Screening LCA van e-waste recycling in Nederland 2009 - 2012
Datum: Versie: Project nummer:
9 april 2013 Eindrapport CL1006b
In opdracht van:
Hendrik Bijker, Wecycle
Uitgevoerd door:
Jorrit Leijting, PRé Consultants bv
PRé Consultants bv
Dit rapport is geschreven door PRé Consultants bv. PRé Consultants helpt bedrijven en overheden bij het ontwikkelen van duurzame producten en diensten. PRé Consultants heeft meer dan 20 jaar ervaring in het uitvoeren van Life Cycle Assesment (LCA) studies; van ISO conforme studies tot screening LCA’s. De op LCA gebaseerde oplossingen zijn zowel praktisch als wetenschappelijk onderbouwd. PRé Consultants is marktleider op het gebied van de ontwikkeling van LCA software. Onze professionele LCA tool, SimaPro wordt in meer dan 80 landen gebruikt door bedrijven, adviesbureau’s, universiteiten en onderzoeksinstituten. PRé Consultants uit Amersfoort heeft een kantoor in de Verenigde Staten en werkt samen met een wereldwijd partnernetwerk. Dit ervaren netwerk biedt advies, oplossingen en ondersteuning aan grote internationale bedrijven en projecten. PRé Consultants bv Printerweg 18 3821 AD Amersfoort Telefoon: 033 455 50 22 www.pre-sustainability.com
ii
PRé Consultants bv
Inhoudsopgave Samenvatting ..................................................................................................... 1 1
Inleiding ..................................................................................................... 5
2
Doel en uitgangspunten ............................................................................. 6
2.1 Doel van het onderzoek ............................................................................. 6 2.2 Werkwijze .................................................................................................. 6 2.2 Uitgangspunten ......................................................................................... 6
3
2.2.1 . Functionele eenheid ........................................................................................................... 6 2.2.2 . Systeemgrenzen ................................................................................................................. 7 2.2.3 . Impact assessment ............................................................................................................. 8 2.2.4 . Gegevensbronnen .............................................................................................................. 9
Resultaten ................................................................................................ 10
3.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling ...... 10 3.1.1 . Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling in 2012 ............... 10 3.1.2 . Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling 2009-2012 .......... 13
3.2 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s . 13 3.2.1 . Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s in 2012........... 13 3.2.2 . Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s in de periode 2009-2012 ................................................................................................................................... 14
3.3 Vermeden milieubelasting ....................................................................... 15 3.3.1 . Vermeden milieubelasting 2012 ...................................................................................... 15 3.3.2 . Vermeden milieubelasting voor 2009 – 2012 .................................................................. 18
3.4 Vermeden milieubelasting door verwijdering (H)CFK’s ............................ 19 4
Conclusies ................................................................................................ 20
4.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering ............................................ 20 4.1.1 . Materiaalrecycling en verwijdering (H)CFK’s in 2012....................................................... 20 4.1.2 . Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2009 - 2012 ........................................... 20
4.2 Vermeden milieu effecten ....................................................................... 21 4.2.1 . Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2012 ...................................................... 21 4.2.2 . Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2009 - 2012 ........................................... 21
Bijlage 1 Vergelijkingsbasis primaire en secundaire grondstoffen .................... 23 Bijlage 2 Aannames .......................................................................................... 25 Bijlage 3 Tabellen ............................................................................................. 27 Bijlage 4 Vermeden milieubelasting per teruggewonnen materiaal................. 28 Literatuur ......................................................................................................... 33 iii
PRé Consultants bv
Samenvatting Wecycle is een uitvoeringorganisatie die zorgdraagt dat het in Nederland vrijkomende afgedankte electronica - e-waste - wordt ingezameld en verwerkt. In 2012 bedroeg de hoeveelheid door Wecycle ingezamelde apparaten ruim 120 kton. Uit deze hoeveelheid werd onder meer de volgende secundaire grondstoffen gegenereerd; ijzer (48 kton), glas (15 kton), kunststoffen (15 kton), koper (3 kton) en aluminium (4 kton). Deze secundaire grondstoffen kunnen opnieuw ingezet worden in productieprocessen en daarmee primaire grondstoffen vervangen. Hiermee wordt de levenscyclus van deze primaire grondstoffen en de daarbij behorende milieueffecten (voor mens en natuur schadelijke emissies, landgebruikseffecten op de biodiversiteit, schaarste/uitputting van natuurlijke hulpbronnen, enz.) voorkomen. PRé Consultants is in 2010 begonnen met het in kaart brengen van de vermeden milieueffecten door materiaalrecycling en het verwijderen en vernietigen van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur. In deze studie zijn de vermeden milieueffecten door toepassing van recycling in kaart gebracht voor het jaar 2012. Tevens worden de resultaten voor de jaren 2009 – 2011 samengevat weergegeven. De milieuanalyse heeft plaatsgevonden op basis van de levencyclusanalyse (LCA) werkwijze. In een LCA wordt de gehele levenscyclus, van wieg tot graf, van een product beoordeeld. Dus van grondstofwinning, productie, gebruik en afdanking. In het geval van inzameling en verwerking van ewaste zal echter de levenscyclus van secundaire materialen vanaf de inzameling tot product dat geschikt is voor verdere verwerking afgezet worden tegen de levenscyclus van primaire materialen, van de winning van grondstoffen tot product dat geschikt is voor verdere verwerking. De milieueffecten zijn berekend met de ReCiPe 2008 methodiek. Hierbij kunnen de milieueffecten uitgedrukt worden op het niveau van milieuthema’s en als één milieuscore (single score) waarbij de eenheid Pt wordt gebruikt. Dit maakt een vergelijking tussen de verschillende systemen begrijpelijk en interpreteerbaar. Daarnaast wordt de IPCC 2007 methode gebruikt om het effect op klimaatverandering te bepalen. Voor het verkrijgen van gegevens is gebruik gemaakt van het ewaste registratieprogramma WF-RepTool, de Ecoinvent database versie 2.2 en literatuur. Door recycling van materialen uit e-waste is in 2012 de uitstoot van in totaal 119.000 ton CO 2 equivalenten vermeden (zie tabel 1). Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 40.000 benzineauto’s in Nederland 1. Door het verwijderen en vernietigen van (H)CFK houdend koelmiddel en isolatiegas uit Koel- en Vriesapparatuur werd in 2012 circa 330.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van bijna 115.000 benzineauto’s in Nederland. In totaal werd er door het verwerken van e-waste bijna 450.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. In tabel 1 wordt de vermeden CO 2 equivalenten per categorie e-waste weergegeven. Het recyclen van Koel- en Vriesapparatuur levert veruit de grootste hoeveelheid vermeden CO 2 equivalenten op en dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de verwijdering en het vernietigen van (H)CFK houdend koelmiddel en isolatiegas.
1
Er is hierbij uitgegaan van een directe emissie (Tank to Wheel) van 194 g CO2 eq. per km (Boer, L.C. den et al, 2008) en een gemiddelde afstand van 15.000 km per jaar.
