Schoolgids van PCC Bergen versie dd 29 augustus

Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

1

Het onderwijs is volop in beweging. Het schoolbeleid wordt hierop aangepast. De tekst van deze gids is daardoor aan verandering onderhevig. Ook tussendoor moeten soms elementen en regelingen worden aangepast. U wordt hiervan tijdig op de hoogte gebracht. De actuele versie van de schoolgids is altijd te vinden op www.pcc.nu. In verband met de leesbaarheid hebben we het in deze studiegids steeds over ouders; hiervoor kunt u natuurlijk ook ouder of verzorg(st)er(s) lezen. Om dezelfde reden gebruiken we veelal de mannelijke variant van veel woorden; op die plaatsen kan ook de vrouwelijke variant worden gelezen.

Nieuws, foto’s, aankondigingen, alle Nieuwsbrieven en nog veel meer informatie is te vinden op:

www.pcc.nu Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

2

INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave _________________________________________________________________________ 3 Ons uitgangspunt_______________________________________________________________________ 4 1.1 Katholieke school____________________________________________________________ 4 1.2 Petrus Canisius ______________________________________________________________ 5 1.3 Het PCC in cijfers ___________________________________________________________ 5 1.4 Onderbouw- en bovenbouwvestigingen _________________________________________ 5 Opleidingsaanbod ______________________________________________________________________ 6 2.1 PCC Bergen _________________________________________________________________ 6 2.2 Sportklas ___________________________________________________________________ 6 2.3 Opbouw van het onderwijs ____________________________________________________ 6 2.4 Tweede fase op PCC Het Lyceum ______________________________________________ 7 2.5 De opleiding Mavo+ van PCC Fabritius ___________________________________________ 7 2.6 Vmbo op PCC Oosterhout _____________________________________________________ 8 2.7 Lesvakken __________________________________________________________________ 9 2.8 Lestijden ___________________________________________________________________ 9 2.9 Rapporten en rapportperiodes ________________________________________________ 10 2.10 Verklaring van de afkortingen van de vakken ___________________________________ 11 2.11 Bevorderingsnormen ________________________________________________________ 11 2.12 Ouderavonden _____________________________________________________________ 13 Leerlingbegeleiding ___________________________________________________________________ 14 3.1 Het eerste niveau: de dagelijkse begeleiding ___________________________________ 14 3.2 Het tweede niveau: uitgebreide begeleiding ____________________________________ 14 3.3 Het derde niveau: specialistische begeleiding___________________________________ 15 3.3 De mentor _________________________________________________________________ 15 Besluitvorming en inspraak _____________________________________________________________ 16 4.1 Leerlingenstatuut __________________________________________________________ 16 4.2 Medezeggenschap en ouderraad ______________________________________________ 24 Regelingen & Afspraken ________________________________________________________________ 25 5.1 Veiligheid op School ________________________________________________________ 25 5.2 Nieuwe media, nieuwe kansen! (Protocol Sociale Media) _________________________ 25 5.3 Foto- en filmmateriaal ______________________________________________________ 27 5.4 Communicatie met ouders/verzorgers _________________________________________ 27 5.5 Informatievoorziening gescheiden ouders ______________________________________ 27 5.6 Huiswerkbeleid ____________________________________________________________ 28 5.7 Verzuim ___________________________________________________________________ 28 5.8 Vestigingsregels ____________________________________________________________ 29 5.9 Klachten __________________________________________________________________ 30 Praktische zaken ______________________________________________________________________ 32 6.1 Leermiddelen, ouderbijdrage, kosten & tegemoetkoming _________________________ 32 6.2 Studieplanner en overige schoolbenodigdheden _________________________________ 32 6.3 Aansprakelijkheid __________________________________________________________ 33 6.4 Kluisjes ___________________________________________________________________ 33 6.5 Pasjes ____________________________________________________________________ 33 6.6 Projecten & Activiteiten _____________________________________________________ 34 6.7 Telefooncirkel _____________________________________________________________ 34 6.8 Lesuitval en vervanging _____________________________________________________ 34 6.9 Vakantieregeling 2013-2014 __________________________________________________ 34 6.10 Jaaragenda ________________________________________________________________ 35 Namen en adressen ___________________________________________________________________ 36


3

HOOFDSTUK 1

ONS UITGANGSPUNT 1.1

Katholieke school

Het PCC is een katholieke school. Dat betekent dat we als school onze wortels hebben in de katholieke traditie. Daar horen wat ons betreft een zestal kernwaarden bij, die wij – samen met de onder het SAKS-bestuur verenigde katholieke basisscholen in de regio – hebben opgesteld. Deze zes waarden maken duidelijk maken waar we voor staan: Ontmoeting Vertrouwen Eigenheid Spiritualiteit Traditie Verwondering Nadere informatie over deze kernwaarden en de manier waarop we onze katholieke identiteit gestalte geven, is te vinden op onze website. Bij onze zes kernwaarden, hoort de PCC-gedragscode, die geldt als leidraad voor ons gedrag: Respecteer jezelf Volg je eigen weg, maak weloverwogen keuzes en houd daarbij altijd rekening met de ander. Respecteer anderen Wees vriendelijk, open en hulpvaardig, benader anderen zoals je zelf benaderd wilt worden. Respecteer afspraken Zorg ervoor dat je op tijd bent, houd je aan de schoolregels, wees betrouwbaar. Respecteer de werksfeer Werk mee aan een prettig en rustig leef- en werkklimaat, waarin door iedereen goed kan worden gewerkt. Respecteer je omgeving Houd het schoolgebouw schoon en heel, zorg dat je gedrag ook buiten school positief bijdraagt aan een gezond milieu. Schat jezelf en de ander ‘op waarde’ Maak gebruik van je eigen talenten en waardeer investeringen die in jou worden gedaan. We vinden het belangrijk dat we op onze school respect hebben voor elkaar en onze medemens. We willen dat er sprake is van vertrouwen in elkaar, rechtvaardigheid en solidariteit. Dat betekent bijvoorbeeld dat we elkaar accepteren zoals we zijn, of we dik of dun zijn, leerling of leraar, wit of zwart. Aan pesten hebben we dan ook de pest. Wat op een school héél erg belangrijk is: we hopen dat we samen rechtvaardig zijn. Dat zal niet altijd lukken - want we blijven mensen - maar iedereen mag ons erop aanspreken.


4

We hebben op het PCC niet alleen aandacht voor de studie, maar staan in vieringen, in de lessen (en/of projecten) levensbeschouwelijke vorming en in andere lessen stil bij de dingen die om ons heen gebeuren. Wie zich daarin kan vinden, is bij ons welkom: welke geloofs- en/of levensovertuiging men ook heeft.

1.2

Petrus Canisius

Het PCC heeft, als katholieke scholengemeenschap, de heilige Petrus Canisius als naamgever. Maar wie was Petrus Canisius eigenlijk en waarom verdient hij het om vernoemd te worden? Canisius, in 1521 geboren als Peter Kanis, studeerde filosofie, theologie en kerkelijk recht en trad daarna in bij de orde der Jezuïeten. Hij vond dat goed onderwijs beschikbaar moest zijn voor zowel arm als rijk en ontwikkelde nieuwe leermethoden en leermiddelen. In zijn klassen regeerde hij met harde hand, maar zo veel mogelijk zonder te straffen, want hij wilde voorkomen dat kinderen ontmoedigd raakten om te leren. Ook zorgde hij voor goede huisvesting van scholen en eiste van onderwijzers dat ze wetenschappelijk waren gevormd. Als Canisius in de 21e eeuw zou hebben geleefd, was hij misschien wel een groot voorstander geweest van vormen van leren, waarbij leerlingen praktische kennis in verschillende contexten leren gebruiken en daarover reflecteren. Hij paste het onderwijs zoveel mogelijk aan het individu aan en hij zag in zijn tijd dus al het belang in van een doorgaande leerlijn in het onderwijssysteem. In het onderwijs op het PCC is met enige creativiteit de lijn van Canisius nog te herkennen. Canisius was een man die met hart en ziel heeft geleefd voor het geluk en de toekomst van kinderen. Hij doceerde in zijn leven op verschillende plaatsen in Duitsland en hij stierf in Fribourg (Zwitserland) op 21 december 1597. In 1925 werd hij heilig verklaard; zijn feestdag wordt in ons land gevierd op de dag dat hij overleed.

1.3

Het PCC in cijfers

Het PCC werkt mee aan Vensters voor Verantwoording, een landelijk initiatief van de scholen voor voortgezet onderwijs, in samenwerking met het ministerie van onderwijs en de VO-raad. Doel van het project is kwaliteitsstandaarden ontwikkelen en belangstellenden c.q. belanghebbenden de mogelijkheid bieden om schoolresultaten met elkaar te vergelijken (benchmarking). Het PCC streeft er naar een open en transparante organisatie te zijn. We hechten belang aan maatschappelijke betrokkenheid en het afleggen van verantwoording vinden we daarom een vanzelfsprekendheid. Op onze website www.pcc.nu is onder het kopje ‘Over het PCC’ de link te vinden naar onze ‘Vensters voor Verantwoording’. Op dit deel van de website is informatie te vinden over onder meer onderwijsbeleid, kwaliteit, bedrijfsvoering, maar ook: • percentage leerlingen dat doorstroomt naar een hoger leerjaar of een ander soort onderwijs; • percentage leerlingen dat voor het eindexamen slaagt; • tevredenheid van ouders en leerlingen.

1.4

Onderbouw- en bovenbouwvestigingen

Het PCC is kleinschalig georganiseerd. Onderwijs wordt zoveel mogelijk verzorgd in onderbouw- en bovenbouwvestigingen of afzonderlijke afdelingen. Het uitgangspunt is dat de sfeer en wijze van werken aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen.


5

HOOFDSTUK 2

OPLEIDINGSAANBOD 2.1

PCC Bergen

Op deze onderbouwvestiging worden de klassen 1 en 2 aangeboden van: • Vwo (Atheneum) • Havo • Mavo+ • Vmbo-Kb De leerlingen worden geplaatst in een dakpanklas. Deze klassen zijn zo ingedeeld dat leerlingen met een advies van aangrenzende schoolsoorten in dezelfde klas zitten. Een totaaloverzicht van alle opleidingen die worden aangeboden op de verschillende vestigingen van het PCC, is te vinden op www.pcc.nu.

2.2

Sportklas

Het PCC heeft een Sportklas op PCC Bergen, PCC Heiloo, PCC Het Lyceum en PCC Oosterhout. De leerlingen die aan de sportklas deelnemen krijgen – bovenop de gebruikelijke 2 of 3 uur lichamelijke opvoeding – wekelijks nog twee lesuren extra. In deze extra lesuren lichamelijke opvoeding wordt niet alleen veel bewogen. Ook wordt er veel aandacht besteed aan zelfwerkzaamheid, leiding geven aan elkaar en het organiseren van kleinschalige toernooien. Verder worden er lezingen gegeven over bijvoorbeeld hardlopen, de werking van het hart en er zullen sporters worden uitgenodigd, die iets komen vertellen over hun sport. Gedurende het schooljaar nemen de sportklasleerlingen deel aan allerlei sportclinics, zoals bijvoorbeeld: golfen, mountainbiken, taekwondo, atletiek, snowboarden, skiën en sportduiken. Een week op wintersport behoort tot de mogelijkheden. In de bovenbouw kunnen leerlingen van PCC Het Lyceum kiezen voor bewegen, sport en maatschappij (BSM) als eindexamenvak. Op PCC Fabritius bestaat binnen de mavo de mogelijkheid om LOII als examenvak te kiezen. Op PCC Oosterhout sluit de opleiding Sport, Dienstverlening en Veiligheid naadloos aan op de Sportklas.

