Rotterdam: “er werken is OK, er wonen NEE!” OBR onderzoek naar HBO-jongeren en de arbeidsmarkt Dick Markvoort, Guido Walraven en anderen, Hogeschool INHolland1
HBO-studenten die wonen en studeren in de gemeente Rotterdam, willen er ook blijven wonen en werken. Niet-Rotterdammers die hun HBO-onderwijs hier volgen, zien zichzelf meer als passanten en willen er niet gaan wonen, ook niet als ze er wel gaan werken. Dat blijkt uit een verkennend onderzoek. Op basis van dit onderzoek kan geen harde conclusie worden getrokken over hoe deze onderwijspassanten kunnen worden verleid te blijven; daarvoor is aanvullend onderzoek nodig. Wel kan voorzichtig worden aangegeven langs welke lijnen de stad voor hen aantrekkelijker is te maken.
1. Aantrekkelijkheid van een stad Het klassieke beeld van Rotterdam als werkstad is nog steeds terug te vinden in de constatering dat de arbeidsmarkt voor velen de belangrijkste aantrekkingskracht van de stad vormt (Economische Verkenningen 2005; Komen en gaan 2008). Of mensen die er gaan werken er ook willen wonen, is een ander verhaal. De vraag is: welke beelden hebben studenten die voor Rotterdam kiezen van die stad voor werken en wonen na hun afstuderen. Dat willen wij hier verkennen aan de hand van studenten bij één van de hogescholen in de stad, INHolland. Wat zijn hun verwachtingen en wensen, op welke punten vinden zij dat Rotterdam hoog of laag scoort? In het algemeen wordt een stad gekozen voor verschillende activiteiten, met name wonen, werken (of: studeren) en vrije tijd. In de Atlas voor Gemeenten worden die drie activiteiten uiteengelegd in aspecten of indicatoren. Bijvoorbeeld de woonaantrekkelijkheid voor jongeren bestaat uit een combinatie van de indicatoren bereikbaarheid van banen, cultureel aanbod, veiligheid, culinair aanbod, historisch karakter en de nabijheid van natuur enerzijds, en het huizenprijsniveau anderzijds. De positie van steden op de
1
Het onderzoek is uitgevoerd door Dick Markvoort (fellow van het lectoraat Digital World van Hogeschool INHolland) in samenwerking met Guido Walraven (lector Dynamiek van de Stad), Frans van Reep (lector Digital World), Peter van den Heuvel (fellow Digital World) en Mirjam Louter-Thijssen (medewerker Digital World). Met dank aan enkele commentatoren op een eerdere versie. 1
zogenoemde woonaantrekkelijkheidsindex wordt positief beïnvloed door de beschikbaarheid van banen en de aanwezigheid van de genoemde voorzieningen, en negatief door hoge huizenprijzen. De steden die het meest in trek zijn bij jongeren combineren veel banen en voorzieningen met (voor starters op de woningmarkt) betaalbare huizen. Is dat ook wat een aantal HBO-studenten in Rotterdam belangrijk vindt? Ook in een onderzoek als Kiezen voor de Stad (Engbersen, 2008) blijkt, dat het moeilijk is om bepaalde groepen aan de stad te binden. In dat onderzoek is nagegaan wat de vestigingsmotieven van allochtone middenklassers bij hun keuze voor Rotterdam en Amsterdam waren. Die groep is onder meer relevant, omdat een groeiend aantal HBO-studenten van allochtone afkomst is. De groep blijkt kritisch en veeleisend, bijvoorbeeld ten aanzien van hun woning, woonomgeving en voorzieningen. De aanwezigheid van gemengde scholen voor hun kinderen wordt ook belangrijk gevonden en dat is een punt waarop Rotterdam actief is en zeker in het basisonderwijs goed scoort. Wat kan de gemeente verder doen om hieraan tegemoet te komen?
2. Verkennend onderzoek onder aantal HBO- studenten Bij het begin van dit nieuwe studiejaar 2008-2009 is in opdracht van Ontwikkelings Bedrijf Rotterdam aan Rotterdamse studenten van INHolland gevraagd naar hun visie op werken en wonen in Rotterdam na hun studie. Het onderzoek is verricht onder zo’n 80 studenten Economie en Maatschappelijk Werk & Dienstverlening. Er is geen sprake van een representatieve steekproef, maar van een verkennend onderzoek of vooronderzoek, dat ook aanleiding kan vormen voor vervolgonderzoek .