1
PRé Consultants bv
Tabel 1 Vermeden CO 2 equivalenten per e-waste categorie (2012)
e-waste categorie
Vermeden CO 2 eq. door materiaalrecycling (ton CO 2 eq./ton ewaste)
Koel- en vriesapparatuur TV’s Energiezuinige lampen Groot witgoed Overig Wit- en Bruingoed ICT apparatuur Totaal
Vermeden Totaal vermeden CO 2 eq. door ton CO 2 eq. door (H)CFK materiaalrecycling verwijdering (ton CO 2 eq./ton) 1,2 14,1 28.000
Totaal vermeden ton CO 2 eq. door (H)CFK verwijdering 330.000
0,3 0,3
-
6.000 500
-
1,4 1,1
-
43.000 29.000
-
0,9 -
-
12.000 119.000
330.000
De vermeden hoeveelheid CO 2 equivalenten per materiaaltype wordt weergegeven in tabel 2. Per ton teruggewonnen aluminium wordt de grootste hoeveelheid CO 2 vermeden. Het terugwinnen van ijzer levert, door de grote hoeveelheden dat teruggewonnen wordt, de meeste vermeden CO 2 equivalenten op. Tabel 2 Vermeden CO 2 equivalenten per materiaaltype (2012)
Materiaal
Aluminium IJzer Koper Zink Kunststof Glas Totaal
Vermeden CO 2 eq. door materiaalrecycling (kg CO 2 eq./ton e-waste) 11.000 1.500 700 800 100 -30 -
Totaal vermeden CO 2 eq. door materiaalrecycling (ton CO 2 eq.) 42.000 74.000 2.000 40 1500 -450 119.000
Vanaf 2009 is jaarlijks een schatting gemaakt van de vermeden CO 2 equivalenten door recycling van e-waste. In tabel 3 wordt de vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling en door (H)CFK verwijdering weergegeven voor de periode 2009 tot en met 2012. Tabel 3 Vermeden CO 2 equivalenten voor de jaren 2009 - 2012
jaar
2009 2010 2011 2012
Totaal vermeden ton CO 2 eq. Totaal vermeden ton CO 2 eq. door materiaalrecycling door (H)CFK verwijdering 73.000 530.000 89.000 400.000 104.000 500.000 119.000 330.000
2
PRé Consultants bv
Naast de berekening van de vermeden CO 2 uitstoot is ook gekeken naar de vermeden milieubelasting. De eenheid voor de score is punten (Pt). Één punt komt overeen met een duizendste van de referentiescore: de totale jaarlijkse milieubelasting per Europeaan. In deze berekening is niet de vermeden milieubelasting door het verwijderen van materialen zoals batterijen, asbest, kwik en CFK houdende koudemiddelen meegenomen. In totaal wordt er door materiaalrecycling ongeveer 32.000 kPt vermeden. Door het verwijderen en vernietigen van (H)CFK houdend koelmiddel en isolatiegas uit Koel- en Vriesapparatuur werd in 2012 circa 17.000 kPt vermeden. Hierbij is de vermeden bijdrage aan klimaatverandering het grootst (ruim 15.000 kPt) waarna vermeden ozonlaagaantasting (1500 kPt) en humane toxiciteit (125 kPt) volgen. Tabel 4 Vermeden milieubelasting per e-waste categorie (2012)
e-waste categorie
Koel- en vriesapparatuur TV’s Energiezuinige lampen Groot witgoed Overig Wit- en Bruingoed ICT apparatuur totaal
Vermeden milieubelasting door materiaalrecycling (Pt/ton e-waste) 305
Totaal vermeden milieubelasting door materiaalrecycling (x 1000 Pt) 7.200
120 45
2.500 74
310 20
9.500 8.900
280
3.900 32.000
Totaal vermeden milieubelasting (x 1000 Pt) door (H)CFK verwijdering 17.000
17.000
Per ton wordt met het recyclen van koper de grootste milieubelasting vermeden. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt omdat de uitputting van de kopervoorraden een groot effect hebben. Bij de winning en productie van koper ontstaan giftige afvalstoffen waardoor koper vooral bijdraagt aan humane toxiciteit. Na koper volgen aluminium, ijzer, kunststof en zink. Recycling van glas levert geen milieuvoordeel op. Tabel 5 Vermeden milieubelasting per materiaaltype (2012)
e-waste categorie
Aluminium IJzer Koper Zink Kunststof Glas totaal
Vermeden Totaal vermeden milieubelasting milieubelasting (x door 1000 Pt) materiaalrecycling (Pt/ton e-waste) 952 3.560 363 17.500 2981 9.200 329 15 127 1.800 -3 -46 32.000
Vanaf 2009 is jaarlijks een schatting gemaakt van de vermeden milieubelasting door recycling van ewaste. In tabel 6 wordt de vermeden milieubelasting door materiaalrecycling en door (H)CFK verwijdering weergegeven voor de periode 2009 tot en met 2012. 3
PRé Consultants bv
Tabel 6 Vermeden milieubelasting voor de jaren 2009 - 2012
jaar 2009 2010 2011 2012
Totaal vermeden milieubelasting Totaal vermeden milieubelasting (x 1000 Pt) (x 1000 Pt) door (H)CFK verwijdering 24.800 27.100 26.700 20.300 27.300 25.500 32.000 16.800
4
PRé Consultants bv
1 Inleiding Wecycle is een uitvoeringorganisatie die zorgdraagt dat het in Nederland vrijkomende afgedankte electronica - e-waste - wordt ingezameld en verwerkt. In 2012 bedroeg de hoeveelheid door Wecycle ingezamelde apparaten ruim 120 kton. Uit deze hoeveelheid werd onder meer de volgende secundaire grondstoffen gegenereerd; ijzer (48 kton), glas (15 kton), kunststoffen (15 kton), koper (3 kton) en aluminium (4 kton). Deze secundaire grondstoffen kunnen opnieuw ingezet worden in productieprocessen en daarmee primaire grondstoffen vervangen. Hiermee wordt de levenscyclus van deze primaire grondstoffen en de daarbij behorende milieueffecten (voor mens en natuur schadelijke emissies, landgebruikseffecten op de biodiversiteit, schaarste/uitputting van natuurlijke hulpbronnen, enz.) voorkomen. PRé Consultants is in 2010 begonnen met het in kaart brengen van de vermeden milieueffecten door materiaalrecycling en het verwijderen en vernietigen van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur. In deze studie zijn de vermeden milieueffecten door toepassing van recycling in kaart gebracht voor het jaar 2012. Tevens worden de resultaten voor de jaren 2009 – 2011 samengevat weergegeven. De milieuanalyse heeft plaatsgevonden op basis van de levencyclusanalyse (LCA) werkwijze. In een LCA wordt de gehele levenscyclus, van wieg tot graf, van een product beoordeeld. Dus van grondstofwinning, productie, gebruik en afdanking. In het geval van inzameling en verwerking van ewaste zal echter de levenscyclus van secundaire materialen vanaf de inzameling tot product dat geschikt is voor verdere verwerking afgezet worden tegen de levenscyclus van primaire materialen, van de winning van grondstoffen tot product dat geschikt is voor verdere verwerking. In de studie worden de e-waste verwerkingscategorieën gehanteerd zoals deze door Wecycle zijn ingedeeld. De zes verwerkingscategorieën zijn; 1) groot witgoed (GWG), 2) koel- en vriesapparatuur (KV), 3) televisietoestellen (TV), 4) overig wit- en bruingoed (OWEB), 5) energiezuinige lampen en 6) ICT apparatuur. De laatste categorie wordt door Wecycle sinds 2012 ingezameld en gerecycled waardoor de vermeden effecten alleen zijn meegenomen in de cijfers voor 2012. Leeswijzer Het doel en de uitgangspunten van het onderzoek wordt in hoofdstuk 2 toegelicht. Het vermeden effect op klimaatverandering en de vermeden milieubelasting van de recycling van e-waste worden in hoofdstuk 3 gepresenteerd. Hierbij wordt eerst de resultaten van 2012 gepresenteerd en vervolgens een samenvatting gegeven van de resultaten in de periode 2009 – 2012. In paragraaf 3.1 wordt de vermeden CO 2 uitstoot door materiaalrecycling behandeld en in paragraaf 3.2 de vermeden CO 2 uitstoot door de verwijdering van (H)CFK’s uit Koel- en vriesapparatuur. In paragraaf 3.3 is de vermeden milieubelasting door materiaalrecycling berekend en in paragraaf 3.4 de vermeden milieubelasting door (H)CFK’s verwijdering. In hoofdstuk 4 tenslotte, zijn de conclusies opgenomen.
