SB bedieningssysteem voor snelwisselsystemen bedieningshandleiding Uitgave 11.02
uw leverancier:
VERACHTERT Nederland Sigarenmakerstraat 4a Postbus 3069 NL-5203 DB ’s-Hertogenbosch Nederland Tel.: 073 – 6404111 Fax: 073 – 6419740
5-06-11.02-NL
VERACHTERT België/Belgique Weverstraat 31 B-1840 Londerzeel België Tel.: 052 - 303851 Fax: 052 - 303350
© Copyright Veratech Holding B.V. All rights strictly reserved. Reproduction to third parties in any form whatever is not permitted without written authority from the proprietor.
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
GEACHTE GEBRUIKER, Het SB bedieningssysteem van VERACHTERT is alleen ontwikkeld voor de hydraulische VERACHTERT-snelwisselsystemen op graafmachines en wielladers. Het SB bedieningssysteem snelwisselsysteem is door de Tiefbau Berufsgenossenschaft goedgekeurd en draagt het ET goedkeur certificaat Met het SB bedieningssysteem kunnen uitrustingsstukken vanuit de bestuurderscabine worden aan- en afgekoppeld. Het SB bedieningssysteem voldoet aan alle relevante Europese veiligheidseisen en -normen. U wordt dringend verzocht de bedieningshandleiding te lezen en bij het uitvoeren van werkzaamheden, volgens de instructies te werk te gaan. Het is noodzakelijk dat u bij gebruik, onderhoud of reparatie, de veiligheidsvoorschriften inacht neemt. Bedoeld worden de veiligheidsvoorschriften vermeld in dit boek, in de bedieningshandleiding van de graafmachine of wiellader en de veiligheidsvoorschriften die gelden voor de omgeving waar het product gebruikt, onderhouden of gerepareerd wordt. Het aanbrengen van modificaties aan het product, mag alleen met toestemming van VERACHTERT uitgevoerd worden! Alleen dan blijven garantievoorwaarden en de CEaansprakelijkheid van toepassing. Waarschuwingen De graafmachine of wiellader met SB bedieningssysteem mag alleen door bevoegde personen worden bediend. Voorkom onveilige werksituaties. Blijf op afstand van bewegende delen. Onderhoud of reparatie mag alleen door voldoende technisch geschoold personeel uitgevoerd worden. Let erop dat er zich tijdens werkzaamheden geen andere personen bevinden binnen het werkgebied van de graafmachine. Onderhoud of reparatie alleen met stopgezette motor uitvoeren. Hanteer eerst de veiligheidsvoorschriften voordat aan onderhoud of reparatie wordt begonnen. Vervang defecte onderdelen alleen door originele VERACHTERT onderdelen. Voor gebruik van de graafmachine of wiellader de kogelkranen voor de bediening van het snelwisselsysteem openen! In dit product is minerale olie toegepast. Bij toepassing van andere hydraulische olie kunnen problemen ontstaan. Neem bij vragen, eerst contact op met uw leverancier.
11.02
alle rechten voorbehouden
1
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
Garantie en service De garantieverplichting voor de leverancier hangt af van het correct installeren van het product. Controleer daartoe eerst de werkdruk van uw machine. Neem bij vragen contact op met uw leverancier. Tenzij anders overeengekomen, gelden voor dit product de garantievoorwaarden opgesteld door ORGALIME, uitgave oktober 1992. Enkele clausules van deze voorwaarden vindt u achterin dit boek. VERACHTERT houdt zich steeds bezig met het verbeteren van haar producten. Zij houdt zich het recht voor, zonder voorafgaande aankondiging, wijzigingen aan het product aan te brengen. VERACHTERT kan naast het leveren van een compleet programma aan uitrustingsstukken, de volgende service verlenen: - service bij het installeren; - leveren van (reserve-) onderdelen voor de uitrustingsstukken; - uitvoeren van reparaties en complete revisiewerkzaamheden.
