Sigmund Freud
– Davy Yong
Freud is geboren in Frieberg, Moravia in 1856, later verhuisde de familie naar. Toen de Nazi's de macht kregen is Freud vertrokken naar Londen. Daar is hij in 1939 overleden aan kanker.
Freud beschouwde zich zelf als een wetenschapper die de taak had om menselijke kennis te verbreden. Hij ging hierdoor eerst Biologie studeren, en verdiepte zich later in de psygologie. Hij was 6 jaar in de leer bij Ernst Brucke. Hierna specialiseerde Freud zich in neurologie. Voor die specialisatie was hij in de leer bij de Franse neuroloog Charcot, deze gebruikte hypnose om bepaalde psychische ziektebeelden te bestrijden, waaronder hysterie. Hij merkte al snel dat dit niet altijd even goed werkte. In 1886 richte hij, vlak na zijn huwelijk, een eigen praktijk op in Wenen. Hij behandelde psychologische afwijkingen, dit gaf hem ook veel informatie waarop hij zijn theorieën zou berusten. Hier werkte Freud samen met een Weense collega, Breuer. Samen met hem stelde hij een theorie op dat neuroses hun oorzaak verlenen aan diepe traumatische ervaringen die gebeurd waren in een vorig leven van de patient, maar die nu waren vergeten. Deze theorie staat beschreven in het werk van Freud en Breuer: Studies of Hysteria.
Omdat Breuer zich niet kon vinden in de sexueel getinte theorieen van Freud, besloten ze allebei hun eigen weg te gaan. Freud werkte dus alleen verder aan de optimalisering van de theorie en praktijk van de psychoanalyse In 1900, na een tijdje zelf-analyse te hebben gedaan publiceerde Freud The Interpretation of Dreams, dat wordt beshouwd als zijn grootste werk. Pas rond 1908 begon met Freuds psychoanalystische theorieen te waarderen. Zijn reputatie groeit en hij gaat meer theorieen en publicaties uitbrengen. Hij krijgt ook fervente aanhangers zoals de bekende psygologen Adler en Jung. Centraal in de psychoanalyse staat het idee van verdringing: emotionele ervaringen, door Freud opgevat als energieën, die door het psychisch apparaat uit het bewustzijn worden verdrongen naar het onbewuste, maar wel blijven bestaan. Deze energie zoekt een uitweg, en veroorzaakt zo pathologische fysieke symptomen, zoals de hysterie.
Van de theorieen binnen de psygoanalyse die hij heeft uitgebracht wil ik graag 3 bekende theorieen vertellen.
Es Ich en Uberich (id, ego, superego
Een van de bekendste theorieen van Freud is die over het ES, ICH en UBERICH. Die gaat over de ontwikkeling van de psygische structuur. Es Het Es, d.w.z. het onbewuste; het Es is het lustprincipe: wil alleen maar van alles heel graag, en is onbevredigbaar. Als je het ene hebt wil het Es alweer het volgende. Je kan het zien als een bron van driften, dingen waar je naar streeft, bijvoorbeeld ontspanning zoeken via bevrediging. Bij het kind loopt die via de moeder. Deze driften kunnen worden opgevat als sexuele lust, honger, dorst en bescherming. Het kind ontdekt tijdens deze ontwikkeling zijn eigen lichamelijke functies en de beheersing van zijn lichaam. Ich Het Ich, d.w.z. ons ik, dat de beslissingen neemt; het Ich bemiddelt tussen wat het Es graag wil, en wat het U ber-ich toelaat. Als zuigeling ervaart het kind zichzelf nog niet als omlijnd geheel. Via het contact met de moeder leert het kind denken, verbanden leggen en gehelen zien. Via het beeld van de moeder ontdekt het kind dat het zelf ook een beeld heeft. In het begin heeft het kind alleen een beeld van zichzelf; het Ich is imaginair. De afhankelijkheid van de moeder, de angst
dat zij weggaat vormt voor het kind aanleiding zich tegen deze angst te wapenen door middel van almachtsdenken. Het Ich denkt zichzelf centraal te staan in de beleving van de moeder en zichzelf. Deze identifikatie met de moeder, die egocentrisch is, is een belangrijke hefboom voor de verdere socialisatie. Hierdoor leert het kind onderscheid te maken tussen denken en doen, fantasie en realiteit. Zo ontwikkelt zich de functie van het Ich; het toetsen van de eigen wensen aan de realiteit. Dit wordt wel het Realiteitzprinzip genoemd. Uber-ich Het Uber-ich (dit is het geweten, de waarden en normen, wat wel en niet mag); dit nemen we in eerste instantie over van onze ouders: we identificeren ons met hun waarden een normen. De Ich moet niet alleen bemiddelen tussen het es en de realiteit, maar heeft ook te maken met de geboden en verbodn van het Uberich. Deze geboden worden ons extern door de maatschappij opgelegd en gaan op een gegeven moment deel uitmaken van onze psychische structuur. Het Es kan ons aanzetten tot lustbevrediging. Het Uber-ich je zal herinneren aan je morele principes, zal je zeggen: Dat kun je niet maken.. Je moet dan een afweging maken. Het Ich weegt de voor- en nadelen af, maakt de balans op, maakt een kosten - baten analyse. Wat geeft de doorslag: de lustbevrediging op korte termijn of de morele principes. Zo is volgens Freud het hele leven een balans tussen het Es en het Uberich. Van belang is om de driften (het Es) niet te onderdrukken maar zodanig te stabiliseren dat ons gedrag acceptabel is voor de sociale omgeving en onszelf. Sommige impulsen uit het Es worden verdrongen, omdat het een verboden impuls is, zo verboden dat het een schuldgevoel teweeg brengt. De angst voor dit gevoel is het signaal tot afweer. Deze verdrongen impulsen zijn een voorbeeld van dingen die zich in een droom kunnen uiten.
