&haar
MAGAZINE OVER HUID EN HUIDAANDOENINGEN JAARGANG 15 | 2011 UITGAVE 3
ROUTEWIJZER
De eerste Huidkaart van Nederland ONTMOETINGEN
Sheba op bezoek bij Salomo
Hoe gezond is het wassen van de huid?
INTERVIEW
In de geest van de huid
de
mythes van
roodharigheid ontrafeld
VOORWOORD
VERJONGDE SAMENWERKING Het magazine HUID heeft recent zichzelf verjongd.
Het dermatologische landschap in Nederland
Verjonging is een begrip in de dermatologie. De aloude
is overzichtelijk. De meeste dermatologen zijn werkzaam
wens van Cleopatra om haar huid niet te laten verouderen
in de honderd ziekenhuizen die Nederland telt, maar het
- de reden om te baden in ezelinnenmelk - ging voor
aantal dat een eigen polikliniek buiten het ziekenhuis
haar volgelingen gedeeltelijk in vervulling, maar pas aan
start, een zogenaamde zelfstandig behandelcentrum
het eind van de vorige eeuw. Op verschillende manieren
(ZBC), groeit. Dit zijn kleine gezondheidscentra, soms
zijn fibroblasten, de steuncellen van de huid, te stimuleren
uitsluitend gericht op de dermatologie, waar op efficiënte
tot grotere activiteit, waardoor kleine rimpels kunnen
wijze de dagelijkse dermatologische zorg gestalte krijgt.
verdwijnen. Dit kan met zogenoemde resurfacing
Dit is een goede ontwikkeling omdat de toegankelijkheid
technieken zoals CO2 en Erbium: Yag Lasers. De techniek heeft zich verfijnd met fractionele lasers
toeneemt en deze ZBC’s veelal goedkoper kunnen werken dan de reguliere ziekenhuizen. Door goed samen
waardoor nog minder schade optreedt aan de opperhuid.
te werken ontstaat er een getrapt systeem dat begint
Voor u ligt een verjongde HUID die tot stand kwam in
bij de huisarts die voor zijn patiënten een coördinerende
samenwerking met het Huidfonds, patiëntenverenigingen
rol vervult, dan de dermatologen en vervolgens voor
en de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en
bijzondere gevallen de expertise van één van de acht
Venereologie. Samenwerking is prima, want in algemene
academische centra. Aan de professionele kant zijn het
zin is er te weinig aandacht voor het fenomeen huid
niet alleen dermatologen, maar ook huidtherapeuten
in al zijn rijke schakeringen, als ook voor de
en schoonheidsspecialisten die een deel van de zorg voor
problemen van de huidpatiënt. In deze speciale uitgave
de huid op zich nemen. Beide professies horen een eigen
van HUID klinkt het startschot voor een campagne die
plek te hebben in HUID. Met enige trots wil ik dan ook
het Huidfonds gaat voeren in Oost-Brabant en
melden dat de schoonheidsspecialisten voor het eerst
Noord-Limburg. Daarnaast bevat dit nummer relatief
een eigen platform hebben in het blad. Die lijn wil de
veel informatie over haar en haarproblemen. Vandaar
redactie doortrekken. Binnen de ziekenhuizen zijn er de
ook dat de tijdschrifttitel eenmalig is veranderd
huidverpleegkundigen en nurse practioners die een deel
in HUID & HAAR. Als er enthousiaste reacties komen,
van de taak van de dermatoloog hebben overgenomen,
zal die formule naar verwachting volgend jaar worden
bijvoorbeeld bij het begeleiden van mensen met eczeem.
herhaald. En verder? Ogenschijnlijk klinkt het heel
Ook dat is een goede ontwikkeling. De vernieuwde HUID
banaal, maar de vraag of mensen zich moeten wassen
past weer helemaal bij deze tijd. Ik wens de redactie heel
met water en zeep en of mensen zich überhaupt wel
veel succes met haar verjongde taak.
regelmatig moeten wassen, is nog altijd onderwerp van discussie. In dit nummer worden alle argumenten voor
PROF. DR . H . A . M . NEUMANN , VOORZITTER BESTUUR HUIDFONDS
én tegen naast elkaar gezet en gewogen.
