Scriptie:
Textiel, Licht & Ruimte.
Daphne Brasser
-
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
-
Interieurarchitectuur vt4
-
22 april 2010
-
Den Haag
Inhoudsopgave
Voorwoord
Inleiding
5 7
Hoofdstuk 1
Textiel in de architectuur 1.1 Muren verliezen dragende functie 1.2 Nieuwe materiaaluitvindingen 1.3 Vormgeving 1.4 Transparante facades 1.5 Samenvatting
9 11 15 17 21 21
Hoofdstuk 2
Textiel in het interieur 1.1 Ruimteafscheidingen 1.2 Door het oog getrokken 1.3 Samenvatting
23 25 29 31
Conclusie
33
Bronvermelding
35
Bijlagen
41
3.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
6.
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Inleiding Geraakt door textiel. De veelzijdigheid in eigenschappen van het materiaal vind ik interessant. Zijn transparantie, structuren en texturen. Textiel is een belangrijk onderdeel in het interieur, het kan in een groot gebouw de menselijke maat terug brengen en geeft een gebouw persoonlijkheid. De architectuur is ‘hard’ in de letterlijke zin van het woord; er wordt veel gebruik gemaakt van harde materialen als beton, steen, staal en glas. Gebouwen stralen een statische, afstandelijke zakelijkheid uit. Hier kan textiel een verzachting brengen. Tegenpolen die elkaar kunnen versterken. Textiel als inspiratiebron Opvallend is dat de laatste 20 jaar textiel een belangrijke plaats gaat innemen, zowel binnen als buiten. Maar wat voor invloed heeft textiel op de beleving van de architectuur. In het hoofdstuk ‘Textiel en Architectuur’ worden voorbeelden van textiel toepassingen in de architectuur laten zien. Hierin wordt ingegaan op de verandering van de architectuur door de komst van het metalen frame, hierdoor kon textiel tussen het frame worden gespannen en een nieuwe manier van bouwen ontstaan. In het hoofdstuk ‘Textiel en Interieur’ wordt ingegaan op de rol van textiel binnen het interieur. De manieren hoe textielkunst kan samensmelten met het gebouw en wat dit met de beleving van de gebruiker doet.
7.
Textiel en architectuur Onder textiel wordt verstaan ‘al wat geweven is’, dat is een breed begrip waar veel materialen onder vallen. Onder textiel vallen breisels, weefsels en vezelstructuren. Bij breisels is er sprake van een enkele draad. Die gaat rond en rond en door in zichzelf te knopen ontstaat er een lap stof. Een weefsel bestaat uit twee groepen draden. De ketting- en inslagdraden kruisen elkaar. De kettingdraden worden opgespannen op het weefgetouw in de lengte van de stof. De inslagdraden lopen in de breedte van de stof. De binding van een weefsel is de wijze waarop de draden elkaar kruisen. De meest voorkomende binding is de linnenbinding, hierbij gaat een draad op en een draad neer. Zo ontstaan er katoenen en linnen stoffen. Door het kunstmatig toevoegen van materialen zoals polymeren ontstaan er nieuwe soorten weefsels. Op dit gebied wordt veel geëxperimenteerd er sinds het begin van deze eeuw zijn er veel nieuwe ‘slimme’ textielen ontstaan. Weefsels kunnen ook van metaaldraden worden opgebouwd, hierdoor ontstaan metaalweefsels. Maar niet alleen ‘draden’ kunnen een textiel gaan vormen, textiel heb je ook in vezelstructuren, deze niet-geweven textielsoort zijn bijvoorbeeld wolvezels die vilt gaan vormen. Vilt wordt vervaardigd door het samenpersen van wol en de vezels gaan in elkaar klitten en vormen de structuur van de stof. Vilt is de eerste vorm van textiel die de mens vervaardigde.
Breisel.
Weefsel.
Vezelstructuur.
9.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Allianz Arena, Munchen, Duitsland. Herzog & Meuron 2005.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in de architectuur - muren verliezen dragende functie De mens gebruikt textiel als tweede huid voor kleding, zo kan textiel ook als huid voor de architectuur worden gezien. In het begin van de modernistische architectuur kwam de uitvinding van het stalen frame, door deze constructie verloren muren hun dragende functie. Het oppervlak van het gebouw komt los te staan en muren konden worden gezien als bedekking die tussen het structurele skelet van een gebouw wordt gespannen. Zo ontstond een nieuwe manier van bouwen en vormgeving. Dit zorgt voor een opmerkelijk begin van de 21ste eeuw, met de bouw van een reeks iconische gebouwen en stadia van skeletframes met daartussen membraanstructuren zie je een omslagpunt in de architectuur. Dit is te zien in het Eden Project, Cornwall United Kingdom (2000), Millennium Dome, Londen UK (2001), Allianz Stadion, Munchen Duitsland (2005), Water Cube, Beijing China (2008). Het Allianz stadion in Munchen is een zeer spectaculair bouwwerk, de combinatie textiel en licht zorgt voor verschillende verschijningsvormen van het stadion. Van afstand lijkt het melkglas, maar kom dichterbij en zie dat het spectaculaire stadion bestaat uit een hele facade van textiel. In deze tijd van verandering en vernieuwing, past dit gebouw goed in zijn periode. We leven in een dynamische wereld waarin alles snel gaat, de communicatie gaat de hele wereld over via internet, telefonie en televisie. Hier gaat de architectuur op zijn eigen manier mee om. De architectuur verandert van uitstraling, van een statisch gebouw naar een dynamisch gebouw. Door middel van glazen glasgevels stralen ze meer openheid uit. Het fascinerende aan het Allianz stadion is dat hij met de voorbijganger de dialoog aan gaat. Het stadion verandert van kleur door middel van licht en zo communiceert hij met de buitenwereld. Hij vertelt door zijn kleur welke van de twee thuisclubs speelt. Is het stadion blauw verlicht dan speelt TSV 1860, bij een rode kleur van het stadion staat het team van Bayern Munchen op de grasmat en bij een witte verlichting speelt het Duits nationaal elftal. Dit gebouw is gemaakt van een stalen constructie met 2760 ruitvormige luchtkussens van ETFE folie, deze zijn vol geblazen met lucht. Een pionier op het gebied van textielarchitectuur is Frei Otto, deze architect heeft in 1972 al het Olympisch sportpark in Munchen op zijn naam kunnen schrijven. Hier is gewerkt met overkappingen van tentconstructies. Het Allianz stadion treed in de voetsporen van het Olympisch Stadion van Frei Otto vanwege de opblaasbare huid.