De Droomduiding Om een droom te krijgen is een oorzaak nodig, een zogenaamde droombron. De prikkels die tot een droom kunnen leiden zijn onderverdeeld in 4 categorieen. -
Uitwendige (objectieve) zintuigelijke excitaties Inwendige (subjectieve) zintuigelijke excitaties Inwendige (organische) lichaamsprikkels Zuiver psychologische prikkelbronnen
De laatste, de zuiver psygologische droombron, leidt volgens Freud tot de meeste prikkels waar dromen uit ontstaan. Hij beweert dat de droom een wensvervulling is. In de dromen komt alleen niet altijd even goed naar voren wat die wensvervulling is. De dromen worden namelijk een soort van gecensureerd. Die censuur is om de droom minder schokkend te maken, zodat de dromen niet wakker schrikt ??? De droom wordt namelijk ook wel de bewaarder van de slaap genoemd en niet de stoorder, de wens om te slapen moet ook door de droom bewerkstelligd worden. Volgens Freud kunnen dromen als schokkend worden ervaren omdat ze vaak van primitive en sexuele aard zijn. Vervolgens stelt Freud twee psychische machten in het individu voorop, die gezien kunnen worden als veroorzakers van de droom. De eerste macht vormt de door de droom tot uitdrukking gebrachte wens en de tweede legt een bepaalde censuur op de wens uit die de droom vervormt en verminkt. Deze censuur kan verschillende vormen aannemen zoals het weglaten van gedeelten, het overdrijven van bepaalde elementen of de belangrijke elementen weglaten.
In de theorie van Freud kom je twee soorten droominhoud tegen, de zogenaamde latente droominhoud en de manifeste droominhoud. De manifeste droominhoud, is de droom zoals die op ons overkomt, de beelden die wij zien in onze droom en het verhaal dat wordt verteld door iemand die een droom heeft gehad. De latente droominhoud of droomgedachte bestaat uit het zogenaamde onbewuste materiaal, de wensen, dit is de 'echte' inhoud zoals die zou zijn als er geen censuur op de droom zou werken en dat de aanleiding tot de droom is. Het proces waarbij de latende droom inhoud wordt omgezet in de manifeste droominhoud wordt ook wel droomarbeid genoemd. Hier wordt de censuur toegepast; ook hier voor zijn vier verschillende manieren volgens Freud. - Verdichtingsarbeid: er worden een aantal verschillende droominhouden samengevoegd tot één geheel. Freud noemt het ook wel 'meervoudige gedetermineerdheid' van droombeelden. Een droombeeld staat voor een heel scala van droomgedachten die door een soort samenwerking tot een beeld zijn gevormd. - Verschuivingsarbeid: Het accent van de bron verplaatst. Iets dat in de latente droominhoud bijvoorbeeld heel dreigend overkomt zal worden omgezet in iets onschuldigs. De emotie die bij die droominhoud hoort wordt niet omgezet. Zo kan het voorkomen dat iets onschuldigs in je droom toch heel angstig kan zijn voor de dromer. - Inachtneming der plastische mogelijkheden: de omvorming van de droomgedachten tot de visuele beelden in je droom. Hoe nemen bepaalde emoties of gevoelens een vorm aan? - Secundaire bewerking of revisie: Als je wakker wordt probeer je je droom voor de geest te halen. Soms voeg je elementen toe, soms hou je ze weg. Je droom kan onsamenhangend overkomen als je hem voor de geest probeert te halen, je onthoud maar een gedeelte of een paar beelden van de droom. Door de revisie probeer je een soort structuur in je droom te brengen. Als je de droom probeert te 'ontleden' is het belangrijk als de droomarbeid kan herkennen om de originele gedachte of wens er uit te filteren. De methode die Freud hierbij gebruikt is de methode van de vrije associatie. Vrije associatie houdt in dat de patiënt alles wat in hun bovenkomt en wat zij associëren met bepaalde elementen uit de droom op noemen. In veel gevallen komen er zowel voor de patiënt als voor de psychoanalist onwaarschijnlijke associaties boven, maar deze zijn vreemd genoeg altijd
