden bleek dat de financiële basis voldoende was om eigen activiteiten op te tuigen. FHI koos ervoor die activiteiten onder te brengen in een stichting. Vervolgens moesten er contracten komen, reglementen, aansluitingsovereenkomsten, er moest worden onderhandeld met bedrijven die zouden worden gecontracteerd voor het inzamelen en verwerken... kortom, alle details moesten zijn ingevuld op 13 augustus 2005, de datum waarop de regeling zou ingaan. Dat is gelukt. De stichting is inmiddels drie maanden operationeel. Omdat het een nieuwe activiteit is, moeten we nog wel blijven tunen. We zitten nu in de eerste kwartaalrapportages, maar die zijn nog lang niet allemaal binnen.”
“De rapportage verloopt nog moeizaam, maar dat was te verwachten. Veel bedrijven die door ons waren wakker geschud, hebben zich snel aangemeld en de contracten getekend. Daarmee waren ze wettelijk gedekt, waarna een en ander misschien wel op de grote stapel terecht is gekomen. Nu realiseren ze zich ineens dat er ook nog moet worden gerapporteerd, na onze herinnering in nieuwsbrief en mailing. We merken dat aan de stroom bedrijven die ineens aanmeldcodes opvragen. Tot 31 oktober 2005 hebben we deze bedrijven uitstel kunnen geven.”
op een grote pot met geld gaan zitten
op een heel andere manier plaats. En wat de verwerking betreft, kwam het bedrijf Shanks het beste over in termen van partnership. Het was tenslotte een onbekend veld dat we beiden zouden betreden. Voor ons de kant van de regelgeving, voor Shanks het verwerken van professionele apparatuur zoals autoclaven en grote meetapparaten. Er moest bovenal vertrouwen zijn, naast knowhow en capaciteit om het een en ander modern op te zetten. Het hele proces is verregaand webenabled, want papierwerk willen we
“Op basis van deze rapportage wordt de verwijderingsbijdrage geheven. Die is nodig om de teruggekomen apparaten in te zamelen en te verwerken. Overigens rapporteert de stichting zelf eens per jaar aan VROM hoeveel apparaten er in de markt zijn gezet in de verschillende categorieën. Daarbij gaat het nadrukkelijk niet om cijfers waaraan je gevoelige marketinginformatie zou kunnen onttrekken. Verder rapporteren we de apparaten die zijn teruggekomen en tot welke monostromen die zijn verwerkt. Het grote voordeel van dit collectief is dat we een verzamelcijfer mogen geven, zodat niet elk bedrijf dat afzonderlijk hoeft te doen.” De deelnemersbijdrage moet worden beschouwd als een voorschot op de verwijderingsbijdrage. De Folter verwacht dat deze bijdrage na het eerste jaar fors naar beneden kan of zelfs geheel zal verdwijnen. Ook de verwijderingsbijdrage kan dan misschien naar beneden worden bijgesteld. “Laat niemand denken dat we hier op een grote pot met geld gaan zitten”, stelt De Folter gerust. “Het gaat tenslotte
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
Teleurstellend eerste halfjaar, meer omzet verwacht voor het najaar Technologiebranches verwachten 2005 toch positief af te sluiten Gedurende de eerste helft van 2005 is de omzet in de technologiebranches gedaald met 1,4% ten opzichte van de eerste helft van 2004. FHI, federatie van technologiebranches, prognosticeert voor de tweede helft van 2005 weer een groei in de omzet van 7,3%.
jaarbasis weer redelijk in lijn komt met dat van 2004, aangezien voor de tweede helft van 2005 weer een groei in de omzet wordt verwacht van 7,3%. Als federatie van technologiebranches maakt FHI zich naar aanleiding van de cijfers zorgen over het gebrek aan innovatieve investeringen in de industrie. Bij de wetenschappelijke instituten lijken wel weer meer investeringen los te komen, gezien de groeiprognose die de laboratoriumbranche afgaf: +12%. De industriële bedrijven daarentegen houden vooralsnog de hand op de knip. De investeringen die plaatsvinden zijn vooral gedreven door nieuwe regelgeving ten aanzien van milieu, veiligheid en gezondheid. Echte vernieuwingen in het productieproces vinden te weinig plaats, meent de brancheorganisatie. <
Na een mooi herstelcijfer van +5,2% over heel 2004 is de daling in de omzet een tegenvaller. De tijdelijke ‘dip’ wordt vooral veroorzaakt door de branches Industriële Elektronica en Medische Technologie. Deze beide branches realiseerden in 2004 ook de grootste groei. De branches Industriële Automatisering en Laboratorium Technologie vertonen een veel gematigder ontwikkeling: een heel lichte groei. De koepelorganisatie FHI rekent erop dat het groei- c.q hersteltempo op
Onderzoeken gaan weer van start In januari 2006 wordt gestart met het brancheonderzoek 2005/2006 en in februari/maart 2006 beginnen we met het salarisonderzoek 2006. Dat de rapporten goed gebruikt worden blijkt vooral uit de intensieve deelname van FHI-leden. Aan het laatste brancheonderzoek werkten 550 leden mee door schriftelijk of telefonisch informatie voor het onderzoek aan te leveren. Het salarisonderzoek 2004 is verstuurd aan 138 deelnemers en daarna nog verkocht aan drie FHI-leden. De twintig functies die zijn meegenomen in het onderzoek zijn geanalyseerd en grafisch weergegeven. De figuren zijn zodanig
signalement november 2005
vormgegeven en in het rapport toegelicht, dat de gebruiker eenvoudig met de resultaten kan omgaan. Bestuursleden zijn bij de opmaak van de vragenlijsten en de definities, om de kwaliteit van de informatie zo goed mogelijk op de wensen in de branches af te stemmen. Beide onderzoeken worden ondersteund door stagiaires van de Hogeschool van Utrecht en worden in september 2006 afgerond. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
s
s i r
a l a
25
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
Inkoopmacht: slikken of stikken Daarnaast is er bij inkoop door Zorgverzekeraars vaak sprake van een prijsdictaat. Door verregaande concentraties aan inkoopzijde, en een verbod op samenwerking tussen leveranciers, bestaat de dreiging dat de gemiddelde leverancier in een situatie komt die kan worden gekenmerkt als ‘slikken of stikken’.
In het recente verleden zijn de FHIbranches veelvuldig geconfronteerd met brieven van zorgverzekeraars en ziekenhuizen waarin zonder enige nuance werd aangekondigd dat er geen enkele prijsverhoging wordt geaccepteerd.
Het algemene oordeel aan leverancierszijde is dat dit een handelswijze is die echt te ver gaat. FHI ondersteunt daarom het initiatief van NVG (Nederlands verbond van de Groothandel) om de politiek te informeren over wat er op dit moment in veel handelsketens aan de hand is. De huidige Mededingingswet biedt leveranciers geen ruimte zich effectief te verweren tegen misbruik van inkoopmacht door afnemers.
FHI heeft al eerder via MKB-Nederland en rechtstreekse benadering van Kamerleden de problematiek aanhangig gemaakt. Indien de Mededingingswet niet zo kan worden gewijzigd dat ook recht wordt gedaan aan verschoven machtsverhoudingen in de economie, dan wordt bepleit dat de politiek de nodige initiatieven neemt om te komen tot aanvullende wetgeving die misbruik van (relatieve) inkoopmacht effectief tegen helpt gaan. <
Turkije biedt kansen voor Nederlands mkb “Nederlandse bedrijven moeten hun kansen zeker beproeven in Turkije. Het is een land dat zich enorm aan het ontwikkelen is.” “Een land met potentie vanwege het enorme marktgebied, maar ook omdat je het land kunt zien als ‘springplank’ naar het achterland. Vanuit Turkije kun je in principe de Balkanlanden en Azië prima bedienen.” Met deze bewoordingen geeft FHIlidbedrijf Enraf B.V. aan dat Turkije volop kansen biedt voor het Nederlandse bedrijfsleven.
26
Enraf B.V. in Delft is al meer dan vijftig jaar specialist op het gebied van precisiemeetsystemen en software voor tankopslagbedrijven. Sinds 1970 is Enraf actief op de Turkse markt. Het boekje ‘Kansrijk Turkije’, gepubliceerd door MKB-Nederland en ABN AMRO, informeert over de zakelijke kansen in Turkije aan de hand van praktijkverhalen van Nederlandse bedrijven. Daarnaast wordt een beknopt overzicht gegeven van relevante zaken voor ondernemers die hun kansen op de Turkse markt willen beproeven.
Nederland is één van de belangrijkste investeerders in Turkije. In 2004 was Turkije de vijfde belangrijkste exportbestemming voor Nederlandse exporteurs buiten de EU. Ongeveer 5% van het internationaal actieve bedrijfsleven exporteerde vorig jaar naar Turkije voor totaal 2,5 miljard euro. Een stijging van 15% ten opzichte van 2003. Het boekje is te bestellen op de volgende website: http://www.internationalehandel. mkb.nl/Publicaties <
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RIE) nu digitaal beschikbaar voor brancheleden FHI FHI en ArboNed hebben samen een branchespecifiek, digitaal instrument voor de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RIE) ontwikkeld. Hiermee kan snel en simpel een veilige en gezonde werkomgeving worden gerealiseerd. Daarnaast heeft elke werkgever er vanaf 1 juli 2005 een nieuwe taak bij: die van preventiemedewerker. Op het FHI-HRM Actualiteitenseminar van 26 oktober werd deze branche-RIE gelanceerd. Elke ondernemer is dagelijks bezig met de kwaliteit van zijn product of dienst. Hij en zijn medewerkers bepalen de kwaliteit hiervan. Het is daarom van belang dat uw medewerkers onder goede omstandigheden kunnen werken. Immers, dan kunnen zij de beste prestatie leveren. De RisicoInventarisatie en -Evaluatie (kortweg RIE) is hét middel om inzicht te krijgen op welke punten de arbeidsomstandigheden verder verbeterd kunnen worden en financiële risico’s beheerst kunnen worden. Op het afgeschermde ledengedeelte van de website van FHI is het nieuwe, digitale RIE-instrument te vinden. U downloadt het instrument en installeert het op uw pc. Door het beantwoorden van een aantal vragen kunt u alle belangrijke risico’s in uw bedrijf inventariseren en beoordelen. Vervolgens kunt u een plan van aanpak opstellen om risico’s weg te nemen. De branche-RIE is volledig signalement november 2005
geautomatiseerd. Er rolt vanzelf een opzet voor het plan van aanpak uit die u alleen nog maar hoeft aan te vullen. Door het uitvoeren van het plan van aanpak worden risico’s weggenomen of verminderd. Preventiemedewerker
Vanaf 1 juli 2005 heeft de werkgever er volgens de Arbowet een nieuwe taak bij: die van preventiemedewerker. De preventiemedewerker helpt in de zorg voor de dagelijkse veiligheid en gezondheid op de werkvloer en neemt maatregelen tegen beroepsrisico’s. Ook is hij of zij de persoon bij wie collega’s met vragen hierover terechtkunnen. De werkgever kan deze taak bij een eigen werknemer of een externe deskundige neerleggen. De taken van de preventiemedewerker bestaan bijvoorbeeld uit voorlichting geven over onderhoud van apparaten, toezien op het juiste gebruik van beschermingsmiddelen door de werknemers en instructies geven over het werken met gevaarlijke stoffen. Overigens hadden veel bedrijven al een dergelijke medewerker in dienst: de arbocoördinator. De resultaten uit de RIE bepalen welke deskundigheid de preventiemedewerker moet bezitten. In de wet worden geen algemene opleidings- of ervaringseisen genoemd. De werkgever moet de preventiemedewerker alle ruimte geven om zijn baan met de aan hem toebedeelde taken voor het arbeidsomstandighedenbeleid uit te
kunnen voeren. Er is één uitzondering op de verplichte aanwijzing van een preventiemedewerker door de werkgever. Namelijk, een werkgever met vijftien of minder werknemers kan ervoor kiezen zelf de taken van de preventiemedewerker op zich te nemen, mits de werkgever zelf de benodigde deskundigheid bezit. Wie kan u hierbij helpen?
KeurCompany, onderdeel van ArboNed, heeft een aantrekkelijk aanbod om te helpen bij de RIE. U voldoet hiermee aan de wettelijke verplichting om over een actuele en getoetste RIE te beschikken. U kunt zelf de RIE uitvoeren en laten toetsen door KeurCompany, of de uitvoering van de RIE geheel uitbesteden. Wilt u één of meerdere medewerkers als preventiemedewerker opleiden? KeurCompany biedt een cursus PreventieMedewerker die is gericht op het verwerven van gedegen basiskennis over arbozaken. In de cursus leert uw preventiemedewerker tevens hoe hij de RIE op kan stellen en aan de slag kan gaan met maatregelen. Op www.keurcompany.nl en www. arboned.nl vindt u meer informatie. Ook kunt u contact opnemen met FHI, Andreas Meijer, telefoon: (033) 4657507 of KeurCompany, Paul van Strien, senior consultant KeurCompany, telefoon (030) 2996342. < 27
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIEF
FHI in mkb-platform voor Internationaal Ondernemen Vooral startende en doorstartende exporteurs in het mkb komen nog veel barrières tegen bij de buitenlandse handel. Barrières op het gebied van informatievoorziening, cultuur- en taalkennis, onbekendheid met de markt en specifieke problemen met betrekking tot financiering. De bevordering van internationaal ondernemen in het mkb vraagt dan ook om een specifieke benadering. MKB-Nederland heeft daartoe een platform voor Internationaal Onder-
nemen opgericht. In dit platform hebben mkb-ondernemers, overheid, brancheorganisaties, waaronder FHI, en overige belanghebbenden zitting, zodat de problematiek vanuit diverse invalshoeken belicht wordt en een breed pakket aan oplossingen wordt aangedragen. Leden kunnen via het bureau onderwerpen aandragen die bij het platform kunnen worden ingebracht. Voor meer informatie: Andreas Meijer, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
Extra subsidie Programma voor Starters op Buitenlandse Markten (PSB)
Export is aantrekkelijk: meer omzet, beter rendement en spreiding van risico’s! Succes vereist goede voorbereiding, actuele, betrouwbare informatie en ondersteuning door deskundigen. Inmiddels maken tien FHI-bedrijven gebruik van de PSB-regeling. Reden voor de EVD om dit jaar (2005) nog eens vijf FHI-bedrijven de kans te geven gebruik te maken van de PSB exportsubsidieregeling. Wie meedoet
28
krijgt gratis advies bij het opstellen en uitvoeren van een zogenoemd ‘internationaliseringsplan.’ Bovendien ontvangt elk deelnemend bedrijf een bijdrage in de kosten voor het realiseren van een aantal hieruit voortvloeiende activiteiten tot maximaal € 5.750,- per activiteit. Naar verwachting zal in 2006 weer
voor vijftien FHI-bedrijven budget beschikbaar zijn. Bedrijven die gebruik willen maken van de PSB-regeling of vragen hebben kunnen contact opnemen met Andreas Meijer, telefoon (033) 4657507,
[email protected]. <
signalement november 2005
■ FEDERATIEF
NMA-BROCHURE
Ondernemers, wakker worden: geld terug van het UWV!
