Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling “Sociale Zekerheid” SCSZ/11/086
BERAADSLAGING NR 11/050 VAN 5 JULI 2011 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS AAN HET INSTITUT DE GESTION DE L’ENVIRONNEMENT ET D’AMÉNAGEMENT DU TERRITOIRE (IGEAT) VAN DE ULB IN HET KADER VAN EEN METING EN ANALYSE VAN DE ARMOEDE IN BELGIË Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op de artikelen 5 en 15; Gelet op de aanvraag van het Institut de Gestion de l’Environnement et d’Aménagement du Territoire (IGEAT) van de “Université Libre de Bruxelles” van 17 juni 2011; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 27 juni 2011; Gelet op het verslag van de heer Yves Roger.
A.
ONDERWERP VAN DE AANVRAAG
1.
Het Institut de Gestion de l’Environnement et d’Aménagement du Territoire (IGEAT) van de ULB wenst met het oog op het meten en analyseren van de armoede in België te beschikken over bepaalde gecodeerde persoonsgegevens.
2.
De onderzoekers vragen in eerste instantie een gegevensset te bekomen met betrekking tot 5.000 gezinnen. Deze gegevensset zou door hen worden aangewend om programma’s te ontwikkelen die dan door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden toegepast op
2 de volledige populatie van het datawarehouse. Ten slotte zou de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid de resultaten geaggregeerd aan de onderzoekers overmaken. 3.
De gegevensset met informatie over 5.000 gezinnen bevat volgende gecodeerde persoonsgegevens: -
persoons- en gezinskenmerken (toestand op 31 december 2007): het geboortejaar, het geslacht, de gemeente en de statistische sector van de woonplaats, de aanduiding of de persoon verhuisd is sinds 31 december 2005, het type huishouden, de LIPRO-code, het betekenisloos identificatienummer van het huishouden en het aantal personen in het huishouden; Om de anonimiteit van de gegevens te garanderen worden de statistische sector en de gemeente van de woonplaats vervangen door fictieve waarden.
4.
-
inkomensgegevens (met betrekking tot de jaren 2006 en 2007): het bruto belastbaar inkomen uit arbeid gekend bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, het bruto belastbaar inkomen uit zelfstandige arbeid gekend bij het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, het bruto belastbaar pensioen, het bruto belastbaar inkomen uit werkloosheidsuitkeringen geregistreerd bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, het bruto belastbaar inkomen uit kinderbijslaguitkeringen, het bruto belastbaar inkomen uit uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid, het bruto belastbaar inkomen uit invaliditeitsuitkeringen, het bruto belastbaar inkomen uit uitkeringen voor beroepsziekten, het bruto belastbaar inkomen uit uitkeringen voor arbeidsongevallen, het bruto belastbaar inkomen uit uitkeringen uitbetaald door het OCMW, het bruto belastbaar inkomen uit uitkeringen voor personen met een handicap en de vooropzeg bij ontslag. Al deze bedragen worden ingedeeld in klassen van 5.000 EUR;
-
persoonsgegevens met betrekking tot de tewerkstelling (toestand op 30 juni 2008, tenzij anders vermeld): de aanduiding of de betrokkene seizoensarbeider was in het jaar 2007, de aanduiding of de betrokkene interimarbeid heeft uitgevoerd tijdens het jaar 2007, de werknemersklasse, de beroepscode, de hoedanigheidscode, het totaal aantal jobs en het gecumuleerd percentage deeltijdarbeid;
-
persoonsgegevens met betrekking tot sociale uitkeringen (met betrekking tot het jaar 2007, tenzij anders vermeld): het werkloosheidsstatuut, de reden van loopbaanonderbreking, de aanduiding of de persoon steun heeft gehad van het OCMW (in om het even welke vorm), de wetgeving waaronder de OCMW-begunstigde valt, het budgetartikel van de OCMW-steun en de aanduiding of de betrokkene een installatiepremie voor daklozen heeft ontvangen in de jaren 2006 tot en met 2008.
De anonieme gegevens die de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid aan de onderzoekers overmaakt zijn de volgende:
3 -
het aantal armen per statistische sector. Indien voor een bepaalde statistische sector het aantal armen minder dan vier bedraagt, dan wordt die statistische sector samengenomen met andere statistische sectoren tot een hoger aggregaat, namelijk de statistische sectoren van zeven posities in plaats van de statistische sectoren van negen posities (een statistische sector is een code van negen posities, waarvan de eerste vijf de gemeente voorstellen). Dit betekent concreet dat de statistische sectoren die dezelfde waarden hebben voor de eerste zeven posities samengenomen worden met de statistische sector in kwestie. Indien dit niet volstaat, wordt er verder geaggregeerd tot zes posities of nog minder.
-
het aantal armen per statistische sector, opgesplitst volgens volgende variabelen, in de vorm van kruistabellen: -
het geslacht; de leeftijdsklasse; het type huishouden; de werkintensiteit in het huishouden; de graad van verstedelijking; het statuut (werkend, werkloze, bruggepensioneerde, inactief,…).
