SCHOOLGIDS. Basisschool de Pas. Averbodestraat AW Helden Tel.: Website:

SCHOOLGIDS Basisschool ‘de Pas’ Averbodestraat 19 5988 AW Helden Tel.: 077-3060900 E-mail: [email protected] Website: www.bsdepas.nl

SCHOOLGIDS 2014-2015

1 Basisschool ‘de Pas’

INHOUDSOPGAVE

2

Inhoudsopgave Voorwoord

2 4

Hoofdstuk 1 DE SCHOOL 1.1 De naam 1.2 Het logo 1.3 Stichting Prisma 1.4 Richting en identiteit 1.5 Schoolgrootte 1.6 Verkeersveiligheidslabel 1.7 Sportactieve school 1.8 Plattegrond

5 5 5 5 5 6 6 6 7

Hoofdstuk 2 WAAR ONZE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Onze missie 2.2 Onze visie

8 8 9

Hoofdstuk 3 ONZE ORGANISATIE 3.1 De organisatie van onze school 3.2 Wie werken er op onze school? 3.3 Welk aanbod wordt er op school gedaan? 3.4 Hoe ziet onze school er uit? 3.5 Kindcentra Peel en Maas: peutergroep en buitenschoolse opvang 3.6 Jaaroverzicht van geplande activiteiten

12 12 12 12 13 13 14

Hoofdstuk 4 ONZE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 De opvang van nieuwe kinderen 4.2 Hoe volgen wij de ontwikkeling van kinderen? 4.3 Passend onderwijs 4.4 Speciale zorg voor kinderen 4.5 De begeleiding van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs 4.6 De resultaten van ons onderwijs 4.7 De JeugdGezondheidsZorg (JGZ) 0-19jr 4.8 Centrum voor Jeugd en Gezin / Jeugdstation.nl 4.9 Bureau Jeugdzorg 4.10 Zorg- en AdviesTeam (ZAT) / Gezinscoach

15 15 15 17 18 21 22 22 25 27 27

Hoofdstuk 5 OUDERS EN SCHOOL 5.1 Ouderbetrokkenheid op onze school 5.2 Hoe informeren wij ouders? 5.3 Contact met de groepsleerkracht of de directeur 5.4 Inspraak van ouders • SchoolBestuur • Medezeggenschap ouders: de medezeggenschapsraad (MR) • OuderVereniging 5.5 Overblijven 5.6 Kindcentra Peel en Maas: buitenschoolse opvang (BSO) 5.7 Kindcentra Peel en Maas: peutergroep ‘t Pasje 5.8 Ontwikkeling richting intergraal kindcentrum (IKC) 5.9 Verzekeringen/aansprakelijkheid

28 28 29 30 30

32 32 33 33 35

Hoofdstuk 6 ONZE SCHOOL IN ONTWIKKELING 6.1 Kwaliteitszorg 6.2 Schoolontwikkeling schooljaar 2013/2014 6.3 Schoolontwikkeling schooljaar 2014/2015 6.4 Scholing

37 37 38 41 41 2

Basisschool ‘de Pas’

6.5 Zorg voor de relatie school en omgeving 6.6 Overige zaken

42 43

Hoofdstuk 7 SCHOOLTIJDEN, VAKANTIES EN VERLOF 7.1 Schooltijden 7.2 Vakantierooster 7.3 Verlof

45 45 45 45

Hoofdstuk 8 ALLERLEI 8.1 Stagiaires 8.2 Verkeersexamen 8.3 Schoolverlatersdagen 8.4 Pauze-snack 8.5 Trakteren/feesten 8.6 Bewegingsonderwijs 8.7 Brigadiers en verkeersouders 8.8 Kinderen brengen en ophalen 8.9 Op de fiets naar school? 8.10 Vaste acties 8.11 Schoolfoto’s 8.12 Mobiele telefoons 8.13 Huiswerk 8.14 Sponsoring 8.15 Kunst en cultuur 8.16 Muziekonderwijs 8.17 Prisma presenteert de PADXPRESS 8.18 Hoofdluiscontrole 8.19 Surveilleren

47 47 47 47 47 47 48 49 49 49 49 49 50 50 50 50 51 51 52 52

Hoofdstuk 9

53

NAMEN EN ADRESSEN

Hoofdstuk 10 RECHTEN EN PLICHTEN 10.1 Klachtenprocedure stichting Prisma 10.2 Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten 10.3 Regels voor toelating 10.4 Regels voor schorsing en verwijdering 10.5 Verstrekken van onderwijskundige rapporten

55 55 55 55 57 59

Hoofdstuk 11 BIJLAGEN 11.1 Bijlage 1: Vakanties en vrije dagen voor het schooljaar 2014/2015 11.2 Bijlage 2: Groepsindeling en taakverdeling schooljaar 2014/2015 11.3 Bijlage 3: Vervangingsprotocol 11.4 Bijlage 4: Aanvraagformulier vakantie en verlof 11.5 Bijlage 5: Project Hoogbegaafdheid Prisma 11.6 Bijlage 6: Concept Overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage

60 60 60 61 61 65 67

Formulier ‘Instemming met schoolgids’

68


Voorwoord Als u deze schoolgids in handen heeft, betekent dat dat u met onze school te maken heeft, of te maken krijgt. In deze schoolgids vindt u allerlei informatie, bedoeld om ouders en belangstellenden te informeren. Zowel ouders die hun kind(eren) al op onze school geplaatst hebben, als ouders die een school voor hun kind(eren) willen kiezen en zich willen verdiepen in wat onze school haar leerlingen en ouders biedt. Alle betrokkenen kunnen de school aanspreken op de inhoud van deze schoolgids, die daarmee een rol in de dialoog tussen ouders en school vervult. In deze schoolgids wordt u geïnformeerd over de opzet en de organisatie van het onderwijs, de doelstellingen die de school nastreeft, de identiteit van de school, de zorg voor de kinderen, de sfeer, de ouderparticipatie, de activiteiten, de leraren, de kwaliteit van het onderwijs en het toekomstbeleid. Daarnaast staat er allerlei praktische informatie over het actuele schooljaar in. U treft deze gids het hele schooljaar aan op de website van de school: www.bsdepas.nl! De inhoud van deze schoolgids is ter beoordeling voorgelegd aan de MedezeggenschapsRaad van onze school. De MR heeft ingestemd met de inhoud van deze gids. Veranderingen die in de loop van het jaar plaatsvinden, komen bij u via onze schoolkrant “de Kibbeljas”, die u vanaf dit schooljaar wekelijks per e-mail krijgt toegezonden, en die ook digitaal te bekijken is op: www.bsdepas.nl. Ook ontvangt u informatie via de digitale snelpost: ISY. Niet alles wat op school gebeurt, kan in dit boekje vermeld worden. Er zijn nog andere manieren om zicht te krijgen/houden op het reilen en zeilen van de school. Wij vragen u gebruik te maken van de ouderavonden en de mogelijkheden tot gesprekken met de leerkracht van uw kind. Verder kunt u altijd terecht bij de directie van onze school. Er kunnen zich altijd situaties voordoen waardoor veranderingen tussentijds nodig zijn. Dit gebeurt echter altijd in overleg met de verschillende geledingen. Zijn er nog vragen, weet dan dat bij ons de deur altijd open staat. Maakt u hier gebruik van! MedezeggenschapsRaad OuderVereniging Team en directie basisschool ‘de Pas’


HOOFDSTUK 1

DE SCHOOL

Basisschool ‘de Pas’ Averbodestraat 19 5988 AW Helden Telefoon: 077- 3060900 Email: [email protected] www.bsdepas.nl

1.1 De naam Lang geleden liep er van Kessel richting Meijel een soort verhard pad door het zompige veengebied. Dit werd de Passage genoemd. Toen in 1974 onze school gebouwd werd, werd de naam afgeleid van dit woord: ‘de Pas’. We heetten tot voor kort Kombischool, omdat vanaf het begin (1974) lagere school en (toenmalige) kleuterschool al in één gebouw gehuisvest werden en wij beide vormen van onderwijs vanaf het begin gecombineerd en gevormd hebben tot onze huidige basisschool. In de loop van de tijd zijn er verschillende veranderingen en verbouwingen geweest: van lokalen aanbouwen en een groot schoolteam tot vandaag de dag een BASISSCHOOL met inpandig peuterspeelzaal ’t Pasje en BSO (buitenschoolse opvang) van Kindcentra Peel en Maas die nu ook een plek hebben binnen onze school. Op weg naar een integraal kindcentrum! 1.2 Het logo Met ingang van schooljaar 2010/2011 is het logo van onze school vernieuwd. De gedachte van het oude logo is vastgehouden: ‘Groot en klein samen op weg, samen op onderzoek, elkaar bij de hand nemend waar nodig en met ‘losse handen’ waar mogelijk, samen op weg door het (school)leven!’. In het nieuwe logo komt het kompas naar voren, dat staat voor alle verschillende richtingen die kinderen bij ons kunnen/mogen gaan. De basis van het kompas wordt gevormd door het kind zelf (ervaringen, talenten en vaardigheden) en door het team van leerkrachten (veiligheid, kennis en vaardigheden, talenten). Een kompas staat ook voor (verder) reizen en de ontwikkeling die je tijdens deze reis, samen met anderen maakt. Het verdere, uitgebreide verhaal rond de naam en logo van onze school is vastgelegd in het boekje ‘Van Kombischool naar Basisschool…’ (zie de website van de school). 1.3 Stichting Prisma Basisschool ‘de Pas’ maakt deel uit van stichting Prisma, stichting voor primair onderwijs regio Helden e.o. Deze stichting vormt het bevoegd gezag van 12 basisscholen, waaronder een openbare school en een school voor speciaal basisonderwijs in de gemeente Peel en Maas. Ruim 200 medewerkers werken samen aan het onderwijs voor ongeveer 2000 leerlingen. De gemeenschappelijke opdracht van de scholen is het bieden van basisonderwijs, inclusief voor-, tussentijdse en naschoolse opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, in educatief partnerschap met ouders en verzorgers en in nauwe samenwerking met instituten voor de voorschoolse periode, Jeugdstation - centrum voor jeugd en gezin, en scholen voor voortgezet onderwijs. 1.4 Richting en identiteit Basisschool ‘de Pas’ is een katholieke school. Een school waar schoolteam en ouders samen bepalen waar de school voor staat, ook op levensbeschouwelijk vlak. Een school ook die open staat voor kinderen en ouders van allerlei gezindtes, met respect voor elkaars opvattingen. Aandacht voor levensbeschouwing houdt in dat we, naast aandacht in elk leerjaar voor godsdienst- en levenbeschouwelijk onderwijs, in de dagelijkse omgang met onze kinderen niet alleen kijken naar hun 5 Basisschool ‘de Pas’

productie en prestatie, maar ook naar hun ontwikkeling als jonge mensen die zin proberen te geven aan hun leven. Dat heeft tot gevolg, dat wij op een open manier met kinderen omgaan, kinderen vanuit onze rol als professionele volwassenen als gelijkwaardig zien en vertrouwen hebben in kinderen. Het resultaat hiervan is een sfeer van respect hebben voor elkaar en het accepteren van en leren omgaan met verschillen. Wat betreft de samenwerking met de parochie: de school verleent medewerking aan de Eerste Heilige Communie. In samenwerking met de jaarlijks hiervoor op te richten ouderwerkgroep en de plaatselijke geestelijkheid worden de kinderen onder lestijd op dit feest voorbereid. Kinderen die niet de Eerste Communie doen, zullen zich niet buitengesloten voelen, maar worden uitgenodigd waar mogelijk mee te doen in de lessen, uiteraard met respect voor het eigen geloof. Hierbij geldt: iedereen heeft recht op zijn eigen keuze. In groep 8 werken de kinderen samen met de leerkracht en met de pastores vanuit de parochie naar het Vormsel toe. Ook hier geldt: ieder maakt zijn eigen keuze. De kinderen komen niet alleen met het katholieke geloof in aanraking. De school is immers, net als de maatschappij, een multiculturele samenleving. Kinderen vanuit andere landen en/of andere religies en culturen horen ook bij onze school. Op deze manier krijgen de kinderen een bredere kijk op de maatschappij in deze tijd. Elke ouder heeft de vrije keuze om zijn kind op ‘de Pas’ aan te melden. Als ouders dit doen, betekent dit dat zij het eens zijn met richting, identiteit en onze missie, deze respecteren en zich hieraan conformeren.

1.5 Schoolgrootte Ieder jaar vindt op 1 oktober, de teldatum, de telling plaats van het aantal leerlingen op school (2013: 172 leerlingen). Het aantal leerlingen op die datum bepaalt het aantal leerkrachten dat het komende schooljaar ingezet mag worden. Naast de bezetting van de diverse groepen, wordt waar mogelijk ook formatie ingezet voor optimalisering van de leerlingenzorg, voor noodzakelijke extra hulp en ondersteuning in de verschillende groepen.

1.6 Verkeersveiligheidslabel In het voorjaar van 2010 heeft onze school het Limburgs Verkeersveiligheidslabel mogen ontvangen. Dit label geeft aan dat onze school een verkeersveilige school is, hetgeen betekent dat de school op een aantal gebieden en van groep 1 t/m 8 voldoende aandacht aan verkeerseducatie en -veiligheid op en rond school besteedt. Per schooljaar wordt een verkeersactieplan opgesteld en eenmaal per 3 jaar volgt een evaluatie van het label. Zo is in het voorjaar van 2013 door het ROVL geoordeeld dat verlenging ervan gerechtvaardigd is.

1.7 Sportactieve school Vanaf mei/juni 2008 mag onze school zich ook een sportactieve school noemen, vanwege de aandacht voor bewegingsonderwijs en sport/spel binnen stichting Prisma. Denk daarbij aan de buitenschoolse activiteiten van de school zelf, naschoolse sportactiviteiten en kennismaking vanuit de PADXPRESS (zie hoofdstuk 4), bovenschoolse activiteiten als de sportdag voor groep 5, deatletiekdag voor groep 6, de spektakeldag voor groep 7, de survivaldag voor groep 8, en m.i.v. schooljaar 2012/2013 ook de Koningsspelen. Onze school neemt verder ook deel aan het interne netwerk bewegingsonderwijs van de stichting.


1.8 Plattegrond

In de Pas

1/2 Chantal N

1/2 Mia/Chantal W

B.S.O.-lokaal Reni/Ank wc

b Peutergroep ’t Pasje Reni/Ank

b

onderbouw hal

pers wc

speelzaal hal

b

patio 3 Willeke/Ingrid

dir

b

Handv.-/ technieklokaal

8 Marcel/Betty

hal Leescafé

wc

7 Ilse/Alice

grote hal wc

b

wc pers.

cv wc

b

4/5 Ilonka hal

5/6 Combinatie-lokaal Carina/Ruud

Averbodestraat


HOOFDSTUK 2

WAAR ONZE SCHOOL VOOR STAAT

Basisschool ‘de Pas’: samen verantwoordelijk voor passend onderwijs! ONTMOETEN Ontmoeten is Kijken en zien, Luisteren en horen Verbazen en verwonderen. Echt zien en echt horen Horen wat de ander zegt In plaats van wat je zou willen horen. Ontmoeten is een avontuur, Open staan voor de ander, Open staan voor je omgeving. Ontmoeten is jezelf tegenkomen In de ogen van de ander, Die een spiegel zijn voor jezelf Ontmoeten is de ander Het beste van jezelf laten zien En het beste in de ander willen ontdekken. De ruimte krijgen En de ander de ruimte geven Zodat je allebei de wereld kunt ontdekken. Ontmoeten is jezelf kunnen zijn, Samen groeien. Elke ontmoeting is een nieuw begin.

2.1 Onze missie

‘Op de Pas gaan leren en leven hand in hand’ 1. Als schoolteam gaan wij voor inhoudelijk goed onderwijs dat betekenisvol voor kinderen is, dat uitgaat van hoge verwachtingen en waarbij we al hun talenten, kwaliteiten en mogelijkheden benutten. 2. Vanuit een gezamenlijke betrokkenheid (kinderen, ouders, team en maatschappelijke omgeving) richten we ons onderwijs verder in en gaan we samen op (onder)zoek naar antwoorden op alle vragen die we tegenkomen. 3. Met als ambitie dat kinderen zich leer- en levensvaardigheden eigen maken die ieder, nu en in de toekomst, overal in kan zetten! Uit ons schoollied: ‘Want op oos Kombisjoel is plaats vur eederein! Of ze nou diek bis of dun of groet of klein En of ze slum bis det makt hae gaars nit oet, Wee zeen ut allerleefst un lach op eed’re snoet!’


2.2 Onze visie De volgende punten zijn kenmerkend voor de visie op en de ontwikkelingsrichting van het onderwijs op basisschool ‘de Pas’: -

basisvaardigheden: competentie, relatie, autonomie ontwikkeling van leer- én levensvaardigheden een betekenisvol onderwijsaanbod: van basisontwikkeling (betekenisvolle thema’s) naar een uitdagend programmatisch aanbod vanuit een rijke leeromgeving met inzet van moderne leermiddelen rekening houden met verschillen in onderwijsbehoeften tussen kinderen vanuit een doorlopende lijn in instructie- en differentiatieaanbod hoge verwachtingen t.a.v. ieder kind de leerkracht als mediator, met oog voor handelingsgericht én opbrengstgericht werken

Het kind van vandaag leeft in een sterk en snel veranderende maatschappij. Wil het daarin zijn eigen weg leren vinden, een volwaardig lid worden van die maatschappij, de juiste keuzes voor zichzelf kunnen maken, dat moet het zich dingen eigen maken, leren! Kinderen verschillen in de manier waarop zij leren. En dat vraagt veel van hun aanpassingsvermogen op het gebied van sociale en cognitieve vaardigheden. Om tot leren te komen zijn basisvaardigheden vereist, waar we niet omheen kunnen: competentie, relatie, autonomie. - competentie:

geloof in eigen kunnen. Ik ben iemand die “iets” kan.

- relatie:

het gevoel, dat mensen mij waarderen en met mij om willen gaan. Ik mag zijn wie ik ben. Ik ben iemand, waar anderen op gesteld zijn. Ik leer samen met anderen.

- autonomie:

het gevoel dat ik iets kan ondernemen, zonder dat anderen mij daarbij moeten helpen. Ik doe het zelf. Ik weet wat ik nodig heb om iemand te zijn en om te leren.

Basisschool ‘de Pas’ wil een school zijn die kinderen zoveel mogelijk vanuit een uitdagende en betekenisvolle onderwijsleersituatie voorbereidt op deelname aan de samenleving. Op onze school wordt ‘leren’ niet meer alleen gezien als ‘kennis vergaren’, maar ook als groeien in zelfvertrouwen, zelfstandigheid, onafhankelijkheid, sociale vaardigheden, verantwoordelijkheidsgevoel en uiteraard óók kennis. Het betreft hier leer- en levensvaardigheden die we kinderen vanuit sociaal leren (kinderen leren immers veel van en met elkaar!) en zelfwerkzaamheid zich eigen willen laten maken. Het concept van basisontwikkeling (onderbouw), de beertjes van Meichenbaum en de leerkrachtstijlkenmerken uit de theorie van Feuerstein vormen voor de leerkrachten een leidraad om recht te doen aan de verschillende manieren waarop kinderen leren. Dat kan alleen lukken als kinderen zijn toegerust met vaardigheden om zich zelfstandig nieuwe kennis eigen te maken, in staat zijn tot zelfsturing en het geleerde kunnen toepassen in andere situaties. En dat stelt ook eisen aan de inrichting van de speel-/leeromgeving (een uitdagend aanbod van materiaal en leerstof) en het concrete leerkrachtgedrag (pedagogisch/didactisch handelen). Waar op onze school in de onderbouw middels het concept van basisontwikkeling meer ontwikkelingsgericht gewerkt wordt door het werken met betekenisvolle thema’s, wordt het leerstofaanbod richting bovenbouw meer programmatisch ingevuld vanuit actuele methodes, waarbij de woorden ‘uitdagend’ en ‘betekenisvol’ een doorlopende lijn vormen. De inbreng van de leerlingen doet er toe, hun ervaringen en interesses worden gehonoreerd, sociaal leren krijgt vorm vanuit het hanteren van coöperatieve werkvormen, instructie en differentiatie wordt vanuit een overzichtelijke organisatie afgestemd op verschillen tussen leerlingen. Leerkrachten gaan daarbij binnen hun handelingsgericht werken uit van hoge verwachtingen van alle kinderen. De activiteit waarbij een volwassene doelbewust probeert cognitieve en/of sociale en/of andere vaardigheden over te brengen, noemt Feuerstein mediatie. De mediator (volwassene) leert het kind systematisch te werk gaan, voorziet de aangeboden leerervaringen van betekenis en laat het kind


ervaren hoe het geleerde kan worden toegepast in andere situaties. Het kind ontdekt hoe nuttig en zinvol het geleerde kan zijn voor zijn verdere ontwikkeling/groei. Niet alleen zoveel mogelijk kennis hebben is belangrijk, maar vooral: hoe gaan wij om met de enorme hoeveelheid kennis die op ons afkomt? Wat kunnen wij hiervan op dit moment gebruiken? Wat hebben wij nu nodig? Er wordt nu veel meer waarde gehecht aan het probleemoplossend denken/handelen van kinderen. Kennis wordt niet meer gezien als doel, maar als gereedschap. Voor de leerkrachten van onze school betekent dit: - aandacht voor de persoonsontwikkeling, - aandacht voor vaardigheden rond sociaal functioneren, - aandacht voor het leren leren, - aandacht voor spelend en onderzoekend leren in de betekenisvolle context, - aandacht voor het inspelen op individuele verschillen, - aandacht voor het zelfstandig leren, - het kennen van de sociaal-culturele context waar onze leerlingen vandaan komen, - het inzetten / zich eigen maken van de stijlkenmerken, - weet hebben van verschillende manieren van kennis verwerven, - actief communiceren over leerprocessen met kinderen (interactie). In de onderbouw wordt de basis gelegd voor het activerende directe instructiemodel. Dit is ook voor de leerkrachten van de bovenbouw een geschikt hulpmiddel om een duidelijk gestructureerde instructie voor te bereiden en te geven, met de mogelijkheid tegemoet te komen aan de natuurlijke manier van leren van en verschillen tussen kinderen. Onderbouw: In de onderbouw van onze school wordt meer ontwikkelingsgericht gewerkt vanuit betekenisvolle thema’s voor het kind. Deze thema’s sluiten aan bij de leefomgeving van het kind, de leerlingenkenmerken en de te bereiken onderwijsdoelen. Basisontwikkeling gaat uit van het principe dat leren vooraf gegaan wordt door spel en onderzoek in de betekenisvolle context: ERVAREN, BELEVEN, LEREN, BEGRIJPEN. In de praktijk komt het er op neer, dat de leerkrachten zich vaardigheden eigen maken om iedere keer weer een dialoog met kinderen aan te gaan. D.m.v. een gesprek met denkstimulerende vragen probeert de leerkracht het kind bewust te maken van zijn handelen en denken; de leerkracht moedigt het kind aan, verwoordt wat hij gezien heeft, laat het kind leren van fouten en van succes en zorgt voor inzicht in het geleerde. Dit laatste is een belangrijke voorwaarde om het geleerde te kunnen toepassen, en ook het geleerde toe te kunnen passen in andere situaties. Activiteiten die bij deze manier van aanpak belangrijk zijn: - de kinderen worden al zo vroeg mogelijk gestimuleerd om planmatig te werken (een plannetje maken: denk na, wat je gaat doen, welke materialen je nodig hebt, (vooral) hoe je het gaat doen, hoe komt het er uit te zien, heb je hulp nodig, met wie ga je het doen, maak je eerst een tekening, enz.) - achteraf wordt er geëvalueerd: is mijn plan uitgekomen, waar heb ik veranderingen aangebracht, was dat nodig, waarom, doe ik het volgende keer weer zo, waarom, enz. - spreken over de taakbeleving: vond je het leuk, niet leuk, kostte het veel inspanning, had je dat verwacht, goed ingeschat, kon je goed samenwerken, enz. - de leerkracht geeft aan hun handelen een naam, zodat de kinderen leren communiceren over hun handelen, denken en voelen. Deze aanpak vinden we terug bij de 4 stappen (beertjes) van Meichenbaum. Deze stappen vormen eveneens een doorgaande lijn door de hele school. Wij hebben hier een vijfde stap (beer) aan toegevoegd: de “meeneembeer”. Wij vragen kinderen wat zij van een activiteit geleerd hebben en/of hoe zij dat geleerde in andere situaties kunnen gebruiken / toepassen. Ook in de groepen 3/4 wordt deze aanpak doorgezet en wordt de leerstof gekozen vanuit de eigen onderwijsdoelen en de behoeften van de leerlingen. Kenmerk van het taal-/leesonderwijs is hier het ‘lezer/schrijver worden’: vanuit betekenisvolle thema’s en eigen teksten en verhalen worden de cursorische lees- en schrijfvaardigheden geleerd. In groep 4 functioneert de taalmethode van de bovenbouw daarnaast als bronnenboek. Spelling (vanaf groep 4) en rekenen/wiskunde (vanaf groep 3) wordt bewust vanuit de vaste structuur van de methode aangeboden.