2.3

Opbouw van het onderwijs

We vinden het belangrijk dat de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs soepel verloopt. Daarom hebben we ons onderwijs zo ingericht dat de leerlingen de lessen in de eerste twee leerjaren dicht bij huis kunnen volgen. Naast de lessen organiseren we activiteiten die bijdragen tot een soepele overstap en ervoor zorgen dat de leerlingen zich snel ‘thuis’ voelen bij ons. Gedurende de twee jaar van de onderbouw houden we alle keuzemogelijkheden open. In de loop van het tweede jaar wordt - na overleg met de ouders - bepaald welke route voor de leerling de beste kansen biedt op een succesvol studieverloop. Na het tweede leerjaar stappen alle leerlingen over naar één van onze vestigingen in Alkmaar om daar af te studeren. De overstap naar andere vestigingen begeleiden we zo goed mogelijk, Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

6

bijvoorbeeld door met de tweedeklassers vooraf klassikaal hun toekomstige vestiging te bezoeken. Bij tussentijds overstappen wordt de leerling individueel begeleid. Onderwijskundig vergemakkelijken we de doorstroming door de lessentabellen en lesmethodes van onze vestigingen op elkaar af te stemmen. Kenmerken van de onderbouw De belangrijkste kenmerken van de onderbouw zijn: • De leerling leert meer actief en in toenemende mate zelfstandig, • De leerling leert samen met anderen, • De leerling leert in samenhang, • De leerling oriënteert zich, • De leerling leert in een uitdagende, veilige leeromgeving, • De leerling leert in een doorlopende leerlijn. Projecten en Leergebieden Om deze doelstellingen te realiseren heeft het PCC er voor gekozen om ongeveer een derde deel van de leertijd in projectvorm aan te bieden. De verschillende vakken werken bij de uitvoering van deze projecten – die voldoen aan een door het PCC vastgesteld keurmerk - in zogenaamde Leergebieden samen. Het gaat om de volgende Leergebieden: 1. Leergebied Nederlands: Nederlands 2. Leergebied wiskunde: wiskunde 3. Leergebied moderne vreemde talen: Duits, Engels, Frans 4. Leergebied mens en maatschappij: geschiedenis, aardrijkskunde, economie 5. Leergebied mens en natuur: biologie/verzorging, natuurkunde/scheikunde/techniek 6. Leergebied kunst en cultuur: beeldende vormgeving, muziek 7. Leergebied bewegen en sport: lichamelijke opvoeding

2.4

Tweede fase op PCC Het Lyceum

De Tweede Fase beoogt een betere aansluiting op het Hbo en de Universiteit. De leerlingen leren meer dan vroeger actief en zelfstandig te studeren. Het onderwijs wordt ook méér vaardigheidsgericht: niet alleen ‘weten’ is belangrijk, maar ook ‘kunnen’. Practica zijn daarbij van onschatbaar belang. We proberen het onderwijs meer aan te passen aan de verschillen die er zijn tussen leerlingen. Onderwijs op maat dus. Het PCC kiest in de tweede fase niet voor een te grote mate van zelfstandig leren. Het is een mengvorm met een duidelijke structuur, inclusief lessen én het stimuleren van zelfstandig leren. De tweede fase wordt aangeboden op PCC Het Lyceum in Alkmaar. PCC Het Lyceum biedt in de bovenbouw de klassen 3 en hoger aan van de volgende opleidingen: • Gymnasium • Atheneum • Havo

2.5

De opleiding Mavo+ van PCC Fabritius

Op PCC Fabritius wordt de bovenbouw van de opleiding mavo+ aangeboden. De reden dat we kiezen voor de opleiding mavo+ in plaats van vmbo, heeft te maken met de twee uitstroomrichtingen na leerjaar 4. Een deel van de bovenbouwleerlingen van PCC Fabritius gaat naar het mbo, een ander deel kiest voor havo. Alleen ‘vmbo’ aanbieden, volstaat dan niet. We willen nadrukkelijk ook de overstap naar het havo zo goed mogelijk voorbereiden.


7

In de bovenbouw van mavo+ op PCC Fabritius bestaat de mogelijkheid om minimaal zeven vakken op het hoogste niveau én een beroepsgericht vak te volgen. Direct vanaf het begin van het derde leerjaar volgen alle leerlingen een extra vak, namelijk het beroepsgerichte vak Intersectoraal. Met behulp van dit vak kunnen de leerlingen zich nog beter oriënteren op de opleidingen die in het mbo worden aangeboden. Voor het vierde jaar maken onze leerlingen een keuze uit de twee varianten binnen mavo+: • Leerlingen die dat kunnen en willen, laten in het 4e leerjaar het beroepsgerichte vak Intersectoraal vallen en gaan in plaats daarvan de Plusroute Havo volgen. De lessen van die route volgen ze voor een deel op Het Lyceum. Hiermee kunnen ze dan na het behalen van het mavodiploma zonder problemen overstappen naar het havo. • De leerlingen die verder willen leren in het mbo, volgen na het derde jaar de Plusroute MBO3/4. Zij verkrijgen door het intersectorale beroepsgerichte vak een extra goede aansluiting op de mbo-opleidingen. En doordat ze met het beroepsgerichte vak Intersectoraal examen doen in een éxtra vak, hebben zij ook nog eens een grotere kans om te slagen.

2.6

Vmbo op PCC Oosterhout

PCC Oosterhout heeft in de bovenbouw - via de opleidingen Vakcollege Techniek en Vakcollege Mens&Dienstverlenen - de volgende sectoren in huis: • Techniek: vanaf het derde jaar is specialisatie mogelijk in de afdelingen: o Bouwtechniek (specialisaties: timmeren, schilderen, metselen en fijnhoutbewerking) o Instalektro o Metaaltechniek o Voertuigentechniek • Zorg & Welzijn: vanaf het derde jaar is specialisatie mogelijk in de afdelingen: o Uiterlijke verzorging o Verzorging o Sport Dienstverlening en Veiligheid (SDV) • Economie: vanaf het derde jaar is specialisatie mogelijk in de afdelingen: o Handel en administratie o Consumptief Aan het eind van het tweede leerjaar maken de leerlingen een keuze voor de te volgen sector en afdeling. Het onderwijs in het derde en vierde leerjaar staat in het teken van de beroepsgerichte vakken. Het vierde jaar sluit af met een eindexamen, dat bij positief resultaat recht geeft op een diploma. De mogelijkheden voor het vervolgonderwijs worden mede bepaald door de examenresultaten en het behaalde niveau van de bij de afdeling behorende vakken. PCC Oosterhout biedt leerlingen die daarin interesse hebben ruim gelegenheid om een aantal onmisbare, aanvullende diploma’s te halen, zoals het diploma autogeen/tig/mig-lassen.


8

2.7

Lesvakken

OPLEIDING: LEERJAAR: aardrijkskunde beeldende vormgeving biologie/verzorging Duits economie Engels Frans geschiedenis lichamelijke opvoeding mentoruur muziek natuurkunde / scheikunde / techniek natuurkunde / scheikunde Nederlands oriëntatie op studie en beroep profileringsuur sport / zelfst. werkuur wiskunde A/H H/M M/Kb

A/H 1

H/M 1

M/Kb 1

A/H 2

H/M 2

M/KB 2

= atheneum/havo = havo/mavo (theoretische leerweg/gemengde leerweg) = mavo (theoretische leerweg/gemengde leerweg)/kaderberoepsgerichte leerweg

Levensbeschouwelijke vorming Het PCC laat leerlingen kennis maken met verschillende religies en met de eigen katholieke identiteit. In klas 1 tot en met 3 werken de leerlingen aan twee tot drie projecten waarin zij ervaren wat religie voor hen kan betekenen. Tijdens deze projecten maken de leerlingen nader kennis met de zes kernwaarden van onze katholiek identiteit: ontmoeting, vertrouwen, eigenheid, spiritualiteit, traditie en verwondering (zie ook hoofdstuk 1.1.) Per jaar zullen 15 tot 20 lesuren worden besteed aan de projecten levensbeschouwelijke vorming. Mooie voorbeelden van projecten die al zijn ontwikkeld binnen het PCC zijn: • ‘Heilige Huisjes’ • ‘Vrijheid delen is de kunst’ • ‘Wij maken de wereld beter’ • ‘Op zoek naar het bijzondere’. Omdat levensbeschouwelijke vorming in projectvorm wordt aangeboden, is dit niet als lesvak terug te vinden in de lessentabel.

2.8

Lestijden

50 minutenrooster 1e les 08.30 – 2e les 09.20 – 3e les 10.10 – pauze 11.00 – 4e les 11.20 – 5e les 12.10 – pauze 13.00 – 6e les 13.30 – 7e les 14.20 – 8e les 15.10 –

09.20 10.10 11.00 11.20 12.10 13.00 13.30 14.20 15.10 16.00

uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

9

De leerlingen volgen lessen van 50 of 100 minuten. In de lessen van 100 minuten hebben de docenten de mogelijkheid om meer gebruik te maken van activerende werkvormen, zoals opdrachten in de mediatheek of een samenwerkingsopdracht. In het lesrooster vinden de leerlingen ook zogenaamde zelfstandig werkuren (pf1- en pf2-uren) terug. Gedurende deze uren werken de leerlingen onder begeleiding zelfstandig aan de taken die er liggen voor de verschillende vakken. Voor de sportklasleerlingen worden deze uren ingevuld met extra sportlessen. De leerlingen plannen hun werk met behulp van een door de school verstrekte studieplanner. Bij sommige vakken is sprake van periodisering; gedurende een half schooljaar wordt een vak aangeboden, maar dan meerdere uren per week. Roosterwijzigingen Roosterwijzigingen zijn te vinden in Magister en worden in het hal op het publicatiebord aangegeven. Dinsdagmiddag Om lesuitval te voorkomen is de dinsdagmiddag als vergadermiddag ingeroosterd. Dit houdt in dat op dinsdag: • de tweede pauze (13.00-13.30) vervalt; • er geen lessen zullen zijn na het 6e uur en de leerlingen na 13.50 uur vrij zijn. 40-minutenrooster Soms hebben de leerlingen – bijvoorbeeld in verband met bijvoorbeeld studiemiddagen voor docenten - een 40-minutenrooster. Op deze manier is er geen lesuitval, maar het geeft toch de mogelijkheid voor personeel om zich bij te scholen. De dagen dat de school werkt met een dergelijk 40 minutenrooster worden aangekondigd in de nieuwsbrief of een in aparte mailing van de school.

2.9

Rapporten en rapportperiodes

Alle leerlingen krijgen zesmaal per jaar een rapport met daarop een cijferwaardering voor alle vakken en per leergebied. Hoe dit cijfer wordt opgebouwd is te vinden in de paragraaf over bevorderingsnormen. In de jaaragenda die wordt opgenomen in de eerste Nieuwsbrief van het schooljaar, staat wanneer de rapporten worden uitgereikt. De door uw kind behaalde cijfers kunt u altijd inzien via Magister. De indeling van het schooljaar is als volgt: Periode 1 2 3 4 5 6

van ma 26 augustus 2013 ma 7 okt 2013 ma 25 nov 2013 ma 20 jan 2014 ma 10 mrt 2014 ma 12 mei 2014

tot en met: vr 4 okt 2013 vr 22 nov 2013 vr 17 jan 2014 vr 7 mrt 2014 vr 25 apr 2014 vr 27 jun 2014


10

2.10 Verklaring van de afkortingen van de vakken In de studiegids, op lesroosters en cijferlijsten gebruiken we de volgende afkortingen: AK Aardrijkskunde BI/VZ biologie/verzorging BV beeldende vormgeving DU Duits EC Economie EN Engels FA Frans GS geschiedenis LO lichamelijke opvoeding LV projecten levensbeschouwelijke vorming MEN Mentoruur MU muziek NE Nederlands NS combinatie natuur- en scheikunde NST combinatie van natuurkunde, scheikunde en techniek OSB Oriëntatie op studie en beroep PF Profileringsuur TN Techniek WI Wiskunde

2.11 Bevorderingsnormen 1. Algemeen Het PCC kent een verlengde brugperiode. Dit houdt in dat leerlingen in principe niet van dakpanklas veranderen bij de bevordering van leerjaar 1 naar leerjaar 2. Er is sprake van doorlopende leerlijnen. In de onderbouw werken we met leergebieden: clusters van vakken die een bepaalde verwantschap vertonen. De resultaten worden steeds weergegeven als voortschrijdend gemiddelde, waarbij de leerlingen worden becijferd op twee niveaus (het lage en het hoge niveau van de voor de leerling geldende dakpanconstructie). Op grond van bovenstaande zijn de onderstaande bevorderingsnormen vastgesteld. 2. Bevorderingsnormen van klas 1 naar klas 2 De bevordering van leerjaar 1 naar leerjaar 2 is drempelloos: een bevordering zonder bevorderingsnormen. Het eindcijfer van de verschillende vakken van leerjaar 1 wordt gebruikt om een leerling te volgen. Alle eindcijfers van de verschillende vakken geven een idee of leerlingen op het juiste niveau zitten. Deze cijfers geven ook aan wat leerlingen nodig hebben om in leerjaar 2 het advies van de basisschool waar te maken. 3. Bevorderingsnormen van klas 2 naar klas 3 Bevordering tot het hoge niveau van de dakpanklas De leerling is direct bevorderd tot het hoge niveau van de dakpanklas als hij/zij voldoet aan de minimumeis zoals hieronder beschreven.