Samenvatting resultaten vooronderzoek De resultaten staan samengevat in tabel 1. 77% van de respondenten is van mening dat de baan die ze zoeken ook in Rotterdam te vinden is. Toch overweegt maar 57% om daadwerkelijk in Rotterdam te solliciteren. En van degenen die in Rotterdam overwegen te solliciteren, weet nu al 42% dat ze er niet wil wonen. Bij de studenten blijkt een sterk negatief beeld van ‘de grote stad’ met zijn problematiek te bestaan. Daarnaast blijkt er een sterk verband tussen huidige woonplaats en keuze voor wonen in Rotterdam. Studenten die buiten Rotterdam wonen, zijn vrijwel allen niet van plan om in Rotterdam te gaan wonen, en studenten die er al wel wonen, verwachten er te blijven.
2
Tabel 1
Samenvattende resultaten vooronderzoek ja
nee
overig
Denk je dat de functie/werkgever die je zoekt 77% ook in Rotterdam is te vinden?
6%
16%
Zo ja, overweeg je dan om in Rotterdam te solliciteren?
57%
12%
31%
En wil je er dan ook gaan/blijven wonen?
27%
45%
27%
Zijn er motieven om na je studie buiten Rotterdam te gaan werken?
41%
49%
10%
Ik zie Rotterdam als een aantrekkelijke werkstad
80%
6%
13%
Ik zie Rotterdam als een aantrekkelijke stad om te wonen
56%
25%
20%
Waar woon je nu? (Rotterdam, elders)
45%
53%
1%
Werk en studie zijn volgens onderzoek de belangrijkste redenen om je ergens te vestigen; oriënteer jij je op de arbeidsmarkt in verschillende steden/regio’s?
28%
29%
42%
Ben je op de hoogte van aantrekkelijke werkgevers in Rotterdam?
40%
26%
34%
Zou je het op prijs stellen als potentiële werkgevers van Rotterdam het initiatief zouden nemen om via INHolland jou als mogelijk toekomstige werknemer te interesseren?
75%
13%
11%
Hoe zien de studenten Rotterdam als werkstad? De aantrekkelijkheid van Rotterdam als werkstad wordt bepaald door de veelheid aan bedrijven en organisaties en daardoor veel mogelijkheden voor functies. Daarbij wordt genoemd de goede bereikbaarheid en goed openbaar vervoer. De sfeer en multiculturele omgeving alsmede het moderne imago worden eveneens genoemd. Als onaantrekkelijkheid van werkstad worden overwegend genoemd criminaliteit, drukte, vervoersproblemen en files. Een relatief groot deel van de studenten (62%) woont niet in Rotterdam en daarbij speelt de bereikbaarheid een belangrijke rol.
3
Wat bepaalt de aantrekkelijkheid van de werkgever? De studenten hebben een rooskleurig beeld van wat de aantrekkelijkheid van een werkgever bepaalt. Genoemd worden punten als “veel eigen inbreng en verantwoordelijkheid; vrijheid en creativiteit; ruimte om concepten te bedenken en uit te werken; locatie, salaris, werkomstandigheden en collega’s”. Wordt de student straks geconfronteerd met een andere werkelijkheid of moeten werkgevers inspelen op deze verwachtingen? Gelet op de door OBR verwachtte krapte op de arbeidsmarkt zullen vooral de werkgevers hier actief moeten worden.
Overwegen de studenten om in Rotterdam te solliciteren? Van de studenten geeft 57% aan in Rotterdam te willen solliciteren. Dit is tweederde van de studenten die denkt dat de werkgever in Rotterdam te vinden is. Van de studenten die aangeven te gaan solliciteren in Rotterdam is echter 46% nog niet op de hoogte van aantrekkelijke werkgevers. Dat zo weinig studenten zich oriënteren op de arbeidsmarkt is opmerkelijk, vooral omdat er geen verband is met de fase van de studie. Het deel van de studenten dat aangeeft zich te oriënteren is in de jaren 2, 3, 4 niet verschillend (terwijl het aantal respondenten uit die jaren ongeveer hetzelfde was). Studenten in de hogere leerjaren gaan zich blijkbaar niet meer oriënteren. (Zie hieronder ook bij tabel 3.)