Bovenbouw: In de bovenbouw krijgt het werken met actuele methodes een uitdagende en betekenisvolle vertaling naar de leefwereld van de leerlingen. De inbreng van de leerlingen krijgt daarbinnen meer en meer zijn plek. Met regelmaat kunnen leerlingen binnen een leer-/vormingsgebied kiezen uit verschillende activiteiten, vindt er gedifferentieerde verwerking plaats en wordt ingespeeld op verschillen tussen leerlingen middels basisstof en extra stof. Leerlingen werken samen vanuit coöperatieve werkvormen, corrigeren zelf oefenwerk. Met op het gebied van taal/lezen en rekenen als basis het werken in 3 niveaus (intensief-basis-verdiept) vanuit daartoe opgestelde groepsplannen, verandert de rol van de leerkracht: van kennisoverdrager naar steeds meer mediator zijn!

Ouders als educatief partner Ouders zijn altijd welkom op school. Samen met hen als educatief partner streven wij ernaar dat hun kind graag naar school komt en zich veilig voelt binnen de structuur, rust, regels en afspraken binnen de school. Een goede communicatie met ouders over de ontwikkeling van hun kind(eren) is hierbij ontzettend belangrijk. We vinden het belangrijk dat ouders participeren in educatieve excursies, festiviteiten en vieringen. Vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid geeft het schoolteam vorm aan de organisatie en de dagelijkse gang van zaken. Zie hoofdstuk 5: ‘Ouders en school’.


HOOFDSTUK 3

ONZE ORGANISATIE

3.1 De organisatie van onze school Op grond van het huidige leerlingenaantal kent onze school 7 groepen. De verdeling is als volgt: 2 x groep 1/2 1 x groep 3 1 x groep 4/5 1 x groep 5/6 1 x groep 7 1 x groep 8. Wanneer kinderen 4 jaar worden stromen zij in binnen de groepen 1/2.

3.2 Wie werken er op onze school? Na een periode van groei is het schoolteam de laatste jaren qua grootte gelijk gebleven. We zijn nu een team van zo’n 12 leerkrachten, verdeeld over parttimers en fulltimers. De directeur heeft geen lesgevende taken in een groep. Verder: de interne begeleider (IB-er) wordt ingezet binnen de leerlingenzorg. De taak van de IB-er is het mede volgen van kinderen en het ondersteunen van groepsleerkrachten bij het begeleiden van kinderen met extra onderwijsbehoeften, waar nodig het mede opzetten en uitvoeren van handelingsplannen en het onderhouden van contacten met externe instanties. Daarnaast houdt de directie de grote lijn rondom deze zorg in de gaten. Een uitgangspunt bij de groepsbezetting is dat we er naar streven met de inzet van de juiste leerkracht(en) te voldoen aan de onderwijsbehoeften van de groep en zoveel als mogelijk niet meer dan 2 leerkrachten per week in de groep te plaatsen. De laatste schooljaren is het over het algemeen geen probleem om bij ziekte van een leerkracht vervanging te krijgen.. Er is bovenschools een speciale website voor vervangingen (www.vervangingsplein.nl), en deze biedt meestal wel een oplossing. Schoolinterne oplossingen zijn op zo’n moment meestal niet te realiseren, omdat anders schooltaken, directietaken en taken rond leerlingenzorg blijven liggen. Verder krijgen we ondersteuning van een conciërge. Onze school wordt gepoetst door 2 interieurverzorgsters en de tuin wordt periodiek bijgehouden door de tuinman. Voor het muziekonderwijs beschikt onze school in Karen van den Broek over een vakleerkracht muziek. Zij geeft per 2 weken in elke groep muziekpromotie, in aanvulling op de lessen van de eigen leerkracht. Bij het bewegingsonderwijs worden in het schooljaar 2014/2015 alle lessen door de eigen leerkracht verzorgd. Namen van alle betrokkenen bij ons onderwijs vindt u in de bijlagen in deze schoolgids.

3.3 Welk aanbod wordt er op school gedaan? In de wet is beschreven wat de leerlingen in ieder geval op een basisschool moeten kunnen leren. Die vakken zijn: • spel • constructie- en beeldende activiteiten • gespreks- en kringactiviteiten • zintuiglijke en lichamelijke oefening • Nederlandse taal (onder andere lezen en schrijven) • Engelse taal • rekenen / wiskunde • expressieactiviteiten (o.a. muziek, tekenen, spel en beweging) • bevordering van sociale redzaamheid (waaronder verkeer) 12 Basisschool ‘de Pas’

• • • •

bevordering van gezond gedrag kennisgebieden (o.a. aardrijkskunde, geschiedenis, natuur/biologie, geestelijke stromingen) techniek burgerschapsactiviteiten

Veel vakken staan niet op zichzelf. We proberen de samenhang ertussen zo veel mogelijk zichtbaar te maken voor de kinderen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door onderwerpen uit geschiedenis- en aardrijkskundelessen te koppelen aan actuele gebeurtenissen. Daarnaast is het onderwijs niet alleen bedoeld om uw kind feitenkennis bij te brengen. De basisschool heeft ook tot taak de sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden van uw kind te ontwikkelen. Op onze school vinden wij het ook belangrijk dat kinderen vaardigheden ontwikkelen om zelf wegen te zoeken naar een oplossing toe. De weg naar een oplossing, is erg belangrijk. Naast het aanbod van school is er ook te mogelijkheid voor ouders om hun kinderen deel te laten nemen aan naschoolse activiteiten vanuit de Padxpress (zie hoofdstuk 4). Zie voor verdere onderwijskundige zaken hoofdstuk 6 (Onze school in ontwikkeling).

3.4 Hoe ziet onze school er uit? Naast de al eerder beschreven 7 groepslokalen hebben we nog een aantal andere ruimtes. Bij de groepen 1/2 ligt de speelzaal. De kinderen van deze groepen maken hier dagelijks gebruik van. U kunt dan denken aan een gymles, spelletjes, klimmen en klauteren, vrij spelen, bewegen op muziek. Net als groep 3 kunnen zij ook gebruik maken van de onderbouwhal, die volop ruimte biedt tot samenwerking in de onderbouw. Midden in de school ligt de grote hal. Dit is onze gezamenlijke ontmoetingsruimte. Hier vieren we o.a. onze feesten, en werken we in groepjes aan diverse taken. Daarnaast wordt de hal ook gebruikt voor het overblijven. Kinderen kunnen hier dagelijks, na opgave, gebruik van maken. Het overblijven is in zijn geheel geregeld door een overblijfcommissie. Hier komen we nog op terug in een ander hoofdstuk. Aan de hal grenst met ingang van schooljaar 2011/2012 het leescafé, een combinatie tussen een computerlokaal en een schoolbibliotheek (mét uitleenmogelijkheid!). Naast een 20-tal computers treft u hier ook de gezellige leeshoek van de school aan. Verder is er nog een apart lokaal voor handvaardigheid- en technieklessen. Hiervan wordt indien nodig ook door het overblijven gebruik gemaakt. Tot slot is er m.i.v. dit schooljaar een combinatielokaal, waar combinatiegroepen 4/5 en 5/6 volop gebruik van maken voor instructie- en werkmomenten.

3.5 Kindcentra Peel en Maas: peutergroep en buitenschoolse opvang Sinds enkele jaren hebben wij ook een groep peuters binnen ons gebouw: peutergroep ’t Pasje. Deze peutergroep maakt deel uit van Kindcentra Peel en Maas. Hierdoor kunnen kinderen al wennen aan de locatie waar zij straks naar school gaan. Verder is er op school ook een ruimte voor buitenschoolse opvang (voor- en naschools), welke qua begeleiding eveneens verzorgd wordt door medewerkers van Kindcentra Peel en Maas Samen met Kindcentra Peel en Maas zet onze school de ontwikkeling naar een IKC (integraal kindcentrum) in, waar (mocht uiteindelijk ook kinderopvang nog toegevoegd kunnen worden) kinderen in de leeftijd van 0/2 tot 12 jaar de mogelijkheid hebben tot een vullend dagprogramma inclusief opvang, onderwijs en ontspanning. In hoofdstuk 5 treft u meer informatie aan m.b.t. PG ’t Pasje en BSO Kindcentra Peel en Maas.


3.6 Jaaroverzicht van geplande activiteiten Hier treft u een overzicht aan van evenementen/activiteiten die voor het schooljaar 2014/2015 al gepland zijn, voor de gehele school dan wel voor individuele groepen. Groepen:

Datum/periode:

1 t/m 8 10 september 8 10/24 september 1 t/m 8 22 sept. t/m 3 okt. 8 24 september 1 t/m 8 september 8 10 oktober 1 t/m 8 oktober 3 t/m 8 november 8 25 nov./ 2 dec. 1 t/m 8 november/december 3 t/m 8 december 1 t/m 8 december 1/2 december/januari 8 januari 3 t/m 8 februari 7 2 t/m 13 februari 2 t/m 8 6 februari 1 t/m 8 februari 7 februari/maart 7 maart 8 maart 8 13 maart 8 26 maart 4 28 maart 4 april 8 april 8 21/22/23 april 1 t/m 8 24 april 4 26 april 7 april/mei 7 april/mei 8 mei 8 18 mei 8 1 t/m 4 juni 1/2 juni 1 t/m 8 juni 3 t/m 8 juni/juli 3 t/m 8 juni/juli 6 juni/juli 5 t/m 8 juni/juli 8 16 juli Verjaardag leerkracht(en)

Evenement/activiteit: schoolfotograaf actie Jantje Beton festiviteiten 40-jarig jubileum De Pas Kinderpostzegelactie algemene informatieavonden bezoek Mariapeel voorleeskampioenschap oudergesprekken GIPS-project thema/viering St. Nicolaas rapporten thema/viering Kerstmis oudergesprekken bezoek Het Bouwens oudergesprekken verkeersquiz prins/prinses Carnaval verkiezing thema/viering Carnaval bezoek techniekmanifestatie testlab onderhoud adoptiebosje H. Vormsel klasselunch voorstellingsmis E.H. Communie communielunch bezoek gemeentehuis Eindtoets basisonderwijs Gezellige Dag E.H. Communie drempelonderzoek verkeersexamen excursie Gouvernement/War Cemetry Bankbattle schoolverlatersdagen oudergesprekken bedankmoment hulpouders rapporten oudergesprekken excursie De Verkeersfabriek de sportactieve school slotavond variabel Overige, nog te plannen evenementen/activiteiten/excursies worden tijdig richting de ouders bekend gemaakt via schoolkrant ‘de Kibbeljas’ dan wel een ISY-bericht.


HOOFDSTUK 4

ONZE ZORG VOOR KINDEREN

4.1 De opvang van nieuwe kinderen U krijgt bericht van stichting Prisma als u uw kind op kunt geven op onze school. Er moet dan een aanmeldingsformulier ingevuld worden met algemene informatie. Samen met uw kind kunt u op een daarvoor vastgestelde tijd dit formulier af komen geven en al eens rondkijken op onze school. Eventuele vragen kunnen dan ook gesteld worden. Als uw kind toegelaten is en 4 jaar wordt, krijgt het een uitnodiging om naar school te komen. U kunt dan enkele dagdelen afspreken met de leerkracht van uw kind om te komen ‘oefenen’. Dit gebeurt altijd in de maand voordat uw kind jarig is. De dag nadat uw kind 4 jaar wordt, mag het definitief naar school. Dit laatste geldt niet voor de kinderen die in de laatste 4 weken van het lopende schooljaar dan wel in de zomervakantie 4 jaar worden. Zij worden uitgenodigd voor een speciaal wisselmoment in de laatste weken om alvast kennis te maken met de groep en leerkracht(en) waar zij na de zomervakantie deel van uit gaan maken en stromen in na de zomervakantie.

4.2 Hoe volgen wij de ontwikkeling van kinderen? Wij volgen de kinderen vanaf het moment dat ze hier op school komen. Dat kan zijn via peutergroep ’t Pasje (vanaf 2 jaar) dan wel bij binnenkomst op 4-jarige leeftijd. We doen dat door observeren, onderzoeken en toetsen. Al deze gegevens komen in het leerlingvolgsysteem. Het leerlingvolgsysteem maakt het mogelijk om de ontwikkeling van een kind de hele basisschool door te volgen. We kunnen dan ook zien of die ontwikkeling een ‘normaal’ verloop heeft. Blijkt dat een kind zich niet (meer) in voldoende mate ontwikkelt, dan is er actie geboden om die ontwikkeling weer in het goede spoor te brengen. Uit het grote aanbod van toetsen en testen hebben wij een bewuste keuze gemaakt. Omdat niet alle aspecten te toetsen zijn (denk maar aan het sociaal-emotionele aspect) maken wij veel gebruik van observaties door leerkracht en interne begeleider. Met de uitslagen van deze toetsen en de gemaakte observaties stellen leerkracht en interne begeleider een plan op om de kinderen verder te helpen. Na een vastgestelde tijd wordt het plan geëvalueerd, eventueel bijgesteld of afgesloten. Vaste afspraken met betrekking tot toetsing en rapportage zijn: Groep 1-2 • Na 3 maanden onderwijs nodigt de groepsleerkracht de ouders uit voor een gesprek waarin verslag gedaan wordt over de eerste periode. • Twee keer per jaar komt er een interne rapportage. Deze wordt na de eerste keer (groep 2 in december en groep 1 in januari) besproken met de ouders tijdens de 10-minutengesprekken. Alle ouders hebben omstreeks mei/juni nog een tweede 10-minutengesprek. • Alle kinderen nemen 1 à 2 keer per jaar het plakboek mee naar huis. Groep 3-8 • De ouders ontvangen in oktober een formulier ‘Eerste indruk’ en een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek begin november. • Deze kinderen krijgen vervolgens 2x per jaar een woord-cijferrapport mee naar huis (december/juni). • Groep 8 krijgt eveneens 2x per jaar een rapport mee naar huis (december/juni). In het tweede trimester krijgen de ouders een kopie van de gegevens die naar het Voortgezet Onderwijs gaan. • De rapportcijfers kunnen liggen tussen de 4 en de 9. • In verschillende groepen wordt gebruik gemaakt van verschillende methode- en nietmethodegebonden toetsen. Resultaten hiervan worden in de rapportage meegenomen. • De volgende niet-methodegebonden toetsen worden standaard afgenomen: • Cito Taal voor kleuters • Leesvoorwaardentest Struiksma-van der Ley • Cito Rekenen voor kleuters ♦ Cito leestempo in groep 3 t/m 7


♦ AVI (lezen) in groep 3 (en verder voor die kinderen die in groep 4 t/m 8 onder het gemiddelde groepsniveau functioneren) ♦ Cito DMT (drie minuten toets) in groep 3 t/m 6 ♦ Cito spelling in groep 3 t/m 8 ♦ Cito begrijpend lezen in groep 3 t/m 8 ♦ Cito woordenschat in groep 3 t/m 8 ♦ Schoolhoofdrekentoets/TTA in groep 3 t/m 8 ♦ Cito rekenen/wiskunde 3 t/m 8 ♦ Drempelonderzoek in groep 7 ♦ Eindtoets basisonderwijs in groep 8 Bij verhuizing / vertrek van een kind naar een andere school, geven wij, na bericht van inschrijving, de gegevens van dat kind aan deze school door. Ouders hebben recht van inzage in de gegevens en onderwijskundige rapporten die doorgestuurd worden. ALGEMEEN In november zijn er kennismakingsgesprekken tussen ouders en leerkracht in de vorm van 10minutengesprekken. De ouders ontvangen daartoe een uitnodiging in de vorm van een formulier ‘Eerste indruk’. Willen ouders of leerkracht n.a.v. één van beide rapporten (december/juni) dan wel tussentijds een gesprek, dan kan dit op de daartoe bestemde dagen voor oudergesprekken dan wel in overleg op een ander moment geregeld worden. INFORMATIE VOOR GESCHEIDEN OUDERS Informatieplicht ouders Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind door de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind belast met het ouderlijk gezag en de andere ouder niet. Hoe zit het dan met de informatieplicht? De ouder die is belast met het ouderlijk gezag, heeft de verplichting om de andere ouder (niet belast met het ouderlijk gezag) op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die het kind betreffen (artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek). Het is dus de bedoeling dat de ouder die niet met het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. Gegevens over schoolresultaten zouden dus ook via de met het gezag belaste ouder verstrekt moeten worden. Als echter in de communicatie tussen ouders storingen ontstaan, kan dat voor de school problemen opleveren. De vraag rijst dan welke taak de school heeft inzake de informatieverstrekking. Hoe gaan wij als school met de informatieplicht om? Wij vinden het belangrijk om beide ouders goed te informeren over de ontwikkelingen van hun kind of kinderen. Voorwaarde is natuurlijk wel dat beide ouders zelf hun verschillende adressen kenbaar maken aan de leerkracht/directeur. Aan beide ouders wordt dan op aanvraag de volgende informatie verstrekt: de schoolgids, het rapport en de Kibbeljas. De schoolgids en de Kibbeljas kunt u ook online lezen op onze website www.bsdepas.nl. Als één van de ouders dit anders wil, kan hij of zij contact opnemen met de directeur. Hierbij wordt aangetekend, dat voor een ouderavond beide ouders worden uitgenodigd voor een gezamenlijk gesprek. Alleen in bijzondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Voor verdere informatie over dit onderwerp zie onze website of loop even binnen op school. OVERIGENS : OUDERS KUNNEN NA SCHOOL ALTIJD BINNENLOPEN OF EEN AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN GESPREK!


4.3 Passend Onderwijs Alle scholen voor primair onderwijs uit de regio Noord-Limburg maken deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Limburg (PPONL), behoudens de scholen voor cluster 1 (visuele beperkingen) en cluster 2 (gehoor- en , spraak/taal-beperkingen). De regiogrens van het samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de grenzen van de gemeenten Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Beesel. Passend onderwijs betekent dat het onderwijs dat aangeboden wordt voor iedere leerling passend is bij zijn of haar onderwijsbehoeften en mogelijkheden. Het is de ambitie om binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis)onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen. In Noord-Limburg is kwalitatief goed primair onderwijs beschikbaar voor alle kinderen. Extra ondersteuning voor kinderen die dit nodig hebben, wordt zoveel mogelijk geboden op de gewone basisschool, waar leerkrachten en scholen zich constant verder ontwikkelen om ook kinderen met speciale ondersteuningsvragen goed onderwijs te bieden. De ontwikkelde expertise in het speciaal onderwijs staat hieraan ten dienste. De leerlingen en de leraren vormen samen met de ouders het dagelijkse systeem. Voor een beperkte groep kinderen blijft een dekkend netwerk van speciale voorzieningen in de regio bestaan. Diversiteit is van groot belang en de leerkracht wordt centraal gesteld. De belangrijkste doelstellingen van Passend onderwijs zijn: - geen kind tussen de wal en het schip, geen thuiszitters of wachtlijsten; - kwalitatief goede speciale voorzieningen, - 90% tevredenheid bij ouders over de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, zowel op de SO-voorzieningen (speciaal onderwijs) als in het SBO (speciaal basisonderwijs) en de reguliere basisscholen; - het deelnamepercentage aan de speciale voorzieningen ligt op of nabij het landelijk gemiddelde. De kerntaken van het samenwerkingsverband zijn: - zorg te dragen voor adequate informatie om de voortgang van de wettelijke taken, de kwaliteitszorg en de inzet van de financiële middelen te monitoren; - vaststellen van het ondersteuningsplan (inclusief begroting) en het doen uitvoeren en monitoren ervan; - voeren van overleg met de ondersteuningsplanraad; - voeren van op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten; - verantwoording afleggen naar onderwijsinspectie en OCW/DUO. Niveaus van ondersteuning: Het is de opdracht van scholen en schoolbesturen in het samenwerkingsverband om tot een continuüm van onderwijs te komen. Basisondersteuning vormt hiervoor het fundament. De basisondersteuning zorgt dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de regio morgen verwachten als het om onderwijs en onderwijsondersteuning gaat. Het SWV hanteert de volgende niveaus van ondersteuning: Basisondersteuning

Lichte ondersteuning

Niveau 1:

Groepsplan/handelingsplan onder verantwoording van de leerkracht

Niveau 2:

Handelingsplan met ondersteuning van interne begeleiding, waarbij een beroep gedaan kan worden op de regulier beschikbare middelen.

Niveau 3:

Arrangementen (inclusief eventuele extra ondersteuningsmiddelen/-expertise SO) op de eigen school en/of in combinatie met andere scholen.

Niveau 4:

Plaatsing in het speciaal basisonderwijs (SBO).


Zware ondersteuning

Niveau 5:

Plaatsing in het speciaal onderwijs (SO).

Onze school beschikt over een goed ingericht onderwijs ondersteuningssysteem en heeft de intentie om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, zoveel als mogelijk passend onderwijs te bieden binnen de eigen school. De basisondersteuning die onze school biedt, omvat in elk geval: o de preventieve (onderwijs)ondersteuning: tijdig signaleren van leerproblemen en opgroeien opvoedproblemen; o een aanbod voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie, spraaktaalproblemen; o onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van onderwijszorg binnen een reguliere school op basis van IQ alleen wordt vermeden; o (ortho)pedagogische en/of (ortho)didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen; o Een (ortho)didactische aanpak en klimaat, waarin ingespeeld wordt op de onderwijsbehoeften van leerlingen met een lichtere vorm van ADHD, ASS, Angst en stemmingsstoornissen, ODD en meer/hoogbegaafdheid. In iedere groep zitten leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. De leerlingen worden op grond van deze behoeften verdeeld over 3 niveaus: o instructieafhankelijke leerlingen, de intensieve groep. Dit zijn leerlingen die meer instructie en begeleiding van de leerkracht nodig hebben. Zij krijgen na de basisinstructie nog verlengde instructie; o instructiegevoelige leerlingen, de basisgroep. Dit is de groep, waartoe over het algemeen het merendeel van de leerlingen behoort. Zij krijgen basisinstructie; o instructieonafhankelijke leerlingen, de verdiepte groep. Dit zijn de leerlingen die vaak voldoende hebben aan een korte instructie. Zij krijgen verdiepings- en/of verrijkingsstof aangeboden. In groepsplannen wordt beschreven hoe de verschillende ondersteuningsniveaus in de praktijk van alledag worden vormgegeven. De leerkrachten kunnen laten zien in welk ondersteuningsniveau een kind is ingedeeld en uitleggen hoe bepaalde lessen er voor een kind dan uitzien. Meer informatie? Kijk op www.passendonderwijsnoordlimburg.nl.

