ARENDONK RUP De Brulen toelichting d.d. 9 juni 2008 DEFINITIEF GOEDGEKEURD DOOR BD. DD 31-07-07
colofon
opdrachtgever:
Gemeentebestuur Arendonk
project:
RUP De Brulen
fase: datum:
definitieve vaststelling 9 juni 2008
opdrachthouder:
Dienstverlenende Vereniging Intergemeentelijke Samenwerking IOK Antwerpseweg 1, 2440 Geel – www.iok.be
projectteam:
IOK plangroep
ruimtelijke planning: juridische ondersteuning:
Luk Helsen Rhea Denissen Aaike Verlinden
CAD-GIS:
Dirk Poelmans
secretariaat:
Annick Sprengers
RUP DE BRULEN Toelichtingsnota gevoegd bij het grafisch verordenend plan, d.d. 09/06/2008
Toepassing van artikel 38-39 en 48 e.v. volgens het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen.
Gezien en voorlopig aangenomen door de Gemeenteraad van de gemeente Arendonk in zitting van
de secretaris,
de burgemeester,
André Helsen
Ernest Buijs
Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Arendonk bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd gelegd van tot
vanwege het college: de secretaris,
de burgemeester,
André Helsen
Ernest Buijs
Gezien, definitief goedgekeurd en aangenomen door de Gemeenteraad van de gemeente Arendonk in zitting van
de secretaris,
de burgemeester,
André Helsen
Ernest Buijs
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
INHOUD 1
Inleiding ...................................................................................................................... 1 1.1 1.2 1.3
2
Bestaande ruimtelijke structuur.................................................................................... 2 2.1 2.2 2.3
3
Ruimtelijk-planologische afweging....................................................................................26 Grensstellende elementen en randvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkeling....................26 Speciale beschermingszones...........................................................................................27 Watertoets.......................................................................................................................27
visie en ontwerp RUP De Brulen ............................................................................... 30 5.1 5.2
6
Bestemmingen en voorschriften .......................................................................................11 Ruimtelijk-planologisch kader...........................................................................................12 Relevante sectorale wetgeving en plannen.......................................................................16 Relevante beleidsdocumenten en studies.........................................................................22
Afwegingselementen en randvoorwaarden ................................................................ 26 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Positionering op macroniveau ........................................................................................... 2 Het plangebied binnen de gemeente Arendonk.................................................................. 3 Bestaande ruimtelijke structuur plangebied RUP De Brulen ............................................... 6
Juridisch kader.......................................................................................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4
4
Situering........................................................................................................................... 1 Doelstelling RUP De Brulen .............................................................................................. 1 Plangebied RUP De Brulen............................................................................................... 2
Doelstellingen..................................................................................................................30 Visie en concept voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling ..............................................30
Toelichting bij grafisch plan en stedenbouwkundige voorschriften.............................. 32 6.1 6.2
algemene bepalingen ......................................................................................................32 bestemmingszones en voorschriften ................................................................................32
7 Limitatieve opgave van voorschriften die strijdig zijn met de voorschriften van RUP De Brulen.............................................................................................................................. 35 8
Ruimtebalans............................................................................................................ 36
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
Overzicht tabellen Tabel 1: Activiteiten binnen plangebied RUP De Brulen ................................................................ 8 Tabel 2: Lijst van natuurreservaten in de gemeente Arendonk ......................................................18 Tabel 3: Ruimteboekhouding RUP De Brulen.............................................................................36 Overzicht figuren Figuur 1:
situering De Brulen - macroniveau ............................................................................. 1
Figuur 2:
detail KMO-zone De Brulen ....................................................................................... 1
Figuur 3:
plangebied RUP De Brulen........................................................................................ 2
Figuur 4:
plangebied RUP De Brulen in de regio ....................................................................... 3
Figuur 5:
bestaande ruimtelijk economische structuur – GRS Arendonk...................................... 3
Figuur 6:
bestaande verkeers- en vervoersstructuur – GRS Arendonk ........................................ 5
Figuur 7:
landbouwgebruik in omgeving De Brulen.................................................................... 5
Figuur 8:
natuurlijke elementen – GRS Arendonk...................................................................... 6
Figuur 9:
fysische kenmerken omgeving De Brulen ................................................................... 7
Figuur 10: fietsknooppuntennetwerk ter hoogte van plangebied RUP De Brulen ...........................10 Figuur 11: gewestplan omgeving plangebied RUP De Brulen......................................................11 Figuur 12: GRS Arendonk – synthese gewenste ruimtelijke structuur...........................................15 Figuur 13: VEN eerste fase ten opzichte van plangebied RUP De Brulen.....................................17 Figuur 14: habitatrichtlijngebieden ten opzichte van plangebied RUP De Brulen ...........................19 Figuur 15: ankerplaatsen ten opzichte van plangebied RUP De Brulen ........................................21 Figuur 16: uittreksel visiekaart Kempens grensgebied, kaderplan KDTS ......................................22 Figuur 17: uittreksel uit gewenste ruimtelijke structuur deelruimte ‘bovenlopen Kleine Nete’ ..........24 Figuur 18: watertoetskaart – overstromingsgevoelige gebieden...................................................28
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
1
Inleiding
1.1
Situering Figuur 1: situering De Brulen - macroniveau
RUP De Brulen
Bron: topografische kaart 1/100.000 kleur KMO-zone De Brulen situeert zich ten noordoosten van de kern van Arendonk, langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.
1.2
Doelstelling RUP De Brulen Figuur 2: detail KMO-zone De Brulen Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan De Brulen wordt opgemaakt in uitvoering van bindende bepaling 26 van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Arendonk. Bedrijvenzone De Brulen werd aangeduid als lokaal bedrijventerrein. Het RUP heeft als bedoeling de bedrijvenzone effectief te bestemmen voor lokale bedrijven, waarbij watergebonden activiteiten voorrang krijgen. Bij de opmaak van het RUP wordt eveneens de ruwe gewestplanzonering verfijnd tot op kadastraal perceelsniveau ter oplossing van een aantal zonevreemde situaties. Door het gebrek aan afstemming tussen het gewestplan en de kadastrale percelering worden een aantal percelen doormidden gesneden door de gewestplanbegrenzing van de bedrijvenzone.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
1
1.3
Plangebied RUP De Brulen Figuur 3: plangebied RUP De Brulen
plangebied RUP De Brulen
BLOCKX NV.
Bron: orthofoto’s 2003 Provincie Antwerpen i.s.m. OC GIS Vlaanderen Het plangebied van RUP De Brulen bevat het westelijke en centrale deel van de bedrijvenzone De Brulen, grofweg de zone met economische activiteiten en gebouwen langsheen De Brulen en het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten gesitueerd tussen Hazegewoud en Voorheide. Het oostelijke deel van de gewestplanbestemming KMO-zone wordt niet opgenomen in het RUP gezien de behandeling van Blockx nv. in deelplan BPA022 in het kader van het goedgekeurde sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (MB. 16/01/03).
2
Bestaande ruimtelijke structuur
2.1
Positionering op macroniveau Lokaal bedrijventerrein De Brulen is gelegen te Arendonk, ten noordwesten van de kern van Arendonk, aansluitend op de bebouwing van Voorheide. Arendonk ligt ten oosten op korte afstand van het regionaalstedelijk gebied Turnhout. Het lokaal bedrijventerrein is gelegen langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het kanaal dat oorspronkelijk als bevloeiingskanaal werd gegraven vervult naast een recreatieve functie ook nog een beperkte economische vervoersfunctie met betrekking tot het transport van bulkgoederen. Langs het kanaal komen echter ook heel wat bedrijven voor die hun transport organiseren over de weg. Het bedrijventerrein is gelegen ter hoogte van de kruising tussen het kanaal en de N139, aan brug 5. Deze N139 verzorgt een verbinding tussen de N18, Arendonk en Reusel (verder richting Eindhoven).
2
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Figuur 4: plangebied RUP De Brulen in de regio
2.2
Het plangebied binnen de gemeente Arendonk Het plangebied van RUP De Brulen is gelegen langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, aansluitend op Voorheide. Het grootste deel van het plangebied bestaat uit de bestemming KMOzone. Enkele bedrijven zijn eveneens actief in agrarisch gebied gezien het gebrek aan afstemming tussen de gewestplanzonering en de kadastrale percelering. De N139 (Voorheide) loopt langsheen het gebied. Bestaande ruimtelijk economische structuur
Figuur 5: bestaande ruimtelijk economische structuur – GRS Arendonk
Arendonk ligt ten oosten van het regionaal stedelijk gebied Turnhout. Door de aanwezigheid van een goed gemeentelijk voorzieningenniveau is de invloed van het regionaalstedelijk gebied eerder beperkt. Door de aanwezigheid van regionale bedrijvigheid binnen de gemeente oefent Arendonk op het vlak van industriële tewerkstelling zelfs een lichte aantrekkingskracht uit op de regio.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
3
Op het gewestplan werden voor Arendonk een aantal zones voor milieubelastende industrieën aangeduid: – bedrijvenzones ten oosten van het kanaal: Poederstraat, Moerenstraat en Rode Del De bedrijvenzones Poederstraat (29,2 ha) en Moerenstraat-Rode Del (10,1 ha), respectievelijk aan brug 5 en 4 gelegen, worden bijna geheel ingenomen door het grootschalige en regionaal georiënteerde kunststofrecyclagebedrijf Ravago. Het ontwikkelde zich hier van lokaal familiebedrijf tot een multinational. De socio-economische binding van de Arendonkse zetel met de gemeente is sterk gebleven, waardoor Ravago als een geïsoleerd (regionaal) bedrijf kan worden beschouwd: 82 % van de personeelsleden is afkomstig van Arendonk (71 %) of één van de buurgemeenten (11 %) waardoor de lokale binding van het bedrijf bevestigd wordt. De productieafdeling bevindt zich aan de Poederstraat en de verkoopsruimte aan de Moerenstraat. Op de Rode Del bevindt zich een stockageruimte. In de fabriekswinkel in de Moerenstraat worden bovendien ook andere producten (huis-, tuin- en keukengerei) aangeboden. Daarnaast is aan de Moerenstraat het potgrondbedrijf Agrofino gevestigd dat eveneens ter plaatse gegroeid is van kleinschalig naar regionaal bedrijf. De lokale binding van Agrofino is echter minder uitgesproken dan voor Ravago: 38 % van de werknemers is woonachtig in Arendonk of in één van de buurgemeenten. Alhoewel de bedrijvenzones Poeder- en Moerenstraat langs het kanaal DesselSchoten zijn gelegen organiseren de aanwezige bedrijven geen vervoer over het water. De beperkte capaciteit en diepgang spelen hierin een rol. De ontsluiting van de Poederstraat (over de weg) gebeurt voornamelijk via de dorpskern van Arendonk, brug 5, Voorheide en de smalle Poederstraat. De toegangsweg is niet berekend op vrachtwagens, de ontsluiting via het centrum van Arendonk is problematisch. De ontsluiting van de bedrijvenzone Moerenstraat gebeurt grotendeels via de industrieweg (verbinding brug 4 met Hoge Mauw door de Watering). De verkoopruimte van Ravago trekt veel autoverkeer aan langs het centrum en de Moerenstraat. – bedrijvenzone Hoge Mauw De Hoge Mauw (88,4 ha) ligt in het zuiden van de gemeente Arendonk tussen de E34, de N118 (Huiskens) en de verlinting Berendonk. Aan de oostzijde van het terrein ligt landschappelijk waardevol agrarisch gebied en bosgebied. Aan de westzijde ligt een geïsoleerd agrarisch gebied aanpalend aan de N118. Dwars over dit gebied staat op het gewestplan een reservatiestrook voor een omleidingsweg ingetekend. Deze bedrijvenzone ligt op circa twee kilometer van de dorpskern en bevat een menging van grootschalige, eerder regionaal georiënteerde bedrijvigheid en kleinschalige, eerder lokaal georiënteerde bedrijven. Eén vijfde van het gemeentelijke bedrijvenbestand komt hier voor. De bouw- en industriële sector, aangevuld met enkele transportfirma’s vertegenwoordigen zowat de helft van de aanwezige bedrijven. De andere helft wordt voornamelijk door diensten ingenomen zoals klein- en groothandel en diensten aan bedrijven. De ontsluiting vanaf de E34 (afrit 26) gebeurt via de N118 en hierop aansluitende ventwegen. Hierop takt de industrieweg aan die de bedrijvenzone Moerenstraat en enkele zonevreemde bedrijven in de omgeving van het kanaal ontsluit. De meest zuidelijke toegangsweg tot de Hoge Mauw vanaf de N118 maakt een scherpe bocht die lastig is voor grote vrachtwagens. De andere ontsluitingswegen takken T-vormig aan op de N118 wat eveneens problemen schept bij het oprijden van de gewestweg. Daarnaast werden twee ambachtelijke zones aangeduid op het gewestplan: – bedrijvenzone Klavervelden Aangezien deze bedrijvenzone uiteindelijk enkel nog was ingevuld met verweefbare functies en de ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein niet realistisch of realiseerbaar geacht werd temidden van de kern werd ter uitvoering van de visie die werd opgebouwd in het GRS een BPA opgemaakt teneinde nieuwe bestemmingen vast te leggen voor deze zone gericht op een multifunctionele invulling met kerngerichte functies. – bedrijvenzone De Brulen Deze KMO-zone maakt volledig deel uit van het plangebied van RUP De Brulen. Bestaande verkeers- en vervoersstructuur De E34 autosnelweg vormt het grootste deel van de zuidelijke gemeentegrens. Op/afrit 26 is deels op het grondgebied van Arendonk en deels op het grondgebied van Retie gelegen. Samen met de gewestwegen zorgt deze op/afrit voor de belangrijkste ontsluiting van de gemeente en takt Arendonk rechtstreeks aan op een internationale transportader. De gewestwegen N118 en N139 zijn de trajecten die Arendonk verbinden met haar buurgemeenten en een aansluiting mogelijk maken op het regionale wegennet. De N139 zorgt voor een verbinding
4
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
met Reusel (NL) en met Oud-Turnhout (waar hij aansluit op de N18 Turnhout-E34-Mol). De N118 zorgt voor de verbinding met Ravels (waar hij aansluit op de N12 Turnhout-Tilburg), met Retie (waar hij aansluit op de N18) en met de E34 via op/afrit 26. Door deze aansluitingsmogelijkheden nemen de trajecten een bovenlokale verbindingsfunctie op. Van lokaal structurerend belang zijn de buurtwegen van groot verkeer nr. 2 (Hokken/Schutterstraat/Bergen). Ze functioneren voornamelijk als een alternatieve verbinding voor de N139. Het centrum van Arendonk wordt daardoor ontlast. De bedrijventerreinen langs het kanaal hebben weinig tot geen functionele connecties via het kanaal. Het vervoer gebeurt hoofdzakelijk over de weg. De ontsluiting van de bedrijven rond brug 5 gebeurt langs de N139 door het centrum om dan via de N118 naar de E34 te gaan. De industrieweg tussen brug 4 en Hoge Mauw is een belangrijke ontsluitingsweg voor de bedrijven die rond brug 4 gevestigd zijn. De Moerenstraat (verbinding brug 4 met centrum Arendonk) neemt daardoor maar een beperkte ontsluitingsfunctie op.
