SCHOOLREGLEMENT BASISSCHOOL
2
Beste ouders Van harte welkom in de Sint-Ludgardis basisschool. Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt en hopen oprecht dat iedereen zich snel thuis zal voelen. Onze basisschool is een school waar kinderen liefdevol worden ontvangen. Hun gaven en hun tekorten, hun lach en hun traan, hun enthousiasme en hun teleurstelling, ... we hebben er steeds oog voor.
Dat het hele schoolteam zich ten volle inzet voor de opvoeding én het onderwijs van uw kind is vanzelfsprekend maar we willen het toch graag benadrukken. U mag van ons een christelijk geïnspireerde, eigentijdse opvoeding en degelijk onderwijs verwachten.
De hele basisschool stelt zich graag open op tegenover ouders. U, ouders, bent ten allen tijde welkom met uw vragen, uw op- en bemerkingen, uw positieve kritiek. We kijken uit naar een goede samenwerking en we hopen dat u uw kind aanmoedigt de doelstellingen van de school na te streven en de afspraken na te leven.
Beste kinderen
We heten je welkom in onze basisschool. Ben je een kleuter? Dan ga je in een boeiende wereld terecht komen. Kom je bij ons naar het eerste leerjaar? Dan gaat er voor jou een nieuwe wereld open met heel veel leuke en uitdagende activiteiten. Als je nieuw bent in onze school, zal de aanpassing wat tijd vragen. Alle leerkrachten en de directeurs zullen je daarbij zoveel mogelijk helpen. We wensen jou en alle andere leerlingen een fijn schooljaar toe.
Antwerpen september 2013
3
INHOUDSTAFEL 1. Wat beogen we? 1.1 Ons opvoedingsproject 1.2 Een leergemeenschap 1.3 Een leefgemeenschap 1.4 Een geloofsgemeenschap 2. Ons pedagogisch project 3. Wie is wie? 3.1 Schoolbestuur 3.2 Structuur van de school 3.3 Onderwijzend, administratief en onderhoudspersoneel 3.4 MDO 3.5 Ouderraad 3.6 Schoolraad 3.7 C.L.B. 3.8 Scholengemeenschap 4. Wettelijke verplichtingen en leefregels 4.1 Inschrijven van leerlingen 4.2 Participatie van ouders aan het schoolleven 4.3 Omgaan met leerlingengegevens 4.4 Afwezigheid 4.4.1 Ziekte 4.4.2 Van rechtswege gewettigde afwezigheden 4.4.3 Afwezigheden mits toestemming van de directie 4.4.4 Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking 4.4.5 Problematische afwezigheden 4.5 Verandering van school 4.6 Onderwijs aan huis 4.7 Getuigschrift basisonderwijs 4.8 Vakantiewerk 4.9 Zittenblijven en het vormen van leerlingengroepen 4.10 Zo gaat dat in onze school 4.10.1 Aanwezigheid in de school 4.10.2 Voor- en nabewaking 4.10.3 Schoolverzekering 4.10.4 Houding en gedrag in en buiten de school 4.10.5 Kledij en uiterlijk – uniform
4
4.10.6 Agenda 4.10.7 Kosteloosheid basisonderwijs 4.10.8 Rapporten, oudercontacten 4.10.9 Rijen en afhalen van kinderen 4.10.10 Extra-muros-activiteiten 4.10.11 Betalingen 4.10.12 Reclame en sponsoring 4.10.13 Moderne media 4.11 Orde- en tuchtmaatregelen 4.12 Echtscheiding 4.13 Privacy 5. Gezondheidsbeleid 5.1 Voeding en beweging 5.1.1 Middagmaal 5.1.2 Tussendoortje 5.1.3 Verjaardagen 5.1.4 Dranken 5.1.5 Lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen 5.1.6 Activiteiten 5.2 Veilgheid 5.3 Welbevinden 5.3.1 Pestcode 5.3.2 Sherborne 5.4 Genees- en genotmiddelen 5.4.1 Medicatie 5.4.2 Rookverbod 5.5 Gezondheid en milieu
6. Beleidsverklaring in verband met veiligheid, gezondheid, milieu & hygiëne 7. Engagementsverklaring 8. Samenstelling van de verschillende geledingen
5
1. WAT BEOGEN WE? Onze basisschool is meer dan een plaats waar allerlei dingen worden geleerd. We vormen een gemeenschap waar we samen leven, samen studeren, samen bidden, samen plezier maken, samen verdriet hebben, ... Het is met andere woorden een geïntegreerde leer-, leef- en geloofsgemeenschap. 1.1 Ons opvoedingsproject De Sint-Ludgardis basisscholen maken deel uit van de Sint-Ludgardisschool van Antwerpen en behoort tot de koepel 'Katholiek Vlaams Onderwijs' of KVO. De scholen van deze groep hebben een gezamenlijk opvoedingsproject. De KVO-scholen zijn centra van intellectuele en algemeen menselijke vorming. De KVO-scholen bieden de mogelijkheid tot optimale ontplooiing van de hele mens vanuit de christelijke levensvisie. Zij helpen de leerlingen groeien in kennis, inzicht, wetenschap en levenservaring. Zij willen de leerlingen bewust maken van hun rol in het sociale, culturele, economische en politieke leven. De wereld heeft nood aan persoonlijkheden die, zelfstandig en met grote gemeenschapszin, verantwoordelijkheid op zich nemen in de samenleving. De KVO-scholen vormen de leerlingen tot maatschappijkritische en waardegevoelige volwassenen, die zich niet neerleggen bij oppervlakkigheid, sociaal onrecht, welvaartsegoïsme, consumptiedwang en milieubederf. Deze vorming legt de klemtoon op dienstbaarheid, voornaamheid, evenwichtige relatiebekwaamheid en respectvolle affectiviteit. De KVO-scholen beschouwen psychische en fysieke weerbaarheid als waardevol, maar zij vragen ook gevoelige aandacht voor het kwetsbare in elke mens. De KVO-scholen in Vlaanderen, Europa en de wereld Belangrijke doelstellingen van de KVO-scholen zijn de kennis van de historische en culturele identiteit en de sociaal-economische werkelijkheid van Vlaanderen én het verzorgd gebruik van de eigen taal. Zij besteden ook veel aandacht aan de studie van andere talen en culturen en aan culturele uitwisseling. Zij maken de jongeren bewust van hun gemeenschappelijke taak voor de uitbouw van het verenigde Europa, dat in solidariteit met de andere continenten groeit naar een betere wereld.
6
De KVO-scholen: scholen met een religieuze en evangelische boodschap Mensen van alle tijden en van overal ter wereld stellen vragen die henzelf en hun leefwereld overstijgen. De KVO-scholen geven op deze vragen het antwoord van het christendom, dat de wereld al twintig eeuwen verrijkt met Jezus' boodschap over God, de mens, de wereld en het leven. Zij brengen onomwonden God ter sprake en zien in de Bijbel, het Evangelie en de levende Kerk inspiratiebronnen voor een betere samenleving en een persoonlijke geloofsgroei. Die bronnen bieden waarden aan als liefde, waarachtigheid, rechtvaardigheid, vrede, vergeving en solidariteit. Deze waarden bevruchten het schoolgebeuren van elke dag. In gebedsmomenten en vieringen, in missionaire bewogenheid en in acties als Welzijnszorg en Broederlijk Delen krijgen ze concreet vorm. De KVO-scholen nodigen alle betrokkenen uit tot een eerlijke beleving van die waarden. Wederzijds respect en verdraagzaamheid voor de verscheidenheid in geloofsmotivering en christelijk getuigenis zijn voor de schoolgemeenschap een bron van verrijking. Kinderen uit niet-christelijke gezinnen zijn in de KVO-scholen welkom, als zij het christelijk karakter van de school eerbiedigen. Alle mensen worden broeders en zusters; in de KVO-scholen dié droom met jongeren te kunnen realiseren, is ons streven en onze hoop. 1.2
Een leergemeenschap
Onze school streeft naar kwaliteitsonderwijs waarbij het kind steeds centraal staat. Elk kind heeft immers recht op een vorming die aangepast is aan de eigen mogelijkheden. Elk kind verdient onze volle aandacht bij zijn cognitieve (de verstandelijke) maar eveneens bij zijn emotionele en zijn motorische ontwikkeling. Terecht streven we een harmonisch evenwicht na in de aandacht voor ‘hoofd’, ‘hart’ en ‘handen’. In onze snel veranderende maatschappij staan we open voor vernieuwingen. Binnen het lerarenteam gaat er dan ook veel aandacht uit naar een voortdurend bijschaven van de eigen deskundigheid. Bijscholingen, zowel intern als extern, zijn aan de orde van de dag. 1.3
Een leefgemeenschap
Kinderen brengen veel tijd door in de school. Daarom is het belangrijk dat er een hechte school- en klasgemeenschap ontstaat. We streven positief menselijke relaties na tussen alle leden van de schoolgemeenschap (Schoolbestuur, ouders, leraren, kinderen, CLB, ...) en dit zowel binnen als buiten de school. 1.4
Een geloofsgemeenschap
Onze school heeft eveneens een geloofsopdracht. Van onze leraren wordt verwacht dat zij het christelijk geloof voorleven én verkondigen. Alle leerlingen nemen deel aan de gebeds- en sacramentele vieringen die in schoolverband worden gehouden. Van de ouders wordt verwacht dat zij loyaal zijn ten opzichte van het geheel van de geloofsopvoeding die we onze leerlingen geven.