Stadion Munchen, Frei Otto 1972
Millenium Dome 2001
11.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Mongoolse Gurt tent.
12.
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Hoewel het Allianz stadion op een geheel nieuwe manier communiceert en ook in de materialisering zeer vooruitstrevend genoemd kan worden, is deze manier van bouwen niet nieuw. Eigenlijk zelfs eeuwenoud, ze is gebaseerd op de aloude tent. Deze bestaat ook uit ribben als draagconstructie met daartussen gespannen textiel. Een prachtig voorbeeld is de Mongoolse Gurt tent, hier leeft de hele familie in een ronde ruimte. De bevolking trekt hier al generaties lang van de ene naar de andere vlakte met de kudde mee. Het wol van de schapen wordt vervilt tot dikke doeken wolvilt. De ronde tent bestaat uit een houten constructie met daaroverheen canvas en een dikke laag isolerend wolvilt. De houten constructie is met een ingenieus systeem opklapbaar en zo makkelijk te transporteren. Het verschil met het stadion in Munchen is de nomadencultuur versus de moderne cultuur. De functie is totaal verschillend en het accent ligt op andere eigenschappen. Het stadion in Munchen is transparant, bied plaats aan duizenden mensen en vormt een grote ruimte die op een plek blijft, aandacht vraagt van zijn omgeving en door zijn licht kleuren communiceert met de voorbijganger buitenaf. De Gurt tent is er juist voor een kleine groep mensen, is ingetogen, naar binnen gekeerd en bied bescherming. Het is een flexibel gebouw die gemakkelijk te transporteren is.
13.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Eden Project, Cornwal UK, 2000
14.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in de architectuur - nieuwe materiaaluitvindingen In de jaren negentig zijn er veel uitvindingen gedaan op het gebied van nieuwe materialen, deze zijn doorontwikkeld en het begin van de 21ste eeuw getuigd van een uitzonderlijke periode van verandering op gebied van innovatie in de wetenschap en het textielontwerp. Aan de stoffen weefsels worden kunstmatige materialen toegevoegd. De eerste geheel synthetische vezel was nylon, hierna zijn er nog vele kunstmatige vezels ontwikkeld. Aan de vertrouwde functie die textiel heeft werd een breed scala aan nieuwe eigenschappen toegevoegd. Er werden stoffen ontworpen die zonneenergie kunnen opnemen, stoffen die licht of warmte uit kunnen stralen en van kleur kunnen veranderen. De stoffen zijn UV bestendig, kunnen in hoge mate geprefabriceerd worden en heeft mede door zijn gewicht lage transportkosten. Met deze uitvindingen kunnen producten worden ontworpen die altijd al van textiel werden gemaakt, maar deze nieuwe uitvindingen bieden ook veel fascinerende mogelijkheden voor producten (en gebouwen) waarvan oorspronkelijk niet vanuit een textiel materiaal wordt gedacht. Niet alleen de mogelijkheden binnen textiel veranderen, maar ook het uiterlijk is aan verandering onderhevig. Natuurlijk blijven de katoenen en zijden stoffen bestaan, maar de nieuwe innovatieve hightech textielstructuren stralen iets anders uit dan hun katoenen zuster. Deze stoffen kunnen eruit zien als melkglas of hebben een meer futuristische inslag. Ze is een fascinerend bouwmateriaal die de zintuigen prikkelt. Al deze nieuwe mogelijkheden zorgen ervoor dat textiel niet alleen als materiaal gekozen wordt om zijn sterkte en gewichtsverhouding, maar het materiaal wordt interessant doordat er meerdere functies aan toegekend worden. Textiel vormt een inspiratiebron voor innovatie en kan een hoogwaardige positie in de bouwwereld innemen. In het Eden Project, is net zoals bij het Allianz Stadion gebruik gemaakt van ETFE folie, dit materiaal is een co-polymeer van etheen en tetrafluorethyleen. Dit slimme hightech textiel heeft veel technisch voordelige functies, het is namelijk goed bestand tegen slijtage en agressieve chemicaliën, ook kan het materiaal tegen een continue temperatuur van 150 graden Celsius en is het geschikt als isolatiemateriaal. Voor het Eden Project in Cornwal HET materiaal om te gebruiken voor de botanische tuinen. In de bollen van ETFE-folie worden verschillende klimaten ‘nagebootst’ zodat daar de bijbehorende flora kan groeien. De domes zien eruit als uitvergrote cellen die een aardbol op zich zelf vormen, met elk hun eigen klimaat. Aleksandra Gaca, Architextile 2007
15.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
16.