Figuur 6: bestaande verkeers- en vervoersstructuur – GRS Arendonk Open ruimte: bestaande agrarische structuur en bestaande natuurlijke structuur Figuur 7: landbouwgebruik in omgeving De Brulen
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
5
Figuur 8: natuurlijke elementen – GRS Arendonk
bron: GRS Arendonk, BWK versie 2.1 Instituut voor natuurbehoud (INBO) Het plangebied van RUP De Brulen wordt in het zuiden en het westen begrensd door percelen in agrarisch gebruik (zie Figuur 7). Aansluitend op de bedrijvenzone gaat het om percelen die in gebruik zijn als grasland of als maïsakker. Deze percelen maken deel uit van een agrarisch gebied Zwartberg – Ravelse Hoek – Roest dat op de overgang ligt tussen de kern van Arendonk en de Hoge Vijversbossen ten noorden ervan. Landbouw vormt hier traditioneel het hoofdbodemgebruik. De cultuurgronden zijn er versnipperd en vanuit de kern van Arendonk heeft een bebouwingsdruk plaatsgevonden. Grondgebonden veeteelt blijft de dominante sector. Daarentegen wordt de landbouw langsheen Grens aan de overzijde van het kanaal gekenmerkt door grondloze veeteelt die voor een concentratie van agrarische bebouwing heeft gezorgd. Andere kerngebieden voor de Arendonkse landbouw zijn De Lusthoven, omgeving Broekstraat en de Watering. De landbouwsector drukt in Arendonk verder nog steeds een belangrijke stempel op het beeld en het functioneren van de open ruimte. De grondgebonden veelteelt en meer bepaald de melkveeteelt vormt de ruggengraat van de professionele landbouw in de regio. In Arendonk staan echter ook de grondloze veeteelt en de akkerbouw zeer sterk. Wat betreft de natuurlijke structuur is het plangebied RUP De Brulen niet gelegen in een zone met hoge natuurwaarden. Enkel een aantal kleine landschapselementen liggen in de omgeving van De Brulen (zie Figuur 8). Het gaat om de bomenrijen langsheen het kanaal Dessel – Turnhout – Schoten. De natuurlijke zwaartepunten liggen elders binnen de gemeente Arendonk: StaatsbossenHoge Vijversbossen, Goorken-Lokkerse Dammen-Gagelbroek, Korhaan-Rodegoor en de bossen van de Watering.
2.3
Bestaande ruimtelijke structuur plangebied RUP De Brulen
2.3.1
Fysische kenmerken Arendonk ligt over de zuidelijke rand van de Kempense microcuesta die de waterscheiding vormt tussen het bekken van de Schelde en dat van de Maas. Bij de aanleg van het kanaal DesselTurnhout-Schoten werd de microcuesta gevolgd, gezien de hogere ligging langsheen de cuesta de irrigatie van de arme gronden met kanaalwater mogelijk maakt. Het bedrijventerrein De Brulen is volledig gesitueerd langsheen dit kanaal en ligt bijgevolg ook op hogere gronden die een brongebied voor de regio vormen. Onder meer de Rode Loop en de Neerloop zijn bovenlopen in het bekken van de Nete die beide ten zuiden van het plangebied
6
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
ontstaan. De Rode Loop is een waterloop van derde categorie die ruim ten zuiden van De Brulen in westelijke richting loopt. De Neerloop (eveneens van derde categorie) loopt ten zuiden van de N139 in zuidelijke richting waar deze uitloopt in de Wamp. Het oostelijk deel van het plangebied ligt grotendeels op vergraven terrein met een historisch bebouwd karakter. Deze omgeving werd dan ook gekarteerd als bebouwde zone. Het westelijke deel van het plangebied ligt op matig natte tot droge podzol(achtige) bodem of op natte podzol(achtige) bodem. Figuur 9: fysische kenmerken omgeving De Brulen
matig natte tot droge podzol(achtige) bodem
Zdg Zeg
natte, podzol(achtige) bodem
Bron: bodemkaart van Vlaanderen, uitgave 2001 (IWT; OC-GIS Vlaanderen)
2.3.2
Bestaande ruimtelijke toestand Zie plan bestaande en juridische toestand Plangebied in de omgeving Bedrijvenzone De Brulen is gelegen langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. Het centrale en oostelijke deel ligt daarbij ingesloten tussen het kanaal en de nederzetting Voorheide. De activiteiten in het oosten van het plangebied zijn weinig of niet visueel gebufferd naar de woonfunctie van Voorheide toe en er morfologisch sterk mee verweven. De Brulen is naast de hoofdas binnen de nederzetting eveneens de hoofdontsluiting van de bedrijvenzone. Het westelijke deel strekt zich in westelijke richting uit langsheen het kanaal Dessel-TurnhoutSchoten, en dit gelijklopend met het nederzettingspatroon langsheen Onder d’Eike aan de overzijde van het kanaal. Het westelijke deel wordt begrensd door percelen in landbouwgebruik die deel uitmaken van het landbouwgebied dat zich uitstrekt ten noorden van de dorpskern Arendonk. Kenmerken plangebied Tabel 1 geeft een overzicht van de activiteiten binnen het plangebied van RUP De Brulen.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
7
Tabel 1: activiteiten binnen plangebied RUP De Brulen Naam
Ligging
kadaster
Opp.*
Activiteiten
/
De Brulen 47
A 221 m
6.328m²
Van
De Brulen 55
Blockx
De Brulen 57
A 225 c A 225 d A 231a
1.553m² 750 m² 4.572m²
Aanneming van werken: aanleg van spoorwegen, wegen, straten, vliegvelden en sportaccommodaties Carrosseriebedrijf
De Brulen 59 De Brulen 63
A 233 s A 233 n
4.504m² 2.733m²
Horsting – Van Loon Horsting – Van Loon
De Brulen Hazegewoud 40
Van Deurzen Atlon – Van Steenbergen Peter Blockx Lucien
De Brulen 61 AB De Brulen 61 C
A 239 d A 238 c A 233 f A 233 X A 233 W
4.201m² 2.635m² 175m² 761m² 4773m²
Hazegewoud
A 233 t
1.398m²
Onderhoud en reparatie van auto’s Reproductie van geluidopnamen, verhuur opslag
Van Leent – Willems
De Brulen 53
748m²
Woning + schuur
Peeters Frans Mermans beton nv.
De Brulen De Brulen 40
A 263 c A 261 d A 387/02 d A 394/02 a
477m² 3.994m²
Opslag van materialen (schuur) betoncentrale
Vennootschap O.G. Lease Van Gool Kasteren Vennootschap Immo Tuytelaars Valutherm
Roos
–
Drukkerij – boekproducties Boekbinderij Installatie van verwarming, klimaatregeling en ventilatie Onbebouwd Schrijnwerk van hout of kunststof
Bron: gemeentelijke diensten, * betreft de berekende oppervlakte van het perceel, voor percelen die slechts gedeeltelijk in het plangebied liggen betreft het de oppervlakte van het perceel voor zover gelegen binnen het plangebied
Het plangebied is in de bestaande situatie reeds grotendeels bebouwd. In het westelijke deel bestaat deze bebouwing hoofdzakelijk uit kleine en middelgrote bedrijven en enkele bijhorende bedrijfswoningen. De bedrijfsoppervlaktes variëren daarbij in de huidige situatie van 2300m² tot ruim 6000m². Enkel het perceel A239D werd niet bebouwd. Het is in gebruik als paardenweide, invulling met bedrijfsactiviteiten op korte termijn is echter niet uitgesloten. De ontsluiting van de percelen in het westelijke deel is grotendeels georiënteerd in noordelijke richting op de Brulen. Dit is de gemeenteweg gelegen tussen de bedrijfspercelen en het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten.
Foto 1: westelijk deel bedrijvenzone De Brulen Echter worden een aantal percelen in zuidelijke richting ontsloten via het Hazegewoud (buurtweg nr36). Het gaat om percelen 238d, 233w en 233t. Dit is een historisch gegroeide situatie die ontstond door het feit dat de voormalige landbouwgebouwen die zich volledig uitstrekten op de percelen tussen het kanaal en het Hazegewoud werden ingenomen door bedrijven. Daarbij werden enkele percelen en gebouwen opgedeeld. De zuidelijke delen werden op dat moment ontsloten op de bestaande weg, het Hazegewoud. De ontsluiting en de opdeling van percelen maken de bestaande structuur van het westelijk deel tot een complexe situatie. Deze ontwikkelingen verklaren ook de zonevreemde ligging van enkele bedrijven buiten de KMO-zone die langs het kanaal werd ingetekend.
8
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Foto 2: bedrijven met ontsluiting op Hazegewoud De ligging van de weg De Brulen tussen de bedrijfspercelen en het kanaal, waarbij aan het kanaal geen specifieke infrastructuur voorzien is, maakt dat de watergebondenheid van de huidige bedrijven in deze zone momenteel minimaal is. De activiteiten van de bedrijven zijn van uiteenlopende aard (zie Tabel 1). De centraal in het plangebied gelegen percelen 263c en 261d, worden ingenomen door een woning, en naastliggende ruime schuur zonder specifieke functie. Aan de overzijde van de voormalige buurtweg nr. 1 bevindt zich op perceel 387/02d een oude schuur die momenteel nog steeds dienst doet als bedrijfsgebonden opslagruimte. De percelen liggen ingesloten tussen de ontsluitingsweg De Brulen en het kanaal. Ook hier is er in de bestaande situatie. geen sprake van watergebonden activiteiten.
Foto 3: woning en schuren langs het kanaal in het centrale gedeelte
Foto 4: watergebonden activiteiten op perceel 394/02a Infrastructuur ter hoogte van het perceel 394/02a is wel voorzien op watergebonden activiteiten. . Dit perceel situeert zich tussen de oostelijke tak van de ontsluiting langs de Brulen en het kanaal. Aan het kanaal werd ter hoogte van dit perceel een zwaaikom/kade-infrastructuur voorzien. Het perceel is
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
9
momenteel in gebruik door een betoncentrale. De betoncentrale is momenteel het enige aanwezige bedrijf dat gebruik maakt van de kanaalontsluiting. De andere vervoersbewegingen gebeuren hoofdzakelijk via De Brulen, Voorheide en ArendonkCentrum (N139-N118). Ook recreatieve fietsbewegingen vinden plaats over de Brulen. Binnen het fietsknooppuntennetwerk van de Provincie Antwerpen werd fietsknooppunt nr. 59 aangeduid ter hoogte van de kruising van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en de N139 (Voorheide). Dit knooppunt wordt ten zuiden van het kanaal bewegwijzerd via het Hazegewoud en de Brulen parallel aan het kanaal. Via de brug ter hoogte van de Voorheide, kan aan de overzijde van het kanaal de route verdergezet wordt over Grens of langsheen het jaagpad.