4.4 Speciale zorg voor kinderen Soms heeft een kind niet voldoende aan het normale lesprogramma. Dit kan verschillende kanten uit. De aangeboden stof kan voor het kind te moeilijk zijn, de aangeboden stof kan voor het kind te gemakkelijk zijn, of het kind heeft problemen op sociaal-emotioneel vlak. Op het moment dat de groepsleerkracht d.m.v. observatie en/of toetsing constateert dat er problemen zijn, start er een vaste procedure: • deze gegevens doorspreken met de intern begeleider • de groepsleerkracht vult het HGPD (handelingsgerichte procesdiagnostiek) in; ook dit wordt weer doorgesproken met de interne begeleider. D.m.v. dit gesprek wordt besloten welke observatie of nader onderzoek er nog nodig is, om tot een eerste diagnose te komen • als een eerste diagnose gesteld is, stellen we een handelingsplan op; hierbij streven we er naar dat dit handelingsplan binnen de groep kan worden uitgevoerd • er volgen gesprekken met ouders tijdens dit hele proces; indien mogelijk, maken we afspraken met ouders om zaken op school en thuis parallel te laten lopen • blijkt na de afgesproken periode dat de geboden hulp niet voldoende is, dan wordt, nadat de ouders toestemming hebben gegeven, externe hulp gevraagd. Deze externe hulp vragen wij in eerste instantie aan bij de bovenschools ondersteuningscoördinator (BOC) van het bureau passend onderwijs van stichting Prisma. Van daaruit is verdere verwijzing naar andere instanties mogelijk


•

wanneer de mening ontstaat dat de zorg die het kind binnen de school krijgt ontoereikend is voor een goede ontwikkeling van het kind, kan de school samen met de ouders eveneens een beroep doen op de BOC. Dit kan leiden tot een toelaatbaarheidsverklaring richting speciaal basisonderwijs (SBO) of speciaal onderwijs (SO). Aanmelding gebeurt altijd pas na schriftelijke toestemming van de ouders. Zie ook punt 4.8: Passend onderwijs

Wij vinden het erg belangrijk om tijdens dit hele proces, vanaf de eerste stap, steeds te praten met ouders, om zorgen te delen en samen een oplossing te zoeken. Intern aanwezige voorzieningen voor de speciale zorg -

-

-

-

De intern begeleider organiseert het zorgbeleid in het algemeen. (IB-er, zie ook paragraaf 3.2). en ondersteunt daarnaast de leerkrachten ook onderwijsinhoudelijk. Hulpvoorziening binnen de groep: de groepsleerkracht geeft het kind met specifieke problemen extra instructie, aandacht en aangepast werk, waarbij de leerkracht gebruik kan maken van de aanwezige orthotheek. Onze school vraagt ook externe advisering en begeleiding, zoals in de procedure bovenstaand al beschreven. De leerkrachten van onze school volgen individueel of met het hele team cursussen om steeds beter om te kunnen gaan met de speciale zorg die nodig is voor elke leerling. Indien de hulp van de school niet toereikend is, vragen we de ouders om medewerking voor verwijzing naar andere hulpverlenende instanties zoals het Bureau Jeugdzorg, RIAGG, de speciale school voor basisonderwijs (SBO), Opdidact, etc. De mogelijkheid tot (regelmatig) MDO-overleg (multi-disciplinair overleg) tussen de school, Bureau Jeugdzorg en andere instanties die op dat moment nodig zijn, zoals de gezinscoach, maatschappelijk werk, GGD. Via dat traject wordt getracht de hulpverlening ondanks wachttijden tussen aanmelding en behandeling zo kort mogelijk te houden. Regelmatig wordt de school betrokken bij begeleidingstrajecten van kind en thuissituatie (o.a. via de gezinscoach). Indien een leerling te weinig vorderingen maakt binnen het taal-, lees- en rekenonderwijs, kan in overleg met ouders gekozen worden voor een aangepast niveau, tempo en verwerking van de leerstof waarin het verwachte eindniveau wordt bijgesteld (ontwikkelingsperspectief).

Externe begeleiding van kinderen onder schooltijd Inleiding: Er zijn steeds vaker mensen die een eigen praktijk opstarten en kinderen extra begeleiding geven. Niet altijd is goed duidelijk te maken aan ouders/buitenstaanders of een bepaalde begeleiding van een leerlingen op school kan plaatsvinden. Belangrijk is het om rekening te houden met de belangen van de kinderen en hun ouders. De inspectie zegt over RT (remedial teaching) onder schooltijd het volgende: ‘Het is mogelijk dat onder bepaalde omstandigheden door ouders betaalde remedial teaching onder schooltijd wordt gegeven. Toch wil ik u graag ook het standpunt van de inspectie meegeven: in principe dient het onderwijs, inclusief eventueel benodigde extra zorg, te worden verzorgd door de school waar de leerling staat ingeschreven. De leerling is ook gehouden deel te nemen aan alle voor hem/haar bestemde onderwijsactiviteiten, inclusief de nodig geachte extra zorg. Beide aspecten zijn in de wet vastgelegd. Als vanuit de ouders een verzoek wordt gedaan om een leerling remedial teaching door een derde partij te laten volgen onder schooltijd, is dat feitelijk in strijd met de twee hiervoor genoemde principes. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin de school het wenselijk acht om op het verzoek van de ouders in te gaan. In die gevallen kan de directeur op basis van de Leerplichtwet de leerling vrijstelling verlenen van de schoolbezoekplicht (Leerplichtwet artikel 11, lid g en artikel 14).’ Uitgangspunten van stichting Prisma hierbij: - IJkpunt is en blijft de leerling: de schol waakt over overvraging en wildgroei in de ondersteuning. - De school bepaalt samen met de ouders (en waar mogelijk de leerling) wie wat doet (partnerschap). - Medewerkers binnen Prisma die dienstverlening leveren aan leerlingen van Prisma vanuit een eigen praktijk, kunnen dit alleen doen buiten schooltijd en als er toestemming ligt binnen het door IB-er, leerkracht en directeur goed te keuren handelingsplan. 19 Basisschool ‘de Pas’

-

-

De school voert te allen tijde regie: ondersteuning in welke vorm en aard dan ook onder schooltijd kan alleen met toestemming van de directeur. Wat de kernvakken, de instrumentele vaardigheden betreft, zou de school binnen haar eigen muren ‘alles’ moeten kunnen begeleiden (eventueel met inhuren van expertise met als doel de leerkracht vaardig maken om met de hulpvraag om te kunnen gaan, o.a. door BPO). Wanneer de school niet betrokken is, vindt uitvoering buiten school plaats. Er kan dan geen opdracht aan school verstrekt worden.

Ziek…. en toch onderwijs Als blijkt dat uw kind door ziekte meerdere dagen niet naar school kan komen, dan is het van belang dat u dit aan de groepsleerkracht of directeur kenbaar maakt. Zij kunnen samen met u bekijken wat de mogelijkheden zijn om het onderwijs aan uw kind, rekening houdend met de ziekte, voort te zetten. Wanneer er bij een leerling sprake is van een langdurige, chronische of levensbedreigende aandoening met (mogelijke) gevolgen voor de schoolloopbaan van de leerling, is het mogelijk een consulent OZL (Onderwijsondersteuning Zieke Leerlingen) in te schakelen (verbonden aan BCOBegeleidingscentrum voor Onderwijs en Opvoeding, Venlo: 077-2519284), welke tijdelijk hulp en begeleiding kan bieden aan zowel de school, de ouders als de leerling. Leerlingen die zijn opgenomen in een academisch ziekenhuis, worden door de consulenten van de educatieve voorziening van dat ziekenhuis ondersteund. In alle gevallen blijft de school waar de zieke leerling staat ingeschreven, verantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. In het kader van passend onderwijs valt ook de opvang van zieke leerlingen onder de zorgplicht van het schoolbestuur, welk de taak heeft na te gaan wat de ondersteuningsmogelijkheden van de school zijn. Wij als school vinden het daarbij minstens zo belangrijk dat uw kind in een dergelijke situatie goed contact heeft met de klasgenoten en de leerkracht. Als u meer wilt weten over onderwijs aan zieke leerlingen, dan kunt u informatie vinden op de website van Ziezon, het landelijk netwerk ‘Ziek zijn en toch Onderwijs’: www.ziezon.nl. Anti-pest beleid ‘Ieder kind heeft recht op een school met een veilig pedagogisch klimaat’ Pesten komt veel voor bij kinderen. Uit onderzoek blijkt dat een aanzienlijk deel van de kinderen soms of regelmatig gepest wordt. Pesten komt op iedere school voor, ook op onze school. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus willen oppakken. Het is in onze ogen van groot belang, dat de kinderen zich in onze school thuis voelen. Wij streven naar een prettige, ontspannen en open sfeer, waarin de kinderen zich gerespecteerd voelen, en ervaren dat er voor iedereen, ongeacht capaciteiten en vaardigheden, de nodige belangstelling en aandacht is. Een dergelijke werksfeer, ook wel pedagogisch klimaat genoemd, vormt een basisvoorwaarde voor het bereiken van goede onderwijsleerresultaten en een positieve ontwikkeling van de kinderen. Belangrijk kenmerk binnen dit pedagogisch klimaat is dus een kindvriendelijke onderwijsleeromgeving, waarbij een gevoel van veiligheid en geborgenheid bij de kinderen de grondslag vormt. In het beleidsstuk ‘Pedagogisch klimaat van BS De Pas’ zijn overzichten van regels en afspraken ten aanzien van de omgang met elkaar opgenomen. Deze regels zijn in de groepen duidelijk zichtbaar opgehangen, en met de kinderen besproken. Ook in de gangen van de school hangen deze regels duidelijk zichtbaar. Bij de aanpak van gesignaleerd pestgedrag wordt verwezen naar deze omgangsregels. Ook worden de ouders intensief betrokken, omdat pestgedrag zich niet alleen beperkt tot de school en omdat oorzaken van pestgedrag zeker niet alleen binnen de school, maar vaak ook buiten de school liggen. Met behulp van het ‘Pestprotocol BS De Pas’ (mei 2014) willen wij het pestgedrag binnen onze school niet alleen aanpakken nadat een pestsituatie is gesignaleerd, maar vooral ook pestgedrag voorkomen, door dit gedrag met al zijn aspecten, gevolgen en de erbij horende rollen van pester, meeloper en gepeste bespreekbaar te maken. Dit pestprotocol is een middel om de volgende doelstellingen te bereiken: De leerkrachten (en leerlingen!) kunnen het pestgedrag signaleren en onderkennen. Een plan van aanpak ten aanzien van: Het voorkomen van pestgedrag. Het tijdig signaleren van pestgedrag. Het remediëren van pestgedrag. 20 Basisschool ‘de Pas’

-

De samenwerking tussen ouders en school om pestgedrag te voorkomen en te remediëren.

Als ouders kunt u pesten helpen te voorkomen door meteen contact op te nemen als er iets aan de hand is. Mocht er sprake zijn van een aanhoudende problematiek, dan kan de school binnen het kader van de Gezonde en Veilige School bijvoorbeeld gebruik maken van de diensten van de GGD Venlo. Zie (als bijlage bij deze schoolgids) voor het volledige pestprotocol van de school onze website: www.bsdepas.nl

4.5 De begeleiding van kinderen naar het Voortgezet Onderwijs Wij zijn een school voor basisonderwijs. Dat wil zeggen: we leggen de basis voor een verdere ontwikkeling. De basis die wij leggen is goed. Daar staan we garant voor en daar mag u ons op aanspreken. Gelukkig zijn onze ervaringen met het Voortgezet Onderwijs zo, dat we mogen zeggen, dat de bagage die de kinderen van ons meekrijgen ruim voldoende is voor de nieuwe school. Wij vinden dat u als ouders een grote rol dient te spelen in de keuze van Voortgezet Onderwijs. De school heeft hierin een adviserende taak. Welke factoren zijn belangrijk in dit besluit? • De ervaring tijdens het werken op school speelt mee. Kinderen gedragen zich op een bepaalde manier op school. Acht jaar werken speelt mee in het bepalen van de keuze voor vervolgonderwijs. • Vanuit het ervaren van de leerling in de praktijk, het leerlingvolgsysteem van de school en de reguliere rapportage geeft de leerkracht van groep 8 een beoordeling op het gebied van prestaties en mogelijkheden, taakopvatting, doorzettingsvermogen en andere aspecten die nodig zijn om in het vervolgonderwijs goed te functioneren. Dit mondt uit in een V.O.-advies richting leerling en ouders. • Indien ouders of de leerkracht dit wenselijk vinden, vindt er een gesprek plaats over bovenstaande zaken. Deze gesprekken zijn op afspraak. • Informatie over het Voortgezet Onderwijs krijgt u op de volgende manieren/momenten: ♦ tijdens de algemene ouderavond van groep 8 ♦ de kinderen bezoeken het Bouwens met de leerkracht ♦ het Voortgezet Onderwijs heeft open dagen die ouders met hun kind kunnen bezoeken ♦ de leerkracht van groep 8 verzorgt een project over het Voortgezet Onderwijs • Als school informeren we medio februari de nieuwe school via de adviesformulieren (uw kind krijgt dit in aanvulling op het rapport mee naar huis.). • Met ingang van dit schooljaar vindt in april de Eindtoets basisonderwijs plaats, voorheen de CITOeindtoets. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan de uitslag hiervan leiden tot een heroverweging m.b.t. het eerder gegeven (en leidende) schooladvies. • Ouders krijgen bericht van de school van hun keuze of hun kind aangenomen is.


4.6 De resultaten van ons onderwijs Onze schoolverlaters: Na deelname aan de eindtoets basisonderwijs van CITO, krijgen we een schoolrapport toegestuurd. De opbrengsten van onze school zien er voor de laatste 5 jaren als volgt uit. • • • • •

Score 2010 539 Score 2011 535,3 Score 2012 538,9 Score 2013 529,4 Score 2014: 539,9

Voor schooljaar 2013/2014 was 534,4 de gemiddelde landelijke norm voor scholen met een vergelijkbare schoolbevolking als die van De Pas. Na een afwijkend resultaat in het schooljaar 2012/2013 (oorzaken: groepssamenstelling, groepsschoolloopbaan en mindere opbrengst op het gebied van begrijpend lezen) scoorde onze groep 8 in het voorbije schooljaar volgens verwachting vanuit het eigen leerlingvolgsysteem prima, mede als gevolg van een opgesteld verbeterplan. Het uitstroomadvies van onze school naar het Voortgezet Onderwijs van de voorbije schooljaren ziet er als volgt uit:

2008/2009 (31) 2009/2010 (30) 2010/2011 (39) 2011/2012 (26) 2012/2013 (24) 2013/2014 (28)

Praktijkonderwijs 0 0 0 0 0 0

VMBO (b-k/g/t)

VMBO-t/ HAVO

HAVO/VWO

9 5 14 6 17 8

7 9 11 9 2 10

11 13 12 8 4 8

VWO+ 4 3 2 3 1 2

De tussentijdse schoolresultaten In alle groepen gebruiken we in onze school allerlei toetsen om de ontwikkeling en de resultaten van de leerlingen goed in de gaten te houden (zie hoofdstuk 4, paragraaf 4.2). Indien kinderen (mede) vanuit die toetsen op een te laag niveau scoren, dan wordt er via de leerlingenzorg extra aandacht aan deze kinderen besteed. Bij de CITO-toetsen kunnen de resultaten die onze leerlingen behalen ook vergeleken worden met de gemiddelde vaardigheidsscores van andere basisscholen in ons land. Daarmee kunnen we o.a. zien of ons onderwijs de kwaliteit heeft die wij willen bieden, dan wel waar verbeterpunten voor bepaalde groepen liggen. Enkele voorbeelden van tussentijdse opbrengsten: Begrijpend lezen: Gemiddelde vaardigheidsscore mei/juni 2014 Groep 3 -8,6 Groep 4 31,0 Groep 5 30,5 Groep 6 40,8 Groep 7 45,2 Groep 8 60,2 (B)

Inspectienorm -1,7 18,3 25,4 32 44,3 52,7 (B)

Rekenen/wiskunde: Gemiddelde vaardigheidsscore juni 2014 Groep 3 135,0 Groep 4 78,1 Groep 5 79,4 Groep 6 99,1 Groep 7 112,8 Groep 8 114,2 (B)

Inspectienorm 141,6 62,3 79,6 91,7 104,8 109 (B) 22


Naast groep 8 (28 leerlingen) verlieten in schooljaar 2013/2014 nog 5 leerlingen onze school vanwege verhuizing.

4.7 JeugdGezondheidsZorg (JGZ) 0-19 jaar Jeugdgezondheidszorg (JGZ) in Nederland bestaat al meer dan 100 jaar, is uniek in de wereld en biedt basiszorg aan alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 19 jaar. Zo ook in de regio Limburg-Noord, waar de JGZ door de GGD Limburg-Noord, als onderdeel van de Veiligheidsregio, wordt aangeboden. WAARVOOR KUNT U BIJ ONS TERECHT? In het wettelijk vastgelegd Basistakenpakket JGZ 0-19 staat welke zorg er op welke momenten aan kinderen in Nederland moet worden geboden. De JGZ biedt deze basiszorg en richt zich op het bevorderen van een gezonde groei en ontwikkeling van kinderen vanaf de zwangerschap tot de leeftijd van 19 jaar. Naast het kind staat de opvoeder centraal en wordt rekening gehouden met de omgeving waarin het opgroeit. Extra aandacht gaat uit naar kinderen en gezinnen waar gezond en veilig opgroeien niet vanzelfsprekend is. Jeudgezondheidszorg voor aanstaande ouders, zuigelingen en kleuters Al tijdens de zwangerschap kan de JGZ ondersteuning bieden. Tot 4 jaar bezoekt uw kind regelmatig het consultatiebureau waar de groei en ontwikkeling wordt gevolgd en waar u terecht kunt met vragen. Ook kunt u uw kind laten vaccineren tegen een aantal kinderziekten. Als vragen op het consultatiebureau onbeantwoord blijven, dan kan de verpleegkundige u ook thuis bezoeken. Jeugdgezondheidszorg voor kinderen in het reguliere en speciale basis- en voortgezet onderwijs Om de groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, is de JGZ regelmatig op school om uw kind te onderzoeken/screenen. Daarnaast wordt uw kind in deze periode op bepaalde leeftijden gevaccineerd. HOE GAAN WE TE WERK? Contactmomenten Tijdens de wettelijke contactmomenten volgen we samen met u het gezond en veilig opgroeien van uw kind. Spreekuren Ook buiten de vaste contactmomenten kunnen er vragen of problemen zijn op het gebied van gezond en veilig opgroeien. Ouders of jongeren kunnen zelf een gesprek of onderzoek vragen op het 23 Basisschool ‘de Pas’

spreekuur bij het team JGZ. Ook kunnen ouders gebruik maken van het inloopspreekuur op het consultatiebureau. Pedagogisch spreekuur Opvoeden roept soms vragen, zorgen en twijfels op. Het pedagogisch spreekuur is bedoeld als kortdurende opvoedingsondersteuning. Ook hiervoor kunt u bij ons terecht. Logopedie Om te zorgen dat kinderen zonder spraak/taalproblemen het basisonderwijs instromen, wordt in een vroeg stadium op het consultatiebureau logopedie ingezet. Op de basisschool wordt uw kind uitsluitend door de logopedist gezien als er (mogelijk) spraak/taalproblemen zijn. MET WIE WERKEN WE SAMEN? Als uw kind of gezin met meerdere problemen kampt, zijn er doorgaans ook meerdere hulpverleners in beeld. Om kinderen beter te kunnen helpen moet er goed met elkaar worden samengewerkt. Daarom zijn er ‘netwerken’, gericht op het uitwisselen van informatie. De JGZ maakt deel uit van die netwerken. Indien er informatie met andere hulpverleners wordt uitgewisseld gebeurt dit na toestemming van ouders. De artsen en verpleegkundigen JGZ werken, binnen Zorg- en AdviesTeams, samen met andere partners zoals o.a. peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, scholen, algemeen maatschappelijk werk, gezinscoaches, Bureau Jeugdzorg, Geestelijke gezondheidszorg. Als uit gesprekken of onderzoeken blijkt dat uw kind hulp of zorg nodig heeft, dan zoeken wij samen met u naar een oplossing. Soms kunnen wij die zorg of hulp zelf bieden, maar het kan ook zijn dat we u voor verder onderzoek, advies of hulp verwijzen naar een van onze partners op het gebied van gezond en veilig opgroeien. WAT DOEN WIJ NOG MEER? Cursussen De JGZ heeft een cursusaanbod op het gebied van gezond en veilig opgroeien. De Gezonde en Veilige School Ook achter de schermen wordt er hard gewerkt aan de gezondheid van uw kind. Door de school te stimuleren de schoolomgeving gezonder en veiliger te maken helpt de GGD mee aan een gezonder leefklimaat voor uw kind. De meeste scholen besteden al aandacht aan gezondheid, welzijn en veiligheid door lessen te geven over thema’s als gezonde voeding, maar ook door te praten over bijvoorbeeld een pestprotocol. De Gezonde en Veilige School-methodiek is dé praktische werkwijze om scholen daarbij te ondersteunen. Gezondheidsbevordering Consulenten gezondheidsbevordering bieden scholen ondersteuning bij programma’s over gezondheid. Deze ondersteuning kan onder andere bestaan uit hulp bij het maken van keuzes voor projecten, teamtrainingen of oudervoorlichtingen. Wet KinderOpvang De GGD Limburg-Noord voert inspecties uit in het kader van de Wet KinderOpvang (WKO). Deze inspecties worden uitgevoerd op peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureau’s en gastouders. Centrum voor Jeugd en Gezin Met vragen over opvoeden en opgroeien kunt u ook bij Jeugdstation, het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), terecht. Het CJG werkt samen met meerdere organisaties, waardoor uw vraag snel en goed beantwoord kan worden. De JGZ is één van de partners, die onderdeel uitmaakt van het CJG.

Signaleringssysteem De GGD Limburg-Noord, afdeling JGZ is aangesloten op het signaleringssysteem: Verwijsindex Noord- en MiddenLimburg. Een elektronisch systeem, waarin hulpverleners kunnen aangeven als zij zich zorgen maken over een kind of jongere. De verwijsindex zorgt ervoor dat de betrokken hulpverleners eerder met elkaar in contact komen om de hulp beter op elkaar af te stemmen. Het gebruik ervangebeurt met kennisgeving aan de ouders en/of de jongere. 24


Uw privacy, onze zorg De GGD Limburg-Noord verwerkt persoonsgegevens om u van dienst te kunnen zijn. Hierbij wordt de Wet Bescherming Persoonsgegevens in acht genomen. Gegevens worden bewaard in het digitaal dossier JGZ en alleen gebruikt voor JGZ. De toegang tot gegevens is beveiligd en beperkt tot daartoe aangewezen medewerkers die een geheimhoudingsplicht hebben. Zonder uw toestemming worden gegevens niet aan derden verstrekt. De GGD Limburg-Noord is een gemeentelijke dienst met een dagelijks bestuur dat eindverantwoordelijk is. De GGD Limburg-Noord heeft de regels vastgelegd in een Privacy Reglement dat bestuurlijk is goedgekeurd.

Digitaal dossier De GGD Limburg-Noord is wettelijk verplicht om van elk kind een digitaal dossier aan te leggen. Onze medewerkers noteren hierin belangrijke zaken over uw kind. U mag altijd vragen vertrouwelijke zaken, niet in het dossier opte nemen. Ook kunt u het dossier inzien. Gaat u verhuizen, dan stuurt deGGD LimburgNoord het dossier, met uw toestemming, door naar de GGD van uw nieuwe woonplaats.

HOE ZIJN WIJ TE BEREIKEN?

Voor uitgebreide informatie, (inhoudelijke) vragen en het maken en/of verzetten van een afspraak kunt u op verschillende manieren contact met ons opnemen. Adresgegevens, hoofdkantoor GGD Limburg-Noord, onderdeel van de Veiligheidsregio Drie Decembersingel 50 5921 AC Venlo-Blerick Telefoon Voor aanstaande ouders en ouders van kinderen in de leeftijd tot 4 jaar: 088 - 61 08 861. Op maandag t/m vrijdag van 08.30 - 17.00 uur. Voor ouders en/of kinderen/jongeren in de leeftijd van 4-19 jaar: 088 - 11 91 111. Op maandag t/m donderdag van 08.30-17.00 uur en op vrijdag van 08.30-14.00 uur.

Klachtenreglement De medewerkers van de GGD Limburg Noord proberen iedereen zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het gebeuren dat u vindt dat u niet correct bent behandeld. Neemt u dan contact op met de GGD Limburg Noord. Wij nemen uw klacht serieus.

