Aftekenen nr
eis
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Belofte & Wet Vlaghijsen Salueren Scouting geschiedenis Groeps geschiedenis Bootkennis Fok opvouwen Schiemanswerk Touw opschieten Lijn op kikker/bolder beleggen Veiligheid aan boord 16 Kompasstreken
datum
handtek.
Scouting Cay-Noya Amersfoort
Eigendom van:……………………………………………………………..
Eigendom van:……………………………………………. De eisen waar elke zeeverkenner van Cay-Noya aan dient te voldoen
Voorwoord Voor je liggen de Installatie eisen, voordat je tot zeeverkenner geïnstalleerd kan worden moet je aan wat eisen voldoen. Als je bij de dolfijnen of welpen hebt gezeten zal je veel dingen wel herkennen. Zorg dat je elke opkomst dit boekje bij je hebt zodat je altijd kunt oefenen of aftekenen.
Succes met deze eisen
Samengestelling: Joris Fleer, Ernst van Loosen, Raymond van Doorn Vincent de Bruin, Bastiaan Schonk, Maarten van de Hoven, Sander Pieterson Auteur : Sander Pieterson Druk: eerst druk, 2005 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd worden en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm en op welke andere wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteur. No Part of this publication may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the authors. Zeeverkeneers Scouting Cay-Noya kan geen enkele verantwoording op zich nemen voor schade of ongemak ten gevolge van fouten, die ondanks de nauwkeurige bewerking, toch in dit drukwerk kunnen voorkomen. Vermelding van bedrijven in dit drukwerk houdt geen kwaliteitsoordeel in. Gegevens afgesloten: oktober 2005 Druk en zetwerk: Sanderson printing ISBN 90 035 1026 3 NUGI 023 2005 Scouting Cay-Noya Amerfoort/Leusden
12 Zestien Kompasstreken
1 Belofte en wet
Voor het bepalen van een richting op het land en op het water worden vaak de windstreken gebruikt. Het is dan ook van belang dat je de volgende 16 windstreken uit je hoofd kent.
Alle scouts over de hele wereld hebben dezelfde leefregels; de wet en belofte. Deze regels zijn zo'n eeuw geleden bij de oprichting van de scouting beweging opgesteld, maar gelden tegenwoordig nog altijd. Voor je installatie moet je de belofte en wet kennen en begrijpen. De padvindersbelofte. Op mijn eer beloof ik ernstig te zullen trachten; mijn plicht te doen tegenover god en mijn land, iedereen te helpen waar ik kan, en de padvinderswet te gehoorzamen.
De padvinderswet. Een padvinder is eerlijk. Een padvinder is trouw. Een padvinder is hulpvaardig. Een padvinder is een broeder voor alle andere padvinders. Tips: • Eerst de vier hoofdstreken leren ( Noord, Oost, Zuid en West ) Van deze vier streken zijn Noord en Zuid de belangrijkste. Daarom : NO, ZO, ZW en NW. • Vervolgens : NNO, ONO, OZO, ZZO, ZZW, WZW, WNW en NNW.
Een padvinder is voorkomend en sportief. Een padvinder heeft zorg voor de natuur Een padvinder weet te gehoorzamen. Een padvinder zet door. Een padvinder is spaarzaam. Een padvinder heeft eerbied voor zichzelf en alle anderen.
2 Vlaghijsen
Omslaan
Aan het begin en eind van elke opkomst wordt er geopend en gesloten door het hijsen en neerhalen van de vlag. Voor je geïnstalleerd wordt dien je de volgorde bij het openen en sluiten te kennen.
IN HET BELANG VAN ALLEN: • Indien de boot omslaat, BIJ DE BOOT BLIJVEN. • Probeer NOOIT naar de wal of iets anders toe te zwemmen. • Pas op dat je niet onder het zeil terechtkomt.
