Samenvatting standpunten en vragen partijen Tweede Kamer inzake wetsvoorstel Kansspelen op Afstand (KoA)
Hieronder staat een samenvatting van de voor de speelautomatenbranche meest relevante vragen van de Tweede Kamer-fracties. Deze vragen hebben zij gesteld in het kader van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel KoA. De vragen duiden vaak op een onderliggende stellingname die eveneens wordt beschreven indien mogelijk. Inhoudsopgave
blz.
Gezamenlijke zaken
2
VVD
4
PvdA
5
SP
6
PVV
6
D’66
6
CDA
7
Christenunie
9
SGP
10
1
Gezamenlijke zaken Problematisch spelen De meeste partijen nemen een spanningsveld waar tussen problematisch spelen en het winstoogmerk van de ondernemer. Zij vragen zich af hoe dit in de praktijk werkt. Er leven verder zorgen als het gaat om een mogelijke toename van kansspelreclames die volgens de wet niet mogen aanzetten tot onmatige deelname. Zij pleiten er daarom voor een nul-meting te houden om actuele cijfers over problematisch speelgedrag te kunnen verkrijgen. Een mogelijke toename van dit gedrag vooral onder jongeren (Zie Marktscan Ksa 2013) zien zij in het verschiet en vragen aan de regering welk beleid er wordt ingezet om dat te voorkomen en welke grenzen worden gesteld. Daarbij achten zij de kans op verslaving overigens groter bij online dan bij landgebonden kansspelen. De rol van bonussen wordt daarbij als extra risicofactor gezien. Heel concreet zijn de vragen over de manier waarop de het contact tussen de online aanbieder en de probleemspeler dient plaats te vinden nu de wet spreekt over een persoonlijk onderhoud: chat, email en/of telefoon. Diverse onderwerpen Vrijwel alle partijen vragen hoe de lagere regelgeving eruit komt te zien omdat zij die ook van groot belang achten. De PvdA gaat verder en wil zelfs eerst de lagere regelgeving zien alvorens over het wetsvoorstel te beslissen. Alle partijen hebben twijfels bij de onderbouwing van de kanalisatie van 80%. Zie verder per partij. Veel partijen vrezen voor omzetverlies bij de goede doelenloterijen als gevolg van de legalisering van Kansspelen op Afstand In dat verband menen zij ook dat de kans op substitutie tussen landgebonden kansspelen en kansspelen via internet veel groter is dan de regering denkt. Handhaving Er is ook een meerderheid die wil dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt voor bedrijven die zich niet aan de prioriteringscriteria hebben gehouden, bij voorkeur al voor invoering van deze wet. Meeste partijen lijken deze bedrijven geen vergunning te willen verstrekken. Als het gaat om het aanbieden van kansspelen via een tv-kanaal benadrukken de meeste partijen dat de motie Segers (geen gokkanaal op tv) moeten worden uitgevoerd. Dat heeft de regering overigens al eerder toegezegd (redactie).
2
Het ook door de VAN aangedragen argument van achterstand van de huidige legale kansspelaanbieders ten opzicht van de nu nog illegale online-aanbieders worden door vrijwel alle fracties genoemd. Veel partijen hebben verder niet al te veel vertrouwen in de praktijk in het geval dat er online grenzen van van tevoren door spelers aangegeven speelbudgetten worden overschreden, wat er gebeurt in het geval van tussentijdse ophogingen en in het geval de speelduur wordt overschreden. Daarnaast wijzen veel partijen op de fraudegevoeligheid van sportweddenschappen in het algemeen en met betrekking tot het inzetten op spelonderdelen zoals penalties, gele kaarten etc. in het bijzonder. Het vaststellen van de identiteit van online spelers dient bij voorkeur aan de hand van een origineel document te gebeuren omdat het afgeven van een kopie de laatste tijd ontmoedigd wordt bij burgers als gevolg van fraude. De regering wordt gevraagd hoe het staat het met de Europese regeling inzake het blokkeren van internetwebsites. Ook vragen de meeste partijen zich af wat de onderbouwing is van de termijn van vijf jaar voor het bewaren van gegevens van spelers. Een andere vaak gestelde vraag is in hoeverre opname in CRUKS te omzeilen is door naar illegale aanbieders te gaan. Ook de voorziene datum van inwerkingtreding van de wet roept veel vragen op. Daarnaast zijn er vragen over het afdekken van de risico’s van foute softwareleveranciers. Kansspelbelasting, Productaanbod en identificatie, registratie en CRUKS De meeste partijen pleiten voor een modernisering van het systeem kansspelbelasting vanwege de toevoeging van al weer een ander tarief. De overige vragen over kansspelbelasting zijn per partij uitgesplitst. Dit geldt evenzeer voor de vragen over productaanbod en identificatie, registratie en CRUKS.