Figuur 10: fietsknooppuntennetwerk ter hoogte van plangebied RUP De Brulen
2.3.3
Juridische aspecten Zonevreemdheidsproblematiek Enkele van de westelijke percelen waren dieper dan de bestemming KMO-zone die voorzien werd op het gewestplan. Door opsplitsing van enkele van deze diepgaande percelen en gebouwen zijn enkele bedrijfspercelen, gebouwen of delen van gebouwen momenteel zonevreemd of deels zonevreemd gelegen. Het gaat om bedrijfsgebouwen die ontsloten worden via Hazegewoud: – Bedrijfsgebouwen Atlon op perceel 233w – Bedrijfsgebouw Tuytelaars op perceel 233s – Gebouw Lucien Blockx op perceel 233t. Gezien de bestemming KMO-zone geldt de woning aan de Brulen 53 ook als zonevreemde woning. Eigendom nv. De Scheepvaart De percelen, kadastraal gekend als A 387/02 d, A 394/02 a, die rechtstreeks aansluiten op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten zijn in eigendom door de nv; De Scheepvaart. Gezien de investeringen in kadefaciliteiten en toegang tot het kanaal wenst deze eigenaar voor deze percelen de nadruk te leggen op invulling met watergebonden activiteiten. Vergunningentoestand De vergunningentoestand binnen het plangebied is in detail weergegeven op het plan bestaande en juridische toestand.
10
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
3
Juridisch kader
3.1
Bestemmingen en voorschriften Huidige bestemmingen en voorschriften
Figuur 11: gewestplan omgeving plangebied RUP De Brulen De bestemmingen voor de omgeving van het plangebied zijn vastgelegd op het gewestplan Turnhout (KB 30.09.1977) die bij Besluit van de Vlaamse Executieve dd. 14.10.1992 werden aangepast aan de fusiegemeentegrenzen. Drie bestemmingen vallen binnen het plangebied RUP De Brulen: – ambachtelijke bedrijven en KMO’s: bedrijvenzone de Brulen – agrarisch gebied: aan het Hazegewoud, nl. de achterzijde van percelen langsheen De Brulen – woongebied met landelijk karakter: openbaar domein ter hoogte van de betoncentrale + randzone van perceel 221M Het van de gewestplanbestemming KMO-zone ten westen van de N139 werd reeds behandeld in het goedgekeurde sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (MB. 16/01/03). De bedrijfslocatie van de nv. Blockx heeft hierdoor reeds de bestemming lokaal bedrijventerrein gekregen. Wegen – buurtweg nr. 1. Dit is de centrale toegangsweg De Brulen doorheen de nederzetting Voorheide. Deze loopt voort aan de overzijde van het kanaal. – buurtweg nr. 36. Deze valt grotendeels samen met het Hazegewoud, maar buigt ter hoogte van de bestemmingsgrens KMO-zone af in westelijke richting. – Buurtweg nr. 38 vormt de westelijke grens van de KMO-zone en valt daar samen met Hazegewoud. In het verleden liep deze weg door aan de overzijde van het kanaal. – buurtweg nr. 37; Dit is de westelijke aftakking van de Brulen voor zover deze schuin naar het kanaal toeloopt. Aan de overzijde van het kanaal loopt deze door als Onder D’Eike. Rooilijnplannen Er zijn geen rooilijnplannen vastgesteld binnen het plangebied RUP De Brulen.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
11
3.2
Ruimtelijk-planologisch kader
3.2.1
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen1 Arendonk behoort tot het buitengebied van Vlaanderen. Bekeken op het niveau van Vlaanderen is het buitengebied dat gebied waarin de open, onbebouwde ruimte overweegt. Voor dit buitengebied worden aan aantal doelstellingen vooropgesteld: – Een dynamische en duurzame ruimtelijke ontwikkeling garanderen zonder het functioneren van de structuurbepalende functies van het buitengebied (landbouw, natuur, bossen, wonen en werken op niveau van het buitengebied) aan te tasten. – Een halt toeroepen aan de versnippering van de open ruimte en de verbrokkeling van de landelijke structuur door verkeersinfrastructuren en bebouwing. – Wonen en werken vanuit de eigen groei in de gemeente ruimtelijk concentreren in of aansluitend bij de kernen van het buitengebied. – De landbouw-, natuur- en bosfunctie inbedden in goed gestructureerde onderdelen ter garantie van een goede ruimtelijke ontwikkeling en een vermindering van ruimtelijke conflicten tussen de verschillende structuren. – Het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied voornamelijk met betrekking tot de rivier- en beekvalleien, het fysische systeem, de landbouw en het nederzettingspatroon. – Het afstemmen van het ruimtelijke en milieubeleid op basis van het fysische systeem. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen vertaalt deze doelstellingen in bindende en/of indicatieve ontwikkelingsperspectieven voor elk van de structurerende elementen van het buitengebied. Voor Arendonk zijn de natuurlijke (inclusief bos)structuur, agrarische structuur, de nederzettingsstructuur en de economische structuur structurerend: – Wat betreft de natuurlijke structuur wordt er een gedifferentieerd en gebiedsgericht ruimtelijk beleid gevoerd dat streeft naar de aanduiding van een samenhangend en georganiseerd geheel van natuurlijke gebieden. In deze gebieden wordt het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuur gestimuleerd. Deze zwaartepunten binnen de natuurlijke structuur (Staatsbossen, Goorken, Gagelbroek, Rodegoor-Korhaan, bossen Watering) bevinden zich op ruime afstand van het plangebied. Het is bovendien noodzakelijk dat voor de ecologische infrastructuur een basiskwaliteit tot stand wordt gebracht. Deze heeft betrekking op het voorkomen van natuurlijke elementen in het landschap en op de structuurkenmerken ervan. Deze laten het voortbestaan of de migratie van organismen toe in gebieden waar de invloed van de menselijke activiteit overheerst. – Wat betreft de agrarische structuur is landbouw, ook in Arendonk, de grootste ruimtegebruiker en de belangrijkste beheerder van de open ruimte. Arendonk leunt aan bij het concentratiegebied voor varkens en vleeskalveren van de Noorderkempen. In de regio wordt geopteerd voor een behoud van de bestaande concentratie grondloze veehouderij eerder dan voor de verspreiding ervan onder meer op basis van economische motieven. De overige gebieden van de agrarische structuur zijn gericht op het behoud en de verdere ontwikkeling van het agrarische ruimtegebruik. Het plangebied ligt op de grens van het landbouwgebied van Zwartberg tot Ravelse Hoek. – Wat betreft de nederzettingsstructuur sluit het plangebied aan bij de nederzetting Voorheide. Verder kan er geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing plaatsvinden om de resterende onbebouwde ruimte maximaal van versnippering en aantasting te vrijwaren. – Wat betreft de economische structuur wordt gesteld dat een lokaal bedrijventerrein altijd afgestemd dient te worden op de plaatselijke behoefte aan lokale bedrijven, de kaveloppervlakte in functie van die lokale bedrijven. Zuivere kleinhandel kan er niet op worden toegelaten. De ontsluiting dient te gebeuren via een gemeentelijke verzamelweg die rechtstreeks aansluit op een primaire of secundaire weg. Omwille van de grotere impact op de werkgelegenheid wordt Arendonk eveneens geselecteerd als specifiek economisch knooppunt (of als economisch knooppunt buiten de stedelijke gebieden en het economisch netwerk Albertkanaal). Het bundelen van regionale economische activiteiten staat hier voorop ter ondersteuning van de economische sterkte van de subregio. De provincie bakent regionale bedrijventerreinen af in de specifieke economische knooppunten door middel van een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit gebeurt 1
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschep, ‘Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen – integrale versie’, AROHM Afdeling Ruimtelijke Planning, 1997
12
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
–
–
–
–
3.2.2
op basis van een confrontatie tussen berekende behoefte en bestaand aanbod én op basis van een afweging ten opzichte van de gewenste ruimtelijke structuur van het economische knooppunt. Andere functies zoals recreatie en toerisme, waterwinning en ontginningen, gemeenschaps- en nutsvoorzieningen kunnen als hoofdfunctie voorkomen, maar ze zijn niet structuurbepalend voor het buitengebied. Waterwinning en ontginningen zijn niet structuurbepalend voor Arendonk. Uitgangspunt bij de ontwikkeling van toeristisch-recreatieve activiteiten is het recreatieve medegebruik met respect voor de draagkracht van het buitengebied. Paden en routes worden aan elkaar gekoppeld om op die manier de toeristisch-recreatieve aanbodelementen in het buitengebied en in de stedelijke gebieden met elkaar te verbinden en op elkaar af te stemmen. De selectie van de E34 als hoofdweg is voor Arendonk belangrijk. De E34 wordt onderdeel van een netwerk van doorgaande verbindingen en functioneert als ruimtelijke drager voor het wegvervoer over langere afstand. Aangezien de internationale en gewestelijke verbindingsfunctie primeert, moet het aantal op- en afritten beperkt gehouden worden. Of een beperking effectief kan worden doorgevoerd moet nog nagegaan worden. De op- en afritten ter hoogte van OudTurnhout (nr. 25) en Arendonk (nr. 26) werden niet geselecteerd als onderdeel van het hoofdwegennet. Het kanaal Dessel-Schoten behoort tot het secundair wegennet. Het kanaal vervuld echter geen belangrijke vervoersfunctie en vereist geen prioritaire behandeling. De vervoersfunctie is er richtinggevend ten opzichte van de recreatieve, de landschappelijke en de waterwinningsfunctie. De integratie van al deze functies dient er te worden nagestreefd.
Ruimtelijk structuurplan Provincie Antwerpen2 Arendonk behoort tot de hoofdruimte ‘Noorderkempen’ en tot de deelruimte ‘rustig grensgebied’. De Noorderkempen is het open gebied tussen de Vlaamse ruit, de Brabantse steden en het Limburgs stedelijk kerngebied. Het gewenste beleid voor deze hoofdruimte is een openruimtebeleid. Voor de provincie is deze hoofdruimte een geheel van gedifferentieerde open ruimten rond het Turnhoutse. Dat vraagt in het bijzonder om uitspraken over functies zoals natuur, landbouw, toerisme, recreatie en nederzettingen in deze open ruimte. Omwille van het secundair karakter van het kanaal Dessel-Schoten kan het kanaal en zijn omgeving een grotere recreatieve en toeristische rol krijgen. Voor RUP De Brulen is vooral de ligging langsheen dit kanaal van belang. Het behoud van de bestaande bedrijvigheid en de versterking van het verweven karakter van het gebied zijn hierbij uitgangspunten. – De omgeving van de Staatsbossen- Hoge Vijversbossen en de omgeving van Lokkerse Dammen-Goorke en Gagelbroek worden door de provincie aangeduid als natuuraandachtsgebieden. Van deze gebieden vermoedt de provincie dat het Vlaamse Gewest ze zal afbakenen als GEN, GENO of natuurverwevingsgebied. – De Wamp wordt aangeduid als natuurverbinding met de bossen ten oosten van Arendonk (het Goor) in de richting van de vallei van de Kleine Nete (Oude Korsendonkvijver). Een tweede natuurverbinding te Arendonk wordt aangeduid tussen de Staatsbossen-Hoge Vijversbossen en de bossen ten oosten van Arendonk. Een derde natuurverbinding aangeduid op grondgebied Arendonk is deze tussen het Goor en de bossen rond Postel over de Moeren. – Wat betreft de nederzettingsstructuur moet het gedeconcentreerd bundelen op basis van de kernenhiërarchie een algehele verstedelijking van de provincie tegengegaan. Voor Arendonk houdt dit in: een indeling bij het gebied met solitaire linten, de selectie van de kern van Arendonk als woonkern en een selectie als gemeente met een gewoon hoofddorp type II. – Economische bedrijvigheid, kleinhandel, landbouw, toerisme en recreatie behoren in het provinciale structuurplan tot de ruimtelijk economische structuur. – Het specifiek economische knooppunt Arendonk is gelegen in het rustig grensgebied. Deze ligging en de unimodale ontsluiting zijn beperkende randvoorwaarden voor het bepalen van de taakstelling in verband met bijkomende regionale bedrijventerrein. – Als gemeente met een gewoon hoofddorp type II krijgt Arendonk de mogelijkheid om een bijkomend lokaal bedrijventerrein aan te duiden. Indien vanwege ruimtelijke redenen een locatie bij het hoofddorp niet gewenst of mogelijk is, kunnen locaties bij een bestaand bedrijventerrein worden voorgesteld.