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Water Cube Beijing, PTW Architects 2008
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in de architectuur - vormgeving In de eerder genoemde projecten; het Allianz stadion en het Eden Project zie je een sterke overeenkomst in structuur en vorm. Het zijn beide bolvormen waar de muren en het dak samensmelten. Van veraf lijkt de stalen constructie op een weefsel maar het werkelijke textiel zit tussen het ‘weefsel’ gespannen. Het Water Cube stadion in Beijing dat gebouwd is ter gelegenheid van de Olympische Spelen heeft dezelfde celvormige structuur. Al deze gebouwen zijn semi transparant en lijken zich op te bouwen uit ‘cellen’, als vezels in een vilten stof. Maar het Olympisch zwembad is anders in vorm, hier is geen organische bolvorm gemaakt, maar een kubus verwijzend naar de hedendaagse architectuur. Door het materiaalgebruik wordt het een bijzonder en futuristisch vierkant gebouw. Het straalt de dynamiek van het water uit en ook hier komt de isolerende waarde van het ETFE folie uitermate geschikt van pas. De kussenmembranen zijn zorgvuldig in patronen gepositioneerd zodat ze het zonlicht dat binnenkomt kunnen regelen doordat de kussens zich vergroten en het patroon gaat overlappen. Het gebouw licht s’avonds blauw op, dat refereert naar het blauwe water van de zwembaden. De Water Cube in Beijing is een iconisch gebouw geworden en zou zonder zijn hightech textiel een naakte verschijning zijn, hier is het textiel als een fundamentele bouwsteen voor het gebouw gebruikt. De vormgeving van gebouwen in kubusvormen is niet nieuw, net zoals het plaatsen van een tweede huidgevel. Er zijn al veel intelligente gevelsystemen met dubbele glasgevels om het binnen klimaat te verbeteren. Een heel vernieuwende manier voor het tegengaan van windhinder is ontworpen door Jan Pesman van Cepezed voor het gebouw van Rijkswaterstaat. Hier is een tweede gevel aan het bestaande gebouw toegevoegd, niet van glas, maar van textiel. Deze tweede gevel zorgt ervoor dat zelfs op grote hoogte ramen te openen zijn zonder hinder van de wind. Het voordeel van textiel in plaats van een tweede glazen gevel is dat niet alleen dat de kosten worden gedrukt, maar het teflon gecoate weefsel is luchtdoorlatend zodat opwarming in de spouw wordt voorkomen. Bij dit ontwerp gaan glas en textiel economisch gezien met elkaar concurreren. Kostentechnisch is textiel interessant aangezien het veel lichter is dan glas en een laag glas met textiel ervoor levert een interessanter beeld op dan twee glazen gevels. Van veraf zie je een structuur waarvan je niet zou zeggen dat het om textiel gaat, pas van dichtbij zie je dat het om een weefsel gaat. Dat is verassend van dit materiaal. Van veraf geeft het zich anders prijs dan van dichtbij. Textiel dat de mens gebruikt als tweede huid, zo gebruikt ook hier de architectuur het materiaal textiel als een letterlijke tweede huid.
Westraven Utrecht, Cepezed 2007
17.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
Burj Al Arab, Dubai 18.
2009/2010
In de vormgeving is er met hightech textielen veel mogelijk. Niet alleen domes of vierkante kubussen zijn te realiseren maar eigenlijk is alles binnen handbereik. In Dubai wilde men het allerhoogste hotel van de wereld maken. De toren van de Arabieren is geïnspireerd op het zeil van een Arabisch schip. Met twee vleugels in de vorm van een V, met in het midden een mast. De open kant is afgesloten met een PTFE coated glass fibre fabric, waardoor een atrium wordt gevormd van maar liefst 180 meter hoog. Het textiel is gespannen en je ziet vanaf buiten de welvingen van de verdiepingen. De combinatie van glas, staal en textiel werken hier erg goed samen. Van buitenaf gezien heb je niet het idee dat het witte materiaal textiel is, het heeft meer weg van een stijf materiaal. Maar van binnen wekt het een andere indruk, je ziet de metalen constructie en het gespannen witte zeil laat een zacht licht binnen. Het is interessant dat textiel deze verandering kan bewerkstelligen. Doordat als je buiten staat het zonlicht op het doek schijnt, zie je een dicht materiaal waar de schaduwen langs glijden gedurende de dag. Maar vanuit binnen gezien schijnt het licht vanachter het textiel en laat een zacht, diffuus schijnsel door. Die sereen en geleidelijk de ruimte binnenvloeit. Deze eigenschap van het PTFE textiel is in dit ontwerp uitgebuit en geeft een eigenzinnige beleving aan het Burj Al Arab Hotel. Het is interessant om te zien dat de buitenkant van het gebouw een imitatie doet van textiel door te refereren naar een zeil van een schip en dat als je binnenkomt verrast wordt doordat het materiaal echt textiel blijkt te zijn. Het gebouw is een symbool van de stad geworden en een van de beroemdste gebouwen ter wereld. Dat textiel in de vormgeving ook een inspiratiebron kan zijn zonder werkelijk van het materiaal gebruik te maken zie je terug in het ontwerp van architect Massimiliano Fuksas in Milaan. Bij het evenementencomplex waar jaarlijks de Salone des Mobile wordt gehouden zie je ook een celstructuur, net zoals bij het Allianz Stadion, Eden Project en de Water Cube. Alleen hier gedraagt de celstructuur zich als een golvende doek waar je onderdoor kunt lopen. De ‘doek’ is gedrapeerd over boomvormige stalen palen.Textiel vormt hier een inspiratiebron. De stijfheid en transparantie die zijn verkregen door het gebruik van staal en glas zorgen voor een opmerkelijke en moderne verschijning.