3
VVD De VVD heeft relatief weinig vragen op het gebied van preventie. Wel heeft zij veel vragen op economische en juridisch vlak. Preventie De VVD vraagt zich af in hoeverre invulling wordt gegeven aan de eigen verantwoordelijkheid van de speler. Daarnaast stelt het kritische vragen over het verslavingsfonds en vraagt het zich af wat de sancties zijn als de online-aanbieder niet voldoet aan de nodige kennis rond preventie en klantenservice. Gelijk speelveld De VVD-fractie vraagt zich af In hoeverre is er een gelijk speelveld is ten opzichte van de huidige landbased kansspelvergunninghouders. Deze hebben zich netjes aan de regels gehouden en staan als zij met kansspelen het internet op willen, direct op achterstand. De VVD stelt dat het speelveld vanaf de start intrinsiek ongelijk is. Verder vraagt het of de wetgeving voor Kansspelen op Afstand technologieneutraal kan zijn. Op het punt van het spelaanbod pleit men verder voor een zwarte lijst met verboden spellen om het spelaanbod eenvoudiger te definiëren. De VVD wijst erop dat de zware zorgplicht een uitbreiding is voor HC en de amusementscentra. Bovendien is dit een enorme investeringslast voor deze bedrijven en vraagt de regering om alternatieven. Kansspelbelasting De VVD heeft voorzichtig ingestoken vragen over de ratio van het gedifferentieerde tarief en het verschil tussen de twee percentages. Verder vraagt men naar de berekening in geval van een lager en gelijk tarief, vraagt men wat de gevolgen zijn van een gelijk tarief dan wel een andere verdeling voor de beoogde kanalisatie. Kanalisatie De VVD stelt de nodige vragen over de na te streven kanalisatiegraad en vraagt zich af waarom niet naar een hoger percentage wordt gestreefd. Vragen over voor 2015 begrootte opbrengst kansspelen online. Hoe zit het in andere landen met gedifferentieerde tarieven en gevolgen kanalisatie daar ?Voldoet het aan Europese vereisten ? Kansspelautoriteit De VVD stelt kritische vragen over de identificatieprocedure met betrekking tot de leeftijdsgrens van 18 jaar. Daarnaast vraagt het of ook de wet BIBOB kan worden ingezet bij vergunningaanvragen online. 4
PvdA Van alle partijen heeft de PvdA veruit de meeste en scherpste kritiek. Het lijkt erop dat de partij niet bij voorbaat instemt met alle regels in het wetsvoorstel. Preventie De fractie van de PvdA heeft vele kritische vragen over de wijze van preventie bij Kansspelen op Afstand. Het meest verregaand is wel de overweging om per spel het aantal spelers te beperken. Zij wensen geen woorden maar daden en wensen op allerlei wijzen beperkingen op te leggen. Vergunningen Verder is men bang voor een te groot aantal vergunninghouders waar de Ksa geen toezicht op kan houden. Ook al is dit punt hierboven al genoemd, de PvdA meent dat het nu niet voldoen aan de prioriteringscriteria op voorhand al moet leiden tot weigering van een vergunning. In dat verband wordt gevraagd naar de mogelijkheden van een pre launch fase voor nieuwe online aanbieders (zoals al eerder gevraagd door de VAN). Ook lijkt de PvdA nog steeds geïnteresseerd in het Belgisch systeem gezien de vragen daarover. Een groter aantal aanbieders online zal bovendien, schat de fractie in, problemen geven met de terugverdientijd van de investering wat mogelijk gevolgen heeft voor de kansspelverslaving. Een van de kritische vragen is in hoeverre de Ksa zelf wel kan controleren of aanbieders voldoen aan hun verplichtingen inzake problematisch speelgedrag. De PvdA wenst hardere handhavingsmaatregelen zodat de kansspelbelasting wellicht omhoog kan en