Openen: • Leiding geeft het commando "troep staat", als teken dat de ceremonie begint. • Op het commando "bootslieden inspectie" inspecteren de bootsmannen hun bak en melden zich bij de leiding, groeten en keren terug. • Leiding vraagt: mag ik de vlag van de dienstbak? • Vervolgens komen 2 man van de dienstbak naar voren en groeten de leiding. • Ze maken de vlag los van de mast. • Bij het commando "troep saluut" hijsen zij de vlag en zetten daarna de lijn strak vast. Tijdens het hijsen van de vlag salueert de hele groep. • Na enige afstand van de vlaggenmast genomen te hebben, groeten beiden gelijktijdig de vlag. • Zij groeten vervolgens de leiding, de leiding vraagt: "mag ik de wet". • Eén van de jongens brengt de wet ten gehore, ze groeten de leiding weer en gaan terug naar hun plaats. • Met het commando "troep rust" wordt de ceremonie beëindigd. Sluiten: Bij het sluiten houden de bootsmannen geen inspectie en wordt er geen wet ten gehore gebracht. Bij het neerhalen van de vlag wordt na het groeten van de leiding de vlag eerst gegroet en daarna gestreken. Tijdens het neerhalen wordt er door de groep niet gesalueerd. Bij het opvouwen van de vlag wordt er zorg voor gedragen dat de witte baan in het midden komt en de blauwe baan buiten. ( in de lengte in drieën vouwen en daarna als driehoek opvouwen)
Aan boord van een schip kan er slechts één gezagvoerder zijn. Of deze gezagvoerder nu leider of gewoon zeeverkenner is, is niet belangrijk. Je bent hem volstrekte gehoorzaamheid schuldig. Want alleen als de gezagvoerder bevoegd is, en de bemanning weet te gehoorzamen, kan er veilig gevaren worden, Tijdens het geven van de commando's houdt ieder zich stil, zodat ieder de commando's kan horen. Bij afhouden (b.v. in een sluis) nooit de handen of voeten tussen de boot en de kant houden.
11 Veiligheidsmaatregelen aan boord.
3 Salueren
Als zeeverkenner moet je de veiligheidsvoorschriften zeer goed weten. Het is namelijk erg belangrijk datje je zelf en anderen niet door onwetendheid in gevaar zult brengen. Bekend zijn met de gevaren, zowel op als aan het water, is een belangrijke voorwaarde die leidt tot goed zeemanschap.
Als scouts elkaar groeten, en als we groeten bij het hijsen van de vlag brengen we het verkennersaluut. Hierbij leggen we de duim van de rechterhand over de nagel van pink. Dit wil zoveel zeggen als de sterke beschermt de zwakke over de gehele aarde. De ruimte die overblijft tussen duim, pink en handpalm stelt de aarde voor.
De volgende voorschriften gelden voor iedere zeeverkenner. • Ga nooit alleen in open water zwemmen. Zorg voor toezicht, of ga met z'n tweeën en spreek af dat je elkaar in het oog houdt. • Als je gaat zwemmen hen je altijd je zwemschoenen aan (oude sportschoenen) • Duik nooit vanaf de wal of schip in onbekend water.
Bij het normale saluut wordt de bovenarm horizontaal gehouden en de vingertoppen tegen de rand van de pet of toque gehouden. Heeft men geen kompleet uniform, dan wordt het zogenaamde "half- of geheimsaluut" gebracht. Bij half saluut gaat de rechter onderarm vertikaal omhoog en wordt niet aan de toque gebracht. Dit saluut wordt eveneens gebracht tijdens installaties van verkenners.
• Verlaat nooit de haven met een boot, die niet behoorlijk bemand is en niet onder commando staat van een leider of zeeverkenner in het bezit van een machtiging voor bootleiding. • Draag aan boord geen laarzen, maar gymschoenen met goed profiel i.v.m. uitglijden en beschadiging van de boot. Man overboord Zodra er een man over boord gaat, roep je meteen ZWEM. De persoon kan door de schrik, of door de klap van de giek of jets dergelijks bewusteloos of versuft zijn geraakt. Door te roepen: ZWEM, kan hij weer bij zijn positieven komen. Meteen hierna gooi je een reddingsboei of ander drijvend voorwerp overboord, om de plaats van de drenkeling te markeren. Natuurlijk vergeet je niet de mede opvarenden op het feit te wijzen door "man overboord'1 te roepen. Hierna wordt de manoeuvre "man overboord" uitgevoerd. Is het noodzakelijk dat er iemand overboord gaat om hulp te bieden, dan nimmer de roerganger. In ieder geval moet er iemand aan boord blijven, die de zeilkunst goed machtig is.
Bij het welpensaluut gaan twee vingers gespreid omhoog. Hun saluut is het symbool van de "wolvekop". Het be'versaluut is bijna hetzelfde als het welpensaluut, de gestrekte vingers worden gekromd en stellen de tanden van de bever voor.