5
PRé Consultants bv
2 Doel en uitgangspunten 2.1 Doel van het onderzoek Het doel van deze studie is om een analyse te maken voor 2012 en vervolgens de resultaten van de studies van voorgaande jaren (2009-2012) samen te voegen. In 2010 is namelijk een screening LCA uitgevoerd waarbij de vermeden milieueffecten, zoals de potentiele impact van CO 2 uitstoot als gevolg van de inzameling en recycling van afgedankte elektr(on)ische apparatuur in 2009 is berekend. In 2011 en 2012 zijn in aanvullende studies op basis van het bestaande model de resultaten voor 2010 en 2011 geschat. Daarnaast is de vermeden CO 2 uitstoot door het verwijderen en vernietigen van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur voor de jaren 2009 tot en met 2011 berekend. Voor het jaar 2012 is met het bestaande LCA model gewerkt die op een klein aantal punten is aangepast.
2.2 Werkwijze Bij deze studie worden de milieueffecten van de recycling van e-waste per verwerkingscategorie geanalyseerd en vergeleken met de milieueffecten van primaire materialen die door deze secundaire materialen (kunnen) worden vervangen. Door op een dergelijke manier te analyseren wordt een beeld verkregen van de vermeden milieueffecten die optreden door e-waste in te zamelen en te verwerken tot secundaire materialen. De materialen die vrijkomen en zijn meegenomen in het onderzoek zijn: • • • • • •
Kunststoffen Ferro (ijzer, staal) Aluminium Koper Zink Glas
De (H)CFK-houdende koelvloeistof die bij koel- en vriesapparatuur wordt verwijderd zal apart vermeld worden. Omdat de productie en import van CFK’s per 1 januari 1995 verboden is in de Europese Unie zal jaarlijks steeds minder CFK’s door Wecycle verwijderd worden tot het moment dat CFK’s volledig uitgefaseerd zijn. Omdat het vermeden milieueffect van broeikasemissies door CFKverwijdering steeds minder groot zal zijn en niet vergeleken kan worden met de overige vermeden milieueffecten is er voor gekozen om deze apart te noemen. Naast het vermeden effect op klimaatverandering zal ook de overige vermeden milieueffecten door het verwijderen van (H)CFK’s geanalyseerd worden.
2.2 Uitgangspunten 2.2.1 Functionele eenheid Een belangrijke voorwaarde van LCA studies is dat producten alleen kunnen worden vergeleken met elkaar indien dezelfde functie vervuld wordt. Om tot een eerlijke vergelijking te komen wordt een functionele eenheid gedefinieerd. De functionele eenheid is dus de vergelijkingsbasis waaraan alle processen worden gekoppeld. Voor deze studie is de volgende functionele eenheid gehanteerd: 1 ton materiaal (materiaal in de vorm van ijzer, koper, kunststof, glas etc.)
6
PRé Consultants bv
Hierbij is dus van alle processen die gekoppeld zijn aan de terugwinning van de verschillende materialen de milieueffecten berekend en vergeleken met de milieubelasting van primaire materialen van gelijke kwaliteit en met dezelfde toepassingsmogelijkheden. Hierbij is een zo reëel mogelijke inschatting gemaakt van de milieubelasting van het werkelijk vervangen materiaal. Het verschil geeft de vermeden milieueffecten per materiaal weer die ontstaan door recycling van e-waste. In bijlage 1 zijn de vergelijkingsgrondslagen van primaire en secundaire grondstoffen weergegeven zoals die gehanteerd worden in dit onderzoek. In deze berekening zijn dus niet de vermeden milieueffecten door het verwijderen van materialen zoals batterijen, asbest, kwik en CFK houdende koudemiddelen meegenomen.
2.2.2 Systeemgrenzen In figuur 1 worden de systeemgrenzen van het onderzoek schematisch weergegeven. De verschillende fases worden hieronder nader besproken. afgedankte E-waste transport milieustraat/detailhandel
systeemgrens
transport opslag transport recycling (shredder, magneetscheider, eddy current, windsifter)
stort afval verbranding afval verbranding afval met energieterugwinning vernietiging CFKhoudend materiaal
transport inzet bij eindverwerker
Figuur 1: Systeemgrenzen Screening LCA van e-waste recycling
Afgedankte e-waste In dit onderzoek is hoofdzakelijk e-waste meegenomen dat door consumenten is afgedankt. Transport Op het moment dat e-waste wordt afgedankt door de consument zal het apparaat vervoerd worden naar een milieustraat of detailhandel. Dit transport door de consument is niet meegenomen in het onderzoek. Het vervoer van opslagplaatsen zoals een milieustraat, winkels (o.a. inzameling spaarlampen) naar een opslagruimte en vervolgens naar de recyclinglocatie is wel meegenomen in het onderzoek. Daarnaast is er een schatting gemaakt van de afstand die afgelegd wordt van de recyclinglocatie naar de plek waar de eindverwerking plaatsvindt. Dit kan een metaalsmelter zijn of een fabriek waar secundair kunststof verwerkt wordt. Deze transportafstanden zijn beschreven in bijlage 2. 7
PRé Consultants bv
Recyclingfase Bij alle e-waste stromen behalve energiezuinige lampen zijn de volgende verwerkingsprocessen gemodelleerd: • Shredderen • Scheiding m.b.v. magneetscheider (ijzer en ferro houdend materiaal) • Scheiding m.b.v. eddy current (aluminium en koper) • Scheiding m.b.v. windsifter (lichte delen zoals kunststof en schuim) Andere technieken zoals bijvoorbeeld scheiding door flotatie zijn niet gemodelleerd. Bij energiezuinige lampen is informatie verzameld van het gehele verwerkingsproces. Bij multi-output verwerkingsprocessen, waarbij verschillende producten vrijkomen, is allocatie van milieueffecten toegepast op basis van economische waarde. Het laatste betekent dat de verdeelsleutel is gebaseerd op relatieve inkomsten (prijzen maal de volume) van de verschillende producten. De gebruikte prijzen zijn wereldmarktprijzen van secundaire stoffen en zijn terug te vinden in bijlage 2. Afvalfase Het materiaal dat niet wordt gerecycled, wordt gestort, verbrand of verbrand met energieterugwinning. De laatste optie, verbranding met energieterugwinning (in het Engels: energy recovery, ER), is niet meegenomen in deze LCA studie. End of life Er is geen end of life scenario toegepast. Er wordt aangenomen dat het product waar secundaire stoffen in zijn verwerkt in de afdankfase op dezelfde manier wordt verwerkt als producten die uit primaire stoffen zijn samengesteld.
2.2.3 Impact assessment De analyse van de gegevens is uitgevoerd met behulp van de LCA software SimaPro. Daarbij is een impact analyse (in het Engels impact assessment) uitgevoerd met behulp van de ReCiPe 2008 methodiek (Goedkoop et al. 2009; zie ook www.lcia-recipe.net). Deze methode is door RIVM, CML, Radboud Universiteit Nijmegen, CE Delft en PRé Consultants ontwikkeld. Met ReCiPe kunnen de milieueffecten uitgedrukt worden op het niveau van 17 specifieke milieuthema’s, drie hoofdthema’s en als één milieuscore (single score). Dit maakt een vergelijking tussen de verschillende systemen goed begrijpelijk en interpreteerbaar. Om tot één score te komen zijn de drie hoofdthema’s met elkaar gewogen met de volgende wegingsfactoren: 40% humane gezondheid 40% ecosysteemkwaliteit 20% schaarste/uitputting van grondstoffen In onderstaande tabel worden de drie hoofdthema’s en de 17 specifieke thema’s weergegeven.
8
PRé Consultants bv
Hoofdthema Humane gezondheid
Ecosystemen
Grondstoffen
Impact categorie • klimaatverandering humane gezondheid • ozonlaag aantasting • humane toxiciteit • vorming fotochemische oxidanten • vorming fijnstof • ioniserende straling • Klimaatverandering ecosystemen • Terrestische Verzuring • Zoetwater eutrofiering • Zoetwater ecotoxiciteit • Terrestische ecotoxiciteit • Marine ecotoxiciteit • Landgebruik landbouw • Stedelijk landgebruik • Transformatie natuur • Uitputting metalen • Uitputting fossiele hulpbronnen
eenheid DALY (Disability Adjusted Life Years). Nadelen/belemmeringen door ziekten veroorzaakt.