tegelijkertijd spelers wel legaal blijven spelen. Kansspelbelasting De PvdA heeft ook scherpe en kritische vragen over de voorziene differentiatie in het kansspelbelastingtarief. Er is gerede twijfel of dit wel goed onderbouwd is en men vraagt naar de argumenten. Als enige wijst de fractie op het regeerakkoord: 29% kansspelbelasting (ksb) voor alle partijen. Men vraagt zich af of een hogere uitbetalingsratio online van 95% betekent dat deze spellen aantrekkelijker zijn dan die offline worden aangeboden. Bij 29% ksb daalt dit met 0,5%. De aantrekkelijkheid van het spel blijft daarmee groot genoeg en ligt eerder het tarief 29% ksb voor de hand. De PvdA betwijfelt verder dat een hogere ksb voor online aanbieders zou leiden tot meer spelers die illegaal gaan. De PvdA vraagt verder of het lagere tarief van 20% ksb voor online aanbieders geen ongeoorloofde staatssteun is. Tenslotte meent men dat het innen van belasting over illegale inkomsten moeilijk zo niet onmogelijk is. 5
Kanalisatie Ook op het punt van de kanalisatie blijkt er maar weinig vertrouwen bij de PvdA in de onderbouwing hiervan. De fractie doet het verzoek het Centraal Plan Bureau dit door laten rekenen. SP Veel vragen van de SP gaan over preventie. Deze vallen samen met de vragen van veel andere fracties. Zie ‘algemeen’. Preventie Wat wel opvalt op het punt van de preventie is dat de SP zeer bezorgd is over de mogelijke toename van gokverslaving als gevolg van het online aanbod: Gokken is dan bovendien van elke locatie mogelijk. Kanalisatie De SP vraagt zich af in hoeverre Denemarken dat de basis vormt voor de berekening van de kanalisatiedoelstelling, vergelijkbaar is qua land en markt. Kansspelbelasting De SP vraagt de regering wat de objectieve rechtvaardiging van het gedifferentieerde tarief is. PVV De PVV heeft weinig vragen. Een daarvan betreft de derdenprocedure dat wil zeggen vragen over hoe familieleden en anderen bij een mogelijke uitsluiting worden betrokken. D66 D’66 heeft naast praktische vragen ook voorstellen ter verbetering van de voorgestelde regels. Preventie D’66 vraagt zich af hoe te voorkomen is dat een speler na uitsluiting op de account van een ander gaat spelen. Ook stelt men de vraag in hoeverre de eisen ten aanzien van het spelaanbod verschillen ten opzichte van buitenlandse situaties. Verder vraagt men de regering om antwoord inzake de stelling van amusementscentra dat de eisen voor een sluitend deurbeleid disproportioneel zijn. Kansspelbelasting De fractie vraagt zich af waarom er geen uniform tarief geïntroduceerd wordt van 29%. Met een tarief van 38% voor illegaal aanbod komt de overheid dan ook zijn totaal begrootte inkomsten. 6
Wat heft de regering bij kansspelen die zowel landgebonden als op afstand kunnen worden gespeeld? (bijv.: thuis verder spelen na bezoek aan amusementscentrum) D’66 meent dat de door regering geuite angst voor bezwaar en beroepsschriften inzake het gedifferentieerde tarief duidt op een gering maatschappelijk draagvlak. Kansspelautoriteit De fractie meent dat aanwijzingen en andere blokkademiddelen vaak weinig effectief zijn. Zij pleit voor lichtere sancties. Diverse Daarnaast vreest de partij concurrentie met goede doelenloterijen zodra aanbieders online moeten afdragen voor sport, cultuur etc. Verder vraagt men aan de regering wat het effect van het wetsvoorstel op de dividendopbrengst en de verkoop van HC zal zijn. CDA Het CDA heeft is wellicht wat minder kritisch dan de PvdA maar wenst wel op de belangrijke onderdelen het naadje van de kous te weten. Preventie Als