11

Leergebied Wiskunde/Nederlands Mens & Maatschappij Mens & Natuur Kunst&Cultuur/Bewegen& Sport Moderne Vreemde Talen

Gemiddelde cijfer op hoge niveau van de dakpanklas 6,0 6,5 6,5 6,5 6,0

Vakken WI, NE GS, AK, EC BI/VZ, NS BV, LO EN, FA, DU

Als de leerling niet direct bevorderbaar is tot het hoge niveau, is hij/zij bespreekgeval als ten hoogste één van de omschreven leergebieden een score oplevert die maximaal 1,0 onder de genoemde voorwaarde ligt óf ten hoogste twee van de omschreven leergebieden een score opleveren die elk maximaal 0,5 onder de genoemde voorwaarden liggen. Verder is een leerling een bespreekgeval als de leerling voor een van de volgende vakken Nederlands, Engels of wiskunde een cijfer heeft behaald lager dan een 5,0.

Bevordering tot het lage niveau van de dakpanklas Is de leerling niet bevorderd tot het hoge niveau en ook geen bespreekgeval dan geldt: de leerling is bevorderd tot het lage niveau van de dakpanklas als hij/zij voldoet aan de minimumeisen, maar dan op basis van de gemiddelden op het lage niveau.

Leergebied Wiskunde/Nederlands Mens & Maatschappij Mens & Natuur Kunst & Cultuur/Bewegen & Sport Moderne Vreemde Talen

Gemiddelde cijfer op lage niveau van de dakpanklas 6,0 6,5 6,5 6,5 6,0

Vakken WI, NE GS, AK, EC BI/VZ, NS BV, LO EN, FA, DU

Als de leerling niet bevorderbaar is tot het lage niveau, is hij/zij bespreekgeval als ten hoogste één van de omschreven leergebieden een score oplevert die maximaal 1,0 onder de genoemde voorwaarde ligt óf ten hoogste twee van de omschreven leergebieden een score opleveren die elk maximaal 0,5 onder de genoemde voorwaarden liggen. Verder is een leerling een bespreekgeval als de leerling voor een van de volgende vakken Nederlands, Engels of wiskunde een cijfer heeft behaald lager dan een 5,0. Overige In alle overige gevallen bepaalt de doorstroomcommissie, in overleg met de ouders, waar de leerling wordt geplaatst. 4. Toelichting De cijfers worden per vak op één decimaal nauwkeurig bepaald en daarna wordt met deze cijfers het gemiddelde per leergebied bepaald. De genoemde gemiddelde cijfers per leergebied zijn bedoeld op één decimaal nauwkeurig.


12

2.12 Ouderavonden We hechten veel waarde aan een goede communicatie met ouders als het gaat om het bespreken van de vorderingen, het welbevinden en het gedrag van onze leerlingen. Daarnaast willen we ouders graag informeren over thema’s als studie- en beroepskeuze, maar ook bijvoorbeeld over veiligheid, gezondheid en andere actuele thema’s. Daartoe organiseren we specifieke 10-minutengesprekken naar aanleiding van het eerste en tweede rapport en algemene ouderavonden. Ouders worden hiervan op de hoogte gebracht via de nieuwsbrieven. Voor de ouders van de brugklasleerlingen organiseren we twee extra ouderavonden. De eerste vindt voorafgaand aan het eerste jaar plaats in de maand juni. Deze bijeenkomst staat in het teken van de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs en een nadere kennismaking met de klassenmentoren. Op de tweede avond, die plaatsvindt in de maand september, krijgen de brugklasouders informatie over de afgelopen introductieperiode en de eerste schoolweken. Daarnaast organiseren we ouderavonden rond bepaalde thema’s over bijvoorbeeld de studie- en beroepskeuze of het project ‘de gezonde school’. U wordt hiervan op de hoogte gehouden via de Nieuwsbrief. Uiteraard blijft het mogelijk om tussentijds contact op te nemen met de docenten.


13

HOOFDSTUK 3

LEERLINGBEGELEIDING We werken op het PCC met een uitgebreid begeleidingssysteem. Er zijn drie niveaus van begeleiding:

3.1

Het eerste niveau: de dagelijkse begeleiding

Eerst en vooral mag de leerling van alle docenten en personeelsleden verwachten dat ze in de dagelijkse manier van omgaan begeleidend bezig zijn! Ondersteunen, helpen, proberen met de leerling mee te denken, corrigeren als dat nodig is. Binnen die groep van docenten en personeelsleden is er één die het eerste aanspreekpunt is voor de leerling: de mentor! Iedere klas of groep krijgt een mentor toegewezen. In het eerste jaar volgt de leerling studielessen: daarin wordt geleerd hoe de leerling het best kan studeren en plannen, hoe de school in elkaar zit, enz. Die mentor is óók het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en hun ouders. Tot de dagelijkse begeleiding wordt ook gerekend het helpen na de les door de docenten. Na de herfstvakantie krijgt een aantal brugklasleerlingen steunlessen. Dit gebeurt op grond van de resultaten tot dan toe behaald en eventuele testresultaten. Even bijtrekken: want alle begin is moeilijk.

3.2 Het tweede niveau: uitgebreide begeleiding Uiteraard kan de mentor niet alles. Soms vraagt de leerling om méér aandacht op sociaal-emotioneel terrein. Op iedere vestiging is er een speciale docent die ervaring heeft met allerlei sociaal-emotionele problemen: de leerlingbegeleider of counselor. Maar het hoeft niet altijd te gaan om sociaal-emotionele problemen. Door te kijken naar de resultaten van toetsen of omdat bepaalde dingen opvallen in de les, kan de mentor en/of de rapportvergadering vermoeden dat er op leergebied moeilijkheden zijn. Ook is er op iedere vestiging een studiebegeleider die samen met de leerling nagaat wat er aan de hand is - soms door middel van een of meer testen - en hij stelt in overleg met leerling en ouders een programma op. De mentor en de decaan spelen vervolgens een heel centrale rol in de begeleiding van leerlingen én ouders als het gaat om het keuzeproces. Wat is immers de beste leerweg? Welk ‘profiel’ moet je kiezen? Hoe ga je om met keuzevakken?


14

3.3

Het derde niveau: specialistische begeleiding

Soms redden we het niet alleen met de uitgebreide begeleiding zoals die hiervoor is beschreven. Komen leerling, ouders en decaan niet uit de keuzeproblematiek dan zijn er beroepskeuzetesten en specialisten van andere organisaties zoals de Geldergroep en de Onderwijsbegeleidingsdienst om ons te helpen. Ook testen en orthodidactische trainingen zijn mogelijk. Als er te grote sociaal-emotionele problemen zijn dan verwijst de leerlingbegeleider/ vertrouwenspersoon in overleg met de leerling en/of de ouders naar bijvoorbeeld het RIAGG of het algemeen maatschappelijk werk. De school beschikt over een zorgteam van deskundigen van binnen en buiten de school dat als het écht goed mis dreigt te gaan, nagaat wat er aan de hand is en wat er het beste kan gebeuren. Op de website van de school is een overzicht te vinden van het dienstverleningsaanbod van de sector Jeugdgezondheidszorg GGD Hollands Noorden (voorheel GGD Noord Kennemerland) aan de leerlingen van de school en hun ouders.

3.4

De mentor

Iedere klas krijgt een eigen mentor toegewezen. Deze docent is het eerste aanspreekpunt voor onze leerlingen en hun ouders/verzorgers. De mentor is de spil in de communicatie, met uitzondering van als het gaat om ziek-, afwezig- en betermeldingen. Communicatie tussen ouders/verzorgers en de mentor verloopt veelal via telefoon en e-mail. Daarom is het van groot belang dat u er via Magister voor zorgt, dat de school altijd beschikt over actuele e-mailadres en andere contactgegevens. Het mentorenoverzicht zal z.s.m. na start van het schooljaar worden opgenomen in deze gids.


15

HOOFDSTUK 4

BESLUITVORMING EN INSPRAAK 4.1

Leerlingenstatuut

Het leerlingenstatuut is onderdeel van het Schoolwerkplan en regelt de rechtspositie van leerlingen; het gaat daarbij om de rechten en de plichten van leerlingen in relatie tot de school en de personeelsleden. Daar waar het gaat om de rechten van de leerlingen, zegt het statuut dus óók iets over wat de leerlingen mogen verwachten van de school en haar personeelsleden. Het statuut is hieronder integraal opgenomen, maar is ook te vinden op www.pcc.nu (versie dd. 11 april 2012, met voetnoten aan het eind van de tekst.) I. inleiding 1. Doel Het Leerlingenstatuut is onderdeel van het Schoolwerkplan regelt de rechtspositie van leerlingen; het gaat daarbij om de rechten en de plichten van leerlingen in relatie tot de school en de personeelsleden. Daar waar het gaat om de rechten van de leerling, zegt dit Statuut dus óók iets over wat de leerlingen mogen verwachten van de school en haar personeelsleden. 2. Bekendmaking Aan het begin van ieder schooljaar zal aan alle leerlingen en hun ouders1) in een publicatie het Leerlingenstatuut worden aangeboden. Het statuut ligt ter inzage bij ieder directielid en in iedere personeelskamer van het Petrus Canisius College. Tevens is het statuut te vinden op de website van de school (www.pcc.nu). 3. Geldigheidsduur Nadat in het overleg tussen het College van Bestuur en Medezeggenschapsraad overeenstemming is bereikt, geldt het reglement voor vier achtereenvolgende gehele schooljaren. In het laatste jaar van die periode wordt op basis van evaluatie bij leerlingen, ouders, personeelsleden en directieleden nagegaan of de regeling moet worden bijgesteld. Tussentijdse bijstelling is altijd mogelijk in overeenstemming tussen het College van Bestuur en Medezeggenschapsraad. 4. Begrippen Als gesproken wordt over de ‘schoolleiding’ dan gaat het om het college van bestuur, de vestigingsdirectie en de afdelingsleiders. Wordt gesproken van ‘onderwijsondersteunend personeel’, dan gaat het om toa’s (technisch onderwijs assistenten), conciërges, onderhoudspersoneel, administratie en door de vestigingsdirectie aangestelde vrijwilligers of medewerkers uit banenpools. Het woord ‘schoolgemeenschap’ staat voor leerlingen, ouders, personeelsleden en vrijwilligers van het PCC. De ‘doorstroomcommissie’ is de commissie van een vestiging die na advies ingewonnen te hebben van de rapportvergadering beslist of een leerling doorstroomt naar een volgend leerjaar van een opleiding. De leerling is degene die als onderwijsvolgende ingeschreven is bij het PCC. De lestijden/schooluren zijn de periodes meestal gelegen tussen 08.00 uur en 17.00 uur waarin aan de leerling wordt lesgegeven, alsmede tijdens specifieke activiteiten door de school georganiseerd. De school is het gebouw, waarin het onderwijs wordt gegeven alsmede het bijbehorende omliggende terrein.


16

5. Procedure bij klachten 1. Als een leerling en/of diens ouders op grond van dit Leerlingenstatuut een klacht willen indienen, dan is daarvoor de Klachtenregeling van het PCC van toepassing. 2. Als een lid van de schoolleiding, van de docenten of van het onderwijsondersteunend personeel op grond van dit Leerlingenstatuut een klacht wil indienen, dan geldt daarvoor de Klachtenregeling van het PCC. II.