‘KLACHTEN, TIPS EN SIGNALEN’ De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft een brochure ‘Klachten, tips en signalen’ gepubliceerd. De publicatie geeft informatie over het indienen van een klacht, tip of signaal bij de NMa en beantwoordt een aantal vragen. Vragen die in de brochure aan de orde komen, zijn: • Hoe meld ik een overtreding? • Hoe dien ik een klacht in? • Wat doet de NMa met mijn klacht? Daarnaast doet de NMa uit de doeken wat men van de dienst kan verwachten als een melding wordt gedaan. De brochure is opgesteld aan de hand van veel gestelde vragen en is te downloaden van de website van de NMa: (http://www.nmanet.nl/ nederlands/home/index.asp). Wij verzoeken u om FHI (Andreas Meijer) op de hoogte te stellen van signaleringen van oneigenlijke concurrentie. Bron: www.szw.nl <
signalement november 2005
Ondernemers zijn gewend om geld aan het UWV te betalen. Het kan echter ook andersom! IntoWork is een jonge organisatie die zich sinds 2003 specialiseert in het claimen van geld bij het UWV waarop vele ondernemingen nog recht hebben. Het gaat om geld dat zij nog tegoed hebben voor het in dienst hebben of houden van arbeidsgehandicapten, bijvoorbeeld WAO’ers of Wajong’ers. Ondernemingen kunnen met terugwerkende kracht nog tot en met 1999 aanspraak maken op een groot aantal subsidies en premiekortingen. Successtory
IntoWork begeeft zich in verschillende branches, waaronder de technologiebranche. Zo was Medeco B.V. te OudBeijerland, lid van branche Medische Technologie, één van de eerste klanten van IntoWork. Na een lang en moeizaam traject is het UWV uiteindelijk overgegaan tot uitkering van substantiële bedragen. Zo bleek één van de ex-werknemers van Medeco B.V. een WAO-uitkering te hebben ten tijde van de indiensttreding (een werknemer is niet verplicht dit bij zijn sollicitatie te vertellen). In dergelijke situaties bestaat er recht op vergoeding van ziektedagen van betrokkene, ongeacht
de ziekteoorzaak. Uiteindelijk is onder andere met terugwerkende kracht een periode van zes maanden ziekteverzuim met succes geclaimd. Weinig medewerking
Mede door de gebrekkige communicatie van het UWV en de overheid blijven gelden liggen. Daarbij werkt het UWV niet echt mee als u het geld daadwerkelijk terugvraagt. Ze wijzen regelmatig aanvragen ten onrechte af of kennen een lager bedrag toe dan waar het bedrijf recht op heeft. Online subsidietest
Hoe krijgt u het geld waarop u nog recht heeft? Doe de korte en eenvoudige subsidietest op www.intowork.nl. Bekijk ook de voorbeeldsituaties op deze website. IntoWork kan assisteren om teveel betaalde premies en gemiste subsidies terug te halen bij het UWV. Dit doet IntoWork volledig op basis van no cure no pay. Men betaalt een percentage als het UWV daadwerkelijk tot uitkering is overgegaan. Voor meer informatie neem contact op met: IntoWork B.V., Bornissestraat 25, 3044 AD Rotterdam, telefoon (010) 4373950, fax (010) 4375904, e-mail:
[email protected], internet: www.intowork.nl <
29
Passief
Een veel gehoorde klacht is dat bureaus passief zouden zijn. Hebben wij geen last van. Van passiviteit. Wel van passieviteit. Dat zorgt ervoor dat wij ook in deze tijd een gezonde groei doormaken. Groeit u mee?
Satelliet 8, Amersfoort, tel. 033-4502020, www.muntz.nl
■ FEDERATIEF
Karien van Gennip Staatssecretaris Economische Zaken
HTC Boston zette Nederland op de kaart Ook dit jaar bracht een Nederlandse technologiedelegatie een wervend bezoek aan de VS Het begon als een initiatief van de vorige VS-ambassadeur in Nederland, Sobel, die veel contacten had bij grote Amerkaanse concerns. Samen met staatssecretaris Karien van Gennip vatte hij het idee op om te proberen Nederlandse technologie te koppelen aan Amerikaanse bedrijven. Dat paste – nu anderhalf jaar geleden – naadloos in de ontwikkelingen rond de Hightech Campus van Philips in Eindhoven. Een groep van honderd man – waaronder Kleisterlee – toog naar Silicon Valley om zich te presenteren, waar Kleisterlee het bestond zich bij de heer Gates te beklagen over het feit dat het opstarten van zijn pc een paar minuten in beslag neemt. Naast deze conferentie worden ook
signalement november 2005
allerlei workshops georganiseerd over zaken waarin Nederland momenteel investeert, zoals microsysteem- nanotechnologie en breedband. Het foreign investment agency doet ter plaatse ook moeite om contacten te leggen en menige gemeenteambtenaar doet er een poging om Amerikaanse bedrijven over te halen zich in Nederland te vestigen. Cambridge
Dit jaar was het evenement in Boston, Cambridge. De workshop micronano was nu beter voorbereid dan een jaar geleden, maar op een onderwerp als het Nederlandse breedbandnetwerk komen de Amerikanen niet af. Wat ook beter verliep dan een jaar geleden, was de matchmaking, nu structureel georganiseerd. Vrij veel bedrijven wilden wel verder praten met FHI-leden die in waren voor een
vertegenwoordiging. Ook de mix van universiteiten en bedrijven verliep goed en lijkt in veel opzichten op Nederlandse initiatieven als Development Club en MinacNed. Het grote verschil is de activiteit van fundraisers, die in de VS gewend zijn de particuliergeldfondsen af te struinen, waar Nederland traditioneel op de overheid is aangewezen. Kansen voor Nederland zijn er genoeg, zolang de inspanning verder gaat dan het schuiven van dozen. Een bedrijf als FEI bijvoorbeeld levert er elektronenrastermicroscopen voor nanotechnologie en is inmiddels wereldmarktleider op het gebied van ‘tools for nano’, terwijl haar Amerikaanse moederbedrijf een stuk minder succesvol is op haar thuismarkt. (zie www.hightechconnections.org) <
31
The making of… Auditie en voorpremière voor wie zich wil laten zien op de beurs in 2006 Op 15 december aanstaande is er een bijzondere bijeenkomst voor ieder die exposure zoekt voor zijn bedrijf op HET Instrument 2006. Elke exposant en ieder die overweegt exposant te worden op de beurs in oktober/november volgend jaar krijgt de kans deelgenoot te worden van een spektakel waarin een voorproefje wordt gegeven van wat we volgend jaar kunnen verwachten. Wie zich op 15 december in het Cinemec in Ede laat onderdompelen wordt vanzelf enthousiast en gaat naar huis met een map en een hoofd vol ideeën om voor zijn bedrijf van HET 2006 ‘de kaskraker van de eeuw’ te maken.
32
‘Mediabijeenkomst’ heette het in de aanloop naar de vorige editie, HET Instrument 2004. Dat wordt het zeker weer. Alle mediamiddelen om bezoekers te werven worden gepresenteerd. Maar er gebeurt meer. Het wordt een soort van ‘voorpremière’. Het script en het scenario worden doorgenomen en er zijn nog volop kansen om auditie te doen voor deelname in scènes als de Live PIL, het Live Lab of één van de congresonderdelen. Schuchtere bedrijven die nog niet hebben durven inschrijven als exposant kunnen ter plekke regieadviezen krijgen hoe ze alsnog in aanmerking kunnen komen voor een rol die bij hen past en hen wellicht eeuwige roem brengt. In het programmaonderdeel ‘HET on Air’ komt de radiocampagne voor het voetlicht. En een hoogtepunt moet worden de avantgarde presentatie ‘Guerilla marketing, doe HET eens heel anders’ door
Gabriël Augustijn, partner in Newshoestoday en coach, creator, dad, entrepreneur, facilitator, friend, imageneer, investor, marketer, mediator, retailor, teacher, thinker, trainer. Als het goed is hebben alle FHI-leden een uitnodiging ontvangen om op 15 december 2005 naar Ede te komen en wie ook echt komt kan meteen nog een bioscoopje pikken na afloop van de meeting. Vlinderdas en glitter zijn ‘verplichte’ attributen. <
GROSLIJST VAN MOGELIJKE CONGRESTITELS OP HET INSTRUMENT 2006 • • • • • • • • • • •
Water Technologie Analyse in het veld Test technology & data-acquisitie Robotics in Research & Production Micro Fluidics, op weg naar de minifabriek Planning Your Research Expenditures: komen virtuele labs in beeld? Sensoren in het veld, machines & processen Safety & Security in the Plant Medische Diagnostiek & Micro/Nanotechnologie Bio-informatica; Value-engineering: kans of bedreiging?
signalement november 2005
Crime Scene Investigation op Live Lab en hackercompetitie op Live PIL De twee succesvolle demostands van HET Instrument 2004 krijgen een vervolg tijdens de editie 2006. Zowel in het labgedeelte als in de industriële automatisering komt weer een gezamenlijke demostand in te vullen door enkele tientallen bedrijven per stand. Voor een beperkte financiële bijdrage per deelnemer kunnen exposanten in aanvulling op hun eigen stand extra exposure krijgen in de thematische demostand waarin de nadruk wordt gelegd op de mogelijkheden die bedrijven gezamenlijk kunnen bieden voor de inrichting van een compleet laboratorium cq een complete geïntegreerde productielijn, de Live PIL, Production Integration Line. De thematische invulling van beide demostands wordt komende maanden bepaald in overleg met de deelnemers. Met een beperkte groep initiatiefnemers vanuit de tentoonstellingscommissie zijn al wat spectaculaire ideeën opgeborreld. Het Live Lab gaat mogelijk een Crime Scene Investigation Lab worden. De contacten met het Nederlands Forensisch Laboratorium zijn al gelegd en men heeft interesse om hieraan mee te werken.
Aan de industriële kant zijn zaken in ontwikkeling als een ‘hackers place’, een werkplek waar beursbezoekers kunnen proberen het productie-automatiseringssysteem dat daar draait te hacken. In elk geval gaan beide demostands in op het beursthema safety & security. Bedrijven die betrokken willen worden bij de voorbereiding van de Live PIL of het Live Lab kunnen zich vervoegen bij Eelco van Harten voor de Live Production Integration Line (
[email protected]) of bij Andreas Meijer voor het Live Lab (
[email protected]) <
FHI-partners in het congresprogramma • NVML, Nederlandse Vereniging van bioMedisch Laboratoriummedewerkers • NVMS, Nederlandse Vereniging voor Massaspectrometrie • KNCV, Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging • Nevac, Nederlandse Vacuümvereniging • NVGT, Nederlandse Vereniging voor Gentherapie • Niaba, Nederlandse Biotechnologie Associatie • Kennisplatform Labmanagers
signalement november 2005
33
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
Nationale Micro Nano Conferentie inspirerend
RoHS:
De groten redden het niet zonder de kleintjes De eerste Micro Nano Conferentie, op 5 oktober in Wageningen, was een inspirerend evenement. Microsysteemtechnologie en nanotechnologie brengen technologieën bij elkaar die het al weer klassieke verbond tussen mechanica en elektronica ver te boven gaan.
Vereniging voor microsysteem- en nanotechnologie
Het zijn niet alleen meer werktuigbouw en elektronica, ook chemie en biologie doen nu integraal mee, waardoor we totaal anders naar processen gaan kijken. Software wordt faciliterend en verschuift naar de achtergrond... Absolute hoogtepunt was de lezing van Tjerk Gorter van Friesland Food, die een lans brak voor de samenwerking tussen grote concerns en het middelgrote en kleine hightech mkb – zonder het dood te knuffelen, maar juist met ruimte – om slagvaardig te blijven. Als vertegenwoordiger van een groot concern had hij het lef om te erkennen dat grote bedrijven niet overleven zonder deze samenwerking. De workshops waren een succes – zelfs aan het eind van de dag bleven de zalen vol bezet. Er heerste een waarachtige pioniersgeest, veel kleine
34
bedrijven konden er hun verhaal doen terwijl grote bedrijven in de zaal zaten en luisterden, de Unilevers, de Océ’s en de Douwe Egbertsen. De conferentie was door FHI georganiseerd voor MinacNed, in samenwerking met STW en SenterNovem, die beide zeer enthousiast zijn over het succes van het evenement. Ook de tweehonderd bezoekers waardeerden de dag bovengemiddeld. Het was de eerste dag dat micronano uit de academische sfeer werd gehaald en puur op bedrijven werd losgelaten. Het bedrijf C2V (concept to volume) liet een mooi stukje microsysteemtechnologie zien, een complete gaschromatograaf op een chip. Uit een heel ander vaatje tapte Richard Schasfoort, die een pleidooi hield om niet van goede onderzoekers uit goedbedoelde onwetendheid slechte ondernemers te maken. <
Henk van Leeuwen, director PLM and IT van Philips Medical Systems – MR Development Department, bereidde zich voor op de consequenties van de RoHSregelgeving in gezamenlijkheid met zijn leverancier Neways en een aantal gelijkaardige bedrijven zoals ASML en Nyquist. Dat gebeurde in een groep met de toepasselijke naam ‘Het RoHS van Troje’. Neways kwam daar met vragen als ‘Wat betekent RoHS voor jullie ontwerpproces en voor ons soldeerproces?’ Het eerste pilot-project, waarbij vier printen van Philips Medical loodvrij werden geproduceerd, was Midas gedoopt, naar de gretige vorst die alles wat hij aanraakte in goud veranderde, wat onder meer bij het lunchen problemen opleverde. U gaat volgend jaar over op RoHS, terwijl u meer elastiek hebt gekregen dan veel andere sectoren?