7
2. ONS PEDAGOGISCH PROJECT Wij zijn een katholieke school en willen een pedagogisch verantwoord onderwijs en een kwaliteitsvolle opvoeding aanbieden. Onze inspiratie vinden wij in het evangelie en in de katholieke traditie. Wij zijn een dienst van de kerkgemeenschap aan jonge kinderen. Wij gaan ervan uit dat je mens wordt in een verbondenheid met anderen, met de wereld en met jezelf. In deze verbondenheid ervaren we God als dragende grond en krijgt ook de verbondenheid met het mysterie concreet gestalte. Vanuit onze verbondenheid met God durven we als katholieke basisschool de toekomst hoopvol tegemoet zien en vertrouwen we erop dat onze inspanningen niet op niets uitlopen. Vanuit ons christelijk geïnspireerd mensbeeld geven we voorrang aan waarden als: • het unieke van ieder mensenkind, • de verantwoordelijkheid van ieder mens voor zijn handelen, • verbondenheid en solidariteit met anderen, • vertrouwen in het leven (hoop), • genieten van en dankbaar zijn voor wat ons gegeven is, • openheid, respect en zorg voor mens en natuur, • verwondering door het gewone als ongewoon te ervaren, • vergeving kunnen geven en ontvangen als herstel van verbondenheid, • zorgzame nabijheid en troost voor mensen in moeilijke situaties, •… Wij bieden in onze school gevarieerde en zinvolle pastorale activiteiten aan. We nodigen alle leerlingen regelmatig uit op activiteiten die gericht zijn op: • de ontmoeting van elkaar in verbondenheid; • de verdieping in de bijbelse Boodschap; • de dienstbare en solidaire inzet voor anderen dichtbij en veraf; • het vieren van belangrijke gebeurtenissen in het leven op school, in verbondenheid met elkaar en (waar het kan) in verbondenheid met God. In de godsdienstlessen, die door alle leerlingen verplicht gevolgd worden, komt de christelijke levensbeschouwing uitdrukkelijk ter sprake. De godsdienstlessen ondersteunen de levensbeschouwelijke ontwikkeling van de kinderen. Ons doel is de kinderen te helpen om competente vertellers te worden van het levensbeschouwelijke in hun eigen levensverhaal. We brengen kinderen thuis in de verhalen uit de eigen traditie, en leren hen de verbinding leggen tussen deze verhalen en de existentiële vragen en grenservaringen uit het eigen leven en uit het leven van andere mensen. Dat veronderstelt communicatie. Het inzicht in de eigen traditie kan verdiept worden door de dialoog met andere levensvisies.
Zonder de verankering in een traditie heeft de dialoog echter geen grond onder de voeten. Er bestaat geen levensbeschouwelijke benadering van de werkelijkheid los van een levensbeschouwelijke traditie. In onze school opteren we uitdrukkelijk voor de benadering van de levensbeschouwelijke dimensie vanuit de christelijke godsdienst en de katholieke traditie. Ook de zinvragen die zich aandienen in de andere leergebieden komen daar uitdrukkelijk aan bod.
8
Wij zorgen voor een degelijk en samenhangend inhoudelijk aanbod We staan stil bij wat kinderen moeten leren om op te groeien tot ‘goede ‘ mensen. Het unieke van elk kind staat voorop. Ons aanbod is gericht op de harmonische ontwikkeling van de totale persoon: hoofd, hart en handen. Doorheen ons aanbod brengen we kinderen in contact met alle componenten van de cultuur: • de wereld van taal en communicatie • de wereld van het muzische • de wereld van cijfers en feiten • de wereld van de techniek • de wereld van het samenleven • de wereld van verleden en heden • de wereld van het goede • de wereld van zingeving In ons aanbod is een logische samenhang te vinden: we werken met leerlijnen waarin het ene logisch volgt uit het andere. We bouwen voort op wat kinderen reeds beheersen. We zorgen er ook voor dat alles wat kinderen leren in de verschillende leergebieden en leerdomeinen zinvol samenhangt. We willen dat wat kinderen leren deel wordt van hun zijn, van hun persoon. Het is niet voldoende dat kinderen beschikken over een aantal weetjes of dat ze een aantal vaardigheden kunnen toepassen als de leerkracht het vraagt. Waar het uiteindelijk op aan komt, is dat kinderen leren met het oog op het leven. Dat ze de dingen die ze leren kunnen plaatsen en gebruiken in hun leven. Dat is leren dat zin heeft en zin geeft. We kiezen voor een doeltreffende aanpak en een stimulerend opvoedingsklimaat We zoeken naar de beste aanpak om het leren van de kinderen te ondersteunen en te begeleiden. Wij nemen kinderen serieus. Kinderen staan positief tegenover het leven en de wereld. Wij willen aansluiten bij die positieve ingesteldheid.
Leren is niet een ‘vullen van vaten’ met alle mogelijke kennis. Kinderen zijn zelf actief betrokken in het leren. Ze bouwen nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden op, bouwen voort op wat ze reeds kennen en kunnen.
Onze opvoeding wordt gedragen door : • onze gerichtheid op het unieke van ieder kind. We stemmen ons aanbod en het leerproces zoveel mogelijk af op de ontwikkeling van ieder kind • de pedagogie van verbondenheid. Leren is een sociaal gebeuren. Leren is samen werken, wederzijdse verrijking. • de pedagogie van de hoop. We hebben een optimistische visie op de ontwikkeling van kinderen. We geloven in de groeikansen van kinderen en dat ze ondanks hun grenzen, hun beperkingen, hun onmogelijkheden, toch kansen hebben en begeleid kunnen worden in hun groei. • de pedagogie van het geduld. Onderwijs en opvoeding afstemmen op de mogelijkheden van kinderen vraagt veel geduld opdat de hoop niet zou omslaan in wanhoop, want dan is opvoeding onmogelijk.
9
Van onze leerkrachten verwachten we dat ze: • model staan voor goed leren • strategische vragen stellen • aansluiten bij wat de leerlingen reeds beheersen • zinvolle contexten aanbieden • interactieprocessen begeleiden • peilen naar de vorderingen • helpen en coachen We werken aan de ontplooiing van elk kind, vanuit een brede zorg We streven ernaar elk kind centraal te stellen. Ieder kind is beeld van God. Wij omringen kinderen daarom met brede zorg. We willen kinderen optillen en hen uitzicht geven op een veilige oever van welbevinden. Daarvoor zijn de pedagogie van de hoop en van het geduld essentieel. Onze brede zorg heeft twee dimensies. We hebben aandacht voor de ‘gewone zorgvragen’ van alle kinderen. Ieder kind is anders, uniek en heeft eigen vragen, problemen en mag daarvoor aanspraak maken op de nodige zorg. Wij worden uitgedaagd om het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de noden van de kinderen, bijvoorbeeld door te diagnosticeren en te differentiëren. We verbreden onze zorgen voor kinderen wiens ontwikkeling anders verloopt dan verwacht (sneller of trager). Hier stoten we op ‘bijzondere zorgvragen’. Voor deze bijzondere zorgvragen werken we als school samen met ouders, CLB, scholen voor buitengewoon onderwijs en gespecialiseerde centra … Onze school als gemeenschap en als organisatie We erkennen onze partners in de opvoeding en het onderwijs van kinderen. We respecteren ieders verantwoordelijkheid. We zorgen voor een goede organisatie. Onze school wordt gedragen door het hele team onder de leiding van de directie. We werken samen, overleggen en streven naar een voortdurende kwaliteitsbewaking en -verbetering. We delen onze zorg voor kwaliteitsvol onderwijs met: •de ouders als eerste verantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Daarom streven we naar een goede communicatie en een zo groot mogelijke betrokkenheid van ouders bij de school; •het schoolbestuur dat de eindverantwoordelijkheid draagt voor het beleid van de school; •externe begeleiders die ons ondersteunen, vormen en ons helpen bij onze professionalisering. •de lokale kerkgemeenschap die verwijst naar de traditie en het geloof van waaruit in de school gewerkt wordt. •de lokale gemeenschap waarin we gestalte geven aan onze opvoedings- en onderwijsopdracht.
10
3. WIE IS WIE? 3.1 Schoolbestuur Het schoolbestuur is de eigenlijke organisator van het onderwijs in onze school. Zij is tegenover ouders en leerlingen verantwoordelijk voor het beleid en de beleidsvorming en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs. VZW Sint-Ludgardis Maarschalk Gérardstraat 18 2000 Antwerpen Tel: + 32 3 233 93 20 Fax: + 32 3 233 83 96 E-mail:
[email protected] Website: www.stludgardisantwstad.be Voorzitter: Leden:
De heer Dirk Fierens, De Heer S. Verbist De Heer J. Mulkens, De Heer P. Milis KVO vertegenwoordigd door: De heer D.Van Tricht, De heer P. De Keulenaer. 3.2 Structuur van onze school Sint-Ludgardis Antwerpen bestaat uit drie basisscholen en een secundaire afdeling. Naast onze basisscholen aan de Bervoetstraat en de Maarschalk Gérardstraat is er ook de Sint-Ludgardis basisschool Belpaire aan de Nerviërsstraat. Wij behoren tot een groep scholen die zich verenigde tot het Katholiek Vlaams Onderwijs of KVO; alle scholen hebben hetzelfde opvoedingsproject. Sint-Ludgardis Antwerpen wordt geleid door een directieteam met de volgende leden: Herman Vercammen: algemeen directeur en pedagogisch directeur 2de en 3de graad secundair; Kris Cool: directeur basisschool; Véronique Verlackt: directeur basisschool; Hilde Opsomer: directeur basisschool Belpaire; Ann Fransen: directeur PR en logistiek; Liesbeth Piot: pedagogisch directeur 1ste graad secundair. Dit directieteam werkt aan de visie die de Sint-Ludgardisschool in deze sterk veranderende maatschappij voor ogen houdt. Zo bepaalt het onder meer de houding van de school tegenover allerlei maatschappelijke problemen, zoekt het naar werkwijzen om de overgang van basisschool naar secundaire school vlotter te laten verlopen, enz.