SAMEN LEREN

6. Goed onderwijs van de zijde van de school 1. Leerlingen hebben er recht op dat de schoolleiding, de docenten en de leden van het onderwijsondersteunend personeel zich inspannen om behoorlijk onderwijs te (doen) verzorgen. Het gaat hierbij onder meer om: voldoende materialen, voldoende lesmethodes, redelijke verdeling van de lesstof over de lessen, voldoende duidelijke uitleg, voldoende aansluiting van de lesstof op het huiswerk, duidelijke opgave van het huiswerk en/of geplande taak, voldoende aansluiting van de lesstof op de af te nemen toetsen en de exameneisen. 2. Leerlingen hebben er recht op dat de schoolleiding, de docenten en - voor zover van toepassing - de leden van het onderwijsondersteunend personeel in redelijke mate buiten de lessen om bereikbaar zijn. 7. Goed onderwijs en de rol van de leerling 1. Leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken - voor zichzelf e n voor andere leerlingen. Het gaat hierbij onder meer om: op tijd komen, voldoende rust in de les, huiswerk maken en het vereiste werk op tijd af hebben, een voldoende actieve werkhouding. 2. Een leerling die naar het oordeel van een docent een goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent een andere plaats binnen het lokaal toegewezen krijgen of anderszins worden gestraft en desnoods verplicht worden de les te verlaten. In het laatste geval dient de leerling zich te melden bij degene, die daar op de desbetreffende afdeling verantwoordelijk voor is. 8. Het toetsen van leerstof 1. Dit artikel heeft alleen betrekking op de niet-examenjaren d.w.z. op werk dat niet in het Programma van Toetsing en Afsluiting staat. Voor zover het gaat om onderdelen van het examen is het Examenreglement en het bijbehorende Programma van Toetsing en afsluiting (PTA) van toepassing. 2. Onder toetsen worden verstaan: individuele of collectieve, mondelinge of schriftelijke, overhoringen, proefwerken, werkstukken, praktische opdrachten, handelingsdelen, spreekbeurten, luistertoetsen, tekstverklaringen, practica, samenvattingen, verslagen en stelopdrachten. 3. Voor een rapportcijfer zijn tenminste twee toetscijfers (anders dan SO-cijfers) nodig per trimester/kwartaal. 4. Bij de opstelling van de wijzen van toetsen houden schoolleiding en docenten rekening met een voldoende gespreide studiebelasting voor leerlingen. 5. Docenten houden er voldoende rekening mee dat leerlingen - individueel en collectief - de leerstof die zij willen toetsen hebben kunnen leren. Denk daarbij onder meer aan: voldoende behandeling in de les en voldoende huiswerktijd of voldoende zelfwerktijd in school, maar ook aan ziekte of ongeval. 6. Om een nadere richting aan te geven voor de toepassing van het vorige lid, worden de volgende richtinggevende afspraken gemaakt: a. Vermeden moet worden dat de leerlingen van de onderbouw op één dag meer dan één proefwerk te maken krijgen, behalve als het gaat om een herkansing of een proefwerkweek2) of bij lesuitval van een vak dat eenmaal in de week gegeven wordt; voor klassen met verlengde lessen, zw-uren en leerstofplanners mogen wel twee proefwerken gegeven worden mits dat zorgvuldig gebeurt. b. Tussen de afronding van de leerstof en het afnemen van een proefwerk zit in principe minstens één les: in de laatste les vóór een proefwerk kan dan nog aandacht worden besteed aan de lesstof. Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

17

c.

7.

8.

9. 10.

11. 12. 13.

14.

15.

In de week voorafgaand aan en volgend op een proefwerkweek worden in principe geen proefwerken gegeven behalve bij herkansing of in bijzondere gevallen in overleg met de schoolleiding. Als parallelklassen voor hetzelfde vak verschillende docenten hebben, dienen de toetsen en de beoordeling gelijkwaardig te zijn, waarbij verondersteld mag worden dat dezelfde stof is behandeld. De docent zorgt ervoor dat tegelijk met het opgeven van de lesstof of het afspreken van een te vervaardigen taak (spreekbeurt/werkstuk) ook de normen duidelijk zijn waaraan de toets zal moeten voldoen. De docent zorgt er eveneens voor dat tijdig duidelijk is wanneer een verslag, stelopdracht of werkstuk gereed moet zijn en wat er gebeurt bij het te laat of niet inleveren. Een (mondelinge of schriftelijke) toets mag onverwachts worden gegeven. Hij mag gaan over het huiswerk dat voor die les is opgegeven en uitsluitend met de bedoeling om te toetsen of het huiswerk gemaakt en begrepen is. Een leerling heeft het recht van inzage in en toelichting op een gemaakte toets. Een toets die voortborduurt op een vorige toets wordt pas afgenomen als aan 8.11 is voldaan. De docent moet de uitslag van een toets binnen twee schoolweken bekendmaken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen. Tot bijzondere omstandigheden worden o.a. gerekend: periodes van schoolonderzoeken, tentamens, examens en ziekte. Het geven van een rapportcijfer lager dan 3 demotiveert iedere leerling per definitie: het ophalen van een cijfer is in dat geval nog slechts weggelegd voor een enkeling. Om die reden is het geven van rapportcijfers lager dan een 3 voor de leerlingen van de eerste twee leerjaren niet toegestaan. Het geven van strafcijfers of strafminnetjes - anders dan wanneer artikel 9 van toepassing is - is niet toegestaan.

9. Onregelmatigheden bij toetsing 1. Dit artikel heeft alleen betrekking op de niet-examenjaren. Voor zover het gaat om onderdelen van het examen is het Examenreglement en het bijbehorende Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van toepassing. 2. Per vestiging kunnen door de schoolleiding maatregelen worden vastgesteld - nadat de medezeggenschapsraad ermee heeft ingestemd - wanneer sprake is van ongeoorloofde absentie bij toetsen, het niet of te laat inleveren van toetsen en wanneer sprake is van fraude. 3. De ernst van de maatregelen bedoeld in het vorige lid, moet redelijkerwijs in overeenstemming zijn met de zwaarte van de onregelmatigheid. 4. Als de schoolleiding van een vestiging geen maatregelen heeft vastgesteld (met instemming van de medezeggenschapsraad), dan gelden de hierna volgende maatregelen: a. Uitgegaan wordt van het gegeven dat schoolleiding en/of docent redelijke termijnen hebben gehanteerd en ook anderszins redelijk hebben gehandeld: als dat niet het geval is dan kan een beroep worden gedaan op de Klachtenregeling van het PCC in relatie tot dit Leerlingenstatuut; b. als een leerling zonder geldige reden en na herhaalde waarschuwing (individueel, klassikaal of via publicatieborden door middel van een algemene oproep) met daarin expliciet opgenomen de datum, te laat is met het inleveren of afleggen van een toets, dan heeft de docent het recht om de toets als afgelegd te beschouwen en te waarderen met het cijfer 1; c. de docent deelt deze maatregel mee aan de afdelingsleider: deze op zijn beurt informeert de mentor en de ouders; deze laatsten worden door de afdelingsleider schriftelijk bericht terwijl de beroepsmogelijkheid van de Klachtenregeling van het PCC wordt aangegeven; d. de toets moet altijd alsnog worden afgelegd: of er nu een maatregel genomen is of niet; het alsdan behaalde cijfer wordt de leerling wel meegedeeld, maar het is voorbehouden aan de docent om te bepalen of het cijfer 1 blijft staan, dan wel of deze maatregel wordt opgeheven: in dat geval wordt het nieuwe cijfer het enige cijfer dat telt voor de toets;


18

e.

f.

g.

een cijfermatige maatregel mag niet de doorslaggevende oorzaak zijn voor het besluit om eventueel te doubleren of af te stromen naar een andere opleiding: wel kan het ertoe leiden dat een leerling in de bespreekzone terecht komt; als een docent ongeoorloofde afwezigheid of fraude vermoedt of constateert, dan kan hij de vestigingsdirecteur vragen om een nader onderzoek; als de vestigingsdirecteur op basis van hoor en wederhoor van mening is dat sprake is van fraude, dan waardeert de vestigingsdirecteur de toets met het cijfer 1; een toets die vanwege ongeoorloofde afwezigheid of fraude gewaardeerd is met het cijfer 1, zal niet nogmaals worden afgenomen - behalve wanneer de docent én vestigingsdirecteur daartoe samen beslissen3) in dat geval wordt het nieuwe cijfer het enige cijfer dat telt voor de toets.

10. Rapportages en doorstroming 1. Dit artikel heeft alleen betrekking op de niet-examenjaren. Voor zover het gaat om onderdelen van het examen is het Examenreglement en het bijbehorende Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) van toepassing. 2. In (een bijlage van) de jaarlijks aan alle leerlingen uiterlijk op 1 oktober uit te reiken Schoolgids zullen de regels voor rapportages en doorstroming per vestiging worden verwoord. 3. Bij al die regelingen mag worden uitgegaan van het volgende zorgvuldigheidsprincipe: door voldoende, actieve voorlichting draagt de school er zorg voor dat leerlingen en ouders niet verrast worden door slechte berichten dat het heel slecht of ineens heel goed gaat met een leerling: ouders moeten mee kunnen denken en helpen en hebben ook een eigen verantwoordelijkheid in het pedagogisch proces. 11. Huiswerk 1. Huiswerk dient tijdig voor het einde van de les opgegeven te worden onder vermelding van de stof met uitzondering van dat huiswerk dat vermeld staat in de studieplanners. Weektaken of taken voor langere periodes moeten door de docent schriftelijk worden opgegeven. Leerlingen hebben er recht op dat iedere vakdocent de leerling helpt bij de verdeling van de opgegeven stof in de studieplanner. 2. Schoolleiding en docenten dragen er zorg voor dat sprake is van een redelijk gespreide studiebelasting: zo nodig neemt de schoolleiding centraal maatregelen. 3. De leerling die met een geldige reden niet in de gelegenheid is geweest huiswerk te maken of te leren, meldt dit (met een briefje van de ouders) bij de afdelingsleider of diens plaatsvervanger. Deze verstrekt een huiswerk-vrijbriefje bij akkoordverklaring. De leerling dient dit briefje aan de docent te tonen. 4. In het jaarrooster zal expliciet worden aangegeven voor welke eerste schooldagen na vakanties er geen huiswerk zal worden opgegeven (in principe de eerste schooldag na een vakantie langer dan twee schooldagen). Maakwerk valt niet onder dit artikel. Dient dus altijd gemaakt te worden. 5. De schoolleiding kan individuele leerlingen wel -na overleg met ouders en met redenen omkleed- een taak meegeven voor de vakantie. III.

SAMEN LEVEN

12. Vrijheid van meningsuiting 1. Eenieder heeft de vrijheid zijn mening op school te uiten. 2. Men uit zijn mening met respect voor elkaar en elkaars opvattingen en binnen wettelijke kaders4). Dat betekent dat je niet zo maar alles tegen elkaar kunt zeggen. 3. De leden 12.1 en 12.2 zijn óók van toepassing op de schoolkrant, de website van het PCC en stelopdrachten. 4. De schoolleiding ziet erop toe dat leerlingen - met inachtneming van lid 12.1 en 12.2 - in staat worden gesteld om te vergaderen, zaken mee te kunnen delen aan andere leerlingen en bijeenkomsten te organiseren mits het een en ander geschiedt ten behoeve van de schoolgemeenschap of activiteiten die met de school of het leerling-zijn in zijn algemeenheid te maken hebben (bijvoorbeeld deelname aan het LAKS).