Afname van het aantal soorten per jaar
Amerikaanse dollar
In dit rapport zal de milieubelasting uitgedrukt worden als één milieuscore op basis van de genoemde weging na normalisatie. Normalisatie houdt in dat de milieueffecten worden gedeeld door een referentiescore zodat dezelfde eenheid wordt verkregen voor de drie hoofdthema’s. De eenheid voor de score is punten (Pt). Één punt komt overeen met een duizendste van de referentiescore: de totale jaarlijkse milieubelasting per Europeaan. Voor het berekenen van de vermeden milieubelasting is de ReCiPe V1.07 Endpoint H/A methodiek toegepast. Daarnaast wordt de IPCC 2007 methode gebruikt voor het specifieke thema klimaatverandering. Deze methode is ontwikkeld door het Intergovernmental Panel on Climate Change en bevat CO 2 equivalentie factoren voor de bepaling van een relatieve indicator voor klimaatverandering op de middellange termijn (100 jaar).
2.2.4 Gegevensbronnen Gegevens over de hoeveelheden teruggewonnen materiaal en de hoeveelheid afval zijn in geaggregeerde vorm afkomstig uit WF-RepTool. Voor recyclingsprocessen en verwerkingsmethoden zijn algemene aannames gedaan. WF-RepTool is software waarin alle verwerkers van e-waste de volledige verwerkingsketen van het e-waste rapporteren. Daarnaast is voor het energiegebruik van verwerkingsprocessen geput uit twee verschillende publicaties; Huisman, J. (2003) en Worrell & Hazewinkel (1992). Voor de productieprocessen van primair materiaal en de impact van het verwerken van afval is gebruik gemaakt van de Ecoinvent database v2.2 (Ecoinvent Centre, 2010).
9
PRé Consultants bv
3 Resultaten 3.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling De grafieken in deze paragraaf geven de vermeden bijdrage aan klimaatverandering weer die uitgedrukt wordt in kg of ton CO 2 equivalenten. Alle berekeningen zijn uitgevoerd met behulp van de IPCC 2007 methode op basis van een tijdschaal van 100 jaar (IPCC, 2007).
3.1.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling in 2012 In 2012 is naar schatting in totaal 119.000 ton CO 2 equivalenten vermeden door de verwerking van 121.000 ton e-waste. Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 40.000 benzineauto’s in Nederland 2. In grafiek 1 wordt het vermeden effect op klimaatverandering per e-waste stroom weergegeven. Hieruit blijkt dat door het recyclen van groot witgoed (GWG) de grootste hoeveelheid broeikasgasemissies wordt vermeden, ongeveer 43.000 ton. Daarna volgen overig wit- en bruingoed (OWEB) en koel- en vriesapparatuur (KV) met respectievelijk 29.000 ton en 28.000 ton CO 2 equivalenten. Met de recycling van ICT apparatuur wordt ruim 12.000 ton en met televisietoestellen (TV) wordt 6.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. Energiezuinige lampen, tenslotte zorgen voor het vermijden van 500 ton CO 2 equivalenten. 45000 40000 35000
ton CO2 eq.
30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
Grafiek 1: vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling in tonnen CO 2 equivalenten per e-waste categorie (2012)
De hoeveelheid vermeden CO 2 equivalenten per ton e-waste wordt in grafiek 2 weergegeven. Hieruit blijkt dat met het verwerken van een ton groot witgoed de meeste broeikasgasemissies uitgespaard worden, namelijk 1,4 ton CO 2 equivalenten. Daarna volgt koel en vries apparatuur (1,2 ton), overig wit- en bruingoed (1,1 ton) en ICT apparatuur (0,9 ton). TV’s en energiezuinige lampen voorkomen per verwerkte ton ieder een uitstoot van 0,3 ton aan CO 2 equivalenten.
2
Er is hierbij uitgegaan van een directe emissie (Tank to Wheel) van 194 g CO2 eq. per km (Boer, L.C. den et al, 2008) en een gemiddelde afstand van 15.000 km per jaar.
10
PRé Consultants bv
1,60
ton CO2 eq. per ton E-waste
1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0,00 KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
Grafiek 2: vermeden bijdrage aan klimaatverandering in tonnen CO 2 equivalenten per ton e-waste (2012)
Grafiek 3 laat het vermeden effect op klimaatverandering per ton terugwonnen materiaal zien. Deze grafiek verklaart ook de verschillen in grafiek 2. Groot witgoed en koel- en vriesapparatuur bevat relatief veel aluminium en ijzer terwijl overig wit- en bruingoed en ICT apparatuur weer veel kunststof bevat. Televisies (beeldbuizen) en lampen bevatten relatief veel glas. 12000
11000
10000
kg CO2 eq. / ton
8000 6000 4000 2000
700
1500
800
-30
100
Glas
Kunststof
0 Aluminium
Koper
IJzer
Zink
-2000
Grafiek 3: Vermeden bijdrage aan klimaatverandering in kg CO 2 equivalenten per ton productstroom (2012)
Glas heeft overigens een negatieve waarde omdat het grootste deel van het teruggewonnen glas ingezet wordt ter vervanging van zand en grind in de betonindustrie en slechts een klein deel als vervanging van primair glas in de glasindustrie. Bij het winnen van zand en grind is minder energie nodig dan bij het recyclen van glas uit e-waste.
11
PRé Consultants bv
In grafiek 4 is per materiaalstroom het vermeden effect op klimaatverandering weergegeven. Hieruit blijkt dat met de terugwinning van ijzer en aluminium de meeste CO 2 equivalenten worden vermeden. De totale vermeden broeikasgasuitstoot voor de overige materialen is veel lager, enerzijds doordat er geen of relatief weinig CO 2 equivalenten per ton wordt bespaard (glas en kunststof) of doordat er relatief kleine hoeveelheden worden teruggewonnen (zink). Koper valt hier net tussenin, er wordt een redelijk grote hoeveelheid koper teruggewonnen maar vergeleken met ijzer is het weinig. Per ton wordt een redelijke hoeveelheid CO 2 equivalenten vermeden maar dit is weer laag vergeleken met de hoeveelheid CO 2 equivalenten die vermeden wordt per ton aluminium (zie ook grafiek 3). 80000
74000
70000 60000
ton CO2 eq.
50000
42000
40000 30000 20000 10000
2000
0 -10000
Aluminium
Koper
IJzer
40
-450
1500
Zink
Glas
Kunststof
Grafiek 4: Vermeden bijdrage aan klimaatverandering in tonnen CO 2 equivalenten per ton productstroom (2012)
In grafiek 5 tenslotte wordt de relatieve bijdrage van de verschillende materiaalstromen aan het vermeden effect op klimaatverandering getoond. Hieruit wordt duidelijk dat de terugwinning van ijzer bij KV, TV, GWG, OWEB en ICT apparatuur voor het grootste deel bijdraagt. Alleen bij energiezuinige lampen draagt aluminium voor het grootste deel bij omdat er relatief weinig ijzer in deze stroom zit. Bij TV’s zorgt de recycling van glas voor een bijdrage aan klimaatverandering. 100% 80% Kunststof 60%
Glas Zink
40%
IJzer Koper
20%
Aluminium 0% KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
-20%
12
PRé Consultants bv
Grafiek 5: Vermeden bijdrage aan klimaatverandering per materiaalstroom voor de verschillende e-waste categorieën (2012).