eerste vraagt het CDA zich af op het punt van preventie waarom toch live bettingsportweddenschappen onder bepaalde voorwaarden worden toegestaan terwijl algemeen bekend is dat dit zeer verslavend kan zijn. Heel praktisch meent de fractie dat informatie over het spel vooraf aan speler gegeven dient te worden en niet dat een speler zelf via een websitelink deze informatie moet gaan opzoeken. Men heeft verder veel vragen over budgetbepaling, saldo en speeltijd weergave. Dit tekent de zorg die het CDA heeft met betrekking tot de voorgestelde maatregelen en de effecten op mogelijk problematisch spelgedrag. Dat ingrijpen meent het CDA gaat sneller bij land based aanbieders omdat deze als enige kunnen ingrijpen als er sprake is van onheus gedrag, veel inzetten etc. Daarnaast stelt men de vraag wie verantwoordelijk is voor online hulpverlening: de aanbieder of de instelling voor verslavingszorg. Om mensen zonder geld of met schulden eruit te filteren pleit het CDA ook voor een voorafgaande krediettoets. Het CDA erkent dat er bij HC en in amusementscentra een vorm van preventie plaatsvindt. In dat kader vraagt men om informatie van Actal en Sira waarin de hoge uitvoeringskosten van amusementscentra bij invoering van de nieuwe uniforme preventieregels zijn geschat: Hoe zijn deze kosten opgebouwd ? 7
Het CDA vraagt zich af of het verplichtende karakter van een besluit van de Ksa inzake uitsluiting wel een geëigend middel is. Ten slotte wil het CDA graag weten of er in de praktijk tot nu toe spelers zijn die zich zelf uitsluiten. Vergunningen Het CDA meent dat Unibet geen vergunning voor online zou moeten krijgen omdat dit bedrijf zich niet aan de prioriteringscriteria heeft gehouden. Verder vraagt men zich af in hoeverre de combinatie internet/tv/mobiel is toegestaan gezien de uitnodiging aan SBS tot overleg. Een andere vraag is wat de risico’s zijn verbonden aan vergunninghouders die gevestigd zijn buiten de Europese Unie of Europese Economische Ruimte ? Kansspelbelasting Het CDA vraagt naar de juridische onderbouwing van het gedifferentieerde tarief. Het ziet het als een schending van het fiscale neutraliteitsbeginsel. Andere vragen duiden op een voorkeur voor een uniform tarief. Kritische vragen stelt de fractie ook over de begrootte opbrengst van de ksb uit onlinebedrijven en stelt veel vragen over de situatie in Denemarken (uitgangspunt berekeningen H2 Gambling Capital) waar meer belastinginkomsten worden gegenereerd dan in Nederland worden begroot terwijl Nederland drie keer meer inwoners heeft. Het CDA wil verder weten wat de effecten op de geraamde opbrengst en kanalisatie zijn van de volgende uniforme belastingtarieven: 20, 23, 25 ,27 en 29%. Ook het onderwerp van goedkeuring van de Europese Commissie wordt met tal van vragen aangesneden zoals de vragen of goedkeuring voor het gedifferentieerde tarief reeds ontvangen is en andere vragen wat er gebeurt in geval van weigering en wat de toepasselijke termijnen zijn. Diverse vragen betreffende de basis van het kansspelbelastingsysteem. Verder vraagt het CDA naar onderbouwing en vergelijkingsmateriaal inzake de voorgestelde kansspelheffing, zekerheidsstelling, en vergoeding aanvraag, alle voor online. Kanalisatie Het CDA twijfelt aan de onderbouwing van de door de regering voorgestelde kanalisatie en stelt zeer kritische vragen bijvoorbeeld over het steeds bijstellen van de cijfers door H2 Gambling Capital. Daarbij vraagt men zich af of de regering rekening heeft gehouden met gedragseffecten zoals dat offline aanbieders overstappen naar online.