Rotterdam als stad om te wonen? De studenten noemen als eisen aan hun woonstad “rustige omgeving, vrienden, mooie woningen, natuur, rust” . Opvallend vaak wordt “sfeer” genoemd. Het zijn overwegend leefbaarheidsfactoren. Wat zien ze dan in dit perspectief als aantrekkelijke kanten van Rotterdam om er te wonen? Dit zijn “goede kansen op een baan, diversiteit aan woningen, uitgaan, goede bereikbaarheid openbaar vervoer en voorzieningen”. Enkele studenten noemen de “verschillende culturen” en het “multiculturele karakter “ van de stad. Minder aantrekkelijke punten van Rotterdam als stad om in te wonen zijn “criminaliteit en veiligheid”, die worden vaak genoemd en van voorbeelden voorzien. Ook “drukte, het ontbreken van rustige woonwijken, files”.
Rotterdam bindt studenten niet Het verband tussen de huidige woonplaats Rotterdam en of men van plan is er te gaan wonen is statistisch significant. Zie tabel 2.
4
Tabel 2
Huidige woonplaats en straks wonen in Rotterdam Huidige woonplaats geen antwoord Rotterdam elders TOTAAL PROCENT geen antwoord
0
8
3
11
14%
anders
0
5
4
9
11%
0
21
2
23
28%
1
3
33
37
46%
0
0
1
1
1%
1
37
43
81
100%
1%
46%
53%
100%
ja Overweegt nee er te gaan nvt of blijven wonen TOTAAL PROCENT
Tabel 2 laat zien dat 91% van de ondervraagden die aangeven in Rotterdam te willen wonen, er nu al woont. Van de studenten die thans buiten Rotterdam wonen geeft 76% aan er niet te gaan wonen.
Oriëntatie van de studenten op de arbeidsmarkt? Van de geïnterviewde studenten geeft ruim een kwart (28%) aan zich te oriënteren op de arbeidsmarkt. Op de vraag: Ben je op de hoogte van wat de arbeidsmarkt in Rotterdam jou te bieden heeft? antwoordt 40 % op de hoogte te zijn en 26% niet. Tevens is de vraag gesteld of studenten het op prijs stellen als potentiële werkgevers van Rotterdam het initiatief zouden nemen om via INHOLLAND de studenten te interesseren. Tweederde van de studenten reageert positief op deze vraag. Enkelen geven spontaan aanvullingen op deze vraag. “Ja, dat zou ik op prijs stellen” . Hier lijkt ruimte voor nieuwe initiatieven te liggen. Vervolgonderzoek zou ondermeer moeten nagaan of studenten op de hoogte zijn van de Rotterdamse arbeidsmarkt. Opmerkelijk in dit verband is wel, dat INHolland er van alles aan doet om ‘studenten te interesseren’ – maar het is de vraag of de studenten hiermee bekend zijn. Kernvraag blijft wel wat er gedaan kan worden om niet-Rotterdammers aan Rotterdam als werk- en woonstad te binden. De hier gegeven percentages zijn afkomstig uit tabel 1. Wanneer we een uitsplitsing maken naar leerjaar (in tabel 3), dan blijkt dat het verschil in oriëntatie op de arbeidsmarkt bij respondenten uit de leerjaren 2, 3 en 4 bijzonder klein is. Terwijl de verwachting is, dat die oriëntatie naarmate het afstuderen nadert zal toenemen. Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de vraag waarom studenten zo weinig weten van de (Rotterdamse) arbeidsmarkt en wat er gedaan kan worden om dat te veranderen.
