gratis maandelijkse krant rond nieuwe (pop)muziek mei 2005 - 09
een uitgave van ( K-RAA-K ) 3 vzw scheldestraat 169 B-9040 Gent www.kraak.net
Stephan Mathieu Excepter Jürgen de Blonde Yves Netzhammer Magik Markers
ruis
Pretty Fucking Evil Pete nolan van Magik Markers
ruis Mei 2005 - nr 9
verschijnt maandelijks, behalve in juli en augustus. is een gratis uitgave van (K-RAA-K)3 vzw (K-RAA-K)3 vzw Scheldestraat 169 9040 Gent Belgium T/F : +32 92199143 www.kraak.net
[email protected] Een abonnement kost 8 euro, een steunabonnement is 25 euro. hiermee word je ook lid van (K-RAA-K)3 en krijg je korting op door ons georganiseerde concerten. Dit kan verkregen worden door het bedrag over te schrijven op rekening nummer 979-9945604-05 met mededeling “ruis abo” samen met je adres en het gewenste startnummer. Hoofdredactie : Dave Driesmans
In maart gooide Magik Markers hoge ogen op het (K-RAA-K)3 festival. Begin deze maand zijn ze een tweede keer uitgenodigd in België. Dit maal in de Gentse Frontline aan de zijde van entertainment-noiseformatie Nautical Almanac. Een kort gesprekje met drummer Pete Nolan was wel op zijn plaats. Kort was hij in ieder geval. Kan ook niet anders: Nolan deelt tegenwoordig een huis met Carlos Giffoni in Brooklyn, New York, waar de kevers hem ’s morgens wakker bijten... Maar wat maakt dát uit als je übercool bent en in Magik Markers speelt? Jullie zijn zo’n vijf jaar geleden gestart. Is er veel veranderd ondertussen? Nolan: “Bwa, niet echt. Behalve dat we toen een stelletje mottige leeghangers waren die samenleefden in Hartford CT. Elisa en Leah studeerden toen nog. Ik vertelde leugens aan toeristen en verdiende daar veel geld mee. Op een dag zijn we muziek beginnen spelen, en voilà.” Wat doe/deed je naast Magik Markers? Nolan: “Ik speelde in the Uniforms, Rabbit Island en Creeping Jesus. Nu speel ik nog in Cops, Spectre Folk en Virgin Eye Blood Bros. Met die laatste groep heb ik juist een tour door Engeland achter de rug. Valley of Ashes is ook nog een project waar ik aan meedoe. Dat is eigenlijk een groepje gasten uit Kentucky die jammen op mijn appartement. Er zit een cd aan te komen van die groep. Daarnaast leer ik ook kinderen lezen.”
Eindredactie : Steve Marreyt, Karen Braam, Sara Geens Redactie : Bert Dhondt, Bart Gielis, Gerald Van Waes, Seraphin, Glen Steenkiste Verantwoordelijke uitgever: Dave Driesmans Met steun van:
Jullie volgende album is opgenomen op een zolder ergens temidden van het Oost-Vlaamse platteland. Wat mogen we verwachten? Nolan: “Ja, we hebben ons Belgisch meesterwerk opgenomen rond de tijd dat we daar waren voor het (KRAA-K)3-festival. De ouders van de kerel waar we hebben opgenomen, hebben zelfs het kinderliedje “Klein, klein
kleutertje” ingezongen. It’s pretty fucking evil. Het zal onze laatste release zijn als Magik Markers. Vanaf dan zal onze naam veranderen in ‘the Scum Uppits’.” In Gent spelen jullie samen met Nautical Almanac. Wil je iets kwijt over die groep? Nolan: “That band fucking rules! Op onze eerste tour door de Verenigde Staten vier jaar geleden, speelden we in hun bad ass ghetto palace (Tarantula Hill). Dat was op mijn verjaardag. Nautical Almanac is de raarste band ooit. Iedereen die hun huis bezoekt, leeft het uit en houdt ervan. Ze hebben zelf dummypoppen met mechanisch-elektrische vingers! Fuck-ed up!” Wie ontdekte en vermoorde No Wave? Nolan: “Ernie Kovacs” In andere interviews zijn jullie gegeerd namedroppers. Noem 5 groepen waarvan je zeker weet dat ik ze niet ken. Nolan: “Whore Strasse (vroege Belgische psych), the Green Angels (sixties satan rock), Tummy Turnovers (jams van kleine kindjes), Grainy Nation (sixties protestmuziek), Telephone (elektronica uit de jaren zeventig) Misschien hebben ze zelfs écht bestaan. -SM
Dat Brooklyn, NY, anno 2005 een van dé broeihaarden bij uitstek van de vernieuwende muziek mag genoemd worden, is onderhand wel bekend. Excepter is de volgende naam die perfect past in het rijtje van groten als Black Dice, Sunburned Hand of the Man of Animal Collective. Leden en ex-leden van Excepter verdienden reeds hun sporen in onder andere Witchypoo, No Neck Blues Band en Vizusa. In tegenstelling tot voorgaande richt Excepter zich op een iets meer modernistische aanpak. De band meestert de kunst van zowel te kunnen verleiden als angst aan te jagen. Op het debuutalbum ‘Ka’ en de daaropvolgende ep ‘Vacation’ slaat een zweverige en erotiserende sfeer even snel om in een elektronische nachtmerrie. Minimale beats, mistige synths en etherische mantras vermengen zich tot een hypnotiserende en repetitieve kakofonie van geluid waarbij je als luisteraar al snel het oriëntatievermogen verliest. Excepter staat dan ook voor totale overlevering aan de vloeibare structuren van hun soundscapes. Binnenkort komt Excepter naar Europa voor een aantal optredens op het vasteland. Frontman John Fell Ryan stond RUIS te woord. Excepter lijkt in hun muziek heel diverse invloeden te willen combineren. Begonnen jullie dit project met een idee over hoe jullie wilden klinken of vloeide alles natuurlijk samen, gegeven de heel verschillende achtergronden van de leden? JFR: “We zijn begonnen met experimenteren met elektronica en ontwikkelden een systeem van “live sequencing” als een grondlaag voor onze nummers. Dit liet ons toe als groep te improviseren over synchrone ritmes, iets wat misschien wel het basiskenmerk is van
Een trip van op de sofa Excepter onze sound. Inspiratie komt hierbij zowel van de wereld van de dansmuziek, Lee “Scratch” Perry, The Beats en de geschiedenis van zowat alles. We houden ervan om vrijheid, onverwachte dreigende koerswendingen en rebellie met elkaar te combineren.” Komt die inspiratie dan strikt van tussen de vier muren van jullie repetitieruimte of willen jullie er ook bewust de buitenwereld in betrekken? JFR: “Onze platen zijn voor het grootste deel thuis opgenomen omdat ze uiteindelijk daar ook het meest beluisterd worden. Onze live shows krijgen dan een extra dimensie toebedeeld. Performance en fysieke confrontatie zijn hierbij heel belangrijk. We willen graag de ruimte waarin we spelen, transformeren en het publiek in een trance brengen zodat iedereen spontaan kan beginnen dansen. We nemen alles rondom ons op op band: de muziek in wagens ’s nachts, de geluiden van de straat, alle dj’s en vrienden, zelfs die verduivelde televisie. Op onze website zijn gratis streams te vinden die aantonen hoe we als live groep geëvolueerd zijn.” Jullie volgende plaat “Throne” wordt binnenkort uitgebracht door Load Records. Wat kunnen we ervan verwachten? Iets totaal anders? JFR: “‘Throne’ is een trip van 33 minuten en 33 seconden naar het ruimtelijke einde van Excepter. We hebben het nummer “Jrone” van het eerste album helemaal uitgerekt om de luisteraar op die manier een blik te gunnen van hoe
Excepter er uitziet onder de microscoop. Van de huidige band als kwintet, gaan we terug in de tijd naar het originele duo dat Excepter was. “Throne” is eerder een album geworden om te beluisteren van op de sofa. Naast “Throne” brengen we deze zomer ook nog een plaat uit op Fusetron en in de herfst volgt er nog een release op 5RC.” Hebben jullie enige affiniteit met de andere groepen die momenteel uit Brooklyn komen? JFR: “We genieten allemaal van de onderlinge competitie. Het beste aan iedere goede scene zijn niet de gemeenschappelijke punten, maar de variëteit aan persoonlijke visies. De scene in Brooklyn heeft op dit moment heel veel te bieden en daar profiteert iedereen van mee.” Excepter gaat binnenkort op tour met Gang Gang Dance. Verwachten jullie bijzonderheden bij het spelen in een ander continent en in een andere culturele context? JFR: “Het zal de eerste keer zijn dat we zoveel optredens na elkaar spelen. Omwille van het spontane karakter van onze performances, zal het boeiend zijn om te zien hoe dit allemaal zal verlopen. Volg ons en kom het te weten, zou ik zeggen. We vertrekken in Spanje en als het weer daar een beetje meezit, plannen we er een western te filmen. Tegen dat we in Hasselt gaan spelen met Gang Gang Dance, zullen we een goed geoliede machine zijn. Ready to rumble!” -BD Op 7 mei speelt Excepter in Kunstencentrum België (Hasselt) samen met Gang Gang Dance en Gala Drop.