New Trade Fair Milano Fuksas 2002-2005
19.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
GSW House Berlijn, Sauerbruch Hutton Architecten 20.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in de architectuur - transparante facades Met de toename van het gebruik van glas in de architectuur is de vraag naar zonwering ook toegenomen. Deze wordt vaker deel van de opgave en meegenomen in het ontwerp. Glazen facades zijn prettig voor de werknemers in het gebouw. Je hebt de mogelijkheid om naar buiten te kijken, en je werkplek is op een natuurlijke manier verlicht. Het nadeel van zoveel glas is dat de werkplek snel overbelicht wordt als de zon krachtig schijnt. Daarom is het van belang dat bij glazen facades rekening wordt gehouden met de verduistering. Een glazen facade straalt openheid uit, transparantie en het vervaagt de grenzen van binnen en buiten. Bij de verduistering van de facade gaat het gebouw een andere taal spreken. Een voorbeeld van textiel achter een glazen facade waarbij deze echt mee gaat doen in de architectuur is bij het GSW House in Berlijn van Sauerbruch Hutton Architecten. Is het winter en de lucht is grijs en regenachtig, dan gedraagt het gebouw zich daar ook naar. Het glazen gebouw heeft een grijs uiterlijk door het staal en beton en ziet er bedroefd uit. Maar zodra de zon gaat schijnen hebben de werknemers behoefte aan zonwering en deze reflecteert in vrolijke kleuren. Het gebouw krijgt een vriendelijkere uitstraling en de zonwering wordt een beweeglijk patroon van verschillende kleurtonen. De structuur in het gebouw refereert naar het lijnenspel van een weefsel, met zijn op en neer gaande draden van ketting en inslag. Dit gordijn van ketting en inslagdraden wordt aan de beëindiging van het gebouw opgehangen die wat weg heeft van een gordijnrails.
Samenvatting Dankzij de uitvinding van het stalen skelet verliezen muren hun dragende functie. Hierdoor heeft textiel de mogelijkheid gekregen om zich in het exterieur van de architectuur te ontwikkelen. Door de uitvindingen van hightech textielen krijgt ze meerdere functies waardoor het een interessant bouwmateriaal wordt. De toepassingen die door architecten worden gedaan zijn verschillend, bij het ene gebouw wordt vanuit de functie gedacht en vanuit daar textiel als materiaal gekozen. Dat zie je goed terug bij de Botanische tuinen waar goed isolerende en licht doorlatende textielen domes zijn gemaakt. Bij andere ontwerpen zie je dat textiel als inspiratiebron is gebruikt en bijdraagt aan de beleving van een gebouw. Door zijn vele verschijningsvormen is textiel een interessant materiaal om te gebruiken in deze tijd van dynamiek en verandering.
21.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Ria van Eijk Over het vloertapijt voor de burgerzaal van het Koninklijk Paleis op de Dam. 1998 ‘Het vloertapijt was alleen al technisch gezien een zeer complexe opdracht, maar ook een uitgelezen kans om de ‘kracht van textiel’ te laten zien. Textiel kan in interieurs en gebouwen een prachtige rol krijgen, maar je ziet het zelden spannend toegepast,’ vind van Eijk. ‘Het is vaak te decoratief of van dat ambachtelijk geknutsel. Ik zie textiel juist als een element van architectuur, maar zo wordt het eigenlijk zelden gebruikt. Die kracht wordt er bijna nooit aan gegeven’.
22.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in het interieur Ontwerpen met textiel is iets heel anders dan textiel ontwerpen. De nieuwe hightech textielen zijn niet alleen interessant op facade en architectuur niveau, maar ook binnen de interieurarchitectuur. Wat kan textiel in het interieur betekenen? Functioneel kan het de falende, harde, gehorige architectuur helpen door middel van akoestische verbeteringen. Ze kan een accent in de ruimte aanbrengen. Een decoratief, figuratief textiel heeft een visuele aantrekkingskracht waardoor zij wellicht de bezoeker in beweging kan zetten en door de ruimtes kan leiden. Kan textiel de gebruiker beïnvloeden in zijn beleving van de ruimte? Het visuele effect dat textiel heeft op de mens is interessant. Het lijnenspel en vergrotende contrast dat textiel krijgt als er een laag licht overheen valt, doet interessante dingen met het textiel, maar ook met de ruimte eromheen. Het textiel wordt ruimtelijk en wordt een onderdeel van het gebouw. Gebouwen worden steeds groter en er moeten steeds meer mensen in kwijt. Er is vraag naar een ander soort architectuur, er worden grote winkelcomplexen gebouwd, kantoren en stadia. De een imponeert nog meer dan de ander, de toevoeging van textiel kan voor het imponerende effect zorgen, maar het kan ook een menselijke maat in het gebouw terug brengen.