11
3.3 Onderwijzend, administratief en onderhoudspersoneel De groep van leraren vormt het onderwijzend personeel. Naast hun zuivere lesopdracht vervullen alle leraren nog heel wat andere taken als lid van één van de vele werkgroepen. Het administratief personeel staat de directie bij in het administratief beheer van de school. Ook het personeel dat zorgt voor het onderhoud van de gebouwen en de begeleiding in de refter, is belangrijk voor het goed functioneren van onze school. 3.4 MDO De kleuters en de leerlingen van de lagere school worden in hun totale ontwikkeling gevolgd. Een kindvolgsysteem in de kleuterschool en een leerlingvolgsysteem in de lagere school maken dat mogelijk. De resultaten worden tijdens een MDO (= multidisciplinair overleg) besproken. Tijdens het MDO zijn buiten de klasleerkracht(en) ook steeds de zorgcoördinator, de zorgjuf, een directeur en de CLB-adviseur aanwezig. Het is de bedoeling om bij te sturen waar nodig en hiervoor een stappenplan op te stellen. Op deze manier kunnen we uw kind optimaal begeleiden en laten ontwikkelen. Het digitaal zorgdossier en de rapporten van uw kind worden bewaard op een externe server nl “Schoolonline”. 3.5 Ouderraad De oudervereniging vertegenwoordigt de ouders in de school. Ze wil de samenwerking tussen ouders, leerkrachten en directie helpen bevorderen in het belang van de kinderen. Bovendien tracht ze de school zo mogelijk materieel en financieel te ondersteunen. Ze organiseert een familiewandeling en een groot gedeelte van de opendeurdag en verleent haar medewerking aan de eerste communie en tal van andere activiteiten. Ook via een vertegenwoordiging in de participatieraad hebben ouders inspraak in het reilen en zeilen van de school. 3.6 Schoolraad In dit participatieorgaan krijgen de personeelsleden, de ouders en de lokale gemeenschap inspraak in het dagelijks onderwijsgebeuren, waarvoor het schoolbestuur de eindverantwoordelijkheid draagt. Elk met hun eigen inbreng, komen de leden samen op voor de opvoeding en de opleiding van de leerlingen. Interne beroepscommissie (enkel bij uitsluiting van een leerling) Interne Beroepscommissie basisschool Sint-Ludgardis Maarschalk Gérardstraat 18 2000 Antwerpen Onze school maakt deel uit van het LOP (Lokaal OverlegPlatform) Antwerpen. Contactadres: Lokaal Overlegplatform Antwerpen Basisonderwijs Gelijke onderwijskansen "Den Bell" Francis Wellensplein 1 2018 Antwerpen Voor klachten rond weigeringen of doorverwijzingen van kinderen kunt terecht bij: Commissie inzake leerlingenrechten Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
12
3.7 C.L.B. Onze school wordt begeleid door: VCLB DE WISSEL – Antwerpen Campus Centrum Hallerhofstraat 7 2100 Deurne Tel. + 32 (0)3 285 34 50 Medewerkers: Dr. Van Alsenoy, schoolarts Mevr. Anke Verhaegen, paramedisch werker (kleuterschool) De Heer Roel Dauwen, paramedisch werker (lagere school) Mevr. Marjan Schroven, orthopedagoge (L1-L2-L3-L4) De heer Dries Cautereels, orthopedagoog (L5-L6) Mevr. Dagje Boets, maatschappelijk werker De relatie tussen het centrum en de leerlingen en hun ouders • De school en het CLB hebben een gezamenlijk beleidscontract opgesteld dat de aandachtspunten voor de leerlingenbegeleiding vastlegt. Dat is met de ouders besproken in de schoolraad. • Niet alleen de school, maar ook de leerlingen en ouders kunnen het CLB om hulp vragen. Het CLB werkt gratis en discreet. Het centrum, de school en de ouders dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. • Als de school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling hiermee instemmen. • Ouders zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan: * de begeleiding van leerlingen die spijbelen. Als de betrokken ouders niet ingaan op de initiatieven van het centrum, meldt het centrum dit aan de door de Vlaamse regering aangeduide instantie. * collectieve medische onderzoeken en/of preventieve gezondheidsmaatregelen i.v.m. besmettelijke ziekten. • Hebben ouders bezwaren tegen een bepaalde arts van het CLB, dan kan in overleg een andere arts worden aangeduid. In dat geval zijn de kosten ten laste van de ouders. • Het centrum maakt zijn werking bekend aan de ouders. Dat gebeurt minstens op het ogenblik dat de leerling voor de eerste keer wordt ingeschreven in de school. Ouders krijgen informatie over de rechten en plichten van ouders, leerlingen, de school en het centrum. • De regering kan het centrum verplichten vormen van begeleiding voor deelgroepen van leerlingen, ouders en scholen voor te stellen. Het staat deze leerlingen, ouders en scholen vrij om al dan niet op dit verzekerd aanbod in te gaan. • Als een leerling van school verandert, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot de leerling is ingeschreven in een school die door een ander centrum wordt bediend.
13
• Als een leerling voor een bepaalde periode niet ingeschreven is in de school, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot het einde van de periode van niet-inschrijving. • Het centrum heeft recht op de relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Ze houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie rekening met de geldende regels inzake het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het multidisciplinaire dossier van uw kind • Het multidisciplinaire dossier van uw kind bevat alle voorhanden zijnde gegevens die over uw kind op het centrum aanwezig zijn, ook vroegere gegevens uit het vroegere MST-PMS-dossier. • Als een leerling van school verandert, is het CLB dat de vorige school begeleidt, ervoor verantwoordelijk dat het CLB-dossier de leerling volgt. Er is geen toestemming van de ouders vereist om een multidisciplinair dossier over te dragen. • Er bestaat maar één CLB- dossier en dit dossier is in principe een ondeelbaar geheel. Daarom wordt het bij schoolverandering in één zending overgemaakt. Elk CLB is eraan gehouden de ouders te informeren over het doorgeven van het dossier. Er wordt een wachttijd van 30 dagen gerespecteerd na het informeren van de ouders. Als ouder kunt u afzien van die wachttijd. U kunt binnen die 30 dagen verzet aantekenen tegen het overmaken van de niet-verplichte gegevens uit het dossier. U kunt geen verzet aantekenen tegen de overdracht van volgende gegevens: identificatiegegevens, vaccinatiegegevens, gegevens in het kader van de verplichte CLB-opdrachten, bijzondere consulten en de medische onderzoeken uitgevoerd als vorm van nazorg na een algemeen, een gericht of een bijzonder consult. • Indien u verzet aantekent, verzendt het vorige CLB enkel de verplicht over te dragen gegevens samen met een kopie van het verzet. Het bewaart de gegevens waartegen verzet werd aangetekend tot 10 jaar na het laatste contact.
14
3.8 Scholengemeenschap Onze school behoort tot de scholengemeenschap van het Katholiek Vlaams Onderwijs of K.V.O. waartoe de volgende scholen behoren: Sint-Ludgardisschool Maarschalk Gérardstraat 18 – 2000 Antwerpen Bervoetstraat 25 – 2000 Antwerpen Sint-Ludgardisschool Belpaire Haantjeslei 50-52 - 2018 Antwerpen Sint-Ludgardisschool Du Chastellei 48 – 2170 Merksem Openluchtschool Sint-Ludgardis Donksesteenweg 150 – 2930 Brasschaat Baillet Latourlei – 2930 Brasschaat Openluchtschool Sint-Ludgardis Heidedreef 82 – 2970 Schilde Openluchtschool Sint-Ludgardis St.-Maria-ten-Boslei 10 – 2900 Schoten Sint-Michielscollege Kapelsesteenweg 72 – 2930 Brasschaat Zwaantjeslei 2930 Brasschaat Kindsheid Jesu Alice Nahonlei 65 - 2900 Schoten
15
4. WETTELIJKE VERPLICHTINGEN EN LEEFREGELS 4.1 Inschrijven van leerlingen De richtlijnen voor de inschrijvingen zijn terug te vinden op: www.lop.be. Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project van de school en als u de betalingsmodaliteiten inzake leerlingenrekeningen aanvaardt. Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (de SIS-kaart, het trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas, …). De inschrijving van een leerling geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan in de school. Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving opgenomen in het inschrijvingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Een kleuter die nog geen 2 jaar en 6 maanden is, kan ingeschreven worden. Maar pas wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2,5 jaar zijn), wordt de kleuter opgenomen in het stamboekregister en kunnen de ouders de verklaring van enige inschrijving invullen en handtekenen. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. De instapdatums zijn: eerste dag van het schooljaar, de eerste schooldag na de herfstvakantie, de eerste schooldag na de kerstvakantie, 1 februari, de eerste schooldag na de krokusvakantie, de eerste schooldag na de paasvakantie en de eerste schooldag na Onze-Heer-Hemelvaart. Het is belangrijk dat de kleuter op dat moment “luiervrij” is. Kleuters zijn niet leerplichtig. In september van het kalenderjaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven, kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLB-centrum. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 5 jaar (het behalen van een getuigschrift lager onderwijs is mogelijk vanaf de leeftijd van 9 jaar) en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen, met dien verstande dat een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari geen lager onderwijs meer kan volgen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen. Om gezondheidsredenen kunnen er, in samenspraak met de directeur, eventueel aanpassingen gebeuren. Om te worden toegelaten tot het eerste leerjaar van het gewoon lager onderwijs moet een zesjarig kind het vorige schooljaar ingeschreven zijn in een door het ministerie van onderwijs erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en een aanwezigheid kunnen bewijzen van minimaal 220 halve dagen. (voor een vijfjarige minimaal 185 halve dagen). Indien een kind hieraan niet voldoet kan het op basis van een proef die hun kennis van het Nederlands nagaat alsnog worden ingeschreven.