“We zijn van plan geleidelijk over te gaan, inderdaad”, beaamt Van Leeuwen. “Dat heeft te maken met
signalement november 2005
Philips Medical over op loodvrij de aard van de business waarmee bedrijven zoals Philips Medical Systems, maar ook ASML en Nyquist, te maken hebben. Weliswaar zijn deze firma’s ‘exempt’ – de letterlijke term die RoHS hanteert voor vrijstelling – maar ze zien zich in de industriële realiteit geconfronteerd met de afnemende beschikbaarheid van loodhoudende producten en processen.” Juist uit de hoek van de medische elektronica kwam toch het voorbehoud dat de overgang nog minstens vijf jaar voorbereiding zou vergen?
“Er is verschil tussen het gebruik van lood en de specifieke positie van loodvrij solderen. In onze nuclear medicineen röntgenapplicaties kunnen wij niet zonder lood. Maar wij zijn Royal Philips Electronics en die wordt geconfronteerd met de industriële werkelijkheid rond solderen van elektronica. Ik heb het nu nadrukkelijk over solderen. In het kader van loodvrij solderen gaat het enerzijds om het voldoen aan de eisen rond loodvrij solderen en anderzijds de industriële noodzaak om te zorgen dat je de goedkoopste componenten krijgt. Als de leveranciers straks geen loodhoudende componenten meer hebben, of alleen als dure variant… het betekent dat je om moet. En inderdaad gaan de componentenleveranciers langzaam maar zeker naar uitsluitend RoHS-compatible. Eén van onze leveranciers, Neways, ontvangt per week rond de honderd indicaties dat er wordt overgestapt op een RoHScompliant variant.”
P
“Wij hebben zo’n 20.000 componenten in onze database. Strikt genomen
signalement november 2005
moeten we voor elk van die wijzingen een engineering change doorvoeren. Hier op de PMS-plant Best werken we met 1.500 varianten printed circuit boards. Redesign als gevolg van een component dat van loodhoudend naar loodvrij gaat, betekent veel werk zonder dat je kunt spreken van innovatie of verbetering. Als je dus gestaag je bestaande portfolio begint om te designen, respectievelijk gaat innoveren richting loodvrij design, dan kom je weg met minder redesign inspanning dan wanneer je dat in bulk zou moeten doen.” U neemt de gelegenheid te baat om meteen een update van uw product door te voeren?
“Je wilt het nuttige met het aangename verenigen. En als je één en ander over meer jaren kunt uitsmeren, is de last van al die engineering changes minder.”
b
Voor u is 1 juli 2006 geen harde datum, u maakt gebruik van de extra tijd die u wordt geboden?
“De tijd die we krijgen, zullen we waarschijnlijk wel gebruiken. De exemption voor de medische industrie staat ook niet ter discussie. Daar staat geen einddatum op en zelfs als hij nu zou worden opgeheven, is het normaal dat we een aantal jaren krijgen voor de transfer.” Wat verwacht u van de uiteindelijke kwaliteit van RoHS-compatible producten: is die gelijk aan loodhoudend?
“Ik heb geen indicatie die op het tegendeel wijst. Maar we moeten wel maatregelen nemen. De bestaande reliability-modellen zijn ‘void’: totdat er een aantal jaren ervaring is opgedaan, kun je die niet gebruiken.
En met betrekking tot de design rules zullen we extra eisen moeten stellen. Maar er zijn inmiddels miljoenen consumentenapparaten loodvrij geproduceerd en daar is geen grote additionele uitval geconstateerd.” <
Klaar voor RoHS? “Zijn jullie klanten klaar op 1 juli 2006?” Dat vroegen wij aan Gert Gerrits van Neways. “Dat is moeilijk te zeggen. Wat de componenten betreft kunnen er problemen ontstaan ten aanzien van de verkrijgbaarheid. Technisch is ’t misschien nog wel haalbaar, maar logistiek niet altijd. Dat is onzeker, dat merk je pas als de klant tegen ons zegt dat we om gaan. Dan kan blijken dat bepaalde componenten zijn vervallen of pas veel later beschikbaar komen.” “Op dit moment zijn het nog dertig werkweken tot 1 juli 2006”, filosofeert Gerrits, “en dan moet de klant zijn product RoHS-compliant gaan leveren. Kijk naar de pijplijn: gemiddeld is de doorlooptijd van een product voordat het op de markt komt, misschien een half jaar. Vanaf 1 januari wil die klant dus eigenlijk al voldoen aan RoHS, gezien zijn eigen voorraden en het schonen van de pijplijn. En een klant die op 1 januari RoHS-compliant beleverd wil worden, zou ons twintig weken vóór die datum moeten inschakelen. In dat opzicht is hij dus al te laat.” “Het heeft de krant gehaald dat VROM in staat is 2.500 controleurs op de been te brengen om milieuzaken te controleren. Misschien niet direct op 1 juli 2006, maar na de zomervakantie zullen ze toch wel wat steekproeven gaan doen, verwacht ik.” Aldus Gert Gerrits van Neways. <
35
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
De trend is: méér! De presentaties tijdens het D&E event 2005 gaven het op vele fronten aan. Er is behoefte aan multidisciplinaire ontwikkelingen en die zullen plaats vinden in een multi-site ontwikkelproces. Dat betekent ook meteen meer samenwerking, meer flexibliteit, meer technologie en meer kennis.
Is het een trend? Méér willen, méér kunnen, méér moeten! Aan de ene kant is het vanzelfsprekend. De technologie heeft zoveel mogelijk gemaakt, dat volledige integratie van deskundigheid binnen handbereik ligt. De integratie levert allerlei voordelen op: snellere time-to-market, grotere functionaliteit, kostenreductie, concurrentiekracht… Aan de andere kant is het een reactie op bedreigingen die op de elektronicaindustrie afkomen. De succesverhalen van lagelonenlanden vragen om een adequate reactie en die lijkt vooral gevonden te worden in meer… complexiteit. Gevoel voor de klant
Meer veiligheid, meer wetgeving, meer samenwerking, meer standaarden, meer integratie, minder milieubelasting, minder energieverbruik en snellere oplossingen. Kunnen we het maken? Nou en of! In deze turbulentie treedt Philips op als Bob de Bouwer: laten we het simpel houden en het gewoon maken met gevoel voor de klant. De trend wordt bevestigd in de activiteiten binnen de branche. De eerste Nationale Micro Nano Conferentie van MinacNed trok een 200 bezoekers die graag de uitdagingen van complexe producent aangaan. Het is daarbij één van de evenementen waarin bedrijven en universiteiten vertegenwoordigd worden. De afstand tussen wetenschap en praktijk zal verkleind moeten worden, om meer wetenschappelijk onderzoek te benutten in concrete toepassingen. 36
De nadruk op meer wetgeving en minder milieubelasting is de aanleiding voor het RoHS-congres. De Europese wetgeving Restriction of Hazardous Substances directive (RoHS) roept bij ondernemers veel vragen op. Zij mogen vanaf 1 juli 2006 geen producten meer op de markt zetten met gevaarlijke stoffen als lood, cadmium en kwik. Maar welke producten vallen precies onder de wetgeving, hoe moet het product eventueel worden aangepast, blijft het betrouwbaar? Concurrentievoordeel
Indien bedrijven voldoen aan de RoHS-wetgeving levert dat een concurrentievoordeel op, maar om daaraan te voldoen moet de reeds sterk geïntegreerde bedrijfsketen zich hierop voorbereiden. Om ondernemers bekend te maken met de nieuwe wetgeving organiseren FHI, de Koninklijke Metaalunie en negentien exposerende bedrijven op 23 november 2005 een congres in de evenementenhal Gorinchem. De rode draad van het congres is een business case die vijf thema’s behandelt: wetgeving, markt, productanalyse, design en realisatie van nieuwe producten. En dan nog de trend van steeds meer draadloze toepassingen voor meer gemak en een betere aansluiting op alle beschikbare technologie. De bekende termen daarin zijn Machine-to-Machine communicatie en RFID. Toepassingen met wireless systemen komen ter sprake in het HF Technology seminar. De branche Industriële Elektronica organiseert dit in samenwerking met twintig bedrijven op 15 mei 2006.
Multi-layer
Om de trend te beantwoorden zijn de commerciële evenementen van de branche dus ook meegegaan in de tijdsgeest. Een event is multi-layer geworden. Bedrijven uit verschillende clusters organiseren gezamenlijk een evenement. Voor het HF Technology seminar werken componentenleveranciers, ontwikkelaars en test- & measurementleveranciers samen. Met het RoHS-congres doen elektronicaproducenten, equipment leveranciers, ontwikkelaars en componentenleveranciers mee. De multi-layer aanpak biedt daarbij interconnectivity: de bedrijven uit de verschillende clusters binnen de branche bieden elkaar nieuwe contacten aan. De netwerken uit de verschillende lagen worden met elkaar gekoppeld. Ditzelfde principe wordt gevolgd met de betrokkenheid van vakbladen en andere verenigingen. Door een intensieve samenwerking per evenement op te zetten, worden ook via die wegen meerdere netwerken bereikt. Samenwerking wordt ingezet om de multi-trend te beantwoorden. Voor meer informatie: Paul Petersen telefoon (033) 4657507, e-mail
[email protected] < signalement november 2005
Wisselingen in het Bestuur Het bestuur van de Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Elektronica is het afgelopen jaar zodanig gewijzigd, dat het tijd is om extra aandacht in het branchemagazine te geven aan de nieuwe en oude bestuursleden. In 2005 zijn drie bestuursleden afgetreden. Tonnie Tuinte van Transfer Nederland, Eric van Schagen van Simac Techniek en Jos van Hartingsveldt van Avnet zijn tijdens de algemene ledenvergadering op dinsdag 31 mei 2005 officieel afgetreden. De grote bijdragen van deze personen in hun bestuursen overige functies binnen FHI worden bijzonder gewaardeerd. Eric van Schagen heeft als penningmeester van de branche en van 2003 – 2005 als voorzitter een belangrijke rol gespeeld in de bestuurlijke structuur van de brancheorganisatie. Jos van Hartingsveldt heeft als voorzitter van de tentoonstellingscommissie vele jaren de beurzen mede vorm gegeven. Daarbij is hij het laatste halfjaar als voorzitter van de branche opgetreden. Tonnie Tuinte speelde naast zijn bestuurslidmaatschap een belangrijke rol bij de opzet en de uitvoer van het D&E event. Het zijn sterke voorbeelden van bijdragen van sterke persoonlijkheden.
Tijdens de algemene ledenvergadering zijn twee nieuwe bestuursleden toegetreden tot het bestuur: Peter van den Eijnden van JTAG Technologies en Jan van den Boom van Tyco Electronics Nederland. Na de algemene ledenvergadering is binnen het bestuur een nieuwe voorzitter gekozen: Siebren de Vries van Chess
Peter
Beheer neemt het stokje van Jos van Hartingsveldt over. Aangezien Herman Tuininga van Salland Electronics het voorzitterschap van de Development Club overneemt, zal hij in het komend jaar als aspirant bestuurslid de vergaderingen bijwonen. Hij wordt tijdens de volgende algemene ledenvergadering officieel kandidaat gesteld.
Jan
Siebren
Overzicht Na al deze wijzigingen hierbij een geactualiseerd overzicht. In het bestuur van de Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Elektronica hebben zitting: • Siebren de Vries, voorzitter, Chess • Piet de Vries, penningmeester, (van Reijsen Elektronica) • Wybren Jouwsma, Bronkhorst High-Tech • Ton Plooy, tbp electronics • Rob den Hartog, Rohde & Schwarz
signalement november 2005
• Peter van den Eijnden, JTAG Technologies • Jan van den Boom, Tyco Electronics • Herman Tuininga, Salland Electronics
SENSORCLUB STC LAAT ZICH IMPONEREN IN VAN SWINDENLAB Eind oktober bezochten leden van STC het Van Swindenlaboratrium van het NMi in Delft. Het bezoek van STC aan het Van Swindenlaboratorium begon met elevator pitches. Zo vertelde Rolf de Boer (Smartec) iets over de ontwikkelingen in het Verre Oosten en behandelde Kees Nieboer van Sensor Data de ins en out van vochtsensoren zoals die ook overal in het nieuwe laboratorium zijn aangebracht. Het Van Swindenlaboratorium betrok onlangs de benedenverdieping van het geheel vernieuwde, voormalige Geodesie-gebouw van de TU Delft. Er volgden enkele boeiende presentaties over de verschillende standaarden die het laboratorium beheert en over de kalibratie ter plaatse. Onder meer worden standaarden voor lengte, temperatuur en ionisatie onderhouden, waarmee het laboratorium zich wereldwijd op de kaart heeft gezet, terwijl ook bedrijven als Dow en ASML ervan meeprofiteren. Voor veel van de STC’ers ging er een heel nieuwe wereld open, die overigens hoogst relevant bleek voor sensorontwikkeling. <
Tijdens de bestuursvergadering op 17 november worden onder andere de portefeuilles toegewezen. Door de veranderingen in het bestuur was een herverdeling noodzakelijk. Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
37
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
PLOT-dag: testen op herhaling? Op 20 oktober vond de PLOT testtechnologiedag plaats, helemaal in het teken van omgevingstesten. Subtitel van het evenement luidde: Testen als keyfactor tussen ontwikkeling, productie en gebruik.