2
Provincie Antwerpen, ‘Ruimtelijke structuurplan Provincie Antwerpen’, Studiegroep Omgeving (ontwerper), 25.01.2001
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
13
– Binnen de agrarische structuur behoort Arendonk voornamelijk tot de Noorderkempen, het zuiden van de gemeente sluit aan bij het Land van Kasterlee-Retie. Grondgebonden melkvee blijft in de Noorderkempen de drager van de agrarische structuur om de openheid te garanderen. De bestaande concentratie grondloze veehouderijen in de Noorderkempen mag zich niet verspreiden naar andere deelruimten en de ordening van deze sector moet worden geoptimaliseerd. – Binnen de toeristisch-recreatieve structuur behoort Arendonk tot het strategische rustgebied. Hier geldt het principe van beperkt recreatief medegebruik. Uitbouw of inplanting van hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur kan niet. Kwaliteitsverbetering van bestaande infrastructuur is wel mogelijk. – Het RSPA stelt het behoud en de versterking van de landschappen centraal en beschermt de nog bestaande open ruimte. Het behoud en versterking van de continuïteit binnen deze landschappen zijn belangrijke doelstellingen. Het cuestafront van de kleien van de Kempen wordt aangeduid als structuurbepalend reliëfelement, de overgang naar het Kempische Plateau in de omgeving van Postel als markante terreinovergang. Het kanaal Dessel-Schoten-Turnhout werd geselecteerd als structurerend hydrografisch element. De herkenbaarheid van deze elementen moet worden gevrijwaard en gemaximaliseerd. Versnippering, afgraving en bebouwing moeten worden tegengegaan. – Het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten krijgt in het RSPA een specifieke rol toebedeeld binnen de hoofdruimte Noorderkempen. – Binnen het ruimtelijk concept voor deze hoofdruimte krijgt het kanaal een rol toebedeeld als multifunctionele drager. Het Kanaal DTS heeft omwille van de evolutie binnen de kleinijverheid een deel van zijn economische betekenis verloren. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen is het kanaal geselecteerd als secundaire waterweg. Dit betekent dat het kanaal en zijn omgeving een grotere recreatieve en toeristische rol kunnen krijgen. Het behoud van de bedrijvigheid en de versterking van het verweven karakter van het gebied zijn hierbij uitgangspunten. Bestaande bedrijven kunnen zich binnen aan te geven ruimtelijke randvoorwaarden verder ontwikkelen. Bij de afbakeningsprocessen (naburige stedelijke gebieden en regionale bedrijventerreinen), kan de rol van het kanaal verder bekeken worden. De landschappelijke kwaliteiten van het gebied moeten worden versterkt. Het kanaal kan de ruimtelijke relatie versterken tussen de deelruimten van het Antwerpse en de Noorderkempen. De kernen langs het kanaal kunnen op deze nieuwe rol inspelen. – Specifiek binnen het ‘rustig grensgebied’ is het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten een toeristisch-recreatieve as, maar behoudt deze wel zijn economische transportfunctie.
3.2.3
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Arendonk (GRS Arendonk)3 Bindende bepaling nr. 26 Bindende bepaling nr. 26 stelt: ‘de gemeente maakt een RUP op om de zone Brulen in Voorheide effectief te bestemmen voor lokale bedrijven’. Visie op de deelruimte Centrale As Recreatieve potenties van het kanaal integreren in het bestaande bebouwingspatroon: Het kanaal dient beschouwd te worden als een recreatieve as die de gemeente doorsnijdt. Aangezien de open ruimte impliciet deel uitmaakt van de recreatieve potentie van het kanaal, dient de infrastructurele impact van de recreatieve functie beperkt te zijn en mag ze niet in conflict komen met de open ruimte. Het is dan ook aangewezen dat nieuwe infrastructuur, zoals horeca, zich in de bestaande bebouwde zone integreert (Voorheide). Ontwikkelingen tussen het kanaal en de grens beperkt houden: Zowel de bedrijfseconomische functies als de functies op het voormalig militair domein dienen gestuurd te worden rekening houdend met de omgevingsfactoren. Zowel vanuit de morfologische (een grote impact op de openruimtekwaliteiten van het grensgebied) als de vervoersdynamische (het grensgebied is voornamelijk door de kern van Arendonk te bereiken) randvoorwaarden zijn grootschalige ontwikkelingen niet aangewezen. 3
14
Gemeente Arendonk, ‘GRS Arendonk – definitieve vaststelling gemeenteraad 08.11.2004’, 03.02.2005 (definitief goedgekeurd)
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Gewenste ruimtelijke structuur Arendonk kern Bedrijvigheid maakt wezenlijk deel uit van het functioneren van de kern. Kleine ambachtelijke bedrijven kunnen zich inpassen in de kern voor zover ze verweefbaar zijn met de woonfunctie en een beperkte verkeersdynamiek hebben. Moeilijk verweefbare functies kunnen zich, binnen ruimtelijke randvoorwaarden, ontwikkelen of herlokaliseren binnen de bestaande concentratiezones van deze functies: Schotelven en Hertevelden. Een nieuw lokaal bedrijventerrein ondersteunt de hoofddorpfunctie van deze kern. Vanuit ruimtelijk oogpunt wordt dit bedrijventerrein echter niet aansluitend op de kern voorzien maar aansluitend bij de bedrijfsconcentraties van de Hoge Mauw. De inrichting van de N118 tussen het centrum en de Hoge Mauw moet dan ook een vlotte fietsverbinding mogelijk maken. De bedrijvenzone Brulen aan het kanaal wordt behouden en krijgt een maximale contour ten aanzien van de open ruimte. De functies moeten op termijn evolueren naar lokale bedrijvigheid, in de mate van het mogelijke zelfs watergebonden, zodanig dat de verkeersdruk in het centrum niet verhoogd wordt. Openruimtestructuren worden gebruikt om grenzen te stellen aan de toekomstige groei van de kern. De Wamp, de agrarische gebieden rond Hertevelden en Voorheide, de versnipperde bosstructuur rond Congobos en de gehuchten Schotelven en Voorheide zijn structurerend voor de groei van Arendonk. De groei van het hoofddorp wordt daardoor niet tegengewerkt aangezien er voldoende woonuitbreidingsgebieden en niet uitgeruste woongebieden in het bebouwde weefsel gelegen zijn. Bij de verstedelijking rond Schotelven en Voorheide moet een evenwicht worden gezocht tussen landelijkheid en grootschaligheid. Qua morfologie wordt de hoofdkern dichter ingevuld, Schotelven en Voorheide worden aan een lagere dichtheid ingevuld.
Figuur 12: GRS Arendonk – synthese gewenste ruimtelijke structuur Gewenste ruimtelijk economische structuur Handel en bedrijvigheid op maat van een landelijke gemeente versus regionale ontwikkeling van Hoge Mauw Om het landelijk karakter van Arendonk te vrijwaren is het noodzakelijk dat de gemeente in de toekomst een zachte, selectieve groei nastreeft qua handel en bedrijvigheid. Dit wil zeggen dat het op grote schaal aantrekken van economische activiteiten moet worden vermeden. Anderzijds moeten lokale economische activiteiten zich in de gemeente kunnen ontwikkelen ter ondersteuning van de plaatselijke economie en de leefbaarheid van de gemeente. Een uitzondering hierop vormt het
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
15
bedrijventerrein Hoge Mauw dat omwille van haar gunstige ligging ten opzichte van de E34 ook kan voorzien in een aangroei van regionale bedrijvigheid. Streven naar een geïntegreerde, ruimtebesparende bedrijvigheid Gezien de toenemende schaarste aan bebouwbare ruimte is een zuinig ruimtegebruik en een efficiënt investeringsbeleid van de handels- en bedrijfssector noodzakelijk. Verdichting en intensivering van het grondgebruik zijn noodzakelijk. Dit wil echter niet zeggen dat de kern moet worden ‘volgestopt’ tot en met het laatste stukje groen. Om de leefbaarheid van de woon- en werkomgeving te garanderen moet gestreefd worden naar ruimtelijke kwaliteit en harmonieuze inpassing van activiteiten. Bundeling van lokale of watergebonden activiteiten op het bedrijventerrein De Brulen De bestaande bedrijvenzone De Brulen wordt gecategoriseerd als ‘terrein voor lokale of watergebonden economische activiteiten’. Het is wenselijk om hier in de toekomst enkel lokale bedrijven toe te laten (watergebonden activiteiten krijgen voorrang). In concreto kan een RUP worden opgemaakt dat de bestaande bedrijvenzone in herziening stelt op basis van de volgende richtlijnen: – De bestaande ‘ruwe’ gewestplanzonering kan verfijnd worden tot op (kadastraal) perceelsniveau via een herschikking van de juridische voorraad. Op die manier kunnen zonevreemde situaties door een gebrekkige afstemming tussen gewestplan en kadaster worden opgelost. De (deels) zonevreemde bedrijven moeten planologisch worden getoetst. Bestaande zonevreemde functies op het bedrijventerrein moeten worden getoetst op hun toelaatbaarheid op een bedrijventerrein. – Vrijkomende of onbebouwde percelen kunnen herverkaveld worden in kleinere eenheden van ongeveer 2.500 m². Op die manier kan op termijn gestreefd worden naar een intensieve invulling van het terrein met kleinschalige activiteiten. Er wordt één perceel voorzien per bedrijf en de eventuele bedrijfswoning moet geïntegreerd worden in het bedrijfsgebouw. Nieuwe toegelaten activiteiten zijn: kleinschalige, laagdynamische KMO’s. Bij nieuwe invulling dient steeds het mobiliteitsprofiel van de activiteit afgewogen te worden ten opzichte van het bereikbaarheidsprofiel van de locatie De Brulen. – Zuivere kleinhandel is niet toegelaten. Deze activiteiten kunnen elders verweven worden in de afgelijnde kern. Nieuwe weggeoriënteerde vervoersintensieve bedrijven en transportbedrijven zijn eveneens niet toegelaten vanwege de slechte bereikbaarheid over de weg. – De geïsoleerde regionale bedrijven die ter plaatse gegroeid zijn kunnen blijven bestaan. Bij stopzetting van een regionaal bedrijf moet gezocht worden naar een nieuwe watergebonden economische activiteit of een herstructurering van de vrijkomende infrastructuur in functie van kleinschalige, laagdynamische KMO’s (bv. gebouwen omvormen tot KMO-complex). Nieuwe weggeoriënteerde grootschalige (regionale) bedrijven horen thuis op een regionaal bedrijventerrein met een optimaal bereikbaarheidsprofiel langs de weg. – Aanvullend kunnen er vanuit ruimtelijke inpassing en kwaliteitsbewaking normen opgelegd aan de uiterlijke verschijningsvorm van de bedrijfsactiviteit met name: aantal bouwlagen, bouwhoogte, inplanting van de gebouwen, bouwvrije zones, materiaalkeuze, buffering. De interne verkeersontsluiting en aansluiting op de N139 kan worden herbekeken.
3.3
Relevante sectorale wetgeving en plannen
3.3.1
Natuurdecreet Het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijke milieu van 21.10.97 (“Natuurdecreet”) wijzigt de wet op het natuurbehoud van 12.07.73 en wijzigt eveneens het bosdecreet van 13.06.90 en het decreet houdende de bescherming van landschappen van 16.04.96. Het decreet werd opnieuw gewijzigd bij decreet van 19.07.2002. Naast het feit dat de Vlaamse Regering maatregelen kan nemen in de gebieden met een groene bestemming is ook voorzien in de bescherming van vegetatie en kleine landschapselementen via verbod, vergunningsplicht of meldingsplicht. Het Natuurdecreet stelt tevens een gebiedsgericht beleid voorop. Het definieert daartoe een aantal gebiedsgerichte beleidscategorieën, waarvoor specifieke bepalingen van toepassing zijn en
16
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
waarvoor de Vlaamse regering verder reglementaire voorschriften kan uitvaardigen: VEN, IVON, natuurreservaten, de speciale beschermingszones. Het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) Het VEN bestaat uit Grote Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO). De afbakening van het VEN dient te gebeuren door de Vlaamse Regering binnen een periode van 5 jaar aan de hand van uitvoeringsplannen van het decreet op de ruimtelijke ordening: – VEN: 125.000 ha – IVON: 150.000 ha Binnen 10 jaar na de inwerkingtreding moeten de bijhorende natuurrichtplannen gerealiseerd zijn. De instrumenten waarmee de doelstellingen van het decreet geïmplementeerd worden, zijn: verwerving, vrijwillige beheersovereenkomsten, natuurinrichting, natuurrichtplannen. Afbakening VEN eerste fase In uitvoering van het natuurdecreet werd een eerste selectie van gebieden binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk aangeduid. Het betreft zogenaamde consensusgebieden waarbij de selectie beperkt is tot gebieden van de gewenste natuurlijke structuur dien niet opgenomen zijn in de gewenste agrarische structuur. De selectie is grotendeels beperkt tot groene gebieden van het gewestplan. Binnen de gemeente Arendonk werden volgende gebieden bij besluit van Vlaamse regering van 18 juli 2003 vastgesteld binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk. – GEN De Liereman – Korhaan (339) – GEN De Ronde Put – Goorken (314)
Figuur 13: VEN eerste fase ten opzichte van plangebied RUP De Brulen Het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) Het IVON is het geheel van gebieden waarin de administratieve overheid zorg draagt voor het behoud van de aanwezige natuurwaarden, maatregelen neemt ter bevordering en versterking van die natuurwaarden, alsook stimulerende maatregelen neemt ter bevordering van de biologische diversiteit. Het IVON bestaat uit natuurverwevingsgebieden en natuurverbindingsgebieden.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
17
De aanduiding van natuurverbindingsgebieden is een bevoegdheid die werd toegekend aan het provinciale niveau. In het RSPA werden natuurverbindingen geselecteerd. Volgende natuurverbindingen zijn aangeduid in Arendonk: – De Wamp als natuurverbinding met de bossen ten oosten van Arendonk (het Goor) in de richting van de vallei van de Kleine Nete (Oude Korsendonk Vijver) – De verbinding over de Moeren tussen het Goor en de bossen rond Postel – De verbinding tussen het Hoge Vijversbos en de bossen ten oosten van Arendonk (het Goor) Deze laatste natuurverbinding is niet specifiek gelokaliseerd, maar situeert zich grofweg in de omgeving van het plangebied RUP De Brulen. Natuurreservaten De Vlaamse Regering kan terreinen die van belang zijn voor het behoud en de ontwikkeling van natuur en het natuurlijke milieu aanwijzen of erkennen als natuurreservaat. In deze natuurreservaten wordt, via een aangepast beheer een natuurstreefbeeld behouden of ontwikkeld. De erkenning als natuurreservaat op vraag van private personen gebeurt eveneens door de Vlaamse regering. Tabel 2: Lijst van natuurreservaten in de gemeente Arendonk
3.3.2
Naam
Beheerder
Arendonkse Watering – De Graaf – Goorbossen - Hooyput Goorken – Rode Del Landschap De Liereman
Erkend natuurreservaat - Natuurpunt Vlaams natuurreservaat – ANB Erkend natuurreservaat - Natuurpunt
De speciale beschermingszones (SBZ) De speciale beschermingszones verwijzen naar de zogenaamde habitatrichtlijngebieden en vogelrichtlijngebieden. Het betreft een decretale verankering van twee Europese Richtlijnen. Beschermingszones tot behoud van de Europese vogelstand (Vogelrichtlijn) De Europese Richtlijn 79/409/EEG van 02.04.79 verplicht de lidstaten voor de leefgebieden van de in bijlage bij de richtlijn vermelde bijzonder te beschermen vogelsoorten, alsook voor de rui-, overwinteringsgebieden en rustplaatsen van de geregeld voorkomende trekvogels, speciale beschermingsmaatregelen te treffen. Hiervoor zijn de lidstaten gebonden om naar aantal en oppervlakte de meest geschikte gebieden voor de instandhouding van deze vogelsoorten aan te wijzen als speciale beschermingszone, de zogenaamde vogelrichtlijngebieden. Besluiten van de Vlaamse Regering hebben 23 gebieden aangeduid als SBZ-V. Op het grondgebied van Arendonk werden gebiedsdelen van twee niet-integrale vogelrichtlijngebieden aangeduid: – Gebied nr. 15, Arendonk, Merksplas, Oud-Turnhout, Ravels en Turnhout: ter hoogte van Reenheide-Korhaan tot De Lusthoven – Gebied nr. 16 de Ronde Put: ter hoogte van het oosten van de Watering Deze vogelrichtlijngebieden zijn van het type 2 (niet integraal). Binnen deze vogelrichtlijngebieden zijn een aantal beschermingszones te handhaven die overeenkomen met de op het gewestplan aangeduide natuurgebieden, bosgebieden, bosgebieden met ecologisch belang en natuurreservaten. Daarnaast worden de habitats van de te beschermen vogelsoorten (bijlage IV van het Natuurbehoudsdecreet) beschermd. Beschermingszones in het kader van de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Habitatrichtlijn) De EU-richtlijn 92/43/EEG van 21.05.92 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna beoogt het waarborgen van de biologische diversiteit, door het instandhouden van de natuurlijke habitats en van de wilde fauna en flora binnen de EU-lidstaten. Deze richtlijn is complementair aan de Vogelrichtlijn. Ook de Habitatrichtlijn gaat uit van de aanwijzing van speciale beschermingszones (SBZ). Voor Vlaanderen werden in 2001 bij Besluit van de Vlaamse regering 38 gebieden als SBZ-H aangemeld.