16
Weigeren van leerlingen Het schoolbestuur weigert de inschrijving van een leerling die het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten in de school. Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij dit meedelen aan de school. De school zal onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten om mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft. Er de eerste weken na de inschrijving een vermoeden is van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken. Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en het CLB, rekening met: De verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school; De concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit; Een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg; De beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs; Het intensief betrekken van de ouders bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Wanneer de opschortende voorwaarden nier vervuld zijn om het kind de nodige specifieke ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging zal de school het kind weigeren. De beslissing wordt binnen vier kalenderdagen bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. Scholen die lid zijn van een LOP melden de weigering ook aan de voorzitter van het Lokaal Overlegplatform (zie 3.6) De bemiddelingscel van het LOP neemt automatisch contact op met de ouders. Scholen die niet tot een LOP behoren melden dit aan het Departement Onderwijs. Het Departement duidt een LOP aan dat de bemiddeling op zich zal nemen. Dit aangeduide LOP neemt contact op met de ouders. Ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Na de bemiddeling door het LOP kunnen ouders alsnog een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. (deze gegevens vindt u op het weigeringsdocument) In onze school zijn er nog een andere inschrijvingsmodaliteiten waarvan we vragen dat u die vóór de inschrijving op het inschrijvingsformulier voor akkoord ondertekent: omwille van het algemeen welbevinden en de veiligheid beperkten we het aantal leerlingen per klas. Het maximum aantal is afhankelijk van de leeftijd, de klas en de plaats. Van zodra dit aantal bereikt is, wordt het kind, indien u dit wenst, op een wachtlijst geplaatst volgens datum van aanmelding. Indien uw kind van de wachtlijst doorschuift naar de effectieve inschrijvingslijst wordt u telefonisch verwittigd, eventueel 3 maal voor we naar het volgende wachtnummer gaan (datum en tijdstip worden genoteerd). Dit impliceert dat wie niet telefonisch gecontacteerd wordt, ook niet ingeschreven kan worden. gezien er op deze campus administratief twee basisscholen gevestigd zijn die echter in hun werking als 1 entiteit functioneren, is het de directie die beslist in welke basisschool uw kind administratief wordt ondergebracht (ook bij verandering van leerjaar).
17
Bij inschrijving/aanmelding wordt uitgebreid informatie gegeven over het opvoedingsproject en het dagelijks schoolleven. Alle ouders ontvangen eveneens een overzichtsblad met de te verwachten kosten voor het nieuwe schooljaar. Bij inschrijving voor het 2de tot en met 6de leerjaar wordt het niveau bepaald van het kind. Een klassenraad bestaande uit de zorgcoördinator, leerkrachten en directie beslist op basis van die afgelegde proeven of het kind kan ingeschreven worden in het vooropgestelde leerjaar. 4.2 Participatie van ouders aan het schoolleven Wij verwachten van ouders dat zij participeren aan het schoolleven van hun kind en aanwezig zullen zijn op de infovergadering(en) bij het begin van het schooljaar en op de individuele oudercontacten. Aan ouders, die hun kind(eren) thuis in een andere taal opvoeden, vragen we engagementen om de kennis van het Nederlands bij hun kinderen te stimuleren. Zie ook de tekst onder punt 7: engagementsverklaring. 4.3 Omgaan met leerlingengegevens/privacy De school verwerkt persoonsgegevens van alle ingeschreven leerlingen met behulp van de computer. Dat is nodig om de leerlingenadministratie en de leerlingenbegeleiding efficiënt te organiseren. Om gepast te kunnen optreden bij risicosituaties, verwerkt se school ook gegevens betreffende de gezondheidstoestand van sommige leerlingen, maar dat gebeurt enkel met de schriftelijke toestemming van de leerlingen of hun ouders. De privacywet geeft je het recht te weten welke gegevens de school verwerkt en het recht deze gegevens te laten verbeteren als ze fout zijn of ze te laten verdwijnen als ze niet ter zake dienend zijn. De school publiceert geregeld foto's van leerlingen op de website. De beeldopnamen gebeuren steeds met respect voor wie op de beelden staat. We gaan ervan uit dat je geen bezwaar hebt tegen de publicatie van de beeldopnamen die te maken hebben met de activiteiten van onze school. Mocht je daar toch bezwaar tegen hebben, dan kan je dat op elk moment van het schooljaar melden aan de directie. We zullen het bezwaar respecteren en geen beelden van je kind meer publiceren. 4.4 Afwezigheid Leerlingen die ingeschreven zijn in een school en die leerplichtig zijn, moeten regelmatig aanwezig zijn in de school. Leerlingen die onwettig afwezig zijn, verliezen het statuut van regelmatige leerling. De regelgeving bepaalt in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en welke de verplichtingen van de ouders en de school zijn.
18
In het kleuteronderwijs moet geen enkele afwezigheid, gelet op het feit dat er geen leerplicht is, gewettigd worden door medische attesten. Uit veiligheidsoverwegingen is het stellig aan te bevelen dat ouders de leraar en/of de directeur informeren omtrent de afwezigheid van hun kind. In de lagere school kan uw kind enkel gewettigd afwezig zijn in de volgende situaties: 4.4.1 Ziekte Is uw kind meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek, dan is steeds een medisch attest vereist. Dat attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheerspecialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Consultaties (zoals bijv. een bezoek aan de tandarts), moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat er telkens een doktersconsultatie nodig is (bijv. astma, migraine, …), is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer het kind afwezig is voor die aandoening volstaat dan een attest van de ouders. Een medisch attest wordt als twijfelachtig beschouwd als: het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft “dixit de patiënt”; het attest is geantidateerd of begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst; het attest vermeldt en reden die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft zoals bijv. de ziekte van de ouders, hulp in het huishouden, … De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen volstaat een briefje van de ouders. Hiervoor bezorgt de school u de nodige voorgedrukte, gekleurde briefjes. Dergelijke briefjes kunnen evenwel slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is steeds een medisch attest vereist. De ouders verwittigen de school zo vlug mogelijk en bezorgen ook het attest zo vlug mogelijk. 4.4.2 Van rechtswege gewettigde afwezigheden In volgende situaties kan een kind gewettigd afwezig zijn. De ouders moeten een verklaring (6) of een document met een officieel karakter (1-5) kunnen voorleggen ter staving van de afwezigheid. Voor deze afwezigheden is geen voorafgaand akkoord van de directeur nodig. De ouders verwittigen de school vooraf van dergelijke afwezigheden. 1. Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als het kind, of van een bloed- of aanverwant van het kind; 2. Het bijwonen van een familieraad; 3. De oproeping of dagvaarding voor de rechtbank 4. Het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming 5. Onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (staking van het openbaar vervoer, overstroming…) 6. Het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereninging als topsportbelofte (voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek) aan sportieve manifestaties. Deze afwezigheid kan maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per schooljaar bedragen.Het betreft hier niet het bijwonen van een training, maar wel het kunnen deelnemen aan wedstrijden/tornooien of stages waarvoor de leerling (als lid van een unisportfederatie) geselecteerd is. De unisportfederatie dient een document af te leveren waaruit blijkt dat de leerling effectief geselecteerd is als topsportbelofte. Dit document is geldig voor één schooljaar en dient eventueel elk schooljaar opnieuw verlengd te worden.
19
7. Het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van de leerling (de anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe en protestants-evangelische godsdienst). Concreet gaat het over: islamitische feesten: het Suikerfeest en het Offerfeest (telkens 1 dag) joodse feesten: het joods Nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoendag (1dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen) en het Wekenfeest (2 dagen). Orthodoxe feesten: paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholieke Paasfeest De katholieke feestdagen zijn reeds vervat in de wettelijk vastgelegde vakanties. De protestantsevangelische en de anglicaanse godsdienst hebben geen feesten die hiervan afwijken. Voor elke afwezigheid bezorgen de ouders zo vlug mogelijk een officieel document aan de school. 4.4.3 Afwezigheden mits toestemming van de directie Deze categorie afwezigheden verleent de school autonomie om in te spelen op specifieke situaties die niet altijd door de regelgeving op te vangen zijn. Indien de directeur akkoord is en mits voorlegging van, naargelang het geval, een officieel document of een verklaring van de ouders, kan de leerling gewettigd afwezig zijn om één van de onderstaande redenen: het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als het kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. (Voor de dag van de begrafenis zelf is geen toestemming van de directeur nodig. Het gaat hier over een periode die het kind eventueel nodig heeft om zijn emotioneel evenwicht terug te vinden (rouwperiode) ). Mits toestemming van de directeur kan zo ook een begrafenis van een bloed- of aanverwant in het buitenland bijgewoond worden. het actief deelnemen aan een culturele of sportieve manifestatie, indien het kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Het kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar). in echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het gaat maximaal om 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid). afwezigheden wegens topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek. Dit kan slechts toegestaan worden voor maximaal 6 lestijden per week, mits het vooraf indienen van een dossier met volgende elementen: a) een gemotiveerde aanvraag van de ouders, b) een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie, c) een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap, d) een akkoord van de directie. Deze vier categorieën van afwezigheden zijn geen automatisme, geen recht dat de ouders kunnen opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheden toe te staan. De directeur mag onder geen beding toestemming geven om vroeger op vakantie te vertrekken of later terug te keren. De leerplicht verondersteld dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni.
20
4.4.4 Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking De volgende regels zijn van toepassing op kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en –artiesten en woonwagenbewoners. Ze zijn niet van toepassing op kinderen die behoren tot trekkende bevolking maar die ter plaatse verblijven (bv. in een woonwagenpark). Die kinderen moeten elke dag op school aanwezig zijn. Ouders behorend tot de categorie trekkende bevolking die hun kind inschrijven in een school, moeten er – net als alle andere ouders – op toezien dat hun kind elke dag op school aanwezig is. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich situaties voordoen waarbij het onvermijdelijk is dat het kind met de ouders meereist. Deze situaties moeten op voorhand goed met de school besproken worden. De ouders maken samen met de school duidelijk afspraken over hoe het kind in die periode met behulp van de school verder de onderwijstaken zal vervullen (de school zorgt voor een vorm van onderwijs op afstand) en over hoe de ouders met de school in contact zullen blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen de ouders en de school neergeschreven worden. Enkel als de ouders hun engagementen naleven is het kind gewettigd afwezig. 4.4.5 Problematische afwezigheden Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven, zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. Leerlingen die ongewettigd afwezig zijn (d.w.z. problematische afwezigheden die niet omgezet worden in gewettigde afwezigheden) verliezen hun statuut van regelmatige leerling overeenkomstig het decreet basisonderwijs. Dit houdt in dat de betrokken leerling in het zesde leerjaar geen getuigschrift basisonderwijs kan krijgen en dat de school de betrokken leerling niet kan meetellen voor de personeelsformatie en de toelagen. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid en deze ook melden aan het CLB. School en CLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen. Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is stelt de school samen met het CLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs. 4.5 Verandering van school Als een leerling van school verandert, moet dit door de directie van de nieuwe school én ondertekend door de ouders, ook in de maand september, gemeld worden aan de directeur van de oorspronkelijke school (d.i. de school die de leerling verlaat). De datum van de poststempel geldt als bewijs - aangetekend of bij middel van een door de directeur gedateerd ontvangstbewijs. In de tussenliggende periode blijft de leerling rechtsgeldig ingeschreven in de oorspronkelijke school. Neem steeds contact op met de directie als u overweegt uw kind van school te veranderen.