Het was de eerste keer dat PLOT met een seminar naar buiten trad. Er kwamen zo’n honderd bezoekers af op dit evenement in het congrescentrum van KEMA te Arnhem. Testers die in het kader van PLOT drie tot vier keer per jaar bij elkaar komen, zijn doorgaans een beetje eenling in hun eigen bedrijf, of dat nu Philips, SonyEricsson, Eaton Automotive, Thales of Dutch Space is. Zij hebben een duidelijke behoefte om geregeld met beroepsgenoten ervaringen te kunnen uitwisselen. Vaak hebben deze testers een eigen omgevingslab, waar ze testen uitvoeren op het gebied van klimaat, vocht en straling (EMC), of allerlei fysieke beproevingen zoals valtesten. Het plenaire deel van de PLOT-dag was gericht op twee applicatiegebieden: automotive en handheld applicaties. Over het eerste onderwerp had Henk Steentjes van Nedap een interes-
38
sante voordracht. Hij liet zien hoeveel elektronica er in een moderne auto zit. In het geval van automotive gaat het doorgaans over elektronische besturingseenheden of over bekabeling die getest moeten worden. Vraag ten aanzien van reeds geteste componenten is altijd, of hun gedrag na in-design wel hetzelfde blijft en of er dus opnieuw moet worden getest. Ook de interconnectie levert vaak nieuwe situaties op. Van het Duitse Testo was er een lezing over handheld en het verschil in benadering bij het definiëren van een nieuw product ten opzichte van het redesign van een bestaand product. Een vraag die gedurende de gehele dag speelde, was: moeten al die testen steeds maar worden herhaald, of zijn er mogelijkheden om terug te grijpen op eerdere tests. Het aantal tests neigt voortdurend toe te nemen. Daarbij komt nog de vraag, of het mogelijk is om in een duurtest van anderhalve dag tien jaar gebruik te simuleren. Dat speelt bijvoorbeeld bij Eaton Automotive, waar per week 400.000 spiegelbesturingen voor auto’s worden geproduceerd. Het probleem is dat elke automobielfabrikant daar zijn eigen testen voor wil definiëren. Zo schijnt Landrover een test te eisen
waarbij de besturing moet blijven werken als er een... baby aan de spiegel hangt. Op het gebied van handhelds ging het vooral over valtesten. Philips gebruikt daarvoor een eigen apparaat: in plaats van het product te laten vallen (moeilijk reproduceerbaar en geen mogelijkheden voor het gestructureerd aanbrengen van variaties), valt er een slinger tegen het testvoorwerp. Hilarisch was, dat in deze test een Hitachi harddisk werd goedgekeurd als ‘beter dan de fabrieksspecificaties’, terwijl deze uitkomst in een erop volgende lezing door Hitachi zelf resoluut onderuit werd gehaald. Valproeven werden ook met high speed camera’s gevolgd. Dan pas blijkt aan welke vervormingen een mobieltje of MP3-speler wordt blootgesteld, terwijl er direct na de val ogenschijnlijk soms niets aan de hand lijkt. Een maand later kan zo’n apparaat dan toch ineens kapot zijn. Voor de toekomst lijkt het belangrijk om rationaliteit aan te brengen in de keuze van relevante tests; tests die een betrouwbare voorspelling over de duurzaamheid van een apparaat mogelijk maken. <
signalement november 2005
DEVELOPMENT CLUB
Development Club workshops: het ‘ritsen’ van technologie en applicatie Kennispositiestudies zoals die plaatsvinden voor de vier branches, zijn er ook voor de DevClub. Het gaat daar om aparte projecten waar ook apart subsidie voor wordt ontvangen. Ook hier is de opzet om competenties en stakeholders in kaart te brengen. Daarover hebben nu twee workshops plaatsgevonden, waar vier technologie/marktcombinaties zijn gedefinieerd, waaronder één voor medisch,
len hoe zij tegen de Development Club aan kijken, wat ze ervan verwachten en waar misschien nog tekortkomingen zitten. Ook wordt er de technologie-
één voor transport/logistiek, één voor hightech equipment engineering (machinebouw) en één voor veiligheid en beveiliging. De volgende stap wordt op 25 november gezet, op locatie bij DevLab. In de maanden december en januari gaat een team van Saxion Hogeschool de competentiematrix van de DevClub-leden updaten en uitbouwen. Daarnaast zijn er begin februari twee vervolgworkshops. De eerste voor en met OEM’ers, de meest directe klantengroep. De tweede is voor partners, zoals kennisinstituten. Daar worden partijen uitgenodigd die kunnen vertel-
roadmap van het DevLab uit de doeken gedaan. Het is de bedoeling om in de komende tijd tijdens de workshops
“
signalement november 2005
“
We gaan voor een ijzersterk marketingcomponent
een aantal iteratieve slagen te maken, samen met R&D-medewerkers van externe partijen – met als doel om
ontbrekende technologie binnen de gelederen te brengen. Daarin zit natuurlijk ook een sterke marketingcomponent. Het idee is om dit op de beurs E&A in 2007 af te ronden en het resultaat daar te presenteren. Ook de procesmatige kant krijgt aandacht. Een Development Club-lid dat gespecialiseerd is in embedded en een opdracht krijgt op het gebied van betaalsystemen, zal andere leden
willen inschakelen om samen tot een product te komen. Maar als hij procesmatig niet goed weet samen te werken, lukt dat niet. De theorie is dat er aan de ene kant een technologie wordt gekozen en aan de andere kant een applicatie, die dan in een matrix op de juiste manier worden samengeweven. Op die manier ontstaat een proces van vele kleine bedrijven die functioneren alsof het één groot bedrijf betreft. Dat vraagt zowel vertrouwen, als inzicht en competenties. <
39
DEVELOPMENT CLUB
DEVLAB OPERATIONEEL DevLab draait op volle toeren. De ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. Een paar afvallers, een paar nieuwkomers, twee AIO’s en twee TWAIO’s, afstudeerders, uitbreiding van de vestiging in Eindhoven... De eerste AIO – geheel bekostigd vanuit de Casimir-regeling – kwam er door de alerte medewerking van de Delftse microsysteemtechnoloog prof. Fred van Keulen, een van de trekkers van MinacNed. Een tweede AIO, een Pool, komt van de UvA. AIO’s zijn er voor een periode van vier jaar. De lectoren komen van respectievelijk de HAN in Arnhem en Saxion Enschede Deventer. DevLab is ‘overal’ en dat ligt weer mooi in de lijn van hetgeen Tjerk Gorter op de Nationale Micro
Nano Conferentie poneerde: “Samenwerkende universiteiten zijn mooi, maar van dat regionale idee moeten we af. We moeten geen lilliputterkampioen willen zijn.” DevLab is nadrukkelijk een landelijk initiatief. In de tweede groep die aan het half jaartje DevLab begon, zitten veel studenten van Windesheim Hogeschool in Zwolle. Dat heeft er ook weer mee te maken dat de DevLableden geografisch over heel het land verspreid zijn: Chess in Haarlem, Salland Electronics in Zwolle, NBG Industrial Automation in Limburg... DevLab startte in februari van dit jaar met de eerste groep – sterk software-
georiënteerde – studenten, die rond de zomervakantie klaar waren. Zij deden het een en ander aan vooronderzoek (open source tools), bouwden demo’s en evalueerden het simulatieprogramma ‘Blender’, kennis die tijdens een summerschool-project werd overgedragen op Development Club-leden. De tweede groep, die na de zomervakantie van start ging, is meer hardware-georiënteerd. <
Wim Hendriksen, lector DevLab:
“Het DevLab-mes snijdt aan alle kanten” Wim Hendriksen is één van de twee lectoren die zich dagelijks ontfermen over de hbo-studenten bij DevLab in Eindhoven. “Een bedrijf waar tweemaal per jaar het voltallige personeel wegloopt”, zegt hij lachend. “Universiteiten en mkb’ers spreken niet dezelfde taal. Om daar een brug te slaan, is DevLab opgericht. Wat ze op universiteiten vertellen, kunnen wij als lectoren omzetten in praktische taal en andersom kunnen wij vragen uit het mkb verwoorden richting universiteiten. Het is vreselijk leuk om dat ravijn tussen universiteiten en mkb op deze manier dicht te gooien. Daarmee zijn nu de bedrijven aan zet – de DevLabbedrijven – en niet de universiteiten en hogescholen. Je kunt er bij de universiteiten ook lekker mee ‘rammelen’: het is niet aan jullie, het wordt bepaald door wat de DevLab-leden willen.” Dat klinkt gewaagd, maar Hendriksen is overtuigd van zijn zaak. “Normaal 40
legt een universiteit iets op de plank en dan klaagt ze dat het stomme mkb het niet komt halen. Maar nu zie je ineens technology pull in plaats van push: het bedrijfsleven zegt keihard: ‘We willen antwoord op deze tien vragen. Hebben jullie dat al op de plank liggen?
Kom maar op, dan vertalen we dat met de DevLab-leden naar iets praktisch.’ Onze studenten gaan er dan mee aan de gang om er iets concreets van te maken, een demonstrator.” Verloop
De bijdrage van de twee lectoren is evident. DevLab is een bedrijf met een verloop van 200 procent; elk half jaar treedt een nieuwe ploeg studenten aan. De docenten zijn keihard nodig om de kennis over te dragen van de ene groep naar de volgende. “Daarmee zijn ze verplicht zich inhoudelijk in te werken in wat de studenten aan het doen zijn. Daar hebben we normaal geen tijd voor. Op deze manier krijg je dus kennis uit universiteiten het hbo in.”
Wim Hendriksen, Hogeschool-lector embedded systems en coördinator DevLab.
“Dat mes snijdt aan alle kanten”, benadrukt Hendriksen. “Het is een concept dat ontzettend goed werkt. Als je de driehoek universiteiten, hbo’s en mkb tekent, zie je langs alle zijden kennis signalement augustus 2005
heen en weer lopen. Dat is nieuw. Als een universiteit iets zoekt, zal ze nooit aan het mkb vragen of zij dat al heeft. Daar is de universiteit te arrogant voor, ze willen het daar allemaal zelf verzinnen. Hier zie je het gebeuren dat mkb’ers de universiteit erop wijzen dat bepaald onderzoek overbodig is omdat zij ’t allang op de plank hebben liggen. Voor de universiteit is dat prachtig, want daarmee is hun onderzoek ineens een factor tien versneld. Er gaat dus ook kennis terug naar de universiteit. Ook de vraagstelling vanuit het mkb wordt veel scherper. Dat was ook vaak de klacht bij de universiteiten: ‘Het mkb weet zijn vragen niet goed te articuleren’. Dat moet je dan met voldoende dédain uitspreken, zo’n beetje met opgetrokken lippen. Nou, in de praktijk merkten wij juist, dat hoe duidelijk je
de vraag ook articuleerde, ze luisterden verdraaide slecht. Nu wordt dat beter. Het hbo heeft er ook plezier van, want haar docenten worden beter. En daardoor worden de studenten weer beter. De universiteit krijgt een praktische toepassing van haar onderzoek, ze krijgt de vragen duidelijker aangereikt en ze kan ook nog eens sneller werken omdat het mkb sommige zaken al op de plank heeft. En het mkb ten slotte wordt er ook beter van.” Brug
“De elf coöperatieleden zijn de eigenaren van de kennis. Als anderen die willen gebruiken, betalen ze daar een fee voor. DevLab is een mooie brug, daar kan nog veel meer overheen.”
Bepaalt een student zelf of hij aanhaakt bij DevLab?
“Inderdaad, wij schrijven bij hbo’s in, en als een student wil, dan komt hij. Overigens hebben we nu ook twee AIO’s en 1 december begint er een TWAIO. En de studenten komen deze keer van Windesheim Zwolle, Saxion Enschede, HAN Arnhem en Avans Breda. Je merkt het: de hbo’s beginnen ons te vinden. We zijn inmiddels op de Eindhovense campus verhuisd naar een betere locatie, daar ben ik erg content mee.” “We hebben hier een prachtige taak. Het is ook hartverwarmend om te merken wat een grenzeloos vertrouwen de DevLab-leden stellen in de twee lectoren. Dat voelt als een warme deken, daar zijn we als lectoren heel blij mee.” <
FHI start nieuwe branchegroep IT Room Infra Realisatie cybercenters wordt technologisch specialisme Op vrijdag 9 september 2005 vond de officiële oprichting plaats van de branchegroep IT Room Infra. De branchegroep heeft zich ten doel gesteld in Nederland awareness te kweken voor de noodzaak om professioneler om te gaan met het inrichten van computerruimtes. De branchegroep IT Room Infra bestaat uit vijftien gespecialiseerde bedrijven. De inrichting van computerruimtes krijgt met de oprichting van de branchegroep profiel als technologisch
De stuurgroep IT Room Infra bestaat uit: vlnr Bas van Asten (Remtech), Peter van Essen (GITIS), Ger Doverman (Emerson Network Power) en Ramon Popall (Wagner), hier niet op de foto.
signalement augustus 2005
specialisme. Dit is noodzakelijk, omdat het groeiend aantal cybercenters bepalend is voor het functioneren van multinationals, telecomnetwerken en overheidsdiensten. De maatschappij wordt steeds afhankelijker van deze centra. Zelfs een simpele serverruimte vraagt al veel aandacht met betrekking tot koeling, brandveiligheid en continuïteit van stroomvoorziening. Informatietechnologie en communicatie hebben de eisen aan capaciteit en beschikbaarheid verscherpt en daarmee de technologische complexiteit ervan vergroot. Het definiëren en het inrichten van computerruimtes is te complex om over te laten aan installateurs. Veel gebruikers en ook verzekeraars zijn zich onvoldoende bewust van de risico’s als men niet de juiste expertise inschakelt. De deelnemende bedrijven onderscheiden zich in de markt door hun expertise op het gebied van het definiëren en realiseren van cybercenters met hoge beschikbaarheid.