HUID magazine over huid en huidaandoeningen. Jaargang 15, uitgave 3, september 2011. ISSN 1387-3598. Oplage 60.000 ex. Uitgever Stichting Nationaal Huidfonds, Postbus 2660, 3500 GR Utrecht, www.huidfonds.nl, T (030) 28 23 995 Hoofdredactie dr.J.J.E. van Everdingen Redactie mw. Y. Born-Bult, prof. dr. Th. van Joost, mw. M. Szulc, dr. H.B. Thio, dr. J. Toonstra Eindredactie Gabriëlle Kuijer tekst A.R.T. Beeldredactie Kristel Stekelenburg Fotografie Coverfoto Dreamstime Illustraties Lilian ter Horst Advertentie-acquisitie Kloosterhof Acquisitie Services, Neer, T (0475) 59 71 51,
[email protected] Opmaak en traffic Grafitext, Velp Druk & Verzending Habo DaCosta, Vianen HUID® is een geregistreerde titel. Stichting Nationaal Huidfonds en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties. Aan de inhoud van de artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. Het Huidfonds bezit het CBF-Keur voor Goede Doelen en heeft de ANBI-status.
Patronen Huidfonds 2011 Abbott • Astellas Pharma B.V. • Dermalex Repair (Chefaro Nederland B.V.) • Dermolin • Eucerin • La Roche-Posay • Leo Pharma B.V. • Louis Widmer • Meda Pharma • Neutral Huidverzorging • Pfizer B.V. • Samenwerking Verantwoord Zonnen (SVZ) • Vaseline • Vichy
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
3
IN DIT NUMMER 6
‘Deze eerste inventarisatie smaakt naar meer’ Vindt uw weg met de Huidkaart.
9 10
10
DermaFair Susanne en Sylvia over Alopecia Areata Lees hun ervaringen.
16
13
Verbonden met het leed van mensen De kunst van Ignace Schretlen binnen handbereik.
15
Twee ingrepen Column van Bert Keizer.
16
Rrrrrrood Feiten en fabels over rood haar en roodharigen.
18
Wassen met water en zeep De zin en onzin.
24
‘Ik smeer dus ik ben’ Aldus Humberto Tan.
26
Sheba uit haar wensen en kleren bij Salomo De ontmoeting tussen twee Arabische grootheden.
24
29
Kinderpagina … met van alles en nog wat.
31
‘Dienstbare levensgenieters zijn de dupe’ Dermatoloog Stenveld over haarverfallergie.
33
De wratten van Esther Column van Just Eekhof (Nederlands Huisartsen Genootschap).
35
Kopzorgen bij psoriasis capitis Dr. Marianne Crijns over kwaliteit van leven.
37
Zonder verwijzing naar de huidtherapeut Interview met Rina Rijkenberg van de NVH.
38 41
HUIDvindingen Handlangers in de spreekkamer Column van prof. dr. Th. van Joost.
43
Schoonheidsspecialisten: steeds meer diepgang in het werk Lies Wermers van de ANBOS vertelt.
45
Constitutioneel eczeem en het slechte imago van hormoonzalf Inge Haeck promoveerde op deze behandeluitdaging.
46
46
Over jeuk en verharing Kruip maar eens in de huid van een hond.
HUIDKAART |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : DREAMSTIME
|
ILLUSTRATIE : RON SLAGTER
|
‘Deze eerste inventarisatie smaakt naar
meer’
Een goede landkaart is twee zaken tegelijk: een plaatsbepaling én een routewijzer. Dat geldt ook voor de Huidkaart, een overzicht van de huidzorg in Nederland. Hoe kijken twee ervaren dermatologen aan tegen deze Huidkaart? “Ik vind het een uitstekend idee om een Huidkaart te maken”, aldus Tamar Nijsten, als dermatoloog verbonden aan het Erasmus MC in Rotterdam en sinds kort ook werkzaam in de Mohs klinieken in Amsterdam en Dordrecht. “Maar de moeilijkheid is natuurlijk: hoe krijg je die kaart echt helemaal kloppend? Zo is voor sommige dermatologische vakgebieden de informatie volledig en helder, bijvoorbeeld over vulvapathologie en dagbehandeling. Andere deelgebieden komen nauwelijks of niet aan bod. De flebologie wordt nu niet genoemd. Dat begrijp ik wel, want hoe breng je die in kaart? Vrijwel elke maatschap heeft wel een dermatoloog die zich daarop heeft toegelegd. Maar waar zit de praktijk en hoe staat het met de solisten die ook af en toe een meer specialistische ingreep hanteren? Ook zou het interessant zijn om samenwerkingsverbanden in beeld te brengen, zoals tussen een dermatoloog en reumatoloog bij psoriasis of met de orthopeed en de internist bij diabetische voeten.”