5
Tabel 3
Oriëntatie op de arbeidsmarkt naar studiejaar Oriëntatie op arbeidsmarkt
1 2 3 4 Studiejaar
TOTAAL
geen antwoord ja 0 2 0 2 4
PROCENT
5%
nee 0 6 9 7 22
2 6 6 6 20
30%
27%
nog niet TOTAAL PROCENT 3 5 7% 7 21 29% 9 24 33% 8 23 32% 27 73 100% 37%
100%
3. Commentaar en conclusies Je zou verwachten, dat mensen die ergens studeren er later ook willen werken en wonen. Dit is de impliciete hypothese van dit vooronderzoek. Het meest opvallende in dit onderzoek is, dat de resultaten geen steun geven aan deze hypothese: er is geen direct verband tussen de keuze voor wonen en werken. Studeren en werken in Rotterdam is echt iets anders dan er willen wonen. Althans: voor degenen die als student ook al buiten Rotterdam wonen. Nu is het niet onbekend dat beter opgeleiden liever buiten een stad als Rotterdam wonen. Beleidsmakers erkennen dat probleem ook al langer. Het lijkt erop, dat studenten al voor/tijdens hun studie beslissen of ze al of niet in Rotterdam willen gaan wonen en willen blijven wonen. Dat is een punt dat in vervolgonderzoek nader bekeken kan worden. Het heeft mogelijk consequenties voor het aanmoedigingsbeleid: dat zou al moeten beginnen bij de studiekeuze, die jongeren maken tijdens het voortgezet onderwijs. Dit vooronderzoekt stelt – helaas -- niet vast wie nieuwe Rotterdammers zijn en vraagt niet naar de reden van de beweging naar Rotterdam als men er buiten woont. Hebben ze als doel er te gaan wonen omdat het een leuke stad is en volgen daaruit de te verrichten activiteiten als studie werk en vrije tijd? De vraag is interessant of wonen dus als reden op zich geldt of als noodzakelijke voorwaarde omdat er nu eenmaal je werk is. Dat achten wij van belang voor vervolgonderzoek.
Hoe ordenen mensen hun beslissing met betrekking tot wonen en werken? In Rotterdam wonen en werken in een adem noemen, lijkt tegen die achtergrond niet iets vanzelfsprekends om beleid op te baseren. Hieronder zijn de factoren in een matrix los van elkaar genomen als heuristiek. Uit dit vooronderzoek zou je kunnen concluderen, dat de responderende 6
studenten het imago van grote stad met drukte en criminaliteit als reden zien om er niet te gaan wonen. Als je die groep studenten en potentiële werknemers wilt verleiden, dan zou je wonen in Rotterdam kunnen aanprijzen met een focus op leefbaarheid en factoren als ruimte en groene omgeving. De gemeente is immers veel groter dan de als onveilig omschreven binnenstad. Bij het wonen buiten Rotterdam, bijvoorbeeld in randgemeenten maar ook in een iets verder gelegen plaats als Gouda, zou je kunnen focussen op de negatieve effecten van woon-werkverkeer (mobiliteit). Matrix van motieven
Werken in Rotterdam
Wonen in Rotterdam
Wonen buiten Rotterdam
Focus op
Focus op
•
‘groene’factoren
•
physical presence (mobiliteit),
•
basisinfrastructuur
•
virtual presence (thuiswerken etc),
•
Rotterdam ‘onveilig’
Werken buiten • Rotterdam •
Diversiteit
Niet relevant
Culturele aanbod
Studenten geven aan dat voor hen voor wonen in Rotterdam een ‘groen’ klimaat wenselijk is. De vraag is dan of het bebouwen van groene plekken in de stad een goede strategie is om Rotterdam aantrekkelijker te maken als woonstad. Initiatieven zoals die vanuit Rotterdam Student City, om voor studenten de bekendheid met Rotterdam te vergroten door stageplaatsen aan te bieden gekoppeld aan woonruimte, vinden wij in de goede richting gaan. Het zou interessant zijn om te weten of bekendheid met Rotterdam of gewenning aan Rotterdam (door zowel studie als stage) de aantrekkelijkheid vergroot als woonstad- na- destudieperiode. Op deze en andere manieren kan nauwer worden aangesloten bij de aspecten die voor mensen de keuze voor een stad bepalen voor wonen, werken (of studeren) en vrije tijd: een combinatie van bereikbaarheid van banen, cultureel aanbod, veiligheid, culinair aanbod, historisch karakter, nabijheid van natuur en huizenprijsniveau. In de Atlas voor Gemeenten wordt van die combinatie een gewogen index gemaakt. Het kan interessant zijn om nader te onderzoeken, in hoeverre studenten die een beeld hebben van Rotterdam als ‘onveilig’ en die mogelijk om die reden ook al tijdens hun studie elders (blijven) wonen, wel gevoelig zijn voor andere aspecten. Wanneer ‘veiligheid’ voor hen hoe dan ook de doorslag geeft – en we daarnaast weten, hoe juist ook in Rotterdam objectieve en subjectieve veiligheid uiteen kunnen lopen -- dan staan ze niet open voor andere informatie en heeft het wellicht ook geen zin te proberen hun keuzegedrag te beïnvloeden. 7