2
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
INHOUDSOPGAVE Pagina 1. BEDIENINGSSYSTEEM MET ACTIEVE BEVEILIGING ....................................................................... 4 2. OPTIES EN CODERINGEN .................................................................................................................... 5 3. TECHNISCHE GEGEVENS .................................................................................................................... 6 4. INSTALLEREN VAN HET SB BEDIENINGSSYTEEM .......................................................................... 7 4.1 4.3 4.4 4.5
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET INSTALLEREN ............................................................................. 8 ONTLUCHTEN VAN HYDRAULISCH SYSTEEM ......................................................................................... 13 WERKING VAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM ...................................................................................... 14 AAN- EN AFKOPPELEN VAN EEN UITRUSTINGSSTUK ............................................................................. 15
5. ONDERHOUD EN REPARATIE ........................................................................................................... 17 5.1 5.2 5.3 5.4
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................................................................................................... 18 DAGELIJKS ONDERHOUD .................................................................................................................... 19 STORINGEN AAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM................................................................................... 20 STORINGSTABEL VAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM ........................................................................... 21
6. ONDERDELEN...................................................................................................................................... 22 GARANTIEVOORWAARDEN ................................................................................................................... 24
11.02
alle rechten voorbehouden
3
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
1. Bedieningssysteem met actieve beveiliging Het SB bedieningssysteem van VERACHTERT is voorzien van een actieve beveiliging. Het SB bedieningssysteem signaleert drukverlies in het hydraulisch systeem en kabelbreuk in het SB bedieningssysteem en waarschuwt de bestuurder. De restdruk is voldoende hoog om het uitrustingsstuk volledig vergrendeld te houden. Hierdoor is het snelwisselsysteem uitermate veilig en voldoet het aan de Europese norm EN 474-3 en pr EN 474-5. Actieve beveiliging met het bedieningssyteem van VERACHTERT door: • controle • waarschuwen • corrigeren
4
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
2. Opties en coderingen Betekenis type-aanduiding Bedieningssysteem: Voorbeeld: SB 24 G 12 S optie 3 optie 2 optie 1 voedingsspanning voedingsspanning:
voedingsspanning waarvoor de unit geschikt is. 24 = 24 Volt DC 12 = 12 Volt DC
optie 1:
G : bedieningssysteem voor graafmachine W : bedieningssysteem voor wiellader
optie 2:
N 4 6 8 10 12 14 16
: geen slangen meegeleverd : slanglengte voor boom tot 4 meter : slanglengte voor boom + stick tot 6 meter : slanglengte voor boom + stick tot 8 meter : slanglengte voor boom + stick tot 10 meter : slanglengte voor boom + stick tot 12 meter : slanglengte voor boom + stick tot14 meter : slanglengte voor boom + stick tot16 meter
optie 3:
N S L
: zonder montagekit : met montagekit voor slangen : met montagekit voor slangen en leidingen
11.02
alle rechten voorbehouden
5
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
3. Technische gegevens
1
6
maximaal toegestane druk [bar] schakeldruk van drukmeetschakelaar [bar] gelijkspanning [V]
350 60 241
12 V op verzoek
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
4. Installeren van het SB bedieningssyteem Let op: Installeren mag alleen door voldoende technisch geschoold personeel uitgevoerd worden. Pagina 4.1 4.3 4.4 4.5
11.02
VEILIGHEIDSMAATREGELEN VOOR HET INSTALLEREN ............................................................................. 8 ONTLUCHTEN VAN HYDRAULISCH SYSTEEM ......................................................................................... 13 WERKING VAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM ...................................................................................... 14 AAN- EN AFKOPPELEN VAN EEN UITRUSTINGSSTUK ............................................................................. 15
alle rechten voorbehouden
7
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
4.1 Veiligheidsmaatregelen voor het Installeren Hanteer voordat met het installeren wordt begonnen de volgende veiligheidsmaatregelen: 1. Zorg er voor dat er géén uitrustingsstuk aan de CW-Connect’o’maat® of Systeem 2000® gekoppeld is. 2. Zorg ervoor dat het hydraulisch systeem van de wiellader of graafmachine drukloos is. 3. Koppel de accu en aansluitingen van elektronica los. Dit om schade door laswerkzaamheden of kortsluiting te voorkomen. 4. Neem voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat er (hydrauliek-) olie in het milieu terecht kan komen. 5. Gebruik de volgende persoonlijke veiligheidsmiddelen tijdens het installeren: • veiligheidsbril • veiligheidsschoenen • werkhandschoenen 4.2 Installeren op een graafmachine of een wiellader Het SB bedieningssysteem is bedoeld voor het veilig vergrendelen en ontgrendelen van CW-connect’o’maat® of Systeem 2000® snelwissel-systemen. Het SB bedieningssysteem mag alleen worden toegepast op de graafmachine of wiellader waarvoor het SB bedieningssysteem verkocht is. Voor het installeren van het SB bedieningssysteem moet de graafmachine of wiellader worden aangepast. Het aanpassen van de graafmachine of wiellader moet met goedkeuring van de leverancier / fabrikant en in overleg met VERACHTERT worden uitgevoerd. Is het gewenst om het SB bedieningssysteem op een andere graafmachine of wiellader met andere specificaties toe te passen, dan is schriftelijke goedkeuring van VERACHTERT noodzakelijk. Anders vervallen de garantieverplichtingen en de CEaansprakelijkheid voor VERACHTERT. Het SB bedieningssysteem moet geïnstalleerd worden volgens het montageschema, zie afbeelding 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3
8
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
Montageschema Let op: De koppellijn P-A start en eindigt met een wartel op de aansluitpunten.