correct volgens Freud. Hij baseert dit op het feit dat de associaties die naar boven komen al een keer eerder zijn gemaakt, namelijk in de droom zelf. Bij de oppervlakkige en onwaarschijnlijke associatie hoort namelijk een diepere associatie, maar deze is echter aan de regels van de censuur onderworpen. Het lijkt er nu op dat de resultaten van deze methode erg vergezocht zijn, ze zijn volgens Freud in principe altijd correct. Ontwikkeling van een Mens
Op gebied van menselijke ontwikkeling (beginnende bij de babytijd) is deze theorie een van de bekendste en belangrijkste. De Psychosexuele ontwikkeling. In het kort houdt deze theorie in dat als kinderen de onderstaande 5 fasen niet goed doorlopen, ze hier in hun latere leven problemen mee zouden kunnen krijgen. Bij elke fase hoort een leeftijdscategorie en omvat verschillende theorieen over de groei van het kind orale fase (0 tot anderhalf jaar) het kind is aangewezen op zuigen, borstvoeding; ook steekt het allerlei voorwerpen in de mond; de mond is het lustorgaan, vandaar orale fase;
anale fase (anderhalf tot 3 jaar) dat is de fase van het zindelijk worden; het kind smeert alles graag onder de poep als het de kans krijgt; de anus is het lustorgaan; fallische of oedipale fase 3 tot 5 jaar) de fallus (geslachtsorgaan; fallus is penis) is het lustorgaan, het kind speelt graag met de geslachtsorganen In deze fase gaat de jongen zich richten op de moeder, en het meisje op de vader; de ouder van dezelfde sekse is de concurrent, daarmee is er een haat-liefdeverhouding. Om dit op te lossen identificeert het kind zich met de ouder van dezelfde sekse, d.w.z.: de jongen wil net zo zijn als zijn vader, dan kan hij ook zijn moeder krijgen als liefdesobject. Het meisje wil net zo zijn als de moeder, dan kan zij ook de vader krijgen als liefdesobject. De vader en de moeder moeten dat proces wel toestaan, zij moeten wel accepteren dat het kind van dezelfde sekse ook een band wil met de ouder van de andere sekse. Als de moeder niet wil dat de dochter een relatie met de vader aangaat kan dat inhouden dat die dochter een belemmering ondervindt in het aangaan van een relatie met haar vader en met het aangaan van intieme relaties met jongens/mannen. Ditzelfde geldt wanneer de vader niet wil dat zijn zoon een relatie aangaat met de moeder: de zoon kan dan moeilijkheden ondervinden in het aangaan van relaties met meisjes /vrouwen. De vrouwelijk variant van het oedipuscomplex wordt het elektracomplex genoemd. latentiefase (7 tot 12 jaar); in deze fase komt de seksualiteit tot rust, en kunnen er 'correcties' plaatsvinden van wat niet goed ging genitale fase (12 tot 18 jaar); de ontluiking van de volwassen seksualiteit; wat in vorige fasen niet goed is gegaan werkt door tot in de volwassenheid. INVLOED OP DE PSYGOLOGIE In de tijd dat deze theorieen net uit werden gebracht, was er veel kritiek op Freud. Mede doordat zijn theorieen zo sexueel geaard waren (en dat was nogal een taboe) werd hij niet altijd even serieus genomen in het begin. Er waren wat rijke vrouwen die zich aangetrokken voelden tot de psygoanalyse en lieten zich behandelen door Freud. Hier door groeide de bekendheid van de psychoanalyse en kreeg het internationale bekendheid. Zijn idee van verdringing als oorzaak van psychische problemen is wijd verbreid geraakt, en maakt deel uit van het collectieve denken over de werking van de geest.