RUIS Mei 2005
“Esoterische, verrassende processen” EEN STAP VOORUIT DENKEN MET STEPHAN MATHIEU
op een gegeven moment word je de geluiden uit je koffer vol afval beu en kijk je uit naar iets anders. Ook hier was een computer ideaal. Het bood de mogelijkheid om je klank op een zeer krachtige manier aan te passen. En ik apprecieerde die oneindige toepassingen enorm.” Je brengt je albums steeds uit op een andere platenlabel en gaat de ene samenwerking na de andere aan. Het lijkt soms wel of je bang bent om jezelf te herhalen? SM: “Ik veronderstel dat het simpelweg een kwestie van ontwikkeling is. Mijn muziek verandert en ik hou ervan om bepaalde muziek in de context van een bepaald label te plaatsen. Soms word ik ook gevraagd door een label om iets uit te werken, wat me vaak aanspoort om iets te creëren dat ik anders niet zou gedaan hebben. Hetzelfde geldt voor de drie samenwerkingen die ik recent voltooid heb: ze helpen me muzikaal te ontwikkelen en vooruit te denken. Hetzelfde zou je ook kunnen zeggen van de verschillende partners die ik in mijn leven heb gehad. In het algemeen hou ik ervan om te werken rond een aangereikt thema of simpelweg om mijn muziek toe te voegen aan de cataloog van een goed label.”
DE D UITSER STEPHAN MATHIEU WORDT TE GEMAKKELIJK IN HET ELEKTRONICA-HOEKJE GEDUWD. ZIJN MUZIEK ZOU WELISWAAR ZONDER COMPUTER ONBESTAANDE ZIJN, MAAR EEN MUZIKANT DIE ENKEL MET AKOESTISCHE OPNAMES WERKT, WORDT ONWENNIG ALS HIJ TEVEEL DIT ETIKET OPGEKLEEFD KRIJGT.
MATHIEU
NAM EVEN DE
TIJD OM MISVERSTANDEN UIT DE WERELD TE
HELPEN EN ZIJN PERSOONLIJK VERHAAL TE DOEN.
Je begon als een improvisatie-drummer maar stapte later over naar computer. Kun je beschrijven waarom en wanneer je besliste om computers te gaan gebruiken? Stephan Mathieu : “Ik begon te werken met computers omdat ze de ongelofelijke mogelijkheid bezaten om zelf mijn drum op te nemen en het geluid ervan te bepalen, zonder de tussenkomst van een dure studio. Toen ik me dan eindelijk zo’n ding aangeschaft had, ontdekte ik zoveel mogelijkheden dat ik het drummen een hele tijd voor bekeken hield. Ik heb evenwel een grote liefde voor akoestische instrumenten, en hun natuurlijke klank, en ben nu weer langzaam tot het punt gekomen dat computers minder belangrijk worden.” Het verschil tussen een drumstel en een laptop op het podium kan moeilijk groter. Hoe RUIS Mei 2005
kijk je zelf aan tegen optredens met laptop? SM: “Ik ben erg ambivalent ten opzichte van muziekoptredens in het algemeen. Met improvisatie is er meestal te veel expressie op het podium. Met computermuziek is het erg miniem. Maar in beide gevallen vind ik dat er te weinig aandacht is voor de muziek. Als ik een concert bezoek, betrap ik mezelf er ook op dat ik naar de muzikanten staar, mezelf afvragend waaraan ze denken tijdens het spelen. Het houdt me weg van het eigenlijke luisteren. Als muzikant heb ik de voorkeur om het geluid te controleren vanuit het publiek. Ik verafschuw het om op het podium mijn laptop te openen en dan een concert te geven waarbij toch niemand weet wat je daar uitvoert op je computer. Veelal zet ik op het podium een kleine lamp en ga ik zelf met mijn laptop tussen de mensen zitten.” Zie je zelf een parallel met ex-drummers Gunter Müller en Jason Kahn die vandaag ook voornamelijk elektronica gebruiken? SM: “Ik weet niet precies wat de juiste motivatie hiervoor is bij Müller en Kahn. We hadden wel alledrie de gewoonte om onze instrumenten zeer behoedzaam uit te kiezen en soms bouwden we zelfs onze eigen instrumenten. Ik begon mijn drumstel aan te passen en te combineren met goedkope elektronica. Maar
Bij de opnames van je recente cd “The Sad Mac” legde je jezelf allerlei beperkingen op, zo gebruikte je geen plug-ins en louter basis audiosoftware. Waarom? SM: “Dat was niet om mezelf te beperken maar veel eerder om mezelf te bevrijden. Het is niet gemakkelijk om iets interessant te maken met afgewerkte middelen. Voor ieder idee is er wel een afgewerkte plug-in die je kunt aanwenden. Ik begon te werken aan “The Sad Mac” in 2001, op een moment dat ik voelde dat plug-ins voor mij een dood einde betekenden. Ik was op zoek naar een meer pure aanpak: minder controle voor mezelf, meer vrijheid voor de eigenlijk basissoftware en vooral meer werken met het eigen muziekmateriaal. Ik werkte met verschillende spelers van oude instrumenten en zocht naar esoterische, verrassende processen om die opnames in mijn muziek te integreren. Als ik meer tijd had gekregen om me toe te leggen op het echte muziek maken, dan zou de rol van computer en software nog kleiner geweest zijn. Momenteel zoek ik nog steeds een evenwicht daartussen.” -Dave Driesmans Stephan Mathieu speelt op vrijdag 13 mei in de theaterzaal van de vooruit tijdens het COURTisane festival. Ook op het programma: Doorlopend kortfilm, video en performances. Vrijdag 13 mei speelt Stephan Mathieu en Takagi Masakatsu in de theaterzaal, en in het café aansluitend Schlammpeitzeiger & Uli Göken. Op zaterdag 14 mei speelt in de theaterzaal Cul de Sac en Pita&Jade, aansluitend in cafe Zeitloop. Zondag speelt op een verrasingslokatie Heleen Van Haegenborgh en Katrien Vermeire. Meer info: www.courtisane.be
De som van alle bekende gebeurtenissen en ervaringen YVES NETZHAMMER
NIEUWE MEDIA DEKT EEN LADING DIE ZO DIVERS IS DAT HET MOEILIJK ALS EEN EENDUIDIGE CATEGORIE KAN BESCHOUWD WORDEN. JE BLINDSTAREN OP INTERACTIVITEIT EN INTERNET SLUIT TEVEEL CATEGORIEËN UIT... ALSOF DEZE KUNST ONLOS-
MAKELIJK MET BEIDE PARAMETERS VERBONDEN IS.
