SALAFISME Is islam ongeneeslijk ziek? De ontwikkeling van Al Qaeda in een notendop
60
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
61
D
Tekst: Abu Muhammad
Foto: Emil Durov | Dreamstime.com
e angst voor islam groeit met de dag in onze westerse samenleving, helaas kunnen we daar niet omheen. De vraag rijst natuurlijk of die angst gegrond is of niet. Populistische politici spreken dan over ‘tsunami’s’ van islam, of het terugdringen van islam aan de grenzen van joods-christelijk Europa. Of Europa werkelijk zo joods-christelijk is als deze politici beweren valt nog te bezien, tevens zou dat een mooi onderwerp zijn voor een latere editie. In deze eerste editie wil ik liever een ander fenomeen onder de loep nemen, namelijk de uitingsvorm van islam die er met name voor verantwoordelijk is de kleur (van islamitische zijde) in het islamdebat te bepalen.
62
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
Wanneer je er wetenschappelijke werken op naslaat om inzicht te krijgen in fundamentalistische islam, kom je verschillende uitingsvormen tegen. Meest frappant is het dat het hedendaags fundamentalisme - wat betreft alle religieuze vormen of het nou om christelijk-, boeddhistisch-, of islamitisch fundamentalisme gaat - gezien wordt als een nieuwe golf die ontstaan is in (jawel) 19791. Het jaar waarin zich in de eerste twee maanden de Islamitische Revolutie van Iran voltrok. Datzelfde jaar trad ook de Moral Majority, een fundamentalistisch evangelistische beweging uit Amerika, voor het eerst in de openbaarheid 2. Mogelijk als reactie op de dreiging die uitging van de oprichting van een - in hun ogen - heidense staat op het moment dat de rode avondzon van het Sovjet-communisme aanvangt zich achter de horizon te laten zakken. FUNDAMENTALISME Alvorens de verschillende fundamentalistische groepen uit te lichten probeer ik in een kort overzicht weer te geven wat er wordt verstaan onder fundamentalisme. In eerste instantie is het belangrijk te benadrukken dat fundamentalistisch gedachtegoed niet alleen voorkomt onder alle bestaande religies maar evenMUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
eens onder veel verschillende ideologieën. Hoewel dat uiteenloopt van hindoeïsme tot nationalisme en van boeddhisme tot islam, hebben al deze verschillende groepen gelijkende kenmerken. Dit wordt door Wittgenstein ‘family resemblances’ genoemd. Hij neemt in zijn theorie verschillende zaken als voorbeeld die hij vervolgens vergelijkt met kenmerken van een ‘familie’. Bijvoorbeeld spelletjes die totaal verschillend kunnen zijn hebben toch het gezamenlijke kenmerk ‘vermaak’. Soms hebben zulke verwante zaken die tot een ‘familie’ behoren algemene overeenkomsten, en soms zijn de overeenkomsten juist terug te vinden in de details. De vergelijking met de familie die Wittgenstein maakt is dat de verschillende leden van een familie die soms dezelfde ogen hebben, of karakter, of de lichaamsbouw. Het gaat om kris-kras gelijkenissen, soms algemeen, soms in detail, maar dat er overeenkomstigheden zijn staat vast. 3 De oorsprong van het woord fundamentalisme ligt in begin twintigste eeuw toen een groep protestantse christenen in de Verenigde Staten een serie pamfletten publiceerde onder de titel The Fundamentals. In deze pamfletten kaartten zij een aantal sociale problemen die op dat moment in hun samenleving speelden aan.4 63
SALAFISME
Daarmee komen we direct het eerste gegeven tegen dat fundamentalisme kenmerkt: reactie op modernisering. Om dat echter te bewerkstelligen moeten zij zelf vernieuwend optreden. Zo maken fundamentalisten bijvoorbeeld sneller gebruik van nieuwe vormen van media in tegenstelling tot de traditionele paden om hun boodschap te verspreiden. Maar niet alleen de middelen, ook de inhoud zelf. De fundamenten worden immers opnieuw bepaald. Zoals we verderop zullen lezen probeert een Ibn Abdul Wahhab of een Sayyid Qutb de bestaande traditionele religie om hem heen te herzien en te zoeken naar een nieuwe interpretatie vanuit de oorspronkelijke bronnen. Dit als poging een antwoord te vinden - en daar invulling aan te geven - op de veranderende wereld om hem heen. De grondlegger