De complete branchegroep bestaat uit acht verschillende disciplines: integrators; GITIS, Koning & Hartman en Lasent, leveranciers van roomconstructies; Lasent en Remtech; van inrichtingen; Disgn4U en 19-inchrekken en kasten; APW, Koning & Hartman, Knürr, Minkels en Rittal. Daarnaast uit leveranciers van speciale vloeren; Alteco; van (nood)stroomvoorziening; APC, Cyclades, Emerson Network Power en MGE UPS Systems; van koelsystemen; RC Nederland, Stulz en Trane Airconditioning; en van branddetectiesystemen, Chubb Flame Control, Saval en Wagner Nederland. Behalve aan voorlichting en promotie wil FHI IT Room Infra ook werken aan de ontwikkeling en verspreiding van normen en richtlijnen. <
41
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Food Automation Show 2005 stemt tot nadenken Meer efficiency dan innovatie De titels van de seminars tijdens de Food Automation Show waren veelzeggend. Business Intelligence, Verbeterd rendement door..., Procesoptimalisatie, Tracking & Tracing, Efficiency & Availability, Analyse van de operatie... het draaide bij deze show vooral om verbetering van processen en niet zozeer om innovatie. Niettemin waren de seminars interessant genoeg; die kregen van de bezoekers een dikke voldoende. Maar de ervaring van de exposanten tijdens de twee dagen in Wageningen en Zwolle stemt tot nadenken. Waar bleven grote namen zoals Heineken of Unilever? Er leken eerder concurrenten dan klanten te zijn afgekomen op de show. De standhouders hadden er meer van verwacht. Ook bij FHI wordt vastgesteld, dat toezeggingen van bezoekers tijdens de vorige Food Automation Show niet zijn ingelost. Toen nog had meer dan zeventig procent het voornemen om ook de volgende editie naar de show te komen. Maar hun komst bleef uit. Reden voor FHI om een en ander omstandig te gaan analiseren. Zeker in één opzicht wijken de cijfers af van de gangbare. Zo komt doorgaans
Brouwhuis
42
zo’n dertig procent van de bezoekers op uitnodiging van de standhouders. Echter niet op deze Food Automation Show. Daar was dertig procent aanwezig op uitnodiging van FHI en slechts zeven procent gaf aan op invitatie van een exposant te zijn gekomen. Eén interpretatie zou kunnen zijn dat het misschien niet (meer) in de strategie van exposerende bedrijven past om de eigen klanten en prospects uit te nodigen voor een collectief marketingevenement. Evengoed zijn er 20.000 brochures verspreid om het evenement onder de aandacht te brengen. Een toevoeging wil branchemanager Industriële Automatisering, Eelco van Harten, nog wel plaatsen: “Een volgende keer ga ik proberen om in samenwerking met bijvoorbeeld een blad als VMT een breder publiek te trekken.” Seminars
Het seminarprogramma overigens viel uitstekend: de bezoekers waren hierover vrijwel unaniem positief. De onderwerpen – veelal in het teken van tracking & tracing – waren goed gekozen en terdege uitgediept. Lezingen die er uitsprongen tijdens de Food Automation Show 2005 behandelden een zelfgebouwd ‘lego-achtig’ Manufacturing Execution Systeem bij Verkade en met RFID-tags gelabelde kisten bij Muyshondt. Verkade voldoet al jaren aan de wettelijke eisen met betrekking tot de General Food Law (GFL) en kan zelfs tot op batchniveau nazoeken welke grondstoffen er zijn gebruikt en aan wie er producten uit die batches zijn geleverd. Het concern implementeert software voor
het automatisch registreren van de materiaalstromen, als onderdeel van een nieuw Manufacturing Execution Systeem. (MES). Alle gegevens zijn straks met één druk op de knop op te vragen. Herbruikbare componenten
Het MES wordt opgebouwd uit losse herbruikbare componenten met een vastomschreven functionaliteit. Die componenten kunnen als een soort legostenen, naar believen met elkaar worden verbonden via standaardinterfaces. Verkade is dankzij deze opzet voor het onderhoud en de uitbreiding van het MES, inmiddels Process Applicatie Server (PAS) gedoopt, niet alleen afhankelijk van haar leverancier. Bovendien betaalt ze alleen voor functionaliteit die ze echt nodig heeft. Het PAS omvat inmiddels de data-acquisitie, het receptuurbeheer en de supervisory control van de deegmakerij. De interne tracering verloopt min of meer vanzelf via het MES. Verkade gebruikt daarom alleen barcodering bij de inslag van grondstoffen. Wel wordt hier en daar RFID toegepast, bijvoorbeeld bij het controleren van handmatige toevoegingen. De operator loopt dan met de toe te voegen emmer naar de deegmenginstallatie, die vervolgens de RFID-tag scant. De klep gaat alleen open als de juiste stof in de emmer zit. SSCC
Pallets met gereed product worden, zodra ze naar het externe magazijn gaan, voorzien van een Serial Shipping Container Code (SSCC). De invoering van de reeds jarenlang bestaande SSCC wordt momenteel min of meer afgedwongen door de retailers. Zij zijn bij ontvangst van een pallet met een dergelijke code namelijk in één keer klaar, omdat dan meteen bekend is wat voor soort producten de pallet bevat. >>
signalement november 2005
RFID-tags
Muyshondt is de grootste distributeur van aardappelen in België. Aardappelen van verschillende rassen en leveranciers komen hier binnen en worden zonodig gesorteerd en ontdaan van stenen en kluiten. Daarna worden de aardappelen opgeslagen in een geconditioneerd magazijn, in kratten van 1.250 kg. Op bestelling van de retailers worden de aardappelen na enkele weken tot maanden weer uit het magazijn gehaald, gewassen en verpakt in zakken van drie, vijf of tien kg. Muyshondt heeft dit eenvoudige bedrijfsproces verregaand weten te automatiseren. Daardoor kunnen zij maar liefst 60.000 ton aardappelen per jaar verwerken met slechts 35 werknemers. Hun efficiëntie is gebaseerd op een automatisch rollenbanensysteem voor het kistentransport en RFID-tags op de kratten. Via die tags wordt bijhouden welke bewerkingen de aardappelen ondergaan, en wanneer dat gebeurt. Tracking & tracing zonder menselijke inspanning, derhalve. De ongeveer zesduizend kratten met RFID-tags fungeren alleen intern als transportmedium.
‘Bij het wasproces wordt bijvoorbeeld bijgehouden uit welke kratten de aardappels komen, en in welke kratten de schone aardappels worden gestort.
Als het al lukt om een verkeerde kist op de transportband te zetten, dan wordt die verderop geweigerd. Met het MES kan via een traceability tree
Het is mogelijk om elke retailer van klantspecifieke productinformatie te voorzien.
Met behulp van de SCADA-software van Citect kunnen de kisten overal in realtime worden gevolgd. Niet alleen is er een schematische representatie van de stapels kisten in het magazijn, het is zelfs mogelijk om de kisten in een real-time animatie over de rollenbanen te zien bewegen. Daarbij is dan ook zichtbaar om welke soort aardappelen het gaat, van welke leverancier die zijn, en naar welke klant ze gaan. Het is praktisch onmogelijk om een verkeerde soort aardappelen te laten verpakken.
bijvoorbeeld een zending Nicola-aardappelen worden terugkoppeld naar een bepaalde verpakkingspartij, een waspartij, en tenslotte naar de aardappelleverancier. Het is zelfs mogelijk om terug te zoeken onder welke omstandigheden de aardappels zijn gekweekt. Dat maakt het mogelijk om elke retailer van klantspecifieke productinformatie te voorzien. Ook managementrapportages zijn mogelijk. <
NEGATIVISME ROND EVENTS DOORBROKEN Automation in Pharmaceutical Industry event Afgelopen 13 oktober vond voor de derde keer in successie het evenement voor automatisering in de farmaceutische industrie plaats. Door de grote interesse vanuit de farmaceutische industrie hing er op deze dag een positieve sfeer en gingen zowel exposanten als bezoekers op het eind van de dag vermoeid maar voldaan naar huis. De heer Osinga van het bedrijf Chefaro omschreef het succes: “Eigenlijk wil ik alle lezingen volgen die er vandaag worden gehouden, ze zijn namelijk allemaal van belang voor ons bedrijf op dit moment.” Meerdere bezoekers moeten het-
signalement november 2005
zelfde hebben gedacht, want zelfs met de in totaal 160 beschikbare stoelen stonden er bij de lezingen geregeld mensen tegen de muren. Ook in de ruimte waar de exposanten zich hadden opgesteld was het lekker druk en kon de omroeper in de zaal maar nauwelijks boven het geroezemoes uitkomen bij het aankondigen van de volgende lezingen. De enige negatieve klanken van de bezoekers waren dan ook dat de lucht in de lezingenruimte wat bedompt was en dat er te weinig parkeerplekken waren.
Al met al was het een geslaagde dag die om herhaling vraagt. Eén dag eenmaal per twee jaar specifiek voor de farma-industrie lijkt een goed formule. Of de vraag van enkele Belgische farmaceuten om ook in hun land vanuit Nederland iets dergelijks te organiseren kan worden ingevuld, blijft voorlopig even open. <
43
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
PPA-dag over uitdagingen On-track voor de komende jaren Op 30 november is de ProductieProcesAutomatiserings ofwel PPAdag. Het moet een dag worden waarop de automatiseringswereld en de productie-industrie inhoudelijk met elkaar praten over de uitdagingen voor de komende jaren. De PPA-dag is terug van weggeweest en brengt de Industrial Business Conference en de Flowshow weer samen. De dag kent een deel discussie en een deel presentatie van de nieuwste technologieën op het gebied van veldinstrumentatie. Het thema voor de dag: Investeren in besparing? In de vorm van DCS-systemen ontstond in de jaren tachtig automatisering vanuit het veld. Daarop volgde de IT-hype van de jaren negentig, waardoor de boekhouders aan de macht kwamen. En anno nu staat alles in het teken van de vraag: hoe is daar nu rendement uit te halen? Levert het allemaal wel wat op? De focus is helemaal op rendementsverbetering, kostenbesparing. Maar dat houdt een keer op. Het is nodig om
44
opnieuw naar de processen te kijken. Een hype rond het verhogen van het procesrendement vormen de Key Performance Indicators. Maar KPI’s worden min of meer op theoretisch niveau gedefinieerd: welke informatie er nodig is en hoe je daarmee de performance verbetert. Terwijl de mensen in het veld die met hun veldinstrumentatie deze informatie moeten opleveren, weinig weet hebben van het waarom. Andersom weten de samenstellers van de KPI’s weer niet, hoe en of die informatie wel op de juiste manier kan worden vergaard. Daar zit een mismatch, deels veroorzaakt doordat er niet wordt gekeken naar het proces zelf. Er zijn procestechnologen bij nodig. Bij veldinstrumentatie speelt de inkoper een rol en bij IT is dat de boekhouder. Die zijn het samen snel eens: het moet zo goedkoop mogelijk. Maar of het proces dan valt te vernieuwen... dat is de vraag. De plenaire sessie tijdens de PPAdag gaat over value engineering: kostenreductie en procesintensivering. Iemand van DSM gaat in op het opnieuw kijken naar processen,
terwijl Egbert Jan Sol van TNO zal poneren dat de procesindustrie veel te conservatief is om daar naar te kijken. Dan volgt de stap naar informatie uit veldbuscommunicatie en de mismatch in de koppeling naar ERP-systemen. Ook komt er een verhaal over betrouwbaarheid, integriteit en security. Na de pauze gaat het dan in drie parellelle tracks verder: ontwikkelingen in het veld die bruikbaar zijn bij het opnieuw kijken naar het proces (met name flow); de tweede: veiligheid; en een derde track die ingaat op de keten in de productie en de koppeling tussen productie en discrete zaken zoals RFID en vision. De dag wordt afgesloten door veranderingsmanager Gabriël Augustijn van newshoestoday.com. Hij probeert een follow-up aan te wakkeren om in kleine groepjes verder te discussiëren over de vraag waarom er niet wordt geïnnoveerd. <
signalement november 2005
Nuon ontwikkelt nieuwe grote elektriciteitscentrale Toekomstige centrale milieuvriendelijker dankzij modern multi fuel-concept Energieonderneming Nuon ontwikkelt een nieuwe grote elektriciteitscentrale in Nederland met een vermogen van circa 1.200 megawatt. De nieuwe centrale kan zo’n twee miljoen huishoudens van stroom voorzien. Met geraamde kosten van 1 miljard euro wordt dit project de grootste investering die Nuon ooit heeft gedaan. De nieuwe centrale is nodig om op termijn huidige centrales te vervangen. Nuon verwacht dat de centrale vanaf begin 2011 elektriciteit levert. In de ontwikkelingsfase van de centrale gaat Nuon vooralsnog uit van een modern multi-fuel concept dat is gebaseerd
signalement november 2005
op de milieuvriendelijke vergassingstechnologie. De beoogde brandstoffen zijn kolen, diverse soorten biomassa en diverse gassen. Door de kolen en de biomassa te vergassen, ontstaat een synthetisch gas, dat met een hoog energetisch rendement en lage emissies in elektriciteit wordt omgezet. De inzet van biomassa draagt bovendien bij aan reductie van de CO2uitstoot in Nederland. Door het multi fuel-concept kan de centrale flexibeler worden ingezet dan de huidige generatie conventionele
centrales. De locatie van de nieuwe centrale staat nog niet vast. Nuon onderhandelt momenteel over een aantal locaties in het Nederlands kustgebied. De onderneming verwacht rond de komende jaarwisseling de definitieve locatiekeuze te maken. Voordat de bouw van de centrale aanvangt, besteedt Nuon meer dan 20 miljoen euro aan de ontwikkeling van het project. Medio 2007 verwacht Nuon de definitieve investeringsbeslissing te nemen. Bron, persbericht Nuon, september 2005. <
45
PROFIBUS
Ethernet-technologie centraal op Nationale PROFIBUS dag Naast de vele Nederlandse sprekers hebben ook Steffen Hilger, deelnemer van de validatie-werkgroep binnen PROFIBUS International en Wolfgang Stripf, van de PROFIsafe-werkgroep voordrachten gegeven. De laatste heeft ook de visie van PROFIBUS International rond de industriële automatisering gepresenteerd.