Afbeelding 4.2.1. Aansluiting Ventielunit
Afbeelding 4.2.2. Aansluiting kogelkraan
Afbeelding 4.2.3. Aansluiting op snelwissel systeem 11.02
alle rechten voorbehouden
9
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
Hanteer voor het installeren van het SB bedieningssysteem de volgende instructie: 1.
Neem de veiligheidsmaatregelen in acht, beschreven in 5.1.
2.
Bepaal de plaats waar de druk- en retourleidingen kunnen worden aangesloten. De aansluiting moet voor het ventielblok van de graafmachine of wiellader worden aangebracht.
Waarschuwing: Nooit een drukleiding van een vitale functie gebruiken voor het aansluiten van het SB-bedieningssysteem. 3.
Gebruik meetpunten indien aanwezig. (minimaal G 1/4”). Als er geen meetpunten aanwezig zijn, monteer dan speciale tussenflensen, zie afbeelding 4.2.4.
Afbeelding 4.2.4. SAE ¾” 6000 PSI 1” 6000 PSI 1 ¼” 6000 PSI 1 ½” 6000 PSI
10
A [mm] 50,8 57,2 66,7 79,4
B [mm] 23,8 27,8 31,6 36,7
4.
Monteer de hydraulische ventielunit in de ruimte waar de hydrauliekkomponenten van de graafmachine of wiellader zijn geplaatst, zie afbeelding 4.2.5. Las de montageplaat van de ventielunit aan de machine.
5.
Monteer de controle- en bedieningsunit zodanig in de cabine dat de bestuurder vanuit de bestuurdersstoel de knoppen kan bedienen en bovendien zicht heeft op het display.
6.
Sluit de electrische voedingsdraad van het SB bedieningssysteem zo aan, dat de voedingsdraad spanningsloos wordt zodra het contactslot wordt uitgezet.
7.
Voor de voeding van het SB bedieningssysteem een aansluitpunt kiezen met een eigen zekering van ten hoogste 10 A. Is deze niet beschikbaar moet een zwevende zekering worden gemonteerd.
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
8. Monteer de kogelkranen op de stick van de graafmachine of op de ophangarmen van de graafmachine, zie afbeelding 4.2.5.
Afbeelding 4.2.5.
1. ventielunit 2. bedieningskabel 3. controle- en bedieningsunit
4. hydraulische slangen 5. Doorvoerblok 6. 2-weg kogelkraan (2x)
9. Gebruik de geleverde hydrauliekslangen. Is het SB-bedieningssysteem geleverd zonder slangen bepaal dan de lengte van de hydrauliekslangen. Hou daarbij rekening met de bewegingen die de giek of de ophangarmen kunnen maken. Maak de slangen niet te lang. Let op: Gebruik alleen hydrauliekslangen met de volgende specificatie: SB bedieningssysteem inwendige slangdiameter slangspecificatie
11.02
¼” DIN 20022-2 SN
alle rechten voorbehouden
11
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
10. Gebruik alleen aangeperste slangkoppelingen. Zie ook afbeelding 4.2.6. Gebruik inschroefkoppelingen volgens afbeelding 4.2.6.