MEDIAKUNST
ENT ZICH AL DECENNIA OP EEN
BREED SPECTRUM AAN VORMEN UIT EEN ZICH CONSTANT UITBREIDENDE BEELDCULTUUR.
HET
DIGI-
TALE HEEFT DUS ABSOLUUT GEEN PATENT OP HET
BEGRIP, MAAR MOET HET DELEN MET FILM, VIDEO, FOTOGRAFIE, MUZIEK. EN ER IS HET WAARDEOORDEEL. HOE STRENG MOETEN WE ZIJN VOOR NIEUWE
MEDIA, DIE INHERENT AAN DE TERM, CONSTANT EN VERSNELD EVOLUEREN?
DE RELATIE TUSSEN VORM
EN INHOUD, DE KWALITEIT VAN DE VORM (WAAR TECHNISCHE VOORUITGANG DEEL VAN UITMAAKT)
EN DE RELEVANTE INVULLING VAN INHOUD BLIJKEN
UITEINDELIJK DE ENIGE KWALITATIEVE NORMEN.
OF
NIET?
INTERESSE
VOOR DIE MEDIA ZOU EN-
KEL EN ALLEEN BIJ GRATIE VAN DOELMATIGHEID MOETEN BESTAAN.
WANT
WAAR LEIDT PURE AM-
BACHTELIJKHEID, WAT GELIJK STAAT AAN DE AL TE VAAK VOORKOMENDE VERKENNING VAN HET MEDIUM AN SICH, TOE?
MOET ER UITEINDELIJK NIET
ALTIJD IETS VERTELD WORDEN?
Werk dat zich hiervan bewust is, is dun gezaaid. Yves Netzhammer is één van de hedendaagse toonaangevende beeldende kunstenaars die hier overtuigend in slaagt. Netzhammer koos voor het digitale net om ambachtelijkheid te verliezen en te zien hoe zijn themata overeind bleven, zonder zich daarbij in een zekere stijl in te schrijven, omdat dit de inhoudelijke duiding in het gedrang zou brengen. Hij is op geen enkel moment uit op technisch vernuft, maar gebruikt het medium als een gereedschapskist om zijn denken te vertalen. In het digitale spreekt het consistente hem aan. Dat betekent natuurlijk niet dat de digitale ruimte het mogelijk maakt nieuwe wetten te ontwerpen, of dat deze onbegrensde mogelijkheden biedt. De handelingen in de digitale ruimte zijn verbonden met onze concrete ervaringen en duidingen in het dagelijkse leven. Die concrete betekenissen enten zich op het digitale. Netzhammer noemt dit dan ook niet toevallig ‘Grammatik’. Wat we doen wordt gedefinieerd door onze fysische en psychische mogelijkheden, bijgevolg zijn die mogelijkheden en daarbij ook de onmogelijkheden terug te vinden in onze acties. De vraag in hoeverre je jezelf verder kan ontwikkelen, en op welk terrein dit moet gebeuren, staat hier centraal. Het opzetten van die handelingsstructuren
“
For me, the word is often the enemy of communication. (Yves Netzhammer)
”
in een lege en neutrale ruimte is belangrijk. De digitale ruimte is hier louter een instrument dat er is omwille van het doel: een drager voor de gegeven informatie. Informatie die ook psychische elementen omhelst. De ruimte en de toegedichte kwaliteiten berusten automatisch op vraagstellingen. De ruimte is de context van wat plaatsvindt, en wordt hierdoor maatstaf van de handeling. Netzhammer’s universum is er één van verwondering, van ontwikkeling, een verhaal zonder einde waar constant nieuwe elementen aan toegevoegd worden. De digitale animaties worden bevolkt door geabstraheerde identiteitsloze menselijke figuren. Het glanzende roze oppervlak van de huid wordt als een belangrijke betekenaar naar voor geschoven. In zekere zin ontdoet Netzhammer zich hier van elke vorm van subjectivering - op het West-Europees kader na, het blijven tenslotte blanken. De huid wordt als het belangrijkste sensoriële deel van het lichaam
een complex symbolisch gegeven, een behuizing. De vroegste ervaringen van identiteit zijn nu eenmaal huidsgebonden. Het vreemde aan deze figuren en meteen ook één van de grote verdiensten van de animaties is de ongelooflijke tactiliteit die de glimmende oppervlaktes en hun onderlinge aanrakingen uitstralen. Die contacten functioneren als motor voor verandering, transformatie - wat onderstreept wordt door de manier waarop de scènes elkaar opvolgen. Netzhammer vertrekt duidelijk vanuit een eenduidige verhaallijn die hij verknipt en door elkaar haalt. Hierdoor versterkt hij het symbolische effect van elk element en de beweging of verandering die het ondergaat. De context is het resultaat van de ordening die
hij als alternatief poneert. Het alfabet dat Netzhammer hanteert is oneindig, elke letter of teken heeft een specifieke betekenis of rol. In ‘Die Möglichkeit nicht mehr haben, sich weniger ähnlich zu sehen’ is communicatie één van de belangrijke thema’s. De keuze voor de papegaai als één van de protagonisten is niet toevallig, het dier is het enige dat er in slaagt de taal van de mens over te nemen. Die taligheid wordt het dier ontnomen door het verwijderen van de tong. De tongen duiken verder op als uiteinden van de zenuwen van een hand, waarmee het sensoriële als communicatievorm opduikt. Ook isolement speelt een rol, de confrontatie van de natuurlijke habitat en gevangenschap door het in elkaar schuiven van een boom en een verzameling kooien levert verontrustende beelden op. Het geheel, de handelingen en de figuren wor-
den surreëel, koppelen zich los van de realiteit zonder codes als referentie te verliezen. In zekere zin bouwt Netzhammer hier aan een graad van bedrog. “We kunnen maar over het onbekende spreken met wat we kennen. Het bedrog is een deel van die probleemstelling. Hoe en aan wat weerspiegel ik me? Hoe zie ik mezelf precies? Wat zijn de fixeerpunten waaraan ik me kan meten? Bij wat ik doe, zijn de concrete ervaringen met personen en gebeurtenissen het uitgangspunt voor mijn verhalen. Waarschijnlijk is dit dan de wereld, de som van alle bekende gebeurtenissen en ervaringen...” -Dirk Deblauwe Yves Netzhammers Die Möglichkeit nicht mehr haben, sich weniger ähnlich zu sehen maakt deel uit van de tentoonstelling home is where it hurts in het kader van courtisane.