van een vorm van fundamentalisme komt dan ook vaak oorspronkelijk uit een traditionele omgeving. WAHABISME Het begon allemaal in de loop van de 18e eeuw, wanneer Mohammed ibn Abdul Wahhab terrein won onder gelovigen in de hijaz - de streek tussen de heilige steden Mekka en Medina. De mensen in de hijaz waren in zijn ogen vervallen van devote gelovigen tot bomenaanbidders5 en Ibn Abdul Wahhab, zoon van een gerespecteerde geleerde uit de hanbalitische wetsschool, wilde mensen weer op het rechte pad van de islam brengen zoals hij dat interpreteerde. Kenmerkend overigens voor het wahabisme, salafisme, salafistisch islamisme en neofundamentalisme dat hier besproken wordt is dat al deze stromingen - die overigens nauw verweven zijn met elkaar - het sjiisme als godslasterlijk beschouwen en anti-sjiisme vormt dan ook een deel van de grondbeginselen van de leer. Om zijn beweging succesvol te laten zijn had hij een beschermheer nodig, die zich in 1744 aandiende in de vorm van Mohammed ibn Saud - de voorvader van de zittende dynastie op het Arabisch schiereiland6, die hij tegenkwam in het dorp waar hij zijn toevlucht had gezocht nadat zijn eigen familie hem om zijn radicale opvattingen had verdreven.7 Ibn Saud kon zelf ook wel wat fatwa’s gebruiken die zijn leiderschap onder de stammen zouden legitimeren en een huwelijk tussen de Saud familie en de Sjeik familie werd gesloten. Letterlijk ook trouwens want Ibn Abdul Wahhab gaf in ruil voor dit verbond graag zijn dochter aan Ibn Sauds zoon. 8 Gedurende de 19e eeuw steunden 64
SALAFISME
de Britten de in opstand gekomen stammen die zich verenigd hadden onder de banier van Saud.9 Ook voor de handelsbelangen van de Britten, en hun doorgang naar India, was het niet onhandig om wat stabiliteit en rust in de regio te hebben en een driehoeksverhouding die tot op de dag van vandaag doorspeelt was geboren.10 Het wahabisme staat een zeer puriteinse vorm van islam voor. Ibn Abdul Wahhab, die na een studie bij zijn vader geïnteresseerd raakte in het gedachtegoed van de middeleeuwse theoloog Ibn Taymiyya, wilde alle innovaties uit islam verbannen en dat betekende dat de bronnen van de leer grondig herzien moesten worden. Ibn Abdul Wahhab pleitte voor ijtihad (onafhankelijke herinterpretatie) van de oorspronkelijke - en de als authentiek beschouwde - bronnen. Zijn grootste klacht tegen de moslimgemeenschap was namelijk dat zij taqlid (blinde navolging) verrichtten bij de bestaande leerscholen. David Waines merkt dan ook terecht op hoe ironisch het is dat Ibn Abdul Wahhab zijn zogenaamde ijtihad in de praktijk als een bijna letterlijk blinde navolging van de eerste drie generaties tijdens en na de profeet (sawaws) tot uitwerking liet komen.11 Door gezaghebbenden op dit gebied wordt de omwenteling door Ibn Abdul Wahhab vaak gezien als het beginpunt van het salafisme, hoewel dat soms ook al bij Ibn Taymiyya geplaatst wordt. De reden hiervoor is dat ook de wahabieten voor hun religieuze doctrines terugkijken op de leefwijze van de salaf al-salih, de vrome voorgangers - de volledige eerste drie generaties moslims. Hoewel gematigde salafi’s - en veel wetenschappers die schrijven over deze materie - het wahabisme en salafisme als hetzelfde zien zijn er naar mijn mening drie belangrijke kenmerken waarin een verschil is aan te duiden tussen beide groepen. Het eerste belangrijke verschil is dat het wahabisme is voortgebouwd op de hanbalitische wetsschool, terwijl het salafisme de bestaande islamitische tradities terzijde schuift en boven de wetsscholen probeert te staan. Ten tweede richt de kritiek van het wahabisme zich primair op de moslimgemeenschap zelf, die volgens hen van het ware pad van islam zijn afgedwaald. De kritiek van het salafisme richt zich behalve op verbetering van de religiositeit vooral ook naar buiten om vijanden aan te wijzen. Daarbij moet de situatie van de ontstaansgeschiedenis niet uit het oog verloren worden. Als laatste punt is het ontstaansmoment van beide stromingen verschillend. MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