3.1.2 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling 2009-2012 In grafiek 6 zijn de hoeveelheden vermeden CO 2 equivalenten door materiaalrecycling opgenomen van 2009 tot en met 2012. In 2009 is 73.000 ton CO 2 equivalenten vermeden door de verwerking van ruim 83.000 ton e-waste. In 2010 tot en met 2012 zijn de hoeveelheden vermeden CO 2 equivalenten gestegen naar respectievelijk 89.000 ton, 104.000 ton en 119.000 ton door het verwerken van 104.000 ton, 110.000 en 121.000 ton e-waste. Indien ICT apparatuur buiten beschouwing wordt gelaten kan de hoeveelheid vermeden CO 2 equivalenten in 2012 geschat worden op 107.000 ton. Het aandeel van de fractie lampen is zo klein dat deze niet in de grafiek is te zien. 120000
100000
ton CO2 eq.
80000
ICT OWEB GWG
60000
Lampen TV
40000
KV
20000
0 2009
2010
2011
2012
Grafiek 6: Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door materiaalrecycling in tonnen CO 2 equivalenten voor 2009, 2010, 2011 en 2012.
3.2 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s De eerste stap bij de recycling van koel- en vriesapparatuur is de verwijdering van koelvloeistoffen en isolatieschuim waarin (H)CFK’s aanwezig zijn. Alle (H)CFK’s worden op milieuverantwoorde wijze afgevoerd en vernietigd. Deze vernietiging houdt in dat het het verbrand wordt onder zeer hoge temperatuur in een afvaloven. Indien het koel- en vriesapparatuur niet op een verantwoorde manier wordt gerecycled, zullen (H)CFK’s in meer of mindere mate vrijkomen. In deze berekening is vanuit gegaan dat bij niet verantwoorde recycling alle aanwezige (H)CFK’s vrijkomen in het milieu.
3.2.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s in 2012 In totaal is in 2012 ruim 110.000 kg koelmiddel uit koel- en vriesapparatuur op milieuverantwoorde wijze verwerkt waarbij naar schatting een uitstoot van ruim 330.000 ton CO 2 equivalenten is
13
PRé Consultants bv
vermeden (zie tabel 1). Dit komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van bijna 115.000 benzineauto’s in Nederland. Tabel 1: Vermeden CO 2 equivalenten door verwijdering (H)CFK houdend koelmiddel en isolatieschuim uit KV apparatuur in 2012 (ton)
Bron (H)CFK houdend koelmiddel Isolatieschuim totaal
Vermeden emissies (ton CO 2 eq.) 200.000 130.000 330.000
Ongeveer veertig procent van het (H)CFK houdend koelmiddel bestaat uit R12. Daarnaast zijn propaan/butaan, R134a en R114 de belangrijkste ingrediënten. Het isolatieschuim bestaat gemiddeld voor een derde uit R11 en voor ongeveer 65% uit cyclopentaan. Het vermogen om bij te dragen aan klimaatverandering, uitgedrukt in kg CO 2 equivalenten per kg over een tijdsbestek van 100 jaar, is in tabel 2 weergegeven. In deze tabel zijn de koudemiddelen weergegeven die verwijderd zijn uit koel- en vriesapparatuur. Tabel 2: Global Warming Potential (GWP) over 100 jaar tijdsbestek uitgedrukt in kg CO2 eq./kg (IPCC 2007)
Koudemiddel
R11 (Freon) R12 R13 R22 R114 R134a R125 R141b Cyclopentaan Propaan/ butaan
GWP (kg CO 2 eq/kg) 4750 10900 14400 1810 10000 1430 3500 725 0 0
3.2.2 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering door verwijdering (H)CFK’s in de periode 2009-2012 In grafiek 7 zijn de hoeveelheden vermeden CO 2 equivalenten door verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur opgenomen van 2009 - 2012. In 2009 is 530.000 ton CO 2 equivalenten vermeden, in 2010 en 2011 was dit respectievelijk 400.000 ton en 500.000 ton. Door de uitfasering van koel- en vriesapparatuur met (H)CFK’s zal de vermeden hoeveelheid broeikasgassen in de loop van tijd verminderen. Door extra maatregelen toe te passen, waaronder een betere scheiding, is in 2011 meer (H)CFK’s verwijderd dan het jaar er voor. In 2012 is duidelijk een afname te zien door een lager aandeel aan koudemiddelen met een hoge GWP factor.
14
PRé Consultants bv
600000 500000
ton CO2 eq.
400000 300000 200000 100000 0 2009
2010
2011
2012
Grafiek 7: Vermeden CO 2 equivalenten door verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur in tonnen CO 2 equivalenten voor 2009, 2010, 2011 en 2012.
3.3 Vermeden milieubelasting Voor het berekenen van de vermeden milieubelasting is de ReCiPe V1.07 Endpoint H/A methodiek toegepast. In de grafieken die in deze paragraaf worden gepresenteerd zullen de milieueffecten uitgedrukt worden als één milieuscore (eenheid is Pt). In deze berekening is niet de vermeden milieubelasting door het verwijderen van materialen zoals batterijen, asbest, kwik en CFK houdende koudemiddelen meegenomen. In bijlage 3 zijn voor de zes e-waste stromen de afzonderlijke scores voor de drie damage categorieën opgenomen (humane gezondheid, ecosysteemkwaliteit en schaarste/uitputting van grondstoffen). In bijlage 4 wordt de milieubelasting van de herwinbare materialen weergegeven per milieuthema zodat duidelijk is waar de grootste milieubelasting optreedt. Hieronder zijn de resultaten samengevat.
3.3.1 Vermeden milieubelasting 2012 In grafiek 8 wordt de vermeden milieubelasting per e-waste categorie weergegeven. In totaal wordt rond de 32.000 kPt vermeden. Met het recyclen van groot witgoed wordt de grootste milieubelasting vermeden, ongeveer 9500 kPt. Daarna volgen overig wit- en bruingoed (8900 kPt), koel- en vriesapparatuur (7200 kPt), ICT apparatuur (3900), TV (2500 kPt) en energiezuinige lampen (74 kPt).
15
PRé Consultants bv
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
Grafiek 8: Vermeden milieubelasting per e-waste categorie (2012)
In grafiek 9 wordt de vermeden milieubelasting per ton e-waste weergegeven. Met de verwerking van één ton OWEB wordt een milieubelasting van 325 punten vermeden. Met GWG en KV wordt respectievelijk 310 en 305 punten vermeden. ICT apparatuur zorgt voor een vermeden milieubelasting van 280 Pt. De verwerking van een ton TV’s levert ruim 120 Pt op en energiezuinige lampen 45 Pt/ton.
Vermeden milieubelasting in Pt per ton E-waste
350 300 250 200 150 100 50 0 KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
Grafiek 9: Vermeden milieubelasting per ton e-waste (2012)
Als we kijken naar de vermeden milieubelasting per ton teruggewonnen materiaal, dan wordt met koper (2981 Pt) het milieu het meest ontlast (zie grafiek 10). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt omdat de uitputting van de kopervoorraden een groot effect hebben (zie ook bijlage 4 voor het effect op alle 17 impact categoriën). Daarnaast draagt de winning en productie van koper bij aan het ontstaan van giftige afvalstoffen waardoor koper ook sterk bijdraagt aan humane toxiciteit. Voor de winning en productie van aluminium is erg veel energie nodig waardoor aluminium voornamelijk bijdraagt aan de milieuthema’s klimaatverandering en uitputting van fossiele brandstoffen. Terugwinning van glas levert geen milieuvoordeel op. 16
PRé Consultants bv
Vermeden milieubelasting per ton ( Pt)
3200
2981
2700 2200 1700 1200
952
700
363
329
200 Aluminium
-300
127 -3
Koper
IJzer
Zink
Glas
Kunststof
Grafiek 10: Vermeden milieubelasting per ton productstroom (2012)
Grafiek 11 laat de totale vermeden milieubelasting per productstroom zien. Met de terugwinning van ijzer wordt het milieu het meest ontzien (bijna 17.500 kPt) vanwege de grote hoeveelheden die gerecycled worden. Daarna volgt koper met 9200 kPt, aluminium (3600 kPt), kunststof (1800 kPt) en zink (15 kPt). Recycling van glas geeft een milieubelasting van 46 kPt. 20000
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
18000 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 -2000
Aluminium
Koper
IJzer
Zink
Glas
Kunststof
Grafiek 11: Vermeden milieubelasting per productstroom (2012)
17
PRé Consultants bv
In grafiek 12 tenslotte wordt de relatieve bijdrage van de verschillende materiaalstromen aan het vermeden milieubelasting getoond. Hieruit wordt duidelijk dat de terugwinning van ijzer bij KV, GWG en OWEB voor het grootste deel bijdraagt aan de vermeden milieubelasting. Daarnaast is koper belangrijk bij TV, energiezuinige lampen, GWG en OWEB. Voor ICT apparatuur geldt dat de terugwinning van zowel koper als ijzer even belangrijk is. In energiezuinige lampen zit veel aluminium waardoor dit metaal voor het grootste deel bijdraagt bij de lampen. Bij TV en lampen valt tevens op dat recycling van glas milieubelastend is. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het transport. 100% 80% Kunststof
60%
Glas Zink
40%
IJzer Koper
20%
Aluminium
0% KV
TV
Lampen
GWG
OWEB
ICT
-20%
Grafiek 12: Vermeden milieubelasting per materiaalstroom voor de verschillende e-waste categorieën (2012).