19

13. Vrijheid van uiterlijk 1. Ieder lid van de schoolgemeenschap heeft het recht op vrijheid van uiterlijk. Daarbij houdt men rekening met de opvattingen van anderen. 2. Men uit zichzelf met respect voor elkaar en elkaars opvattingen. 3. De schoolleiding of een docent kan bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze kleding aan bepaalde gebruiken/of veiligheidseisen moet voldoen, bijvoorbeeld bij de praktijk-/practicumlessen of de lessen lichamelijke oefening. 4. Om een goed studieklimaat tijdens de lessen te garanderen is het dragen van (baseball)petjes en overjassen niet toegestaan. 5. a. Het dragen van religieuze kenmerken (hoofddoekje, keppeltje, kruisjes) is alleen dan niet toegestaan, als lid 13.3 in een lessituatie van toepassing is. b. Visueel contact - elkaar herkennen, is voor scholen belangrijk. Men wil bijvoorbeeld emoties van het gezicht kunnen lezen. Dit directe contact is elementair voor een goed pedagogisch en sociaal klimaat. Voor de docenten is het belangrijk gezichten te zien. Met betrekking tot de voortgang van de didactiek moet de docent kunnen zien of de leerling begrijpt wat hij zegt. Voor een optimale interactie en begrip tussen de leerling en de docent, maar ook tussen de leerlingen onderling is niet alleen de verbale - het gebruik van de Nederlandse taal - maar ook de non-verbale communicatie essentieel. Bij leerlingen met bepaalde beroepsopleidingen neemt non-verbale communicatie door middel van gezichtsuitdrukkingen een belangrijke plaats in. Scholen brengen niet alleen kennis over, maar ook vaardigheden en scholen moeten de leerlingen een beroepshouding aanleren. Deze scholingselementen zijn verwoord in eindtermen. Het dragen van gezichtsbedekkende kleding belemmert het voldoen aan deze eindtermen. 14. Bescherming van privacy 1. De school verzamelt - al dan niet in geautomatiseerde bestanden - slechts gegevens over de schoolloopbaan van leerlingen en hetgeen daarop van invloed kan zijn: tezamen vormen die gegevens het leerling-dossier. 2. Het leerling-dossier, dat eigendom van de school is, is op verzoek in te zien door de ouders van een minderjarige leerling en door de leerling zelf vanaf de leeftijd van 18 jaar. 3. Het leerling-dossier is eveneens toegankelijk voor de schoolleiding, de mentor, de decaan, de leerlingbegeleider, de studiebegeleider, de interne contactpersoon en degene die daartoe schriftelijk de toestemming heeft van de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen (dus na scheiding ook de voogd) of van de leerling ouder dan 18 jaar (let op: deze dossiers moeten achter slot en grendel). 4. De ouders van een minderjarige leerling en de meerderjarige leerling kunnen schriftelijk opmerkingen en aanvullingen aan het leerling-dossier doen toevoegen: de schoolleiding is verplicht deze opmerkingen en aanvullingen op te nemen als zijnde een opmerking van de eerder genoemde. 15. Een veilige school 1. Leerlingen hebben recht op een materieel en immaterieel veilige schoolomgeving. 2. Alle betrokkenen bij de schoolgemeenschap zien erop toe - en de schoolleiding daarbinnen in het bijzonder - dat met het anti-pestbeleid van de school als uitgangspunt, het schoolklimaat zodanig veilig is dat de volgende strafbare situaties zich niet voordoen: • Vandalisme; • Diefstal; • (seksuele) intimidatie en/of ongewenste intimiteiten; • bedreiging; • mishandeling; • discriminatie • onveilige gebouwen of delen daarvan. Indien één of meer van bovenstaande situaties zich voordoen, dan wordt opgetreden. 3. Bezit en/of gebruik van drugs, wapens en/of vuurwerk in en rond de school is verboden. 4. Voor leerlingen vanaf 16 jaar en personeelsleden van het PCC geldt dat zwak alcoholische dranken uitsluitend in de school mogen worden genuttigd op het diplomafeest. Op feesten Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

20

5.

6.

7.

8.

9.

buiten de school mogen door hen zwak alcoholische dranken worden genuttigd. Voor werkweken geldt een gedragsprotocol voor personeel en ouders (de betreffende ouders/personeelsleden ontvangen dit protocol ter ondertekening voorafgaand aan een werkweek); tijdens deze werkweken mag alleen beperkt alcohol genuttigd worden tijdens het avondprogramma (beperkt wil zeggen: niet meer dan twee glazen alcohol). Iedere vestiging beschikt over ten minste twee interne contactpersonen waar leden van de schoolgemeenschap terecht kunnen met vragen, opmerkingen of klachten. Het PCC beschikt daarenboven over een externe vertrouwenspersoon. Namen en telefoonnummers van contactpersonen zijn in iedere vestiging in de pauzeruimten voor leerlingen en personeel aanwezig. Het PCC heeft een Klachtenregeling waarop ieder lid van de schoolgemeenschap een beroep kan doen en het PCC is tevens aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. De verkorte versie van de Klachtenregeling voor het PCC en het adres van de landelijke klachtencommissie worden jaarlijks opgenomen in de Schoolgids. Als een lid van de schoolgemeenschap verbaal of anders wordt bedreigd door een ander lid van de schoolgemeenschap, dan wordt daarvan door de vestigingsdirecteur een verslag gemaakt en toegezonden aan de voorzitter van het college van bestuur: het gebeuren staat erin beschreven, inclusief de visie op het gebeuren, de achtergrond ervan door klager en beklaagde en de door de vestigingsdirecteur getroffen maatregel. Als er sprake is van het vermoeden van een strafbaar feit zoals gesteld in artikel 15 lid 2 en 3, dan zal worden opgetreden conform de met gemeente, Politie Noord-Holland Noord, Openbaar Ministerie Arrondissement Alkmaar, Bureau HALT in het ‘Convenant Veilige School’ vastgelegde afspraken. Hierbij zal de voorzitter van het college van bestuur de kwestie ter hand nemen, nadat hij van de vestigingsdirecteur een beschrijving heeft gekregen van het gebeurde en een advies t.a.v. de verdere behandeling; hij handelt naar bevind van zaken en kan daarbij – uitgaande van het bij het Veiligheidsconvenant behorende ‘Handelingsprotocol Veiligheid’ - onder meer kiezen uit de volgende alternatieven: • de klager/ het slachtoffer wordt geadviseerd aangifte te doen; • de klager/het slachtoffer wordt geadviseerd naar de landelijke klachtencommissie te gaan; • de school doet zelf aangifte; • de beklaagde kan worden geschorst voor kortere of langere tijd na overleg met de Inspectie; • de minderjarige beklaagde leerling kan worden geschorst voor langere tijd, terwijl hem de toegang tot de school voorgoed zal worden ontzegd zodra een andere school is gevonden; • een meerderjarige beklaagde kan met onmiddellijke ingang van school worden verwijderd. • De schoolleiding mag de kluisjes van beklaagden/verdachten openen. Alle leerlingen worden geacht de PCC-gedragscode (die op alle vestigingen aanwezig is) te kennen en na te leven.

16. Vestigingspecifieke regels en afspraken 1. In de jaarlijks te verschijnen Schoolgids kunnen vestigingspecifieke regels en afspraken worden opgenomen mits deze regels en afspraken - na overleg met de verschillende geledingen binnen de vestiging - door de Medezeggenschapsraad van de school zijn aanvaard. 2. Vestigingspecifieke regels en afspraken kunnen gaan over het al dan niet roken, plaatsen waar leerlingen pauzes kunnen houden, enz. 17. Positieve en negatieve sancties (exclusief schorsing en verwijdering) 1. Een leerling heeft recht op en behoefte aan positieve stimulansen. 2. Als er een negatieve sanctie/straf moet worden opgelegd, dan dient de strafmaat redelijkerwijs in overeenstemming te zijn met de ernst van de overtreding. De sanctie kan zwaarder worden in de mate waarin sprake is van herhaling van overtredingen. 3. Een leerling of diens ouders kunnen beroep aantekenen tegen een opgelegde straf overeenkomstig het bepaalde in de Klachtenregeling van het PCC. 4. Een sanctie wordt altijd met redenen omkleed. Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

21

5.

Bezittingen die volgens de wet zijn verboden (wapens) worden in beslag genomen en overhandigd aan de politie onder vermelding van de naam van de bezitter. De ouders worden hiervan door de schoolleiding schriftelijk in kennis gesteld. 6. Wel wettelijk toegestane bezittingen (mobiele telefoons, laserpennen, enz.) mogen alleen dan in beslag worden genomen als het bezit of het gebruik ervan de gang van zaken op school verstoort. Binnen een maand zullen deze bezittingen teruggegeven worden aan de leerling dan wel aan diens ouders. 7. De vestigingsdirectie kan een leerling en zijn ouders5) de pedagogische maatregel van een leercontract aanbieden: gericht op het leren leren of het leren jezelf te gedragen. 8. Het in het vorige lid bedoelde leercontract wordt schriftelijk gesloten tussen drie partijen, die ieder voor zich een in het contract omschreven rol hebben: de leerling, diens ouders en de school6). 9. Een leercontract kent een bepaalde termijn, aan het eind waarvan het contract gezamenlijk wordt geëvalueerd. Bij een positieve evaluatie moet sprake zijn van een schone lei. 10. In een leercontract moet verwoord zijn welke maatregelen genomen en geaccepteerd worden als naar de mening van de schoolleiding de doelen niet worden gehaald. Als de leerling en/of diens ouders het niet met de conclusie van de schoolleiding eens zijn, dan is een beroep op de Klachtenregeling van het PCC mogelijk.

18. Schorsing en verwijdering 1. Een leerling die door zijn gedrag het leerproces van anderen te zeer en doorlopend stoort of anderen in ernstige mate demotiveert, kan voor een of meer dagen worden geschorst en tenslotte - indien hij minderjarig is - op termijn worden verwijderd indien de schoolleiding een andere school bereid heeft gevonden de leerling in te schrijven, of - indien hij meerderjarig is - onmiddellijk van school worden verwijderd. 2. De leerling die op school of in de directe nabijheid van school handelt in drugs7), drugs gebruikt op school, een wapen8) bij zich draagt, geweld pleegt, schuldig wordt bevonden aan diefstal of zich schuldig maakt aan een andere handeling die buitengewoon veel schade toe kan brengen aan (leden van) de schoolgemeenschap of de school als instituut, kan voor een of meer dagen worden geschorst en tenslotte - indien hij minderjarig is - op termijn worden verwijderd - indien de schoolleiding een andere school bereid heeft gevonden de leerling in te schrijven of - indien hij meerderjarig is - onmiddellijk van school worden verwijderd. 3. De leerling die weliswaar anderen niet of nauwelijks stoort, maar die door een aanhoudend te slechte studiehouding in feite niet meer in staat moet worden geacht een diploma op het PCC te behalen, kan indien hij minderjarig is worden verwijderd zodra de schoolleiding een andere school bereid heeft gevonden de leerling in te schrijven. 4. De meerderjarige leerling die weliswaar anderen niet of nauwelijks stoort, maar die door een aanhoudend te slechte studiehouding in feite niet meer in staat moet worden geacht een diploma op het PCC te behalen, kan van school worden verwijderd ook al hebben de inspanningen van de schoolleiding om een andere school voor deze leerling te vinden niet tot resultaat geleid. 5. Leerlingen bedoeld in de leden 18.1 tot en met 18.4 kunnen ook verplaatst worden naar een andere vestiging van het PCC. 6. In alle gevallen waarbij sprake is van mogelijke schorsing of verwijdering zal de schoolleiding erop toezien dat de ouders zo vroeg mogelijk uitvoerig worden ingelicht en in staat worden gesteld om mee te denken en mee te handelen. Over een voorgenomen besluit tot verwijdering worden de ouders expliciet gehoord. 7. Schorsingen van meer dan vijf dagen en verwijderingen geschieden op voordracht van de vestigingsdirecteur na overleg met de Inspecteur van het Voortgezet Onderwijs door het college van bestuur. 8. Tegen een besluit tot verwijdering of overplaatsing naar een andere vestiging kan de meerderjarige leerling of de ouders in beroep komen overeenkomstig de Klachtenregeling van het PCC. 9. Als sprake is van een onmiddellijke verwijdering waartegen beroep wordt aangetekend, dan is de leerling hangende de behandeling van het beroep geschorst.


22

19. Doorstroming of verwijdering op grond van schoolresultaten 1. Een meerderjarige leerling die volgens de bevorderingsnormen voor de tweede maal achtereen zou moeten doubleren, krijgt van de doorstroomcommissie van de vestiging een dwingend advies voor een andere, beter passend geachte opleiding. Als het PCC deze opleiding niet heeft of als de leerling niet naar die opleiding wenst te gaan, dan leidt het dwingende advies tot definitieve verwijdering. De schoolleiding zal indien gewenst bemiddelen voor het verkrijgen van een opleidingsplaats bij een andere school. 2. Een minderjarige leerling die volgens de bevorderingsnormen voor de tweede maal achtereen zou moeten doubleren, krijgt van de doorstroomcommissie van de vestiging een dwingend advies voor een andere, beter passend geachte opleiding van het PCC. Als de ouders hun kind niet naar die opleiding wensen te sturen, dan leidt het dwingende advies tot definitieve verwijdering, zodra de schoolleiding een andere school bereid heeft gevonden de leerling in te schrijven. Tot het moment van definitieve verwijdering zal de leerling onderwijs volgen in de door de commissie aangegeven opleiding. 3. Als een leerling voor de tweede maal achtereen zou moeten doubleren en dit doubleren dient vrijwel volledig te worden toegeschreven aan gedragsproblematiek en niet aan capaciteiten, dan leidt dat in principe tot verwijdering van de desbetreffende vestiging van de school. Tot het moment van definitieve verwijdering zal de minderjarige leerling onderwijs volgen in een door de doorstroomcommissie aangegeven opleiding en vestiging. 4. Tegen een besluit tot plaatsing in een andere opleiding of vestiging of verwijdering op grond van dubbel doubleren, kan de meerderjarige leerling of de ouders in beroep komen overeenkomstig de Klachtenregeling van het PCC. 5. De leerling die in het laatste examenjaar van een opleiding zit, zal in principe niet meer van school worden verwijderd: de leerling moet als het ook maar even kan in de gelegenheid worden gesteld zijn diploma te behalen. De vestigingsdirectie kan wel - in overleg met de voorzitter van het college van bestuur en na overleg met de Inspecteur voor het Voortgezet Onderwijs - besluiten tot een van de volgende maatregelen of een combinatie daarvan: a. de toegang tot een deel of tot alle lessen wordt de leerling ontzegd, terwijl er vervangende programma's worden aangereikt met het oog op het examen; b. de leerling wordt niet toegelaten tot de diploma-uitreiking: de bescheiden worden hem toegezonden. IV.