23.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Porseleinafdeling Groninger Museum, Phillippe Starck 2008
Public Library Seattle, OMA Rem Koolhaas - Petra Blaisse 2005
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in het interieur - ruimteafscheidingen Een ruimte afscheiden van de andere ruimte kan door middel van een muur die tussen de twee ruimtes wordt geplaatst. Bij deze manier moet de gebruiker zich heel bewust van de ene naar de andere ruimte bewegen. Maar er zijn tal van mogelijkheden om ruimtes van elkaar te scheiden en qua materialisering is er ook veel mogelijk. Wat maakt textiel dan zo interessant om voor dit materiaal te kiezen? Textiel is heel visueel aanwezig in een gebouw. Het kan je route bepalen en je langs bepaalde punten heenleiden. In combinatie met licht zie je dat er een spannende visuele beleving komt. Bij de porseleinafdeling in het Groninger Museum zijn textiel en licht in de wandafscheidingen toegepast. Phillippe Starck versluiert de ruimte. Het licht langs de bovenkant vormt de detaillering en leid je langs de voile gordijnen door de ruimte, langs de vitrines met Chinees en Japans porselein. Deze gordijnen roepen een mysterieuze spanning op. Er zit altijd iets achter een gordijn en zelfs gesloten roept het een gevoel van ruimtelijkheid op. Je kan niet meteen de hele ruimte overzien, maar je ziet vaag dat er aan de ander kant meer vitrines staan en mensen bewegen. Het stimuleert om te gaan ontdekken wat de tentoonstelling nog meer te bieden heeft. De semi transparantie van het materiaal is hier ontzettend goed uitgebuid. Deze feeërieke vitrage opstelling is esthetisch en qua beleving interessant, ook functioneel is het gebruik van textiel als wand heel praktisch. Als de collectie verandert en er is behoefte naar een andere indeling van de ruimte dan is het met deze textielopstelling gemakkelijk te bewerkstelligen. Bij statische scheidingswanden zou dat veel lastiger zijn. In dit ontwerp is textiel een bouwmateriaal dat de ruimte accentueert, voor de beleving en werking van de tentoonstellingsruimte zorgt. Zonder deze gordijnen waren er geen aparte ruimtes en doorgangen maar zou er een grote open zaal ontstaan die niet de kwaliteit zou hebben dan wat de ruimte nu uitstraalt. Ruimte afbakening kan ook door middel van de vloer materialisering. Je stapt van de ene kleur vloer in de ander en betreedt zo een andere functie in de ruimte. Je ervaart de ruimte als een geheel met onderdelen die in andere kleuren zijn weergegeven. Dit kan een ruimte overzichtelijker maken en hem van zijn saaiheid ontdoen. Een gebouw waarbij de natuur naar binnen wordt gehaald en met textieltoepassingen op de vloer wordt gewerkt is de Public Libary van OMA, hier heeft Petra Blaisse ruimtes afgebakend door tapijt. De grens tussen binnen en buiten vervaagt. Door de verschaling
25.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Gemeentehuis Hellendoorn, Claus & Kaan Architecten - Claudy Jonstra 2007
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
van de graspatronen krijg je een geweldig uitvergroot patroon dat van buiten naar binnen wordt gehaald, dit zorgt voor een verrassend visueel effect. De natuur wordt naar binnen gehaald en vormt rustpunten voor de mensen in het gebouw, hier kan je ontspannen gaan zitten. De natuurbeelden in samenwerking met textiel zorgen voor verzachting. Textiel op de vloer geeft een warm en veilig gevoel in dit immense gebouw. Hier is heel bewust een scheiding gemaakt tussen loopbanen van harde materialen en rustpunten van zijn tegenhanger; zachte materialen. Licht heeft in deze bibliotheek een bijzondere kwaliteit, ze speelt met de architectuur en legt met schaduwen een tweede laag over de vloeren. Hier worden de natuurbeelden van textiel onderdeel van het ontwerp in plaats van dat het een ‘opgeplakte’ decoratie blijft. De architectuur met zijn harde lijnenspel en de tapijten met zijn beweeglijke grasstructuren smelten samen. Nog een andere manier van het afbakenen van ruimte door middel van textiel is een heel intieme en gesloten manier. Textiel kan een hele geborgen beleving opwekken die je op je gemak stelt. Als een tent of een grot, waar de ruimte zich om je heen sluit op een organische manier. Dit gebeurt bij de Mongoolse Gurt tenten, maar vanuit deze inspiratie zijn daar ook modernere voorbeelden van, bijvoorbeeld in het gemeentehuis van Claus en Kaan Architecten. Het blauwe volume gedraagt zich op een totaal andere manier, dan het gebouw waar het in staat. De harde monotonie van de bakstenen wanden wordt onderbroken door een diamantachtige organische vorm. Het object heeft een heel andere kleur dan de rest van het gebouw en markeert de plek als een afzonderlijk, op zichzelf staande ruimte. Dit intieme bouwwerk vormt de raadzaal. Van de buitenkant uitgevoerd in blauwtinten van zacht vilt die erg afsteken bij de kleuren in de rest van het gebouw. Het verrassende effect ervaar je als je de raadzaal binnen gaat. De binnenkant is op dezelfde manier met wolvilt bekleed als de buitenkant, maar deze is in wit en ecru tinten afgewerkt. Dit geeft een licht en ruimtelijk effect dat je uit voorhand niet bedenkt als je op het blauwe, zachte, diamantachtige object afloopt. Het is interessant om te zien wat kleur kan doen met de beleving van de ruimte. De tegenstellingen van vorm en materiaalkeuze dragen bij aan de beleving. Door een totaal ander vorm in het gebouw te plaatsen van een zacht materiaal, worden uitersten naast elkaar geplaatst die elkaar versterken. De textielkunstenaar maakt ruimte en de architect laat haar toe in zijn gebouw, je ziet dat beide disciplines elkaar gaan overlappen om tot een geheel te komen.