3.3.2 Vermeden milieubelasting voor 2009 – 2012 Uit grafiek 13 blijkt dat de vermeden milieubelasting over het algemeen is toegenomen van 24.800 kPt in 2009 tot 32.000 kPt in 2012. Ook indien ICT apparatuur niet meegenomen zou worden is er sprake van een lichte stijging in 2012 ten opzichte van het voorgaande jaar. De reden voor stijging is de toenemende hoeveelheden e-waste dat jaarlijks ingezameld wordt.
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
35000 30000 25000
ICT OWEB
20000
GWG
15000
Lampen
10000
TV KV
5000 0 2009
2010
2011
2012
Grafiek 13: Vermeden milieubelasting voor de verschillende e-waste categorieën (2009 - 2012).
18
PRé Consultants bv
3.4 Vermeden milieubelasting door verwijdering (H)CFK’s Emissie van CFK’s en HCFK’s kan leiden tot schadelijk effecten bij de drie impact categorieën klimaatverandering, ozonlaag aantasting en humane toxiciteit. Deze emissies hebben geen effect op de overige impact categorieën zoals genoemd in paragraaf 2.2.3. In grafiek 14 is te zien dat het effect op klimaatverandering (humane gezondheid en ecosystemen) het grootst is. In totaal wordt er 17.000 kPt vermeden door verwijdering en vernietiging van (H)CFK’s in 2012. Hierbij is de vermeden bijdrage aan klimaatverandering het grootst (ruim 15.000 kPt) waarna vermeden ozonlaagaantasting (1500 kPt) en humane toxiciteit (125 kPt) volgen.
Vermeden milieubelasting (x 1000 pt)
10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 Climate change Human Health
Climate change Ozone depletion Human toxicity Ecosystems
Grafiek 14: Vermeden milieubelasting door verwijdering van (H)CFK’s (2012).
Grafiek 15 laat de vermeden milieubelasting zien van de jaren 2009 tot en met 2012. Omdat de emissie van (H)CFK’s een erg groot effect op klimaatverandering heeft komt deze grafiek overeen met grafiek 7 waarbij het vermeden effect op klimaatverandering bepaald is. In 2009 is rond de 27.000 kPt vermeden. Vervolgens is er in 2010 en 2011 respectievelijk 20.000 kPt en een ruime 25.000 kPt vermeden. Tot slot is in 2012 een kleine 17.000 kPt vermeden.
Vermeden milieubelasting (x 1000 pt)
30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 2009
2010
2011
2012
Grafiek 15: Vermeden milieubelasting door verwijdering van (H)CFK’s (2009 - 2012).
19
PRé Consultants bv
4 Conclusies 4.1 Vermeden bijdrage aan klimaatverandering 4.1.1 Materiaalrecycling en verwijdering (H)CFK’s in 2012 Door recycling van materialen uit e-waste werd in 2012 de uitstoot van in totaal 119.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. Door het het verwijderen en vernietigen van koelmiddel en isolatieschuim uit koel- en vriesapparatuur werd in 2012 330.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. In totaal werd er door het verwerken van e-waste in 2012 ongeveer 449.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. Uitgedrukt per ton e-waste wordt er door materiaalrecycling bij Groot Witgoed de meeste broeikasgassen vermeden, 1,4 ton CO 2 equivalenten. In totaal wordt door het verwerken van GWG in 2012 zo’n 43.000 ton CO 2 equivalenten vermeden. Met recycling van Koel- en Vriesapparatuur wordt 1,2 ton CO 2 eq. per ton vermeden (totaal 28.000 ton). Daarna volgt OWEB met 1,1 ton CO 2 eq./ton (totaal 29.000 ton), ICT apparatuur met 0,9 ton CO 2 eq. per ton vermeden (totaal 12.000 ton), TV’s met 300 kg CO 2 eq./ton (totaal 6000 ton) en energiezuinige lampen met 300 kg CO 2 eq./ton (totaal 500 ton). Door het verwijderen en vernietigen van koelmiddel en isolatiegas werd in 2012 per ton Koel- en Vriesapparatuur 14,1 ton CO 2 equivalenten vermeden. Inclusief materiaalrecycling wordt er dus in totaal ruim 15 ton CO 2 equivalenten per ton vermeden waardoor het verwerken van Koel- en Vriesapparatuur veruit de grootste hoeveelheid vermeden CO 2 oplevert. Recycling van 1 ton aluminium levert 11 ton CO 2 equivalenten op (totaal 42.000 ton vermeden CO 2 equivalenten). Door het terugwinnen van ijzer wordt er 1,5 ton CO 2 equivalenten per ton bespaard (totaal 74.000 ton) en voor zink en koper is dit respectievelijk 800 kg (totaal 40 ton) en 700 kg (totaal 2000 ton). Terugwinning van kunststof levert 100 kg CO 2 equivalenten per ton op (in totaal 1500 ton). Met de terugwinning van glas wordt geen CO 2 vermeden maar een bijdrage geleverd van 30 ton CO 2 equivalenten/ton (totaal -450 ton). Bij KV, TV, GWG, OWEB en ICT apparatuur is voornamelijk ijzer verantwoordelijk (>55%) voor het vermijden van de emissie van broeikasgassen waarna aluminium (>25%) volgt. Bij energiezuinige lampen zorgt voornamelijk aluminium (>85%) voor de vermeden broeikasgassen.
4.1.2 Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2009 - 2012 Door recycling van materialen uit e-waste zijn de volgende hoeveelheden CO 2 equivalenten vermeden: 2009: 73.000 ton 2010: 89.000 ton 2011: 104.000 ton 2012: 119.000 ton (inclusief ICT apparatuur)
20
PRé Consultants bv
Door de verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur zijn de volgende hoeveelheden CO 2 equivalenten vermeden: 2009: 530.000 ton 2010: 400.000 ton 2011: 500.000 ton 2012: 330.000 ton
4.2 Vermeden milieu effecten 4.2.1 Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2012 In totaal werd door materiaalrecycling in 2012 rond de 32.000 kPt vermeden. Met het recyclen van Groot Witgoed wordt de grootste milieubelasting vermeden, zo’n 9500 kPt. Daarna volgen Overig Wit- en Bruingoed (8900 kPt), Koel- en Vriesapparatuur (7200 kPt), ICT apparatuur (3900), TV (2500 kPt) en energiezuinige lampen (74 kPt). Met de verwerking van één ton OWEB wordt een milieubelasting van 325 punten vermeden. Met GWG en KV wordt respectievelijk 310 en 305 punten vermeden. ICT apparatuur zorgt voor een vermeden milieubelasting van 280 Pt. De verwerking van 1 ton TV’s levert ruim 120 Pt op en energiezuinige lampen 45 Pt/ton. Per ton wordt met het recyclen van koper de grootste milieubelasting vermeden, 2981 punten (in totaal 9200 kPt). Daarna volgen aluminium met 952 punten (in totaal 3560 kPt), ijzer met 363 punten (in totaal 17.500 kPt), zink met 329 punten (in totaal 15 kPt) en kunststof met 127 punten (in totaal 1800 kpt). Recycling van glas levert geen milieuvoordeel op. Per ton teruggewonnen glas levert een milieubelasting op van 3 punten (totaal 46 kPt milieubelasting). Bij KV, GWG en OWEB draagt de terugwinning van ijzer voor het grootste deel bij aan vermeden milieubelasting. Koper is belangrijk bij TV, energiezuinige lampen, GWG en OWEB. Voor ICT apparatuur geldt dat de terugwinning van zowel koper als ijzer even belangrijk is. Bij energiezuinige lampen is aluminium voor het grootste deel verantwoordelijk voor de milieuwinst. In 2012 werd door het het verwijderen en vernietigen van koelmiddel en isolatiegas uit Koel- en Vriesapparatuur 17.000 kPt vermeden.