De wahabitische stroming heeft als duidelijk beginpunt de reformatie door Ibn Abdul Wahhab - zij het dat reeds sinds het Abbasidische kalifaat hervormingsbewegingen bestonden die terug wilden keren naar de kern van de religie, de mensen van de hadith12 -, en het salafisme wordt juist gekenmerkt door de reactie op steeds sterkere aanwezigheid van Westerse mogendheden en invloeden op de oorspronkelijke moslimgemeenschappen. Het wahabisme is zoals gezegd ontstaan in een periode van religieus verval. Het kan gezien worden als een reactionaire houding op wat door Ibn Abdul Wahhab als innovaties door het volk gezien werd die de religie binnen geslopen waren. Hij wilde met name het bezoeken van tombes en vereren van heiligen uit de religie bannen. Om dat doel te bereiken predikte hij de hanbalitische leer, die beschouwd werd - en wordt - als de meest strenge van de vier soennitische wetsscholen. Zoals eerder gemeld is dit naar mijn mening een groot verschil met het salafistisch gedachtegoed dat bewust afstand neemt van de wetsscholen die als instituties in hun ogen gefaald hebben. De wahabitische ‘school’ - zo willen zij zelf niet gezien worden maar laten we voor de begrijpelijkheid die term toch gebruiken - kan zichzelf staande houden door zich niet in te mengen met politiek. Het bekendste voorbeeld van een wahabitische staat is Saudi-Arabië, alwaar de hanbalitisch-wahabitische geestelijkheid en de koninklijke familie een symbiose vormen. Bewust gebruik ik hier het woord symbiose omdat ondanks het feit dat zij in een relatie verkeren die hen beide bestaansrecht geeft, hun beider aard totaal verschillend is. Het koningshuis fungeert als de beschermer van de religieuze doctrine in het land, en in ruil daarvoor legitimeert de doctrine het bestaan van het koningshuis. Dat levert een situatie op die eerder doet denken aan de periode van het Umayyaden of vroege Abbasidische kalifaat, of - in mindere mate - in het Westen de heerschappij van absoluut vorst Zonnekoning Lodewijk XIV, dan een die vergelijkbaar is met de periode van de profeet (sawaws) of zelfs de eerste vier kaliefen. Het koningshuis staat namelijk in zekere mate boven de wet. Hoewel het in Saudi-Arabië voor vrouwen zelfs verboden is auto te rijden omdat dit zou leiden tot onzedelijkheid, ontrouw en zelfs prostitutie13, blijkt dat de leden van het koningshuis er homofiele relaties op MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
na houden, verkrachten en dat zij menen te kunnen beschikken over leven en dood.14 SALAFISME Het salafisme is een lastig onderwerp om te behandelen omdat het niet eenduidig is. Er zijn zoveel verschillende substromen, die elkaar soms naar het leven staan zoals verderop uit het voorbeeld van de Ahl-i Hadith zal blijken, dat dat binnen de kaders van dit artikel niet allemaal behandeld kan worden. In plaats daarvan richten we ons op de drie substromen die het salafisme kent, aangevuld met enkele voorbeelden. Het salafisme wordt door Buijs onderverdeeld in drie substromen: apolitiek salafisme, politiek salafisme en jihadi-salafisme. Het apolitieke salafisme vindt draagvlak onder de wahabitische geleerden in Saudi Arabië zoals Ibn Baz, zij staan positief tegenover het koningshuis van Saudi Arabië15 en zouden daarmee onder de vlag van het quiëtisme geplaatst kunnen worden. Tot het politieke salafisme behoren geleerden (ook wahabitische) zoals Al-Albani die ook wel kritiek uiten op het koningshuis.16 Over het algemeen kan gesteld worden dat de verhoudingen tussen de wahabitische geleerden en het Saudische koningshuis dubbelzinnig van aard zijn. Beiden hebben elkaar nodig, zo schrijft Roy, waarbij de geestelijkheid gedomineerd wordt door de Sjeik familie (nazaten van Ibn Abdul Wahhab) en er zich geen leden uit de Saud familie onder de ulama bevinden.17 De apolitieke en politieke sjeiks erkennen elkaar echter. De solidariteit tussen hen gaat verder dan hun politieke overeenstemming en zelfs radicale sjeiks die door de Saudische autoriteiten gevangengezet worden blijven de bescherming van apolitieke sjeiks behouden.18 De derde vorm, het jihadi-salafisme, betreft een nieuwe stroming die de nadruk legt op het tweeslachtige karakter van het geloof (liefde en zwaard) en de nadruk legt op het tot kafir verklaren van anderen.19 Ze beschouwen, net zoals Ibn Abdul Wahhab, het tot afvallige verklaren van ongelovigen als een van de zuilen van islam. 20 Het moderne jihadisme plaatst daarmee het zwaard boven de koran, maar maakt wel onderscheid tussen ongelovigen die dat altijd al waren en afvalligen. De laatste moet altijd gedood worden, de eerste onder bepaalde omstandigheden niet. 21 De vraag die dit oproept, en waarop het antwoord onduidelijk blijft, is met welke islamitische bron dit gedachtegoed gele65