Wisselend nut Wat is het nut van deze Huidkaart voor Kees-Peter de Roos, die als dermatoloog enkele jaren geleden met zijn collega Frank Bruins de overstap maakte van een ziekenhuispraktijk naar een eigen kliniek (ZBC) in Uden? “De kaart geeft een goed overzicht van de verdeling van de dermatologische zorg in Nederland, bovendien geeft de kaart informatie over waar specifieke aandachtsgebieden te vinden zijn, zoals Mohs chirurgie of aandacht voor pigmentstoornissen. De patiënt zal daardoor eenvoudiger een keuze voor een dermatoloog/ziekenhuis of ZBC kunnen maken.” Nijsten toont zich ietsje terughoudender over het nut voor de patiënt: “Dat is wisselend. Sommige patiëntengroepen kunnen zich uitstekend oriënteren via deze kaart, vooral wat betreft de zorg in de academische centra. Voor andere groepen, neem bijvoorbeeld eczeem, is de kaart nog te weinig inzichtelijk.”
6
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
Aanzet en uitdaging De Roos vervolgt: “De overzichtelijkheid van de kaart geeft de dermatoloog de kans makkelijker te kunnen verwijzen naar collega’s met specifieke aandachtsgebieden. Nu gebeurt dat op basis van eigen, eerdere ervaring.” “Deze eerste, zinvolle inventarisatie smaakt naar meer”, bevestigt Nijsten, maar hij ziet ook mogelijkheden tot verbetering: “Idealiter zou je een lijst maken met behandelingen en diagnostische procedures om vervolgens die lijst uit te zetten bij de maatschappen. Dat kan overigens alsnog na publicatie van deze Huidkaart. Dan is deze Huidkaart een uitstekende aanzet tot verdere invulling.”
Geweldig motiverend Waarom kozen Nijsten en De Roos voor de overstap naar praktijkvoering buiten het ziekenhuis? Nijsten: “Het is heel uitdagend om een kliniek zo in te richten dat die aan al je wensen en behoeften voldoet. Het is alsof je een auto mag bouwen die op biogrondstoffen gaat rijden. Er komt zo veel bij kijken. Dat is geweldig motiverend.” De Roos beaamt dit. “Wij hadden een bloeiende ziekenhuispraktijk maar liepen tegen steeds meer muren van regelgeving en het management aan. Wij kregen steeds dringender behoefte aan meer autonomie: zelf aan het roer van de praktijk. Het was niet makkelijk om alles te regelen en er is nog steeds heel veel regelgeving waar je mee te maken krijgt, maar ik heb er geen spijt van. Wij hebben een fantastische club mensen, zeer gespecialiseerd en heel gedreven. Ik zou niet meer terug willen.” Leveren alle voorzieningen hoogwaardige kwaliteit? De Roos: “Daar geeft deze kaart helaas geen informatie over. Het zou op zich geen slecht idee zijn om kwaliteitscertificaten te vermelden, zoals het ZKN keurmerk voor zelfstandige klinieken.”
Levend document Beide heren is duidelijk dat de Huidkaart geen statisch iets moet blijven. “Het moge duidelijk zijn dat ik dit een levend document vind”, aldus Nijsten, “dat voortdurende bijstelling en verdieping verdient. Werken aan deze kaart is zinvol en lonend.” Waaraan De Roos toevoegt: “Ik pleit ervoor dat de kaart web-based wordt. Het bijkomend voordeel zou dan zijn dat de kaart altijd up-to-date kan zijn.” Zijn er nog blinde vlekken op de kaart? Nijsten is stellig: “Grofweg kun je stellen dat alles boven Zwolle dungezaaid is.” De slotopmerking komt van De Roos:“Verwijs naar objectieve websites voor aanvullende informatie, bijvoorbeeld: www.ZKN.nl en www.huidarts.info.”