18
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Binnen het habitatrichtlijngebied “19 - Vennen, heiden en moerassen rond Turnhout” werden vier gebieden in Arendonk aangeduid: – Lokkerse Dammen-Goorke-Rode Del-Gagelbroek – Goorheide-Hooiput – het noorden van de Lusthoven – Reenheide-Luifgoor-Korhaan-Rodegoor De omgeving van Watering-bossen ten noorden van de autosnelweg behoort tot het habitatrichtlijngebied “20 - valleigebied van de Kleine Nete met aangrenzende brongebieden, moerassen en heiden”. In een habitatrichtlijngebied dienen de lidstaten passende maatregelen te treffen om de bescherming, de instandhouding en het herstel van habitats en soorten waarvoor de gebieden werden aangewezen te verzekeren. Voor de uitvoering van plannen of projecten die negatieve gevolgen (kunnen of zullen) hebben voor het gebied is een aparte procedure voorzien (art. 6). Voor instandhouding en herstel van de beschermingszones kan eventueel op Europese cofinanciering beroep gedaan worden (art. 8).
Figuur 14: habitatrichtlijngebieden ten opzichte van plangebied RUP De Brulen Decretale verankering Art 36ter van het Decreet stelt dat ingeval een vergunningsplichtige activiteit of een plan of programma (afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's) een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken, een passende beoordeling dient te gebeuren wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone. Daarbij zal het advies van de administratie bevoegd voor het natuurbehoud gevraagd moeten worden. Het uitgangspunt hierbij is dat steeds de nodige maatregelen dienen genomen te worden om een verslechtering van de natuurkwaliteit en natuurlijk milieu van de habitats of een verstoring van specifieke soorten (cfr. bijlage van het decreet) te vermijden.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
19
3.3.3
Beschermde landschappen – erfgoedlandschappen Beschermde landschappen Het decreet van 16.04.96 (BS 21.05.96) betreffende de landschaspszorg regelt de bescherming van landschappen en de instandhouding, het herstel en het beheer van de in het Vlaamse gewest gelegen beschermde landschappen. De bescherming van de landschappen wordt verzekerd door het opleggen van een aantal maatregelen en richtlijnen die tot doel hebben de landschappen in stand te houden en te onderhouden. Hieronder vallen onder andere erfdienstbaarheden van openbaar nut en beperkingen op de uitoefening van de eigendoms- en gebruiksrechten. Naast deze maatregelen en richtlijnen die specifiek zijn voor elk beschermd landschap, kan de Vlaamse regering een aantal algemene beschermingsvoorschriften vaststellen. Ankerplaatsen – erfgoedlandschappen Het decreet van 13 februari 2004 houdende maatregelen tot behoud van erfgoedlandschappen is toegevoegd aan het decreet van 16/04/1996 betreffende de landschapszorg als hoofdstuk IV: “behoud van de erfgoedlandschappen”. Het afbakeningsinstrument is de aanduiding van ankerplaatsen en erfgoedlandschappen. De aanduiding gebeurt in twee stappen. De Vlaamse Regering duidt eerst de ankerplaatsen aan. Hierbij hoort een beschrijving die aangeeft wat de waarden en de landschapskenmerken zijn. De afbakening van de ankerplaatsen is gebaseerd op de voorstellen die gemaakt werden in de wetenschappelijk onderbouwde landschapsatlas. In de tweede stap worden de ankerplaatsen of delen ervan opgenomen in een RUP als erfgoedlandschap. Het is de bedoeling dat de techniek van de aanduiding van ankerplaatsen gevolgd door de erfgoedlandschappen de belangrijkste manier wordt om landschappen te beschermen. Ankerplaatsen volgens de landschapsatlas De landschapsatlas is de inventaris van de relicten van de traditionele landschappen. Het is een gebiedsdekkende, wetenschappelijk onderbouwde inventaris van het landschap aan het begin van de 21ste eeuw. De nadruk ligt op de inventarisatie van de landschapskenmerken van bovenlokaal belang met erfgoedwaarde. Een ankerplaats is een gebied dat behoort tot de meest waardevolle landschappelijke plaatsen, dat een complex van gevarieerde erfgoedelementen is die een geheel of ensemble vormen, dat ideaaltypische kenmerken vertoont vanwege de gaafheid of representativiteit, of ruimtelijk een plaats inneemt die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving.
20
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Figuur 15: ankerplaatsen ten opzichte van plangebied RUP De Brulen Delen van volgende ankerplaatsen werden aangeduid ter hoogte van het grondgebied van Arendonk: – De Liereman, grensoverschrijdend met de gemeente Oud-Turnhout – Kwade putten De ankerplaats Kwade Putten reikt tot een afstand van ongeveer 600m van het plangebied RUP De Brulen. Het decreet van 13 februari 2004 bepaalt dat de administratieve overheid erover moet waken dat in ankerplaatsen volgende regels worden nagestreefd: – voorkomen dat vermijdbare schade aan een typisch landschapskenmerk van een ankerplaats wordt – door schadebeperkende maatregelen te nemen, de betekenisvolle schade die aan de ankerplaats aangebracht zo veel mogelijk beperken, en indien dit niet mogelijk is, herstellen en compenseren.
3.3.4
Beschermingszones waterwinning Voor grondwaterwinningen voor openbare drinkwatervoorziening worden formele waterwingebieden en beschermingszones afgebakend. Beschermingszones type I, II of III worden aangeduid. De voorschriften voor deze waterwingebieden en beschermingszones hebben een verordenende kracht. Binnen de bosstructuur aan de Grote Heide, grofweg ten noorden van het plangebied van RUP De Brulen, werd volgende beschermingszone aangeduid (B.Vl.R. 30/04/1998) – Bisschoppen, gelegen ter hoogte van waterwinning geëxploiteerd door PIDPA
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
21
3.4
Relevante beleidsdocumenten en studies
3.4.1
Kaderplan kanaal Dessel-Turnhout-Schoten In opdracht van Provincie Antwerpen en nv. De Scheepvaart werd in 2005 door IOK en TV Libost Groep-Witteveen+Bos een kaderplan afgewerkt met betrekking tot een multifunctioneel ontwikkelingsperspectief voor het kanaal Dessel – Turnhout – Schoten. Daaraan werd eveneens een strategisch beleidsplan gekoppeld. Enkele algemene doelstellingen voor het kanaal met relevantie voor het plangebied zijn: – Vertalen van de rol van het kanaal als natuurverbinding, versterken van het kanaal als verbindend element binnen de ecologische infrastructuur – Stimuleren van watergebondenheid in de bedrijventerreinen langsheen het kanaaltracé – Versterking en uitbouw van het kanaal als toeristisch netwerk, kwaliteitsverbetering en differentiatie van het huidige aanbod: uitbouw van het vaarroutenetwerk, uitbouw van een recreatief fietsroutenetwerk, voorzien van meer in- en uitstapplaatsen voor kano en kajak Met betrekking tot de economische visie op het kanaal is het stimuleren van de watergebondenheid langsheen het kanaaltracé het eerste concept. Dit houdt in dat met betrekking tot de bedrijventerreinen een stimuleringsbeleid gevoerd wordt in functie van watergebondenheid. Dit houdt in dat op termijn een bezetting wordt beoogd van deze bedrijventerreinen met watergebonden bedrijven via een omschakeling van bestaande weggeoriënteerde bedrijven of bij toekomstige vervanging ervan. In de bestemmingsvoorschriften kunnen voor nieuwkomers procentuele aandelen van verplicht watertransport worden opgegeven mits afweging van weggeoriënteerd voor- en natransport t.o.v. het wegbereikbaarheidsprofiel van de desbetreffende site. Bij de inrichting worden kadefaciliteiten voorzien of uitgebouwd. Één van de doelstellingen binnen de visie toerisme en recreatie is het recreatief fietsroutenetwerk verder te ontwikkelen. Daarbij is het van belang dat fietsinfrastructuur netwerkvormend is en fietsverbindingen voor lange afstandsfietsen wordt bij voorkeur gesitueerd langs bestaande infrastructuren. Een andere voorname doelstelling is de uitbouw van het vaarroutenetwerk met onder andere het verbeteren van de integratie van wateractiviteiten en walactiviteiten. Mede in relatie tot andere functie zijn nog een aantal concrete doelstellingen van belang: het versterken van de relaties tussen toeristisch-recreatieve potentialiteiten van het kanaal en de kanaalboord enerzijds en horeca en cultuurhistorisch erfgoed anderzijds., infrastructuur van andere functies medegebruiken, enz.
Figuur 16: uittreksel visiekaart Kempens grensgebied, kaderplan KDTS Arendonk is gelegen binnen de deelruimte van het Kempens Grensgebied.
22
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Voor de omgeving van plangebied RUP De Brulen is de visie op het kanaal binnen deze deelruimte gericht op het opbouwen van een duurzaam recreatief medegebruik. Het uitwerken van deze visie heeft betrekking op het kwalitatief versterken van het vaarroutenetwerk en het fietsknooppuntennetwerk: – Er is ter hoogte van het Goorken en brug 5 een beperkte aanmeermogelijkheid voorzien. Deze dienen nader uitgewerkt te worden in combinatie met het initiatief voor een aanlegplaats bij brug 4. Tevens dient rekening gehouden te worden met de hengelplaats ter plekke. – In Voorheide bij brug 5 is een veiligere fietsoversteek te voorzien. Door het kiezen van een alternatief tracé dient het onveilig oversteken aan de wegen voor en achter de brug vermeden te worden. Op dit punt kan duidelijk bijgedragen worden aan het oplossen van onveilige situaties en daarmee het verhogen van de kwaliteit van het fietsknooppunt ter plaatse. – Bij de gewenste infrastructuur wordt gemeld dat eventueel de aanleg van een nieuwe fietsersbrug tussen Hazegewoud en Onder d’Eike het fietsknooppuntennetwerk zou optimaliseren. – Bij brug 5 richting westen begint het waardevolle rustgebied tussen Arendonk en Turnhout. Door een beperkt informatiepunt in te richten, kan hierover meer informatie gegeven worden. Het binnentreden van dit rustig gebied kan daarmee onderstreept worden. Indien er een aanmeervoorziening komt ter hoogte van brug 5 is dit de beste plek. Het Kempens grensgebied geldt vanuit het ruimtelijk en beleidsmatig kader als een deelruimte met beperkte economische perspectieven in functie van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, en dit door de strikte grensstellende openruimterandvoorwaarden van de op provinciaal niveau aangeduide deelruimte ‘natuurlijk grensgebied’. Dit wil echter niet zeggen dat er geen economische groeiperspectieven worden geboden. Het ruimtelijk-economisch beleid is er gericht op het behoud en de optimalisering van de economische structuur zonder structurele uitbreidingen op regionaal niveau te voorzien. Correcties en herschikkingen van de juridische voorraad kunnen in overweging worden genomen om bestaande bedrijven in hun bestaansrecht te verzekeren. Een herstructurering/herbestemming van de bestaande bedrijventerreinen naar specifieke bedrijventerreinen voor watergebonden bedrijvigheid met kadefaciliteiten is een speerpunt. Het betreft onder meer het bedrijventerrein De Brulen.