SALAFISME
gitimeerd wordt. De koran zegt immers heel duidelijk: “In de godsdienst is geen dwang. Redelijk inzicht is duidelijk onderscheiden van verdorvenheid. Wie dan geen geloof hecht aan de Taghoet maar gelooft in God, die houdt de stevigste handgreep vast, die niet af breekt. En God is horend en wetend.”22 Het ‘redelijke inzicht’ lijkt echter totaal verdwenen te zijn bij deze groep extremisten. LEEMTES IN SALAFISME De ironie die Waines bij de leer van Ibn Abdul Wahhab benadrukt23 beschrijft Meijer met een nog duidelijker voorbeeld, hoewel hij de ambiguïteit ervan niet benoemt. Het salafisme zet volgens hem namelijk aan tot een terugkeer naar de studie van de basisbronnen van islam (Koran en hadith) terwijl het taqlid bij een van de vier soennitische wetsscholen afwijst. Om die reden accepteert het (volgens strikte regels) interpretatie, of ijtihad. Maar zo schrijft hij ‘Moslims moesten zich [volgens de salafistische leer] exact zo gedragen als de vrome voorvaderen [salaf al-salih] wiens handelingen en gedachtes gevonden werden in de bronnen van islam.’24 De intentie om de doctrines van een religie te herzien en om een juiste interpretatie van de leer te vinden door de oorspronkelijke bronnen van islam te bekijken is op zichzelf een heel goed iets. Op die manier blijft een religie levend in plaats dat ze sterft en kan voorkomen worden dat ongewenste doctrines traditie worden. Veel te vaak komen zien we namelijk dat cultuur en islam in de belevingswereld van de individuele gelovige zulke onduidelijke scheidslijnen kennen dat deze elkaar verdringen. Het wahabisme/salafisme gaat echter op twee belangrijke punten de fout in. De eerste fout die ze maakt is dat er geen sprake meer is van ijtihad maar juist van taqlid. Taqlid in dit geval bij de eerste drie generaties tijdens en na de profeet (sawaws). Een dergelijke vorm van taqlid is dood bij uitstek, want hoe zouden zij ooit om kunnen gaan met nieuwe verschijnselen waar de salaf al-salih geen weet van hadden? Illustrerende voorbeelden daarvan zijn de toestemming in een fatwa van Ibn Baz om Amerikaanse troepen tijdens de Eerste Golfoorlog toegang te verlenen tot het Arabisch Schiereiland, en natuurlijk Ibn Baz’ fatwa dat de aarde plat is en een ieder die dat niet gelooft een straf bare atheïst. 25 De tweede fout die gemaakt wordt is dat zij als voorbeeld de salaf al-salih accepteren. 66
SALAFISME
Deze methode is om twee redenen dubieus. De eerste reden is dat de methode zelf sterke gelijkenis vertoont met de wijze waarop Malik ibn Anas zijn Muwatta optekende - dat als de oudste en tevens een van de vier meest betrouwbare soennitische hadithverzamelingen geldt. De manier waarop Malik probeerde te achterhalen hoe de profeet (sawaws) geleefd zou moeten hebben was door naar de Medinese bevolking te kijken hoe zij leefden en de orale tradities over het leven en gedrag van de profeet over te nemen van de lokale bevolking. Zij zouden in zijn ogen naar alle waarschijnlijkheid de traditie hebben voortgezet. 26 De tweede reden die een imperfecte implementatie van de manier waarop islam bedoeld zou zijn veroorzaakt, is het de ontkenning van tegenstrijdige opvattingen onder de eerste drie generaties moslims. Al direct na de dood van de profeet (sawaws) ontstond er een meningsverschil tussen de muhajirun en de ansar die beiden het recht op leiderschap over de moslimgemeenschap eisten. Deze houding negeert ook volledig de ridda-oorlogen, oftewel de oorlogen die door Abu Bakr al tegen afvalligen werden ondernomen. Het negeert de moslims die met elkaar in conflict raakten, om drie bekende voorbeelden te noemen: de Slag bij Siffin waar Mu’awiya