4 Scouting Geschiedenis Voordat je scout wordt is het nodig datje jets weet van het ontstaan van de scouting. Vroeger werd dit in Nederland padvinderij genoemd. De scouting is in het begin van de vorige eeuw ontstaan in Engeland en is doorjongens zelf opgericht. Ze kwamen op het idee door het boek "Aids to scouting", wat zoveel betekent als "hulp bij het verkennen". Dit boek is geschreven door de Engelsman Lord Baden Powell. Ook wel afgekort tot B-P. Baden Powell was zo'n 100 jaar geleden luitenant en later kolonel in het engelse leger en diende in India en tijdens de boerenoorlog in Zuid-Afrika. Hij is met vele expedities het oerwoud in geweest en elke tocht leerde hem weer iets nieuws over verkennen, bespieden, dieren en planten. Hier leerde hij hoe hij in de wildernis met gebrekkige hulpmiddelen moest overleven. Op grond van deze ervaringen schrijft hij zijn boek "Aids to scouting".
10 Lijn op kikker en bolder beleggen In de praktijk worden er vele fouten gemaakt bij het beleggen van touwwerk en staaldraad om kikkers en bolders. Touwwerk dat met de zon meegeslagen is, moet ook zo worden opgeschoten en belegd. Tegen de zon geslagen touwwerk dient tegen de zon te worden opgeschoten en belegd. Op deze wijze wordt voorkomen dat er kinken in het touw komen. Het beleggen van een lijn op een kikker De lijn wordt met een halve rondtorn om de voet van de kikker gelegd. Vervolgens wordt de lijn met 8-vormige slagen om de beide uiteinden gewonden. Vervolgens wordt een zogenaamde knijpsteek gelegd. Deze steek mag niet gelegd worden als de kracht van de lijn rechtstreeks op de knijpsteek komt. Bij een lelievlet eindigen we wel met de knijpsteek al is deze bij het nat worden van het touw moeilijk los te krijgen.
In Engeland werd Baden Powell als een oorlogsheld beschouwd. Jongens beginnen zijn boeken te lezen en het boek "Aids to scouting" na te spelen. Deze jongens noemden zich scouts. Als Baden Powell terugkomt halen zijn vrienden hem over iets voor deze jongens te doen. In 1907 wordt op Brown Sea Island het eerste kamp gehouden. Tijdens dit kamp werd de jongens geleerd hoe ze moesten koken, kamperen en verkennen. Baden Powell schrijft op grond van dit succes het boek "Scouting for boys". Het boek wordt bijna overal ter wereld gekocht en gelezen. In Nederland worden in 1910 de eerste scouting groepen opgericht. De scouting beweging werd de grootste jongerenorganisatie in Nederland en in de wereld. In de tweede wereld oorlog (1940-1945) werd de scouting verboden. Na de oorlog bloeide de verenigingen weer op en kwamen ook de zeeverkenners in opmars, in 1950 werd het eerste Nationaal Water Kamp (NaWaKa) gehouden in Terhorne, Friesland. De vele verschillende landelijke padvinders verenigingen besloten in 1973 tot een fusie tot "Scouting Nederland". Tot op heden worden er eens in de vier jaar "Wereld Jamborees" gehouden, waar scouts uit de hele wereld elkaar ontmoeten. Voor de tweede wereldoorlog ('37) was de 5` jamboree in Nederland. De 18e wereldjamboree was in 1995 in Dronten, waar wij als Zeeverkenners Cay-Noya ook aanwezig waren. Belangrijke jaartallen: 1907 Eerste verkennerskamp op Brown Sea Island 1910 Baden Powell installeert de eerste verkenners in Nederland 1973 Fusie Nederlandse Padvinders tot "Scouting Nederland"
Aan de mastvoet van de boot bevinden zich ook kikkers waar de vallen op belegd worden. Vaak blijft er een lang stuk val over. Om te zorgen dat deze val niet in de. weg ligt dient de val altijd opgeschoten aan de kikker gehangen te worden. Dit dient te gebeuren volgens het hier naast geïllustreerde principe.
9 Touw opschieten.
5 Groepsgeschiedenis
Een goed verkenner is zuinig op zijn spullen. Het touwwerk zal dan ook met zorg behandeld moeten worden. Touwwerk moet voor het gebruik aan de einden worden afgewerkt. Dit kan gebeuren door een bezetting of door splitsen.