Op 10 november heeft in Ede de Nationale PROFIBUS dag plaatsgevonden. Het grote jaarlijkse PROFIBUS-event voor huidige en toekomstige gebruikers van PROFIBUS-technologie. Meer dan twintig verschillende presentaties informeerden de bezoekers over technologie en over hoe deze technologie op een goede manier toe te passen.
Dit jaar is ook ruim aandacht besteed aan de nieuwe technologie PROFINET. PROFINET is ‘the open industrial ethernet standard for automation’ van PROFIBUS International. Een realtime en deterministische ethernetoplossing voor de industriële automatisering. Een belangrijk kenmerk hiervan is dat deze oplossing volledig is gebaseerd op standaard Ethernet. Een voordeel hiervan is dat ook via PROFINET standaard TCP/IPcommunicatie kan plaatsvinden. Rob Hulzebos, bekend als redacteur van het veldbuskroniek binnen Automatie, verzorgde rond PROFINET de inleiding met een presentatie over Ethernetbegrippen en Ethernet-jargon. Daarna is de PROFINET-technologie
verder uitgediept. Na een live-demo is uiteindelijk Alewijnse aan het woord gekomen met een presentatie over een PROFINET-project bij CNC in Moerdijk. In deze presentatie presenteerden zij hun ervaringen met PROFINET. Tijdens de pauzes werd ook de beursvloer intensief door de deelnemers bezocht. Hier stonden meer dan dertig leden van PROFIBUS Nederland die hun producten en diensten presenteerden. <
De nieuwe datum voor De Nationale PROFIBUS dag in 2006 staat alweer vast. Deze vindt plaats op
donderdag 23 november 2006!
Veel vraag naar veiligheid bij PROFIBUS op Elektrotechniek De deelname van PROFIBUS Nederland aan de vakbeurs Elektrotechniek is uiterst succesvol geweest. In vijf dagen hebben een kleine vijfhonderd personen de stand bezocht. Opvallend is een toenemende vraag naar PROFIsafe in relatie tot ‘veilige’ lichtschermen en aandrijvingen. Ook de interesse in de nieuwe technologie PROFINET was kenmerkend.
46
De dagelijkse verloting van een Apple iPod nano heeft geresulteerd in een groter aantal bezoekers. Ook heeft PROFIBUS door de hieraan gekoppelde enquête informatie gekregen over de bekendheid en de waardering van haar activiteiten. De grote belangstelling stimuleert de PROGFIBUS-bedrijven de voorbereiding te starten voor een minstens zo succesvolle presentatie op HET Instrument 2006. <
signalement november 2005
WEEGINSTRUMENTEN (VLW)
Activiteiten PROFIBUS Nederland Tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering van donderdag 13 oktober zijn de activiteiten van 2006 vastgesteld. Ook in 2006 worden er diverse workshops georganiseerd onder andere over de onderwerpen: PROFIsafe, PROFIBUS en onderhoud, PROFINET, Ethernetbeginselen, en PROFIBUS en explosieveiligheid. Ook staan de Waterdag en De Nationale PROFIBUS dag weer op het programma. <
Waterdag 2006 In vervolg op de eerste Waterdag van 2005 organiseert PROFIBUS Nederland op dinsdag 28 maart 2006 weer een PROFIBUS-Waterdag. Na de positieve feedback is besloten om de werkgroep die binnen de vereniging actief is, te laten voortbestaan. Nieuwe activiteiten die geformuleerd zijn, zijn onder andere bedrijfsbezoeken, speciale bijeenkomsten voor adviesbureaus binnen het water en het opzetten van een fictieve PROFIBUSinstallatie van een waterproject. Het doel van deze installatie is om de kenmerken, voordelen en consequenties binnen iedere fase in een project concreet te kunnen presenteren. Deze installatie speelt op de Waterdag in maart en tijdens de vakbeurs HET Instrument die in oktober / november 2006 plaatsvindt een belangrijke rol. <
signalement november 2005
www …weeginstrumenten De leden van de Vereniging voor Nederlandse Weeginstrumenten beschikken vanaf 1 januari 2006 over een nieuwe website. Op dit moment vallen de websitepagina’s van de VLW onder de liaisons van de FHI-website. Om de vereniging VLW en haar leden weer herkenbaar en het zoeken naar VLW respectievelijk weegapparatuur vanuit de markt gemakkelijker te maken is in het najaar van 2005 een project opgestart. Deze herkenbaarheid uit zich in het website-adres: www.weeginstrumenten.nl. Leden kunnen in hun communicatie gemakkelijk naar deze site refereren. Daarnaast krijgen de leden een apart ledendeel, om de stroom aan documentatie voor de leden moeiteloos en eenvoudig toegankelijk te maken. De presentaties en documenten, die men nu via FHI ontvangt, zijn op het ledendeel van de website als download beschikbaar. Ook documenten van CECIP, het ministerie van EZ, NMi, Verispect en dergelijke kunnen onder deze site verzameld worden. Voor relaties, klanten en potentiële klanten zal het ledenoverzicht een beeld geven van de aanbieders in de markt en hun specifieke activiteiten. Voor de toekomst wordt bijvoorbeeld gedacht aan een competentiematrix, waaruit de bezoeker direct de aanbieder(s) van een bepaalde weegtoepassing kan herleiden. De huidige vijftig leden zijn in het najaarsoverleg op 16 november als eerste geïnformeerd
over de basissite die in januari 2006 in de lucht gaat. De statuten van VLW zijn sinds de laatste algemene ledenvergadering zodanig gewijzigd, dat nu ook dienstverleners op het gebied van weeginstrumentatie lid kunnen worden. Men hoeft dus niet meer specifiek weeginstrumenten aan te bieden voor een lidmaatschap. In het komende jaar zal dus tevens naar leden in de dienstverlening gezocht worden. <
Agenda • 25 mei 2006 bijeenkomst van de werkgroep Wettelijke Metrologie van CECIP te Varese (I). • 26 mei 2006 Assemblee Generale van CECIP te Varese (I). Voor meer informatie: FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
47
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Biotech branche-evenement: Advanced drug delivery and high througput DNA-screening De vierde editie van de FHI-Biotechshow vond plaats op drie achtereenvolgende dagen in september, respectievelijk in Rotterdam, Amsterdam en Utrecht. In het aansprekende lezingenprogramma lag het zwaartepunt dit jaar bij de laatste ontwikkelingen in life sciences, met als rode draad: van research naar productie. Een opvallende lezing was
van proteïnes, met inherent daaraan het gevaar voor kortstondige overconcentraties die de verhouding tussen veiligheid en efficiency in gevaar brengen. Door de proteïnen onder te brengen in injecteerbare, afbreekbare polymere microbolletjes, ontstaat de mogelijkheid voor gecontroleerde afgifte. Vooral het gebruik van hydrogel-achtige polymeren lijkt hier veelbelovend door hun verdraag-
Voor risico’s op volksziekten zijn grote epidemiologische studies nodig.
bijvoorbeeld Advanced drug delivery systems for proteins door dr. De Leede (Octoplus Technologies), over een alternatief voor het direct injecteren
zaamheid ten opzichte van de intrinsiek onstabiele proteïnen. Ook de lezingen Mild seperation technology for food and biotech
door dr. Zondervan (Agrotechnology and Food Innovations, Wageningen), en Marine biotechnology: high value compounds from sun and seawater door prof. dr. ir. Wijffels (Mariene Biotechnologie, Wageningen) trokken de aandacht. Al even interessant was de lezing van dr. Uitterlinden, hoofd van het Genetisch Laboratorium van het Erasmus MC te Rotterdam: High throughput screening van SNP’s in menselijk DNA. Na voltooiing van het Human Genome Project is de volgende stap het in kaart brengen van kleine variaties in de basepaarvolgorde bij individuen, de zogeheten single nucleotide polymorphisms (SNP’s). Combinaties van verschillende SNP’s zouden wel eens verantwoordelijk kunnen zijn voor het risico op volksziekten zoals osteoporose, diabetes en kanker. Om dit te kunnen vaststellen, zijn grote epidemiologische studies nodig met duizenden tot tienduizenden deelnemers, waarin DNA wordt verzameld en gegevens omtrent ziekte. Om de vele SNP’s (van 1 tot 500.000) te analyseren, wordt gebruik gemaakt van DNA-analyse, automaten en pipetteerrobots. <
BESTUURSWISSELINGEN LABORATORIUM TECHNOLOGIE Tijdens de algemene ledenvergadering van 13 juni 2005 is Bob-Jan Hillen unaniem verkozen tot bestuurslid van de branche Laboratorium Technologie. De heer Hillen is algemeen directeur van Omnilabo International en hij was eerder werkzaam als commercieel directeur bij AFC Ajax
48
Amsterdam. Hillen neemt de plaats in van Alain Vervaecke van Agilent Technologies die afstand deed van zijn bestuurszetel. Penningmeester Hans Lubbers van het bedrijf Salm en Kipp blijft na goedkeuring van de leden aan als bestuurslid tot het eind van zijn lopende periode van vier jaar. <
Bob-Jan Hillen
signalement november 2005
Efficiënter van monster tot resultaat LabAnalyse 2005 in het teken van de monsterflow De bezoekers van Labanalyse, op 5 oktober 2005 in De Kuip te Rotterdam, waardeerden het lezingenprogramma hoger dan twee jaar geleden. En het was opvallend dat ze de hele dag aanwezig bleven.
De dag kende twee dagvoorzitters, Dr. Ir. Hans-Gerd Janssen (Unilever) en prof. dr. Peter Schoenmakers (Universiteit van Amsterdam, Instituut voor Technische Scheikunde). Het onderwerp van de laatste: ‘complexe problemen, simpele antwoorden’. Schoenmakers nam de verschillende strategieën voor verschillende analyses onder de loep. Ook de huidige stand van de techniek kwam aan bod. Door de instrumentatie en de meetcondities aan te passen aan het monster en de analysevraag proberen we simpele, goed interpreteerbare en betrouwbare resultaten te verkrijgen. De lezingen (in zaal 2 met dagvoorzitter Hans-Gerd Janssen) belichtten de rol van analytische apparaten in de
laboratoriumwereld. Aan bod kwamen verschillende manieren om efficiency en snelheid te verbeteren. Eén daarvan is het verkorten van de cyclustijd van het proces. Daarbij spelen twee belangrijke vragen: Waarom is een korte cyclustijd beter? (Antwoord: Een kortere cyclustijd betekent een snellere response en dat resulteert in een tevreden klant. Het bevordert dus de verkoop en houdt de voorraden klein, waardoor weer sneller kan worden gereageerd op de marktvraag.) De tweede vraag: Hoe is de cyclustijd te verkorten? (Antwoord: Door meerdere testen tegelijkertijd uit te voeren. Het gaat dan niet om de hoeveelheid monsters, maar om de hoeveelheid testen
per run. Verder wordt de cyclustijd korter door systemen te centraliseren. Zodoende zijn minder planners nodig.) Verwachte levensduur en prijs zijn een belangrijke factor bij het aanschaffen van apparaten. Een techniek die tegemoet komt aan veel vragen uit de markt is de Massa Spectra Analyse. Helaas spelen ook bij deze techniek de eerdergenoemde factoren een grote rol. Daarom wordt hard gezocht naar oplossingen, zodat de kwaliteit omhoog kan en een en ander toch betaalbaar blijft. <
Cluster Optische Instrumenten Binnen de laboratoriumbranche zijn verschillende clusters actief. Het cluster optische instrumenten bestaat uit de belangrijkste leveranciers van microscopen en toebehoren. Om in de behoefte te voorzien om over actuele marktontwikkelingen te beschikken komen de bedrijven jaarlijks bijeen tijdens een productstatistiekvergadering. Tijdens deze vergadering worden de cijfers en de laatste de ontwikkelingen in de markt besproken. De volgende productgroepen zijn vertegenwoordigd:
signalement november 2005
• Biomedisch: rechtopstaande microscopen en omgekeerde microscopen • Industrieel: rechtopstaande microscopen en omgekeerde microscopen • Stereomicroscopen • Microscoopaccessoires • Losse onderdelen Elk jaar worden de omzetgegevens door de deelnemers aan de notaris verstrekt en getotaliseerd. Voor meer informatie over het cluster Optische Instrumenten kunt u contact opnemen met FHI, Andreas Meijer, telefoon (033) 4657507,
[email protected] <
49
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Analist: opleiding voor de toekomst?