27.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Nieuwe Bibliotheek Amsterdam, Jo Coenen - Claudy Jongstra 2007
Felt for Architecture, Claudio Varone - Anneke Copier 2009
28.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Textiel in het interieur - door het oog getrokken
Textiel kan een visuele prikkel teweeg brengen, het maakt nieuwsgierig en je loopt erop af. Het textiel ziet er van veraf anders uit dan van dichtbij. Van veraf zie je kleurvlakken en schaduwen. Van dichterbij geeft het textiel zich prijs, het tactiele aspect van textiel komt naar boven en je ziet de texturen van het weefsel met ingewikkelde knooptechnieken en verbindingen van het ene met het andere textiel. In de Nieuwe Bibliotheek van Amsterdam lijkt van veraf de vilten muur van Claudy jongstra op een wit vlak met daarop okergele penseelstreken. Maar kom dichterbij en zie de structuren van de draden en knopen als een reliëf, vastgeklemd door de viltvezels. Het vilt gedraagt zich als kunst die als een wandbekleding samengesmolten is met het gebouw. Het geeft het gebouw een identiteit, iets bijzonders en unieks. Je wilt de muren gaan aanraken en dat mag! Architectuur, kunst en textiel worden een. In kleinere orde van grote zie je de verandering ook bij de serie Felt For Architecture van Claudio Varone en Anneke Copier. Van veraf zie je een reliëf tekening in de vorm van bloemen en organische vormen in een egale kleur, maar van dichtbij zie je de structuren van vilten vezels die als omgeslagen flappen dicht naast elkaar gerangschikt zijn. Het licht dat over het reliëf heen strijkt zorgt voor de kleurnuances. Het is iets puur esthetisch. Decoratief, maar ook een functionele decoratie. In de Nieuwe Bibliotheek van Amsterdam slurpt de enorme vilten wand het geluid op. Maar het textiel zorgt ook voor een imponerende entree die je naar de balie toe leid. Het is interessant om te zien dat op deze manier functie, architectuur en textielkunst met elkaar samensmelten en dat de kunst ‘vast’ komt te zitten aan het gebouw. Kunst is niet meer een los element die je overal neer zou kunnen zetten. Op deze manier gaat de textielkunstenaar op dezelfde manier te werk als de architect, die plaatst zijn gebouw ook in de context van de omgeving,
29. 2.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
30.
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
Vilttapijt Cell - Lama concept
2009/2010
Samenvatting Veelgebruikte materialen in de architectuur zijn harde soorten als steen, staal, beton en glas. In veel eerder genoemde voorbeelden zie je dat deze materialen heel goed met textiel samengaan. Ze concurreren niet met elkaar maar maken een plus een is drie effect. De ontwikkelingen van nieuwe textielen en mogelijkheden maken dat het een zeer interessant materiaal is om in het interieur te verwerken. Het heeft zich bewezen als volwaardig materiaal die bijdraagt aan de beleving van een gebouw. Het heeft veel toepassingsmogelijkheden en verschilt van uiterlijk van strak, modernistisch tot kleurrijk en organisch. In 1998 heeft Ria van Eijk het tapijt voor het Paleis op de Dam gemaakt. Ze vind textiel een krachtig materiaal die als een element van de architectuur kan worden gezien.Tot dan toe wordt die kracht er zelden aan gegeven. Maar de ontwikkelingen sinds die tijd laten interessante nieuwe mogelijkheden zien. De kracht van textiel wordt steeds vaker gezien. Architecten laten textielkunstenaars toe ik hun ontwerpen en zo ontstaan er fascinerende gebouwen, waar de architectuur en textielkunst met elkaar samensmelten in plaats van dat het ‘opgeplakte’ decoratie blijft. Textiel wordt meer gezien als een element van de interieurarchitectuur en de kracht die zij aan de beleving van de ruimte kan geven wordt steeds duidelijker.