Afbeelding 4.2.6.
D1 = G 1/4“ D2 = M16 x 1,5 d = 8 mm
11. Voorzie de hydrauliekslangen vanaf de kogelkranen naar het snelwisselsysteem van beschermveren. 12. Monteer de hydrauliekslangen. Breng om de 50 cm een bevestigingsbeugel of tyrap-band aan. Bij draaipunten de hydrauliekslangen zo dicht mogelijk in het draaipunt vastzetten. Let op: Reinig de olieaansluitingen voor het aansluiten van de slangen. Vuil in het hydraulisch systeem kan tot schade leiden! Na het loskoppelen: slangen aan elkaar koppelen of de aansluitingen afpluggen met blindpluggen! 13. Breng de meeraderige kabel aan tussen de controle- en bedieningunit en de hydraulische ventielunit. 14. Sluit de losgenomen elektronica van de graafmachine of wiellader aan. Koppel de accu aan. 15. Ontlucht het hydraulisch systeem, zie hoofdstuk 4.3 en controleer de werking van het systeem, zie hoofdstuk 4.4. 16. Open de kogelkranen.
12
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
4.3 Ontluchten van hydraulisch systeem Na het installeren van het SB bedieningssyteem, of na werkzaamheden aan het hydraulisch systeem van het snelwisselsysteem, is het noodzakelijk dat alle lucht uit de spiecilinder(s) en het SB bedieningssysteem wordt verdreven. Is er lucht in de cilinder(s) aanwezig en wordt de olie in de cilinder(s) op hoge druk gebracht, dan kan door dieselwerking, de olie spontaan ontbranden. Dit leidt onherroepelijk tot schade aan de cilinder(s). Lucht in het SB bedieningssysteem zal bovendien tot storingsmeldingen kunnen leiden. Hanteer voor het ontluchten van de spiecilinder(s) en het SB bedieningssysteem de instructie uit de gebruikershandleiding van het snelwisselsyteem.
11.02
alle rechten voorbehouden
13
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
4.4 Werking van het SB bedieningssysteem Afbeelding 4.4.2. is het elektro-hydraulisch schema voor het VERACHTERT SB bedieningssysteem. Dit SB bedieningssysteem is actief beveiligd, dat wil zeggen: • de klemkracht van de cilinder(s) wordt gecontroleerd • verlies aan klemkracht wordt automatisch gecorrigeerd • leidingbreuk cilinder(s)lekkage, slang- of leidingbreuk wordt gemeld De werkdruk, nodig voor het koppelen en ontkoppelen van het snelwisselsysteem, ontstaat door het uitrustingsstuk naar de machine toe te kantelen. Laat de werkdruk enkele seconden oplopen, nadat de uiterste stand van het uitrustingsstuk is bereikt. Dit om er zeker van te zijn dat de druk tenminste de schakeldruk van de drukmeetschakelaar heeft bereikt. Zie ook hoofdstuk 3 van deze bedieningshandleiding. Het SB bedieningssyteem wordt alsvolgt bediend: Ontgrendelen 1. Kantel het uitrustingsstuk geheel naar de graafmachine of wiellader toe. (De bakcilinder(s) van de graafmachine of van de wiellader met ‘Z’-kinematiek geheel uitsturen, de bakcilinder(s) van de wiellader met ‘parallel’-kinematiek geheel insturen.) 2. Druk de twee buitenste drukknoppen op de controle- en besturingsunit in. (Zie afbeelding 4.4.1.) • De stuurschuif van het SB bedieningssyteem wordt geschakeld. • De twee lampen op de controle- en besturingsunit gaan branden. 3. Het uitrustingsstuk wordt ontgrendeld. Vergrendelen 1. Kantel het uitrustingsstuk geheel naar de graafmachine of wiellader toe. (De bakcilinder(s) van de graafmachine of van de wiellader met ‘Z’-kinematiek geheel uitsturen, de bakcilinder(s) van de wiellader met ‘parallel’-kinematiek geheel insturen.) 2. Druk de middelste drukknop op de controle- en besturingsunit in. • De stuurschuif van het SB bedieningssyteem wordt geschakeld. • De twee lampen op de controle- en besturingsunit gaan knipperen. 3. Zodra de olie in de spiecilinder(s) een bepaalde druk heeft bereikt, gaan de lampen uit. Het uitrustingsstuk is vergrendeld. Let op: Als de druk in de spiecilinder(s) onder een bepaalde waarde komt, gaan de lampen op de controle- en besturingsunit knipperen. Kantel het uitrustingsstuk naar de machine toe totdat de druk in de spiecilinder(s) stijgt. De waarschuwingssignalen stoppen zodra een bepaalde oliedruk is bereikt. Controleer de leidingen op lekkage indien de druk niet voldoende oploopt. Indien binnen 1 minuut de druk nogmaals onder de bepaalde waarde komt, gaat de zoemer af. Er is een storing in het systeem. Stop de werkzaamheden. Zie verder hoofdstuk 5.3 voor het opsporen van de storing.