RUIS Mei 2005
Het Gentse resultaat van een synthesizerfetisj Jürgen De Blonde en zijn elfendertig projecten
Jürgen De Blonde ken je waarschijnlijk van de Portables, Köhn, Wombat of misschien zelfs gewoon als Jürgen De Blonde. Als je een duik waagt in de lo-fi romantiek, vind je hem achterwaarts gespeld als Ed Nolbed. Samen met Kpt Michigan fabriceerde hij het onlangs verschenen popmeesterwerkje “Avant garde is the French word for shit” onder de naam Super Reverb. En waarschijnlijk vergeten we nu nog de helft. De Blonde beoefent evenveel stijlen als zijn aantal alter ego’s en bracht van alles ten minste één schitterende plaat uit. Het Leuvense STUK sloot hem dan ook voor even in de armen en zette een heus Jürgen De Blonde-festival op poten. Op 19 mei onthult men aldaar alle geheimen “Rond Köhn”. Wij vingen het konijn op zijn appartementje in het Gentse centrum, en stroopten hem onbeschaamd het vel af. RUIS Mei 2005
Op de salontafel van Jürgen De Blonde liggen geen glossy magazines of dikke kunstboeken,
Rond Köhn
maar een zelfbouwpakket voor een theremin. Trots demonstreert hij zijn nieuwe aankoop dat voorlopig niet meer is dan een doosje, een antenne en een klein arsenaal aan chips, vijsjes, metalen plaatjes en andere ondefinieerbare benodigdheden. De bijbehorende handleiding lijkt onontcijferbaar. Toch twijfelen we er niet aan dat we tegen volgend jaar een spectaculair optreden zullen zien waarin deze multi-instrumentalist het ding zonder enige moeite zal beroeren. De Blonde heeft na een jarenlange trektocht door zijn eigen muzikaal universum eindelijk de status bereikt die hem toebehoort. Dat besefte ook radiozender Klara die Köhn en de Portables vrij spel gaven in Studio Toots van de VRT. De sessie, ‘Op visite bij tante Klara’, verschijnt deze maand als release op (K-RAA-K)3.
Elly Rutten van Klara me met de vraag iets te doen met Köhn en de Portables voor het programma Mixtuur. Ze had de Portables eens gezien in het STUK in Leuven toen we muziek maakten bij de voetbalmatch België-Brazilië van het WK. Köhn wordt regelmatig gedraaid in Mixtuur, vandaar... In de studio hebben we vooral Portables-nummers opgenomen, maar ook een paar elektronicabases voor Köhn. Ik heb thuis dan alles afgemixt. Het is dus een allegaartje geworden van Portables en Köhn, Portables die Köhn bewerken, vice versa, enzovoort.”
De Blonde: ”Eind vorig jaar contacteerde
Op 14 mei wordt het hele handeltje voorgesteld op het Klara-festival in Veurne. Vijf dagen later presenteert het STUK ’Rond Köhn’, een concertavond met alle projecten van De Blonde en
zijn vrienden. De Blonde: “Zo’n festival streelt natuurlijk wel een beetje m’n ego. Steven Vandervelden (muziekprogrammator STUK, sm) wou echt ‘Köhn and friends’ doen, maar ik heb toen voorgesteld om het iets meer open te trekken. Zo kon ik ook dingen laten spelen waar ik zelf niet in mee doe, maar wel een link mee heb, zoals Ovil Bianca, Tuk en Kpt
een bandje waarmee we dan ‘House of the Rising Sun’ speelden of zo. Later leerde ik via mijn oom Rik Bracke (The Late Great Planet Earth Club, sm) kennen waarmee ik in het begin een paar keer heb gejammed en opgetreden. Rond diezelfde periode werd ik uitgenodigd om in een hobbyjazzband te spelen als toetsenist. Daar heb ik heel veel bijgeleerd over jazz, standards, akkoorden en vooral over improviseren en samenspel. Toen ik een jaar of 16 was, zag ik bij Doctor Vinyl in Brugge een tape liggen van Wio. Ik herinnerde mij plots een optreden met de cultband ‘Weirdnolandbouwers’ waar zowel Wio als ik ooit eens gastmuzikanten waren. Eén van mijn beste schoolvrienden van toen was zanger bij die band. Ook Cenneth Mertens (ex-Portable) speelde daarbij. Een jaar of drie later kocht ik dus die cassette van Wio en vond dat wel cool.” Zo
wat ze draaiden op het fantastische ‘120 Minutes’ op MTV. Dat was dan de introductie tot de gitaar, vooral eerst de shoegazer van Ride, My Bloody Valentine, the Jesus & Mary Chain maar ook Sonic Youth en de Pixies. Later met Nirvana is de wereld veranderd...” “Naast popliedjes opnemen, heb ik op mijn viersporenrecorder altijd experimenten gedaan met samplers en synths. Sommige van die experimenten zijn te horen op mijn tapes. Maar met de nieuwe elektronicagolf van toen en door de interesse van (K-RAA-K)3 ben ik mij vooral gaan focussen op elektronische dingen.”
Een vruchtbare samenwerking zo bleek. De plaat is mengeling van noisepop, bluespunk, drones, elektronica en - bij momenten - een eigentijdse combinatie van the Stooges en the Jesus and Mary Chain. De Blonde: Ik heb Michael Beckett voor het eerst ontmoet in ’96 op een festival van Hausmusik in München. Hij speelde toen mee met SchneiderTM. Wio en ik deden daar een reeks interviews voor het toenmalige radioprogramma van Studio Muscle op Urgent. Michael en ik waren al lang van plan om eens iets samen te doen. Nu is het er eindelijk van gekomen, al is ons oorspronkelijk project volledig van de baan geraakt. Onze bedoeling was om een minimale elektronische plaat te maken. Maar toen we uiteindelijk begonnen jammen, zijn er heel wat popinvloeden ingekropen.” Het Super Reverb optreden in het STUK is een primeur en tevens de cd-voorstelling. De naam Super Reverb is afgeleid van de versterker Fender Su-
belandde De Blonde in de wereld van hometaping en kleine labeltjes zoals Studio Muscle en Toothpick (voorloper van (K-RAA-K)3, sm). Op Toothpick verscheen de eerste Ed Nolbed-tape ‘Ajjenol’. Ook andere tapelabels zoals Cactus Gum, Bacchannalian Revelen, Slowball gaven tapes uit van Nolbed of plaatsten hem op compilaties. Zo kwam hij terecht in verschillende projecten waaronder de Portables. De Blonde: ”Ed Nolbed is nog altijd iets dat ik heel sterk vind en waar ik wel een beetje trots op ben. Er is ook een nostalgische kant aan verbonden. Ik heb in die tijd veel basissen gelegd voor hetgeen waar ik nu mee bezig ben. Veel van die dingen zijn later ook -waarschijnlijk niet moedwillig- gekopieerd door iets grotere namen. Ik wil de tape ‘Nolbedlam’ op Studio Muscle zeker nog eens remasteren en opnieuw uitbrengen in de goede oude lo-fi fashion.”
in zijn leven was afgesloten. De Blonde: “Wat ik daarmee bedoelde, was dat ik enorm veel heb afgereageerd op die plaat. Ik heb ze bewust veel te lang gemaakt. Er staan ook korte aanzetten van nummers op en zo. Het was een half statement voor mij. Toen ze klaar was en gereleased werd, viel er een last van mij af. Ik heb er enorm veel moeite in gestoken. Ik heb er bij momenten echt op zitten vloeken. Ik haalde het onderste uit de kan. Het laatste nummer heet dan ook ‘Köhn’s Death’ omdat ik er een punt achter wou zetten. Tot ik merkte wat er gebeurde na het verschijnen van de plaat. Toen kreeg ik plots weer zin om er mee door te gaan.
per Reverb, waar de helft van de instrumenten werden doorgejaagd. Op eigen bodem zou je Köhn kunnen situeren als de nestor van een drievuldigheid met Ovil Bianca en Tuk. Alledrie brachten ze al platen uit op het (K-RAA-K)3 label, elk in hun eigen artistieke vertakking, maar ook allen met een frisse kijk op elektronica. De Blonde: “Ik weet dat ik Ovil Bianca voor een stuk beïnvloed heb. Hij was wild van mijn eerste plaat en wou me koste wat het kost ontmoeten en dat is ook gebeurd. We zijn goede vrienden geworden. Ook bij Tuk is dat het geval. Er is wel een constante wisselwerking tussen ons drie, denk ik.”