31.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Foto textielfestival Leiden 2010
32.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Conclusie Haal het textiel weg uit de gebouwen bij de architectuur voorbeelden en er blijft een naakte stalen constructie over die geen wind, regen of kou buiten kan houden. Hier kan het (hightech) textiel gezien worden als een fundamentele bouwsteen van de architectuur. De komst van de stalen frame constructie heeft hier een groot aandeel in gehad. De muren hebben hun dragende functie verloren en tussen het stalen skelet kunnen materialen worden gespannen. Door de uitvindingen van veel nieuwe ‘slimme’ textielen in het begin van deze eeuw is textiel gaan concurreren met andere bouwmaterialen. Een bouwsteen die veel met de beleving van de architectuur doet. Textiel heeft veel verschijningsvormen die het interessant maakt om het materiaal te gebruiken in deze tijd van dynamiek en vernieuwing. Van dichtbij geeft het materiaal zich vaak anders prijs dan van veraf. Dit zorgt vaak voor een verassend effect, waardoor er een boeiend gebouw ontstaat. In het interieur levert textiel een bijdrage aan de beleving van de ruimte. Door een spannend visueel beeld van dit zachte materiaal wordt je afgeleid van een grote ruimte en kan het zorgen voor een menselijke maat. Textiel helpt je subtiel de weg door het gebouw te vinden, door prikkels af te geven waar je oog door wordt getrokken. Het schept duidelijkheid in de ruimte; het ene textiel leid je naar de balie, de ander naar rustpunten in het gebouw en weer een ander zorgt voor de routing die je door een museumafdeling brengt. Textiel kan zorgen voor een krachtig gebaar, die meer is dan opgeplakte ‘decoratie’, maar samensmelt met de architectuur. Ze levert haar bijdrage in de beleving van een gebouw, maakt de routing duidelijk, maar ook in functionele toepassingen als akoestiek levert textiel een belangrijke bijdrage. Je ziet dat architecten het belang van textiel gaan zien en textielkunstenaars betrekken bij hun ontwerpen. Textiel is een inspiratiebron voor de architectuur geworden en hier komen op verschillende manieren innovaties uit voort. Dit is opmerkelijk. De architectuur en het interieur krijgen een andere identiteit ontleent aan textielbeelden.
33.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
IST, Daphne Brasser 2010
34.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Bronvermelding Boeken: Mildred Constantine / Jack Lenor Larsen. The Art Fabric: Mainstream. New York (uitgeverij Van Nostrand Reinhold Company) Mildred Constantine / Laurel Reuter. Whole Cloth. New York (uitgeverij The Monacelli Press) 1997. Mireille Houtzager, Maurice Berger, Mildred Constantine. USA Today. Tilburg (Uitgeverij Nederlands Textielmuseum Tilburg) 1993 Liesbeth Crommelin. Amsterdam. Textiel in het Stedelijk. (uitgeverij Lecuris bv Eindhoven) 1993. Dery Timmer. Art Textiles of the World, The Netherlands. (Telos Art Publishing) 2001. Ursula Pahnke-Felder, Beatrijs Sterk, Dietmar Laue en Thei Voragen. Fascinatie Textiel. Venlo (Uitgeverij Van Spijk) 1990. Ingeborg de Roode, Toon Lauwen. Matter and Meaning, Claudy Jongstra. (Uitgeverij Artimo) 2006. Chloe Colchester. Textiles today, a global survey of trends and traditions. United Kingdom (Uitgeverij Thames & Hudson) 2007. Caroline Boot. MADE IN TILBURG design – kunst: productie textielmuseum. Gent (Uitgeverij Snoeck – Ducaju & Zoon) 2004. Bradley Quinn. Textile Designers at the cutting edge. London (uitgeverij Laurence King Publishing Ltd) 2009 Petra Blaisse. Inside Outside. Rotterdam (uitgeverij: NAI publishers) 2007
35.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
IST, Daphne Brasser 2010
36.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Artikelen: Emily Gordts. ‘Exclusief: Nieuwe Luxe’, Elsevier, 2-9-2006 Jeroen Junte. ‘Omgekeerde leefwerelden’, Het Financieel Dagblad, 12-5-2007 Egbert Koster. ‘Glazen ballon in de berm’, Het Financieel Dagblad, 31-12-2005. Jeroen Junte. ‘Meters maken’. De Volkskrant, 17-11-2005. Machteld van Hulten. ‘Gordijnen als Architectuur; Ontwerpster Petra Blaisse’. De Volkskrant, 11-5-2006. Edzard Mik. ‘Het gordijn als bemoeial; Beschouwing De interventies van onwerpster Petra Blaisse’. Vrij Nederland, kunst&cultuur. 3-3-2007 Harmen Bockma. ‘Groninger museum ruim half jaar dicht’. De Volkskrant. 29-10-1009 Emmy van Eijk. ‘Onderzoek: Textiel in architectuur’. Onderzoek student TU Delft voor Msc2 semester ‘Architectoniek’. 2005 ‘Never felt before: 10 jaar studio Claudy Jongstra’, www.kunst.nu 2006
Bezocht: MHKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen - Tentoonstelling: Textiles, Kunst en het sociale weefsel Textielfestival 2010 Leiden Audax Textielmuseum Tilburg - Wollendekenfabriek, Textiellab Textielweekend Tilburg 2009 37.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
IST, Daphne Brasser 2010
38.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Websites:
www.wikipedia.com
www.cultuurnetwerk.nl
www.kunstbus.nl
www.google.nl
www.gettyimages.com
www.architectenweb.nl
www.christojeanneclaude.net
www.membraanstructuren.com
www.insideoutside.com
www.claudyjongstra.com
www.polyned.nl
www.fabricarchitecturemag.com
www.dearchitect.nl
www.kunst.nu
39.