21
4.6 Onderwijs aan huis Een leerplichtig kind uit het lager onderwijs heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis (4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: * de leerling is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig wegens ziekte of ongeval (vakantieperiode inbegrepen); * voor chronisch zieke kinderen vervalt de wachttijd van 21 kalenderdagen. Deze kinderen hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve schooldagen afwezigheid (moeten niet in een ononderbroken periode doorlopen). Telkens het kind daarop opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis; * de ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool; * de aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen. Voor chronisch zieke kinderen moet bij de eerste aanvraag tijdens het betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheerspecialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van de chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw medisch attest vereist. Er dient wel een nieuwe aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis ingediend te worden; * de afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km. 4.7 Getuigschrift basisonderwijs Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directeur die de klassenraad binnen drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan, kunnen de ouders aangetekend beroep aantekenen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs.
22
4.8 Vakantiewerk In het belang van uw kind kan de klastitularis een vakantietaak opgeven. De directie verwacht deze taak afgewerkt terug in de loop van de laatste week van augustus. 4.9 Zittenblijven en het vormen van leerlingengroepen Alle beslissingen met betrekking tot zittenblijven en doorverwijzen naar het Buitengewoon Onderwijs worden door de leden van het MDO genomen in het belang van het kind. Het is het MDT (= multidisciplinair team) die beslist in welke leerlingengroep een leerling, die in de loop van zijn schoolloopbaan van school verandert, terechtkomt, na een niveaubepaling door de CLBadviseur en/of de zorgcoördinator. Leerlingengroepen kunnen heringedeeld worden op basis van een gewijzigde instroom (bijvoorbeeld in de kleuterschool na een instapdatum). 4.10 Zo gaat dat in onze school! 4.10.1 Aanwezigheid in de school We vragen dat de leerlingen, en dus ook alle kleuters, stipt om 8.30 uur aanwezig zijn zodat de lessen en activiteiten op tijd kunnen starten. Alle leerlingen gebruiken de ingang langs de Bervoetstraat. De poort wordt om 8.30 uur afgesloten. Wie later in de school wil binnenkomen, kan aanbellen. Vermits de lessen stipt om 08.30 uur starten is het onmogelijk dan nog met de leerkrachten te spreken. U kunt echter steeds met hen een afspraak maken. Vanaf 8.20 uur kunnen ouders van de jongste kleuters hun kind persoonlijk aan de klasleraar toevertrouwen. Op die manier kunnen de kleuters langzaam aan het schoolklimaat wennen en is er kans tot uitwisseling van belangrijke informatie tussen ouders en leraren. Alle ouders zorgen er wel voor dat ze om 8.30 uur de kleuterklas verlaten. 4.10.2 Voor- en nabewaking Vanaf 07.45 u. kunnen leerlingen in de school terecht. De lessen lopen van 8.30 u. tot 12.05 u. en van 13.30 u. tot 15.20 u. Op woensdag van 8.30 u. tot 12.05 u. We verwachten dat alle kinderen voor 12.30 u. zijn afgehaald. Leerlingen die ingeschreven zijn in IBO De Nerviër worden om 12.30 uur door hun medewerkers opgehaald. Om 15.40 u. begint de nabewaking. Ouders halen hun kinderen, die in de nabewaking blijven, in het klaslokaal af. Geen enkele leerling wacht aan de poort op de ouders. De nabewaking eindigt om 16.55 u. De leerlingen kunnen worden afgehaald tot uiterlijk 17.00 u. Kleuters die ingeschreven zijn in IBO De Nerviër worden om 15.15 uur opgehaald in de school door hun medewerkers. Kinderen van de lager school die na 17.00 uur naar de IBO gaan, worden op de speelplaats opgehaald door hun medewerkers.
23
4.10.3 Schoolverzekering In het contactblad dat u krijgt in het begin van het schooljaar, vindt u de meest recente informatie in verband met de schoolverzekering. Bij een ongeval ontvangen de ouders steeds van de school een aangifteformulier dat met de meeste zorg moet ingevuld worden. Het vormt immers de basis voor latere terugbetaling. Elke leerling verlaat de school onder begeleiding van de ouders of met de gepaste rij. Slechts met schriftelijke toelating van de ouders mogen kinderen alleen de school verlaten. Opgelet: 1. De schoolverzekering dekt niet de stoffelijke schade die op de weg van huis naar school en omgekeerd door uw kind, om welke reden dan ook, zou worden veroorzaakt. Uw familiale polis dekt deze kosten wél. 2. De schoolverzekering dekt niet de stoffelijke schade, die uw kind oploopt of veroorzaakt binnen de schooltijd (b.v. beschadiging van kledij, brillen, enz…) Vrijwilligers De school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers. De nieuwe wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers verplicht o.m. de scholen om aan de vrijwilligers een organisatienota voor te leggen. Omdat elke ouder een schoolreglement ontvangt en voor akkoord ondertekent, kiest de school ervoor om de organisatienota in het schoolreglement op te nemen. Op die manier is elke ouder op de hoogte. Verplichte verzekering De school heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilligers. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij Fidea Maatschappij polisnummer 32079862. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat. Vrije verzekering De school heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar- en van de activiteiten. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij Van Breda & CO Verzekeringsmaatschappij, polisnummer 1CW00006631. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat. Vergoedingen De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie voorziet in geen enkele vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten. Aansprakelijkheid De school is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van vrijwilligerswerk de school of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware fout. Voor zijn lichte fout is hij enkel aansprakelijk als die hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
24
Geheimhoudingsplicht Het vrijwilligerswerk houdt in dat de vrijwilliger geheimen kan vernemen ten aanzien waarvan hij gehouden is tot de geheimhoudingsplicht bedoeld in artikel 458 Strafwetboek “Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekend maken buiten het geval dat zij geroepen zijn om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenis straf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete Op vrijwilligers die actief zijn binnen scholen is deze bepaling in beginsel niet van toepassing. 4.10.4 Houding en gedrag in en buiten de school Wij verwachten van de leerlingen dat ze verloedering en nonchalance op alle gebied afwijzen en dat ze dat ook tonen in hun houding, hun manier van omgaan met mensen en dingen en in hun uniform. Het is nodig dat u de volgende 'regels' in dit algemene kader plaatst. -
Verjaardagsfeestjes vallen steeds onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Uitnodigingen gebeuren dan ook niet langs de klas of de school. Wij kunnen aan geen enkele leerling toelaten na de klasuren terug te komen naar de school om een vergeten boek of ... op te halen.
In alle omstandigheden verzorgen de leerlingen hun taal naar inhoud en naar vorm. 4.10.5 Kledij en uiterlijk - uniform Vanaf de tweede kleuterklas komen alle leerlingen van de basisschool in uniform naar school. Een uniform is per definitie niet modegebonden. Een uniform wordt gekozen voor een tijd van vele jaren: daarom is het reglement vrij algemeen (en positief) opgesteld - wat mag gedragen worden - en wordt het niet elk jaar weer aangepast aan de modeverschijnselen van het moment - wat je allemaal niet mag dragen. Het komt er dus op aan dat iedereen leert de uniformvoorschriften naar de geest te interpreteren. Een uniform wil een zekere uniformiteit creëren en tegelijk typische, herkenbare schoolkleding zijn. Die herkenbaarheid, die eigenheid zit in de Sint-Ludgardisschool vooral in het typische streepjesmotief op het hemd of de blouse die u uitsluitend in een aantal uniformwinkels kunt verkrijgen. De uniformiteit zit in de kleur en/of het model van de overige uniformelementen. De kosten verbonden aan het uniform worden niet meeverrekend in de maximumfactuur. Rok of broek Voor jongens: een effen marineblauwe lange broek of bermuda in katoen of ribfluweel. Voor de meisjes: een effen marineblauwe overgooier, effen marineblauwe lange broek in katoen of ribfluweel of (vanaf het vijfde leerjaar) een effen marineblauwe rok De meisjes dragen nooit een korte broek. Een zomerkleedje in dezelfde stof als de blouse is niet verplicht maar erg aanbevolen Leggings zijn niet toegelaten.