Website www.ggdlimburgnoord.nl

4.8 Centrum voor Jeugd en Gezin / Jeugdstation.nl Opvoeden gaat gelukkig vaak ‘vanzelf’. Toch is het voor ouder(s)/ verzorger(s) fijn om, indien nodig, een steuntje in de rug te krijgen bij het opvoeden van opgroeiende kinderen. Met vragen over opvoeden en opgroeien bent u bij de Centra Jeugd en Gezin in Noord- en Midden-Limburg op de juiste plek. Hier kunt u uw verhaal rustig aan iemand vertellen. Als het nodig is zoeken ze samen met u de juiste weg. De Centra Jeugd en Gezin werken samen met talrijke organisaties, waardoor uw vraag snel en goed beantwoord kan worden.


Voor alle vragen over opvoeden en opgroeien! Voor kinderen en jongeren tot 23 jaar, voor ouders en professionals. Adres: Telefoon:

Nijverheidsstraat 16 te Panningen 077 – 47 38 000

Website: E-mail:

www.jeugdstation.nl [email protected]

Wat is Jeugdstation.nl? - Jeugdstation.nl is het centrum voor jeugd en gezin in de Gemeente Peel en Maas. - Jeugdstation.nl is een plek voor iedereen in de gemeente Peel en Maas die een vraag heeft over opgroeien en opvoeden. - Jeugdstation.nl is een website, een telefoonnummer en een gebouw. - Jeugdstation.nl is ook een radioprogramma bij Omroep P & M, iedere maandag en donderdag van 17.00u tot 18.00u. Wie is Jeugdstation.nl? - JeugdGezondheidsZorg (JGZ) 0 - 4 jr (o.a. consultatiebureau) - Jeugdarts / Pedagogisch Spreekuur (JGZ-GGD) - Jongerenwerk (Vorkmeer) - Maatschappelijk werk (Vorkmeer) - Stichting Prisma - Het Bouwens - Bureau Jeugdzorg Opvoedinloop Iedere vraag is een vraag. Ook als er geen probleem is, kunnen er vragen zijn over de opvoeding en de ontwikkeling van je kind. Met alle vragen kun je terecht bij de Opvoedinloop van Jeugdstation.nl. Je kunt zonder afspraak binnenlopen op: maandag-, dinsdag- en donderdagmiddag van 13.00 tot 17.00 uur en vrijdagochtend van 9.00 tot 12.00 uur. Adres: Nijverheidsstraat 16 te Panningen Telefonisch een vraag stellen (077-4738000) of per mail via [email protected] kan natuurlijk ook. De Opvoedinloop biedt: - tips en adviezen van een professional, - informatie en advies, - doorverwijzing als het nodig is, - de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen met andere ouders, - de mogelijkheid om thema’s te bespreken. Vind je het als ouder interessant om mee te praten in de klankbordgroep of wil je eerst meer informatie, neem dan contact op met Jeugdstation.nl.


4.9 Bureau Jeugdzorg In sommige gevallen kan het ook nodig zijn om hulp of advies te vragen bij Bureau Jeugdzorg. Binnen Prisma wordt er intensief samengewerkt met Bureau Jeugdzorg. Inschakeling van deskundige hulp kan op zeer korte termijn. Zowel ouders als leerkrachten kunnen via de IB-er of de directie vragen om ondersteuning door Bureau Jeugdzorg. Regelmatig vindt er overleg plaats met de medewerkster van Bureau Jeugdzorg. 4. 10 Zorg- en AdviesTeam (ZAT) / Gezinscoach Wanneer er rond een kind een probleem speelt, wordt dit in eerste instantie met de ouders besproken en waar nodig wordt ook met (externe) instanties die bij het kind betrokken zijn, een overleg gepland om te streven naar afstemming op elkaar. Het initiatief voor zo’n MDO (multi-disciplinair overleg) kan uitgaan van de ouders of van school. Het zogeheten ZAT-overleg (Zorg- en Advies Team) waarbij drie keer per jaar overlegmomenten plaatsvinden met participanten als GGD, JGZ, Bureau Jeugdzorg, politie en maatschappelijk werk, gaat verdwijnen. Tijdens dit overleg op bovenschools niveau werden leerlingen besproken waar één van de partijen zich zorgen over maakt of waarbij men in handelingsverlegenheid verkeert. Op deze manier ontstond voor de school een doorgaande lijn van voor- en naschoolse voorzieningen, basisonderwijs en externe instanties. Binnen de gemeente Peel en Maas komt hiervoor per 1 januari 2015 de gezinscoach terug. Pilot gezinscoaches Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. In Noord-Limburg bereiden de gemeenten zich zoveel mogelijk in samenwerking op deze nieuwe taak voor. Twee belangrijke rode draden in het plan: ‘het gezin heeft de regie’ en ‘het gezin ondersteunen’. Uitgangspunt in de Jeugdzorg in Noord-Limburg is en blijft ook in de toekomst dat kinderen alle ruimte krijgen om zich op een veilige manier te ontwikkelen en hun talenten te kunnen ontplooien. Hierin spelen ouders als eerstverantwoordelijke de belangrijkste rol. De school, de naschoolse opvang, de vereniging, de buurt en zorgen welzijnsorganisaties zijn belangrijke partners; samen leggen ze een goede basis voor een zelfstandig leven. De kern van het nieuwe jeugdzorgstelsel zijn de gezinscoaches. Zij spelen een cruciale rol in de samenwerking rond gezinnen, het verhogen van de kwaliteit van de jeugdzorg en het terugdringen van het gebruik van specialistische voorzieningen. Een gezinscoach legt waar nodig de contacten met hulpinstanties als voorheen in het ZAT-overleg, en heeft als taak om een gezin te ondersteunen bij het herstel van het normale leven. Het is een professional met een brede blik die in de aanpak en analyse alle leefgebieden – zoals opvoeding, huisvesting, financiën, werk en gezondheid – meeneemt. De gezinscoach biedt het gezin (praktische) ondersteuning waar mogelijk en haalt er specialistische hulp bij wanneer dat de meest passende oplossing is. Hij of zij staat náást het gezin. Het gezin bepaalt namelijk in eerste instantie zelf wat er gebeurt. In de gemeente Peel en Maas kunnen ouders via Jeugdstation.nl in aanmerking komen voor deze pilot.


HOOFDSTUK 5

OUDERS EN SCHOOL

5.1 Ouderbetrokkenheid op onze school Gezamenlijk belang Wij willen het beste uit onze leerlingen halen. Dat kunnen we niet alleen, daar hebben wij u, als ouders, bij nodig. Wij delen ook een gezamenlijk belang, namelijk te zorgen dat de ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk verloopt en dat zij zich prettig voelen op school. Daarom is een goede samenwerking met ouders voor ons belangrijk. Zo stellen wij het op prijs om van u te horen hoe u vindt dat de ontwikkeling en het leren van uw kind verloopt. Van onze kant laten wij u weten hoe wij daar, op basis van onze ervaringen en toetsgegevens, naar kijken. De groepsleraar is voor u de persoon met wie u dit gesprek voert. Daarnaast zijn wij geïnteresseerd in uw mening als het gaat om mogelijke verbeteringen die wij nog kunnen aanbrengen in ons onderwijs. Wij zijn als school(team) een professionele organisatie die periodiek bij ouders (en leerlingen) peilt wat zij van het onderwijs en allerlei andere zaken op school vinden. Dat doen wij met tevredenheidsonderzoeken. Uiteraard krijgt u ook te horen wat wij met uw mening doen. Samenwerkingsovereenkomst Elkaar informeren en dialoog zijn kenmerkende begrippen in de communicatie met ouders. Omdat de samenwerking van school en ouders de basis is voor een zo goed mogelijke ontwikkeling van de kinderen, heeft het schoolteam in het voorbije schooljaar in samenwerking met de oudervereniging en de medezeggenschapsraad een aantal afspraken daarover vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Daarin is opgenomen zowel wat ouders van de school kunnen verwachten als wat de school van de ouders verwacht. Het is een intentieverklaring waarin is beschreven dat beide partners, in het belang van uw kind, bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen en er kort gezegd ‘samen voor gaan’. Op de website van onze school, www.bsdepas.nl, treft u de actuele versie van de samenwerkingsovereenkomst aan, als bijlage bij deze schoolgids. Vormen van ouderbetrokkenheid De betrokkenheid en inzet van ouders kan op meerdere manieren gestalte krijgen. Daarvoor onderscheiden wij activiteiten die respectievelijk te maken hebben met meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen. Meeleven Van u als ouders mag worden verwacht dat u meeleeft met uw kind, dat u geïnteresseerd bent in zijn prestaties en welbevinden op school. Met andere woorden: u toont belangstelling voor ‘hoe het gaat op school’ of ‘wat uw kind vandaag heeft geleerd’. Uit tal van onderzoeken blijkt steeds weer dat de betrokkenheid van ouders bij het leren van hun kind van grote invloed is op de prestaties van hun kinderen. Het spreekt voor zich dat deze belangstelling zich ook uitstrekt naar het maken van het huiswerk en het eventueel overhoren daarvan. En als er bijeenkomsten voor ouders worden georganiseerd, verwachten wij u natuurlijk op school. Verder vloeit uit deze samenwerking voort dat u de groepsleraar op de hoogte stelt van eventuele veranderingen in de thuissituatie, die van invloed kunnen zijn op het leren van de kinderen. De groepsleraar is de spil in het contact tussen de school en de ouders. Hij/zij kent de leerlingen en hun ouders en is op de hoogte van de thuissituatie. De groepsleraar bespreekt met u de voortgang in de ontwikkeling en de leervorderingen van uw zoon/dochter. Meeleven betekent uiteraard ook meedenken hoe het verder moet/kan met uw zoon/dochter als het (even) tegen zit met leren. De groepsleraar vertelt wat hij/zij doet en kijkt vanuit zijn/haar professionele invalshoek naar uw zoon/dochter in de groep. Maar uw kijk op hoe het met uw zoon/dochter thuis en op school gaat, telt uiteraard ook mee. Samenspraak in combinatie met respect voor elkaars verantwoordelijkheden en deskundigheden staan hierbij centraal. Meehelpen Ouders helpen op school actief mee bij allerlei activiteiten. Zonder de inzet van ouders redden wij het niet. Daarom vragen wij u aan het begin van het schooljaar via een ouderhulp-intekenlijst aan te geven voor welke activiteiten wij op u kunnen rekenen. Daarnaast hebben we de oudervereniging, die op schoolniveau allerlei activiteiten organiseert en coördineert. Ook daarvoor kunt u zich aanmelden.


Met ouders die op school helpen, worden van te voren afspraken gemaakt. Deze kunnen te maken hebben met de inhoud van de taak. Maar zeker zo belangrijk vinden wij de afspraken die gemaakt worden m.b.t. omgaan met elkaar, regels m.b.t. omgaan met kinderen en privacy van kinderen. In alle gevallen blijft de verantwoordelijkheid liggen bij de groepsleerkracht. De ouders die helpen op school, zijn tijdens de activiteiten verzekerd. Gelukkig zijn er jaarlijks vele ouders die zich middels de ouderhulp-intekenlijst opgeven. Opgeven voor hulp bij creatieve vakken en documentatiecentrum, bij het spelen van spellen, bij de schoolkrant. Dit zijn nog maar een paar voorbeelden. Dat wij blij zijn met deze hulp moge duidelijk zijn. Dit proberen wij jaarlijks uit te drukken middels een bedankmoment voor alle helpende ouders. Meedenken Samen weet je meer dan alleen. Deze waarheid is ook van toepassing op de school en de ouders. Wij willen graag gebruik maken van uw denkkracht. Dat is uiteraard eerst van toepassing als het om uw eigen kind gaat, maar ook als het om de school van uw kind gaat. Zo kunt u op een structurele manier bijdragen door als ouder zitting te nemen in de medezeggenschapsraad. Maar het kan ook incidenteel door tijdelijk deel uit te maken van een ouderpanel of een werkgroep. Als er op school bijvoorbeeld wordt nagedacht over veiligheid in en om de school, dan vinden wij het normaal dat ook ouders daarop hun kijk geven en met ideeën komen hoe we dit kunnen verbeteren. Zo zijn er wel meer onderwerpen te bedenken, waarover wij uw mening graag horen. Meebeslissen Wettelijk is geregeld dat elke school een medezeggenschapsraad (MR) moet hebben. De MR spreekt zich uit over het (voorgenomen) beleid van de school. In de MR zitten ouders en personeelsleden. Ten aanzien van sommige onderwerpen moet de MR instemmen, over andere moet ze adviseren. Op die manier hebben ouders rechtstreeks invloed op het onderwijsbeleid van de school. Bij voor ouders interessante onderwerpen als wijzigingen in onderwijstijd ligt het voor de hand dat de MR-ouders een bredere raadpleging organiseren onder de ouders. Welkom Aan de hand van deze vormen van ouderbetrokkenheid kunt u zelf bepalen op welke manier u betrokken wilt zijn bij de school van uw kinderen. Meeleven is een vorm van betrokkenheid die wij noodzakelijk vinden voor een goede samenwerking met alle ouders. De andere vormen vinden wij ook belangrijk, maar daarbij kunnen we ons voorstellen dat er ouders zijn die zich hiervoor minder geschikt vinden of minder mogelijkheden zien om dat te realiseren. Komt u zich eens oriënteren op wat voor u zinvol en haalbaar is bij de ouders die reeds actief zijn op onze school. Zij en wij verwelkomen u graag. Het is incidenteel ook mogelijk om eens een dagdeel op school mee te maken. Informeer maar eens bij de leerkracht. Wij zijn een open school en u bent van harte welkom!

5.2 Hoe informeren wij ouders? Net als met de kinderen, willen we ook met de ouders een goed contact onderhouden. We willen ook op een open manier met de ouders omgaan. We doen dat op verschillende manieren: • inlooptijd – Vóór ieder dagdeel is er 10 minuten inlooptijd. Ouders kunnen dan, samen met hun kind binnen lopen. Dit is een ontmoetingsmoment met de leerkracht, geen bespreekmoment! Wilt U iets bespreken met de leerkracht, dan kunt u daar altijd een afspraak voor maken. De afspraak hierover vanaf het nieuwe schooljaar: 29 Basisschool ‘de Pas’

•

•

• • • •

•

• •

Groep 1/2: bovenstaande geldt voor de ochtend- en de middagschooltijd. Groep 3/4: ouders kunnen ’s ochtends mee binnenkomen, naar een werkje kijken, indien nodig iets zeggen tegen de leerkracht en afscheid nemen als de leerkracht daartoe het signaal geeft. Groep 5/8: ouders komen alleen binnen als het nodig is voor een melding aan de leerkracht dan wel een ‘superwerk’ van hun kind even te bekijken. Aan alle ouders het verzoek niet langer dan noodzakelijk in de groep te blijven. rapporten - We hebben een eigen rapport. Via dit rapport houden we u regelmatig op de hoogte van de vorderingen en ontwikkelingen van uw kind. Bij groep 1/2 blijft deze rapportage intern; deze is echter te allen tijde in te zien en wordt besproken met de ouders. In groep 3 t/m 8 verschijnt 2x per jaar een woord/cijferrapport. gespreksavonden/10-minutengesprekken – In november ontvangen de ouders een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek met de leerkracht(en). Voor groep 1 is dit in januari, voor groep 2 is dit in december. Ook na beide rapporten (december/juni) is er de mogelijk tot een gesprek met de leerkracht(en) voor de ouders van groep 3 t/m 8. In juni is er nog een gesprek met de ouders van kinderen van groep 1/2. ouderavond - Aan het begin van ieder schooljaar is er voor alle ouders een algemene ouderavond. Deze ouderavond is groepsgebonden. Tijdens deze ouderavond komen zaken aan de orde die van belang zijn in het komende schooljaar. Vragen van uw kant proberen we dan ook te beantwoorden. gesprekken met de leerkracht - Buiten bovenstaande avonden om kunt u altijd een afspraak met de leerkracht maken. Wij zullen van onze kant ook niet schromen een gesprek met u aan te gaan als dat nodig mocht zijn. ouderuurtje - Voor de kinderen van groep 1/2 én een van hun ouders is er een jaarlijks ouderuurtje. Dan kunnen de kinderen een van hun ouders een rondleiding geven door de klas, samen aan het werk gaan met de materialen, samen bezig zijn met de dagelijkse praktijk van het kind. Kibbeljas-Info - Voor alle losse informatie op groeps- en teamniveau, voor berichten van MR, OV (oudervereniging), ouders en kinderen komt iedere donderdag de Kibbeljas, onze schoolkrant, uit. Vanaf dit schooljaar per e-mail en op de website (www.bsdepas.nl onder ‘Kibbeljas’). Als U deze wekelijks leest, bent U goed op de hoogte van de dagelijkse gang van zaken op onze school. De Kibbeljas is voor iedereen en door iedereen. ISY – via dit digitale berichtenmedium kan een leerkracht of de directie u op korte termijn informeren met betrekking tot bepaalde zaken. De desbetreffende ouders ontvangen dan een email dat er op ISY (bereikbaar via de website van de school, www.bsdepas.nl) een bericht voor hen staat. Indien gewenst kan de leerkracht/directie de ouders daarbij om een leesbevestiging dan wel een reactie vragen. de schoolgids - Hierin vindt u alles wat u en ons raakt m.b.t. onze school. de website – Op de website www.bsdepas.nl vindt u allerlei informatie met betrekking tot onze school.

U ziet, op veel manieren houden we met u contact. Contact over en weer is immers belangrijk. Wees niet bang hierom te vragen. Het is voor iedereen prettiger eventuele problemen met u te kunnen bespreken. Beter dan later te horen dat er een probleem was. Ook dit komt uiteindelijk het kind ten goede!

5.3 Contact met de groepsleerkracht of de directeur Als u één van de leerkrachten wilt spreken, zouden wij het erg op prijs stellen als u dat na schooltijd zou willen doen. Iedere leerkracht zal tijd vrijmaken om eventuele problemen met u door te praten. Toch is ook na schooltijd de leerkracht vaak nog met leerlingen bezig of heeft hij/zij andere zaken die voor school van belang zijn. U komt dan misschien ongelegen. Het is daarom het beste dat u van tevoren een afspraak maakt. Hetzelfde geldt voor een afspraak met de directeur.

5.4 Inspraak van ouders SchoolBestuur Net als alle basisscholen uit de gemeenten Peel en Maas behoort onze school tot Stichting Prisma, stichting voor primair onderwijs in de regio Helden e.o. Het Algemeen bestuur is officieel het bevoegd gezag. Mevrouw Paula Corsten is voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting. Samen met de directeuren van de scholen vormt zij het Directieberaad. 30 Basisschool ‘de Pas’

Medezeggenschap ouders: de medezeggenschapsraad (MR) Veel ouders zijn betrokken bij het onderwijs van hun kind. Soms is dit door praktische hulp te bieden, soms door mee te praten en mee te beslissen over allerlei schoolzaken. Als u echt mee wilt praten, kunt u zich opgeven voor de medezeggenschapsraad. Een MR is een medezeggenschapsraad, dat wil zeggen een raad die meepraat en meebeslist over ‘schoolse’ zaken (bijv. schoolgids, schoolplan, zorgplan). In de MR is zowel een afvaardiging van de ouders als van het personeel opgenomen. In een reglement is vastgelegd bij welke punten de MR instemmingsrecht of adviesrecht heeft. De cliëntenraad. De meeste scholen binnen de stichting PRISMA hebben een cliëntenraad. Te beschouwen als verlengstuk van de medezeggenschapsraad. In onze school fungeert ze vooral als “denktank”, en is ze geïntegreerd met de MR. De cliëntenraad bestaat uit ouders die zich samen met de directie en een afvaardiging van het team, buigen over onderwerpen die het onderwijs raken. Dit moet u breed zien: van pauzehapjes tot onderwijsvernieuwing / schoolontwikkeling, om maar eens twee onderwerpen te noemen. Samen met ouders wordt gewerkt aan kwaliteitsverdieping en –verbetering. We denken samen na over het beste aanbod voor de kinderen. Ook op PRISMA-niveau is er een afvaardiging van meedenkende personeelsleden en ouders: de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR), die zich bezighoudt met schooloverstijgende zaken. OuderVereniging Onderwijs is een deel van de opvoeding. Daarom is er regelmatig contact tussen ouders en school noodzakelijk. Steeds meer ouders willen betrokken worden bij de school en hun inbreng leveren. Om betrokkenheid van ouders vorm te geven is er een Oudervereniging aan school verbonden. De Oudervereniging Basisschool ‘de Pas’ bestaat uit allemaal ouders, waarvan de kinderen onze basisschool bezoeken. De vereniging bestaat uit een dagelijks bestuur (voorzitter, penningmeester en secretaris) en een aantal leden. De oudervereniging heeft een contactouder (zie adressenlijst) voor de ouders. Deze contactouder kan u verder helpen of verwijzen naar bijvoorbeeld de MR, directie of leerkrachten. De Oudervereniging heeft ongeveer 8 vergaderingen per jaar, waarbij altijd twee teamleden aanwezig zijn. De Oudervereniging behartigt de belangen van de kinderen tijdens haar activiteiten. Overzicht van de jaarlijkse activiteiten van de Oudervereniging. -

-

-

-

-

Meehelpen bij de organisatie van Sinterklaas. Organiseren van een thema-avond. Financiële bijdrage leveren aan viering communiefeest en schoolverlaterskamp. Verstrekken van financiële ondersteuning bij diverse activiteiten, bijvoorbeeld klassenbijdrage. Hulp bieden bij activiteiten waarbij leerlingen zijn betrokken, bijvoorbeeld de Kinderboekenweek. Helpen met organiseren en uitvoering van de jaarlijkse Kerst-inn of Kerstviering. Meehelpen bij de organisatie en verzorging van de Gezellige Dag. Meehelpen en financiële ondersteuning van Carnaval. Eventuele ondersteuning bij andere activiteiten waarvoor wij benaderd worden, bijvoorbeeld een Open Dag.


Om deze activiteiten te kunnen realiseren vraagt de Oudervereniging in het begin van ieder schooljaar schriftelijk een vrijwillige ouderbijdrage van € 12,50 voor een gezin met één kind. Voor elk volgend kind € 5,00 met een maximum van € 22,50. Ouders in de medezeggenschapsraad hebben instemmingsrecht bij de vaststelling of wijziging van de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage. Voor het innen van deze vrijwillige bijdrage kan een overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage met de ouders gesloten worden. Deze overeenkomst vindt u in bijlage 6 van deze schoolgids.