LABORATORIUMBRANCHE INTRODUCEERT GEDRAGSCODE VOOR EIGEN
In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde is een rapport verschenen over de toekomst van
MARKETINGEVENEMENTEN
de analist. De uitkomsten geven reden tot zorg. Het aantal analisten dat afstudeert neemt jaarlijks af, onderwijsinstellingen verzinnen kunstgrepen om de opleidingen in de lucht te houden en het beroepenveld probeert via omscholing en bijscholing analisten te werven en te behouden.
staan op de arbeidsmarkt. Daarnaast komen opleidingen door dalende leerlingenaantallen in financiële problemen waardoor sluiting van de opleiding dreigt, hetgeen resulteert in nog minder leerlingen. Conclusies uit het rapport
De combinatie van een dalend aantal nieuwe leerlingen en de hoge kosten die een praktijkopleiding met zich meebrengt, is aanleiding geweest voor onderzoek. Veel laboratoriumopleidingen zijn gesaneerd of staan op de nominatie om te worden wegbezuinigd. Dat speelt al jaren. Kerngetallen
In totaal zijn er naar schatting 11.000 tot 12.000 laboratoriummedewerkers werkzaam in de gezondheidszorg, waarvan ongeveer 75 procent in ziekenhuizen. Het aantal volledige arbeidsplaatsen (fte’s) van medische analisten in ziekenhuizen is sinds 1990 tot en met 2000 vrijwel stabiel, of zelfs licht gestegen. In klinisch chemische laboratoria werken naar schatting in totaal 2.700 analisten op mlo-niveau en 3.000 analisten op hlo-niveau. Ongeveer 50 procent van de laboratoriummedewerkers heeft dus een hboopleiding. In 1991 was dat aandeel nog 77 procent. Er is al jarenlang een duidelijke dalende tendens van het aandeel hlo’ers in klinisch-chemische laboratoria. De daling van de studentenaantallen veroorzaakt twee problemen. Ten eerste zal door een tekort aan uitstromers een tekort ont-
50
De onderzoekers vinden de huidige situatie van de mbo- en hbo-analistenopleidingen zorgwekkend. Het is voor het beroepenveld van belang om regionale opleidingen te behouden. Een tekort aan analisten is reeds merkbaar in regio’s waar veel laboratoria zijn en geen analistenopleiding meer is. Laboratoriumscholen verplaatsen een deel van de opleiding naar het beroepenveld, onder het mom de opleiding beter op de dagelijkse praktijk te laten aansluiten. De laboratoria lijken niet te ontkomen aan de forse extra inspanningsverplichting om een steeds groter deel van de analistenopleiding voor hun rekening te nemen. Opleidingsinstituten worden financieel gedwongen te kiezen voor een opleidingsvorm waarbij de practica worden uitbesteed. Laboratoria moeten rekening gaan houden met intensivering van de opleidingstaak, zowel qua personele inspanning als ook in financieel opzicht. Het NVKC-rapport is samengesteld door dr. E. ten Boekel en dr. M. Elisen. Bij Sandra van Dusschoten van FHI is een exemplaar op te vragen, telefoon (033) 4657507, e-mailadres:
[email protected]
Er is een gedragscode geformuleerd ten aanzien van ‘wervende’ bezoeken aan FHI-marketingevenementen door lidbedrijven die daaraan zelf niet actief deelnemen. Het laboratoriumbestuur liet dit onlangs weten in een brief aan haar leden, na klachten van actieve, betalende deelnemers. De motivatie voor de nieuwe gedragscode ligt voor de hand: het succes van een roadshow of beurs staat of valt met de inspanningen van deelnemende lidbedrijven. Het meeliften op deze inspanningen – de brief spreekt van ‘treeplankrijders – zonder zelf een bijdrage te leveren, wordt door actieve deelnemers als unfair ervaren. Zij voelen er niets voor om kosten te maken voor een marketingactiviteit waarvan anderen vervolgens oneigenlijk profiteren. Het bestuur geeft in de brief te kennen het verschijnsel met behulp van de geformuleerde gedragscode te willen tegengaan. De code behelst dat lidbedrijven die geen expliciete, op naam gestelde uitnodiging hebben ontvangen van één van de organiserende bedrijven of rechtstreeks van FHI, in beginsel geen toegang hebben tot het desbetreffende evenement. Het branchebestuur doet een beroep op de leden om zich aan de nieuwe gedragscode te conformeren en daarmee escalatie van de irritatie te voorkomen. <
signalement november 2005
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Medische Technologie wil alle cijfers op een rij Al enige tijd wordt geconstateerd dat FHI-cijfers een heel ander beeld geven dan de cijfers waarop het ministerie van VWS haar beleid baseert.
Daarnaast is een aantal ambtenaren van zijn ministerie benaderd, terwijl ook enige zorgverzekeraars zijn gekend in de ernstige twijfels die er bestaan ten aanzien van het door
Om inzicht te krijgen en beleid te kunnen maken op het farmacie- en medische hulpmiddelendossier, brengt het ministerie van VWS de uitgaven in beide deelmarkten jaarlijks in kaart. Naast eigen onderzoek gebruikt het ministerie hiervoor de rapportages van het College voor Zorgverzekeringen. De verkregen cijfers vormen de basis voor het te voeren dan wel te ontwikkelen beleid. Ook FHI registreert de ontwikkelingen in deze markt, aan de hand van trendonderzoek, brancheonderzoek en productstatistieken. Cijfermateriaal is dus ruimschoots voorhanden. Maar al enige tijd wordt geconstateerd dat de FHI-cijfers een heel ander beeld geven dan de cijfers waarop het ministerie van VWS haar beleid baseert. Tijdens een recente bijeenkomst bij MKBNederland met minister Hoogervorst is dit probleem voorgelegd.
VWS gebruikte cijfermateriaal. Wat de branche Medische Technologie probeert, is om het ministerie van VWS, de zorgverzekeraars alsook het College voor Zorgverzekeringen rond de tafel te krijgen om gezamenlijk tot een kwalitatief beter inzicht in de ontwikkelingen in de medische hulpmiddelensector te komen. In de extramurale zorg is sprake van verschillende afzetkanalen: enerzijds de apothekers, anderzijds de fabrikanten en de distributiesector, de FHI-leden. Om de totale markt (inclusief apothekerskanaal) in kaart te brengen lopen er momenteel gesprekken met Intercontinental Marketing Services (IMS). Onderzocht wordt of het tot een uitwisseling van cijfers kan komen. IMS heeft vooral een goed beeld van het farmaciekanaal, maar zij mist het stuk met betrekking tot de industrie. Dat biedt een goede uitgangspositie om tot uitwisseling te komen. Overigens gaf Hoogervorst tijdens het gesprek bij MKB-Nederland aan, zelf ook twijfels te hebben bij de gehanteerde cijfers. De kans op een kentering wordt daarom als reëel ingeschat. <
FHI-BIJEENKOMST MET PVDA-KAMERLEDEN Begin oktober vond een bijeenkomst plaats met alle relevante organisaties uit de gezondheidszorg en een aantal PvdA-kamerleden. Ook een delegatie Medische Technologie-leden was hierbij aanwezig. Onder leiding van het kamerlid drs. Godelieve van Heteren werd ingegaan op de veranderingen die momenteel in de gezondheidszorg
signalement november 2005
spelen en hun betekenis voor de verankering dan wel de continuering van de kwaliteit. Een en ander was bedoeld als voorbereiding op een manifest over de gezondheidszorg dat de PvdA binnenkort wil laten verschijnen. Medische Technologie kreeg de gelegenheid om de specifieke problemen aan te stippen die zij ziet in de gezondheidszorg. Dat resulteerde in een afspraak voor een aparte sessie die op 28 november zal
plaatsvinden. Concreet worden daar de problemen besproken ten aanzien van de levering van producten en diensten aan patiënten in de thuissituatie en meer in het algemeen de trend bij zorgverzekeraars om te sterk te sturen op prijsparameters. Medische Technologie heeft voor die gelegenheid een aantal concrete voorbeelden verzameld. <
51
MEDISCHE TECHNOLOGIE
BIJEENKOMST MET FRANK DE GRAVE De branche Medische Technologie van FHI organiseert in 2006 een bijeenkomst met Frank de Grave van de Nederlandse Zorgautoriteit. De Grave is gevraagd een inleiding te houden over de relatie tussen zijn organisatie en de medische industrie. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft als taak te fungeren als ‘marktmeester’ in de gezondheidszorg en zich daarbij met name op het
vrije segment te richten. In eerste instantie was de Zorgautoriteit vooral gefocust op de ziekenhuismarkt en dan met name op het proces tussen ziekenhuis en zorgverzekeraar. Daarbij wordt voorbijgegaan aan de rol en invloed van de medische industrie, die steeds openlijker voorwaarts integreert: eigen dialysecentra, eigen zorgcentra... Productleveranciers worden zorgaanbieders. Al veel langer geldt dit voor de extramurale markt – ook
al een markt waarover nog veel onbegrip bestaat. Want leveranciers van zuurstoftherapie, infuustherapie, van specifieke (par)enterale voeding en van chemokuren zijn met hun totaalpakketten in de praktijk eerder zorgaanbieder dan dozenschuiver. Daar heeft de Nederlandse Zorgautoriteit als marktmeester derhalve een belangrijke taak – maar ziet zij die zelf ook? De bijeenkomst zal medio 2006 plaatsvinden. <
Brainstormsessie met Medica Utrecht
Een ‘lokaal’ evenement geëvalueerd
Medica Utrecht is een evenement waarin FHI al sedert 1989 participeert met een medisch-technologisch deel. In de loop der tijd is de Medica sterk van karakter veranderd. Was de beurs in de beginjaren geconcentreerd op de intramurale zorg, tegenwoordig ligt het zwaartepunt bij de extramurale zorg. Grote leveranciers van medische apparatuur staan niet meer op de Medica. Een belangrijke oorzaak is de Medica in Düsseldorf, een evenement dat zich explosief heeft ontwikkeld. De vraag dringt zich op: moet je nog investeren in een ‘lokaal’ evenement als Medica Utrecht, als Düsseldorf zo dichtbij is. Een ander aspect betreft het congresprogramma van Medica Utrecht. De afgelopen jaren is er op het gebied van minicongresjes en symposia, veelal
52
georganiseerd door beroepsverenigingen en al dan niet geaccrediteerd, een ware wildgroei ontstaan. Er is een overkill aan kleinschalige evenementen waar bedrijven hun gezicht moeten laten zien. Ook om die reden wordt het belang van een grootschalige beurs met navenant veelzijdig lezingenprogramma automatisch minder. Om dit soort ontwikkelingen boven tafel te krijgen, organiseerde VNU dit najaar een aantal brainstormsessies, waarbij de verschillende segmenten (revalidatie, facilitaire zaken, medische technologie) van de beurs apart zijn behandeld. De conclusie is thans aan de VNU. Naar het inzicht van de branche MT is de Medica Utrecht nog steeds een beurs waar in elk geval een deel van de branche wel degelijk belang bij heeft, met name de bedrijven met een breder, algemener productpakket en de bedrijven die sterk extramuraal georiënteerd zijn. Voor hen blijft de Medica een interessant platform. <
signalement november 2005
Zeven vragen aan de minister Naar aanleiding van een bijeenkomst bij MKB-Nederland met minister Hoogervorst (Zie ook “Medische Technologie wil alle cijfers op een rij” elders in deze uitgave) is door de branche Medische Technologie een brief opgesteld met daarin zeven vragen aan de minister.
Vraag vier stelt cijfermateriaal aan de kaak waarop de minister zijn beleid ten aanzien van medische hulpmiddelen baseert.
De eerste vraag gaat over de onbalans ten aanzien van de macht. “Er bestaat geen mechanisme of tegenkracht die een evenwichtige verhouding tussen prijs en kwaliteit bewaakt...” , is de minister bekend met deze trend en de mogelijke gevolgen?
Vraag zes gaat over de administratieve lastendruk: “Is de inzet van het kabinet om de administratieve lastendruk te verminderen ook van toepassing op het medisch bedrijfsleven?”
De zevende vraag ten slotte gaat in op de voorziene administratieve chaos bij zorgverzekeraars bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel. “Hoe gaat de minister bij zorgverzekeraars de afhandeling van declaraties bewaken?” <
De tweede vraag betreft de hoge en lage BTW zoals gehanteerd in de medische hulpmiddelensector. Het uitsplitsen daarvan stuit op grote praktische problemen, reden om bij de minister te pleiten voor een 6%- of zelfs een 0%-tarief. Hans Hoogervorst, minister van VWS
In het kader van de groeiende technologieachterstand is vraag drie aan de minister: “Is de minister bereid nader onderzoek te doen naar de huidige stand van medische technologie binnen ziekenhuizen en het klimaat van investeringen in innovaties?”
signalement november 2005
Vraag vijf gaat in op ontwikkelingen bij zorgverzekeraars om zelf zorg te gaan aanbieden. Het gevaar is niet ondenkbaar dat verzekeraars bij achterwaartse integratie in de extramurale markt AWBZ-gefinancierde bronnen gebruiken. Hierdoor zou oneerlijke concurrentie ontstaan ten opzichte van bedrijven die soortgelijke diensten leveren.
53
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Nieuwe basisverzekering: administratieve chaos? De kans dat zorgverzekeraars als gevolg van de invoering van de nieuwe basisverzekering in een administratieve chaos geraken, is verre van hypothetisch. Zeer recentelijk ging er bij de invoering van de DBC’s (diagnose behandeling combinaties) ook al van alles mis, waardoor de vergoedingen aan de ziekenhuizen uitbleven. Die konden vervolgens hun leveranciers niet meer betalen. Uiteindelijk is dat opgelost, maar nu gaat het om veel grotere belangen. Een zorgverzekeraar koopt jaarlijks voor grote bedragen in aan medische hulpmiddelen en dienstverlening (in het
54
kader van zuurstof, diabetes, stoma, incontinentie, voeding et cetera). Als daar in de administratie iets misgaat, kunnen leveranciers voor langere tijd verstoken blijven van miljoenen euro’s. Op zich is dat al een reden tot zorg, maar FHI ziet nog een ander element: het verkassen van patiënten van de ene naar de andere zorgverzekeraar. Het is onduidelijk hoe groot het aantal verzekerden is dat straks wil switchen. Maar vooral als straks hele patiëntgroepen willen overstappen, bijvoorbeeld omdat een verzekeraar een dergelijke groep bewust naar zich toetrekt om zodoende aanspraak te kunnen maken op een aantrekkelijke bijdrage uit het
vereveningsfonds van de overheid, is er een reëel gevaar dat er wat mis gaat. De zuurstofapparatuur van bijvoorbeeld patiënten met COPD moet dan door de opgezegde verzekeraar worden opgehaald, waarna de nieuwe verzekeraar (die immers een acceptatieplicht heeft) vervolgens zijn apparatuur weer kan neerzetten... inclusief instructie, inclusief begeleiding. De kans op administratieve obstipatie is daar verre van hypothetisch. De branche Medische Technologie heeft deze problematiek in een brief aan de minister voorgelegd. (Zie ook: “Zeven vragen aan de minister”, elders in deze uitgave). <
signalement november 2005
Terugkoppeling SPRN onbevredigend Het platform ‘Actieve implantaten’ van FHIbranche Medische Technologie heeft een brief doen uitgaan aan de Stichting PacemakerRegistratie Nederland over de ontoereikendheid van de ter beschikking staande data.