25
Sjaals, hoofddeksels en handschoenen Effen marineblauw, wit, zwart, grijs of beige. Binnen de school wordt geen hoofddeksel gedragen. Pull • Rolkraagpull: effen wit of blauw onder de uniformblouse • Gestreepte uniform-rolkraagpull onder een effen blauwe pull met ronde hals of V-hals • Onder het hemd of de blouse mag een effen witte of een effen donkerblauwe T-shirt worden gedragen. Schoenen • Effen leder in volgende kleuren: donkerblauw, bruin, zwart, beige of grijs. Stoffen schoenen zijn niet toegelaten. Voor veters gelden dezelfde kleuren. LET OP: Wit is geen uniformkleur ! • Pantoffels en slippers zijn niet toegelaten ook niet voor de kleuters van de eerste kleuterklas. Kousen • Wit, donkerblauw, grijs, beige, zwart • De leerlingen en de kleuters (ook in K1) dragen altijd kousen of sokken. De sokken moeten zichtbaar zijn. Gym- en zwempak • Voor jongens én meisjes: witte T-shirt met embleem van de school en een marineblauwe short. • Witte turnpantoffels zonder veters • Jongens: een zwembroek (zwemshorts zijn niet toegelaten) - meisjes: sportief zwempak uit één stuk • Badmuts via de school aan te kopen, zit niet verrekend in de maximumfactuur. Mantels en jassen • Effen marineblauw • Aan de buitenkant mag geen andere kleur zichtbaar zijn. • Fluovestje voor alle leerlingen. Feestuniform (Verplicht!) • Hemd of blouse met lange mouw • Effen marineblauwe lange broek of overgooier/rok. • Voor de jongens een marineblauwe effen das. Model uniformblouse / uniformhemd • Unisex-model met pad vooraan • Plat stuk op de rug • In wit en blauw gestreept katoen - richting streep: verticaal • Optioneel: litsje aan het plat stuk, borstzakje, knoopjes aan de kraag
26
Zomerkleedje (Niet verplicht!) • Eenvoudig kleedje, uitgeschuind naar de zoom toe in dezelfde stof als de blouse • Een pat middenvoor, 3 cm breed, wordt geknipt in tegendraad, afgestikt aan beide kanten en onderaan vastgehecht met een stiksel in kruisvorm. Er worden 4 witte knopen opgezet van 1 cm doorsnede. • Het lendenbandje, in tegendraad geknipt, is 2,5 cm breed en wordt middendoor gesloten met een knoopje. • In middenrug een springplooi met 4 cm plooidiepte; de plooi wordt ingestikt tot op lendenhoogte. • Een openstaand kraagje met voethoogte van 2 cm en omvalhoogte van 3,5 cm in middenrug, wordt middendoor gesloten met een klein knoopje onder de kraag. • Een kort recht mouwtje dat gedubbeld wordt. Juwelen, kapsel, opmaak Absolute soberheid en discretie wordt gevraagd. Om ongevallen te vermijden tijdens de turnlessen en de sportactiviteiten verplichten we iedereen alle juwelen en uurwerken uit te doen. Oorbellen worden enkel bij meisjes toegestaan; piercings blijven verboden. Kapsels voor jongens én meisjes dienen binnen de klassieke, aanvaarde modellen te vallen. 4.10.6 Agenda In hun agenda noteren de leerlingen elke dag de opgegeven lessen en huistaken. Van de ouders verwachten we dat ze erop toezien dat de opgegeven taken worden uitgevoerd. Tevens vragen we dat de agenda van dochter of zoon wekelijks wordt ondertekend. 4.10.7 Kosteloosheid basisonderwijs Bij het begin van elk schooljaar ontvangt uw kind kosteloos al het materiaal dat hij/zij nodig heeft om de eindtermen te bereiken, met uitzondering van een boekentas, pennenzak, kaftpapier, etiketten en kaften. Wij dringen erop aan dat de boekentas op de rug kan gedragen worden. De kinderen dragen zorg voor het hen toevertrouwde materiaal en voor dat van medeleerlingen of van de school. In geval schoolgerief ernstig beschadigd of verloren wordt, worden de kosten daarvan aan de ouders overgemaakt. De school rekent enkel die kosten aan die zij zelf ook gemaakt heeft om het materiaal aan te kopen of te herstellen. De ouders mogen ook zelf voor de vervanging van het materiaal zorgen. 4.10.8 Rapporten, oudercontacten De leerlingen van de lagere school krijgen vijfmaal per jaar een rapport. Ter gelegenheid van sommige rapportuitreikingen organiseert de school oudercontacten om de resultaten te bespreken. Ook in de kleuterschool worden er op geregelde tijdstippen oudercontacten georganiseerd. Rond de overgangen van kleuterschool naar lagere school en van lagere school naar secundaire school worden naast de nodige ouderavonden ook informatieavonden georganiseerd.
27
4.10.9 Rijen en afhalen van kinderen Kinderen van de lagere school, die worden opgehaald door de ouders, staan in klasrijen op de speelplaats. De kleuters wachten op hun ouders in de eigen klas tot 15.30 uur. Hierna gaan ze naar het lokaal van de nabewaking. Wie om 15.40 uur niet is opgehaald, blijft niet op de speelplaats wachten maar gaat met de andere kinderen mee naar de nabewaking. De leerlingen van de lagere school kunnen met een aantal rijen de school verlaten. Rij 1 verlaat de school via de hoofdingang van de school aan de Maarschalk Gérardstraat - Rij 2 en Rij 3 verlaten de school via de parking aan de Begijnenstraat. Rij 1:
richting Maarschalk Gérardstraat tot Mechelseplein. Eindpunt: oversteek Lange Gasthuisstraat aan het Elzenveld.
Rij 2:
richting Bervoetstraat - Kasteelpleinstraat. Eindpunt: de oversteek aan de Terninckstraat
4.10.10 Extra-muros activiteiten Eéndaagse uitstappen De ondertekening van dit schoolreglement geldt als toestemming voor deelname aan de ééndaagse uitstappen. Indien de ouders de toestemming bij een ééndaagse extra-muros activiteit weigeren, dienen zij dat vooraf aan de school te melden. Leerlingen die niet deelnemen aan extramurosactiviteiten dienen op de school aanwezig te zijn. Deelname aan extra-muros-activiteiten beschouwen wij als verplicht. Ouders die rond het financiële aspect vragen en/of bedenkingen hebben, kunnen dit steeds in een persoonlijk gesprek met de directie bespreken. Meerdaagse uitstappen Bij een meerdaagse extra-muros activiteit is een afzonderlijke schriftelijke toestemming van de ouders vereist. Het streefdoel is dat alle leerlingen deelnemen aan de extra-muros activiteiten. Leerlingen die niet deelnemen aan extra-murosactiviteiten dienen op de school aanwezig te zijn. indien uw kind niet kan/mag deelnemen dient u dit voorafgaand met de directie te bespreken.
28
4.10.11 Betalingen De school rekent verschillende soorten kosten aan. 1. kosten voor extra-muros-activiteiten. Voor daguitstappen respecteert de school de geïndexeerde bedragen, vastgelegd in de scherpe maximumfactuur. Dit bedrag wordt verdeeld over de drie trimesters. Ook voor meerdaagse uitstappen respecteert de school het geïndexeerde bedrag. De kosten verbonden aan deze meerdaagse uitstappen worden verrekend in het jaar van deelname. Voor onze basisschool zijn dat de sprookjesklassen in L2 (richtprijs € 60,00), de zeeklassen in L3 (richtprijs € 140,00), de bosklassen in L5 (richtprijs € 160,00) en de tweedaagse groepsbuilding in L6 (richtprijs € 15,00). De bosklassen in K3 zullen volledig betaald worden met de werkingstoelagen van de school. 2. kosten voor diensten. Het gebruik van drank om 10.00 uur en/of 12.00 uur wordt u per trimester aangerekend. U ontvangt deze rekeningen in december, maart en mei, samen met het bedrag voor de scherpe maximumfactuur. Voor de drank van 10.00/12.00 uur bedraagt de prijs € 6,00/maand. De leerlingen van L5 en L6 kunnen ze een refterkaart aankopen aan € 10,00. Water is steeds ter beschikking. De kosten voor het middagtoezicht en de nabewaking zullen u aangerekend worden door de VZW 4KIDS. Voor het middagtoezicht wordt € 0,90 per dag aangerekend. De kosten hiervan worden u tweemaandelijks aangerekend. Er wordt rekening gehouden met meerdaagse uitstappen enverlofdagen. Ook een afwezigheid vanaf 4 dagen zal in mindering worden gebracht. Indien uw kind in de nabewaking blijft, betaalt u per beurt € 2,50. U betaalt een voorschot van € 25,00 (trim 1)/ € 20,00 (trim 2-3) per dag dat uw kind in de nabewaking blijft. Op het einde van elk trimester ontvangt u van ons een afrekening. 3. kosten voor vrijblijvende abonnementen. Uw kind krijgt de kans om zich via de school te abonneren op een aantal tijdschriften. De prijzen van deze abonnementen worden per brief bij het begin van het schooljaar bekendgemaakt. U betaalt enkel voor die tijdschriften waar u op intekent. Deze lijst kwam tot stand in overleg met de schoolraad.
29
4.10.12 Reclame en sponsoring Aan onderwijsinstellingen wordt de opdracht toevertrouwd kinderen en jongeren keuzes te leren maken op duidelijke gronden en met respect voor basiswaarden. In onze hyper gecommercialiseerde wereld is dit een grote uitdaging. Binnen onze schoolomgeving weren wij dan ook bewust reclame onder elke vorm en dus ook met reclame verbonden sponsoring. 4.10.13 Moderne media Onze leerlingen leren in de school omgaan met internet en e-mail. Goede gedragsregels hierbij hanteren, is noodzakelijk. In de computerlokalen, tijdens de ICT-implementaties, bij het gebruik van computers van de school worden de algemene afspraken i.v.m. computergebruik en nettiquette nageleefd. Deze afspraken worden uitgehangen in de klaslokalen en de computerlokalen>. de afspraken worden ook door de leerlingen/ouders ondertekend en in de agenda geklaafd. Het niet naleven van deze afspraken kan leiden tot een orde- of tuchtmaatregel. De GSM is ook bij kinderen van de lagere school vaak een 'gebruiksvoorwerp' geworden. Leerlingen mogen, onder uw verantwoordelijkheid, zo’n toestel meebrengen naar de school maar binnen de schoolmuren dient het toestel ten allen tijde uitgezet worden. Toestellen die binnen de schoolmuren worden gebruikt, worden in beslag genomen tot het einde van de dag. 4.11 Orde- en tuchtmaatregelen Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoedingsgemeenschap te vrijwaren en daarom kan het schoolbestuur maatregelen nemen. Frequent storend gedrag wordt gestraft. Er kunnen maatregelen genomen worden op klas- en op schoolniveau. De genomen maatregel moet de leerling helpen zijn gedrag te verbeteren en het zo aan te passen dat een goede samenwerking met alle personeelsleden en met alle medeleerlingen van de school opnieuw mogelijk wordt. Mogelijke ordemaatregelen zijn: • een verwittiging; • een strafwerk; • een strafstudie waarbij de leerling moet nablijven op school; • een tijdelijke verwijdering uit de les gevolgd door aanmelding bij de directie. Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden.