Het elektronische avontuur van Köhn is aan de andere kant het resultaat van een synthesizerfetisj uit zijn jeugd. De Blonde: “Ik had als jonge tiener ook een grote voorliefde voor alles wat met synthesizers te maken had. Ik luisterde heel veel naar Jean-Michel Jarre, Vangelis, Jan Hammer, Klaus Schulze,... Ieder boek uit de bibliotheek dat ook maar iets met synthesizers of synthesizermuziek te maken had, ontleende ik. Vooral Oors popencyclopedie bracht mij veel namen bij die ik dan opzocht in de mediatheek. In zekere zin is dat de oorsprong van Köhn. Ik was gefascineerd door al die spacey en synthetische klanken en ik droomde ervan die zelf te kunnen maken, om een ‘manipuleerbaar keyboard’ te hebben. Op mijn veertiende kwam ik ook in aanraking met heavy metal en een paar jaar later ook met indierock en alles
Het was wel anders vanaf dan. Ik kreeg weer veel interesse voor improvisatie en ik heb nu ook zin om eens iets écht arty te doen. Ik heb al een idee in mijn hoofd voor een plaat met heel veel stiltes.” Iets écht kunstzinnigs kwam er al met S*CKMYP, de video(installatie) van Kurt D’Haeseleer met tekst van Peter Verhelst en geluid van Köhn. Opvallend was dat er nu en dan flarden van ‘Koen’ op te horen waren. Purisme is dus duidelijk niet aan Köhn besteed en het trauma lijkt verwerkt. De Blonde: “Dat er fragmenten van ‘Koen’ in S*CKMYP zitten, komt omdat Kurt al een paar Köhn-dingen had uitgekozen ter illustratie. Die dingen pasten ook echt. Tachtig procent van de muziek is nieuw gemaakt, maar ik ben daar inderdaad geen purist in. Als die dingen passen, dan is
“
Ik droomde ervan om een ‘manipuleerbaar keyboard’ te hebben
”
Michigan.” Met die Kpt Michigan bracht Jürgen onlangs, op het Earsuger label, de plaat “Avant Garde is the French word for shit” uit.
De jonge Blonde De Blonde: “Ik begon keyboard te spelen toen ik 12 jaar was. Af en toe belandde ik eens bij
Köhn’s rebirth Toch was het voortbestaan van Köhn even onzeker. Na de epische dubbel-cd ‘Koen’ zei De Blonde in verschillende interviews dat hij het gevoel had dat er met die plaat een hoofdstuk
“
een basisportie ironie is voor mij wel belangrijk
”
RUIS Mei 2005
het zo. Waarom zou je dan krampachtig jezelf proberen te kopiëren? Dat betekent niet dat ik mijn werk zoveel mogelijk benut in alle omstandigheden. Voor compilaties bijvoorbeeld probeer ik altijd nieuwe dingen te maken.”
Agenda
Een eigenwijze concertselectie
Nena-covers en grote kunst De tweespalt tussen rock-‘n-roll en highbrow compositie is altijd een deel van De Blondes werkwereld geweest. Hij maakt zowel muziek voor dansvoorstellingen als adaptaties van Nena-nummers. Wat voor buitenstaanders soms verbazend kan overkomen, is voor De Blonde niet meer dan normaal. “Voor mij is een basisportie ironie wel belangrijk om met al die dingen om te gaan. Nena-covers spelen is natuurlijk altijd een beetje tongue in cheek, hoewel er ook echte goeie dingen tussenzitten. Andersom is het bij muziek voor een dansvoorstelling zo dat je moet kunnen relativeren. Je moet dat allemaal zien binnen een bepaalde context. Ik stel mezelf flexibel op. Het moet beiden kunnen. Met de Portables is het ook zo hé: trance met een stripact bij kan én rocken met filmpjes kan. Köhn ook: arty farty kan maar een nummer maken met scheten en boeren ook.” Met Köhn-titels als ‘Nigewöhne’ en ‘Niplöhn, dedzu!’ bewijst De Blonde in ieder geval dat hij niet zo vaak in zijn baard krabt terwijl hij componeert. “Die titels zijn enerzijds een manier om de blabla in de kunstwereld te relativeren, anderzijds is het gewoon ook een vorm van creativiteit met taal”, zo luidt het. Het blijft een bescheiden jongen. Podia delen met ‘grote’ muzikanten en eigen muziek op Tomlab en Bip Hop verandert daar weinig aan. Denkt hij dan in zijn bed ’s nachts nooit stiekem: ‘verdomd, ik ben geniaal!’? De Blonde: “Ik vind mezelf soms echt wel fantastisch. Nu geniet ik daar ook van. Er is een periode geweest dat ik dacht dat het ‘fout’ was om er voor uit te komen dat je je eigen muziek graag hoort en dat je van je eigen werk tevreden bent. Ik ben goed in wat ik doe. Maar, ik heb ook gemerkt dat een mens zeer afhankelijk is van bevestiging en complimenten. Ook daar heb ik behoefte aan. Ik heb gemerkt dat ik externe feedback nodig heb. Ik moet af en toe horen dat mensen appreciëren wat ik doe. Daar ligt een grote bron van twijfel. Wat voor de één een klomp goud is, is voor de ander een stuk rotte vis. En op het einde zal blijken dat het allemaal even waardeloos of waardevol is.” - Steve Marreyt De Portables vs. Köhn: 14/05 op het Klara-festival in Veurne. Rond Köhn: 19/05 in het STUK in Leuven
RUIS Mei 2005
Thee Plague of Gentlemen, Amen Ra 13 mei, Vort’n Vis, Ieper Metal zit opnieuw in de lift. Groepen als SunnO))), Isis en Converge veroveren schoorvoetend de wereld met hun eigen interpretatie van loodzwaar metaal. Maar ook in ons land gebeuren er interessante dingen. Thee Plague Of Gentlemen brengt slepende doom met echo’s van Pentagram, Winter en Celtic Frost. De band bracht onlangs een 7” uit op het prestigieuze Southern Lord label en hun nieuw full album “Primula Pestis”op I Hate Records. In maart trokken ze reed door Europa aan de zijde van The Gates Of Slumber, op 13 mei staan ze in Ieper. Amen Ra heeft zijn wortels in de H8000-crew en brengt sludgecore van de bovenste plank. Rauw, intens emotioneel en bovenal bloedeerlijk. -GS
The Fucking Champs 11 mei, Charlatan, Gent Het hoeft niet altijd ingewikkeld of moeilijk te zijn. Soms volstaan 3 mannen, 2 gitaren en een drum om het kot op stelten te zetten. Zo is het ook bij The Fucking Champs, de groep rond Nation Of Ulysses gitarist Tim Green. Opgegroeid op een dieet van Black Flag brengt deze bende uit San Francisco een eigen indie-metalsound die barst van de power chords en brutale riffs. Repeteren vinden ze voor mietjes en een setlist opstellen is voor hen verspilling van bierdrinktijd. Kortom, mannen naar ons hart! -GS