SLOTBEPALING

In gevallen waarin dit statuut niet voorziet waar het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist het college van bestuur - na overleg met de voorzitter van de Medezeggenschapsraad.

Voetnoten: 1. In dit Leerlingenstatuut wordt steeds de term ‘ouders’ gebruikt, maar hier kan uiteraard ook ‘ouder’ en/of ‘verzorger’(s)’ worden gelezen. 2. Let op: hoewel er méér vrijheid is om ánders te handelen voor leerlingen van de bovenbouw, blijft artikel 8.5 onverkort van toepassing. 3. Ook nu moet de zwaarte van de straf - rekening houdend met omstandigheden - in overeenstemming zijn met de zwaarte van het vergrijp. 4. Onder wettelijke kaders wordt verstaan: dat wat binnen de betreffende wetgeving valt. Bijvoorbeeldd: de antidiscriminatiewet bepaalt dat je geen discriminerende uitspraken mag doen t.a.v. personen. 5. In dit geval zijn óók de ouders van een meerderjarige leerling begrepen: zij hebben immers vaak nog een pedagogische en financiële relatie met school en verwáchten ook dat de school ze bij de opvoedingsaspecten betrekt. Uiteraard gaat dit niet op als blijkt dat de relatie tussen een meerderjarige leerling en diens ouders is verstoord. 6. Zo kan aan ouders bijvoorbeeld gevraagd worden om wekelijks bij hun kind te vragen hoe het staat en deze informatie telefonisch af te stemmen bij de mentor. De school kan bijvoorbeeld – op basis van het vervroegde gesprek (“waarom ben je zo vervelend?”) zorgen dat een achterstand ingehaald kan worden of dat er bemiddeld wordt in de relatie met de docent. Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

23

7.

8.

Onder de opiumwet wordt bedoeld: verdovende middelen (drugs) die in de opiumwet genoemd zijn en voorkomen op de lijst 1 (o.a. heroïne, cocaïne, LSD, Extacy, (XTC), GMDH wn amfitamine) en lijst 2 (o.a. hasj, marihuana, cannabisprodukten) van die wet, te bereiden, te verwerken, te bewerken, te verkopen, af te leveren, te vervoeren, te bezitten, te gebruiken. Onder de wet wapens en munitie wordt verstaan: wapens als omschreven in de Wet wapens en munitie en genoemd zijn in een der categorieën van die wet, te vervaardigen, te transformeren, voor derden te herstellen, over te dragen, voor handen te hebben, te dragen en te vervoeren. Voorbeelden van een aantal verboden wapens: messen, katapulten, boksbeugels, ploertendoders, stiletto’s, blanke wapens, werpsterren, pijl en boog, traangas of andere gassen, vuurwerk, stroomstootwapens, vuurwapens en de op vuurwapens gelijkende wapens en alle voorwerpen die in bepaalde situaties als wapen kunnen dienen.

4.2

Medezeggenschap en ouderraad

In de medezeggenschapsraad van het PCC zitten personeelsleden en een afvaardiging van ouders en/of leerlingen. Iedere vestiging heeft een ouderraad. In deze raad komt alle informatie samen om mee te geven aan de vertegenwoordiger van de ouders in de medezeggenschapsraad of het bestuur van de oudervereniging. De voorzitters van de ouderraden van de vestigingen vormen samen het bestuur van de oudervereniging. De ouderraad heeft een eigen pagina op de website van de vestiging, te vinden onder het menu ‘de school’. Op deze pagina is algemene informatie te vinden over de ouderraden van het PCC. Sommige ouderraden plaatsen op deze pagina uitnodiging aan ouders voor hun bijeenkomsten en tevens de agenda en notulen hiervan. Op deze pagina vindt u ook contactgegevens van de raad.


24

HOOFDSTUK 5

REGELINGEN & AFSPRAKEN 5.1

Veiligheid op School

Het Petrus Canisius College wil een veilige school zijn voor zijn leerlingen en medewerkers en daar wordt op verschillende manieren aan gewerkt. Folder over veiligheid Ieder jaar ontvangen alle leerlingen van het PCC onze folder over veiligheid, met daarin tips en telefoonnummers, waaronder die van de interne contactpersonen van de school. Veiligheidsconvenanten en Handelingsprotocol Ook heeft de school met de verschillende gemeentes, politie, het Openbaar Ministerie en de andere scholen voor voortgezet onderwijs in de gemeente het Convenant Veilige School opgesteld en ondertekend. In deze convenanten – die te vinden zijn op de website van de school - is ondermeer geregeld dat de school een vast aanspreekpunt heeft bij de politie voor voorlichting en advies. Er staan afspraken in over het voorkomen en bestrijden van overlast, vandalisme en crimineel gedrag en het zorgen voor een veilig klimaat in en om de scholen voor voortgezet onderwijs in Alkmaar. In de convenant in onder meer te lezen dat: • het gebruik/bezit van alcohol en drugs in of om de school niet is toegestaan • vernieling, (seksuele) intimidatie en discriminatie niet zullen worden getolereerd • het bezitten dan wel afsteken van vuurwerk in en om de school niet mag • het bezitten van wapens of wat daarop lijkt verboden is • kluisjes/tassen van leerlingen door de school mogen worden gecontroleerd • bij het plegen van een misdrijf aangifte wordt gedaan of melding gemaakt bij de politie • de school een vast aanspreekpunt heeft bij de politie voor voorlichting en advies. Aan de convenanten is een Handelingsprotocol gekoppeld dat eveneens door het PCC wordt onderschreven.

5.2

Nieuwe media, nieuwe kansen! (Protocol Sociale Media)

Het gebruik van sociale media heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen en is nog altijd groeiende. We hyven, facebooken, twitteren, netwerken op LinkedIn en kijken filmpjes op YouTube. Traditionele media zoals krant, radio en TV maken steeds vaker plaats voor sociale media. Belangrijk kenmerk van sociale media is dat informatie razendsnel kan worden verspreid. Naast discussie en nieuwsverspreiding worden sociale media ook ingezet voor kennisontwikkeling en – deling door gebruik te maken van de kennis van een grote groep (the wisdom of the crowd). Er wordt – ook op onze school - frequenter gebruik gemaakt van sociale media en webtools (gratis programma’s die in de les kunnen worden gebruikt). Er zijn leerlingen en docenten actief op sociale media, die mogelijk al via deze kanalen met elkaar communiceren. Het ziet ernaar uit dat dit ook in de toekomst verder zal toenemen en als moderne en vooruitstrevende school juichen we dat toe.


25

Het PCC heeft een protocol vastgesteld voor het gebruik van sociale media in (relatie tot) school. Daarin staat precies te lezen hoe we ook op digitaal terrein met elkaar om gaan. Het biedt kaders voor een correcte en verstandige omgang met sociale media en is – nadat het in maart 2013 na een positief advies van de MR werd vastgesteld - breed verspreid in onze organisatie onder leerlingen, medewerkers, ouders/verzorgers en andere betrokkenen bij onze school. Vanzelfsprekend heeft het protocol relatie met het Leerlingenstatuut (elders in deze gids), de veiligheidsconvenanten die we als school afsloten met Openbaar Ministerie, politie en gemeente, maar ook met de Internetgedragscode (te vinden op onze website) die we hanteren.

Nieuwe media, nieuwe kansen! 1. Je bent zelf verantwoordelijk Alles wat je schrijft of plaatst is jouw verantwoordelijkheid. Plaats daarom geen materiaal of berichten die je in verlegenheid kunnen brengen, citaten van medeleerlingen of medewerkers, berichten die het imago van de organisatie en/of mensen kunnen schaden. Wanneer je twijfelt over de wijze waarop je wilt reageren op een bericht of tweet, kun je advies vragen aan je klassenmentor, de stafmedewerker PR & Voorlichting of de eigen vestigingsdirecteur. 2. Persprotocol blijft gelden Voor sociale media gelden binnen het PCC dezelfde regels op het gebied van persvoorlichting en woordvoering, als voor de traditionele media zoals krant en TV: berichten plaatsen en het geven van reacties uit naam van het PCC op sociale media wordt alleen gedaan door de stafmedewerker PR & Voorlichting en/of het College van Bestuur. 3. Houd privé en werk gescheiden • Uiteraard respecteren we de vrijheid van meningsuiting van alle PCC-betrokkenen, maar als je over je werkzaamheden twittert, bedenk dan altijd dat je op dat moment ook een vertegenwoordiger van het PCC bent en dat jouw persoonlijke mening over bepaalde zaken in relatie staan met de belangen van de organisatie. • Maak altijd gescheiden accounts en profielen aan op de verschillende sociale media; eentje voor privéactiviteiten en eentje voor ‘zakelijke’ activiteiten, waarbij het wenselijk is om de privéaccounts en –profielen af te schermen • Medewerkers en leerlingen communiceren uitsluitend met elkaar middels ‘zakelijke accounts’ en op zakelijke toon. 4. Internet ‘onthoudt’ alles Realiseer je dat je berichten en/of foto’s niet alleen worden gezien door vrienden en familie en dat wat je publiceert, blijvend is. Bijdragen op Twitter en andere sociale media blijven altijd vindbaar, en Google is de grootste online roddeltante. Wees je hiervan bewust! 5. Geef nooit vertrouwelijke informatie vrij (over het PCC). Deze richtlijn behoeft geen nadere uitleg. 6. Tips: • Plaats een goed herkenbare pasfoto op je accounts/profielen (en geen logo of plaatje) • Maak duidelijk dat je vanuit je persoonlijke rol spreekt (en niet ‘namens het PCC’) • Spreek met respect over anderen • Maak je bronnen kenbaar • Check de reacties op je berichten • Geef fouten toe en maak excuses indien nodig • Respecteer het copyright, gebruik nooit logo’s, beeldmateriaal of muziek zonder toestemming • Signaleer berichten en/of filmpjes over het PCC en stuur deze door naar de stafmedewerker PR & Voorlichting • Volg op Twitter geen ‘bedenkelijke’ figuren • Bij twijfel een bericht nooit plaatsen Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

26

7. Tenslotte Wanneer een leerling of medewerker handelt in strijd met (de bedoeling van) dit protocol, dan zal dit worden beschouwd als een ernstige aangelegenheid. Afhankelijk van de ernst van de gebeurtenis kan dit in uiterste geval betekenen dat wordt overgegaan tot disciplinaire maatregelen. Meer informatie hierover is te vinden in het Leerlingenstatuut (schoolgids), de voor zowel leerlingen als medewerkers bedoelde ‘Internetgedragscode’ (website), alsmede de voor medewerkers bedoelde ‘Omgangs- en Integriteitscode’ (intranet).

5.3

Foto- en filmmateriaal

Door ondertekening van het formulier bij aanmelding van een leerling voor het Petrus Canisius College geven ouders/verzorgers tevens toestemming voor het gebruik van foto- en filmmateriaal. In de meeste gevallen gaat het dan om het publiceren van beeldmateriaal van binnen- en buitenschoolse activiteiten, projecten en reizen op de website. Ook is het mogelijk dat algemeen beeldmateriaal wordt ingezet voor promotiedoeleinden van de school. Onder ‘algemeen beeldmateriaal’ wordt verstaan foto’s waarop meerdere leerlingen zijn te zien. Wanneer het gaat om portretfoto’s zal voor gebruik toestemming worden gevraagd aan ouders/verzorgers of aan de (meerderjarige) leerling.