5.5 Overblijven Scholen zijn wettelijk verplicht om ruimte te bieden aan kinderen die overblijven. Op onze school gebeurt dit overblijven in de hal (groep 3 t/m 8) en de peuterspeelzaal (groep 1/2). De overblijfcommissie heeft de organisatie van het overblijven in handen. Zij overlegt hierover regelmatig met overblijfkrachten en de directeur. Op het prikbord in de hal hangt het overblijfwerkplan van onze school. Hierin vindt u alle informatie rondom het overblijven en kunt u lezen welke afspraken met elkaar gemaakt zijn. Een aantal punten hieruit zijn: • nieuwe overblijvers melden zich aan bij hun eigen groepsleerkracht en ontvangen een informatieset • er zijn vaste overblijfkrachten die volgens een vast systeem opgeroepen worden • overblijven kan op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag • er zijn buiten- en binnenspeelfaciliteiten • ouders/verzorgers betalen maandelijks per incasso of ontvangen een rekening • het overblijven kost € 1,20 per keer • de overblijvers beschikken over een eigen koelkast in de grote hal en in de hal bij groep 1/2 • de leden van de overblijfcommissie zijn: Esther Cox, Neerseweg 60, 5988 DA Helden, tel. tel. 077-3061223 Monique Meyer, Karthuizerstraat 5, 5988 AS Helden, tel. 077-3079808

5.6 Kindcentra Peel en Maas: buitenschoolse opvang (BSO) Met ingang van medio oktober 2009 heeft onze basisschool intern een eigen ruimte voor buitenschoolse opvang (BSO). Deze opvang wordt voor en na school verzorgd door medewerkers van Kindcentra Peel en Maas, dit volgens onderstaande regeling. Zie de reclamefolder op de volgende pagina. Vanaf 1 augustus 2007 zijn de scholen verplicht om Buitenschoolse opvang te realiseren. Dat betekent voor de scholen van stichting Prisma dat er een samenwerkingsovereenkomst is gesloten met Kindcentra Peel en Maas. De samenwerking tussen Stichting Prisma en Kindcentra Peel en Maas is vastgelegd in een contract. De contractvorming heeft op bestuurlijk niveau plaats gevonden. Het personeel van Kindcentra Peel en Maas is in dienst van deze opvangorganisatie. De opvangorganisatie zorgt voor opvangruimte. Het toezicht op de uitvoering vindt plaats op basis van de Wet KinderOpvang. De opvangorganisatie blijft juridisch en financieel verantwoordelijk voor de uitvoering. De ouders sluiten zelf een overeenkomst met Kindcentra Peel en Maas. Ouders blijven ook zelf verantwoordelijk voor de opvang van hun kinderen. De Wet KinderOpvang heeft enkel tot doel dat scholen de aansluiting tussen onderwijs en opvang gemakkelijker maken als ouders dit wensen. De scholen van Stichting Prisma, waartoe ook basisschool ‘de Pas’ behoort, verwijzen de ouders naar Kindcentra Peel en Maas Helden als er bij de ouders behoefte is aan kinderopvang voor of na school. Ouders kunnen hiervan gebruik maken, maar ook kiezen voor een andere organisatie of opvangvorm die beter bij hun wensen past. Ouders betalen zelf de kosten. Onder bepaalde voorwaarden kunnen zij een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang krijgen via de Wet KinderOpvang. De tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de ouder(s). Voor meer informatie hierover en de mogelijkheden die de buitenschoolse kinderopvang biedt, verwijzen we naar Kindcentra Peel en Maas, J.F. Kennedylaan 8, 5981 XC Panningen, tel. 077-3076049 of een andere organisatie voor kinderopvang waar u een overeenkomst mee afsluit.


5.7 Kindcentra Peel en Maas: peutergroep ‘t Pasje Vanaf schooljaar 2008/2009 hebben wij in onze school een eigen peutergroep, peutergroep ’t Pasje, tel. 06-57392246. Kinderen van twee tot vier jaar gaan hier enkele dagdelen naar toe. Middels regelmatig overleg werken de leerkrachten van groep 1/2 samen met de leidsters van de peuters. Zo kunnen zij samen zorgen voor een soepele overgang wanneer de kinderen naar de basisschool doorstromen. Peutergroep ’t Pasje en BSO de Pas: 06-57392246. Bereikbaar op: maandag, woensdag en donderdag

5.8 Ontwikkeling richting integraal kindcentrum (IKC) In de periode 2011-2015 zal de afstemming tussen peutergroep, BSO en richting toekomst mogelijk ook kinderopvang steeds hechtere vormen aannemen, nu de school zich een geleidelijke ontwikkeling richting integraal kindcentrum (IKC) ten doel heeft gesteld. Dit is verwoord in een schoolspecifieke opdracht voor een leerkracht die sturing/leiding geeft aan dit groeiproces, maar het moge duidelijk zijn dat deze ontwikkeling gedragen moet worden door het voltallige personeel van alle betrokken instanties.



5.9 Verzekeringen/aansprakelijkheid De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar berust op een misverstand. De school is alleen aansprakelijk en daarmee schadevergoedingsplichtig wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is dus mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid van de kant van de school. Een voorbeeld daarvan is schade aan een bril tijdens de gymnastiekles: die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten. Aansprakelijkheid verkeersbrigadiers Ouders/vrijwilligers en leerlingen uit groep 8 die voor school als verkeersbrigadiers optreden, vallen in principe onder de aansprakelijkheidsverzekering van de school. Indien er echter een motorrijtuig bij is betrokken, is de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering uitgesloten. De wetgever heeft namelijk, middels artikel 185 Wegenverkeerswet, bepaald dat de eigenaar of houder van een motorrijtuig aansprakelijk is voor schade veroorzaakt met zijn motorrijtuig. Het betreft hier risicoaansprakelijkheid die niet overdraagbaar is aan derden (de onderwijsinstelling). De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen verplicht de eigenaar of houder van het motorrijtuig tot het sluiten van een aansprakelijkheidsverzekering. De kans dat een verkeersbrigadier aansprakelijk kan worden gesteld voor een ongeval waar een motorrijtuig bij is betrokken, is zo goed als nihil. Voetgangers, fietsers, eigenlijk alle ongemotoriseerde verkeersdeelnemers worden gezien als de zwakkeren in het verkeer en worden door de juridische uitleg van dit wetsartikel (artikel 185 Wegenverkeerswet) extra beschermd. Een motorvoertuig levert extra risico voor deze zwakkeren op door hun snelheid en gewicht. De wetgever heeft daarom besloten in dergelijke gevallen alle aansprakelijkheid bij het motorvoertuig te leggen, tenzij ... Dit 'tenzij' gebeuren is nogal ingewikkeld, maar begint al met het feit dat alle bewijslast bij het motorvoertuig ligt. Als er een ongevallenverzekering is afgesloten, is deze wel altijd van kracht. Hierbij speelt de schuldvraag namelijk geen rol. 5.10 Vervoer van leerlingen per auto door ouders/verzorgers Zo af en toe door het schooljaar doen we wel eens een beroep op u om mee te helpen met het vervoer van kinderen. Sinds 1 maart 2006 is de regelgeving hieromtrent aangescherpt. Voor schoolvervoer is het echter niet duidelijker geworden. De wettelijke regeling luidt: ‘Alle kinderen kleiner dan 1.35 meter met een maximaal gewicht van 36 kilo moeten zowel voorin als achterin gebruik maken van een geschikt en goedgekeurd kinderzitje of zittingverhoger. Anderen moeten de veiligheidsgordel gebruiken. Een driepuntsgordel als heupgordel gebruiken mag niet meer.’ 35 Basisschool ‘de Pas’

Vervoer van ‘andere’ kinderen: Van ouders wordt verwacht dat ze voor hun eigen kind een autostoeltje of zittingverhoger in de auto hebben. Voor andere kinderen kan niet altijd een autostoeltje of zittingverhoger aanwezig zijn. Bij dit soort incidenteel vervoer over beperkte afstand mogen op de achterzitplaatsen kinderen vanaf 3 jaar (maar niet de eigen kinderen) volstaan met het gebruik van een gordel. De discussie die kan ontstaan, gaat dan over ‘Wat is ver?’ Als school willen we niet achteraf geconfronteerd worden met schadeclaims. We zullen het vervoer per auto voor de kleine kinderen zoveel mogelijk trachten te vermijden. Voor de kinderen groter dan 1.35 meter houden wij aan: • Kinderen mogen alleen op de achterbank vervoerd worden; • Er mogen zoveel kinderen op de achterbank plaatsnemen als dat er gordels zijn,


HOOFDSTUK 6

ONZE SCHOOL IN ONTWIKKELING

6.1 Kwaliteitszorg Kwaliteitsproject Stichting Prisma In voorbije schooljaren heeft onze school deelgenomen aan het kwaliteitsproject ’PIEK’. Alle scholen van stichting Prisma dit project doorlopen. Het doel van het project was: " alle scholen van de Stichting Prisma en daarin met name leerkrachten te stimuleren en te faciliteren om, op basis van de gestelde doelen voor goed onderwijs in het schoolplan, actief en systematisch aan kwaliteit en kwaliteitsverbetering met hun leerlingen te werken, over de opbrengsten verantwoording af te leggen naar alle belanghebbenden en de verworvenheden te borgen in het kwaliteitssysteem." Om dit doel te realiseren heeft een delegatie van het schoolteam een basistraining in de werkwijzen en instrumenten uit de PDSA-Verbetercirkel doorlopen. Daarmee kunnen verbeteronderwerpen door tijdelijke werkgroepen (verbeterteams) opgepakt worden. De aansturing van verbeterteams op schoolniveau gebeurt door een kwaliteitsteam (‘denktank’) op basis van de verbeteronderwerpen uit het schoolplan, c.q. jaarplan. Uiteraard krijgt dit ook in schooljaar 2014/2015 zijn voortgang. Het cyclisch proces van het kwaliteitsbeleid: de PDSA-verbetercirkel:

De zeven processtappen: 1. Beschrijf het verbeteronderwerp. Afhankelijk van het verbeteronderwerp wordt er een verbeterteam samengesteld. Het verbeterteam (een groep mensen die samenwerkt) bepaalt het doel, de grootte en de breedte van het verbeteronderwerp. Vervolgens probeert het team een duidelijk beeld te krijgen van het systeem/verbeteronderwerp. 2. Meet de huidige situatie. Er worden allerlei gegevens verzameld middels vragenlijsten, toetsen of interviews over de huidige situatie van het verbeteronderwerp, om te weten te komen hoe het systeem nu en in de toekomst werkt. Alle meetresultaten worden overzichtelijk weergegeven. 3. Analyseer de oorzaken. Op grond van de meetresultaten van stap 2 wordt er een theorie ontwikkeld voor de verbetering van het systeem. Eerst worden de oorzaken geanalyseerd en vervolgens wordt er een hypothese geformuleerd: ’als we dit doen, dan zal dat toenemen’.


4. Voer de verbeteracties uit. De verbetertheorie van stap 3 wordt daadwerkelijk uitgevoerd. De theorie (de vernieuwde werkwijze of methode) wordt een bepaalde periode uitgeprobeerd. 5. Bestudeer de resultaten. Nu worden er opnieuw gegevens verzameld over hoe het systeem werkt. Er wordt met precies dezelfde instrumenten gemeten als in stap 2, om de resultaten te kunnen vergelijken. Heeft de verbetertheorie daadwerkelijk tot verbetering geleid? Als de meetresultaten geen verbetering laten zien, gaat het team terug naar stap 3, en doet stap 3 t/m 5 over. Pas als er een verbetering wordt geconstateerd, gaat het team verder naar stap 6. 6. Borg de verbeteringen. Als er sprake is van een verbetering, wordt de verbetertheorie verder uitgewerkt, gedocumenteerd en (op grotere schaal) uitgeprobeerd. 7. Continueer verbetering. Het verbeterteam maakt vervolgens een plan met aanbevelingen voor verdere implementatie van deze verbetering, waarin ook is opgenomen wanneer er opnieuw wordt gemeten en geëvalueerd. Instrumenten en werkwijzen: tijdens de verschillende fasen en stappen in de PDSA-Verbetercirkel kunnen er diverse kwaliteitsinstrumenten gebruikt worden. Elk instrument dient een of meer specifieke doelen en kan in een of meer stappen van het verbeterproces ingezet worden. Ze kunnen ook als losstaande hulpmiddelen gebruikt worden bij verbeterprocessen

6.2 Schoolontwikkeling schooljaar 2013/2014 Verbeteronderwerpen: In voortgang op het schooljaar 2012/2013 heeft het schoolteam in het voorbije schooljaar grotendeels volgens de stappen van bovenstaand kwaliteitsproject de volgende verbeteronderwerpen ter hand genomen: . OGO-ontwikkeling: aansluiting groep 3/4 richting bovenbouw . begrijpend lezen (groep 1 t/m 8) . invoering nieuwe methode rekenen/wiskunde (Reken Zeker) . passend onderwijs; het vastleggen van de ondersteuningsstructuur . op weg naar een IKC (integraal kind centrum) OGO-ontwikkeling: aansluiting onderbouw - bovenbouw: Om de aansluiting op het ontwikkelingsgericht werken in groep 1 t/m 4 richting het meer programmatisch werken in de bovenbouw beter vorm te geven is gekozen voor een schoolbreed thema, het 40-jarig jubileum van de school, om op die manier vanuit de praktijk doorlopende lijnen en een gezamenlijk taalgebruik helder te krijgen: - een betekenisvol en uitdagend onderwerp, om aldus de betrokkenheid van de leerlingen zo groot mogelijk te doen zijn; - zoveel als mogelijk sámen met de leerling onderwijs maken, o.a. middels een thema-woordveld (waar denk je aan bij het woord theater?) en de 3 w-vragen (wat weet je er al van?, wat zou je willen weten? en waar vind je dat?); - vanuit het woordveld en de vragen van de leerlingen het thema vullen, o.a. door aansluitende onderdelen van de kennisgebieden en de expressievakken in te bouwen; - ervaren, beleven, leren, begrijpen: zélf een documentaire maken. Ondersteund door Cultuurpad en werkend met verschillende workshops en werkgroepen (toneel, decor, film, kleding/schminck, etc.) en met inzet van moderne ICT-materialen (IPads) is een volledig door de leerlingen zelf geproduceerde documentaire vervaardigd. Een aanzet die in ieder geval het belang van betekenisvol en uitdagend onderwijs en herkenbaar, gezamenlijk taalgebruik benadrukt heeft, en die in het schooljaar 2014/2015 opnieuw voortzetting krijgt middels een impuls vanuit het traject Vierslagleren.


Begrijpend lezen: nieuw, eigentijds leesonderwijs. In navolging van de aandacht voor de leesmotivatie d.m.v. technisch lezen (‘op onze school leer je lezen als een tierelier!’) is vooral stilgestaan bij de rol van de leerkracht (modelling!), het belang van aandacht voor woordenschat (o.a. viertaktmodel) en het werken met voor de leerlingen betekenisvolle, actuele en verschillende soorten teksten (o.a. Nieuwsbegrip, Kidsweek, teksten uit de kennisgebieden). De leerkracht helpt de kinderen een tekst op een systematische manier aan te pakken en gebruikt daartoe naast bekende strategieën als begeleid toepassen, herhalen/oefenen, terugvragen (het ‘vroegere’ vraag en antwoord-begrijpend lezen) ook nieuwe strategieën als aanbieden, voordoen, directe instructies. De kinderen leren effectieve strategieën voor begrijpend lezen hanteren: - het leesdoel bepalen (waarom ga ik deze tekst lezen), - voorspellen (waar zou de tekst over gaan), - gebruik maken van voorkennis over het onderwerp (wat weet ik hier al van), - jezelf vragen stellen tijdens het lezen (begrijp ik het nog, wat kan ik doen als ik het niet begrijp), - visualiseren van de tekst (een voorstelling, schema of woordweb maken), - samenvatten van de tekst (waar gaat de tekst over, wat is het thema, de hoofdgedachte), - jezelf vragen stellen na het lezen (ben ik te weten gekomen wat ik wilde, wat vind ik ervan). In opbouwende lijn vanuit groep 4 gebruiken de leerlingen een stappenplan en een woordhulp. Begrijpend lezen is communicatie, vandaar ook dat waar mogelijk door de leerkracht coöperatieve werkvormen worden ingezet om communicatie rond een tekst te bevorderen. De leerlijn begrijpend lezen is vastgelegd in een eigen ‘handleiding begrijpend lezen’ voor onze school, waarin alle relevante zaken m.b.t. begrijpend lezen zijn opgenomen. Invoering nieuwe methode rekenen/wiskunde (Reken Zeker): Bij de keuze voor de methode Reken Zeker speelden de volgende criteria een belangrijke rol: - de leerkracht blijft de spil van het rekenonderwijs: hij/zij staat boven de methode, bepaalt het aanbod en de manier waarop; - werken op 3 niveaus: basis (de grote groep), intensief (extra instructie/begeleiding/oefening) en verdiept (extra uitdaging) met groepsplannen en het directe instructiemodel; - opbrengstgericht werken (methodegebonden én – onafhankelijk), met inachtneming van de nieuwe referentieniveaus rekenen/wiskunde; - 1 rekenonderwerp per les en (vooral voor de leerlingen uit de basis- en intensieve groep) 1 oplossingsstrategie; - veel aandacht voor automatisering. In schooljaar 2013/2014 is met de methode gestart in groep 3 t/m 6. Met uitgever Wolters-Noordhoff is afstemming uitgewerkt m.b.t. het instapprogramma, de inzet van Dr. Digi (digitale leerkrachtondersteuning), het (eveneens digitale) leerlingvolgsysteem en inzet van ondersteunende rekenmaterialen. Per blok worden de groepsresultaten visueel gemaakt middels groepsgrafieken, hetgeen tussentijdse evaluatie vergemakkelijkt. De eerste CITO-resultaten zijn in alle groepen bemoedigend!


In het nieuwe schooljaar 2014/2015 zal ook groep 7 aan de slag gaan met Reken Zeker. Groep 8 werkt nog door met Pluspunt, maar gaat in aanpak nog meer dan eerst opbrengstgericht te werk d.m.v. starttoetsen bij elk blok, met vervolgens meer instructie op maat richting leerlingen die daar op onderdelen behoefte aan hebben. Via de reguliere bloktoetsing wordt dan op het einde van elk blok bepaald of gestelde doelen behaald zijn en of verdere oefening nog nodig is. Passend Onderwijs: zoals al in par. 4.3 (kopje ‘Passend Onderwijs’) vermeld, maken de scholen van stichting Prisma met ingang van schooljaar 2014/2015 deel uit van een nieuw, groot samenwerkingsverband, samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Limburg. In het voorbije schooljaar heeft het schoolteam meer lijn aangebracht in klassenmanagement en organisatie van de ondersteuning voor leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Dit houdt in: binnen de belangrijkste gebieden (rekenen, technisch en begrijpend lezen, spelling) werken met groepsplannen en effectieve instructie waarbij gewerkt wordt in 3 groepen (basis, intensief en verdiept). Dit op grond van observaties en bereikte opbrengsten (methodegebonden en methode onafhankelijk). Daarnaast is de vaste structuur wat betreft de handelwijze bij de diverse ondersteuningsniveaus vastgelegd in het beleidsstuk ‘Zorgstructuur BS De Pas’, hetgeen jaarlijks geëvalueerd en verder uptodate wordt gehouden: vanuit rolverdeling leerkracht/IB-er fijnafstemming m.b.t. organisatie en inhoud van de leerlingenzorg (groepsplannen, welke leerlingen individuele handelingsplanning, ontwikkelingsperspectieven, etc.); In afstemming met team en medezeggenschapsraad is het ondersteuningsprofiel van de school opgesteld, met inbedding van de zorgplicht en het onderzoek naar de grenzen van de school. Daarin wordt aangegeven welke reguliere en specifieke ondersteuning onze school kan bieden aan leerlingen die een stoornis, leer- of gedragsproblemen hebben en leerlingen die extra uitdaging nodig hebben. Op weg naar een IKC Vanuit het strategisch beleidsplan van stichting Prisma is de ontwikkelingsroute richting een integraal kind centrum (IKC) ingezet. Verwoord in een schoolgebonden opdracht steekt de school onder leiding van onderbouw-coördinator Chantal Nies daarbij in eerste instantie vooral in op afstemming van de dagelijkse praktijk binnen de samenwerking tussen peutergroep en de groepen 1/2. Naast zorgoverleg met de zorgcoördinator van Kindcentra Peel en Maas is er elke maand een ‘peuterkleutervergadering’ ingepland om in de praktijk meer samen te werken: samen thema’s voorbereiden, kinderen laten uitwisselen tijdens de thema’s, samen een activiteit buiten school ondernemen, peuters en BSO de Kibbeljas laten gebruiken om ouders te informeren, team PG en BSO formeel en informeel steeds meer bij het schoolteam te betrekken. De onderbouw-coördinator en een pedagogisch medewerkster van de peutergroep hebben in het voorbije schooljaar deelgenomen aan de bovenschoolse kwaliteitskring VVE. Volgens een opgesteld tijdspad volgen in schooljaar 2014/2015 de volgende samenwerkingsstappen. Overige aangepakte ontwikkelpunten/zaken: Behalve bovenvermelde verbeteronderwerpen heeft het schoolteam in het voorbije schooljaar ook aandacht besteed aan de volgende zaken: Creatieve vakken: verdere implementatie van de nieuwe aanpak van muziekonderwijs. De leerkrachten hebben meegedaan met de lessen die door de vakleerkracht muziek werden gegeven en waar mogelijk hebben zij de les, de week erna, zelfstandig voortgezet. De koppeling met cultuureducatie heeft vooral vorm gekregen middels de schoolbrede aandacht voor de ontwikkeling van de documentaire ’40 Jaar De Pas”, voor, met en door de leerlingen tot stand gekomen. Mediawijsheid: na een inventarisatie onder de leerlingen van groep 7 en 8 is in het kader van de Gezonde en Veilige School een goed bezochte informatieavond voor ouders georganiseerd m.b.t. veilig en verantwoord gebruik van internet/sociale media. Deze voorlichting werd ook in groep 7 en groep 8 aan de leerlingen gepresenteerd. Voor het nieuwe schooljaar 2014/2015 gaan deze groepen vanuit Kidsweek ook maandelijks het traject ‘Mediawijsheid’ volgen. Pestprotocol: in het verlengde van het beleidsstuk ‘Pedagogisch klimaat’ is door het schoolteam ook het pestprotocol van de school geactualiseerd. Samenwerkingsovereenkomst school-ouders: een intentieverklaring, opgesteld door schoolteam in samenwerking met de oudergeledingen, waarin is beschreven dat school en ouders, in het belang van uw kind, bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen en er kort gezegd ‘samen voor gaan’. Zie ook paragraaf 5.3. Schooltijden: in opdracht van stichting Prisma is de MR gevraagd om haar mening m.b.t. aanpassing van de schooltijden. Hiertoe is onder de ouders een enquête gehouden, welke aangaf dat het 40 Basisschool ‘de Pas’

merendeel van de ouders tevreden is over de huidige schooltijden. Eenzelfde beeld was te zien in de bovenschoolse vierjaarlijkse tevredenheidspeiling onder ouders die op het einde van het schooljaar plaats vond. Voor onze school op dit moment dus geen aanleiding tot verdere stappen. Ontwikkelingen rondom de ontwikkelingen van de tussenschoolse opvang en de toekomst van de school zijn hierbij vooralsnog af te wachten. Toekomst van de school: vanuit de voorzet door stichting Prisma voor het Integraal Huisvestings Plan van de gemeente Peel en Maas is een aanzet gemaakt tot het bespreekbaar maken van de toekomst van de school, dit in verband met de noodzaak tot groot onderhoud na 40 jaar. Een viertal opties (niets doen, verbouw, nieuwbouw ter plaatse en verplaatsing) zijn besproken met team, en oudergeledingen, waarbij de optie verplaatsing/nieuwbouw het meest reëel geacht wordt en inmiddels ook omarmd is door de dorpsraad. Dit Dörper Overleg heeft deze optie dan ook opgenomen in haar Dorpsontwikkelingsvisie richting gemeente. In schooljaar 2014/2015 zal de discussie m.b.t. de toekomst van de school voortgezet worden.

6.3 Schoolontwikkeling schooljaar 2014/2015 Ieder schooljaar worden vanuit het schoolplan 2011/2015 en n.a.v. de evaluatie van het voorgaande schooljaar speerpunten gekozen om in de schoolontwikkeling te borgen en/of te vernieuwen. Voor het schooljaar 2014/2015 staan o.a. de volgende thema’s/verbeteronderwerpen op het programma: - invoering Passend onderwijs: uitvoeren, borgen en evalueren schoolondersteuningsprofiel; - borgen zorgstructuur, met opname aanpassingen vanuit Passend onderwijs; - traject Vierslagleren: 2 leerkrachten volgen de master ‘Leren en innoveren’ op PABO De Kempel, met als speerpunten ‘Kansrijk formeren van groepen’ en ‘Betekenisvol thematiseren in de bovenbouw’. Vanuit de individuele studie volgt een schoolbrede vertaling; - aanzet tot beschrijving schoolconcept richting toekomst: schoolbrede afstemming tussen onderen bovenbouw m.b.t. betekenisvol thematiseren; - de inzet van IPads (ICT als middel); - verdere implementatie van de nieuwe aanpak van muziekonderwijs; - vaststelling van en uitvoering geven aan het aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen; - ontwikkeling van het schoolplan 2015-2019.