Bijlagen
TEXTIEL IN ARCHITECTUUR
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Eden Project 2000 Cornwall Nicholas Grimshaw Luchtkussens van ETFE folie Botanische tuin
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Allianz Arena 2005 Munchen Herzog&Meuron Luchtkussens van ETFE folie Stadion
41.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
GSW-House 1990 Berlijn Sauerbruch Hutton Architecten Glas, staal, beton met zonwering van stof Kantoorgebouw waarbij de uitstraling wordt bepaald door de meeontworpen zonwering.
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Burj al Arab Hotel 1998 Dubai W.S. Atkins PTFE coated glass-fibre fabric Hotel. Bijzonder detail: voor het eerst dat membranen in een vertikale gevel werden toegepast.
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Water Cube 2008 Beijing PTW architects Stalen frame met luchtkussens van ETFE folie Olympisch zwembad
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Project Yurt Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Sylvania way bridge 2008 Clydebank Neil McLean Architects RMJM PTFE coated glass fibre (zit ook over de millenium dome) Brug
Westraven Rijkswaterstaat 2007 Utrecht Cepezed 2e gevel van Teflon gecoat glasweefsel Kantoorcomplex
eeuwenoud Mongolie Houten geraamte afgedekt met canvas en dikke laag wolvilt voor isolatie. Wonen
43.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Millenium Dome 2001 Londen Richard Rogers Tentconstructie met een overkoepeling van 365 meter van PTFE-coated glass fibre Evenementencomplex
Project Olympisch Stadion Munchen Jaar 1972 Plaats Munchen Architect Frei Otto Materiaal Het stadion heeft een transparant dak van textiel gedragen door een tentconstructie. Toepassing Tot 2005 het stadion van Bayern Munchen en 1860 Munchen.
44.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
TEXTIEL IN HET INTERIEUR
Project Santa Rosa’s Federal Building Cloud series Jaar 1979 Plaats California Textielkunstenaar Lenore Tawney Materiaal Lange geverfde kabel draden in blauwtinten. Toepassing Entreehal van regeringsgebouw
Project Public libary Jaar 2000-2005 Plaats Seatle, USA. Architect Rem Koolhaas Textielkunstenaar Petra Blaisse Inside Outside Materiaal Vloertapijten Toepassing In de bibliotheek zijn alle tapijten ontworpen door Petra Blaisse. Het gebouw is door Rem Koolhaas’ bureau OMA ontworpen.
46.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Project deSingel Internationale kunstcampus Jaar 2008 Plaats Antwerpen, Belgie Textielkunstenaar Petra Blaisse Inside Outside Materiaal Vloertapijten en verticale doeken beprint met grasfoto’s Toepassing Tentoonstelling
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Groninger museum, porseleinafdeling 2008 Grongingen Philippe Starck Voile doeken in combinatie met licht. Textiel leid de bezoeker door de ruimte.
Project elt for Architecture Cactus Gialli Jaar 2009 Plaats Hauwers/Adam Architect Claudio Varone Textielkunstenaar Anneke Copier Materiaal Viltdoeken Toepassing Verschillende soorten toepassingen, vooral in woningen.
47.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Cockpit Hessing 2005 Utrecht ONL Oosterhuis Lenard Polyned Dubbelgekromd plafond naar de contouren van het aluminium dak. Batyline HM zorgt voor geluidsabsorptie. Autoshowroom.
Project Kunsthal Jaar 2005 Plaats Rotterdam Architect Rem Koolhaas OMA Textielkunstenaar Claudy Jongstra Materiaal Textielwand Toepassing Expositieruimte
Project Bibliotheek Jaar 2007 Plaats Amsterdam Architect Jo Coenen Textielkunstenaar Claudy Jongstra Materiaal Textielwand Toepassing Bibliotheek
48.
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Lawn Tennis Association 1979 Londen Anne Kyyro Quinn In het restaurantgebied zijn 8 panelen geplaatst met diagonaal getwist textiel. Kantoor
Project Gemeentehuis Jaar 2007 Plaats Nijverdal gemeen te Hellendoorn Architect Claus en Kaan Architecten Textielkunstenaar Claudy Jongstra Materiaal Vilt van wol en zijde. Toepassing Huis voor Cultuur en bestuur met blauwe nomadentent als raadzaal.
49.
Scriptie: Textiel, Licht & Ruimte
Koninklijke Academie van de Beeldende Kunst Den Haag
ARCHITECTUUR ALS TEXTIEL
50.
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
The Yas Hotel 2007-2009 Abu Dhabi Asymptote Architects Een 217 meter lange gecurvde vorm van staal met glazen panelen die als een doek over het gebouw valt. Hotel
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Stadhuis 1999-2002 Alphen ad Rijn Erick van Egeraat Associated Architects. Dubbel gekromde vorm van glas, geinspireerd op de valling vantextiel. Stadhuis
Daphne Brasser
Interieur Architectuur VT4
2009/2010
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
Institut du Monde 1988 Parijs, Frankrijk Jean Novel De gevel filtert het licht. Het patroon is afgeleid van het dessin van een arabisch kleed. Museum, bibliotheek, restaurant, kantoor, auditorium.
Project Jaar Plaats Architect Materiaal Toepassing
New Trade Fair 2002-2005 Milaan Massimiliano Fuksas Een glazen dak die als een doek over de boomvormige stalen palen gedrapeerd is. Evenementenhal
51.