De Huidkaart van Nederland Op deze Huidkaart zijn nog niet alle specifieke aandachtsgebieden van de dermatologie vermeld. Beschouw de kaart daarom als een groeikaart, waar elk jaar meer bijkomt. Wat staat er wel op? Alle plaatsen in Nederland waar een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) of een ziekenhuis is. Verder zijn de dagbehandelingscentra (specifiek voor psoriasis), vulvapoli’s, klinieken met huidlaser en centra met Mohs-chirurgie vermeld. Daarnaast worden de aandachtsgebieden van de academische centra apart genoemd. Wat staat er niet in: de flebologie (spataderen en open been), de lymfologie (vooral lymfoedeem) en proctologie (vooral aambeien en anale jeuk) en de oncologie (huidkanker). Alkmaar (ZBC, ziekenhuis) Almelo (dagbehandeling, vulvapoli, ziekenhuis) Almere (huidlaser, ziekenhuis) Alphen a/d Rijn (ziekenhuis) Amersfoort (dagbehandeling, huidlaser, ziekenhuis) Amstelveen (ziekenhuis) Amsterdam (dagbehandeling, huidlaser, Mohs-chirurgie, vulvapoli, ZBC, ziekenhuis; twee academische centra gespecialiseerd in, arbeidsdermatologie, kinderdermatologie, lichtdiagnostiek, psoriasis, lepra, SOA) Apeldoorn (ziekenhuis) Arnhem (arbeidsdermatologie, vulvapoli, ziekenhuis) Assen (ZBC, ziekenhuis) Barendrecht (ZBC) Bergen op Zoom (vulvapoli, ziekenhuis) Beverwijk (brandwonden, huidlaser, ziekenhuis) Bilthoven (huidlaser, ZBC) Blaricum (ziekenhuis) Boxmeer (dagbehandeling, ziekenhuis) Boxtel (ziekenhuis) Breda (huidlaser, ZBC, ziekenhuis) Brunssum (ziekenhuis) Bussum (huidlaser, ZBC) Capelle a/d IJssel (ZBC, ziekenhuis) Culemborg (ziekenhuis) Delft (ziekenhuis) Delfzijl (ziekenhuis) Den Bosch (ziekenhuis) Den Haag (dagbehandeling, ZBC, ziekenhuis) Den Helder (ziekenhuis) Deurne (ZBC) Deventer (vulvapoli, ziekenhuis) Dieren (ZBC) Dirksland (ziekenhuis) Doetinchem (ziekenhuis) Dokkum (ziekenhuis) Dordrecht (Mohs-chirurgie, ZBC, ziekenhuis) Drachten (huidlaser, ziekenhuis) Ede (dagbehandeling, ziekenhuis) Eindhoven (vulvapoli, Mohs-chirurgie, ZBC, ziekenhuis) Emmeloord (ziekenhuis) Emmen (ZBC, ziekenhuis) Enschede (huidlaser, ZBC, ziekenhuis)
Geldermalsen (ZBC, haaraandoeningen) Geldrop (dagbehandeling, ziekenhuis) Goes (ziekenhuis) Gorinchem (ziekenhuis) Gouda (vulvapoli, ziekenhuis) Grave (ZBC) Groningen (brandwonden, dagbehandeling, huidlaser, vulvapoli, ziekenhuis; academisch centrum gespecialiseerd in arbeidsdermatologie, blaarziekten, SOA, lepra) Haarlem (huidlaser, ZBC, ziekenhuis) Hardenberg (ziekenhuis) Harderwijk (ziekenhuis) Harlingen (ziekenhuis) Heemstede (ziekenhuis) Heerenveen (ZBC, ziekenhuis) Heerlen (ziekenhuis) Hellevoetsluis (ZBC) Helmond (vulvapoli, ziekenhuis) Hengelo (dagbehandeling, ziekenhuis) Hilversum (huidlaser, vulvapoli, ZBC, ziekenhuis) Hoensbroek (ZBC) Hoofddorp (ziekenhuis) Hoogeveen (ziekenhuis) Hoorn (ZBC) Hoorn (ziekenhuis) Kerkrade (dagbehandeling) Landgraaf (ZBC) Leeuwarden (ziekenhuis, vulvapoli, ZBC) Leiden (dagbehandeling, ZBC, ziekenhuis; academisch centrum gespecialiseerd in lichtdiagnostiek, oncologie, lepra) Leiderdorp (huidlaser, ziekenhuis) Leidschendam (ZBC, ziekenhuis) Lelystad (ziekenhuis) Maarssen (ZBC) Maassluis (ziekenhuis) Maastricht (dagbehandeling, huidlaser, vulvapoli, ZBC; academisch centrum gespecialiseerd in oncologie (Mohs chirurgie), genodermatosen) Meppel (ziekenhuis) Nieuwegein (dagbehandeling, ZBC, ziekenhuis) Nieuweschans (dagbehandeling) Nijmegen (dagbehandeling, huidlaser, ZBC, ziekenhuis; academisch centrum gespecialiseerd
in kinderdermatologie, psoriasis) Oldenzaal (ziekenhuis) Oosterhout (dagbehandeling, ziekenhuis) Oss (ziekenhuis) Purmerend (ziekenhuis) Roermond (dagbehandeling, ziekenhuis) Roosendaal (vulvapoli, ziekenhuis) Rotterdam (brandwonden, dagbehandeling, huidlaser, vulvapoli, ZBC, ziekenhuis; academisch centrum gespecialiseerd in flebologie, oncologie (Mohs-chirurgie), kinderdermatologie, psoriasis) Schagen (dagbehandeling) Schiedam (ziekenhuis) Sittard-Geleen (huidlaser, ziekenhuis) Sliedrecht (ziekenhuis) Sneek (ziekenhuis) Spijkenisse (ziekenhuis) Stadskanaal (ziekenhuis) Terneuzen (ziekenhuis) Tiel (ziekenhuis) Tilburg (vulvapoli, ziekenhuis) Uden (ZBC) Utrecht (huidlaser, vulvapoli, ZBC, ziekenhuis; academisch centrum gespecialiseerd in eczeem, kinderdermatologie, lichtdiagnostiek, SOA) Veldhoven (huidlaser, ziekenhuis) Velp (ZBC, ziekenhuis) Venlo (dagbehandeling, ziekenhuis) Venray (ziekenhuis) Vlaardingen (dagbehandeling) Vlissingen (ZBC, ziekenhuis) Voorburg (dagbehandeling, vulvapoli, ziekenhuis) Waalwijk (huidlaser, ziekenhuis) Weert (ziekenhuis) Winschoten (ziekenhuis) Winterswijk (dagbehandeling, vulvapoli, ziekenhuis) Woerden (ziekenhuis) Zaandam (ziekenhuis) Zeist (ziekenhuis) Zevenaar (vulvapoli, ziekenhuis) Zoetermeer (vulvapoli, ZBC, ziekenhuis) Zuidwolde (ZBC) Zutphen (ziekenhuis) Zwijndrecht (ziekenhuis) Zwolle (huidlaser, dagbehandeling, ziekenhuis)
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
7
CAMPAGNE |
TEKST: PROF. DR . H . A . M . NEUMANN , DERMATOLOOG
|
FOTO : EVOLUON
|
huid spreken! Publiekscampagne van start!
Laat je
September 2011: het startschot klinkt voor een heuse actieweek. Het Huidfonds wil uitgebreide publieke aandacht vragen voor de problemen rond huid en huidaandoeningen.
Deze actieweek start met een speciale bijeenkomst in het Evoluon in Eindhoven. Een aantal vooraanstaande sprekers presenteren hier hun visie op bepaalde knelpunten in de zorg voor huidaandoeningen. Zij gaan met het publiek in discussie over de dermatologische zorg, de kwaliteit én de beperkingen ervan. Eén op de tien Nederlanders kampt met een huidprobleem. Dat is niet gering. Desalniettemin is de overheid zeer terughoudend met het geven van subsidies voor wetenschappelijk onderzoek dat bijdraagt aan de kwaliteit van leven van huidpatiënten.