probeerde Ali (as) het kalifaatschap te ontnemen; en de Slag bij Karbala waar Yazid de zoon van diezelfde Mu’awiya zijn gouverneur in Kufa Imam Hussein (as) heeft laten vermoorden. Deze twee voorbeelden gelden onder historici als het eerste en tweede schisma dat uiteindelijk de moslimgemeenschap in twee kampen heeft verdeeld. Heel simpel gesteld zou er dus nimmer van de eerste drie generaties van een gemeenschap een perfect voorbeeld verwacht kunnen worden omdat elke gemeenschap zowel goede als slechte mensen kent. Samenvattend kant het salafisme zich dus sterk tegen taqlid terwijl het ondertussen zelf niets anders dan blinde navolging doet, en dat ook nog eens van mensen waarvan met zekerheid vaststaat dat zij in ieder geval niet gehandeld hebben zoals de profeet (sawaws) gehandeld zou hebben. ISLAMISME Op het eerste gezicht een verwarrende term, ‘islamisme’. Waarom niet gewoon ‘islam’? Wat doet dat ‘isme’ achter islam? Isme is een suffix die aanduidt dat het betreffende zelfstandig naamwoord, aangevuld met de suffix, symbool staat voor stroming, concept of ideoMUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
logie. De ideologie waar het bij islamisme om gaat is de idee dat er geen scheiding tussen politiek en religie zou moeten zijn. Verschillende uitgangsvormen van dit woord zijn ‘islamist’ (voor iemand die het islamisme aanhangt) en ‘islamiseren’ iemand willen overtuigen van het isme, de ideologie, die diegene aanhangt. Wat we Geert Wilders dus veelal horen zeggen. ‘Een tsunami van moslims die Nederland komt islamiseren.’ Klinkt heel ‘gevaarlijk’ natuurlijk. Zelf zou ik er an sich niet zo’n probleem mee hebben onder islamitische heerschappij te leven, maar als ik dan weer kijk naar enkele groepen die hier besproken worden dan heb ik weer liever niet dat zij voor mij bepalen wat de juiste invulling van islam is. Met alle bijkomende intolerantie die daarbij hoort. Simpel gezegd zouden we kunnen stellen dat de politieke salafi’s een groep moderne islamisten vormen. Naast hen ook nog enkele andere bewegingen maar laten we niet teveel afwijken. De apolitieke salafi’s juist weer niet, en zijn zelfs tegenstander van het politiek salafisme. De politieke salafi’s zouden ‘Westerse ideologieën’ overnemen door te willen streven naar een islamitische natiestaat. Onder de apolitieke salafi’s heb je weer twee scheidingen, een quiëtistische kant, die zich vanuit religieuze overtuiging helemaal niet met politiek willen bemoeien, en de kant die een islamitisch kalifaat afzweert maar wel gelooft in jihad en takfir en zich zo ook mogelijk verwant kunnen voelen met het jihadistisch gedachtegoed en mogelijk als prooien te ronselen zijn voor het mondiaal jihadisme. Hoe vreemd is het dan ook dat in vele werken over dit thema ayatollah Khomeini vaak als eerste wordt genoemd als men hedendaagse islamisten bespreekt. 27 De benaming islamist past weliswaar, aangezien de ayatollah een islamitische staat nastreefde en dit een van de belangrijkste kenmerken is dat een moslim tot islamist maakt, toch is het toewijzen van het woord islamist ook bedrieglijk omdat zijn vorm van islamisme geen navolging en voorlopers kent. De eerste moderne islamisten waren lieden als Al-Afghani, Maududi en Sayyid Qutb. Denkbeelden die zij deelden en overige kenmerken van islamisme zijn onder andere anti-imperialisme en anti-kolonialisme, een herziening van de religieuze doctrines, en terugkeer naar de bronnen van islam. Momenteel echter speelt een meer aan wahabisme gelieerde golf salafi’s een prominentere rol (wat op zich MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