Otomo Yoshihide Septet, The Necks 15 mei, CC Luchthbal, Antwerpen De Japanse impro-gitarist, turntablist en componist Otomo Yoshihide zag in 1959 het levenslicht in Yokohama. Al van kinds af knutselde hij zijn eigen radio en elektrische oscillator in elkaar en maakte hij geluidscollages op een aftandse taperecorder. In de jaren ’80 begon hij deel te nemen aan vrije improvisaties en in de jaren ’90 startte hij de noise-rockgroep Ground Zero. Van ’92 tot ’94 stond hij ook aan het hoofd van zijn eigen Double Unit Orchestra. Nadien vond hij o.a. onderdak bij het Tzadik label van John Zorn. In Antwerpen komt Yoshidide met een septet opdraven om zijn beklijvende mix van elektronica, Japanse tradities, experiment, jazz en ambient nog meer in de verf te zetten. Het Australische The Necks warmen op. Hun geïmproviseerde jazz, die zich in tegenstelling tot vele jazzcombo’s, op slechts één melodie concentreert, wordt zowel vergeleken met krautrockers Can en Faust
als met minimalisten zoals Tony Conrad, La Monte Young en zelfs Philip Glass. -GS
Felix Kubin 26 mei, STUK, Leuven Felix Knoth een bezige bij noemen is een understatement. Samen met Tim Buhre vormt hij al sinds 1987 het elektro-akoestsiche noiseproject Klangkrieg. Hij runt zijn eigen platenlabel Gagarin Records, maakt luisterspelen en tussendoor transformeert hij met regelmaat van de klok in space-popper en “entertainer buiten categorie” Felix Kubin. Zijn muziek is een geschifte mix van pop, slechte horrorsoundtracks en mantra’s die overgoten wordt met een heerlijke humorsaus, glitterpakken en spaced-out danspasjes. Ingrediënten te over voor een feestje en de mensen die steeds beweren dat ze wél op de gastenlijst staan. Doe geen moeite, deze is gratis. -GS
Oneida 28 mei, 4AD, Diksmuide We noteren: 6 maart 2004, Hasselt. Drie mannen betreden schoorvoetend het podium en dan barst de bom. Retestrak, loeihard en vol overgave. Oneida ontbindt zijn duivels en na hun set blijft er enkel een verschroeid podium en een wild enthousiast publiek over. Zo herinneren we ons Oneida’s passage tijdens het (KRAA-K)3-festival 2004. De albums die dit Amerikaanse trio reeds uitbrachten op o.a. Jagjaguwar wisten ons niet altijd te bekoren, maar hun mix van jaren ’60 garagerock en jaren ‘70 bluesy stoner, die bijgekruid wordt met synth-pop riedels en aan krautrock herinnerende jams, slaat perfect aan op het podium. -GS
IdioLABO tourt ondermeer met K, de nieuwe groep van T.I.F.-gitarist Gregory Duby
idioLABO FESTIVAL 5 mei, Recyclart, Brussel 6 mei, Undercurrent/den drempel, Antwerpen 7 mei, La Zone, Luik België is opnieuw een festival rijker. En niet zomaar een festival, idioLABO is een driedaagse rondtrekkende karavaan van 13 groepen aangevuld met films en installaties. Maxime Lê Hung en Yannick Franck zijn de mannen achter het hele gebeuren. Omdat ze het beu waren dat er in Luik, ondanks een levende scène, bijna geen experimentele optredens georganiseerd worden, besloten ze het heft in eigen handen te nemen en hun eigen experimenteel/improv festival op touw te zetten. Net als het wijlen First Steps and False Alarms Festival in Louvain-La-Neuve, dat tevens als blauwdruk fungeerde voor dit festival, wil idioLABO een staalkaart bieden van de meest interessante Belgische groepen in de wereld van het experiment en de improvisatie. Al drukt Lê Hung ons op het hart: “het basisidee achter het festival is dat mensen samen een biertje drinken terwijl ze naar goede muziek luisteren en flauwe grappen vertellen.”
Voor alle duidelijkheid plaatsen we hier nog eens alle groepen op een rijtje: n 25hours (Brussel-Aarlen) is Wixel van Rarefish en Quinten van Matamore. Samen zijn ze ook betrokken bij het netlabel Sundays In Spring. Hun eerste release op Cocacolabo is het beste uit een 25 uur durende improvisatie die ze vorig jaar opnamen. Een mengeling van drones en free folk. n Anatole Stretch (Brussel) is Fabien Caestaecker die vroeger het publiek van het Brusselse Radio Panik animeerde met zijn show “Surreal Sound”. Noise en essentieel. n Aléanoé (Luik) is een nieuwe groep van de experimentele filmmaker JeanPhilippe Dauphine. Met zijn loopstation verkent hij de mogelijkheden van zijn gitaar. Hij gaf reeds een gesmaakt concert als support van Glen Jones en Jack Rose in Luik. n Buffle (Brussel) is een improvisatiecombo uit de grootstad met o.a. Benjamin Franklin in de rangen.
n Dirk Freenoise (Brussel-Antwerpen) is het harshnoise project van Imvated-baas Lieven Martens. Wie hen tijdens het laatste (K-RAA-K)3festival aan het werk zag weet waaraan zich te verwachten. Voor de anderen: zoek dekking want alles moet eraan geloven! n G.S.O.7 (Luik) is een van de vele projecten van Eric Girolimetto (zie ook Girospace, INTRFR, ...), een vaste waarde binnen de Luikse experimentele scène. Variërend van stille drones tot alles verzengende harsnoise. n Idiosyncrasia (Luik) toont een reflectie van het conformisme binnen de massamedia gewoon door de media te tonen in een eigenaardige en authentieke manier van creëren. n K (Brussel) is de nieuwe groep van T.I.F.-gitarist Gregory Duby. Waanzinnige punkcore met stampende drums, schreeuwerige sax, vocalen en krankzinnige gitaarriffs. n Loobke + Hans Olo (Gent). Met behulp van een gitaar, loopstation, een aftands keyboard en een sprookjesstem schept Loobke haar eigen dromerige universum. Voor de gelegenheid bijgestaan door Hans Olo, beter bekend als Animal van de Portables.