30
Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: • een schorsing: dit houdt in dat de gestrafte leerling gedurende een bepaalde periode de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen, maar het betekent niet dat de betrokkene niet op school moet zijn; • een uitsluiting: dit houdt in dat de gestrafte leerling definitief uit de school verwijderd wordt op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk één maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. In afwachting daarvan bevindt de betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling. Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of een beslissing tot uitsluiting wordt de volgende procedure gevolgd: • De directeur wint het advies in van de klassenraad. • De leerling wordt, in aanwezigheid van de ouders en eventueel bijgestaan door een raadsman, voorafgaandelijk gehoord over de vastgestelde feiten. Voormelde personen worden hiertoe vijf werkdagen vooraf per brief verwittigd. • De ouders hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling. • De genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders van de betrokken leerling. Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting kunnen de ouders schriftelijk beroep instellen bij de voorzitter van de beroepscommissie (= voorzitter van het schoolbestuur). Het beroep schorst de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor deze beroepscommissie. Uiterlijk vijf dagen na ontvangst van het beroep komt deze commissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier. De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, behalve mits schriftelijke toestemming van de ouders. Onverminderd de latere toepassing van een tuchtmaatregel kan de leerling, in erge gevallen, voorlopig uit de school verwijderd worden, voor zover het belang van het onderwijs dit vereist, en dit voor de duur van het onderzoek. De school heeft naast haar onderwijsopdracht ook een opvoedingsopdracht. Deze laatste opdracht kan de school pas goed vervullen wanneer zij hierin volledig gesteund wordt door de ouder(s). Gebrek aan het nodige vertrouwen verstoort de relatie ouder(s) - school. In voorkomende gevallen kan de school vragen aan de ouders om voor hun kind(eren) een andere school te zoeken.
31
4.12 Echtscheiding Zorg en aandacht voor het kind Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze ‘verliessituatie’ moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid , begrip en wat extra aandacht bieden. Neutrale houding tegenover de ouders De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij. Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen, binnen de grenzen die gebeurlijk door een rechter bepaald zijn met betrekking tot het ouderlijk gezag. Wanneer de ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen.
32
5. GEZONDHEIDSBELEID Sinds enkele jaren dienen alle basis- en secundaire scholen een gezondheidsbeleid uit te werken. De school vertrekt vanuit een globaal kader om nadien de eigen accenten te leggen vanuit hun behoeften en prioriteiten. De school werk aan een gezondheidsbeleid op maat. Vanuit ons opvoedingsproject en onze schoolcultuur roepen we de leerlingen op tot weerbaarheid en tot een verantwoorde en voorname levensstijl. 5.1 Voeding en beweging 5.1.1 Middagmaal 's Middags kunnen alle kinderen blijven eten in de school. Ze brengen dan een lunchpakket mee. In de kleuterschool kunnen de kinderen melk of water drinken. De leerlingen van L1, L2, L3, L4 brengen zelf water mee of nemen een brikje melk van de school. De derde graad kan een refterkaart kopen of eigen drank (water) meebrengen. 5.1.2 Tussendoortje De kinderen brengen geen snoep mee naar school. Tijdens de pauze om 10 uur mogen ze een stuk fruit (géén citrusvrucht, behalve mandarijntje), een boterham, een droge koek of groente (wortel, komkommer, ...) eten. Op woensdag brengt elke leerling een stuk fruit of groente mee in plaats van een koek. Koeken worden op woensdagen niet toegelaten. 5.1.3 Verjaardagen Bij verjaardagen mag eventueel getrakteerd worden, dit is niet verplicht. Een kleinigheidje of een stuk fruit, een droge koek of eenvoudige cake is toegelaten. Een ander alternatief is een geschenk voor de klas, zoals een boek voor de klas bib of een spel. Dit in samenspraak met de leerkracht. Het is verboden snoep, taart en drank mee te geven met uw kinderen in de lagere school. 5.1.4 Dranken We bieden tijdens de speeltijd chocolademelk, aardbeiendrank, appelsap, sinaasappelsap en melk aan. De leerlingen mogen vrij water drinken. We laten de keuze aan de ouders en leerlingen. Wel promoten we, aan de hand van educatieve lessen, de gezonde keuze van water.
33
5.1.5 Lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen De lessen lichamelijke opvoeding en zwemmen maken integraal deel uit van ons aanbod. Alle kinderen moeten eraan deelnemen. Deze vinden 2 maal per week plaats. Om de 2 weken gaat elk leerjaar zwemmen. Er worden medische attesten gevraagd indien uw kind om medische redenen niet kan deelnemen aan de zwem- en/of turnlessen. Her volgen van deze lessen is verplicht om de eindtermen van het lager onderwijs te bereiken. Het langdurig niet deelnemen aan deze lessen kan tot gevolg hebben dat uw kind zijn/haar getuigschrift van het lager onderwijs niet kan behalen. 5.1.6 Activiteiten Tijdens de middag wordt er middagsport georganiseerd. Na schooltijd kunnen leerlingen SLS- activiteiten volgen. De leerlingen kunnen tijdens de speeltijd gebruik maken van een speelkoffer, hierdoor wordt beweging op de speelplaats bevordert. 5.2 Veiligheid Jaarlijks wordt de fluo- hesjesactie georganiseerd. Dit omdat we de verkeersveiligheid willen aantonen. 5.3 Welbevinden Op school werken we aan een positief leefklimaat. Op klasniveau zorgt de klasleerkracht voor een goede klassfeer. Op schoolniveau is een pestcode opgesteld. 5.3.1 Pestcode In onze school wordt pesten niet getolereerd. Onder pesten verstaan wij alle vormen van lichamelijke, psychische en verbale agressie, materiële schade, bedreiging, afpersing en uitsluiting. Het is geen éénmalig feit, maar het gebeurt herhaaldelijk. Het gaat om een ongelijke machtsverhouding tussen de pester en het slachtoffer. Vaak betreft het één pester die steun krijgt van een aantal anderen. Ook door passief toe te kijken help je de pester. Wij verwachten dat al wie pestgedrag vaststelt (leerling, leerkracht, ouder, opvoeder, e.a.) dit onmiddellijk signaleert. Dit kan rechtstreeks bij een leerkracht, zorgcoördinator, directie of via de brievenbus op de speelplaats. Ook het CLB kan worden ingeschakeld. Door gesprekken met een vertrouwenspersoon proberen we samen de problemen op te lossen. 5.3.2 Sherborne Om de leerlingen sociale vaardigheden bij te brengen krijgen de leerlingen van de 1ste graad wekelijks Sherborne
34
5.4 Genees- en genotmiddelen Wij rekenen erop dat leerlingen verslavend gedrag in de ruimste zin (overmatig Tv-kijken, onbeheerst snoepen, veel frisdrank verbruiken en dies meer) afwijzen. Dat ze zich bewust en beslist afkeren van en zich verzetten tegen illegale drugs, is een basiseis van onze schoolgemeenschap. Daarom voeren wij ook een preventiebeleid. 5.4.1 Medicatie In uitzonderlijke gevallen kan een ouder aan de school vragen om medicatie toe te dienen aan een kind. Deze vraag moet bevestigd worden door een schriftelijk attest van de dokter dat de juiste dosering en toedingsingswijze bevat. Wanneer een leerling ziek wordt op school, dan zal de school niet op de eigen initiatief medicatie toedienen. Wel zullen de ouders of een andere opgegeven contactpersoon verwittigd worden en zal hen gevraagd worden de leerling op te halen. Wanneer dit niet mogelijk is, zal de school een arts om hulp verzoeken. Indien uw zoon of dochter medicatie dient te gebruiken tijdens de schooluren, kan dit enkel mits de voorlegging van een schriftelijke toestemming van de dokter of van de ouders. U vermeldt op het papier de naam van het geneesmiddel, de dosis en het tijdstip van inname. We rekenen er op dat dit zo weinig mogelijk dient te gebeuren. 5.4.2 Rookverbod Er geldt een algemeen rookverbod voor iedereen in alle gesloten ruimten op school. In open plaatsen geldt dit verbod op weekdagen tussen 6.30u ’s morgens en 18.30u ‘s avonds. Tijdens extramurosactiviteiten is het elke dag verboden te roken tussen 6.30u ’s morgens en 18.30u ‘s avonds. Bij overtredingen van dit rookverbod kunnen er orde- en tuchtmaatregelen getroffen worden. 5.5 Gezondheid en milieu Koeken worden meegegeven in een koekendoosje zo vermijden we afval. Geef het lunchpakket mee in een milieuvriendelijke brooddoos en niet in aluminiumfolie.