3.4.2
Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur – ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos in de regio Neteland Op 17 oktober 2003 besliste de Vlaamse Regering te starten met de tweede fase van de afbakening van de gebieden van de agrarische en de natuurlijke structuur. De doelstelling van dit planningsproces is om in overleg met gemeenten, provincies en belangengroepen een geïntegreerde en gebiedsgerichte ruimtelijke visie op te stellen die het kader vormt voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur. Voor dit proces werd Vlaanderen opgesplitst in 15 buitengebiedregio’s. Het zuiden van de gemeente Arendonk behoort tot de regio Neteland waarvoor het planningsproces eind 2004 werd opgestart. In juni 2005 werd voor de regio Neteland een verkenningsnota afgewerkt waarin een eerste aanzet tot beleidsdoelstellingen en ruimtelijke concepten werden geformuleerd. Vervolgens werd in december 2005 het programma voor uitvoering en onderzoek voorgesteld. Hierin worden voor de deelruimten uit de verkenningsnota een aantal programmagebieden benoemd. In juni 2006 werd het eindvoorstel gewenste ruimtelijke structuur voorgesteld. Deze nota is het resultaat van de planningsfase waarbinnen een aantal ruimtelijke beleidsdoelstellingen en ruimtelijke concepten voor de open ruimte in de regio Neteland worden geformuleerd. Het voorstel zal samen met de adviezen de basis vormen voor de besluitvorming van de Vlaamse Regering. De gewenste ruimtelijke structuur van de deelruimte Bovenlopen Kleine Nete bevat de visie op het zuidelijk deel van de gemeente Arendonk. Deze wordt opgebouwd rond volgende conceptelementen die van toepassing zijn op gebieden binnen Arendonk: – Samenhangende boscomplexen behouden en versterken als structuurbepalende natuur- en/of landschapselementen: boscomplex militair domein Arendonk (1.1) – Behoud en versterking van zeer waardevolle natuurcomplexen: Gagelbroek/Rode Del (2.2), Goorbossen (2.3), Watering (2.4) – Behoud en versterking van ecologische en landschappelijke waarden verweven met landbouw: gebied ten zuiden van Hooiput (3.4) – Behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor natuurlijke waterberging: Goorken (4.1)
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
23
– ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen: – kanaal Dessel – Schoten (6.2). De kanalen kunnen via een gericht beleid voor de oevers en hun omgeving bijdragen tot een verbinding tussen belangrijke natuurlijke gebieden. De kanalen kunnen worden ontwikkeld als dragers van recreatieve en toeristische ontwikkelingen. – Vallei van de Wamp (6.4) – Ruimtelijk-functioneel samenhangende gebieden vrijwaren voor de land- en tuinbouw(met grondgebonden landbouw als drager van de open ruimte): ruilverkaveling Arendonk (8.3) – Grondgebonden landbouw als drager van open ruimtekamers: landbouwgebied ten noorden van Arendonk (9.1). In het landbouwgebied ten noorden van Arendonk functioneert de grondgebonden landbouw als belangrijkste ruimtelijke drager. De gebieden worden voor de landbouw gevrijwaard. Landbouw vormt de hoofdfunctie maar komt ruimtelijk voor met elementen van de natuur- en bosstructuur en met bebouwing. – Behoud van waardevolle weidevogelgebieden: Berendonk – Watering (13.1). In Berendonk – Watering worden de aanwezige weidevogelwaarden behouden en versterkt. Behoud van de openheid en ontwikkeling van een aaneengesloten graslandgebruik zijn hiervoor belangrijke randvoorwaarden. Waardevolle bomenrijen en ruigtes worden behouden en meer open gedeeltes worden open gehouden.
Figuur 17: uittreksel uit gewenste ruimtelijke structuur deelruimte ‘bovenlopen Kleine Nete’ Bron: Ruimtelijke visie voor landbouw, natuur en bos regio Neteland, gewenste ruimtelijke structuur, juni 2006 Het plangebied RUP De Brulen situeert zich ter hoogte van het gebied dat grofweg aangeduid wordt als “Grondgebonden landbouw als drager van open ruimtekamers (9.1). Een randzone van het plangebied situeert zich op de rand van dit agrarisch gebied. In het voorstel van programma van uitvoering (d.d. juni 2006) wordt dit gebied opgenomen als zone waarvoor het herbevestigen van agrarische gebieden wordt aangegeven. Er dient opgemerkt te worden dat deze visie nog een voorlopig statuut heeft, en dat na goedkeuring ervan eerst nog eventueel zogenaamde HAG’s (herbevestiging van de agrarisch gebieden) effectief dienen te aangeduid worden. Het afronden van de visievorming rond dit planningsproces belet de gemeente echter niet om eigen planningsinitiatieven te nemen. De gemeente heeft immers een vastgestelde planningstaak met betrekking tot lokale bedrijventerreinen en de visie hieromtrent werd ingeschreven in het goedgekeurde structuurplan van de gemeente Arendonk.
24
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
3.4.3
Mobiliteitsplan Arendonk Het mobiliteitsplan van de gemeente Arendonk werd opgemaakt door Gedas en conform verklaard door de auditcommissie op 22/11/2000. Scenario duurzame mobiliteit voor Arendonk Tijdens de tweede fase van het mobiliteitsplan voor Arendonk zijn 2 scenario’s duurzame mobiliteit uitgewerkt waarin telkens twee varianten voor het netwerk voor autoverkeer en vrachtverkeer werden beschreven. De scenario’s duurzame mobiliteit houden rekening met de keuzes die op het hoger beleidsniveau (provincie, Vlaanderen, Nederland) moeten worden genomen voor de noord-zuidverbinding. Verder wordt uitgegaan van relatief eenvoudige elementen. De dorpskern moet maximaal worden uitgewerkt als een kwalitatief verblijfsgebied. Dit komt de leefbaarheid voor de plaatselijke bewoners ten goede, maar ook de aantrekkelijkheid verbetert ermee. Op het verkeersvlak betekent dit wel het aanvaarden van de verkeersdrukte op enkele goed gekozen lokale verbindingswegen. Het openbaar vervoer wordt evenwel een vlotte doorgang gegarandeerd. Fietsers en voetgangers zullen zich meer kunnen terugvinden in het vernieuwde openbaar domein. – Voor autoverkeer is gekozen voor de variant die uitgaat van een scenario waarbij er geen secundaire weg doorheen Arendonk voert die de noord-zuidverbinding realiseert. Met uitzondering van de secundaire weg type II die het verkeer van Hoge Mauw verzamelt, zijn er enkel lokale wegen aan te treffen. Voor het vrachtverkeer is gekozen voor de variant waarin rekening wordt gehouden met het blijven bestaan van de bedrijvigheid op de huidige locaties. Er is een zuidelijke en noordelijke bestemmingszone. De zuidelijke omvat Hoge Mauw en de bedrijvigheid rond Brug 4. Zij worden ontsloten via de industrieweg doorheen Hoge Mauw. De noordelijke zone omvat de bedrijvigheid nabij Brug 5 en Poederstraat. Dit vrachtverkeer wordt ten noorden van het centrum omgeleid naar afrit 25 in Oud-Turnhout. Om de doelstellingen te realiseren dient een breed pakket van maatregelen genomen te worden in verschillende werkdomeinen. Volgende elementen zijn daarbij relevant voor het RUP: Gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en mobiliteitseffecten De belangrijkste streefdoelen met een effect op mobiliteit zijn: – Open houden van de agrarische gebieden rondom de kern van Arendonk en concentreren van nieuwe bebouwing in de kern – Lokaliseren van eventuele nieuwe bedrijven in of bij de bestaande zone Hoge Mauw – Categorisering van de wegen. Netwerk voor auto- en vrachtverkeer: streefbeeld voor het gemeentelijk autonetwerk Er dient een wegenhiërarchie aangebracht te worden zodanig dat het ruimtelijk beeld aan de gebruiker de informatie geeft die overeenkomt met de functie die aan deze weg wordt gegeven: snelheidregime, voorrangsregeling; gevaarlijke punten,… – Secundaire weg type II N118 (Hertevelden – Huiskens) verzamelfunctie voor het economisch knooppunt Hoge Mauw – Lokale verbindingswegen (lokale wegen I): – N118 (Hertevelden – Koeistraat – Kloosterbaan – De Lusthoven) – N139 (Schotelven – De Daries – De Valken – Vrijheid – Begijnhof – De Brulen – Grens) – Bergen-Schuttersstraat-Hokken – Gebiedsontsluitingswegen: Kerkstraat, Hovestraat-Wippelberg, Kloosterbaan (tussen Schuttersstraat en N139), Roobeek, Berendonk, industriële ontsluitingsweg Poederstraat, industriële ontsluitingsweg Huiskens en Industrieweg. – Verblijfsstraten: woonstraten en landbouwwegen
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
25
4
Afwegingselementen en randvoorwaarden
4.1
Ruimtelijk-planologische afweging Geografische ligging Bedrijventerrein De Brulen ligt strategisch aan de kruising van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en de N139, in een sterker bebouwde omgeving die de centrale uitloper vormt van het bebouwingspatroon van Arendonk. De ruimtelijke draagkracht binnen de omgeving wordt echter bepaald door het evenwicht tussen de bedrijfsactiviteiten en de woonfunctie aan de Voorheide. Interne grenzen aan de haalbare dynamiek voor het plangebied worden dan ook gesteld door de naburige kernfunctie van Voorheide en de ontsluitingsmogelijkheden. Visie RSV, RSPA en kaderplan KDTS Het kanaal DTS behoort tot het secundaire wegennet waar de vervoersfunctie richtinggevend is ten opzichte van de recreatieve en landschappelijke functie. De integratie van deze functies dient nagestreefd. Deze visie wordt verder uitgediept op provinciaal niveau waarbij de diverse rol van het kanaal aanbevolen wordt: kanaal als verbindend element binnen de ecologische infrastructuur, kanaal als vervoersas in functie van watergebonden bedrijvigheid, kanaal als toeristisch-recreatief netwerk. Om die reden dient de watergebondenheid in de bedrijventerreinen langs het kanaal gestimuleerd te worden. Op recreatief vlak dient onder meer gewerkt te worden aan de uitbouw van een recreatief fietsroutenetwerk en voorzien van meer in- en uitstapplaatsen voor kano en kajak. Specifiek wordt aangegeven dat bij brug 5 een veiligere fietsoversteek te voorzien is. Bij de gewenste infrastructuur wordt gemeld dat eventueel de aanleg van een nieuwe fietsersbrug tussen Hazegewoud en Onder d’Eike het fietsknooppuntennetwerk zou optimaliseren. Visie GRS De gemeente Arendonk onderschrijft in het GRS de visie tot behoud van het bedrijventerrein aan De Brulen en voor de ontwikkeling van het kanaal als economische vervoersas en recreatieve bundel: – Bedrijventerrein De Brulen valt binnen de Centrale As die de verstedelijkte zone van Arendonk omvat en waar uitgegaan wordt van het bundelingsprincipe voor dynamischere functies. – Het GRS gaat binnen deze Centrale As daarom uit van een voortzetting van de bundeling van lokale en watergebonden activiteiten op het bedrijventerrein De Brulen. – Het kanaal dient beschouwd te worden als een recreatieve as die de gemeente doorsnijdt. Teneinde de open ruimte langsheen het kanaal niet verder aan te tasten wordt het als aangewezen beschouwd dat nieuwe infrastructuur zich in de bestaande bebouwde zone integreert (Voorheide).
4.2
Grensstellende elementen en randvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkeling Ligging aan KDTS De ligging van het bedrijventerrein langsheen het kanaal Dessel–Turnhout-Schoten geeft een aantal randvoorwaarden mee vanuit de functie van het kanaal als vervoersas en recreatieve as. Er dient zo veel mogelijk gestreefd te worden naar de watergebondenheid van de bedrijfsactiviteiten die grenzen aan het kanaal. Bovendien dient ook rekening gehouden te worden met de vraag naar een recreatieve toegang tot het kanaal in het teken van watergebonden laagdynamische recreatie en visie tot het versterken van het fietsroutenetwerk langsheen het kanaal.