14
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
Afbeelding 4.4.1.
Afbeelding 4.4.2.
A1. stuurschuif graafmach./wiellader B1. aansluiting voor stuurschuif C. ventielunit met drukmeetschakelaar
D. kogelkraan (2x) E. cilinder snelwisselsysteem F. controle- en besturingsunit
4.5 Aan- en afkoppelen van een uitrustingsstuk Hanteer voor het aan- en afkoppelen van een uitrustingsstuk de instructies uit: • hoofdstuk 4.4 • bedieningshandleiding snelwisselsysteem • bedieningshandleiding uitrustingsstuk
11.02
alle rechten voorbehouden
15
VERACHTERT
16
SB bedieningssysteem
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
5. Onderhoud en reparatie Let op: Installeren mag alleen door voldoende technisch geschoold personeel uitgevoerd worden. Voordat met reparatie of onderhoud aan het SB bedieningssyteem wordt begonnen, is het noodzakelijk dat eerst de veiligheidsmaatregelen worden genomen! Zie hoofdstuk 5.1. Pagina 5.1 5.2 5.3 5.4
11.02
VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................................................................................................... 18 DAGELIJKS ONDERHOUD .................................................................................................................... 19 STORINGEN AAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM................................................................................... 20 STORINGSTABEL VAN HET SB BEDIENINGSSYSTEEM ........................................................................... 21
alle rechten voorbehouden
17
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
5.1 Veiligheidsmaatregelen Waarschuwing: Onderhoud of reparatie alleen met stopgezette motor uitvoeren! Nooit werkzaamheden aan het hydraulisch systeem uitvoeren als het systeem onder druk staat! Voordat met reparatie aan het SB bedieningssyteem wordt begonnen, altijd de volgende instructie uitvoeren: Veiligheidsmaatregelen voor onderhoud of reparatie 1.
Zet de motor van de graafmachine uit.
2.
Zet het contact van de graafmachine of wiellader uit.
3.
Sluit de kogelkranen op de giek.
4.
Voer het onderhoud uit.
Drukloos maken van het hydraulisch systeem Op de koppellijn P-A van het snelwisselsyteem (Zie afbeelding 4.4.2) kan een druk van maximaal 120 bar staan. Ook als de machine is uitgeschakeld! Hanteer daarom voordat met onderhoud of reparatie wordt begonnen de volgende instructie:
18
1.
Stuur de spiecilinder(s) uit.
2.
Koppel het uitrustingsstuk van de graafmachine af.
3.
Stop de motor en zet het contact af. De spiecilinder wordt drukloos!
4.
Ontlast de druk op de hydrauliektank van de graafmachine of wiellader. Zie ook de bedieningshandleiding van de graafmachine of wiellader.
5.
Voer de reparatie uit.