vreemd is aangezien de oorsprong van salafisme juist niet bij het wahabisme ligt) en aangezien aan de helft van hun doctrine het anti-sjiisme ten grondslag ligt is een vergelijking tussen Khomeini en Saudi-Arabië ver te zoeken. Te meer omdat de ayatollah gevolgd werd door een overgrote meerderheid van de Iraanse bevolking terwijl de moderne jihadisten toch vaak buiten de maatschappij en buiten de realiteit staan. Zij leven meer in hun verbeelde ummah, waarin ze zich verwant voelen en verbroederen met moslims die ze nog nooit gezien of gesproken hebben en ondertussen hun eigen vrienden en familieleden verkafferen omdat ze in leer of ideeën mogelijk een klein beetje afwijken. NEOFUNDAMENTALISME In de ogen van een hedendaagse salafi is islamisme een uitgesloten zaak. Een ware salafi ‘weet namelijk dat de overwinning alleen haalbaar is door middel van echte tawhid en dat shirk niet bevochten kan worden met wat daar op lijkt.28 De stelling wordt dus gemaakt dat het aanhangen van een ideologie shirk is, oftewel het aannemen van ‘dingen’ naast God alleen. En dat doet af breuk aan de tawhid, ofwel de eenheid van God. Natuurlijk, soera al-Fatiha zegt: “U dienen wij en U vragen wij om hulp.” Dus waarom zou je je bezighouden met politiek? ‘Democratisch stemmen, dat zijn de goden uit de jahiliyya,’ zei een salafi me eens. Wel aandoenlijk dat hij er schijnbaar nog niet bij stilgestaan had dat de eerste kaliefen waar hij heilig in geloofde middels een verkiezing aan de macht gekomen waren. Maar goed, wie zijn nu die moderne salafisten? Roy noemt ze neofundamentalisten, en dit is een term die veel duidelijkheid schept. Zeker omdat het salafisme en haar verschillende facetten zo moeilijk te duiden is. We zijn van Ibn Abdul Wahhab naar Maududi gegaan, en nu zijn we weer bij gedachtegoed dat meer aansluiting vindt bij wahabitisch Saudi-Arabië. Maar wat maakt het nou anders? En misschien gevaarlijk? Vooraan staat bij het salafisme het doen van dawa, oftewel het oproepen tot het geloof. De meeste salafi sjeiks stellen dat boven het uitvoeren van jihad. Daarnaast omsluiten salafistische ideeën een gevaarlijk element, namelijk takfir (het tot kafir verklaren van iemand, verkafferen). Dit in combinatie met jihad is letterlijk dodelijk. Ibn Abdul Wahhab verklaarde iedereen die zijn doctrine van tawhid niet aanvaarde destijds al 67
Bewegingen van de ‘Afghanen’, internationale jihadstrijders. Afghanistan
In Osma bin Ladens logboek komen de volgende aantallen voor: 433 jonge mannen uit Saudi-Arabië, 526 uit Egypte, 184 uit Iraq, 285 uit Libya, 180 uit Syria, 540 uit Algeria, 111 Sudan en 100 uit Tunisia waren onder de jonge martelaren. Dit logboek met gesneuvelde kameraden van Bin Laden geeft goed weer waar de migratiestroom naar Afghanistan vandaan kwam.
68
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
69
SALAFISME
tot kafir of afvallige. 29 Sommige andere salafistische groepen gaan daarin nog een stap verder, zoals de huidige vorm van de begin 19e eeuw opgerichte Ahl-i Hadith die andere salafistische stromingen die de hanbalitische wetsschool aanhangen tot kafir verklaren. De reden daarvoor is dat in hun ogen het volgen van een wetsschool taqlid is, en taqlid doen is shirk (het aannemen van anderen naast God) waardoor die groep zich dan buiten islam geplaatst heeft, tot kafir verklaard kan worden en er jihad tegen kan worden ondernomen. Maar laten we een sprongetje maken naar de kern van de zaak en niet te lang uit wijden. Vanaf 1979 woedde een tien jaar durende oorlog op Afghaans grondgebied tussen de Afghanen en de Russen. Rusland, dat zich beriep op bescherming van de Sovjetstaten, vond dat het het volste recht had Afghanistan binnen te trekken en te ‘beschermen’ tegen verval van het communisme. De ontstane oorlog bood een slagveld dat eveneens aantrekkingskracht had op jihadisten van over de hele wereld. Palestijnen, Somaliërs en met name Saudiërs trokken ten strijde. Onder de leiding van de naar Pakistan geëmigreerde islamistische Palestijn Abdullah Azzam voegden zij zich bij de mujahidin. Azzam had een duidelijk beeld voor ogen wat de ummah inhield. Hij kon zich niet vinden in de Palestijnse strijd omdat deze volgens hem nationalistisch van aard was. De enige legitieme jihad zou een zijn die zich inzette voor de gehele ummah. 30 Zijn opvattingen over jihad zaten een beetje tussen de orthodoxe opvatting dat jihad een gezamenlijke plicht kan zijn maar geen zuil van de religie, en de meer modern salafistische idee dat jihad wel degelijk een zuil is en een individuele verplichting. 31 De bij hem aangesloten strijders van over de hele wereld vonden echter geen aansluiting bij de Afghaanse verzetsstrijders zelf, en deze refereerden aan hen als ‘de Arabieren’. Zij vormden hun eigen bataljon. De jihad die gevoerd werd door deze buitenlandse strijders richtte zich op verdediging van islamitisch grondgebied en mogelijk de oprichting van een islamitische staat of kalifaat. Volledig in het gedachtegoed van Azzam. Wat opvalt is dat deze groep van mondiale strijders zich niet verbonden voelen met hun eigen nationaliteit of etniciteit. Dat blijkt niet alleen uit hun wil te vechten in onbekende gebieden maar ook uit de huwelijken die zij sluiten. Vrijwel allen huwden met lokale meisjes of in ieder geval buiten hun ei70