4.2.2 Materiaalrecycling en Verwijdering (H)CFK’s in 2009 - 2012 Door recycling van materialen uit e-waste zijn de volgende kPt vermeden: 2009: 24.800 2010: 26.700 2011: 27.300 2012: 32.000 Door de verwijdering van (H)CFK’s uit koel- en vriesapparatuur zijn de volgende kPt vermeden: 2009: 27.100 2010: 20.300 2011: 25.500 2012: 16.800
21
PRé Consultants bv
22
PRé Consultants bv
Bijlage 1 Vergelijkingsbasis primaire en secundaire grondstoffen Voor vergelijkingen is gebruik gemaakt van processen in de database Ecoinvent 2.2 dat uitgegeven wordt door het Ecoinvent Centre (www.ecoinvent.org). De afkortingen achter de processen geven aan voor welk land of werelddeel de gegevens gelden. Hierbij zijn de volgende afkortingen gebruikt; RER: Europa, RME: Midden Oosten, CH: Zwitserland en GLO: Mondiaal. IJzer Primair: Steel, converter, low-alloyed, at plant/RER. Dit proces is specifiek voor de productie van primair staal. Secundair: Steel, electric, un- and low-alloyed, at plant/RER waarbij Iron scrap, at plant/RER is vervangen door secundair ijzerschroot. Bij dit proces waarbij een vlamboogoven of Electric Arc Furnace (EAF) wordt gebruikt is het mogelijk om 100% schroot als ijzerbron in te zetten. Aluminium Primair: Aluminium, primary, at plant/RER. Productieproces van aluminium waarbij alleen bauxiet als aluminiumbron wordt ingezet. Secundair: Aluminium, primary, at plant/RER waarbij ‘Aluminium, 24% in bauxite, 11% in crude ore, in ground’ is vervangen door secundair aluminiumschroot. Koper Er is een vergelijking gemaakt van 1 kg secundair koper met de hoeveelheid koperconcentraat die nodig is om 1 kg primair koper te maken. Primair: Copper concentrate, at beneficiation/RER (4,14 kg) Secundair: 1 kg secundair koper Zink Primair: Zinc, primary, at regional storage/RER. Productieproces van zink waarbij alleen zinc concentrate als zinkbron wordt ingezet. Secundair: Zinc, primary, at regional storage/RER waarbij Zinc concentrate, at benefication/GLO is vervangen door zinkschroot. Glas (verwerking in glasindustrie) Primair: Flat glass, uncoated, at plant/RER. Het productieproces van vlakglas wordt hier gebruikt. Secundair: Flat glass, uncoated, at plant/RER waarbij de primaire ingrediënten voor glas (Limestone, Silica sand en Soda, powder) zijn vervangen door secundair glasgranulaat. Glas (verwerking in cementovens) Primair: Sand, at mine/CH (39%) en Gravel, unspecified, at mine/CH (61%). In cementovens wordt glasgranulaat gebruikt ter vervanging van zand en grind. Secundair: secundair glasgranulaat Kunststoffen Voor de vier plastics ABS, PE, PP en PS wordt uitgegaan dat 1 kg secundair kunststofgranulaat 1 kg ruwe olie vervangt in het productieproces van de plastics. Er wordt aangenomen dat de downgrade factor van secundair kunststof (door kwaliteitsverlies is meer secundair kunststof nodig) en de extra hoeveelheid olie die nodig is om 1 kg kunststof te produceren (> 1 liter) elkaar min of meer opheffen. Bij deze aanname wordt uitgegaan van olie die in het Midden-Oosten wordt opgepompt 23
PRé Consultants bv
en geraffineerd en daarna met leidingen en olietankers naar Europa wordt vervoerd. Crude oil, production RME, at long distance transport/RER. Beton Gemalen secundair beton wordt gebruikt in de wegenbouw. Er wordt aangenomen dat secundair beton geen primaire materialen vervangt omdat secundair betongranulaat op grote schaal wordt toegepast in de wegenbouw.
24
PRé Consultants bv
Bijlage 2 Aannames Algemeen Na iedere shredderstap wordt gebruik gemaakt van een windsifter tenzij er geen fluff of ander afval vrijkomt. Energiezuinige lampen Uit onderzoek is vastgesteld dat het gemiddelde gezamenlijke energieverbruik voor het verwerken van TL buizen en spaarlampen 10,11 kWh/ton is. Er wordt aangenomen dit energieverbruik voor beide fracties geldt. Transport Voor het vervoer van de milieustraat en/of detailhandel naar de opslagplaats en het vervoer van de opslagplaats naar de recyclinglocatie zijn de afstanden gehanteerd zoals in onderstaande tabel is weergegeven. Aangenomen is dat energiezuinige lampen alleen via de detailhandel ingezameld worden. Alle overige stromen worden zowel via de detailhandel als via milieustraten ingezameld. Voor deze stromen is het gewogen gemiddelde genomen voor het vervoer van detailhandel en milieustraat naar de opslag: 66000 ton van milieustraat (35 km) en 10170 ton van detailhandel (96 km) is gemiddeld 43 km. e-waste stroom Energiezuinige lampen Groot Witgoed Koelen Vriesapparatuur Overig Wit- en Bruingoed TV’s
Transportafstand detailhandel/milieustraat naar opslagplaats in km 91
Transportafstand opslagplaats naar recyclinglocatie in km 160
43 43
54 101
43
91
43
86
Allocatie Er is sprake van economische allocatie. Dit betekent dat naast massa de marktprijzen van de secundaire materialen een rol spelen bij het toekennen van de milieubelasting die ontstaat door verwerkingsmethodieken. Er is gebruik gemaakt van de volgende marktprijzen: grondstof
Koper Aluminium Zink Kunststoffen IJzer Glas (glasindustrie)
Wereldmarktprijs secundair materiaal in €/ton (bron: EUWID, 2010) 4.506 1.208 1.325 376 320 14,5 25
PRé Consultants bv
Glas (betonindustrie)
12
26
PRé Consultants bv
Bijlage 3 Tabellen Tabel 1 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, KV
Humane gezondheid Ecosystemen Grondstoffen Totaal
aluminium Koper ijzer zink glas 4,46E+5 4,01E+5 8,79E+05 1,90E+2 -4,71E+2
kunststoffen 1,32E+4
1,98E+5 2,61E+5 9,04E+5
6,82E+3 3,46E+5 3,79E+5
1,15E+4 3,46E+05 1,92E+2 3,82E+2 1,14E+6 3,14E+06 1,56E+2 -3,71E+2 1,55E+6 4,37E+06 3,65E+2 -4,61E+2
Tabel 2 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, TV
aluminium Koper ijzer zink 8,07E+04 2,69E+05 2,01E+05
Humane gezondheid Ecosystemen 3,59E+04 Grondstoffen 4,70E+04 Totaal 1,64E+05
6,48E+03 8,18E+04 7,70E+05 6,91E+05 1,05E+06 9,74E+05
glas -1,70E+4
kunststoffen 1,89E+4
-7,75E+3 -1,65E+4 -4,13E+4
9,67E+3 2,91E+5 3,19E+5
Tabel 3 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, Energiezuinige lampen
aluminium Koper ijzer zink 1,85E+04 7,64E+03 1,65E+03
Humane gezondheid Ecosystemen 8,29E+03 Grondstoffen 1,08E+04 Totaal 3,77E+04
2,22E+02 7,05E+02 2,17E+04 5,73E+03 2,96E+04 8,09E+03
glas -1,63E+3
kunststoffen
1,03E+3 -5,08E+2 -1,10E+3
Tabel 4 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, GWG
aluminium Koper ijzer zink glas 6,56E+05 4,45E+05 1,31E+06 7,66E+3
Humane gezondheid Ecosystemen 2,91E+05 Grondstoffen 3,81E+05 Totaal 1,33E+06
kunststoffen
1,24E+04 5,37E+05 7,83E+2 1,26E+06 4,34E+06 6,30E+3 1,72E+06 6,19E+06 1,47E+4
Tabel 5 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, OWEB
aluminium Koper ijzer zink 3,63E+05 8,32E+05 9,01E+05
Humane gezondheid Ecosystemen 1,61E+05 Grondstoffen 2,11E+05 Totaal 7,36E+05