5.4

Communicatie met ouders/verzorgers

Een aanzienlijk deel van de communicatie van de vestiging met ouders/verzorgers verloopt via digitale weg. Daartoe is het noodzakelijk dat de vestiging beschikt over het actuele e-mailadres. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u inloggegevens en een handleiding voor Magister, onze digitale leerlingsysteem. Het is de bedoeling dat u er zelf voor zorgt dat in dit systeem de actuele adresgegevens van u als ouder/verzorger zijn opgenomen. De niet persoonsgebonden digitale correspondentie en de vijf jaarlijkse Nieuwsbrieven worden – nadat ze zijn gemaild of meegegeven aan de leerlingen – ook op de website opgenomen.

5.5

Informatievoorziening gescheiden ouders

Ouders hebben volgens de wet allebei recht op dezelfde informatie over hun minderjarige kinderen van mensen die beroepshalve met hun kinderen te maken hebben. Dit recht blijft bestaan na (echt)scheiding, ook wanneer een ouder niet meer met gezag is belast, ook wanneer een ouder geen omgang heeft met het kind. De ouder die met het gezag is belast, is gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon van het kind en deze te raadplegen over daaromtrent te nemen beslissingen (art. 1:377b BW). Alleen indien het belang van het kind dat vereist, kan de rechter anders besluiten. Idealiter houden de ouders elkaar dus ook na (echt)scheiding op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen van het kind, zoals wettelijk verplicht is. Helaas moeten we als school constateren dat dit niet altijd het geval is. Teneinde te voorkomen dat misverstanden ontstaan ten aanzien van de rechten en verplichtingen omtrent de informatievoorziening, is een protocol opgesteld. In het protocol is aangegeven in welke situatie en op welke wijze de school zal handelen ten aanzien van de informatievoorziening aan gescheiden ouders, en de verplichting aan ouders om de school van de juiste informatie te voorzien.


27

De school volgt de wettelijke regels met betrekking tot de informatieplicht jegens gescheiden ouders. Dat betekent dat de school ervan uitgaat dat ouders die beiden het ouderlijk gezag verkregen hebben elkaar informeren met betrekking tot zaken rondom hun zoon of dochter. Ouders wordt verzocht bij wijzigingen in de gezinssituatie die in dit kader van belang zijn, de school (de verantwoordelijke afdelingsleider) daarvan direct in kennis te stellen. Verdere informatie vindt u in het protocol dat via de administratie en de website van de school te verkrijgen is.

5.6

Huiswerkbeleid

Ook thuis moeten de leerlingen voor school het nodige werk verrichten. De leerlingen krijgen weektaken en maandtaken op, die voor een bepaalde datum af moeten zijn. Een gedeelte van die taken kunnen de leerlingen als werk plannen in de zw-uren, maar een deel moet ook thuis worden gedaan. Om het werk goed te kunnen plannen krijgen alle leerlingen van de school een studieplanner. Met behulp van de studieplanner wordt de leerlingen geleerd hoe ze hun taken die ze thuis en op school moeten uitvoeren, het beste kunnen verdelen. De mentor, de studiebegeleider en de docenten geven tips en begeleiden dit proces.

5.7

Verzuim

Het PCC heeft een verzuimregeling vastgesteld. De letterlijke tekst, gericht op de leerlingen luidt: 1. Wat moet je doen als je verlof wilt? • Als je vrij moet hebben voor arts/tandarts/bruiloft ed., dan moet je twee dingen doen: Door middel van de “verzuimkaart” vooraf toestemming vragen bij de vestigingsdirectie. Bij voorkeur maak je afspraken met arts/tandarts enz. buiten schooltijd. Maak in geen geval afspraken op een dag of tijdstip waarop reeds een proefwerk of schriftelijke overhoring (SO) is gepland: dat is voor jezelf en de docent erg vervelend. • Als het helaas niet anders kan en je hebt verlof gekregen terwijl er een proefwerk of schriftelijke overhoring (SO) gegeven wordt, dan moet je vooraf contact opnemen met de docent! • Het achteraf aanvragen van verlof is niet mogelijk: het zal aangemerkt worden als ongeoorloofd verzuim. 2. Wat moet je doen als je ziek bent? • Bij ziekte telefonisch afmelden vóór 10.00 uur (zie adressen en telefoonnummers). Onder de 18 jaar door ouders. Vanaf 18 jaar kan de leerling zichzelf telefonisch ziek melden. • Als je onder schooltijd ziek wordt, meld je je af bij de vestigingsdirectie of de daartoe aangewezen persoon. Je ouders worden gewaarschuwd. • Bij terugkomst op school levert de leerling de verzuimkaart - met daarop het aantal ziektedagen - in bij administratie/conciërge. • Onmiddellijk na herstel moet je bij gemiste proefwerken/so’s zo spoedig mogelijk contact opnemen met de docent(e). 3. Wat moet je doen als je te laat komt? • Te laat is te laat: of het nu één minuut of tien minuten is. • Als je te laat komt, meld je je bij de vestigingsdirectie, conciërge of receptie. Daar wordt bepaald of de reden van het te laat komen geldig of ongeldig is. • Je krijgt dan een “te laat briefje” waarmee je de klas in kunt. • Bij één keer te laat krijg je een aantekening. Bij iedere volgende keer in dit schooljaar te laat worden er maatregelen getroffen. Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

28

4. Wat gebeurt er als je gespijbeld hebt? Plechtig heet dat: ongeoorloofd verzuim ... • Als je door te spijbelen een proefwerk of een aangekondigd so mist, dan krijg je daarvoor het cijfer 1. Er vindt in principe geen inhaalproefwerk plaats. Voor de eindexamenkandidaten gelden in deze de regels van het eindexamenreglement. • Over het algemeen zal het zo zijn: dat wat je aan tijd gespijbeld hebt, moet je als corvee in je vrije tijd over doen. In overleg met de vestigingsdirecteur kan ook een andere zinvolle activiteit worden opgelegd. • Bij ongeoorloofd verzuim worden de ouders en eventueel de ambtenaar van leerplichtzaken geïnformeerd. • Als naar het oordeel van de vestigingsdirectie het ongeoorloofd verzuim te hoog is opgelopen, zal door de vestigingsdirecteur in overleg met de mentor bezien worden welke aanvullende maatregelen nodig zijn; ook jij zult daarvoor worden gehoord. • Deze informatie aan je ouders geldt ook voor leerlingen van 18 jaar en ouder, behalve indien bij je schoolleiding formeel bekend is dat er geen sprake meer is van een (financiële) relatie tussen leerling en ouders. De rol van de ouders Ouders doen er goed aan zich op de hoogte te stellen van de regels die voor de leerlingen gelden als het gaat om geoorloofd en ongeoorloofd verzuim: bewaar deze schoolgids dan ook op een handige plaats! De school zal contact met ouders opnemen als we bemerken dat een leerling er een dag of een gedeelte van de dag niet is geweest (dat doen we overigens zo snel mogelijk vanwege de veiligheid van de leerling). Ouders/verzorgers kunnen via intranet inzicht krijgen in het verzuin van hun kind. Van u vragen wij: • het naar eer en geweten invullen van de zogenaamde “verzuimkaart”, waaruit blijkt dat de leerling terecht afwezig zal zijn, afwezig was of te laat was. Iedere leerling krijgt er een mee. U vult hem in als er verlof gevraagd moet worden of als achteraf iets verklaard moet worden. • vraag uw kind vaak hoe het op school gaat, informeer naar de sfeer, de proefwerkcijfers en àls u vermoedt dat het niet goed gaat, neem dan contact op met de mentor! Langdurig, frequent en bijzonder ziekteverzuim De school werkt nauw samen met de jeugdarts van de GGD. Deze kan in een vroegtijdig stadium helpen bij het boven tafel krijgen van de oorzaken van ziekteverzuim bij leerlingen. Ook kan deze jongeren en hun ouders begeleiden en er samen met hen voor zorgen dat het verzuim wegens ziekte zo minimaal mogelijk is. Het ziekteverzuim wordt door de school altijd aan de jeugdarts gemeld wanneer sprake is van • langdurig ziekteverzuim: meer dan 5 dagen aaneengesloten • frequent ziekteverzuim: meer dan tweemaal in een schooljaar één dag of meer • bijzonder ziekteverzuim: een leerling is bijvoorbeeld bij een bepaald vak vaak ziek of regelmatig afwezig op een bepaalde dag in de week. De jeugdarts zal vervolgens met de ouders contact opnemen om meer duidelijkheid te krijgen over de ernst en de duur van de ziekte. Alles wat met de jeugdarts wordt besproken is strikt vertrouwelijk.

5.8

Vestigingsregels

Naast de rechten en plichten die vermeld staan in het leerlingenstatuut, zijn er ook voorschriften of spelregels voor de dagelijkse gang van zaken. De belangrijkste afspraken vermelden we hieronder. Voor de goede gang van zaken op school is het noodzakelijk dat iedereen zich aan deze spelregels houdt. Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

29

• • • • • • •

• •

De school gaat er van uit dat de leerling zich correct gedraagt; op verschillende plaatsen binnen de school hangt de door de leerlingen en het personeel onderschreven gedragscode. Roken is op het schoolterrein niet toegestaan. Binnen het schoolgebouw mag natuurlijk ook niet gerookt worden. Op of in de omgeving van de school is uiteraard verboden het afsteken van en de handel in vuurwerk. De jassen worden opgehangen aan de kapstok of worden opgeborgen in je kluisje. Petten gaan in de klas af. Tijdens de les mag je geen mp3-speler of iPod op. Mobiele telefoons en andere communicatieapparaten worden in de lessen uitgeschakeld en zijn in het lokaal niet zichtbaar. Tijdens de les mag er niet gegeten worden (ook geen kauwgom!). Voor schade aan en diefstal van bezittingen van leerlingen zijn het bestuur en de directie niet aansprakelijk. In geval van diefstal wordt de politie ingeschakeld . Omdat het vaak moeilijk is, de dader(s) op te sporen, ligt de nadruk in het beleid van onze school op het voorkómen van diefstal: door regelmatige controle (door leerlingen onderling en door het personeel van de school), door het verplichte gebruik van de kluisjes en door in klassenverband te praten over de normen en waarden. Als een leerling schade toebrengt aan ons gebouw of aan het meubilair worden de ouders aansprakelijk gesteld voor de kosten van herstel. In het onderwijs worden veel kinderen gepest. Wij willen daar iets aan doen. Alle leerlingen ondertekenen het PCC-omgangscontract, waarin zij onder meer beloven elkaar nooit te pesten. Wij vragen leerlingen en ouders hier op toe te zien en pestgedrag direct aan de schoolleiding te melden.

Bovenstaande is een selectie van belangrijke schoolafspraken en –regels die voor deze vestiging gelden. Meer gedragsregels vind je in het Leerlingenstatuut (elders in deze schoolgids). TENSLOTTE: In het Veiligheidsconvenant dat het PCC heeft afgesloten met Politie en Gemeente (beschikbaar via www.pcc.nu) en het daarbij behorende Handelingsprotocol, staat exact omschreven welke stappen de school neemt wanneer een leerling zich schuldig maakt aan een strafbaar feit, zoals diefstal, bedreiging, vernieling en bezit van of handel in drugs en/of vuurwerk.

