Second Victim Support Inleiding In Nederland krijgt naar schatting 1 tot 2 op de 100 patiënten te maken met een (vermijdbaar) incident die leidt tot tijdelijke of blijvende beperking, of voortijdig overlijden. 50% van alle hulpverleners raakt tijdens zijn/haar carrière betrokken bij een medisch incident. Na een medisch incident zijn niet alleen de patiënt en diens naasten slachtoffer, ook de betrokken hulpverlener(s) kan psychische en lichamelijke klachten ontwikkelen. Deze hulpverlener wordt Second Victim genoemd1.
Een incident is een rekbaar begrip. Het kan variëren van een vermijdbare fout tot een ongelukkige samenloop van omstandigheden, of het moeten kiezen tussen 2 kwaden. Second Victim Support ondersteunt de betrokken hulpverlener bij het verwerken van de gevolgen van één grote of een stapeling van meerdere kleine medische incidenten.
Resultaat Het resultaat van Second Victim Support is dat de weerbaarheid van de professional wordt verhoogd en dat de stress die door de gebeurtenis(sen) is ontstaan, is verdwenen.
Second Victim De impact van een medisch incident op het persoonlijke en professionele leven van de betrokken hulpverlener wordt nog te vaak onderschat. De hulpverlener kan zich persoonlijk verantwoordelijk voelen, denken dat hij heeft gefaald, en hij kan gaan twijfelen aan zijn klinische kennis en kunde. Wanneer deze verschijnselen onvoldoende aandacht krijgen, kan de hulpverlener het second victim syndrome ontwikkelen, wat lijkt op een burn-out of PTSS (post traumatisch stress syndroom).
Uit literatuurstudie2 blijkt dat het van groot belang is dat de hulpverlener zo snel mogelijk na een groot incident emotionele ondersteuning krijgt bij de verwerking van het incident. Wanneer er sprake is van een stapeling van meerdere kleinere incidenten is het noodzakelijk dat iemand ondersteuning krijgt vóór het moment dat de taks is bereikt. Wanneer dat is, varieert uiteraard per individu.
Na het incident 1
Bron: https://harrietmessing.wordpress.com/tag/second-victim/ Second Victims. After adverse events: wat leren we uit de literatuur. Kris Vanhaecht, Eva Van Gerven, Deborah Seys, Katholieke Universiteit Leuven, 2011 2
1
Een medisch incident heeft vaak grote invloed op de
manier waarop de hulpverlener na het incident
functioneert en naar zichzelf kijkt.
De eerste reactie is meestal schaamte, schuldgevoel,
paniek en spanning. In een later stadium kan dit leiden
tot verdriet, depressie, boosheid, alcoholisme, PTSS, burn-out of zelfs
suïcide. Ook in het professioneel functioneren zijn de gevolgen zichtbaar; het zelfvertrouwen is verminderd, men geeft makkelijker toe aan eisen van de patiënten en/of doet overdiagnostiek.
Wanneer de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over het incident wordt geïnformeerd, of als er sprake is van een tuchtrechtelijke of strafrechtelijke procedure, werkt dit nog meer stress-verhogend. Deze verhoogde onzekerheid kan leiden tot nieuwe incidenten.
Zorg voor het ‘Second Victim’ Organisaties besteden steeds meer aandacht aan patiëntveiligheid en aan een bedrijfscultuur waarin incidenten worden besproken en de lessons-learned worden geborgd.
Echter, de emotionele - begeleiding van het second victim is vaak nog niet goed geregeld. Second Victim Support (SVS) voorziet in deze lacune op de volgende manier: 1. na het incident – indien gewenst – onmiddellijke deskundige ondersteuning
2. Second Victim Support dag (8 uur), waarbij de emotionele lading van het incident(en) wordt weggenomen, het ontstane negatieve zelfbeeld wordt
vervangen door positieve overtuigingen, en de hulpverlener in balans wordt gebracht met zichzelf en met zijn omgeving
3. terugkomsessie van 2 uur, om de verworven inzichten van de SVS-dag te bespreken en nieuwe (coping)strategieën te bepalen
4. (facultatief) deelname aan Balintbijeenkomsten met lotgenoten
In het totale traject wordt op 3 niveaus naar het incident(en) gekeken: het incident(en) zelf; de emotionele lading die het incident(en) voor de betrokken professional heeft het individu; de persoonlijkheid van de betrokken professional en de daaruit voortvloeiende copingstrategie de context; de systemen waar de betrokken professional onderdeel van is
Eerste opvang: het SVS-steunpunt Uit de literatuur blijkt dat hulpverleners die betrokken zijn bij een groot medisch incident zo snel mogelijk ondersteuning moeten kunnen krijgen.