6.4 Scholing Om te bevorderen dat er planmatig gewerkt wordt aan genoemde doelstellingen, wordt jaarlijks een professionaliseringsplan opgesteld, als onderdeel van de schoolontwikkeling. Dit plan geeft een overzicht van de prioriteiten voor het toekomstig professionaliseringsbeleid, gekoppeld aan de specifieke behoeften van de school, met daarbij een raming van de benodigde financiële middelen. De terugloop in leerlingenaantallen vraagt van stichting Prisma ook nog in schooljaar 2014/2015 nog om beschikbare scholingsgelden weloverwogen ter beschikking te stellen. Dit noopt de stichting, en daarmee ook onze school, tot het stellen van prioriteiten qua professionalisering voor het huidige schooljaar: -

Traject ‘Vierslagleren’: de tweejarige masteropleiding ‘Leren en innoveren’ voor 2 leerkrachten, een koppel van een ervaren en een startende leerkracht, met inktvlekwerking richting team/school.


-

Interne Prisma-kwaliteitskringen leerkrachten: leren van en met elkaar op centrale beleidsthema’s zoals Meer-/hoogbegaafdheid, Afstemming van peuter naar kleuter, Onderwijs en ICT, Taal- en rekenonderwijs.

-

Studie(mid)dagen voor het team ‘Schoolconcept, nu en richting toekomst’.

-

Cursus ’Met sprongen vooruit’: 1 leerkracht van groep 3/4 volgt deze cursus, in aansluiting op de invoering van Reken Zeker.

-

Instructiebijeenkomst ‘Kurzweill 3000’: de leerkrachten van de kinderen die met het programma Kurzweill 3000 gaan werken, volgen deze instructiebijeenkomst.

-

Herhalingscursussen bedrijfshulpverlening: 7 leerkrachten volgen jaarlijks deze cursussen.

-

Onderwijsdag stichting Prisma: het hele team woont deze studiedag bij over diverse actuele thema’s vanuit de onderwijspraktijk van de verschillende scholen van stichting Prisma.

6.5 Zorg voor de relatie school en omgeving De school benut de mogelijkheden om met extern betrokkenen samen te werken. Die contacten zorgen ervoor dat onze school niet geïsoleerd raakt. We kunnen onze visie uitdragen, maar ook leren van anderen. Enkele voorbeelden van externe contacten zijn: - Deelnemen aan het directieoverleg van stichting Prisma; - Contacten met instellingen die deskundig zijn op het gebied van onderwijs, opvoeding, verzorging en welzijn (BCO-Onderwijsdienst, Mutsaersstichting, Opdidakt, Riagg, GGD, Centrum Nascholing Onderwijs, Bureau Jeugdzorg, politie, Adelante, etc.). Indien noodzakelijk vindt er bespreking met een of meer instellingen samen plaats; - Met de politie ligt er een afspraak om zaken rondom fysiek geweld en discriminatie te melden. Bij herhaling kan de politie slachtoffers ook uitnodigen om een officiële melding of aangifte te doen. Geweld en discriminatie kunnen en willen we op onze school niet accepteren! - Deelname aan VVE-overleg (Voor- en Vroegschoolse Educatie) met Kindcentrum Peel en Maas en waar nodig de GGD/JGZ; - Contacten met voortgezet onderwijs in de regio; - Contacten met SBO de Fontein (speciaal basisonderwijs); - Contacten met computerbeheer binnen stichting Prisma; - Deelname aan werkgroepen binnen stichting prisma, waaraan bepaalde schooloverstijgende zaken zijn gedelegeerd; - Contacten met het Dörper Overleg en de gemeente Peel en Maas in het kader van de toekomst van de school.


6.6 Overige zaken Techniek: onze school doet er aan mee! Het programma VTB (Verbreding Techniek Basisonderwijs) heeft basisscholen geholpen om wetenschap en techniek een structurele en geïntegreerde plaats in het onderwijs te geven. In 2010 hebben ruim 2500 basisscholen wetenschap en techniek duurzaam verankerd in hun onderwijsbeleid, schoolorganisatie en lesprogramma. Sinds de start van het programma stimuleerde en ondersteunde VTB scholen om beleid, organisatie en lessen te verrijken met wetenschap en techniek. Het doel van het Programma VTB was kinderen in aanraking te brengen met wetenschap en techniek, zodat zij hun talenten ontdekken en een positieve attitude ten aanzien van wetenschap en techniek ontwikkelen. Ook onze school heeft in de voorbije schooljaren aan dit programma deelgenomen. Op meerdere momenten (lessen, excursies) wordt er binnen de groepen 6 t/m 8 dan ook aandacht aan besteed. Vanaf schooljaar 2011/2012 geven we wetenschap en techniek meer structureel een plaats binnen ons onderwijs. Dit d.m.v. invoering van de methode Naut voor natuur en techniek voor de groepen 5 t/m 8. Ook komt techniek meer structureel aan bod binnen de creatieve vakken. Verkeer: veiligheid voorop! Wij vinden bij verkeersonderwijs de houding van het kind in het verkeer zeer belangrijk. We proberen de ouders er bewust van te maken dat een goede houding bij hun kind(eren) wordt gestimuleerd, wanneer ook zij hier hun verantwoordelijkheid in nemen. In de onderbouw is het vakgebied verkeer geïntegreerd binnen verschillende thema’s, zoals vervoer, de politie, waar wonen wij, etc. Daarbij wordt aandacht besteed aan de verkeersregels, de verkeersborden en afspraken die er zijn binnen het verkeer. De kinderen worden zich spelenderwijs bewust van verkeersregels, hun gedrag en verantwoordelijkheid wanneer zij aan het verkeer deelnemen. Waar mogelijk gaan de kinderen buiten, op de speelplaats of in de wijk, oefenen. Wij praten hier dan over ervaren, beleven, leren, begrijpen. Als basis hiervoor gebruiken we m.i.v. schooljaar 2013/2014 het pakket ‘Jong leren in het verkeer’ (peutergroep), Een rondje verkeer (groep 1 t/m 3) en Stap vooruit (groep 4). E.e.a. wordt gedaan in overleg met de verkeersouder van onze school. De midden- en bovenbouw maken gebruik van de verkeerskranten van Veilig Verkeer Nederland (Op Voeten en Fietsen, groep 5/6 – Jeugdverkeerskrant, groep 7/8). Ook hier staat praktisch oefenen, waar mogelijk, voorop. Uiteraard beantwoorden deze kranten aan de kerndoelen die voor verkeer beschreven staan. De kinderen raken vertrouwd met de verschillende rollen die zij in het verkeer kunnen hebben, zoals: speler, wandelaar, fietser, bestuurder. De verschillende verkeerskranten houden rekening met het niveau en de beleving van de verschillende bouwen. In de groepen 7 en 8 nemen de kinderen deel aan het schriftelijk en praktisch verkeersexamen. Ook wordt er aandacht besteed aan de school-thuisroute op het moment dat zij overstappen naar het Voortgezet Onderwijs. Dit doen we d.m.v. het houden van een fietscontrole, het proeffietsen van de examenroute en het oefenen van het schriftelijk examen via internet. Voor alle ouders is er een verkeersboekje met daarin de belangrijkste verkeerszaken in de omgeving van de school. Dit boekje wordt elk schooljaar onder de aandacht van de ouders gebracht. Mede hierdoor draagt onze school het Limburgse verkeersveiligheidslabel. Bovenstaande zaken worden jaarlijks vastgelegd in een verkeersactieplan, welk ter beoordeling wordt voorgelegd aan het ROVL. (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg). Net als de andere scholen van stichting Prisma maakt onze school deel uit van het zogeheten VEBOverkeersnetwerk, een verkeersconvenant-netwerk dat 3 x per jaar bij elkaar komt (gemeente, VVN, ROVL en verkeersouders en verkeerscoördinatoren van de scholen). Activiteiten vanuit dit VEBO-netwerk zijn: • Opname van verkeerseducatie in het schoolbeleidsplan, • Begeleiding en ondersteuning van schoolteams in individuele leerkrachten bij de keuze van materialen en methodieken, • Gestalte geven aan een (fysiek) verkeersveilige schoolomgeving, • Zorgen voor een veilige school-thuisroute voor de leerlingen, • Nascholing en informatie voor leerkrachten, verkeerscoördinatoren en verkeersouders m.b.t. nieuwe ontwikkelingen op verkeerseducatief gebeid,


•

Mede opstellen van activiteitenplannen (per school en/of per gemeente) i.s.m. andere instanties die actief zijn op het terrein van verkeerseducatie (o.a. via lokale netwerken).

Voor het basisonderwijs geldt dat activiteiten en campagnes moeten aansluiten op het routinematige werken in de klas. Dit betekent dat: • Er moet worden aangesloten op de gebruikte methodes, • Duidelijk wordt aangegeven waarom verkeerseducatie nodig is: maatschappelijke relevantie, • Er faciliteiten voor scholen gewenst zijn: . materiële voorzieningen: bijv. verkrijgen van hulpmiddelen voor omgevingsgericht verkeersonderwijs en financiële ondersteuning; . immateriële ondersteuning: begeleiding en ondersteuning van zowel binnen- als buitenschoolse activiteiten door het lokale netwerk. Onderstaand een aantal activiteiten op dit gebied: • Er is een verkeersouder en een verkeerscoördinator, • Deelname aan de gemeentelijke verkeersnetwerkbijeenkomsten door de verkeersouder, • Deelname aan verkeerscampagnes zoals ‘De scholen zijn weer begonnen’ en ‘Op voeten en fietsen naar school’. Tevens tweejaarlijkse deelname aan het ANWB-programma Streetwise; • Analyse door leerlingen van groep 8 van de schoolthuisroute naar hun toekomstige school V.O. • Bespreking verkeersveiligheid rondom de school op de maandelijkse vergaderingen van de oudervereniging; • Besprekingen met de gemeente over eventuele aanpassingen; • Schrijven van een actieverkeersplan; • Voldoen aan het label ‘Verkeersveilige school’. Burgerschapsvorming: kinderen leren adequaat te functioneren in de samenleving Het voorbereiden van leerlingen op een plek in de samenleving is belangrijk. Bij deze burgerschapsvorming spelen een drietal aspecten een rol: identiteit (o.a. waar hoor ik bij/voel ik me thuis, uit welk milieu kom ik, wat is mijn etnische afkomst, wat betekent het voor mij dat ik een jongen/meisje ben), democratie (wat zijn de spelregels, wat zijn grondrechten en plichten, waarover mag ik meepraten en beslissen, hoe ga ik om met diversiteit) en participatie (op welke wijze kan ik deelnemen en invloed hebben op de democratische en multiculturele samenleving). Burgerschapsvorming is niet te benaderen als een vak of een leergebied. Aspecten ervan (respect hebben voor elkaar, verantwoordelijk voor je eigen gedrag, samenwerken, democratische houding, etc.) komen terug in het pedagogisch klimaat, de omgang met elkaar (sociaal emotionele ontwikkeling: de school is een oefenplaats waar kinderen leren samen te leven en waar een kind telkens opnieuw mag beginnen) en het leerstofaanbod van vakken als geschiedenis, aardrijkskunde, wereldoriëntatie (democratie) en godsdienst/levensbeschouwing (identiteit). ICT Wij willen onze kinderen goed voorbereiden op de maatschappij, waarbij informatie en communicatietechnologie een steeds grotere rol zal gaan spelen. Daarom hebben we flink geïnvesteerd in een modern computernetwerk, voorzien van een internetaansluiting. Op tal van lesmomenten worden deze mogelijkheden ingezet. Vanaf groep 5 hebben alle leerlingen hiervoor hun eigen account. Op onze school hebben alle groepen een digitaal schoolbord of touch-screen ter beschikking, terwijl in het schooljaar 2014/2015 ook de eerste IPads hun intrede zullen doen. Net als in schooljaar 2013/2014 zal ook in schooljaar 2014/2015 veel aandacht uitgaan naar veilig computergebruik en de omgang met sociale media. Tweejaarlijks besteden we hieraan specifiek zowel binnen de groepen 7 en 8 als ook op een speciale informatieavond voor ouders aandacht. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 volgen groep 5 t/m 8 elke maand de les ‘Mediawijsheid’ van Nieuwsbegrip. Eén leerkracht neemt deel aan de Prisma-kwaliteitskring Onderwijs en ICT, met inktvlekwerking richting het schoolteam en borging van een effectieve en doelmatige inzet van de ICT-middelen binnen het onderwijs (ICT als middel!).


HOOFDSTUK 7

SCHOOLTIJDEN, VAKANTIES EN VERLOF

7.1 Schooltijden De schooltijden zijn als volgt: groep 1 t/m 8 08.30 uur tot 12.00 uur woensdag 08.30 uur tot 12.15 uur De kleine pauze is van: 10.00 uur tot 10.15 uur De middagschooltijden zijn van 13.15 uur tot 15.15 uur. Let op !! De kinderen van groep 1 hebben iedere vrijdag vrij. De kinderen van groep 2 en 3 hebben op vrijdagmorgen wel school en ’s middags vrij. Denkt u aan de inlooptijd voor school (10 minuten)? Probeer tijdig op school te zijn. Wij verwachten dat ouders tijdig afscheid nemen van hun kind (vóór 8.30 uur) zodat de leerkracht en kinderen stipt op tijd kunnen beginnen! Volgens wettelijke voorschriften moeten de groepen 1 t/m 8 in acht jaar tijd minimaal 7520 uur onderwijs ontvangen. Wij voldoen ruimschoots aan deze voorschriften. Het is voorgeschreven, dat we marge-uren reserveren i.v.m. calamiteiten.

7.2 Vakantierooster Ieder jaar wordt er een vakantierooster opgesteld. Hierbij zijn we afhankelijk van de algemene keuze die stichting Prisma maakt. Hierbij wordt ook gekeken naar de VO-scholen in de regio. We streven naar een zo gelijk mogelijk lopende afspraak. Ook proberen we om het nieuwe vakantierooster zo tijdig mogelijk door te geven. Voor het vakantierooster van het schooljaar 2014-2015: zie par. 11.1 (bijlage 1) achter in de schoolgids.

7.3 Verlof Ziek melden Geef tijdig een seintje als Uw kind ziek is en niet naar school kan komen. Het komt geregeld voor dat kinderen onder schooltijd naar de dokter, tandarts of orthodontist moeten. Uiteraard vragen wij dit zoveel mogelijk buiten schooltijd te plannen. Wanneer dit niet mogelijk is, moeten ouders dit telefonisch of per brief doorgeven op school. Extra verlof Alleen bij gewichtige omstandigheden mag per schooljaar 10 dagen verlof verleend worden. Meer dan 10 dagen moet aangevraagd worden bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente. Onder gewichtige omstandigheden valt geen vakantieverlof buiten de vastgestelde vakanties. Als regel wordt dit verlof op onze school dan ook niet gegeven. Speciaal verlof moet aangevraagd worden via het ‘aanvraagformulier vakantie en verlof’. Dit formulier vindt u in par. 11.4 (bijlage 4) achter in deze schoolgids. De directie is NIET bevoegd ongeoorloofd verlof toe te staan! Verlofaanvraag 4-jarigen Het is een misverstand te denken dat 4-jarige leerlingen vrij kunnen krijgen, omdat voor deze leerlingen de leerplichtwet niet zou gelden. Dit is niet geheel correct. Wij brengen u door middel van deze paragraaf op de hoogte welke regels ook voor 4-jarigen gelden wat betreft schoolbezoek. De meeste kinderen gaan al naar school als ze 4 jaar zijn. Ze vallen dan nog niet onder de Leerplichtwet, maar voor hen gelden wel de regels die de school voert over aanwezigheid en het


volgen van het onderwijs. Ze zijn daarmee dus schoolplichtig. U conformeert zich aan deze regels op de dag dat uw kind op school gaat starten. Begin van de verplichting tot geregeld schoolbezoek: 1. De verplichting om te zorgen dat het kind de school waar het als leerling staat ingeschreven, geregeld bezoekt, begint op de dag waarop het kind na inschrijving op die school kan plaats nemen. 2. Het schoolbezoek vindt geregeld plaats, zolang geen les of praktijktijd wordt verzuimd. 3. De ouders/verzorgers van het kind dienen er voor te zorgen dat het kind de school waarop het staat ingeschreven, geregeld bezoekt. 4. Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen ouders/verzorgers voor hun 4-jarig kind extra vrij krijgen. Dit noemen we ook wel verlof of vrijstelling van de plicht tot geregeld schoolbezoek. Kinderen hoeven dan een dag of voor een beperkt aantal dagen niet naar school. Dit geldt niet voor vakanties. Kinderen hebben in een schooljaar voldoende vakantie. Voor dit verlof is op school een formulier ‘Vrijstelling schoolbezoek andere gewichtige omstandigheden (geen vakantie)’ verkrijgbaar. 5. Verzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Peel en Maas, als ouders zonder toestemming hun kind uit school houden. Melding ongeoorloofd schoolverzuim De directeur is verplicht om de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Dit wordt kenbaar gemaakt aan de ouders. De ambtenaar leerplicht bevestigt de melding bij de ouders en toetst of de juiste route is gevolgd. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek: - m.b.t. 4-jarige kinderen in ‘opvoedende’ zin, - m.b.t. leerplichtige kinderen (5 jaar en ouder) in corrigerende zin. Ouders die hun (leerplichtige) kind(eren) hierna opnieuw zonder toestemming van school houden, kan op grond van de Leerplichtwet een boete worden opgelegd.


HOOFDSTUK 8

ALLERLEI

8.1 Stagiaires In voorbije schooljaren hebben we als school meegedraaid in een studentenproject met Pabo ‘de Kempel’ te Helmond. Het project was genaamd: Samen leraar worden. De studenten draaiden dan het hele jaar als stagiaire mee om zicht te krijgen op de leraar als professional in de breedste zin van het woord. Leren van en met elkaar in een professionele leer-werkgemeenschap. De opgedane ervaringen binnen dit project worden ingezet richting de studenten die dit schooljaar onze school komen bezoeken. 8.2 Verkeersexamen De kinderen van onze school doen in groep 7 mee aan het landelijke verkeersexamen. Daarbij wordt de school geassisteerd door Veilig Verkeer Nederland. Dit examen bestaat uit een schriftelijk examen en een praktisch gedeelte. De organisatie van het praktische deel wordt jaarlijks verzorgd door 2 scholen van stichting Prisma. Hierbij worden ouders gevraagd via de ouderhulp-intekenlijst in het begin van het schooljaar. 8.3 Schoolverlatersdagen Als kinderen acht jaar, of een beetje meer, bij ons op school hebben gezeten, gaan ze uiteraard niet “zo maar” weg van school. Aan het einde van groep 8 worden de zogenaamde schoolverlatersdagen georganiseerd. De groep gaat dan een aantal dagen naar een kampplaats. Daar zijn we op een ongedwongen manier bij elkaar. Deze dagen worden voorbereid op school. Dit gebeurt samen met de kinderen en een groepje ouders. Altijd weer merken we dat deze dagen zeer nuttig en zinvol zijn. Een goede herinnering aan een fijne tijd zal hen zo bij blijven. Verder wordt de schoolperiode bij ons afgesloten met de slotavond. Kinderen bereiden een revue voor en treden hiermee op tijdens de slotavond voor ouders en leerkrachten, oudervereniging en MR. 8.4 Pauze-snack Op onze school mogen kinderen alleen nog fruit/groenten of een boterham meenemen. Om te drinken kunnen ze gebruiken maken van water uit de kraan. Kinderen kunnen, indien zij dit wensen, een eigen beker of flesje meebrengen. Als school sporen we ouders aan om hun kind liefst elke dag, maar in ieder geval op de ‘fruitdagen’ (maandag-woensdag-vrijdag) een stukje groente/fruit mee te geven als pauzesnack. 8.5 Trakteren/feesten Een belangrijk onderdeel van samen-leven is het samen feest vieren. In de klas worden de verjaardagen van de kinderen en de leerkracht eenvoudig gevierd. Er mag getrakteerd worden. Houd het echter zo gezond mogelijk. Lijst van traktaties die zijn toegestaan: alle soorten koek (geen chocola!), cake, fruit, vlees, worst, kaas, krentjes, rozijnen, pakjes drinken (zonder kleurstof), gekookte eieren, mini-cakejes, crackers, soepstengels, popcorn, wafels, oliebollen, soesjes. Géén ijs, chips of speelgoed (knikkers, potloden, toeters e.d.) Alles wat NIET mag, wordt ook NIET uitgedeeld. Bij twijfel s.v.p. even vragen! Deze lijst is op de verschillende prikborden in de school terug te vinden. Er komen steeds meer kinderen met diëten en/of allergieën. Het zou fijn zijn als u ook bij het trakteren met deze kinderen rekening houdt. Omdat er steeds meer regels, vragen en opmerkingen komen rond privacy van kinderen en wij hier zorgvuldig mee om willen gaan, hebben we besloten, dat er tijdens het vieren van de verjaardag van kinderen in de groep alleen nog maar foto’s gemaakt mogen worden door ouders en geen videoopnamen. Daarnaast vieren we ook feest met alle kinderen en leerkrachten van de school, bijvoorbeeld Sinterklaas, Kerstmis, Carnaval en de jaarlijkse Gezellige Dag. 47 Basisschool ‘de Pas’

8.6 Bewegingsonderwijs In alle groepen staat bewegingsonderwijs op het rooster. Uiteraard is dit aan de ontwikkeling van iedere groep en alle leeftijden aangepast. De kinderen van groep 1/2 gymmen in de eigen speelzaal. Bij goed weer gaan we vaak naar buiten! De kinderen van groep 3 t/m 8 gaan naar de grote gymzaal bij gemeenschapshuis ‘Kerkeböske’. Zij mogen alleen gymschoenen dragen die ze niet buiten gedragen hebben. Daarnaast dragen ze gymkleding: een gymbroek met T-shirt of een gympakje is prima. In de groepen 3 t/m 8 wordt dit schooljaar het bewegingsonderwijs verzorgd door de eigen groepsleerkracht. Groep 8, 3 en 5/6 hebben gymles op donderdagmorgen. Groep 4/5 en 6/7 hebben gymles op donderdagmiddag. Schoeisel Gymles Om definitief een eind te maken aan een heleboel onzekerheid rond het dragen van schoeisel tijdens de gymlessen, heeft het Netwerk Bewegingsonderwijs voor Noord- en Midden Limburg de deskundige mening gevraagd bij 4 instanties, t.w.: 1. GGD Noord-Limburg 2. Orthopaedisch Chirurgen Venlo/Venray 3. Maatschap Podotherapie Noord-Limburg 4. Shoe-fit, Joop Creemers (sportpodoloog), Tegelen Deze 4 instanties doen de volgende aanbevelingen: In de gymzaal/sporthal: gym- en spellessen voor groep 3 t/m 8. Hier geldt: het dragen van gym/sportschoenen verplicht stellen. Let bij de aanschaf op: • een goede pasvorm • een goede stabiliteit (steunfunctie, stevige hielkap) Koop geen loopschoenen (laten vaak strepen achter) of (gladde) turnschoentjes voor in de zaal. Sokken dragen in de gymschoenen. Stimuleer om na de les schone sokken aan te trekken. Indien een leerling op blote voeten meegedaan heeft, is voeten wassen een goede zaak, mits de voeten na het wassen heel goed worden afgedroogd. Laat leerlingen nooit op blote voeten in de wasruimte rondlopen. De kans op besmetting (o.a. voetschimmels) is daar het grootst. In het speellokaal: gymlessen voor groep 1 en 2: Hier geldt: gymmen op blote voeten (uitzonderingen: medisch advies). De beste keus voor de totale voetontwikkeling. Ook vanuit het oogpunt: observatie, hoe gedraagt de voet zich tijdens de lesopdrachten.