35
6. BELEIDSVERKLARING IN VERBAND MET VEILIGHEID, GEZONDHEID, MILIEU EN HYGIENE De inrichtende macht en de directie verklaren dat Sint-Ludgardis Basisschool, M. Gérardstraat 18, 2000 Antwerpen, een actief preventiebeleid zal voeren inzake arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde, ergonomie, bedrijfshygiëne, psychologische aspecten van de arbeid en milieuzorg. Om deze doelstelling concreet te realiseren worden de volgende engagementen aangegaan. Het schoolbestuur zal : 1. Algemene maatregelen treffen om de positieve houding ten aanzien van het preventiebeleid te verhogen. Hieronder verstaat men onder meer : ( arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde, ergonomie, bedrijfshygiëne, psychologische aspecten van de arbeid en milieuzorg integreren in de opleiding van de leerlingen; ( initiatieven nemen tot nascholing van de hiërarchische lijn; ( de hiërarchische lijn en de andere medewerkers actief betrekken bij het preventiebeleid; ( de verantwoordelijkheden op elk niveau vastleggen; ( regelmatige evaluaties uitvoeren om het preventiebeleid bij te sturen. 2. De voorbeeldfunctie – zowel van de school als de onderwijsinstelling als van elke medewerker afzonderlijk – benadrukken wanneer het erom gaat leerlingen een algemene veiligheidsopvoeding te geven; 3. De noodzakelijke materiële schoolvoorziening in kaart brengen en een planning opstellen om hieraan op termijn te voldoen. Ter zake een verantwoord aankoopbeleid voeren; 4. In overleg een globaal preventieplan en jaarlijkse actieplannen opstellen en uitvoeren met als doel de prestaties op het gebied van arbeidsveiligheid, arbeidsgeneeskunde, ergonomie, bedrijfshygiëne, psychologische aspecten van de arbeid en milieuzorg voortdurend te verbeteren; 5. Een actief preventiebeleid voeren ten opzichte van nieuwe medewerkers, leerlingen en tewerkgestelde derden. De nieuwe medewerkers en leerlingen zullen via een onthaalbeleid attent worden gemaakt op de voorkomende risico’s. De tewerkgestelde medewerkers, leerlingen en derden in de school zullen regelmatig worden gewezen op de bestaande risico’s; 6. Regelmatig besprekingen voeren met de bevoegde overlegorganen binnen en buiten de school en op de verschillende beleidsniveaus van de school; 7 De nodige omkadering en middelen voorzien om een actieve veiligheidsopvoeding te kunnen verzorgen en realiseren; 8 Actief meewerken aan preventie-initiatieven van de overheid – Ministeries van : Tewerkstelling en Arbeid, Binnenlandse zaken, Volksgezondheid, leefmilieu e.d. – en zorgen voor een goede samenwerking met de diensten voor preventieve geneeskunde, het Centrum voor Leerlingenbegeleiding en arbeidsgeneeskunde. 9 De werkgevers en de werknemers evenals de daarmee gelijkgestelde personen en de andere personen die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zijn er toe gebonden zich te onthouden van ieder daad van geweld, pesterijen en ongewenste seksueel gedrag op het werk. Zij mogen zelf niet het slachtoffer zijn van dergelijke daden. Bij het toepassen van de wet van 11/06/2002 wordt verstaan onder : 1° geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon op wie de specifieke bepalingen van de wet in verband met geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Zij mogen zelf niet het slachtoffer zijn van dergelijke daden. Bij het toepassen van de wet van 11/06/2002 wordt verstaan onder : 1° geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een werknemer of een andere persoon op wie de specifieke bepalingen van de wet in verband met geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk van toepassing zijn, psychisch of fysiek worden lastiggevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk 2° pesterijen op het werk: elke onrechtmatig en terugkerend gedrag, buiten of binnen de onderneming of instelling, dat zich inzonderheid kan uiten in gedragingen, handelingen, gebaren en eenzijdi-
36
ge geschriften en dat tot doel heeft dat de persoonlijkheid, de waardigheid. De werkgevers en de werknemers evenals de daarmee gelijkgestelde personen en de andere personen die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk, zijn er toe gebonden van iedere daad van geweld, pesterijen of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of persoon op wie de wet van toepassing is bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandig, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. 3° ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag van seksuele aard waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen en mannen op het werk.
37
7. ENGAGEMENTSVERKLARING Ouders hebben hoge verwachtingen van de school voor de opleiding en opvoeding van hun kinderen. Onze school zet zich elke dag in om dit engagement waar te maken, maar in ruil verwachten we wel de volle steun van de ouders. Daarom maken we in onderstaande engagementsverklaring wederzijdse afspraken. Zo weten we duidelijk wat we van elkaar mogen verwachten. Ouders en school zullen op afgesproken momenten de engagementen en het effect ervan evalueren. Onze school kiest voor een intense samenwerking met de ouders. We doen dat omdat we partners zijn in de opvoeding van uw kind. Het is goed dat u zicht hebt op de werking van de school. Daarvoor plannen we bij het begin van elk schooljaar een ouderavond in de klas van uw kind. U kan er kennis maken met de leerkracht van uw kind en met de manier van werken. We willen u op geregelde tijden informeren over de evolutie van uw kind. Dat doen we schriftelijk via het rapport. We organiseren ook geregeld individuele oudercontacten. Bij het begin van elk schooljaar laten we u weten op welke data die doorgaan. Wie niet op het oudercontact kan aanwezig zijn kan een gesprek aanvragen op een ander moment. Als u zich zorgen maakt over uw kind of vragen hebt over de aanpak dan kan u op elke moment zelf een gesprek aanvragen met de leerkracht van uw kind. Dat doet u via de agenda van uw kind of u spreekt de leerkracht aan voor aanvang van de lessen om een afspraak te maken. Wij verwachten dat u zich als ouder samen met ons engageert om nauw samen te werken rond de opvoeding van uw kind en steeds ingaat op onze uitnodigingen tot oudercontact. Wij engageren ons om steeds te zoeken naar een alternatief overlegmoment indien u niet op de geplande oudercontactmomenten kan aanwezig zijn. Wij verwachten dat u met ons contact opneemt bij vragen of zorgen t.a.v. uw kind. Wij engageren ons om met u in gesprek te gaan over uw zorgen en vragen t.a.v. de evolutie van uw kind. Aanwezig zijn op school en op tijd komen. De aanwezigheid van uw kind op school heeft gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage en voor de toelating tot het eerste leerjaar. Meer hierover kan u lezen op de website: www.ond.vlaanderen.be Daartoe moeten wij de afwezigheden van uw kind doorgeven aan het departement onderwijs en aan het CLB. Wij verwachten dat uw kind dagelijks en op tijd op school is. Wij verwachten dat u ons voor 08.30 uur verwittigt bij afwezigheid van uw kind. Het CLB waarmee wij samenwerken staat in voor de begeleiding bij problematische afwezigheden. U kan zich niet onttrekken aan deze begeleiding. Wij zullen op de volgende wijze samenwerken met u en met het CLB : vanaf 10 halve dagen onwettige afwezigheden wordt het CLB op de hoogte gebracht en wordt er een begeleidingsdossier opgemaakt. U kan steeds bij ons terecht bij problemen. We zullen samen naar de meest geschikte aanpak zoeken.
38
Individuele leerlingenbegeleiding. Onze school voert een zorgbeleid. Dit houdt ondermeer in dat we gericht de evolutie van uw kind volgen. Dit doen we door het werken met een leerlingvolgsysteem. Sommige kinderen hebben op bepaalde momenten nood aan gerichte individuele begeleiding. Andere kinderen hebben constant nood aan individuele zorg. We zullen in overleg met u als ouder vastleggen hoe de individuele begeleiding van uw kind zal georganiseerd worden. Daarbij zullen we aangeven wat u van de school kan verwachten en wat wij van u als ouder verwachten. Wij verwachten dat u ingaat op onze vraag tot overleg en de afspraken die we samen maken opvolgt en naleeft. Positief engagement ten aanzien van de onderwijstaal. Onze school is een Nederlandstalige school. Niet alle ouders voeden hun kind op in het Nederlands. Dit kan ertoe leiden dat hun kind het wat moeilijker heeft bij het leren. Wij als school engageren er ons toe alle kinderen zo goed mogelijk te begeleiden bij hun taalontwikkeling. Wij verwachten van de ouders dat ze er alles aan doen om hun kind, ook in de vrije tijd, te stimuleren bij het leren van Nederlands. Dit kan ondermeer door: Zelf Nederlandse lessen te volgen. (zie lijstje met cursusaanbod in de regio) Uw kind naschools extra Nederlandse lessen te laten volgen. (zie lijstje met het aanbod in de regio) Te zorgen voor een Nederlandstalige begeleiding van uw kind bij het maken van zijn huistaak, bij het leren van zijn lessen, … (bv. kind in de studie laten blijven, een Nederlandstalige huiswerkbegeleidingsdienst zoeken, …) Bij elk contact met de school zelf Nederlands te praten of er voor te zorgen dat er een tolk is. (volgens de gemeentelijke regels). Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige jeugdbeweging. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige sportclub. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige cultuurgroep. Uw kind te laten aansluiten bij een Nederlandstalige academie (muziek, woord, plastische kunsten, …) Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige tv-programma’s te laten kijken en er samen met hem over te praten. Uw kind dagelijks naar Nederlandstalige radioprogramma’s te laten luisteren. Uw kind met Nederlandstalige computerspelletjes te laten spelen. Elke avond voor te lezen uit een Nederlandstalig jeugdboek. Geregeld Nederlandstalige boeken uit te lenen in de bibliotheek en er uit voor te lezen of ze uw kind zelf te laten lezen. Binnen de school en bij elke schoolactiviteit enkel Nederlands te praten met uw kind, met andere kinderen, met het schoolpersoneel en met andere ouders Uw kind, in zijn vrije tijd, geregeld te laten spelen met zijn Nederlandstalige vriendjes. Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige vakantieactiviteiten. Uw kind in te schrijven voor Nederlandstalige taalkampen Voorgaande engagementen kunnen verder uitgewerkt worden vanuit het LOP : Antwerpen
39
8. SAMENSTELLING VAN DE VERSCHILLENDE GELEDINGEN
SCHOOLBESTUUR Benaming: V.Z.W. Sint-Ludgardisschool Administratieve zetel: Maarschalk Gérardstraat 18, 2000 Antwerpen Tel. + 32 (0)3 233 93 20 Fax + 32 (0)3 233 83 96 Voorzitter:
Dhr D. Fierens
Leden:
De Heer S. Verbist De Heer J. Mulkens, De Heer P. Milis, KVO vertegenwoordigd door: De heer D.Van Tricht, De heer P. De Keulenaer.
SCHOOLRAAD Voorzitter:
Mevr. A. Van Steen
OUDERRAAD C.L.B. VCLB 4 - Antwerpen Lysenstraat 36 2600 Berchem Tel. + 32 (0)3 285 34 50 Medewerkers: Dr. Van Alsenoy, schoolarts Mevr. Anke Verhaegen, paramedisch werker (kleuterschool) De Heer Roel Dauwen, paramedisch werker (lagere school) Mevr. Marjan Schroven, orthopedagoge (L1-L2-L3-L4) De heer Dries Cautereels, orthopedagoog (L5-L6) Mevr. Dagje Boets, maatschappelijk werker
40
BEWAAR DIT DOCUMENT ZOLANG U EEN LEERLING HEBT OP ONZE SCHOOL. U KRIJGT ZONODIG JAARLIJKS EEN AANPASSING. SINT-LUDGARDIS ANTWERPEN Sint-Ludgardis basisschool Maarschalk Gérardstraat 18 – Bervoetstraat 25 2000 Antwerpen tel: 03 / 233 93 20 fax: 03 / 213 29 57 Sint-Ludgardisschool – Secundaire afdeling Maarschalk Gérardstraat 18 2000 Antwerpen tel: 03 / 233 93 20 fax: 03 / 233 83 96 Sint-Ludgardis basisschool – BELPAIRE Haantjeslei 50-52 2018 Antwerpen tel: 03 / 213 29 89 fax: 03 / 213 32 01
41
42