Voor deze ondersteuning kan 24/7 contact worden opgenomen met Neo Unity voor Second Victim Support. Deze 24-uurs bereikbaarheid is belangrijk omdat, behalve de snelheid, het soms ook prettiger is om ’s avonds of ’s nachts – buiten de hectiek van de dag – contact op 2
te nemen. Wanneer de behoefte aan ondersteuning is ontstaan door het stapelen van meerdere kleinere incidenten, of na een luxerende gebeurtenis die plaatsvindt in de periode (soms jaren) ná een groot incident, is het ook mogelijk om contact op te nemen. Tijdens het eerste contact wordt er geluisterd, er wordt besproken wat de mate van ernst van het incident(en) is, er wordt geïnventariseerd welke klachten de hulpverlener heeft en er wordt gekeken welke copingstrategie hij/zij toepast. Hierbij wordt onder andere gebruik gemaakt van de emotionele respons stadia van Kübler-Ross. Er worden ook adviezen gegeven om op korte termijn zo goed mogelijk te blijven functioneren; persoonlijk, als hulpverlener, en als lid van een team of vakgroep en/of in de organisatie.
Tevens wordt er een afspraak gemaakt voor het vervolg van de ondersteuning.
Vervolg Second Victim Support Het vervolg van de ondersteuning bestaat uit 3 sessies (totaal 8 uur) die bij voorkeur op 1 dag worden gepland. Deze SVS-dag wordt zo snel mogelijk - uiterlijk binnen 1 maand - na het eerste contact gepland.
Na deze dag volgt een terugkomsessie die 3 weken na de SVSdag plaatsvindt. Daarna kan, indien gewenst, aan Balint-bijeenkomsten met lotgenoten worden deelgenomen. 1. SVS-dag Allereerst wordt de traumatische ervaring(en) zelf gedesensibiliseerd d.m.v. EMDR. Hierbij wordt het meest heftige - of eerste - incident, de bijbehorende beelden, geluiden, emoties en hoe je na het incident(en) over jezelf bent gaan denken, geneutraliseerd en wordt een nieuwe, positieve overtuiging geïntegreerd. Het tweede deel van de ochtend wordt besteed aan het in balans brengen van het individu. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een methode die is opgebouwd uit meer dan 10 psychotherapeutische therapieën.
In de middag staat een Neo Circle Constellation op het programma. Hierbij wordt vanuit de systeemtheorie gewerkt en worden de systemen waar de professional deel van uitmaakt (patiënt-behandelaar, team, vakgroep, gezin) weer in balans gebracht. Door deze 3 sessies op 1 dag te plannen, kunnen zij optimaal op elkaar inwerken en elkaar versterken. Op basis van tientallen casussen kan worden geconcludeerd dat juist de combinatie van de genoemde 3 onderdelen op 1 dag uitermate effectief is. 2. Terugkomsessie Tijdens de terugkomsessie worden de inzichten die gedurende de SVS-dag zijn verkregen verankerd en worden nieuwe strategieën aangereikt die het zelfvertrouwen vergroten.
Deze sessie duurt 2 uur.
3
3. Nazorg 1. De mogelijkheid tot telefonisch contact met een van de therapeuten van SVS voor individuele vragen, gerichte ondersteuning, of andere persoonlijke thema’s. Dit kan tot een half naar na de terugkomsessie. 2. Facultatieve bijeenkomsten met lotgenoten. Het doel van deze facultatieve bijeenkomsten is om te borgen dat in de toekomst adequaat met medische incidenten wordt omgegaan. Voorkomen van incidenten is niet realistisch, maar het - emotioneel - effectief hanteren van de gevolgen van een incident is iets wat geleerd kan worden. Door de bijeenkomsten krijgt de professional zicht op eventuele blinde vlekken en ineffectieve copingstrategieën (bijvoorbeeld steeds harder werken) en is hij/zij beter opgewassen tegen eventuele toekomstige incidenten. De intervisiebijeenkomsten (6 wekelijks) zijn gestoeld op de Balint-methode. De groep bestaat uit collega medici waardoor geprofiteerd kan worden van elkaars ervaring en steun.