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
5.2 Dagelijks onderhoud Voer dagelijks de volgende controle- en onderhoudswerkzaamheden uit: 1. Neem de veiligheidsmaatregelen in acht, zie hoofdstuk 5.1 2. Controleer het hydraulisch systeem op lekkage of beschadigingen. 3. Controleer of de kogelkranen openstaan! Bij gesloten kogelkranen funktioneert het SB bedieningssysteem niet. 4. Start de motor van de graafmachine of wiellader. Controleer de werking van het SB bedieningssysteem door de twee buitenste knoppen van de bedieningsunit in te drukken. de twee rode lampen gaan branden. Druk de middelste knop in. De lampen gaan uit. Let op: Als de lampen niet gaan branden wijst dit op een storing in het SB bedieningssysteem. Werkzaamheden staken. Eerst de storing oplossen. Zie hoofdstuk 5.3. Als de lampen niet uitgaan, is de oliedruk in het SB bedieningssysteem te laag. Hanteer de instructies voor het vergrendelen van een uitrustingsstuk, zie hoofdstuk 4.4.
11.02
alle rechten voorbehouden
19
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
5.3 Storingen aan het SB bedieningssysteem Storing aan het hydraulisch systeem van het snelwisselsysteem of de bekabeling van het SB bedieningssysteem wordt gemeld met twee knipperende lampen op de controle- en besturingsunit en een zoemer. Er is spake van storingsmelding zodra de signalering niet is te verhelpen of binnen 1 minuut na vergrendeling de druk opnieuw onder de 60 bar komt. De zoemer zal dan afgaan. De druk in de spiecilinder(s) zal hersteld worden zodra de bakcilinder(s) geheel in of uit wordt bewogen en gedurende enkele seconden wordt vastgehouden. Bij storing: • Stop de graafmachine of wiellader • Zet het contact uit • Los de storing op Waarschuwing: Bij losnemen van slangen ALLEEN de slang, dus zonder koppelingen losnemen. Een storingsmelding kan de volgende oorzaken hebben: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Er is drukverlies in het hydraulisch systeem van het SB bedieningssyteem. Er is een kabelbreuk. De oliedruk die de machine levert is onvoldoende. Er zit lucht in het hydraulisch systeem van het SB bedieningssyteem. De drukschakelaar is defect. Breuk in voedingkabel van het SB bedieningssyteem Zekering defect
Zie de storingstabel om de storing op te lossen. Als de storingsmelding blijft: stop de werkzaamheden, zet het uitrustingsstuk op de grond (indien van toepassing), stop de motor. Neem contact op met of met uw leverancier. Werken met een niet goed funktionerend bedieningssysteem , is niet toegestaan. Voor VERACHTERT. vervalt in dat geval alle CE-aansprakelijkheid! Verplaatsen van graafmachine of wiellader met storing Als verplaatsen van de graafmachine of wiellader op eigen kracht noodzakelijk is, trek dan eerst de stekker uit de controle- en besturingsunit.
20
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
VERACHTERT
5.4 Storingstabel van het SB bedieningssysteem 1. Cilinder stuurt niet uit. Oorzaak
Actie
Geen oliedruk Ventiel schakeld niet Æ Geen stroom Meet de spanning op de voedingskabel bij de ventielunit.
Vuil in het systeem Terugslagklep kapot Kogelkraan dicht
Controleer aansluiting P + T • Repareer de kabel en zijn verbindingen of kabel vervangen. • Zekering kapot Æ Vervangen a) in machine en/of b) in controle unit Schoonspoelen Werking controleren en zonodig vervangen Openzetten en zonodig vastzetten
2. Licht en geluidssignaal op de controleunit. Oorzaak Actie Uitwendige olielekkage aan cilinder(s) en/of leidingen. Gestuurde terugslagklep sluit niet af. Inwendige olielekkage in de cilinder(s). (Bij dichtdraaien kogelkraan blijft druk wel). • Olie lekt over de zuigerafdichting. • Schade aan cilinder. Lekkage in ventielunit: • Reduceerklep lekt Kabelbreuk Snel knipperen van het lichtsignaal
Sluit de kogelkranen! Vervang de O-ringen, koppelingen en/of de leidingen Cilinder en/of terugslagklep vervangen • Afdichtingen vervangen • Cilinder vervangen • Vuil in systeem Æ spoelen • Lekkende onderdelen vervangen Doormeten en zonodig vervangen. Onvoldoende massa. Æ Verbeteren
3. Er is geen signaal “op en van” de controleunit. Oorzaak Actie Er is een kabelbreuk Zekering is defect
Meet de spanning op de voedingskabel bij de ventielunit. Repareer de kabel of vervangen. Controleer de zekering. De zekering is gemonteerd 1. in de machine (zie handleiding van de machine), of 2. in de controle- en besturingsunit. Zo nodig de zekering vervangen. (3,15 A)
4. De signaallampen op de controleunit knipperen. Oorzaak Actie De oliedruk in het snelwisselsysteem is onvoldoende
• Kantel het uitrustingsstuk naar de machine toe totdat de druk hoger is dan de schakeldruk van de drukmeetschakelaar. Zie hoofdstuk 3. • Controleer de leidingen op lekkage • Controleer de oliedruk! Raadpleeg uw machineleverancier bij onvoldoende oliedruk.