8
Het CDA betwijfelt of het mogelijk is om spelers die aan illegale kansspelen deelnemen te achterhalen. Men vraagt zich bovendien af wanneer een website illegaal is. Men vraagt zich af of er een maximum aantal aanbieders online is overwogen door de regering. Ook probeert men nog de enige tijde geleden ingediende motie van een eigen fractielid wat op te poetsen door te vragen naar het Belgisch systeem. (motie Van Toorenburg) Kansspelautoriteit Er zijn tal van kritische vragen over de Ksa en het toezicht op en de handhaving van de regels voor online. Het lijkt erop dat men een te groot apparaat vreest dat het toezicht niet aan kan. Vraagt naar landgebonden aanbieders die via internet werken (financieel, toezicht en handhaving) Verlies arbeidsplaatsen speelautomatenbranche Het CDA heeft het geluid van de VAN opgepikt en vraagt de regering hoe groot het verlies aan arbeidsplaatsen bij speelautomatenondernemers is als het wetsvoorstel ongewijzigd wordt aangenomen. Conclusie CDA Het CDA ziet al met al vooral nadelen aan kansspelen via internet. ChristenUnie De partij, die onlangs nog voorstelde om de kansspelbelasting te verhogen, heeft de stukken grondig bestudeerd. De ChristenUnie is terughoudend in de wijze van vraagstelling maar weet precies de heikele punten aan te snijden. Preventie De CU wil drempels invoeren die al in eerdere fases ervoor zorgen dat kansspelverslaving wordt tegengegaan. Men stelt vast dat gokken via internet een solitaire bezigheid is zonder sociale drempels. (redactie: in tegenstelling tot land based aanbod) Vergunningen De CU twijfelt aan de effectiviteit van de voorgestelde handhavingsinstrumenten in het geval van grensoverschrijdende bedrijven. Kansspelbelasting De fractie vraagt zich af waarom er voor de online aanbieders niet gekozen is voor hetzelfde tarief van 29%. Het gaat toch om hetzelfde product, stelt men. 9
Men verzoekt de regering in te gaan op mogelijke precedentwerking en het principe van gelijke behandeling. De CU stelt vast dat hier sprake is van staatssteun. Men vraagt zich af waarom dit overeind zou blijven. Kanalisatie Ook de CU wenst van de regering een internationale vergelijking met de situaties in België en Denemarken. Conclusie Men ziet een spanning met de eis van Europa dat er een samenhangend en stelselmatig kansspelbeleid moet worden gevoerd: Meer aanbod online betekent dan automatisch (lees afgedwongen) minder aanbod offline. SGP De SGP heeft vanuit overtuiging weinig op met kansspelen. Zij ziet vooral op zaken waardoor de voorgestelde regels overtreden zouden kunnen worden. Preventie De SGP benadrukt dat de fysieke aanwezigheid van andere mensen van belang is voor de signalering overmatig speelgedrag (redactie: en dat dit dus niet bij online-toezicht het geval is) Ook benadrukt de partij het vrijwillige karakter van de uitsluitingsmaatregelen. Deze uitsluiting zou langer moeten duren dan de voorgestelde zes maanden. De SGP suggereert dat aan het voorgestelde kansspelverslavingsfonds door alle kansspelaanbieders moet worden bijdragen, dus niet alleen door online-aanbieders. Kansspelbelasting De SGP steunt de Raad van State in zijn kritiek op het gedifferentieerde tarief. Dus geen gedifferentieerd tarief, het fiscale neutraliteitsbeginsel is uitgangspunt. Men voorziet ook een verschuiving van offline naar online aanbod als gevolg van de differentiatie. Deze ongelijkheid in belastingpercentage zal volgens de SGP ertoe leiden dat door de mazen in de wet landgebonden kansspelen trachten onder het tarief voor kansspelen op afstand te vallen. Kansspelautoriteit De fractie vraagt om handhaving van het illegale aanbod waar dan ook en stelt voor de wet BIBOB verplicht te stellen voor alle aanvragers van kansspelvergunningen.
10