Troep 1 (1911-1935) Nederland was na Engeland één van de eerste landen waar de scouting ontstond. Amersfoort behoorde bij de eerste tien gemeenten waar scouting vaste voet kreeg. In de zomer van 1911 ontstond in Amersfoort groep 1. De troep bestond uit jongens en meisjes. In 1913 scheidde de meisjesgroep zich af en werden zelfstandig. Inmiddels was de groei zodanig dat groep 1 gesplitst moest worden in twee troepen van ieder vijftig jongens. Het troephuis van troep 1 verrees aan de Daam Fockemalaan. Helaas brandde dit in 1935 geheel af. '
Het touwwerk mag niet overal zo maar rond slingeren. Het moet netjes opgeschoten worden. Het touwwerk wordt vervolgens op houten pennen of een houten stok gehangen. De grootste vijand van touw is vocht. Ook zand is nadelig voor de levensduur van het touwwerk. Als touw vochtig geworden is, moet het uitgehangen worden. Een manier om touw op te schieten is de volgende: neem het touw dubbel, begin met de losse parten en bepaal daarmee de grootte van de te maken slagen (zie onderstaande illustratie). Als je het touw zo hebt opgeschoten maak je met de lus een slag om het geheel en steek deze dan door het bovengedeelte. Bij een langere lijn neem je het touw enkel. Wanneer je bijna aan het einde bent, kan je de lijn dan alsnog dubbel nemen. Je kan echter ook gewoon doorgaan met opschieten en tenslotte een lus uit de opgeschoten bos nemen.
Cay-Noya groep (1935-1973) Er werd een nieuw troephuis gebouwd aan de Laan 1914 en de naam van troep I werd veranderd in de Cay-Noya groep. Cay-Noya was waarschijnlijk een Mexicaans-Indiaanse zonnegod. Ook de Cay-Noya groep dook onder in de tweede wereldoorlog. Het troephuis werd bezet. Na de bevrijding kwam de groep opnieuw in de openbaarheid. De troephuizen werden echter tot huizen omgebouwd. Na de oorlog heeft de Cay-Noya groep een troephuis gehad in de Bokkeduinen, dat echter in 1971 door brandstichting volledig verwoest werd. In een oude directiekeet op de Vosseheuvel werd echter een nieuw troephuis gevonden. Zeeverkenners bij Cay-Nvyn (1973-1983) Zeeverkenners waren in Amersfoort al in 1948 opgericht. De Nairana stam van de Karel Doormangroep splitste zich echter in 1972 af en sloot zich aan bij de CayNoya groep. Op initiatief van schipper J. van de Berg werden er in 1973 zeeverkenners bij Cay-Noya opgericht. In 10 jaar tijd werd er met behulp van diverse financiële acties een goed draaiende zeeverkenners tak uit de grond gestampt met vijf lelyvletten, een eigen clubhuis, een steiger en een sleepboot. Het onderkomen van de zeeverkenners bij de oprichting was een zolderkamer bij iemand thuis. Later verhuisden de zeeverkenners naar de Vosheuvel waar zij een zolder ter beschikking kregen, later kregen de zee- en landverkenners één troephuis. Dit troephuis bestond uit een oude stal. In 1982 werd gestart met de bouw van het huidige clubhuis. Uitbreiding vloot in de periode 1973-1983: De Cay-Noya 1, de "652", gekocht voor de Dolfijnen. De Cay-Noya II, de "673", gekocht voor de Haaien. De Cay-Noya III, de "823", gekocht voor de Zeehonden. De Cay-Noya IV, de "866", gekocht voor de Kaaimannen De Cay-Noya V, de "1026", gekocht voor de Orca's De Makke Beer, aangeschaft als sleepboot.
('73) ('74) ('76) ('77) ('80) ('83)
In de begin periode lagen de boten in een jachthaven bij de monding van de Eem, eind jaren zeventig kwam er een eigen steiger aan het Eemmeer. In dezelfde periode groeide ook de rest van de Cay-Noya groep. Een tweede welpentak werd opgericht en als eerste van Nederland startte Cay-Noya in 1979 een Bever kolonie. Iedere speltak kreeg zijn eigen clubhuis.
De rondtorn (met twee halve steken) Deze dient om een eind van een touw aan iets vast te maken. Op het touw kan dan een grote kracht worden uitgeoefend. Deze knoop is gemakkelijk los te maken is goed te gebruiken bij een kabelbaan, buikschuif, afmeren van een boot etc.
Het huidige Cay-Noya (1983-2000) Midden jaren tachtig werd onze huidige sleper, de Makke Beer vaarklaar gemaakt. Door een ruil met Deutz staat daar nu een goede motor in. Met van tijd tot tijd verschillende grote onderhoudsbeurten wordt de Makke Beer draaiend gehouden. Midden jaren tachtig werd een betere houten steiger aan het Eemmeer gebouwd. Deze werd in 1994 vervangen door een stalen steiger. Het clubhuis van de stam, "het Galjoen", brandde in 1991 af. Cay-Noya kreeg er het huidige nieuwgebouwde Galjoen voor in de plaats. Op de zolder draaiden gedurende enkele jaren een derde welpen horde, welke in 1998 werd opgeheven. Na een dip in het ledenaantal van de zeeverkenners begin jaren negentig, zette zich een sterke groei in. De afgelopen jaren hing het zeeverkenners ledenaantal constant rond de 35. In 1999 is schipper Charl de Kruijff daarom begonnen aan de bouw van de Cay-Noya VI, de " 1425", welke in 2000 gedoopt wordt en in gebruik wordt genomen door een 6e bak. De Cay-Noya groep bestaat uit de volgende 6 speltakken: • Bevers • Itzamma Horde • Aqua Horde • Land Verkenners • Zee Verkenners • Nairana Stam Belangrijke jaartallen: 1911 Oprichting van troep 1 1935 Troep 1 verandert in Cay-Noya 1971 Cay-Noya verhuist naar de Vosheuvel 1973 Oprichting zeeverkenners
De ankersteek Wordt gebruikt om een lijn op een oog te beleggen.