In het geval dat een dergelijke kruising betrekking heeft op minder dan vier personen, wordt dezelfde methode toegepast. De statistische sector in kwestie wordt samengenomen met de statistische sectoren die dezelfde waarden hebben voor de eerste zeven posities. Indien dit niet volstaat, wordt er verder geaggregeerd tot zes posities of nog minder. 5.
De door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid gekoppelde en gecodeerde persoonsgegevens zouden door het IGEAT worden bijgehouden tot 31 december 2012.
B.
BEHANDELING VAN DE AANVRAAG
6.
Krachtens artikel 5, § 1, van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid verzamelt de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid persoonsgegevens bij de instellingen van sociale zekerheid, slaat ze op, voegt ze samen en deelt ze mee aan de personen die ze nodig hebben voor het verrichten van onderzoeken die nuttig zijn voor de kennis, de conceptie en het beheer van de sociale zekerheid. Het betreft een mededeling van persoonsgegevens die krachtens artikel 15, § 1, van de wet van 15 januari 1990 een principiële machtiging van de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid vereist.
7.
Het IGEAT verricht een onderzoek met het oog op het meten en analyseren van de armoede in België.
4 Het betreft een gerechtvaardigd doeleinde. 8.
De mee te delen persoonsgegevens lijken, uitgaande van dat doeleinde, ter zake dienend en niet overmatig. De mee te delen persoonsgegevens kunnen slechts door middel van een betekenisloos volgnummer in verband worden gebracht met een geïdentificeerde of identificeerbare persoon. De eigenlijke persoonskenmerken worden daartoe beperkt en doorgaans in klassen meegedeeld. De statistische sector en de gemeente van de woonplaats worden vervangen door fictieve waarden.
9.
Overeenkomstig artikel 4, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens mogen persoonsgegevens niet verder worden verwerkt op een wijze die, rekening houdend met alle relevante factoren, met name met de redelijke verwachtingen van de betrokkene en met de toepasselijke regelgevende bepalingen, onverenigbaar is met die doeleinden. Voor zover het gaat om een latere verwerking van persoonsgegevens waarvan het doeleinde niet op zich verenigbaar is met het oorspronkelijk doeleinde, is deze latere verwerking van persoonsgegevens verboden behalve indien wordt beantwoordt aan de voorschriften van afdeling II van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
10.
Het IGEAT kan hogervermeld doeleinde niet verwezenlijken aan de hand van anonieme gegevens vermits zij de situatie van individuen dient te kunnen opvolgen.
11.
Het IGEAT dient er zich contractueel toe te verbinden alle mogelijke middelen te zullen inzetten om te vermijden dat de identiteit van de personen op wie de meegedeelde persoonsgegevens betrekking hebben, zou worden achterhaald. In elk geval is het hem, overeenkomstig artikel 6 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, verboden om handelingen te stellen die ertoe strekken de meegedeelde gecodeerde persoonsgegevens om te zetten in niet-gecodeerde persoonsgegevens.
12.
De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid mag de gecodeerde persoonsgegevens slechts meedelen nadat ze, overeenkomstig artikel 13 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, in het bezit werd gesteld van het door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer uitgereikte ontvangstbewijs van de aangifte van de verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden.
13.
Overeenkomstig artikel 23 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens mogen de resultaten van de verwerking
5 voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet worden bekendgemaakt in een vorm die de identificatie van de betrokken persoon mogelijk maakt tenzij deze laatste daartoe zijn toestemming heeft gegeven en de persoonlijke levenssfeer van derden niet wordt geschonden of tenzij de bekendmaking van niet-gecodeerde persoonsgegevens beperkt blijft tot persoonsgegevens die kennelijk door betrokkene zelf publiek zijn gemaakt of die in nauw verband staan met het publiek karakter van betrokkene of van de feiten waarbij deze laatste betrokken is of is geweest. Met voorbehoud van voormelde uitzonderingen, dienen de onderzoeksresultaten aldus op een anonieme wijze te worden gepubliceerd. 14.
Het IGEAT dient bij de verwerking van de persoonsgegevens rekening te houden met de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, hun uitvoeringsbesluiten en elke andere wettelijke of reglementaire bepaling tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
15.
Het sectoraal comité formuleert voorts een gunstig advies met betrekking tot de mededeling van de hogervermelde anonieme gegevens die het resultaat zijn van de toepassing van ontwikkelde programma’s op de volledige populatie van het datawarehouse.
16.
Het IGEAT mag de persoonsgegevens bijhouden tot 31 december 2012. Na deze datum dient het de gecodeerde persoonsgegevens te vernietigen, behoudens indien het vooraf vanwege het sectoraal comité de machtiging verkrijgt om ze ook na deze datum bij te houden.
6
Om deze redenen, machtigt de afdeling sociale zekerheid van het sectoraal comité van de sociale zekerheid en van de gezondheid de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid om de hogervermelde gecodeerde persoonsgegevens en anonieme gegevens mee te delen aan het Institut de Gestion de l’Environnement et d’Aménagement du Territoire van de ULB met het oog op het meten en analyseren van de armoede in België.
Yves ROGER Voorzitter
De zetel van het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid is gevestigd in de kantoren van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, op volgend adres : Sint-Pieterssteenweg 375 – 1040 Brussel (tel. 32-2741 83 11)
7