SALAFISME
gen afkomst. Door de salafistische anti-globaliserende houding zijn zij eigenlijk zelf onderdeel geworden van globalisatie doordat zij over etnische verschillen heenstappen. Ambigu hieraan is dat het neofundamentalisme, of hedendaags salafisme, tegen globalisatie gekant is, dat terwijl zij gezien de hiervoor genoemde zaken schoolvoorbeelden zijn van geglobaliseerde aardbewoners. In 1987 kwam Azzam onder zeer mysterieuze omstandigheden om het leven. Direct daarop riepen Osama bin Laden en enkele van de andere naaste strijders de mythe in het leven van de slag van Masada 32. Door het machtsvacuüm dat deze plotselinge gebeurtenis veroorzaakte, en de rol van leider die Bin Laden op zich nam, kwam Osama op gelijke voet te staan met de zoon van Azzam - erfopvolger van de groepering. In tegenstelling tot Azzam geloofde Bin Laden niet in de oprichting van een islamitisch kalifaat, maar in al takfir (verkaffering) wal jihad. De mondiale jihad was geboren. CONCLUSIE Om de vraag te beantwoorden of islam ongeneeslijk ziek is: nee, dat is zij niet. Het is eerder een prachtige gevulde fruitschaal waar helaas een rotte appel in ligt. De groep salafi-jihadi’s is niet groot en ook onder hen die het aanhangen is de kans klein dat zij werkelijk door en door overtuigd zijn van deze leer en wordt wel eens opgemerkt dat het meer op recalcitrant gedrag lijkt. Anderzijds denk ik dat de scheidslijn tussen de verschillende vormen van salafisme ontzettend dun is en het maar net afhankelijk is van wie men tegenkomt of er in gedachtegoed een sprongetje naar links of naar rechts gemaakt wordt.
Haar, Gerrie Ter. “Religious Fundamentalism and Social Change: A Comparative Inquiry.” The Freedom to Do God’s Will: Religious Fundamentalism and Social Change. Red. Gerrie Ter Haar and James J. Busuttil. London: Routledge, 2003. 1-24. p. 1.
2.
Ammerman, Nancy T. “Re-awakening a Sleeping Giant: Christian Fundamentalists in Late Twentieth-century US Society.” The Freedom to Do God’s Will: Religious Fundamentalism and Social Change. Red. Gerrie Ter. Haar and James J. Busuttil. London: Routledge, 2003. 89-110. p. 90-91.
3.
Haar. The Freedom to Do God’s Will. p. 2.
Pieter Boele Van Hensbroek. Naar De Letter: Beschouwingen over
5.
Waines, David. An Introduction to Islam. Cambridge: Cambridge
Fundamentalisme. Red. Pieter Boele Van Hensbroek, Sjaak Koe-
UP, 2003. p. 207
nis, and Pauline Westerman. Utrecht: Stichting Grafiet, 1991.
6.
Goldschmidt. A Concise History. p. 242.
7.
Idem. p. 242.
28. Roy. Globalised Islam. p. 248-249.
8.
Chatterji, Nikshoy C. Muddle of the Middle East. New York: Hu-
29. Meijer. Global Salafism. p. 5.
manities, 1973. p. 169.
30. Idem. p. 295.
Meyer, Karl Ernest., and Shareen Blair. Brysac. Kingmakers: the
31. Idem.
Invention of the Modern Middle East. New York: W.W. Norton &,
32. Idem. p. 297.
9.
2008. p. 237.
Wittgenstein, Ludwig, and Anthony Kenny. The Wittgenstein Reader. Ed. Anthony Kenny. Oxford: Blackwell, 2006. p. 45.
MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
1-5. p. 4.
10. Idem. p. 247.
BIBLIOGRAFIE
11. Waines. An Introduction to Islam. p. 208.
1.
London: Hurst &, 2009. p. 5.
The Freedom to Do God’s Will: Religious Fundamentalism and Social Change. Ed. Gerrie Ter. Haar and James J. Busuttil. London:
13. Broverman, Neal. “Saudi Clerics: Women Will Turn Gay If
Routledge, 2003. 89-110.
They Drive | News | The Advocate.” Advocate.com. 18 nov. 2011. Opgehaald 23 nov. 2011, van http://www.advocate.com/News/
2.
Baaz, Abdul-Azeez Ibn. Evidence That the Earth Is Standing Still. 1st ed. Z.p., 1993.