De SPRN houdt een landelijk registratiesysteem van geïmplanteerde devices in stand en ontvangt daartoe voor elke geïmplanteerde pacemaker en ICD een financiële bijdrage. Bij de leden van FHI bestaat sterke behoefte aan betere en uitgebreidere terugkoppeling van de relevante data, om een beter inzicht in trends en ontwikkelingen mogelijk te maken. De beschikbaarheid van betrouwbare informatie is essentieel, maar de momenteel beschikbare data wordt als volstrekt onvoldoende ervaren. Meer dan eens is de SPRN door individuele bedrijven op deze omissie gewezen, maar dat heeft niet tot verbeteringen geleid. Als belangrijk-
signalement november 2005
ste knelpunten wordt gesignaleerd, dat er twijfels bestaan over de volledigheid en de betrouwbaarheid van de beschikbare data; dat de beschikbare data niet kan worden uitgesplitst op indicatiegebeid; dat er geen mogelijkheid bestaat tot geografische uitsplitsing van de data (bijvoorbeeld op postcodegebied of IMS-indeling); en dat de data niet frequent genoeg en pas laat beschikbaar is.
zijn om een professioneel datasysteem in te richten dat de knelpunten wegneemt. De SPRN wordt in de brief uitgenodigd om in overleg te treden alvorens FHI begin 2006 een en ander evalueert en een definitieve beslissing neemt over het te volgen beleid. <
FHI is van mening dat de huidige financiële bijdrage aan de SPRN niet in verhouding staat tot de beschikbare informatie. Met de huidige stand van de techniek zou het eenvoudig moeten
55
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
Vanuit de ledenkring directie was al geruime tijd actief binnen het management van Elincom en zal de organisatie op dezelfde voet voortzetten. PTS Software is per 16 november 2005 verhuisd naar de Eemnesserweg 26, 3741 GA BAARN. Telefoon- en faxnummers zijn ongewijzigd.
Industriële Automatisering Industriële Elektronica Per 14 februari 2005 is Blanken Controls bv verhuisd naar Hoofdweg 131, 7371 GG LOENEN. Telefoonnummer: 055-5058300, faxnummer: 055-5058333, e-mail:
[email protected] en de internetsite: www.blanken.nl Management buy out Elincom electronics B.V. Op 13 oktober 2005. heeft binnen Elincom electronics B.V. een management buy-out plaatsgevonden. Directeur en grootaandeelhouder Kees de Graaf heeft zijn aandelen overgedaan aan de andere aandeelhouders van Elincom, die werkzaam zijn binnen de organisatie. Danny Langbroek is de nieuwe algemeen directeur, bijgestaan door Hans Zijlstra als commercieel directeur. De nieuwe
Geveke Industrial is per 1 september 2005 haar oude en in de markt vertrouwde naam ISOTRON Systems wederom gaan voeren. Dit met name om haar activiteiten in de industriële automatisering duidelijker en met meer onderscheid te positioneren. Adresgegevens zijn ongewijzigd gebleven. Het internetadres is www. isotron.nl geworden en het e-mailadres:
[email protected] Bronkhorst Hi-Tec Nederland B.V. heeft per direct haar naam gewijzigd in Bronkhorst Nederland B.V.
De firma Vanenburg Europe heeft haar naam veranderd in bizzApps B.V. Ze blijven gevestigd op het adres in Putten. Internet- en e-mailadres zijn resp. www. bizzapps.com en
[email protected]. Per 1 oktober kan alle correspondentie van Amersham Biosciences Benelux gestuurd worden naar: Postbus 746, 5600 AS in Eindhoven.
Medische Technologie Per 1 september 2005 is de naam Alaris Medical Systems gewijzigd in Cardinal Health, Netherlands 310, B.V. De overige gegevens blijven ongewijzigd. Per 1 november 2005 is IHB b.v. verhuisd naar: Duwboot 15, 3991 CD HOUTEN. Telefoonnummer: +31 (0)30-6346370. Faxnummer: +31 (0)30-6346371, e-mail:
[email protected], website: www.ihb-pendants.com. <
Laboratorium Technologie Per 1 juli 2005 is de naam Schleicher & Schuell Ned. B.V. veranderd in Whatman Nederland B.V. De nieuwe website is www.whatman.com overige gegevens blijven onveranderd.
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten. U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de managementassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn. Industriële Elektronica: Renée Boerma, tel: (033) 465 75 07 Industriële Automatisering: Esther van Ingen, tel: (033) 465 75 07 Laboratorium Technologie Sandra van Dusschoten, tel: (033) 465 10 63 Medische Technologie Sandra van Dusschoten, tel: (033) 465 10 63 <
56
Aantal Personen 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 95,00 € 138,00 € 230,00
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer (per dagdeel)
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00
(*incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector)
signalement november 2005
Nieuwe leden AGENDA 2005 / 2006 kijk voor de meest actuele stand van zaken op www.fhi.nl/fhi/evenementen Na betaling van de entreegelden zijn de onderstaande bedrijven ingeschreven in het ledenregister.
Industriële Elektronica Liad-Electronics Breda B.V. Lidnummer: 1391 Takkebeisters 68 4871 BW BREDA
Industriële Automatisering KSR H&H Measurement B.V. Lidnummer: 1444 Bosscheweg 57 5056 KA BERKEL-ENSCHOT
Laboratorium Technologie ATAS GL International B.V. Lidnummer: 1445 De Run 4441 5503 LS VELDHOVEN Laboned Laboratoriuminrichters b.v. Lidnummer: 1448 De Zwaaikom 4 9641 KV VEENDAM
Medische Technologie Cordis, a Johnson & Johnson Company Lidnummer: 1441 Computerweg 14 3821 AB AMERSFOORT Blockland B.V. Lidnummer: 1442 Van Leeuwenhoekweg 5 3401 ML IJSSELSTEIN GrafiMedics B.V. Lidnummer: 1443 Ambachtsmark 70 1355 EE ALMERE St. Jude Medical Nederland B.V. Lidnummer: 1447 Plesmanstraat 58b 3905 KZ VEENENDAAL <
signalement november 2005
30 november 2005 PPA-dag januari 2006 Progress maart 2006 Sense of contact 6-7 april 2006 50 jarig jubileum FHI 15 mei 2006 Roadshow HF-technologie
Laborama 2006 (www.laborama.be) Louvain-la Neuve, Tennis Club du Parc(België), 21 maart 2006 Gent (België), 28 maart 2006 Interkama 2006 (www.hannovermesse.de) Hannover Messe (Duitsland), 24 t/m 28 april 2006 Analytica 2006 (www.analytica.de) Messe München (Duitsland), 25 t/m 28 april 2006 Automatica (www.automatica-munich.com) Messe München (Duitsland), 15 t/m 19 mei 2006
Overzicht Internationale Beurzen
Achema 2006 (www.achema.de) Frankfurt am Main (Duitsland), 15 t/m 19 mei 2006
Pollutec 2005 (www.pollutec.fr) Parijs (Frankrijk), 29 november t/m 2 december ‘05
Sensor + test (www.sensor-test.com) Nürnberg (Duitsland), 30 mei en 31 mei 2006
Food ingredients (www.fhi-events.com) Parijs (Frankrijk) 30 november t/m 1 december ‘05
Bias 2006 (www.bias.it) Milaan (Italië), 20 t/m 23 september 2006
CEBIT (www.cebit.de) Hannover (Duitsland) 9 maart t/m 15 maart
ISA expo 2006 (www.isa.org) Reliant Center, Houston (Amerika), 17 t/m 19 oktober 2006
PITTCON 2006 (www.pittcon.org) Orlando Florida (USA), 12 t/m17 maart 2006
HET Instrument 2006 (www.hetinstrument.nl) Jaarbeurs Utrecht, 30 oktober t/m 3 november 2006
LASER-OPTIK-BERLIN 2006 (www.laser-optik-berlin.de) Adlershof, Berlijn (Duitsland) 23 en 24 maart 2006
Electronica 2006 (www.electronica.de) Messe München (Duitsland), 11 t/m 17 november 2006 <
57
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
Lidmaatschap aanvragen
Industriële Automatisering Vaisala Oyj Vanha Nurmijarventie 21 FI-01670 VANTAA – FINLAND Vaisala fabriceert en verkoopt instrumenten en toepassingen voor meten, regelen en testen. Tevens levert ze aanlendende diensten.
Medische Technologie Industriële Elektronica Rommens Instrumenten en Apparatenbouw B.V. Oude Moerstraatsebaan 60, 4614 RR BERGEN OP ZOOM Rommens producteert hightech elektronica en verzorgt mechanische bewerkingen, draad- en kabelmontage en assemblage van complete eindproducten.
planning’, ‘communication strategies’ en ‘distributed computing’. Applied Instruments Watertoren 20, 4336 KC MIDDELBURG De activiteiten omvatten consultancy, ontwikkeling en productie op het gebied van smart sensorsystemen en analytische modules.
Almende Hogenbanweg 104A, 3016 DJ ROTTERDAM Almende houdt zich bezig met de ontwikkeling van systemen ter verbetering van de communicatie tussen mensen en maakt hierbij gebruik van ‘dynamic
Personeelsbemiddeling Internationale toonaangevende fabrikant van elektromechanische componenten, gericht op groeimarkten zoals tele-, datacommunicatie en de industrie zoekt:
Key Account Manager
58
NESS Nederland B.V. Zadelmakerstraat 53, 2984 CC RIDDERKERK NESS ontwikkelt, fabriceert en verkoopt innovatieve systemen voor de revalidatie van handicaps als gevolg van storingen in het centrale zenuwstelsel. St. Jude Medical Nederland B.V. Plesmanstraat 58B, 3905 KZ VEENENDAAL St. Jude levert implanteerbare pacemakers, defibrillatoren, hartkleppen enz. Welmed B.V. De Achterbrink 9, 7771 BX HARDENBERG Welmed levert o.a. accessoires voor electro chirurgie en rookafzuighardware.<
Voor uitbouw van de klantenkring, met name OEM-bedrijven en (internationale) grootverbruikers. Functie-eisen • Een mbo- of hbo-opleiding bij voorkeur Elektrotechniek • Kennis van en ervaring met ERPsoftware, PC en PC-applicaties (Windows en Microsoft Office) • Engels in woord en geschrift, Frans is een pre • Enige jaren verkoopervaring,
bijvoorbeeld opgedaan als verkoper binnendienst in een business tot business markt • Persoonlijkheidskenmerken: enthousiasme, resultaatgerichtheid, flexibel, teamspeler Geïnteresseerde kandidaten kunnen zich voor meer informatie wenden tot Andrea Boersema van het FHI-bureau, tel. 033-4657507 of e-mail:
[email protected] <
signalement november 2005
Internetsites www.cordis.lu
www.innovatienet.nl
Draagt zorg voor de Europese Scoreboard en de positie van de lidstaten van de EU op het gebied van Innovatie. De scoreboard is te vinden op http://trendchart.cordis.lu
Innovatienet is een website, een digitale adviseur, die de ondernemer helpt sneller te innoveren.
www.innovatie-alliantie.nl De Stichting Innovatie Alliantie wil kenniscirculatie bevorderen om het innovatief vermogen van mkb-ondernemingen aanmerkelijk te vergroten.
www.innovatieplatform.nl De missie van het innovatieplatform is om de innovatiekracht van Nederland te versterken zodat ons land in 2010 weer een koploper is in de Europese kenniseconomie.
www.ircnederland.nl IRC Nederland faciliteert en ondersteunt technologieoverdracht op Europees niveau ter bevordering in de Nederlandse industrie.
www.senternovem.nl SenterNovem bundelt kennis van innovatie, energie, klimaat, milieu en leefomgeving.
Handelscontacten
www.subsidieshop De Subsidieshop geeft een overzicht van subsidies die voor bedrijven of projecten relevant kunnen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van innovatie en technologie.
Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Redactieadres Postbus 2099 3800 CB Amersfoort Telefoon (033) 46 57 507 Fax (033) 46 16 638 Internet www.fhi.nl E-mail
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
www.syntens.nl Syntens is een organisatie in Nederland op het gebied van innovatiebevordering voor het mkb. <
Duitse producent van actieve en passieve LWL-Systemen, zoekt in Nederland een handelspartner of distibuteur: Eks Elektronik- und Kommunikationssysteme Schützenstrasse Contactpersoon: de heer Thorsten Ebach E-mail:
[email protected] 2 D-57482 Wenden-Hillmicke, Duitsland Tel: +49 27629313-83 Fax:+49 27623016 Internet: www.eks-engel.de Contactpersoon binnen FHI : Eelco van Harten Tel: 033 – 465 75 07
signalement november 2005
COLOFON
Producent van volumetrische precisie meetsysteem voor bouwmachines zoals breek-, zeef, zuiverings- en doseertechniek zoekt verkooppartner: Messtronik GmbH Contactpersoon: de heer Fritz Altmann E-mail:
[email protected] Industriestrasse 185 A-4050 Traun, Oostenrijk Tel: +43 732 380818-0 Fax: + 43 732 380818-13 Internet: www.messtronik.at Contactpersoon: Ambassade van Oostenrijk, Petra Ehrhardt <
59