Breedspectrum vak Dermatologie is een breed specialisme met onder andere aandacht voor eczeem, acne, psoriasis, haar- en nagelziekten, huidkanker en aderziekten, waartoe spataderen en het ulcus cruris (open been) behoren. De bevolking vergrijst en als gevolg daarvan zal het aantal huidaandoeningen daardoor flink toenemen. De laatste decennia vraagt vooral huidkanker in al zijn vormen in toenemende mate de aandacht van de dermatoloog. Nu al heeft één op de zes mensen die bij de dermatoloog komen een zorgvraag over huidkanker. Het aantal gevallen van huidkanker zal de komende decennia alleen maar toenemen waardoor het tekort aan dermatologen nog groter zal worden dan het nu al is. Het Huidfonds streeft ernaar een bijdrage te leveren aan kennis en kunde op het gebied van allerlei huidziekten, huidkwalen en verzorging van de huid. Niet alleen voor dermatologen, huidverpleegkundigen, huidtherapeuten, maar vooral voor patiënten
en eigenlijk voor alle geïnteresseerde Nederlanders. Het Huidfonds vraagt ook bij de politiek meer aandacht voor de dermatologische zorgtaak. In Nederland bestaat een schrijnend tekort aan dermatologen en dat maakt de patiënt-arts contacttijd erg kort. Zeker als we dit vergelijken met de ons omringende landen. Kwaliteit van leven krijgt gelukkig steeds meer aandacht, niet alleen bij patiënten maar ook bij zorgverzekeraars, zorgverleners en in mindere mate ook politici. Natuurlijk, psoriasis - en eczeem, de meest voorkomende chronische huidaandoeningen - vormen geen levensbedreigende ziekte. Maar het verlies van kwaliteit van leven is groter dan bij hart- en vaatziekten. Daar staat men weinig bij stil.
Laat je huid spreken Het bestuur van het Huidfonds koos daarom voor een publiekscampagne in het oostelijk deel van Noord-Brabant en het noordelijke deel van Limburg. Alle in dit gebied werkzame dermatologen hebben hun medewerking toegezegd om in die week iets bijzonders te doen. Het doel? Het mobiliseren van publieke aandacht voor huidproblemen. Vanzelfsprekend gaan we ook door met het werven van donaties. Via de SMS actie HUID aan 4488 kan men eenmalig € 3,- aan het Huidfonds doneren. De opbrengst zal het Huidfonds inzetten voor het broodnodige wetenschappelijke onderzoek, ter verlichting van de last die huidziekten met zich meebrengen. www.huidfonds.nl.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
9
HET VERHAAL VAN |
TEKST EN FOTO : MONIQUE BENTHIN
DE FOTO ’ S EN TEKST ZIJN OVERGENOMEN UIT HET JUBILEUMBOEK GEMAAKT DOOR INEZ PROOSTEN
&
25
|
JAAR AAPV : ‘ VERBORGEN AANDOENING OF ONGEKENDE SCHOONHEID ’,
MONIQUE BENTHIN . HET BOEK IS TE BESTELLEN BIJ HET SECRETARIAAT VAN DE AAPV : WWW. AAPV. NL
“Sinds 2005 heb ik alopecia areata. Ik zat op de bank en zat in mijn haar te wriemelen. Toen voelde ik een kaal plekje boven mijn linkeroor. Vreemd dacht ik, maar wat kon ik verwachten? Toen ik wat later bij de kapper zat, vertelde ze mij dat ze nog een plekje zag. Vanaf toen breidde het zich alleen nog maar verder uit. Via de huisarts en de dermatoloog kreeg ik crèmes, zalven en lotions, maar dat hielp natuurlijk helemaal niets.”
Susanne Kuijpers (1981)
‘VREEMD DACHT IK, MAAR WAT
KON IK VERWACHTEN?’
“De alopecia maakte me wel onzeker. Wat moest ik hiermee, waarom ik? Want toen ik een baby van zes maanden was, werd bij mij jeugdreuma vastgesteld. Ik was helaas al gewend om te gaan met een andere auto-immuunziekte die vrij weinig voorkomt bij hele jonge mensen. Door al die zichtbare plekken op mijn hoofd begonnen mensen vragen aan mij te stellen. Toen ik eenmaal bij de dermatoloog was geweest, wist ik wat ik had. Zodra de situatie duidelijk voor me was, ben ik naar een goede haarwerker gestapt in Rijswijk.” “Van de AAPV ben ik lid geworden toen het steeds erger werd. Ik ben vrij open over mijn alopecia. In mijn omgeving ken ik verder niemand die het heeft. Het is fijn als je er voor jezelf open over kunt zijn. Als ik kan bijdragen om anderen daarmee te helpen, dan doe ik dat graag. Ik draag meestal mijn haarwerk, vooral op mijn werk waar ik met veel plezier bezig ben als receptioniste. Alleen zwemmen: als ik dat doe, dan ga ik zonder.” Susanne is door Monique gefotografeerd in haar woning in Delft.