glas
2,41E+04 3,69E+05 2,36E+06 2,99E+06 3,21E+06 4,26E+06
kunststoffen 3,00E+4 1,50E+4 6,21E+5 6,66E+5
Tabel 6 Vermeden milieueffecten per impact categorie in Pt, ICT
Humane gezondheid Ecosystemen Grondstoffen Totaal
aluminium Koper ijzer zink 1,94E+05 4,16E+05 3,52E+05
glas -1,36E+3
kunststoffen 1,05E+5
8,63E+05 1,13E+05 3,93E+05
-6,02E+2 -1,31E+3 3,28E+3
5,30E+3 1,99E+6 2,14E+6
1,13E+04 1,44E+05 1,18E+06 1,18E+06 1,61E+06 1,68E+06
27
PRé Consultants bv
Bijlage 4 Vermeden milieubelasting per teruggewonnen materiaal In deze bijlage wordt de vermeden milieubelasting weergegeven per milieuthema. In totaal zijn er 17 milieuthema’s die geaggregeerd worden naar 3 thema’s, ‘humane gezondheid’, ‘hulpbronnen’ en ‘ecosystemen’. 3500 Fossil depletion 3000
Metal depletion Natural land transformation
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
Urban land occupation 2500
Agricultural land occupation Ionising radiation Marine ecotoxicity
2000
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity
1500
Particulate matter formation Photochemical oxidant formation Human toxicity
1000
Freshwater eutrophication Terrestrial acidification Ozone depletion
500
Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0
Grafiek 1: Vermeden milieubelasting aluminium aan de verschillende milieuthema’s (2012) 9000 Fossil depletion 8000
Metal depletion Natural land transformation
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
7000
Urban land occupation Agricultural land occupation
6000
Ionising radiation Marine ecotoxicity
5000
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity
4000
Particulate matter formation Photochemical oxidant formation
3000
2000
1000
Human toxicity Freshwater eutrophication Terrestrial acidification Ozone depletion Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0
Grafiek 2: Vermeden milieubelasting koper aan de verschillende milieuthema’s (2012)
28
PRé Consultants bv
18000
16000
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
14000
Fossil depletion Metal depletion Natural land transformation Urban land occupation Agricultural land occupation
12000
Ionising radiation Marine ecotoxicity
10000
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity
8000
Particulate matter formation Photochemical oxidant formation
6000
Human toxicity Freshwater eutrophication
4000
2000
Terrestrial acidification Ozone depletion Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0
Grafiek 3: Vermeden milieubelasting ijzer aan de verschillende milieuthema’s (2012)
14
Fossil depletion Metal depletion
12
Natural land transformation
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
Urban land occupation Agricultural land occupation 10
Ionising radiation Marine ecotoxicity
8
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity Particulate matter formation
6
Photochemical oxidant formation Human toxicity
4
Freshwater eutrophication Terrestrial acidification Ozone depletion
2
Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0
Grafiek 4: Vermeden milieubelasting zink aan de verschillende milieuthema’s (2012)
29
PRé Consultants bv
0,00
Fossil depletion Metal depletion
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
Natural land transformation -10,00
Urban land occupation Agricultural land occupation Ionising radiation Marine ecotoxicity
-20,00
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity Particulate matter formation
-30,00
Photochemical oxidant formation Human toxicity Freshwater eutrophication Terrestrial acidification
-40,00
Ozone depletion Climate change Ecosystems Climate change Human Health
-50,00
Grafiek 5: Vermeden milieubelasting glas aan de verschillende milieuthema’s (2012) 400,00
350,00
Fossil depletion Metal depletion Natural land transformation
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
300,00
Urban land occupation Agricultural land occupation
250,00
Ionising radiation Marine ecotoxicity Freshwater ecotoxicity
200,00
Terrestrial ecotoxicity Particulate matter formation
150,00
Photochemical oxidant formation Human toxicity Freshwater eutrophication
100,00
Terrestrial acidification Ozone depletion
50,00
Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0,00
Grafiek 6: Vermeden milieubelasting ABS kunststof aan de verschillende milieuthema’s (2012)
30
PRé Consultants bv
500
Fossil depletion Metal depletion
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
Natural land transformation 400
Urban land occupation Agricultural land occupation Ionising radiation Marine ecotoxicity
300
Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity Particulate matter formation
200
Photochemical oxidant formation Human toxicity Freshwater eutrophication Terrestrial acidification
100
Ozone depletion Climate change Ecosystems Climate change Human Health
0
Grafiek 7: Vermeden milieubelasting PE kunststof aan de verschillende milieuthema’s (2012)
900 Fossil depletion 800
Metal depletion
Vermeden milieubelasting (x 1000 Pt)
Natural land transformation 700
600
500
400
300
200
Urban land occupation Agricultural land occupation Ionising radiation Marine ecotoxicity Freshwater ecotoxicity Terrestrial ecotoxicity Particulate matter formation Photochemical oxidant formation Human toxicity Freshwater eutrophication Terrestrial acidification Ozone depletion Climate change Ecosystems
100
Climate change Human Health
0
Grafiek 8: Vermeden milieubelasting PS kunststof aan de verschillende milieuthema’s (2012)
31
PRé Consultants bv
32
PRé Consultants bv
Literatuur Boer, L.C. den, F.P.E. Brouwer and H.P. van Essen (2008). STREAM, Studie naar Transport Emissies van Alle Modaliteiten, Versie 2.0, CE Delft. Ecoinvent Centre (2010). Ecoinvent data v2.2. Swiss Centre for Life Cycle Inventories, Dübendorf, http://www.ecoinvent.org/ EUWID (2010), Recycling and Waste Management, 5 May 2010 Vol. 16, Europäischer Wirtschaftdienst. Goedkoop, M., R. Heijungs, M. Huijbregts, A. De Schryver, J. Struijs and R. van Zelm (2009). ReCiPe 2008, A life cycle impact assessment method which comprises harmonised category indicators at the midpoint and the endpoint level, First edition, Report I: Characterisation. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Huisman, J. (2003). The Qwerty/EE concept, Quantifying recyclability and Eco-Efficiency for End-ofLife treatment of consumer electronic products. Dissertation, TU Delft. IPCC (2007). IPCC Fourth Assessment Report. The physical science basis. http://www.ipcc.ch/ Worrell, E. & O. Hazewinkel (1992). Energiekentallen in relatie tot preventie en hergebruik van afvalstromen. Vakgroep Natuurwetenschap & Samenleving, RU Utrecht & Milieu Adviesbureau Infoplan B.V.
33