De psychoanalyse kan gezien worden als een van de eerste vormen van de moderne psychotherapie. Psychoanalytische psychotherapie en psychoanalyse zijn beiden gebaseerd op de theorie dat psychische problemenvaak het gevolg zijn van emotionele conflicten uit de kindertijd. Deze conflicten ontstaan vaak in relatie tot belangrijke personen zoals verzorgers en gezinsleden of in relatie tot het eigen geweten. Een kind dat een innerlijk conflict ervaart, bijvoorbeeld door een gebrek aan liefde of door een gevoel van afwijzing, kan op de negatieve gevoelens daarvan reageren met afweermechanismen als ontkenning en projectie. Dergelijk gedrag met betrekking tot emotionele conflicten die men als kind heeft niet verwerkt, kunnen onderdeel worden van de persoonlijkheid. Wanneer men volwassen is kunnen de gedragspatronen uit de kindertijd zich tijdens conflictsituaties weer doen gelden. In periodes van stress of in crisis situaties, reageert de volwassene dan op dezelfde manier als in de kindertijd. Zowel psychoanalyse als psychoanalytische psychotherapie gaan ervan uit dat men zich doorgaans onbewust is van de vaak vergeten of verdrongen emoties die aan ons gedrag ten grondslag liggen. Tijdens psychoanalytische psychotherapie en psychoanalyse worden deze emoties bewust gemaakt. Door de verdrongen emoties in de veiligheid van de relatie met de psychotherapeut opnieuw te beleven, kunnen zij alsnog worden verwerkt. Zo kunnen de in de kindertijd aangeleerde reacties op conflicten worden vervangen door aangepaste, gezondere manieren van omgaan met conflictsituaties. Ondersteund door de psychotherapeut verdiept de cliënt zich in zijn of haar verleden. Door emotionele reacties van vroeger en van nu te analyseren gaat de cliënt de confrontatie met zichzelf aan. Deze confrontatie maakt psychoanalytische psychotherapie en psychoanalyse een inspannende en soms pijnlijke vorm van therapie. De weerstand die deze psychotherapie bij de cliënt oproept weerspiegelt vaak de intensiteit van de onderliggende onverwerkte conflicten. Psychoanalytische psychotherapie en psychoanalyse zijn beiden gericht op inzichtgeving en zelfontdekking. Beide psychotherapieën stellen zich tot doel de cliënt te laten beseffen dat psychische klachten voortkomen uit de eigen levenshouding en dat oude gedragspatronen kunnen worden doorbroken. Dit alles is afgeleid uit Freuds theorieen. Ook bekende psygologen zoals Adler en Jung gingen verder op de ideen van Freud. Zo heeft Jung zijn bekende Libido theorie. In Jungs opvatting wordt het gedrag van de mens in belangrijke mate bepaald door een algemene levensdrang die hij libido noemde. Hiervoor zag hij, en daarin verschilde hij sterk van inzicht met Freud, niet in de eerste plaats een seksuele oorsprong, maar eerder een religieuze (in de ruimste zin van het woord).. en Adler zijn Minderwaardigheidcomplex theorie. Als psychoanalyticus onderzocht Adler eventuele processen in het bewuste en
onbewuste die de persoonlijkheid zouden vormen en beheersen. Hij ontwikkelde het concept van het 'minderwaardigheidscomplex', sterke gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid die voortkomen uit reële of ingebeelde tekorten. Ook geloofde hij dat de sterkste menselijke drijfveer het verlangen naar 'superioriteit' is De naam van Freud heeft in het dagelijkse taalgebruik een bekende klank; de meeste mensen kennen bijvoorbeeld de zogenaamde freudiaanse verspreking, als voorbeeld van wat Freud zelf een fehlleistung noemde.
De psychoanalyse van Freud had invloed op de surrealistische beweging in 1924. André Breton, grondlegger van het surrealisme, was erg geboeid door dromen en de Traumdeutung en de psychoanalyse van Freud. In schilderijen en films van het surrealisme werd een onderbewuste, een droomomgeving geschilderd. Eén van de bekendere kunstenaars, die veel de zogeheten Freudiaanse symboliek in zijn werk gebruikte, was Salvador Dalí. In een van zijn bekendste werken, De volharding der herinnering, bijvoorbeeld, duiden de slappe, uitgelopen uurwerken en objecten op impotentie.
OPDRACHTJE Droomanalyse -> na het horen van deze uitleg, word je dan ineens een droom van jezelf duidelijk? Freudian Slip -> wanneer zei jij zo iets, en weet je ook waar die 'slip' vandaan kwam? Rorschach test - > Freudiaanse methode om te onderzoeken hoe je onderbewustzijn reageerd op bepaalde beelden. ( Rorschach is een leerling van Jung die leerling van Freud was, een beetje ver gezocht misschien maar wel leuk?!) (Voorbeelden van platen: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rorschachtest)