Ankersteek
De halve knoop De halve knoop dient om het uitlopen van het touw in een takel of blok te voorkomen. Halve knoop De achtknoop Deze knoop wordt voor hetzelfde doel gebruikt als de halve knoop. De achtknoop is echter iets dikker en makkelijker los te maken.
6
Bootkennis
Alle zeeverkenners in Nederland zeilen in een zelfde zeilboot: de lelievlet. Deze zeilboten hebben allemaal dezelfde afmetingen en vaak ook dezelfde tuigage. Ook jullie zullen in deze boten leren zeilen. Voor je geïnstalleerd wordt dien je al verschillende onderdelen te kennen.
Acht knoop De mastworp Deze steek wordt gelegd om een rond voorwerp. Hij kan gebruikt worden om een boot aan een paal vast te maken, of om bij het begin van een sjorring het touw aan de paal vast te maken.
Paalsteek Deze wordt gebruikt om een niet schuivende lus in een tros of een lijn te leggen. (De tamp moet buiten liggen, zij kan dan nooit bekneld raken). De snelste manier om deze knoop te leggen is de zeelieden manier. Daarmee kun je hem met één hand leggen. (als je wat oefent)
De te kennen onderdelen:
A. B. C. D. E. F.
Grootzeil Fok Mast Roer Stag Giek
G. Gaffel H. Midzwaard I. Val J. Schoot K. Voor
7 Fok opvouwen
8 Schiemanswerk
Het fok wordt elke zaterdag als we gaan zeilen door de bootsman van de bak meegenomen. Dit fok moet in een fokkezak meegenomen kunnen worden en dient daarvoor zo opgevouwen te worden dat het in een smalle strook opgerold kan worden. Het opvouwen van de vak gaat volgens de onderstaande illustraties.
Vroeger moest iedere zeeman een deskundige zijn in het schiemanswerk. Op oude zeilschepen kwam zeer veel touwwerk voor. De schade die men in die tijd aan het schip opliep, moest door de bemanning zelf verholpen worden. Gebroken en versleten touwen werden weer gerepareerd, zeilen genaaid etc. Als je zeeverkenner bent zal je ook nu nog vaak met touw werken. Je moet daarom voor je installatie enkele knopen leren die je bijvoorbeeld tijdens het varen soms moet gebruiken. Touw is erg kostbaar, daarom verwachten we dat je als zeeverkenner zorgvuldig en netjes met touw werkt. Je gooit bijvoorbeeld touw dat je gebruikt hebt niet met knopen en al op een hoop in een hoek. Je ruimt het netjes op (zonder knopen), het bespaart de groep een boel geld. Een goed zeeman laat geen touwen achter zijn rug slingeren. Je gaat voor je installatie een aantal knopen leren die je voor bepaalde doeleinden kunt gebruiken. Je kunt deze knopen gaan oefenen. Pas als je deze knopen goed beheerst ben je een echte zeeverkenner. Knopen: De platte knoop Deze knoop dient om twee einden van gelijke dikte aan elkaar vast te maken. Het nadeel van deze knoop is dat hij, als er grote kracht op gekomen is, zeer moeilijk is los te maken.
De schootsteek De schootsteek wordt gebruikt om twee touwen van ongelijke dikte aan elkaar vast te maken. Tevens kan hij gebruikt worden om een touw vast te zetten in het oog van een ander touw.
Zorg dat je altijd voldoende ruimte hebt om de fok helemaal uit te leggen. Nadat het fok is opgerold kan de fokkeschoot om de fok worden gebonden. Na het zeilen kan de fok nat zijn en dient dus thuis of op het clubhuis uitgehangen te worden.
Hiernaast is in drie stappen aangegeven hoe de schootsteek gelegd wordt. De lus is altijd de dikke lijn. Let op het aantrekken van de steek. (zie de pijl) Schootsteek