26
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
Ontsluiting via De Brulen Het feit dat de ontsluiting van het bedrijventerrein verloopt via de Brulen door Voorheide beperkt sterk het bereikbaarheidsprofiel van het bedrijventerrein. Dit dient in beperkende wijze door te werken naar het mobiliteitsprofiel van de toegelaten activiteiten. Er dient een evenwicht gevonden te worden tussen de watergebondenheid en het bereikbaarheidsprofiel, overslagactiviteiten brengen bijvoorbeeld veel transportbewegingen met zich mee. De Brulen als lokaal bedrijventerrein Het profiel van de activiteiten dient bewaakt te worden naar aanleiding van de aanduiding van het bedrijventerrein als lokaal bedrijventerrein. Dit kan door te waken over de toegelaten activiteiten. Anderzijds is de perceelsoppervlakte van bedrijfspercelen daarin bepalend. Woonkwaliteit De Brulen Er dient een goede buffering voorzien te worden ten opzichte van de woningen in het woongebied met landelijk karakter Voorheide – De Brulen.
4.3
Speciale beschermingszones Een ingreep heeft significant negatieve gevolgen op een SBZ indien een verslechtering van de algemene kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van de soorten met zich meebrengt. De uiteindelijke significantie moet worden vastgesteld in functie van de bijdrage die de onderzochte zone levert aan het Natura 2000 netwerk. De dichtstbij gelegen beschermingszone werd aangeduid ter hoogte van Goorken – Lokkerse Dammen in de vallei van de Wamp. Het gaat om het habitatrichtlijngebied nr. 19 Vennen, heiden en moerassen rond Turnhout (BE2100024-16). Voor habitatrichtlijngebied nr.19 werden een aantal te beschermen habitats en soorten opgegeven. Aangezien: – het RUP in feite slechts een consolidatie van de bestaande toestand betekent en geen bijkomende ingrepen voorziet die specifieke effecten op te beschermen waterhuishouding, habitats, groenelementen en dergelijke teweegbrengen; – de beschermingszone op enige afstand (min. 1100m) gelegen is en bovendien van het plangebied gescheiden wordt door de bebouwing langsheen Voorheide, Pleintje en Neerstraat; worden naar verwachting de te beschermen habitats en soorten in deze omgeving door de voorziene planinhoud niet significant aangetast ten opzichte van de huidige referentiesituatie en wordt er van uitgegaan dat de planinhoud van het RUP De Brulen geen impact, dus zeker geen significant negatieve, zal hebben op de deze speciale beschermingszone. De niet-integraal aangeduide vogelrichtlijngebieden binnen Arendonk zijn op nog grotere afstand van het plangebied gelegen.
4.4
Watertoets De watertoets werd opgesteld conform het uitvoeringsbesluit op de watertoets ( 20 juli 2006 - BS 31/10/2006). Het besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. In functie van de watertoets werd het plangebied van RUP De Brulen getoetst aan volgende beschikbare gegevens: – – – –
bodemkaart 2001 (bron:IWT, AGIV) waterlopen, Vlaamse hydrologische atlas 2006 (bron: VMM - afdeling Water, AGIV) ROG2003, digitale bestanden (bron: MVG, LIN, AMINAL, afdeling Water) risicozones overstroming, digitale bestanden (bron: MVG, LIN, AMINAL, afdeling Water; MVG, LIN, AWZ, afdeling Waterbouwkundig laboratorium en hydrologisch onderzoek) – watertoetskaarten (bron: CIW, AGIV) – overstromingsgevoelige gebieden
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
27
– erosiegevoelige gebieden – grondwaterstromingsgevoelige gebieden – infiltratiegevoelige bodems – hellingenkaart Het bedrijventerrein De Brulen is, bovenlokaal bekeken, gelegen op hogere gronden die een brongebied voor de regio vormen. Zowel de Rode Loop als de Neerloop zijn bovenlopen in het bekken van de Nete die beide ten zuiden van het plangebied ontstaan. De Rode Loop is een waterloop van derde categorie die ruim ten zuiden van De Brulen in westelijke richting loopt. De Neerloop, eveneens van derde categorie, loopt ten zuiden van de N139 in zuidelijke richting waar deze uitloopt in de Wamp. De planinhoud voorziet in de mogelijkheid tot het aanleggen van verhardingen en het oprichten van constructies al dan niet ondergronds. Bijgevolg dienen volgende aspecten van het watersysteem beoordeeld te worden: wijziging overstromingsregime, afstroming, infiltratie,… Veiligheidsaspecten - overstromingsregime
Figuur 18: watertoetskaart – overstromingsgevoelige gebieden – Het plangebied is niet gelegen in van nature overstroombaar gebied. – Er bevinden zich geen effectief overstromingsgevoelige gebieden gelegen langs waterlopen in het plangebied of ruime omgeving (zie Figuur 18). Er zijn slechts enkele mogelijk overstromingsgevoelige gebieden gelegen langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten. – Het plangebied en omgeving zijn niet gelegen binnen risicozone voor overstroming. Er werd eveneens geen recente overstroming gekarteerd binnen of nabij het plangebied. De planinhoud voorziet met andere woorden niet in het aanleggen van verhardingen of constructies in overstromingsgevoelig gebied. De planinhoud houdt geen wijziging van het overstromingsregime in. Dit betekent ook dat de veiligheid tegen natuurlijke overstromingen gegarandeerd lijkt. Infiltratie – hemelwaterberging – oppervlaktewaterkwantiteit – afstromingshoeveelheid Het plan voorziet slechts uitbreiding van de bestemming voor lokale bedrijvigheid ter hoogte van reeds bebouwde percelen. Naar bijkomende verhardingen en gebouwen heeft de planinhoud met andere woorden weinig directe gevolgen, waardoor geen schadelijke effecten door een verhoging van de afstromingshoeveelheid te verwachten zijn. Het hemelwater dient echter maximaal opgevangen te worden en zo mogelijk nuttig herbruikt. Het hemelwater dient bovendien gescheiden te worden van het afvalwater door een afgekoppeld rioleringsstelsel. Overtollig hemelwater wordt bij voorkeur geïnfiltreerd of geloosd na buffering om piekafvoeren ter vermijden. Bovendien dient voldaan te worden aan de gewestelijke
28
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
infiltratievoorzieningen,
Er is geen schadelijk effect te verwachten indien bovenstaande maatregelen worden getroffen. Waterparagraaf De conclusie van de beknopte analyse luidt dat de planinhoud geen aanleiding geeft tot een nadelig of schadelijk effect op het watersysteem. – Gezien het plangebied niet gelegen is binnen een risicozone lijkt de veiligheid tegen overstromingen gegarandeerd en heeft de planinhoud geen invloed op een eventueel overstromingsregime. – Uitvoering van de planinhoud volgens de geldende regelgeving houdt geen nadelige wijziging van de afstromingshoeveelheid in.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
29
5
visie en ontwerp RUP De Brulen
5.1
Doelstellingen Het RUP heeft tot doel de bestaande bedrijvenzone aan De Brulen te bestemmen voor lokale bedrijven. Daarbij wordt eveneens de ruwe gewestplanzonering verfijnd tot op kadastraal perceelsniveau. Door de percelen waarop in de actuele toestand bedrijfsgebouwen ingeplant zijn op te nemen in het plangebied wordt meteen de beperkte zonevreemdheidsproblematiek ter hoogte van een aantal percelen in het agrarisch gebied langs Hazegewoud behandeld. Hierdoor wordt de nodige rechtszekerheid gecreëerd voor deze bedrijven. Uitgaande van de ligging langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten worden zo veel mogelijk gunstige voorwaarden ingewerkt voor watergebonden activiteiten en bijhorende infrastructuur. Op basis van de verbrede recreatieve functie van het kanaal wordt daarbij ook de bestaande vraag naar recreatieve toegang tot het kanaal en de inpassing in en een verbetering van het recreatief fietsroutenetwerk in rekening gebracht.
5.2
Visie en concept voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling Bestaande economische structuur als uitgangspunt bij afbakening plangebied In het RUP wordt geen bijkomende ruimte voor lokale bedrijvigheid voorzien. Bij de afbakening van het plangebied wordt uitgegaan van de bestaande toestand, gegroeid uit de gewestplanbestemming KMO-zone. Er wordt met andere woorden ook een gepaste bestemming voorzien voor de percelen die in de huidige toestand geheel of gedeeltelijk zonevreemd in gebruik zijn voor bedrijfsactiviteiten. De diepliggende percelen die ontsluiten op het Hazegewoud worden opgenomen in het lokaal bedrijventerrein en krijgen lokale bedrijvigheid als bestemming. Verder wordt voor een aantal minder diepe percelen de bestemming lokale bedrijvigheid teruggebracht naar de perceelsgrens van de huidige bedrijfspercelen (225c en 221m), waardoor ook in omgekeerde richting een herbestemming van KMO-zone naar agrarisch gebied wordt doorgevoerd. Lokale bedrijvigheid in twee deelzones Binnen het plangebied worden twee aparte zones voor lokale bedrijvigheid aangeduid. Het oostelijke deel van de zone, gelegen tussen De Brulen en het kanaal heeft directe toegang tot het kanaal. De watergebondenheid is voor de bedrijfsactiviteiten in de huidige situatie reeds van toepassing. De ruimtelijke configuratie en bereikbaarheid is niet van die aard om dit op grote schaal uit te bouwen. Maar gezien de directe kanaalontsluiting en de daarvoor gedane investeringen, wordt de voorwaarde watergebondenheid van activiteiten binnen het gepaste profiel wel vastgelegd in de voorschriften voor deze zone. De westelijke zone met bedrijfsactiviteiten wordt van het kanaal gescheiden door bedrijfsontsluitingsweg De Brulen. De connectie van de bedrijven met het kanaal kan hierdoor niet systematisch uitgewerkt worden. Om die reden wordt de watergebondenheid niet afgedwongen voor deze westelijke zone. Deze deelzone wordt ruimer bestemd voor lokale bedrijvigheid in het algemeen, met voorrang voor watergebonden bedrijven. Profiel lokaal bedrijventerrein bewaken in zone voor lokale bedrijvigheid Er wordt op verschillende manier gewaakt over het lokaal profiel van de bedrijvigheid in de zone die bestemd wordt voor lokale bedrijvigheid. In de voorschriften horend bij deze bestemmingszone wordt een duidelijke bepaling opgenomen dat de bedrijven een duidelijk lokale binding inzake personeelsbestand, leveranciers en/of afzetgebied moeten hebben. Anderzijds worden ook de toegelaten bedrijfsactiviteiten afgestemd op dit profiel. Gezien het bereikbaarheidsprofiel zijn ook transportactiviteiten niet zonder meer toegelaten. Ruimtelijk dient gewerkt te worden aan perceelsoppervlakten die beantwoorden aan de oppervlakten die algemeen vooropgesteld worden voor lokale bedrijvigheid. Daarom wordt op het grafisch plan
30
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
een ruimtelijke aanzet gegeven voor een toekomstige herverkaveling van de diepgaande percelen. Waar de bestemmingszone zich uitstrekt tussen het kanaal en het Hazegewoud, wordt er met andere woorden gestreefd naar een opdeling van de bestemmingszone in noordelijk en een zuidelijk georiënteerde bedrijfspercelen. Er wordt in de zone voor lokale bedrijvigheid een bouwvrije strook achteraan ingetekend die bij herverkaveling dient te gelden als achterste perceelsgrens voor de nieuwe bedrijfspercelen. Zo voorziet de planinhoud op maat in een aanzet voor een rationele herpercelering binnen de bestaande bedrijvenzone die bestemd wordt voor lokale bedrijvigheid. Daarbij wordt evenwel een overgangsregeling ingeschreven voor bedrijfsgebouwen die zich in de huidige toestand bevinden in deze bouwvrije strook achteraan. Gunstige voorwaarden voor watergebonden activiteiten en kanaalgebonden infrastructuur De ligging langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten noopt binnen tot het creëren van gunstige voorwaarden in het RUP die de gewenste ontwikkeling en de functies van en activiteiten op het kanaal ondersteunen. In de zone waar de percelen direct aansluiten op het kanaal wordt deze watergebondenheid nadrukkelijk vastgelegd voor de activiteiten die binnen deze zone kunnen plaatsvinden. Deze zone biedt ruimte aan watergebonden bedrijfsactiviteiten. Gezien de beperkte diepte van enkele percelen binnen deze zone en de vraag naar ruimte voor recreatieve toegang tot het kanaal, worden ook recreatieve kanaalgebonden activiteiten voor deze percelen als toegelaten nevenfuncties ingeschreven. Voor de bestaande zonevreemde woning wordt geen specifieke bestemming voorzien, zij wordt opgenomen in de zone voor lokale, watergebonden bedrijvigheid met dien verstande dat ze behouden kan blijven en mag verbouwen binnen het bestaande volume, maar niet uitbreiden. Er wordt in de voorschriften ruimte voorzien voor het aanbrengen van infrastructuur en voorzieningen langsheen het kanaal met betrekking tot het exploiteren van het kanaal, veiligheidsvoorzieningen en het toegang verschaffen tot het kanaal (aanleginfrastructuur, kadefaciliteiten,…). Dit wordt zowel in de zone voor lokale, watergebonden bedrijvigheid ingeschreven als in de zone die bestemd wordt als openbare weg, voor zover deze grenst aan het kanaal. Ook de bestaande optie om een fietsersbrug aan te brengen tussen Hazegewoud en Onder d’Eike wordt niet gehypothekeerd. Buffering en landschappelijke inpassing Omwille van de korte afstand tot de woonbestemming met landelijk karakter aan Voorheide – De Brulen wordt voorzien in buffering tussen het lokale bedrijventerrein en deze woonbestemming. Deze buffer dient uitgewerkt te worden als een dichte en groene buffer van voldoende breedte om de functie te vervullen. Teneinde een optimale landschappelijke inpassing naar het zuiden toe te garanderen moet op een deel van de zuidelijke grens van het plangebied een verplicht groenscherm worden aangeplant, als dicht, visueel scherm ten opzichte van de omgeving. Ontsluiting De ingesloten ligging langsheen het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en de bruginfrastructuur N118Voorheide houden in dat de ontsluiting van het bedrijventerrein voorzien blijft via de Brulen richting N118. Bovendien situeert het plangebied zich binnen het bestaande toeristisch-recreatieve fietsroutenetwerk. De Brulen en Hazegewoud dienen als drager voor dit netwerk. Vanuit het kaderplan voor het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten wordt bovendien geconcludeerd dat een verbetering en ontwikkeling van het fietsroutenetwerk geënt op het kanaal aangewezen is, onder meer door het optimaliseren van de fietsverbinding tussen de twee kanaaloevers ter hoogte van het plangebied. Binnen het plangebied moet ruimte bestaan voor netwerkondersteunende infrastructuur om de kwaliteit van het fietsknooppunt ter plaatse te verhogen.