(Foto Alex Stevens)
n Nok (Brussel-Luik) is een duo dat grossiert in freak folk, drones en indrukwekkende free-guitar stuff. n R.O.T. (Mechelen-Brussel-Louvainla-Neuve). All-star drone collectief uit de Veglia-stal. Subtiel, wondermooi en de perfecte soundtrack voor een paddenstoelenwandeling door het bos bij het krieken van de dag. n O. Pé/P. Gérard (Luik). Olivier Pé en Pierre Gérard zijn ongetwijfeld twee van de fijnste muzikanten uit de Luikse scène. Speciaal voor idioLABO creëren ze een splinternieuw werk. n Vuelta Magnetica (Luik) is een project van Sebastien Demeffe. Met behulp van oude taperecords en een bevriende Duitse VJ maakt hij een intrigerend circuit van originele soundscapes. n QuidaM-ba(Z)ardd is een jonge Luikenaar en tevens officieel artiest van de Cocacolabo Republik. Hoewel zijn werkgebied zich vooral binnen de “Toilet Art” bevindt, ontwierp hij speciaal voor de gelegenheid enkele nieuwe installaties: een poëzie-lotto, “kick the balloon” poëzie, tape-poëzie en zelfs poëzie-poëzie. Zijn DIY film “Fuck me Beyonce” vertelt het verhaal van een Kiss-verslaafde die niet kan weerstaan aan Beyonces geschenk. -GS
RUIS Mei 2005
BIRD SHOW – Green Inferno
De
geluidsgreep 718 – Nowise Assault (Subjam) AITARi – Aitar II dbcd (Subjam) THE OTHER TWO COMRADES + YAN JUN + TOPFLOOR CIRCUS – improvisation in shanghai (Kwanyin) FM3 – The Buddha machine (Staalplaat)
FM3
–
Streets
of
Lhasa
(Sublime Frequencies)
(K-RAA-K)3 presenteert
Di 3 Mei - Frontline, Gent | 21u 6-7EUR
www.kraak.net
experimental & guitar rumblings
NAUTICAL ALMANAC [us] MAGIK MARKERS [us] TOURETTE [fr] Do 13 - Zo 15 Mei - Vooruit, Gent | 20u 6EUR
audiovisuele concerten
COURTisane Festival TAKAGI MASAKATSU [jap] STEPHAN MATHIEU [ger] SCHLAMMPEITZEIGER + ULI GÖKEN [ger] CUL DE SAC [usa] PITA + MICHAELA SCHWENTNER [au] ZEITLOOP [ger] HELEEN VAN HAEGENBORGH + KATRIEN VERMEIRE [b] Vr 27- Za 28 Mei - Scheld’apen, Antwerpen | 21u 6EUR
crash poptunes
Buzzes of Heat festival ism rotkop & ultra eczema CERBERUS SHOAL [usa] MONOPOLKA [rus] BUFFLE [b] SMITTEKILDE EXPO + BAND [v] PORKCHOCO AND YOKO BRIENO [b] BUTTERKNIFEKRUSH [ger] SICKBOY [b] Za 18 Juni - Bunker, Brussel | 21u
ARIEL PINK
post-punk
[usa]
more tbc met steun van de vlaamse gemeenschap
RUIS Mei 2005
In oktober 2004 organiseerde (K-RAA-K)3 het project “1000 revolutions a second” waarbij gezocht werd naar de beste elektronica uit China. Het land van de reizende zon is nog altijd geen paradijs op aarde om te opereren als label of groep, maar de mogelijkheden verbeteren langzaamaan. Subjam is één van de nieuwe labels die werden opgericht om artiesten van eigen bodem een betere publiciteit te bieden. 718, ofwel Sun Lei, speelt op “Nowise Assault” met dub, elektronica en ambient. De westerse luisteraar zal op deze cd niks nieuws vinden, maar albums zoals deze betekenen veel in China. De cd is goed uitgewerkt, vermengt ook akoestische opnames tussen de elektronica en blijft niet steken in een kille IDM-stijl. Aitar is een duo uit de experimentele scene van Shanghai. Deze dubbel cd is de minst toegankelijke van de recente releases. Donkere ritmes, verstoorde fluittonen, geratel en veel drones. Zeven muzikanten kwamen op een avond in de zomer van 2004 samen in Shanghai. Er werd geïmproviseerd met gitaar, klarinet, belletjes, stem en effecten. Het resultaat is een losse psychedelische trip die niet alleen kenmerken heeft van de elektronische stal waar ze uit komen, maar verwerkt ook etnische invloeden en westerse wyrd folk. Het in Peking gevestigde FM3 blonk uit op “1000 revolutions a second”. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zij als eerste uitgebracht worden op een westers label. En wat voor een release. “The Buddha Machine” is een kleine rode doos met een luidspreker, een volume-regelaar en een een hendel waarmee je kunt kiezen tussen negen loops. Hiervoor liet FM3 in China een chip ontwikkelen met hun eigen muziek op. De loops zijn uiterst rustgevend en werken zelfs verslavend. FM3 werd in Augustus 2003 ook gevraagd om een bijzonder concert te spelen in het Tibetaanse hooggebergte. Ze namen meteen van de gelegenheid gebruik om veldopnames te maken in de straten van Lhasa, Zhada en Shigatse. Vanaf de eerste seconden wordt je overspoelt door de sfeer van deze prachtige, kleine steden. Gewone mensen zingen volksliedjes op een achtergrond van spelende kinderen, gebeden, vogels en straatlawaai. Prachtige, kristalheldere opnames. -DD
(Kranky)
Ben Vida circuleert al geruime tijd binnen de experimentele scène van Chicago. Green Inferno is zijn tweede soloplaat. Het is het resultaat van doorgedreven interesse voor fieldrecordings van over de hele wereld. Verwacht u echter niet aan de zoveelste saaie elektronische bewerking van veldopnames door één of andere kunstpipo. Green Inferno is een meer dan aangename dronefolkplaat met opnames uit Tokio en Puerto Rico op de juiste plaatsten. -SM
BY COASTEL CAFE – Old Cartoons (Earsugar)
By Coastel Café is een Zweeds duo dat tussen 1996 en 2000 een hoop ultrakorte popliedjes opnam in hun thuisbasis Londen. De groep begon muziek te maken toen ze een koppel waren en eindigde toen ze uit elkaar gingen. Op cd kun je hun hele relatie volgen als een dagboek. Alle kleine liefdesconflicten werden neergepend in de vorm van liedjes. Old Cartoons doet denken aan het betere werk van Guided by Voices, maar is minder melodisch en heeft veelal een hoger lo-fi gehalte. –DD
ISLAJA – Palaa Aurinkoon (Fonal) Fonal, vaandeldrager van de nieuwe Finse folk- en popmuziek, kwam onlangs op de proppen met een verse plaat van Islaja. Palaa Aurinkoon is een in reverb gedrenkt singer-songwriteralbum met een enorme hoek af. Alles klinkt lo-fi en uiterst weemoedig. Belletjes, speelgoedkeyboards, orgeltjes, gitaartje... Enfin, u kent het. De fragiliteit van zowel de stem als de instrumenten zijn de sterkte van de plaat. Voor een koude winteravond op uw schapenvelletje bij de haard, als België voor heel even op Finland lijkt. De teksten zijn bijgesloten dus u kunt meezingen: “Lei-lei-lei-ja tule alas kertomaan onko vuorten takana meri...!” Wij zijn alvast vertrokken.-SM
JANE – Beresek (Paw Tracks) Scott Mou en Noah Lennex, beter bekend als Panda Bear van Animal Collective, leerden elkaar kennen als werknemers in de New Yorkse platenwinkel Other Music. Beiden hadden een voorliefde voor (goedkope) dansmuziek en hielden er na een tijd de gewoonte op na om ’s avonds drink- en jamsessies te houden. Na enkele cdr’s, die enkel te bestellen waren in hun platenwinkel, is er nu een eerste volwaardige cd. Dit is geen dansmuziek, maar eerder een soort gedreven Charalambides in ambient versie. Voor de liefhebbers. -DD
JACOB KIRKEGAARD – Eldfjall cd (Touch) De 29-jarige Deen Jakob Kirkegaard verdiept zich, letterlijk en figuurlijk, in het geluid van de aarde. Kirkegaards missie bestaat uit het ontginnen van geluiden die niemand ooit te horen kreeg. Kirgegaard gaat op zoek naar de sound die zich onder de aardkorst van IJsland bevindt. Hiervoor werd speciale apparatuur neergelaten in geisers en kraters die de onder-
intermezzo’s. Het slotnummer “Driving all night with only my mind” wordt dan weer op zijn wenken bediend van glockenspiel dat je zin doet krijgen in een subtropische roadtrip met een versleten GALATASARAY – Boxing Camp For cabriolet. Voorlopig op nummer 1 in het Blues Oriented Snack Heads cd lijstje van 2005. - SM grondse vibraties omzetten in een zeer dicht en rijk geluid. De negen opnames zijn donker maar gevarieerd en blijven boeien van begin tot eind. -DD
(Vlas Vegas/Radical Pigeon Recording)
Vorige maand kondigden we al aan dat er een nieuwe plaat van Galatasaray in de steigers stond. We waren dan ook aangenaam verrast toen vorige week de cd in onze brievenbus gleed. Het tweede album van deze 10-koppige bende uit Kortrijk, met wortels in groepen zoals Hitch, Hawaii, Tweng, Nostoc, ... is een mooie stalkaart van waar de groep voor staat. Tien nummers en 50 minuten lang wordt er uit verschillende vaten getapt. Een strakke ritmesectie aangevuld met gierende gitaren en een pompende blazerssectie rijgen de verschillende genres aan elkaar alsof het niets is. Men springt van zwoele jazz over hakkende staccato gitaarriffs naar kletterend balkan ritmes om te eindigen in mariachi-sferen. Dit alles nog eens aangevuld met zorgvuldig geplaatste elektronica en samples. Met zoveel invloeden en mensen zou je een ongestructureerd potje egotripperij kunnen verwachten, maar het tegendeel is waar. Alles werd strak en afgemeten gehouden, maar met de nodige swung op band gezet. Vlas Vegas Records met terecht trots op hun eerst geborene.