8.7 Brigadiers en verkeersouder. De verkeersouder heeft op school een aantal taken waarbij het thema verkeer centraal staat. Samen met het team wordt bekeken welke zaken de verkeersouder extra kan inbrengen. In groep 7 nemen de leerlingen deel aan het theoretisch verkeersexamen en de praktische verkeersproef. De verkeersouder oefent vooraf met de leerlingen en neemt als controleur deel aan de praktische verkeersproef. De verkeersouder wordt aangestuurd door Veilig Verkeer Nederland. Daarnaast onderhoudt de verkeersouder contacten met de gemeente, de politie, het Dörper Overleg, andere basisscholen in de omgeving, en natuurlijk met alle ouders. De verkeersouder coördineert de brigadiers bij de zebra bij de Willem van Hornestraat. Dankzij de hulp van vele ouders en de kinderen van groep 8 kunnen de kinderen hier veilig oversteken. De contactpersoon van de ouders over verkeerszaken is Liset Swillens. De brigadiers zijn hier een kwartier vóór en een kwartier ná schooltijd aanwezig. 8.8 Kinderen brengen en ophalen De ingangen grenzend aan de speelplaatsen worden gebruikt door de kinderen van de groepen 3 t/m 8. De kinderen van de groepen 1/2 hebben een eigen ingang aan de kant van de weg ‘In de Pas’. Komt u uw kind naar school brengen, dan bent u altijd welkom om even mee naar binnen te gaan. Komt u uw kind ophalen, wacht dan buiten bij de hekjes, bij onze speelplaats. Er loopt altijd een leerkracht van de groepen 1/2 mee naar de zebra aan de Averbodestraat om de kinderen over te zetten. Er is niet veel parkeerruimte bij onze school; bij regenweer is het dan ook gauw vol. Parkeer dan NIET op de stoep. Dit is voor de kinderen een gevaarlijke situatie! Bespreek zelf met uw kind hoe de weg naar/van school zo veilig mogelijk is. 8.9 Op de fiets naar school? Met de fiets naar school mag alleen als het kind buiten het gebied woont dat omsloten wordt door de volgende straten: - Roggelseweg (hierbij horen ook de kinderen die verder wonen dan de Molenheg), - Veldstraat - Ceaciliastraat - Haammaekerstraat - Jacob van Marisring - Willem van Heukelomstraat - Kapelaan Verheggenstraat - Pastoor Hoemoetstraat - Barberastraat Wie direct na school elders moet zijn (bijv. tandarts, opvangadres, etc.) mag ook met de fiets komen. De fietsen moeten op de daarvoor bestemde plek ‘geparkeerd’ worden. 8.10 Vaste acties Er zijn een heleboel mensen en zaken in de wereld die onze hulp goed kunnen gebruiken. Als school hebben wij gekozen voor de volgende, jaarlijks terugkomende, acties: Kinderpostzegels, UNICEF en Jantje Beton. Daarnaast kiezen we voor Kerstmis ieder jaar een ander, wisselend goed doel voor onze bijdrage. 8.11 Schoolfoto’s Ieder jaar organiseert de oudervereniging het maken van schoolfoto’s. Deze kunnen op vrijwillige basis gekocht worden. De datum waarop de schoolfoto’s worden gemaakt, is voor schooljaar 2014/2015 woensdag 10 september.


8.12 Mobiele telefoons Bij ons op school is de afspraak dat kinderen geen mobiele telefoons mee naar school mogen nemen. Er is te allen tijde de mogelijkheid om op school te bellen. Zien wij toch bij een van de kinderen een telefoon dan wordt deze in beslag genomen en kunnen ouders deze op school komen ophalen. Voor uitzonderingen hebben wij de volgende afspraak: ouders nemen contact op met school, de telefoon wordt onder lestijd bewaard door de leerkracht/directeur en kan daarna door de leerling worden opgehaald. De school draagt geen verantwoordelijkheid voor het toestel. 8.13 Huiswerk Wij willen de kinderen al vroeg leren omgaan met huiswerk, het plannen en de uitvoering hiervan. Huiswerk komt in de groepen 6-7-8 aan de orde en is als volgt opgebouwd: • kinderen van groep 6 krijgen 2x in de week huiswerk (± 10 minuten per keer) • kinderen van groep 7 krijgen 2x - opbouwend naar 3x in de week huiswerk (± 20 minuten per keer) • kinderen van groep 8 krijgen 4x in de week huiswerk (± 30 minuten per keer) 8.14 Sponsoring Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een bevoegd gezag, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Bij sponsoring kan bijvoorbeeld worden gedacht aan: gesponsorde lesmaterialen, zoals lesboekjes, video's, posters en spellen sponsoren van activiteiten, zoals schoolfeesten, sportdagen of schoolreisjes sponsoren van gebouw/inrichting/computerapparatuur Het doel van sponsoring in het onderwijs is om financiële middelen of diensten te verwerven die de school ten goede komen. Het mag echter absoluut geen inbreuk op de kwaliteit van de school maken of die kwaliteit van sponsoring afhankelijk maken. Alle landelijke onderwijsorganisaties hebben binnen een zogeheten convenant afspraken gemaakt over sponsoring. Een brochure hierover "Scholen en sponsoring" is op school aanwezig en voor iedereen ter kennisname beschikbaar. Enkele belangrijke onderdelen uit het convenant zijn: scholen gaan zorgvuldig om met sponsoring sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen en er mag geen geestelijke en lichamelijke schade berokkend worden aan de leerlingen de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de school mag niet in gevaar gebracht worden sponsoring mag de continuïteit en inhoud van het onderwijs niet beïnvloeden klachten kunnen gericht worden aan de klachtencommissie en voor inhoudelijke concrete gevallen naar de Reclame Code Commissie er mag geen blijvende afhankelijkheid ontstaan Het beleid van stichting PRISMA is dat er binnen de scholen enkel sprake mag zijn van incidentele sponsoring, mits men zich houdt aan het convenant. Verder heeft de MR een belangrijke rol bij mogelijke sponsoring op school (advies-/instemmingsrecht). 8.15 Kunst en cultuur Onder cultuureducatie worden alle educatieve activiteiten verstaan die beogen de leerlingen in contact te brengen met cultuuruitingen in actieve, receptieve dan wel reflectieve vorm. Ook vallen hieronder activiteiten om de deskundigheid van de leerkrachten op dit gebied te vergroten dan wel het onderwijsteam aan te vullen of te laten ondersteunen door externe deskundigen of instellingen. Cultuureducatie strekt zich uit van beeldende vorming, muziek, dans en drama tot literatuur, audiovisueel en cultureel erfgoed. Onder dit laatste vallen ook musea, archieven, archeologie en monumenten. Een cultuureducatieve visie wordt geboren worden in de klas. Het proces dat plaatsvindt tussen kinderen en leerkracht, tussen school en omgeving, tussen team en ouders. Door die processen als 50 Basisschool ‘de Pas’

uitgangspunt te nemen, kom je tot een sterk cultuureducatief aanbod dat gedragen wordt door alle betrokkenen. Met aandacht voor werken aan kunstzinnige vorming, omgaan met het cultureel erfgoed en gebruikmaking van de culturele instellingen in de directe omgeving. Cultuureducatie ‘moet’, maar niet alleen op school. Ook ouders dienen aandacht te besteden aan de culturele aspecten die van belang kunnen zijn voor hun kinderen. Middels cultuurcoördinator Ankie Rutten van stichting CultuurPAD (Prisma-Akkoord-Dynamiek) participeert onze school in een regionaal netwerk, waar men de eigen ambitie op het gebied van cultuureducatie vertaalt in vragen waarop een passend antwoord wordt gezocht. Er is afstemming op de vraag van de school door middel van een interactieve communicatie tussen het team en (de coördinator van) CultuurPAD m.b.t. inhouden, mogelijkheden, financiën. In overleg wordt een planning opgesteld die tijdige oriëntatie en vastlegging van activiteiten mogelijk maakt. De website www.cultuurpad.nl is daarnaast een bron voor mogelijke activiteiten op de wat kortere termijn. Via CultuurPAD of vanuit eigen initiatief maakt onze school gebruik van diverse mogelijkheden tot kennismaking met kunst en cultuur. Het betreft dan incidentele bezoeken aan musea (bijv. Limburgs Museum, De Moennik) of het theater in de directe omgeving (DOK6, De Maaspoort) in het kader van een thema, een aanbieding, een festiviteit of een koppeling aan bijv. de Kinderboekenweek. 8.16 Muziekonderwijs Het Muziekmenu: met ingang van het schooljaar 2012/2013 is er een gevarieerd muziekmenu voor alle kinderen in de gemeente Peel en Maas, geïntegreerd in het onderwijs en in de naschoolse activiteitenprogramma’s. In zijn schoolloopbaan krijgt ieder kind op de basisschool gedurende alle leerjaren muziekonderwijs. Het Muziekmenu is een gevarieerd menu met muziekactiviteiten voor alle kinderen: van een eerste kennismaking met actieve muziekbeoefening naar muziekbeleving, zingen, muziekoriëntatie, muziekgeschiedenis, leren luisteren, leren muziek te waarderen, invloeden van muziek onderzoeken, kennismaking met alle vormen van muziek; wereldmuziek, jazz, klassiek, blaasmuziek, rock, pop, etc. Elke school kiest uit het Muziekmenu activiteiten en stelt zo haar muziekprogramma op maat samen. De school bepaalt zelf waar en wanneer de activiteiten plaatsvinden; binnen het programma van de school en/ of in het naschoolse programma. De school wordt gefaciliteerd en geeft zelf aan waar het accent komt te liggen. Het Muziekmenu bestaande uit: 1. de eigen muzieklessen van de scholen 2. een breed muzikaal aanbod door vakdocenten, experts, muziekmakers en verenigingen 3. na-/buitenschoolse activiteiten via Paxpress 8.17 Prisma presenteert de PADXPRESS!

In schooljaar 2011/2012 zijn alle basisscholen van stichting Prisma gestart met de PADXPRESS; een breed aanbod van naschoolse activiteiten. Met de PADXPRESS bieden we alle kinderen een unieke mogelijkheid om tegen een aantrekkelijk tarief workshops, lessen en/of activiteiten te volgen op het terrein van sport en spel, theater, dans, muziek, media, techniek, kunst, natuur, erfgoed en literatuur. Waarom? Naschoolse activiteiten bieden veel mogelijkheden voor kinderen. Met het realiseren van een breed aanbod van naschoolse activiteiten: o bieden we kinderen optimale ontwikkelingskansen binnen de acht intelligenties, o bieden we kinderen de mogelijkheid om in hun vrije tijd zich verder te ontwikkelen of te ontdekken wat ze leuk vinden en waar ze goed in zijn, 51 Basisschool ‘de Pas’

slaan we een brug tussen het kind en zijn of haar omgeving; in die omgeving fungeert de school als vindplaats voor talent en wegwijzer voor verdere ontwikkeling, o leggen we een verbinding tussen school en de omgeving, o versterken we de leefbaarheid in de kernen, o zetten we een eerste stap in de ontwikkeling van Integrale Kindcentra (IKC). PADXPRESS is een onderdeel van stichting CultuurPAD die werkt in opdracht van stichting Prisma. Meer informatie? Kijk dan eens op www.padxpress.nl o

8.18 Hoofdluiscontrole. Er blijken nog onduidelijkheden te zijn over het ‘hoofdluisprotocol’. Voor ieders duidelijkheid…… Na iedere vakantie zijn er ouders die alle kinderen controleren op hoofdluis. Het moment van controleren wordt altijd vermeld in de Kibbeljas-info. Mocht bij de controle blijken dat een of meerdere kinderen hoofdluis hebben, dan gaan we als volgt te werk: • De leerkracht wordt op de hoogte gesteld. • De leerkracht belt de ouders van de kinderen met hoofdluis. • Alle kinderen van de groep krijgen ter informatie een folder mee van de GGD hoe om te gaan met hoofdluis. Ouders kunnen dan thuis zaken in de gaten houden. • De kinderen met hoofdluis moeten thuis behandeld worden (zie folder). Deze kinderen worden nog enkele keren extra gecontroleerd. • Binnen school worden waar nodig ook maatregelen getroffen. Het kan zijn dat hoofdluis hardnekkig is. Op zo’n moment kunnen we besluiten om jassen in een zak aan de kapstok te hangen. • Verzoek: mocht u als ouder zelf bij uw kind hoofdluis constateren, geef dit dan s.v.p. even door aan de betreffende leerkracht. Voor alle duidelijkheid: hoofdluis is vervelend maar het kan ieder van ons treffen! 8.19 Surveilleren. Gedurende de morgenpauze van 10.00 uur zijn er altijd twee leerkrachten aanwezig op de speelplaatsen. Samen met de kinderen worden in het begin van het schooljaar de regels en afspraken over het buiten spelen besproken. ’s Middags kunnen de kinderen niet eerder dan 13.05 uur gebruik maken van de speelplaatsen, dit in verband met de grote groep overblijvers.


HOOFDSTUK 9

NAMEN EN ADRESSEN

Schoolteam: Directeur:

Henny Driessen, Schoolstraat 17, 5768 AN Meijel, tel. 4663806

Intern begeleidster:

Karin Iking, Jacob van Marisring 72, 5988 KG Helden

Groepsleraren:

Groep 1-2CHA: Chantal Nies, Koningin Julianastraat 16, 6096 AW Grathem Groep 1-2MIA: Mia Peeters-Billekens, St. Ursulahof 36, 5995 CG Kessel Chantal Winters, Graswinkellaan 188, 6005 KB Weert Groep 3: Willeke Leistra-Roubroeks, Bonenberg 30, 6041 RA Roermond Ingrid Hurks, 18 Novemberring 72, 5981 EX Panningen Groep 4/5A: Ilonka Veerman, Walburgisstraat 23, 6109 RE Ohé en Laak Groep 5B/6: Carina Niessen, Kerkhoflaan 20, 5931 LN Tegelen Ruud Vermeulen, Kerkstraat 81, 5981 CE Panningen Groep 7: Ilse Maessen, Rozenhof 16, 6093 DL Heythuysen Alice v Cauwenberghe, Oranjestraat 20, 5981 CB Panningen Groep 8: Marcel Claessen, Pastoor Gerrishof 2a, 5954 CC Beesel Betty vd Heuvel-Bergs, St. Antoniusstraat 18, 5954 NB Beesel

P.S.: De groeps- en taakverdeling voor het schooljaar 2014/2015 vindt u als bijlage in par. 11.2 Conciërge:

Pascal Verlinden (variabel)

Huishoudelijke Dienst M. Ebisch-Smolders, Burg. Janssenring 22, 5981 DH Panningen M. Habes-van Gaal, Averbodestraat 44, 5988 AZ Helden Overblijfmoeders A. van Gerven, J.F.Kennedylaan 103, 5981 XB Panningen A. Timmermans, Jacob van Marisring 11, 5988 KG Helden M. van Hertum, C. Verdellenstraat 2, 5988 BK Helden M. Huys, Caecilliastraat 12, 5988 AL Helden M. Rouleaux, Blauwververstraat 3a, 5988 HA Helden

tel. 077-3072833 tel. 077-3074449 tel. 077-3073097 tel. 077-3075169 tel. 077-3073510

Stichting Prisma (Primair Onderwijs Regio Helden) Voorzitter Raad van Toezicht: Mevr. O. Rens tel. 077-3079748 College van bestuur: Mevr. P. Corsten, tel. 077-3079748 Postadres Stichting Prisma, Postbus 7192, 5980 AD Panningen tel. 077-3079748 fax.077-3060557 Bezoekadres: Stichting Prisma, JF Kennedylaan 8, 5981 XC Panningen email: [email protected] internet: www.prisma-spo.nl


Medezeggenschapsraad Namens de ouders: Namens het schoolteam:

Harriët Maassen, Bianca Janssen, Nikky Schuijers, Conny van Straten, Judith van den Goor Betty van den Heuvel, Ilonka Veerman, Carina Niessen

OuderVereniging Voorzitster Secretaris Penningm. Overige leden:

Jill Delmée Jolanda Mestrom Bianca Janssen Carla Hermans, Kristel Bruijnen, Lian Janssen, Liset Swillens, Wendy van Berlo, Jessie Beurskens, Claudia Lemmen Namens het schoolteam: Ingrid Hurks en Henny Driessen Verkeersouder Liset Swillens, Arnold van Gelderpad 3, Helden

tel. 077-3060050

Geestelijkheid Pastoor deken P. v.d. Horst, Rochusplein 3, 5988 CG Helden Kapelaan H. Lemmens, Wilhelminastraat 44, 5981 XW Panningen

tel. 077-3071488 tel. 077-3071388

Muziekexpert Karin van den Broek Logopediste Denise Reuvers Telefonisch te bereiken: maandag en dinsdag E-mail: [email protected]

tel. 088-1191111

Leerlingbegeleiding Giralis Groep, p/a stichting Prisma BCO Onderwijsadvies, p/a stichting Prisma Inspectie Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800 – 8051 (gratis) Leerplichtconsulent gemeente Peel en Maas: Ans Somogyi-Selten

tel. 077-3066666

GGD: Drie Decembersingel 50, Postbus 1150, 5900 BD Venlo.

tel: 077-8504848


HOOFDSTUK 10

10.1

RECHTEN EN PLICHTEN VAN : OUDERS/ VERZORGERS – LEERLINGEN - BEVOEGD GEZAG

Klachtenprocedure stichting Prisma

Op elke school van de stichting Prisma is een klachtenregeling aanwezig. Deze garandeert een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belang van de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school. We onderscheiden drie soorten klachten: 1. klachten betreffende schoolorganisatorische zaken, 2. klachten betreffende agressie, geweld en discriminatie, 3. klachten betreffende seksueel misbruik of seksuele intimidatie. Op onze website treft u onder ‘Algemeen – Klachten’ iin een samenvatting van de klachtenregeling in schemavorm aan hoe de procedure per categorie is. Mocht er aanleiding zijn tot een klacht, dan kunt u te allen tijde de volledige versie van de klachtenregeling van de stichting Prisma opvragen bij: - de directie van de school, tel. 077-3060900, - de contactpersoon van de school: Bianca Janssen (lid medezeggenschapsraad) [email protected] - het bestuursbureau van stichting Prisma, tel. 077-3079748. 10.2

Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten

Alle kinderen op onze school volgen het onderwijsproces zoals staat aangegeven in het jaarplan. Met ouders en kinderen die een andere levensopvatting of geloofsovertuiging hebben, anders dan roomskatholiek, is afgesproken dat deze kinderen de godsdienstlessen volgen. Indien vanuit deze lessen extra activiteiten voortkomen, zoals o.a. kerkbezoek of voorbereiding op de E. H. Communie of het H. Vormsel, kunnen de ouders voor deze kinderen ontheffing vragen voor deze specifiek gerichte activiteiten. Bij deze activiteiten krijgen de kinderen nooit vrijaf maar zorgt de groepsleraar of de school voor een ander onderwijsprogramma. Deze zelfde procedure wordt gevolgd bij kinderen waarvan de ouders geen toestemming geven de kinderen mee te sturen met een excursie, schoolreis of schoolkamp. 10.3

Regels voor toelating

Het toelatingsbeleid is erop gericht dat we alle kinderen waarvan we aan de onderwijsbehoeften kunnen en/of moeten voldoen, zullen toelaten. De onderwijsbehoeften van het kind worden hierbij getoetst aan de mogelijkheden die in het schoolprofiel zijn aangegeven. Uitkomst van deze toetsing kan zijn: - toelating (= het inschrijven van de leerlingen in de administratie van de school), - toelating met contract (= een bindende, schriftelijke afspraak tussen ouders en school, waarin wordt vastgesteld wanneer niet meer aan de onderwijsbehoeften van de leerling kan worden voldaan), - geen toelating, c.q. verwijzing naar of advisering voor andere school. Kinderen en ouders/verzorgers dienen in alle gevallen de grondslag van onze school te respecteren. In ons beleid onderscheiden we de volgende categorieën: - onderinstroom 4-jarigen - zij-instroom leerlingen andere basisschool - zij-instroom speciaal basisonderwijs - leerlingen met indicatiestelling (Leerling Gebonden Financiering): “Het rugzakje” Uitgangspunt in alle categorieën is dat we in het belang van het kind een juiste keuze trachten te maken zodat het kind op de best mogelijke plek het onderwijs ontvangt dat nodig is. Ouders van leerlingen die zijn toegelaten, ontvangen hiervan schriftelijk bericht. A: Onderinstroom 4-jarigen In principe kunnen alle kinderen die de leeftijd van 4 jaar bereikt hebben, worden toegelaten. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de beginsituatie van ieder kind, zal er voor inschrijving overdracht van relevante ontwikkelingsgegevens van de voorschoolse educatie plaatshebben, en worden waar nodig de ouders uitgenodigd voor een intake-gesprek binnen zes weken na inschrijving. Indien uit de gegevens van de voorschoolse educatie blijkt dat verder onderzoek noodzakelijk is, dienen de ouders 55 Basisschool ‘de Pas’

hiervoor toestemming te geven en het onderzoek te worden afgewacht, alvorens de leerling wordt toegelaten. Wat betreft de datum van toelating: zie par. 4.1 ‘De opvang van nieuwe leerlingen in onze school’. B: Zij-instromers andere basisschool Toelating geschiedt na bespreking van het onderwijskundig rapport en evt. aanvullende onderzoeksgegevens van derden en het bewijs van uitschrijving van de vorige school. Ouders/verzorgers dienen deze gegevens ter inzage aan te bieden. Aan de hand van deze gegevens wordt getoetst of er aan de onderwijsbehoeften van het kind kan worden voldaan en inschrijving op school mogelijk is. Binnen zes weken na inschrijving vindt er een intake-gesprek plaats tussen de leerkracht en de ouders/verzorgers. C: Zij-instromers sbo-scholen Leerlingen afkomstig van een basisschool en daarna toegelaten bij een school voor SBO, die op advies van de PCL in aanmerking komen voor terugplaatsing, worden altijd op de school van herkomst toegelaten. Voor de overige leerlingen geldt dat de onderwijsbehoefte van het kind door de directeur en/of intern begeleider van de school wordt getoetst aan het schoolprofiel, eventueel in overleg met andere directeuren uit het Samenwerkingsverband WSNS Peelkwartier. Ouders/verzorgers dienen alle beschikbare onderzoeksgegevens aan de school ter inzage aan te bieden. D: Leerlingen met indicatiestelling (Leerling Gebonden Financiering): “Het rugzakje” Procedure Omdat elk kind anders is, en ook het gevolg van de stoornis of handicap voor elk kind anders is, zullen we elke aanmelding van kinderen met een “rugzakje” apart bekijken. Hierbij volgen we als school een stappenplan. In grote lijnen komt dit op het volgende neer: 1. Het gaat steeds om de balans tussen de hulpvraag van het kind (in termen van pedagogische aanpak, didactische aanpak, kennis en vaardigheden van de leerkracht/het team, organisatie binnen school en de klas, gebouwelijke en materiële aspecten, de positie van medeleerlingen, de rol van de ouders/verzorgers en de externe ondersteuning) én de (on)mogelijkheden van de school. 2. Het gaat steeds om een individuele beslissing. Het advies is dan ook om altijd aan te geven op welke manier (procedure) en aan de hand van welke criteria (inhoud) een aanmelding van een kind met een “rugzak” in behandeling wordt genomen. Voor alle duidelijkheid: in het kader van de wet passend onderwijs heeft de school met ingang van 1 augustus 2014 zorgplicht. De school zal voor ieder verzoek opnieuw een afweging moeten maken of ja/nee aan de ondersteuningsvraag van een leerling voldaan kan worden. Indien het antwoord hierop nee is, heeft de school de plicht om binnen het samenwerkingsverband een school voor die leerling te zoeken, die beter aansluit op de hulpvraag. Kernvraag is dan ook of de combinatie van handicap en de extra onderwijsondersteuning die noodzakelijk is, spoort met de mogelijkheden van de school. Voor een nog uitgebreidere toelichting en de complete uitwerking van de onder 1 en 2 genoemde punten verwijzen we naar het schoolplan. Begeleidingsmogelijkheden Zoals gezegd: elk kind is anders. De gevolgen van dezelfde handicap kunnen voor het ene kind wezenlijk anders zijn dan bij een ander kind. Dit maakt dat we elke aanmelding apart zullen beoordelen om te bezien welke mogelijkheden en onmogelijkheden onze school heeft om het kind te begeleiden. Ondanks het individuele karakter van elke aanmelding zijn er een aantal algemene zaken waarmee onze school rekening wil (of moet) houden die van belang zijn bij een goede afweging. We zetten er een aantal op een rijtje: - centraal in de afweging staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school. Bij die mogelijkheden wordt ook rekening gehouden met de andere kinderen op onze school. - plaatsing moet meerwaarde bieden voor ontwikkeling van het kind ten opzichte van plaatsing in de speciale school van het REC. Deze afweging geschiedt in overleg met de ouders. Samen zullen we afwegen welke voordelen plaatsing op de basisschool biedt ten opzichte van plaatsing op een speciale school.