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
31
6
Toelichting bij voorschriften
grafisch
6.1
algemene bepalingen
plan
en
stedenbouwkundige
– De handelingen in verband met het ontbossen en vellen van bomen op de percelen moeten in overeenstemming zijn met de geldende wetgeving. – In de algemene bepalingen wordt gesteld dat bij de beoordeling van de vergunningsaanvraag rekening gehouden zal worden met de wijze waarop de niet-verharde delen worden aangeplant. Dit kan door de richtlijn te hanteren dat bij een stedenbouwkundige vergunningsaanvraag een beplantingsplan dient te worden toegevoegd.
6.2
bestemmingszones en voorschriften
6.2.1
zone voor lokale, watergebonden bedrijvigheid watergebonden bedrijvigheid De zone 1 voor lokale watergebonden bedrijvigheid, wordt strikt voorzien voor watergebonden bedrijfsactiviteiten. In antwoord op de adviezen naar aanleiding van de plenaire vergadering wordt dit ook strikt geformuleerd in de stedenbouwkundige voorschriften, bestemming: “De zone is bestemd voor gebouwen en buitenterreinen (parking, laad- en loszones, buitenstockage) in functie van de activiteiten van bedrijven van lokaal belang met een watergebonden karakter, d.w.z. bedrijven die een belangrijk deel van de aan- en/of afvoer van basisgrondstoffen en/of (half-) afgewerkte producten over de waterweg laten gebeuren.” Gemeenschappelijke en complementaire voorzieningen inherent aan het functioneren van een lokaal bedrijventerrein zijn toegelaten. Het betreft voorzieningen die nuttig zijn of noodzakelijk zijn voor de goede werking en die complementair zijn aan de eigenlijke bedrijven binnen de zone. Deze voorzieningen kunnen slechts worden toegelaten indien de eigenlijke bedrijven reeds bestaan of concrete plannen tot realisatie ervan vergund zijn. Gemeenschappelijke of complementaire voorzieningen kunnen bijvoorbeeld zijn een collectieve eetgelegenheid in functie van de werknemers van het bedrijventerrein, e.d. overdruk mogelijkheden voor kanaalgebonden recreatie Bepaalde percelen gesitueerd binnen deze zone 1 hebben slechts een beperkte diepgang. Daarnaast heeft het kanaal een recreatieve rol (RSPA + kaderplan kanaal Dessel-Turnhout-Schoten) en bestaan er vragen naar recreatieve toegang tot het kanaal en visies op inpassing in een fietsroutenetwerk langsheen het kanaal. Om die reden werd er geopteerd om binnen deze zone mogelijkheden te creëren voor recreatie (nevenfunctie). Hierdoor wordt de multifunctionele rol van het kanaal onderkend in de planinhoud en beperkte en strikt lokale potenties in functie van kanaalgebonden recreatie niet a priori uitgesloten. Economische watergebonden activiteiten zijn echter prioritair binnen deze zone. Om die reden worden de mogelijkheden voor recreatie in antwoord op de adviezen ruimtelijk beperkt. En dit tot de zone ten westen van de bestaande zwaaikom. Het oostelijk deel wordt hiervan uitgesloten omdat dit steeds nuttig ingevuld kan worden door de prioritaire functie van bedrijvigheid (nu Mermans beton nv.). De westelijke zone wordt dus wel voorzien van een overdruk ‘zone met mogelijkheden voor kanaalgebonden recreatie’. De voorschriften zijn zo opgevat dat binnen de overdrukzone ook infrastructuur in functie van watergebonden recreatieve activiteiten op het kanaal en van het te ontwikkelen fietsroutenetwerk toegelaten is. In voorkomend geval kan het bijvoorbeeld gaan om een recreatieve toegang tot het kanaal, met bijhorend clublokaal, opslagruimte of beperkte horecagelegenheid die meteen aansluit op het fietsroutenetwerk langsheen het kanaal. In functie van de bebouwingsmogelijkheden worden zoals geadviseerd wel beperkende voorschriften opgenomen.
32
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
De bebouwingsmogelijkheden in functie van deze eventuele recreatieve nevenfunctie in zone 1 worden strikt beperkt tot maximaal 20% van de oppervlakte van de overdrukzone. – De zone aangeduid met de overdruk ‘mogelijkheden voor kanaalgebonden recreatie’, zoals aangegeven op het grafisch plan mag eveneens gebruikt en ingericht worden in functie van recreatieve watergebonden activiteiten op het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het toeristischrecreatief fietsroutenetwerk. Dit houdt in dat in deze deelzone een recreatieve toegang in functie van watergebonden recreatieve activiteiten tot het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten voorzien mag worden alsook fietsroutenetwerkondersteunende infrastructuur en dat bijhorende terreinaanleg, constructies en gebouwen toegestaan zijn. Deze mogelijkheid beperkt zich tot de zone aangeduid met overdruk ‘zone met mogelijkheden voor kanaalgebonden recreatie’ – Maximum 20% van de zone begrepen binnen de overdruk ‘zone met mogelijkheden kanaalgebonden recreatie’ mag ingenomen worden door gebouwen ten dienste van de toegelaten recreatieve activiteiten.
6.2.2
zone voor lokale bedrijvigheid met voorrang voor watergebonden bedrijven watergebondenheid Zone 2 betreft eveneens een bedrijvenzone gesitueerd langsheen het kanaal. De bedrijfspercelen worden echter van het kanaal gescheiden door de ontsluitingsweg. Directe toegang vanop de bedrijfspercelen tot het kanaal is afwezig. Niettemin werd voor de zone voor openbare weg tussen zone voor lokale bedrijvigheid en het kanaal wel voorzien dat de aanleg van kadefaciliteiten mogelijk is. Op die manier kan ook voor zone 2 de watergebondenheid van de bedrijven gestimuleerd worden. De voorschriften voor de zone voor lokale bedrijvigheid worden dan ook in die zin aangevuld: “Er wordt gestreefd naar de ontwikkeling van de watergebondenheid van bestaande bedrijven en de vestiging van bedrijven die een belangrijk deel van de aan- en/of afvoer van de basisproducten en/of (half-)afgewerkte producten laten gebeuren over de waterweg. Er wordt daarvoor voorzien in de mogelijkheid tot het aanbrengen van kanaalgebonden voorzieningen en kadefaciliteiten binnen zone 3 palend aan zone 2 en het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, zoals bedoeld in artikel 3.” Percelering – herverkaveling In functie van lokale bedrijvigheid wordt gebruikelijk een richtoppervlakte van 2500m² per bedrijfsperceel vooropgesteld. Het betreft in dit geval echter een bestaand bedrijventerrein dat reeds grotendeels ingevuld is en waarvan de meeste percelen, zoals blijkt uit de weergave van de bestaande toestand, deze richtoppervlakte overstijgen. In antwoord op de gewenste dimensionering voor lokale bedrijven wordt op het grafisch plan een aanzet tot herverkaveling ingewerkt door het intekenen binnen de zone voor lokale bedrijvigheid van een centrale ‘bouwvrije strook achteraan’ en een nieuwe achterste perceelsgrens in geval van herverkaveling. Daarnaast wordt op de plenaire vergadering gesteld ook de maximale perceelsoppervlakte vast te leggen. Daarbij is het in ieder geval de bedoeling te streven naar max. 5000m², maar indien de huidige bedrijfsoppervlakte groter is kan deze als maximum gelden. Dit werd ingewerkt in de stedenbouwkundige voorschriften: “Voor de perceelsoppervlakte per bedrijf wordt gestreefd naar een maximale oppervlakte van 5000m², waarbij voor bedrijfspercelen die in de bestaande toestand groter zijn de huidige perceelsoppervlakte als maximumoppervlakte geldt.” groenbuffer – groenscherm In functie van het waarborgen van de woonkwaliteit van de woningen in het aanpalende woongebied met landelijk karakter langsheen de Brulen wordt door de plenaire vergadering geopteerd voor het aanbrengen van een groenbuffer op de oostelijke grens van de zone 2. Op het grafisch plan wordt hiervoor een breedte van 3m voorzien. De zone heeft een esthetische en een afschermende functie. Om de afschermende functie te kunnen vervullen moet de zone integraal beplant worden en moet de beplanting een dichte structuur hebben. De beplanting moet permanent zijn over de volledige oppervlakte van de zone met de noodzakelijke verscheidenheid om haar functie te vervullen
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
33
Op de zuidelijke en westelijke grens wordt het verplichte groenscherm ter landschappelijke integratie behouden.
6.2.3
openbare weg De zone is bedoeld voor de inrichting van het openbaar domein en ontsluiting van de bedrijvenzone. In voorschriften wordt echter ook rekening gehouden met de aanwezigheid van het fietsroutenetwerk: – Binnen de zone van artikel 3 mag de noodzakelijke infrastructuur in functie van recreatief medegebruik voorzien worden. De eigenlijke bestemming volgens de zonering van het RUP mag niet in het gedrang komen door deze voorzieningen. In het gedeelte van zone 3 gelegen tussen het kanaal en de zone voor lokale bedrijvigheid is ook infrastructuur en uitrusting toegelaten: – Gericht op het kanaalbeheer, in functie van uitbating en onderhoud van technische infrastructuur en kanalen – Gericht op de veiligheid ten opzichte van het aangrenzende kanaal – Gericht op het beperkt toegang verlenen tot het kanaal Daarnaast wordt op het grafisch plan symbolisch aangeduid dat het voorzien van kadefaciliteiten op de kanaalrand binnen deze zone toegelaten is: “In functie van het watergebonden karakter mag de kanaalrand bij deze zone als een laad- en loskade aangelegd worden met inbegrip van de bijhorende infrastructuur en voorzien worden van aanleginfrastructuur. De situering werd symbolisch aangeduid op het bestemmingsplan. “ Op die manier kan in de toekomst ook de watergebondenheid van bedrijven binnen zone 2 gestimuleerd worden.
34
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
7
Limitatieve opgave van voorschriften die strijdig zijn met de voorschriften van RUP De Brulen De volgende gewestplanbestemmingen zijn terug te vinden in de afbakening van het plangebied van het RUP De Brulen: – KMO-zone – Woongebied met landelijk karakter – Agrarisch gebied Deze bestemmingen worden, tezamen met de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften, opgeheven. De artikels 5, 6, 7 en 11 van het Koninklijk Besluit van 28.12.1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen, gewijzigd bij het Koninklijk Besluit van 13.12.1978 en de decreten van 23.06.1993 en 13.07.1994, zijn niet meer van toepassing en worden dus door dit RUP opgeheven voor de volgende gewestplanbestemmingen binnen het plangebied: – 2.1.3 gebied voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen – 1.2.2 woongebied met landelijk karakter – 4.1 agrarisch gebied
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting
IOK
plangroep
35
8
Ruimtebalans Tabel 3: Ruimteboekhouding RUP De Brulen Huidige bestemming
Opp (m²)
Gebied voor ambachtelijke bedrijven en voor kleine en middelgrote ondernemingen Agrarisch gebied Woongebied met landelijk karakter Totaal Bestemming RUP De Brulen
47.121 7.301 493 54.915 Opp (m²)
Artikel 1 – zone voor lokale, watergebonden bedrijvigheid Artikel 2 – zone voor lokale bedrijvigheid met voorrang voor watergebonden bedrijven 2.1 bebouwbare zone 2.2 bouwvrije strook vooraan 2.3 bouwvrije strook opzij en achteraan 2.4 groenbuffer Artikel 3 – openbare weg Artikel 4 – agrarisch gebied Totaal
8.005 34.119 27.803 2.571 3.497 248 10.462 2.329 54.915
Bron: grafisch plan RUP De Brulen
36
IOK
plangroep
Arendonk-RUP “De Brulen” - toelichting