GIUSEPPE LELASI - Gesine (Häpna) Lelasi is één van de middelpunten binnen de actieve experimentele beweging in Italië. Niet alleen runt hij op zijn ééntje het label en mailorder Fringes, ook is hij een zeer begenadigd muzikant met talloze samenwerkingen op zijn CV. Op Gesine werkt de Italiaan met prepared gitaar en percussie, die soms een nabewerking kregen op computer maar steeds organisch blijven klinken. Dean Roberts verbleef twee jaar geleden voor lange tijd bij Lelasi en zijn invloed is nog altijd hoorbaar op de cd. Op het album vermengt Lelasi de speelstijl van Roberts met raga- en drone invloeden. “Gesine” bezit een warme, zeer genietbare atmosfeer, wat het album meteen tot één van onze favoriete cd’s van de maand maakt. -DD
HARRIS NEWMAN - Accidents with nature and each other (Strange Attractors Audio House)
Harris Newman is een ragagitarist en krijgt dus de onvermijdelijke referenties Fahey, Kottke en Basho opgedrongen. Newman zit dus in hetzelfde schuitje als Glenn Jones, Jack Rose en James Blackshaw. Wat hij echter voor heeft op deze drie jongens is dat hij de hectiek, de melancholie en de extatische uitspattingen afwisselt en combineert. Door het aanvullende element van de lapsteel klinken zijn nummers vaak ook net iets voller dan die van zijn lotgenoten. Zijn tweede wapenfeit “Accidents with nature and each other” is een geniaal allegaartje van oppeppende, dan weer ontroerende gitaarspinsels. “It’s a trap” (part 1) en (Part 2) vormen de smakelijke droney
SALAMANDER – Bent Hemlock (Camera Obscura)
Al van bij het eerste nummer ‘Galleon’ zuigt een 11-jarig engelenstemmetje je mee in de uiterst toegankelijke dark folkplaat die ‘Bent Hemlock’ is. Vanaf de tweede track nemen Sean Connaughty en Erik Wivinus de vocals over. Het handelsmerk ‘improvisatie’ van deze band uit Minneapolis verschuift op het nieuwe album naar de achtergrond om plaats te maken voor hun songwritertalent. Tussen de zeer poppy psychfolknummers duikt hier en daar ook een frisse ragariedel op. In het laatste nummer “An Open Transom” grijpen ze dan toch weer naar de open improvisatie. De plaat doet denken aan een depressieve Incredible Stringband en soms zelfs aan Papa M en 16 Horsepower. ‘Bent Hemlock’ is zo een zeer consistent album geworden, dat toch geen minuut verveeld. Heel mooi. -SM
SUBARACHNOID SPACE – The Red Veil (Strange Attractors Audio) Er scheelt iets aan het negende album van Subarachnoid Space. Het artwork is spuuglelijk, maar daar ligt het niet aan. Overgeproduced is het ook niet want de linernotes vertellen ons: “recorded live and as naturally as possible to one inch tape”. De nummers op zich zijn ook allesbehalve slecht. Het is gewoon dat ‘metalkantje’ dat er teveel aan is waardoor alles een beetje te technisch en geforceerd klinkt. Subarachnoid Space zou een mooie kruising kunnen zijn tussen Guapo en een psychedelische King Crimson, maar overdaad schaadt soms. Daarom laat u deze “The Red Veil” best links liggen. -SM
KINSKI – Alpine Static (SubPop) We moeten niet overdrijven. Het artrockviertal Kinski uit Seattle is nog geen Neu!, Earth of Spacemen 3. Amerikaanse recensenten overdrijven graag. Het is ook niet omdat SubPop zegt dat de groep invloed haalt uit Terry Riley en jaren ’70 psych uit Mexico dat ze ogenblikkelijk fantastisch zijn. En toch is het jongste album van Kinski best goed te pruimen. De eerste helft van “ Alpine Static” zouden we gerust durven bestempelen als “melodische instrumentale hardrock”, mochten onze vrienden ons daar niet mee uitlachen. Potige riffs, strakke drums en geen overbodige solo’s of janetterige vocals. Hier en daar sijpelt de krautrockinvloed lustig door . Voor de rest doet Kinski wat elke postrockgroep zou doen als ze wat haar op hun ballen hadden. De twee atmosferische nummertjes mochten wat ons betreft gerust ontbreken. Voor de overige zeven nummers moet je het in ieder geval niet laten. Wij voorspellen voor deze zomer alvast uit de hand gelopen nachtelijke barbecues waar op deze plaat zal geheadbanged worden. -SM
nAanraders Cul de Sac
Robin Amos, Synthesizers
Beach Boys: Pet Sounds Mijn eerste liefde voor muziek was die voor the Beach Boys. Pet Sounds is de perfecte Amerikaanse popplaat uit de sixties. De songs zijn zowel een bron van inspiratie over, als een uiting van wat het betekent om jong te zijn en bezig te zijn met ‘de liefde’ en ‘het leven’.
Morton Subotnick: Sidewinder Subotnicks muziek was een openbaring die me ertoe bracht om mijn eerste synthesizer aan te schaffen. Het was geen Buchla, maar een EML, die ik trouwens nog steeds gebruik. Sidewinder is één van de meest opwindende voorbeelden van analoge synthesizermuziek. Een voorloper van de elektronica uit de jaren ‘90 en later.
Bernard Herrmann: The Seventh Voyage of Sinbad Ik ben bezeten door Herrmanns muziek en zou eigenlijk het meeste van zijn werk willen aanraden. The Seventh Voyage was mijn eerste lp van hem, die ik in mijn bezit kreeg toen ik tien jaar was. Het had een verregaand effect op de manier waarop ik nu naar orkestmuziek, en filmmuziek in het bijzonder, luister. Een uitstekend voorbeeld hoe moderne muziek toegepast kan worden in het commerciële circuit, populaire film in dit geval.
Can: Ege Bamyasi Can is één van de beste groepen uit het erg creatieve krautrocktijdperk van de Duitse rock. Ik zou de meeste van hun lp’s aanraden, maar aangezien Ege Bamyasi mijn eerste kennismaking was met hun ongelooflijke muziek verwierf deze lp een speciaal plaatsje in mijn hart.
The Pretty Things: S.F. Sorrow Wat kan er gezegd worden over meesterwerken? Zoals Pet Sounds, is SF Sorrow een puur voorbeeld van muziek uit de jaren zestig. Deze keer is het Britse psychedelica. Deze plaat vergezelde me op vele opwindende lsd-trips en is de beste psychedelica plaat die ik ken.
Eervolle vermeldingen: - The Beau Brummels: Volume 2 - Tim Buckley: Happy Sad - Death in June: Nada - Howling Wolf: Sun Years - Emperor: In the Nightside Eclipse
RUIS Mei 2005
RUIS Mei 2005