5.9

Klachten

Er zijn diverse soorten klachten maar voor alles geldt: doe er wat mee! Veel zaken kunnen opgelost worden door eerst met de betrokken docent of het directielid te gaan praten. Mocht dat niet helpen dan zijn er diverse mogelijkheden. Voor meningsverschillen over bijvoorbeeld een cijfer, een straf, een toepassing van het leerlingenstatuut enz. is er de klachtencommissie leerlingenzaken. Die commissie bestaat uit een directeur die niet tot de vestiging behoort waar de leerling les volgt, en daarnaast ook nog een personeelslid én een leerling van de eigen vestiging die niets met het probleem te maken heeft. De uitspraak van die commissie is bindend. Als de leerling het ook niet eens is met de uitspraak van die commissie, en hij is écht overtuigd van zijn gelijk, kan hij zich tenslotte wenden tot een landelijke commissie waarbij het PCC is aangesloten. Als het gaat om ongewenste intimiteiten of seksuele intimidatie dan zijn er op iedere vestiging interne contactpersonen bij wie de leerling met zijn verhaal terecht kan. Samen wordt nagegaan wat de leerling het beste kan doen. Bij vermoeden van ongewenste intimiteiten en of seksuele intimidatie wordt door de school altijd de vertrouwensinspecteur ingelicht. Er wordt ook een melding gedaan bij de politie. Alle leerlingen krijgen over dit onderwerp in oktober een folder, die uitgereikt wordt door de interne contactpersoon van de eigen vestiging. Met klachten over agressie, geweld, pesten en discriminatie, kan de leerling in eerste instantie terecht bij de mentor, bij een vertrouwde leraar of bij een lid van de vestigingsdirectie. Als die niet Schoolgids 2013-2014 van PCC Bergen versie dd 29 augustus 2013

30

goed kan bemiddelen, dan kan de leerling - eventueel samen met iemand die hij vertrouwt - een klacht indienen bij in eerste instantie de vestigingsdirectie of in tweede instantie de voorzitter van het college van bestuur. Als hij het vervolgens nog niet eens is met de manier waarop de klacht is behandeld dan kan hij ook nu weer een beroep doen op de landelijke commissie. Wil de leerling verdere stappen ondernemen dan kan deze of zijn ouders/verzorgers in overleg met de interne contactpersoon en de vestigingsdirectie, contact opnemen met de voorzitter van het college van bestuur van het PCC (de heer T. Heijnen, 072-5112283) of de externe vertrouwenspersoon (mevrouw T. Geerdes-Maas (GGD Hollands Noorden (via [email protected] of 088 0100 555 dan wel 06 1392 0832).


31

Hoofdstuk 6

PRAKTISCHE ZAKEN 6.1

Leermiddelen, ouderbijdrage, kosten & tegemoetkoming

De PCC-studieplanner ontvangen de leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, op school. De boeken en andere leermiddelen - zoals examenbundels, bijbehorende cd’s, digitaal lesmateriaal die nodig zijn, kunt u zelf rechtstreeks bestellen bij de leverancier; u ontvang hiervoor tijdig informatie. De bijdrage voor deze materialen ontvangt de school rechtstreeks van het Rijk, dus ouders hebben hier helemaal geen bemoeienis meer mee. Toch betekent dit niet dat de ouders niets meer hoeven te betalen. Vrijwillige ouderbijdrage en overige kosten Naast hierboven genoemde leermiddelen, heeft de leerling nog een aantal ondersteunende leermiddelen nodig. Hiervoor brengt de school een vrijwillige ouderbijdrage in rekening van €80. Van dit bedrag worden ook onder meer bijzondere excursies en vieringen betaald, waar alle leerlingen altijd graag aan meedoen. Voor deelname aan Sportklas, SDV of vwo-Xtra bedragen de kosten €115. Tegemoetkoming Heeft u een minimum inkomen? Dan vergoedt de gemeente Alkmaar mogelijk extra kosten van uw schoolgaande kinderen. Omdat schoolgaande kinderen veel kosten met zich brengen, heeft de gemeente Alkmaar een regeling voor vergoeding voor maatschappelijke participatiekosten. Dit zijn de kosten die u maakt voor bijvoorbeeld een internetabonnement, huiswerkbegeleiding, een schoolreisje, een rekenmachine, sportkleding of een instrument ten behoeve van uw kind(eren). U kunt deze vergoeding schriftelijk aanvragen. Op de website www.alkmaar.nl (loket -> werk en inkomen -> bijzondere bijstand) is een aanvraagformulier te downloaden. Hier vindt u ook de voorwaarden waar u aan moet voldoen. U kunt het formulier ook ophalen bij de balie van het Stadskantoor, Mallegatsplein 10 in Alkmaar. Wanneer u hulp nodig hebt bij het invullen van de aanvraag kunt u kosteloos terecht bij de Formulierenbrigade, zij hebben inloopspreekuren op verschillende locaties in de stad. U vindt de locaties en tijden van de spreekuren terug op www.alkmaar.nl (loket -> werk en inkomen -> formulierenbrigade). Mocht u vragen hebben over rekeningen, uw administratie of andere zaken rondom geld, dan kunt u kosteloos terecht bij de budgetwinkel. Zie voor verder informatie, openingstijden en locaties: www.alkmaar.nl/budgetwinkel.

6.2

Studieplanner en overige schoolbenodigdheden

Aan het begin van het schooljaar vertelt elke docent wat er voor zijn vak aangeschaft moet worden. Leerlingen van de onderbouw hebben geen agenda nodig; zij krijgen van school een studieplanner. Onder begeleiding van de docenten plannen de leerlingen hun werk met behulp van deze planner. Deze manier van werken is een goede voorbereiding op hetgeen hen straks wacht in de Tweede Fase, alsmede op de systematiek van werken in het vervolgonderwijs.


32

6.3

Aansprakelijkheid

De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering, een aansprakelijkheidsverzekering en een doorlopende reisverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets, etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf, als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht, wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.

6.4

Kluisjes

Voor elke leerling is er een kluisje beschikbaar om, tijdens schooltijden, waardevolle zaken zo veilig mogelijk op te bergen. De kosten hiervan zijn opgenomen in de bijdrage voor het leermiddelenfonds. De leerlingen mogen dus jassen, iPod/MP3speler incl. oordoppen, mobiele telefoons en andere waardevolle spullen niet meenemen in de gang/het lokaal, maar moeten hiervoor het kluisje gebruiken. Aan het einde van de schoolloopbaan op de vestiging moet de sleutel van het kluisje weer worden ingeleverd. Gebeurt dit niet, dan wordt een bedrag van €7,50 in rekening gebracht. Als het gehele slot vervangen moet worden, dan kost dat €15,-.

6.5

Pasjes

Aan het begin van het schooljaar ontvangt elke leerling een pasje. Dit pasje wordt gebruikt voor kopiëren, als een identiteitskaart in de mediatheek en tijdens schoolfeesten. Indien een leerling zijn pasje kwijtraakt, kan na betaling van €7,50 een nieuwe worden besteld.


33

6.6

Projecten & Activiteiten

Iedere vestiging organiseert jaarlijks bijzondere activiteiten. Informatie hierover wordt gepubliceerd op de website van de betreffende vestiging.

6.7

Telefooncirkel

Aan het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen een schema met namen en adressen van hun klasgenoten. Hierin staat naar wie je moet bellen als er een belangrijke mededeling moet worden doorgegeven. De schoolleiding of een docent zet de “telefooncirkel” in werking. Op deze manier kunnen we bijvoorbeeld snel doorgeven dat het eerste uur uitvalt omdat een docent ziek is.

6.8

Lesuitval en vervanging

Bij lesuitval door ziekte van een docent worden de tussenuren zoveel mogelijk opgevangen. De leerlingen mogen in geen geval de school verlaten. Aan het begin van het schooljaar wordt een telefooncirkel gemaakt om bij uitval van het eerste lesuur de leerling tijdig te kunnen waarschuwen.

6.9

Vakantieregeling 2013-2014

Vakantiedagen en roostervrije dagen Voor leerlingen zijn vakantiedagen geregeld en zogeheten roostervrije dagen. Op roostervrije dagen zijn de leerlingen vrij. Docenten kunnen deze dagen gebruiken voor andere werkzaamheden, bijvoorbeeld om het schooljaar op te starten of af te sluiten. In onderstaand schema staan de vakantiedagen voor schooljaar 2013-2014. De data van de roostervrije dagen, verspreid over het schooljaar, volgen uiterlijk voor de start van het nieuwe schooljaar 2013-2014. Nieuw: zomervakantie duurt 6 weken Het schooljaar 2013-2014 wordt in 2014 afgesloten met een zomervakantie van zes weken (tot en met zomer 2013 duurt de zomervakantie in het voortgezet onderwijs 7 weken). Schema vakantiedagen 2013-2014 herfstvakantie kerstvakantie voorjaarsvakantie Pasen meivakantie hemelvaart pinksteren zomervakantie (6 weken!)

eerste dag: ma 21 oktober 2013 ma 23 december 2013 ma 24 februari 2014 ma 21 april 2014 *) ma 28 april 2014 do 29 mei 2014 ma 9 juni 2014 ma 7 juli 2014

t/m laatste dag: vr 25 oktober 2013 vr 3 januari 2014 vr 28 februari 2014 vr 9 mei 2014 vr 30 mei 2014 vr 15 augustus 2014

Toelichting: • Het schooljaar 2013-2014 begint op maandag 26 augustus 2013. • Dinsdag 8 oktober 2013 is een schooldag met een ingekort programma tot 13.00 uur. • Vrijdag 18 april 2014 (Goede Vrijdag) is een gewone lesdag!


34

6.10 Jaaragenda Een gedetailleerde indeling van het studiejaar zal worden opgenomen in de eerste Nieuwsbrief. Eventuele wijzigingen in de jaarplanning worden in volgende Nieuwsbrieven gepubliceerd. Nieuwsbrieven worden digitaal verstuurd naar het e-mailadres dat van ouders/verzorgers op school bekend is. Belangrijk: Zie hiervoor ook de paragraaf over ‘Communicatie met ouders/verzorgers’ elders in deze gids.


35

HOOFDSTUK 6

NAMEN

EN ADRESSEN

PCC BERGEN onderbouwvestiging voor atheneum, havo, mavo en vmbo (Kb) bezoekadres: Loudelsweg 14a, Bergen postadres: Geestweg 19, 1861 TL Bergen t 072 58 13 437 f 072 58 12 438 e [email protected] w www.pcc.nu

VESTIGINGSDIRECTIE De heer K. Koning ([email protected]) vestigingsdirecteur De heer W.N.H.M. Jansen ([email protected]) afdelingsleider

DECAAN De heer G.C. Meijer

LEERLINGBEGELEIDER Mevrouw G.M.B. Kamp

STUDIEBEGELEIDER De heer W.N.H.M. Jansen

INTERNE CONTACTPERSONEN (O.A. KLACHTAFHANDELING) Mevrouw M. Engelen

COLLEGE VAN BESTUUR EN KERNDIRECTIE De heer T. Heijnen voorzitter college van bestuur De heer H. Jansen directeur financiën en beheer De heer A.B.M. Termaat directeur personeel Vondelstraat 41, 1813 BA ALKMAAR Postbus 1118, 1810 KC ALKMAAR t 072 51 12 283

RAAD VAN TOEZICHT De heer prof. dr. D. Pinto voorzitter (directeur Intercultureel Instituut ICI) De heer drs. L.A.C. Schoenmaker (directeur Mash Mello) De heer drs. R.T.B. Visser (directeur Maritiem Kenniscentrum) Mevrouw drs. N.E. de Leur (management/bestuur Gemeenten en Onderwijs(VO, HBO), orthopedagoog, mediator) Mevrouw D.F. Koelemij (Cultuuraanjager Alkmaar bij Artiance Centrum voor de Kunsten, cultureel ondernemer)


36

MEDEWERKERS VAN DE VESTIGING mevrouw A. Baltus

docent fa

[email protected]

mevrouw J. van der Berg

docent ne

[email protected]

de heer

J. Boersen

docent gs

[email protected]

de heer

C. Bonnie

docent wi

[email protected]

de heer

H. van Doorn

docent nask/tn

[email protected]

mevrouw M. Engelen

docent en

[email protected]

mevrouw M. Groot

administratief medewerker

[email protected]

mevrouw A. van Hal

administratief medewerker

[email protected]

mevrouw C. Horselenberg

docent ne

[email protected]

de heer

docent ne, afdelingsleider

[email protected]

mevrouw G. Kamp

W. Jansen

docent tn, leerlingbegeleider

[email protected]

de heer

N. Kars

docent ak

[email protected]

de heer

K. Koning

vestigingsdirecteur

[email protected]

de heer

L. Mens

docent mu

[email protected]

de heer

J. Meijer

decaan

[email protected]

mevrouw M. de Moel

docent bv/tn

[email protected]

de heer

docent lo/wi

[email protected]

C. van der Molen

de heer

T. van den Oord

docent lo

[email protected]

de heer

M. van Oort

docent en

[email protected]

mevrouw M. van der Peet

docent du

[email protected]

Mevrouw W. Schneider

docent bi/vz

[email protected]

mevrouw S. Pletting

docent bi/vz

[email protected]

mevrouw V. Scholten

docent wi/ec

[email protected]

de heer

conciërge

[email protected]

docent lo

[email protected]

M. Toornent

mevrouw C. de Vries


37

Schoolgids van PCC Bergen versie dd 29 augustus

Recommend Documents