De groep wordt begeleid door een psycholoog.
Resultaten Het resultaat van de Second Victim Support in zijn algemeenheid en de SVS-dag in het bijzonder is dat negatieve gedachten zijn vervangen door positieve overtuigingen, en is de professional mentaal en emotioneel weer in balans gebracht. Tot slot is de professional ook weer in balans gebracht met de omgeving / systemen waar hij/zij onderdeel van uitmaakt. Dit alles heeft een positief effect zowel op de professional zelf als in de interactie met zijn omgeving, en dus ook voor zijn patiënten. Er is weer voldoende zelfvertrouwen om de professie met bevlogenheid en plezier uit te oefenen.
Samenvatting Bij medische incidenten is het noodzakelijk zo snel mogelijk hulp aan te bieden aan de betrokken professional. Second Victim Support helpt de hulpverlener bij het integreren van de traumatische ervaring(en) in het dagelijkse leven. Daarnaast wordt de emotionele en sociale weerbaarheid van de betrokken professional vergroot. Door een snelle interventie worden de negatieve gevolgen van een medisch incident(en) aanzienlijk verkleind of kan second victim syndrome worden voorkomen. Second Victim Support voorziet daarin op de volgende manier: 1. onmiddellijk deskundige ondersteuning
2. SVS-dag (8 uur), zo snel mogelijk na het eerste contact tussen hulpverlener
en Second Victim Support
3. terugkomsessie van 2 uur, 3 weken na de SVS-dag
4. nazorg d.m.v. telefonische contact en/of (facultatief) deelname aan Balintbijeenkomsten met lotgenoten
4
Praktische informatie Voor de begeleiding door Second Victim Support worden afspraken gemaakt met de maatschap, werkgever en/of inkomensverzekeraar.
De dienstverlening aan de professional is strikt vertrouwelijk.
Derden krijgen geen informatie die is terug te leiden naar een individuele hulpverlener of inhoudelijke casus. Second Victim Support is 24 uur per dag / 7 dagen per week te bereiken op telefoonnummer 030 – 69 14 718.
Ook over deze bereikbaarheid worden afspraken gemaakt met de maatschap, werkgever en/of inkomensverzekeraar. De locaties voor de SVS-dag zijn gelegen in Zeist en Best. Het is ook mogelijk om op een locatie elders in het land af te spreken. Elke medisch incident moet gemeld worden volgens de vigerende procedures van de organisatie waar het incident heeft plaats gevonden, de beroepsgroep (complicatieregistratie) en/of volgens de regels van IGZ.
Second Victim Support is geen vervanging voor deze procedures.
Expertise coaches Second Victim Support wordt gegeven door de zeer ervaren coaches. Caro Botman MSM (Neo Unity) is Master Strategisch Management en executive coach. Zij heeft ruim 30 jaar ervaring op management en bestuurlijk niveau in de zorgsector en heeft als eindverantwoordelijk functionaris meer dan eens te maken gehad met medisch incidenten en de impact daarvan. Drs Ellen Botman MBA (Neo Unity) is opgeleid tot socioloog en Master of Business Administration. Zij heeft gewerkt als intensive care verpleegkundige (brede basis) op een ICU level 3. Daarna is zij 15 jaar werkzaam geweest in de medische zorg bij grote ongevallen en rampen, waar zij veel bestuurlijke ervaring heeft opgedaan met de psychosociale nazorg bij ingrijpende gebeurtenissen. De laatste jaren werkt Ellen als executive counselor, veelal binnen de zorgsector. Drs Ira Janssens (Praktijk Glansreijk) is arbeid- en
organisatiepsycholoog en volgt de masteropleiding
managementwetenschappen. Zij heeft 20 jaar ervaring als
manager personeel en organisatie in diverse branches,
waaronder de zorgsector. Sinds 5 jaar coacht en adviseert zij
medici bij hun persoonlijke ontwikkeling en hun
praktijkvoering. Eén 5
van haar specialiteiten is preventie van
burn-out. Ira heeft een onderbeensamputatie ondergaan als
gevolg van een medisch incident en dientengevolge ruime ervaring met de impact van een dergelijk incident, zowel voor haarzelf als voor de betrokken hulpverleners.
6