Daily_News/2011/11/18/Saudi_Clerics_Women_Will_Turn_ Gay_If_They_Drive/
Ammerman, Nancy T. “Re-awakening a Sleeping Giant: Christian Fundamentalists in Late Twentieth-century US Society.”
12. Meijer, Roel. Global Salafism: Islam’s New Religious Movement.
3.
Buijs, Frank J., Froukje Demant, and Atef Hamdy. “Islamitisch Radicalisme in Nederland.” Hedendaags Radicalisme: Verklaring
14. 22 januari 2010 vermoordde Abdulaziz bin Nasser al Saud zijn bediende met wie hij een sadistische homoseksuele relatie
En Aanpak. Ed. Sadik Harchaoui and Will Tinnemans. Apeldoorn:
onderhield in een lift in het Landmark hotel in Londen. Hij is
Het Spinhuis, 2006. 1-29.
hiervoor tot levenslang met 20 jaar onvoorwaardelijk veroor-
4.
staand voorval is van één afgedwaald familielid, er zou tevens
5.
Het Spectrum, 2007.
is die zonder camerabeelden ook nog eens met een grove leu6.
Goldschmidt, Arthur, and Lawrence Davidson. A Concise History of the Middle East. 8th ed. Boulder, CO: Westview, 2006.
15. Buijs, Frank J., Froukje Demant, and Atef Hamdy. “Islamitisch Radicalisme in Nederland.” Hedendaags Radicalisme: Verklaring
De Koe. De Koran: Een Weergave Van De Betekenis Van De Arabische Tekst in Het Nederlands Door Fred Leemhuis. 13th ed. Unieboek |
bepleit kunnen worden dat dit slechts een topje van de ijsberg gen zou zijn weggestopt.
Chatterji, Nikshoy C. Muddle of the Middle East. New York: Humanities, 1973.
deeld. Nu zou bepleit kunnen worden dat dit een op zichzelf-
7.
Haar, Gerrie Ter. “Religious Fundamentalism and Social
En Aanpak. Ed. Sadik Harchaoui and Will Tinnemans. Apel-
Change: A Comparative Inquiry.” The Freedom to Do God’s Will:
doorn: Het Spinhuis, 2006. 1-29. p. 13.
Religious Fundamentalism and Social Change. Ed. Gerrie Ter Haar and James J. Busuttil. London: Routledge, 2003. 1-24.
16. Buijs. Hedendaags Radicalisme. p. 13. 17. Roy, Olivier. Globalised Islam: the Search for a New Ummah.
8.
Fundamentalisme. Ed. Pieter Boele Van Hensbroek, Sjaak Koenis, and Pauline Westerman. Utrecht: Stichting Grafiet, 1991. 1-5.
19. Buijs. Hedendaags Radicalisme. p. 14. 21. Idem. p. 15. 22. Leemhuis, Fred. “De Koe.” De Koran = Al-Qur’ān Al-karīm : Een
Marty, Martin E. “Fundamentalisme in Vogelvlucht.” Trans. Pieter Boele Van Hensbroek. Naar De Letter: Beschouwingen over
London: Hurst &, 2006. p. 237. 18. Idem. p. 242-243. 20. Idem. p. 15.
EINDNOTEN 1.
4.
9.
Meijer, Roel. Global Salafism: Islam’s New Religious Movement. London: Hurst &, 2009.
10. Meyer, Karl Ernest., and Shareen Blair. Brysac. Kingmakers: the
Weergave Van De Betekenis Van De Arabische Tekst in Het Ne-
Invention of the Modern Middle East. New York: W.W. Norton &,
derlands. 13th ed. Houten: Unieboek, 2007. Bijbel&Koran.nl.
2008.
Opgehaald 25 nov. 2011, van http://bijbelenkoran.nl/ayah. php?lIntEntityId=2. 23. Zie noot 9. 24. Meijer. Global Salafism. p. 5. 25. Baz, Abdul-Azeez Ibn. Evidence That the Earth Is Standing Still. 1e ed. Z.p., 1993. p. 23. 26. Waines. An Introduction to Islam. p. 67. 27. Marty, Martin E. “Fundamentalisme in Vogelvlucht.” Trans. MUHARRAM MAGAZINE • DECEMBER 2011 / MUHARRAM 1433
11. Roy, Olivier. Globalised Islam: the Search for a New Ummah. London: Hurst &, 2006. 12. Ruthven, Malise. Fundamentalism: the Search for Meaning. Oxford: Oxford UP, 2005. 13. Waines, David. An Introduction to Islam. Cambridge: Cambridge UP, 2003. 14. Wittgenstein, Ludwig, and Anthony Kenny. The Wittgenstein Reader. Ed. Anthony Kenny. Oxford: Blackwell, 2006. 71