5. Er zit lucht in het hydraulisch systeem van het SB bedieningssyteem. Oorzaak Actie Er zit lucht in het hydraulisch systeem van het SB bedieningssyteem
11.02
Ontlucht het hydraulisch systeem volgens de instructies in hoofdstuk 4.3.
alle rechten voorbehouden
21
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
6. Onderdelen Het goed en veilig funktioneren van de VERACHTERT producten wordt alleen gegarandeerd als ontstane defecten worden verholpen. Reparatie van defecte onderdelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van VERACHTERT, tenzij de reparatie in dit boek beschreven wordt. Defecte onderdelen dienen in het kader van de veiligheid door originele onderdelen vervangen te worden. Voor de lijst met onderdelen verwijzen wij naar het onderdelenboek voor het SB bedieningssyteem. 6.1 Veiligheidskritische onderdelen In het SB bedieningssyteem zijn ook veiligheidskritische onderdelen en veiligheidscomponenten toegepast. Veiligheidskritische onderdelen zijn onderdelen die het veilig funktioneren van het SB bedieningssyteem bepalen. Zie afbeelding 6.1.1. Veiligheidscomponenten hebben bovendien een veiligheidsfunctie. Wanneer een defect aan een veiligheidskritisch onderdeel of een veiligheidscomponent wordt vastgesteld, dienen de werkzaamheden gestopt te worden. Het defecte onderdeel moet vervangen worden door een origineel VERACHTERT onderdeel. Het onderdeel mag niet gerepareerd worden. Neem bij vragen contact op met uw leverancier. Onderstaande lijst bevat de veiligheidskritische onderdelen en de veiligheidscomponenten van het SB bedieningssysteem. pos nr. aantal artikelnr. Benaming opmerking 1 1 zie parts book Ventielunit zie afbeelding 6.1.1. 2 1 zie parts book controle- en besturingsunit “ 3 1 zie parts book Meeraderige kabel “ De controle- en besturingsunit (pos 2 afbeelding 6.1.1) is een veiligheidscomponent.
Afbeelding 6.1.1. 22
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
11.02
VERACHTERT
alle rechten voorbehouden
23
VERACHTERT
SB bedieningssysteem
Garantievoorwaarden Tenzij anders is bevestigd, gelden de garantievoorwaarden vermeld in de algemene leveringsvoorwaarden opgesteld door ORGALIME. De onderstaande clausules zijn overgenomen uit de ORGALIME leveringsvoorwaarden, uitgave 10.1992. • De leverancier verstrekt garantie voor defecten die ontstaan zijn uit ondeugdelijke constructie, materialen of gebrekkig vakmanschap. • De leverancier verstrekt garantie voor defecten die zich voordoen binnen een periode van één jaar na levering. De vervangen defecte onderdelen zijn eigendom van de leverancier. • De leverancier heeft alleen dan een garantieverplichting als de defecten zijn voortgekomen uit correct gebruik van het product. • De koper is verplicht om bij defecten waardoor volgschade kan ontstaan, de leverancier hiervan onmiddellijk schriftelijk op de hoogte te brengen. Zo niet, vervalt de garantieverplichting voor de leverancier. • De garantieverplichting voor de leverancier komt te vervallen bij defecten die zijn voortgekomen uit verkeerd installeren van het product, gebrekkig onderhoud, onjuiste reparatie, of door aanpassingen aan het product uitgevoerd door de klant zonder schriftelijke toestemming van de leverancier.
24
alle rechten voorbehouden
11.02
SB bedieningssysteem
11.02
VERACHTERT
alle rechten voorbehouden
25