-

-

door de plaatsing van een kind met een “rugzakje” mag de veiligheid van het kind en de andere kinderen op onze school niet in gevaar komen. We willen immers voor alle kinderen die op onze school zijn geplaatst een veilig schoolklimaat bieden. de continuïteit van de begeleiding zoals omschreven in het handelingsplan moet gewaarborgd zijn, bijvoorbeeld: - als de ambulante begeleiding door het REC om welke reden dan ook niet volgens het handelingsplan kan worden uitgevoerd, dan is dit van invloed op de begeleidingsmogelijkheden. - een “rugzakje” biedt over het algemeen ongeveer 4 uur per week extra begeleiding door iemand van de basisschool, inclusief overleg met het REC en de ouders, voorbereiding, rapportages, etc. Als hiervoor (binnen school, binnen het bestuur, of na werving) geen personeel is, is dit van invloed op de begeleidingsmogelijkheden. - de praktijk van het onderwijs in Nederland is dat groepen kinderen te maken hebben met wisselingen van leerkracht, bijvoorbeeld bij ziekte, compensatieverlof, duobanen. Gecombineerd met de vervangingsproblemen vanwege een tekort aan leraren kunnen ook dit factoren zijn die de begeleidingsmogelijkheden van het kind beïnvloeden. Dit geldt zeker als succesvolle begeleiding van het kind op de reguliere basisschool afhangt van de continuïteit van de begeleiding door een voor het kind herkenbare persoon of structuur. - de medewerking van de ouders is noodzakelijk. Het is bijvoorbeeld gewenst dat ouders goed bereikbaar zijn als er zich onverhoopt problemen voordoen.

We schatten in dat de extra begeleiding die een kind met een “rugzakje” krijgt, niet uit het “rugzakje” alleen kan worden betaald. Het vergt altijd meer tijd en inzet van een team dan wat het “rugzakje” aan mogelijkheden biedt. Dit hoeft plaatsing niet in de weg te staan. Soms kan de school nog wat extra’s doen; dat doen we immers voor alle leerlingen met extra onderwijsbehoeften, “rugzakje” of niet. Ook die overweging zullen we per kind maken, rekening houdend met het belang van alle kinderen op onze school en de draagkracht van het team. Tot slot Meer informatie over de regeling leerlinggebonden financiering is op onze school verkrijgbaar. Daarnaast wijzen we u op de internetsite die voor ouders van kinderen met een “rugzakje” is ontwikkeld: www.oudersenrugzak.nl .

10.4

Regels voor schorsing en verwijdering

Ordemaatregel Hieronder wordt verstaan een maatregel die nodig is om de rust/orde in een groep te kunnen handhaven of te herstellen. Dat betekent dat een leerling tijdelijk uit de eigen groep geplaatst wordt in een andere groep of bij een toezichthouder. Deze maatregel kan gezien worden als een voorloper op 57 Basisschool ‘de Pas’

een mogelijke schorsing en uiteindelijk een verwijdering. Voorafgaand aan deze ordemaatregel zijn ouders middels een waarschuwingsbrief uitgenodigd voor een toelichtend gesprek met de groepsleerkracht(en) en de directie. Schorsing Onder schorsing wordt verstaan het n.a.v. gedragsproblematiek tijdelijk verwijderen van een leerling uit de groep of van de school. Onder tijdelijk wordt verstaan minimaal een dag en maximaal drie dagen. Het besluit tot schorsing: Zo’n maatregel wordt genomen op basis van gedragsproblemen van de leerling (inclusief niet te tolereren gedrag) of op basis van niet te tolereren gedrag van ouders / opvoeders. Uitgangspunten: - Het bestuur kan op verzoek van de school een leerling alleen voor een beperkte tijd, hooguit enkele dagen, schorsen. - Schorsing vindt pas plaats nadat het bestuur hierover overlegd heeft met leerling, ouders, groepsleerkracht(en) en directie. - Het bestuur deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee. In dit besluit worden vermeld: - de redenen voor de schorsing, - de aanvang van de schorsing, - de tijdsduur van de schorsing en - eventuele andere genomen maatregelen. - De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. - Het bestuur stelt de inspectie en de leerplichtambtenaar in kennis van de schorsing en de redenen hiervoor. - Voor het einde van de schorsing hebben de ouders / verzorgers een gesprek met de school waarbij eventuele afspraken worden vastgelegd om de terugkeer van de leerling te kunnen laten plaatsvinden. Dossiervorming: Voordat tot schorsing van een leerling wordt overgegaan, wordt nauwkeurig een dossier bijgehouden van de problemen rond deze leerling. Bovendien moet er sprake zijn van een onhoudbare situatie in de groep voor de leerlingen en/of leerkracht(en). In het dossier wordt vastgelegd: - Een historische beschrijving van wat er in het verleden is voorgevallen en gedaan. - Onderzoeken die door interne en/of externe deskundigen hebben plaatsgevonden. - Beschrijving van het problematische gedrag en de ernstontwikkeling. Hierbij moet aangetoond worden dat de geboden hulp geen noemenswaardige verbetering van het functioneren heeft bewerkstelligd. - Concretiseren van de last die de leerling veroorzaakt voor de leerkracht. Dit kan door aan te geven hoeveel tijd de leerling per week van de leerkracht vraagt, waarbij die tijd onttrokken wordt aan het begeleiden van andere leerlingen. - Concretiseren van de storingen die de leerling veroorzaakt tijdens onderwijsactiviteiten en de verminderde mogelijkheden voor onderwijskundige handelingen door de leerkracht. Waar komt de leerkracht niet aan toe vanwege de aanwezigheid van de leerling? - Concretisering van de last die de leerling veroorzaakt voor andere leerlingen. Hierbij kan gedacht worden aan het afleiden van leerlingen bij onderwijsactiviteiten of dat andere leerlingen meegesleept worden in het ongewenste gedrag of andere leerlingen zelfs mee gaan doen. Het aantal leerlingen dat lijdt onder dit gedrag bijvoorbeeld. - Concretisering van de last die de leerling psychisch veroorzaakt, in de vorm van het verminderen van het veiligheidsgevoel van andere leerlingen. - Opsomming van klachten over de leerling die door andere leerlingen of hun ouders zijn ingediend. Verwijdering Verwijdering van een leerling is een uitzonderlijke maatregel, zowel gelet op de doelstelling van de school als op de positie van de leerling en de betreffende ouders/verzorgers, die plaatsvindt bij ernstig wangedrag van de leerling of zijn / haar ouders. Daarom is het bij - een negatieve escalatie in het gedrag van de leerling, - een ernstige vertrouwensbreuk met de ouders/verzorgers,


noodzakelijk dat de directie de ouders/verzorgers in de gelegenheid stelt de ontwikkelingen te volgen om daardoor de nodige maatregelen met begrip en verantwoordelijkheid te kunnen nemen. Dossiervorming: Voordat tot verwijdering van een leerling wordt overgegaan, wordt nauwkeurig een dossier bijgehouden van de problemen rond deze leerling. Bovendien moet er sprake zijn van een onhoudbare situatie in de groep voor de leerlingen en/of leerkracht(en) In het dossier wordt vastgelegd: - een historische beschrijving van wat er in het verleden is vastgelegd en gedaan. - onderzoeken die door interne en/of externe deskundigen hebben plaatsgevonden. - beschrijving van het problematische gedrag en de ernstontwikkeling. Hierbij moet worden aangetoond dat de geboden hulp geen noemenswaardige verbetering van het functioneren heeft bewerkstelligd. - concretiseren van de last die de leerling veroorzaakt voor de leerkracht. Dit kan door aan te geven hoeveel tijd de leerling per week van de leerkracht vraagt, waarbij die tijd onttrokken wordt aan het begeleiden van andere leerlingen. - concretiseren van de storingen die de leerling veroorzaakt tijdens onderwijsactiviteiten en de verminderde mogelijkheden voor onderwijskundige handelingen door de leerkracht. Waar komt de leerkracht niet aan toe vanwege de aanwezigheid van de leerling? Procedure: 1. Voordat het bevoegd gezag tot verwijdering besluit hoort het zowel de betrokken groepsleraar als de ouders. 2. De ouders ontvangen een gemotiveerd schriftelijk besluit waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. 3. Het bestuur meldt het besluit tot verwijdering van de leerling terstond aan de leerplichtambtenaar. 4. Indien ouders bezwaar maken hoort het bevoegd gezag hen over dit bezwaarschrift. 5. Het bevoegd gezag neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. 6. De school zoekt gedurende acht weken naar een andere school voor de leerling. De wettelijke kaders m.b.t. toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen worden gevormd door de artikelen 39, 40, 58 en 63 WPO (wet primair onderwijs).

10.5

Verstrekken van onderwijskundige rapporten

Voor ieder kind dat onze school verlaat (verhuizing, overplaatsing, schoolverlater) maakt de school een onderwijskundig rapport op. In dit onderwijskundig rapport staan o.a. vermeld: de gegevens van de leerling, ouders/ verzorgers en de school, de eventuele leerbelemmeringen, aandachtspunten en specialistische hulp, gegevens over de vorderingen bij de leer- en vormingsgebieden en een overzicht van de gebruikte methoden. Zowel de ontvangende school als de ouders/ verzorgers ontvangen (een kopie van) dit onderwijskundige rapport.


HOOFDSTUK 11

11.1

BIJLAGEN

Bijlage 1: VAKANTIES EN VRIJE DAGEN VOOR HET SCHOOLJAAR 2014/2015.

Het vakantierooster voor het nieuwe schooljaar ziet er als volgt uit: Schoolbegin: maandag 25 augustus Studiedag woensdag 15 oktober Herfstvakantie 20 t/m 24 oktober Kerstvakantie 22 december t/m 2 januari 2015 Carnavalsvakantie 16 t/m 20 februari Onderwijsdag woensdag 25 maart Pasen maandag 6 april Koningsdag maandag 27 april Meivakantie 28 april t/m 8 mei Hemelvaart 14 t/m 15 mei Pinksteren maandag 25 mei Zomervakantie 20 juli t/m 28 augustus

11.2

Bijlage 2: GROEPSINDELING EN TAAKVERDELING SCHOOLJAAR 2014/2015.

Groepsindeling: Groep 1-2 CHA:

maandag t/m vrijdagmorgen Chantal Nies Compensatie-uren Chantal Nies op vrijdagmiddag.

Groep 1-2 MIA:

maandag t/m donderdag Mia Peeters vrijdagmorgen (groep 2) Chantal Nies Compensatiedagen Mia op donderdag worden ingevuld door Chantal Winters.

Groep 3:

maandag t/m wisselende woensdag wis. woensdag t/m vrijdagmorgen

Groep 4/5:

maandag t/m vrijdag Ilonka Veerman Compensatiedagen Ilonka op donderdag worden ingevuld door Chantal Winters.

Groep 5/6:

maandag t/m woensdag donderdag t/m vrijdag

Groep 7:

maandag t/m woensdag Ilse Maessen donderdag t/m vrijdag Alice van Cauwenberghe In de periode therapeutische terugkeer Alice vindt vervanging plaats door Chantal Winters (o.v. periode zomervakantie tot herfstvakantie).

Groep 8:

maandag t/m dinsdag Betty van den Heuvel woensdag t/m vrijdag Marcel Claessen Compensatie-uren Marcel op (wisselende) woensdag worden ingevuld door Betty van den Heuvel.

Willeke Leistra Ingrid Hurks

Carina Niessen Ruud Vermeulen

Langdurige vervanging vanwege ziekte/afwezigheid wordt gemeld via schoolkrant ‘De Kibbeljas’. Verdere taakverdeling: Directietaken: Maandag t/m vrijdag: Henny Driessen Compensatiedagen Henny op vrijdag. Interne begeleiding: 60 Basisschool ‘de Pas’

1 dag per week (dinsdag/donderdag): Aanvulling vanuit SBO De Fontein:

Karin Iking nader in te vullen

ICT-coördinatie: Technisch: Algemeen:

Pascal Verlinden Henny Driessen

Conciërge: Ondersteuning onderhoud: Verzorging tuin:

variabele tijden vrijdagmorgen (incidenteel) donderdag

11.3

Pascal Verlinden Wiek Nies Wiel Verstegen

Bijlage 3: VERVANGINGSPROTOCOL

Voor de coördinatie van vervanging bij ziekte/afwezigheid/verlof heeft stichting Prisma het 'Centraal Meldpunt Vervanging' (Vervangingsplein) ingesteld. Het hieronder beschreven beleid is een overzicht van de stappen die genomen worden bij ziekte of verlof van een van de leerkrachten. Het kan voorkomen dat op bepaalde momenten helaas geen vervanging mogelijk is en scholen intern voor een oplossing zullen moeten zorg dragen. Beleid bij ziektevervanging 1. Bij een ziektemelding moet men eerst trachten in te schatten hoe lang vervanging noodzakelijk is. 2. De directie meldt de vervanging bij het Centrale Meldpunt Vervanging (Vervangingsplein). 3. Het Centrale Meldpunt Vervanging verzorgt (indien aanwezig) de vervanging. 4. Indien het meldpunt geen vervanging kan verzorgen, dienen andere mogelijkheden om tot een oplossing te komen overwogen te worden: - Verschuiving • als er wel een onderbouwvervanger beschikbaar is, intern gaan wisselen . • indien een LIO aanwezig is: vrijgeroosterde leerkracht inzetten (niet de LIO dus). - Inzetten of ruilen • De compensatiedagen van leerkrachten, taakrealisatie of IB-uren inzetten of ruilen. - Verdelen • De groep verdelen over andere groepen (maximaal voor een dag en alleen als het redelijkerwijs mogelijk is). 5. Bieden voorgaande mogelijkheden geen aanvaardbare oplossing, dan de betreffende groep thuis laten, volgens de richtlijnen van de hoofdinspectie, met daarbij de volgende afspraken: - melden aan het bestuurskantoor, - in principe niet de eerste dag, - alleen in het uiterste geval hanteren, - ouders schriftelijk op de hoogte stellen, - instellen van een 'telefoonboom' per groep om in geval van nood de ouders snel te kunnen informeren, - voor leerlingen die geen opvang hebben, binnen de school de opvang regelen, - wisselende groepen. 6. De schoolleider dient in principe niet voor vervanging beschikbaar te zijn in zijn ambulante tijd, tenzij er verschuiving van die tijd mogelijk is en zijn geplande werkzaamheden die verschuiving toestaan. 7. Bij aanvang van het schooljaar wordt in overleg tussen directie, schoolteam en medezeggenschapsraad een concrete procedure ‘Vervangingen’ voor het lopende schooljaar vastgesteld om aldus alert te kunnen reageren op een plotseling ziektegeval.

11.4

Bijlage 4: AANVRAAGFORMULIER VAKANTIE EN VERLOF

Op de volgende pagina’s treft u het formulier ‘Aanvraag buitengewoon verlof’ (vakantie en verlof) aan, zoals dat op onze school wordt gehanteerd. Op de achterzijde van het formulier is een ‘Stroomschema verlof buiten schoolvakantie’ opgenomen, zodat u voorafgaand aan een eventuele aanvraag zelf al kunt inschatten of uw verzoek voor goedkeuring in aanmerking komt. U kunt het formulier vanuit deze schoolgids kopiëren, dan wel in voorkomende gevallen een formulier vragen aan de leerkracht van uw kind(eren). Het formulier moet te allen tijde (via de leerkracht)


ingeleverd worden bij de directie. U ontvangt vervolgens bericht over ja/nee goedkeuring van uw aanvraag. Waarschuwing ! De directeur is verplicht de leerplichtambtenaar mededeling te doen van ongeoorloofd schoolverzuim. Die ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, zal een boete worden opgelegd.


Basisschool de Pas Averbodestraat 19 5988 AW Helden Tel.: 077-3060900 E-mail: [email protected] Website:

Aan de directeur van: Basisschool De Pas

aanvraag buitengewoon verlof (z.o.z. voor eigen inschatting) Dit aanvraagformulier geldt voor aanvragen voor geoorloofd schoolverzuim als: • wegens de specifieke aard van het beroep van één der ouders/verzorgers buiten de schoolvakanties om met (de) kind(eren) op vakantie wordt gegaan; • de leerling door andere gewichtige omstandigheden verhinderd is de school te bezoeken. gegevens aanvrager Naam:

Adres:

Tel.nummer:

…………………………. ……………………………………………… Datum gewenst verlof:

..........................

van …………………….. tot en met ………………………….

Reden voor het gewenste verlof: (eventueel de verklaring van de werkgever toevoegen) ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………

gegevens kind(eren)

1. 2. 3. 4.

Naam:

Geb.datum:

Groep:

……………………………………….. ……………………………………….. ……………………………………….. ………………………………………..

…………………. …………………. …………………. ………………….

…………….. …………….. …………….. ……………..

Datum:

Handtekening ouders/verzorgers:

………………..

………………………………………………………

besluit directie  

Akkoord Niet akkoord Reden: ………………………………………………………………………………………

Datum:

Handtekening directeur:



11.5

Bijlage 5: PROJECT HOOGBEGAAFDHEID STICHTING PRISMA

Ontwikkeling groep hoogbegaafden Stichting Prisma wil passend onderwijs bieden aan hoogbegaafde leerlingen. Om hieraan tegemoet te komen, is een arrangement ontwikkeld voor deze groep. Bij dit project wordt het voortgezet onderwijs in de regio (het Bouwens) nauw betrokken om te kunnen voorzien in een goede overdracht van primair naar voortgezet onderwijs. Stichting Prisma biedt dit arrangement sinds schooljaar 2008/2009 aan. Scenario voor de kinderen van stichting Prisma: Vanuit de eigen school deelname aan de plusklas op SBO De Fontein. De leerling neemt wekelijks deel aan de plusklas op SBO De Fontein en volgt op de eigen school een plusprogramma, met ondersteuning vanuit de plusklas. De plusklas De plusklas is bedoeld om hoogbegaafde leerlingen binnen de scholen van stichting Prisma tijdelijke opvang en begeleiding te bieden. Vanuit de plusklas wordt verder aan de scholen ondersteuning en begeleiding geboden door de kennismanager en de leerkracht(en). Hoofddoelstelling: De scholen van stichting Prisma zijn over een aantal jaren in staat om hoogbegaafde kinderen binnen de eigen onderwijssituatie: • te signaleren, • te diagnosticeren m.b.t. leerprocessen, werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling, • te begeleiden binnen de eigen onderwijsleersituatie, of anders • te begeleiden met de overstap naar een andere basisschool binnen stichting Prisma die meer gespecialiseerd is in de opvang van hoogbegaafde kinderen. Doelstelling m.b.t. de leerlingen: • kans bieden aan hoogbegaafde kinderen om ontwikkelingsgelijken te ontmoeten, • ondersteuning bieden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen – het welbevinden van deze groep kinderen, • hoogbegaafde kinderen kansen bieden om leerstof op een op hen afgestemde manier te verwerken en zich eigen te maken. Doelstelling m.b.t. de kennismanager/leerkracht(en): De kennismanager/leerkracht(en) van de plusklas is/zijn deskundig t.a.v. de begeleiding van hoogbegaafde kinderen. Hij/zij heeft/hebben expertise en dragen deze over aan de leerkrachten op de basisscholen. Dit gebeurt door middel van: • het geven van collegiale consultatie aan de individuele leerkracht, • het geven van workshops voor alle onderwijsgevenden binnen de stichting die belangstelling hebben voor hoogbegaafdheid, • het geven van informatie over diverse materialen, • het geven van ondersteuning bij het invoeren van beleidslijnen m.b.t. hoogbegaafdheid, • het ontwikkelen/gebruik maken van projecten die t.z.t. op de basisscholen ingezet kunnen worden voor hoogbegaafde kinderen, • begeleidende gesprekken te voeren met ouders en leerkrachten t.a.v. de individuele leerling. Met de plusklas worden hoogbegaafde kinderen (met problemen) opgevangen en tegelijk de scholen/teams begeleid in hun ontwikkelingsproces om ook voor deze kinderen passend onderwijs te bieden en af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de hoogbegaafde leerling. Wat komt aan bod binnen de plusklas ?

Leerlingen leren: 65 Basisschool ‘de Pas’

• • • • • • •

eigen vaardigheden op niveau in de les/projecten in te brengen, in verschillende creatieve rollen te functioneren (tekstschrijver, animator, componist, sound designer, dialog editor, etc.), leiding te geven aan een productie, het creatief en innovatief componeren en ontwerpen van muziek en geluid voor media zoals film, animatie, games, dance, ambient, pop, entertainment en kunst, in verschillende rollen te functioneren , muziek in verschillende media te implementeren (film, animatie, web, game…), zodat een creatieve en vakovertreffende uitdaging ontstaat, zowel solo als in een ensemble/productieteam een uitvoering te geven.

Inhoudelijke vulling kan komen vanuit datgene wat de leerlingen bezig houdt, de actualiteit of een thema dat wordt aangereikt De bezetting van de plusklas: Vanaf schooljaar 2013/2014 houdt de school waarvan een kind de plusklas bezoekt, de regie m.b.t. de ontwikkeling van het kind. De leerkracht voert de oudergesprekken. Tijdens de oudergesprekken wordt ook gerapporteerd over de deelname van het kind aan het plusklas-programma. Leerkracht Frank Tellings verzorgt de lessen, en er is frequent contact tussen hem en de leerkracht van het kind. Kennismanager Karin Iking treedt dit schooljaar op als adviseur van de scholen. Naast de plusklas zal er dit schooljaar ook een speciaal arrangement in de Padxpress worden aangeboden.


11.6

Bijlage 6: Concept OVEREENKOMST VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGE

De ouders/verzorgers van de familie________________________________ (naam leerling) gaan akkoord met de bijdrage die gevraagd wordt voor de hierna genoemde activiteiten: •

€ 12,50 € 5,00

e

Vrijwillige ouderbijdrage

á á

Namen van de kinderen:

____________________________ (groep ___) ____________________________ (groep ___) ____________________________ (groep ___) ____________________________ (groep ___)

Totaal aan vrijwillige ouderbijdrage:

voor het 1 kind, voor elk volgend kind.

€ _________,____ (maximum € 22,50)

•

Overblijfregeling

á

€ 1,20 per leerling (per dag)

•

Schoolkamp groep 8

á

€ ________,____ per leerling (kampweek)

•

E.H.Communie / H. Vormsel á

€ ________,____ per leerling (variabel per jaar)

•

Excursie:

groep ______ á

€ ________,____ per leerling (incidenteel)

•

Anderszins: ______________ á

€ ________,____ per leerling (incidenteel)

De ouders/verzorgers gaan akkoord met de gevraagde bijdrage(n).

Handtekening ouders/verzorgers: __________________________________________

Toelichting: De gevraagde bijdrage is niet verplicht. Indien u niet betaalt, wordt uw kind niet uitgesloten van ons reguliere onderwijsprogramma. Wel is het mogelijk dat uw kind niet mee kan doen met één of meerder activiteiten zoals die staan aangegeven. Uw kind wordt dan die dag op school opgevangen in een andere groep. Het is mogelijk dat u vanuit uw situatie of financiële draagkracht niet aan de gevraagde bijdrage wilt of kunt voldoen. Geef dan in het kort de reden hiervoor aan. We zullen uw mening met respect accepteren en nemen contact met u op om te bezien of er mogelijkheden zijn tot reductie of kwijtschelding, zodat uw kind eventueel toch aan de activiteiten kan deelnemen. Reden om niet te voldoen aan de gevraagde bijdrage:

__________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________

Besluit:

_________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ P.S. De oudergeleding van onze medezeggenschapsraad heeft ingestemd met de vrijwillige ouderbijdrage.



SCHOOLGIDS. Basisschool de Pas. Averbodestraat AW Helden Tel.: Website:

Recommend Documents