“Toen ik het voor het eerst merkte, zat ik achter mijn laptop. Het voelde ineens zo koud aan op mijn hoofd. Mijn dochter haalde de spiegel en ik schrok van wat ik zag. Ik ben naar mijn overbuurvrouw gerend omdat zij huisarts is. Ik had altijd heel mooi lang haar en had nog nooit iets raars gehad op mijn hoofd. Via de huisarts ben ik naar de dermatoloog gegaan. Dat vond ik helemaal niks; ik werd door iedereen raar bekeken en ik moest zo lang wachten in het ziekenhuis dat ik toen maar naar huis ben gegaan. Omdat men mij eerder verteld had dat alopecia areata niet zo erg is, vond ik het wel raar dat doktoren, assistenten en andere mensen zo vreemd naar me keken. Terwijl ik daar ook iemand met een half kaal hoofd zag zitten.” “In die periode volgde ik college op de Pabo. Op een dag werd er heftig ingebroken in ons huis. Alles was weggehaald, zelfs onze auto die voor de deur stond, was weg. Er volgden een paar intensieve weken van politiebezoek, verhoor en allerlei papierhandel. Ook mijn afstudeerscriptie die in de computer lag opgeslagen, was dus verdwenen. Ik moest dan ook heel hard werken om alles toch nog op orde en op tijd klaar te kunnen krijgen. Dat waren wel wat spanningen, maar daar kon ik gelukkig mee omgaan.” “Later bleek nog eens dat ik astmatisch was. Dat heb ik nu sinds een jaar erbij. Allemaal nog heel kort en snel achter elkaar, eigenlijk. De wind in mijn haren mis ik het meest. Je wilt doorgaan met je leven, maar daar moet je wel opnieuw een manier voor vinden. Als ik in het buitenland ben, ervaar ik het anders. Het is dan heel normaal als ik daar met mijn blote hoofd loop.” “Het bezoek aan een Landelijke Dag heeft me erg goed geholpen om te begrijpen wat ik had en hoe ik met mijn alopecia zou kunnen omgaan. Ria Kleine heeft me daarbij heel goede adviezen gegeven.” Sylvia in haar woning. Monique fotografeerde haar met op de achtergrond een kopie van het schilderij ‘De Kus’ van Gustav Klimt.
Sylvia Loenen (1969)
WIND
‘DE IN MIJN HAREN
MISIK
HET MEEST’ M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
11
KUNST |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : VIVIENNE SCHRETLEN
|
Kunst binnen handbereik Een aantal gerenommeerde kunstenaars is bereid gevonden om een kunstwerk te schenken aan het Huidfonds. Via de website van het Huidfonds wordt dit kunstwerk geveild. De spelregels zijn als volgt: voor elk werk geldt een bepaald bedrag als bodemprijs. Iedere bezoeker van de website kan vervolgens een bod uitbrengen. Een andere bezoeker kan een hoger bedrag bieden. Zolang er geboden wordt, is het schilderij niet verkocht. Blijkt op een zeker moment een week lang geen nieuw bod te zijn uitgebracht, dan is het schilderij verkocht aan de laatste en hoogste bieder. Beeldend kunstenaar, auteur en arts Ignace Schretlen stelt vier zeefdrukken op geschept papier ter beschikking die samen als één geheel worden aangeboden. De drie zwarte prenten (oplage 30 exemplaren) zijn 35 x 50 cm. en de rode prent is (oplage 18 exemplaren) 50 x 70 cm. De zeefdrukken zijn vervaardigd in het Grafisch Atelier Kurtface in Den Bosch, waar veel grafiek van professionele kunstenaars wordt gemaakt. De netto verkoopprijs bedraagt 400 euro. De bodemprijs is 175 euro.
Verbonden met het leed van mensen
Ignace Schretlen Sinds de late Middeleeuwen verbeeldt de kruisweg de gang van Christus vanaf zijn veroordeling door Pontius Pilatus tot en met zijn dood aan het kruis. In de meeste rooms-katholieke kerken treft men de veertien beelden (staties) van dit beeldverhaal aan bij de zijwanden. In de tien kruiswegen die Ignace Schretlen in de periode van 1998 tot 2008 heeft gemaakt, staat niet het oorspronkelijke passieverhaal, maar het hedendaagse - vaak aan het oog van de buitenwereld onttrokken - leed van mensen centraal. In zijn bekendste kruisweg is het kruis vervangen door een spijker, manifesteert God zich als een onverschillig (door zijn negenjarige dochter getekend) vogeltje en is Jezus een angstig mensfiguurtje dat is ontleend aan De Schreeuw (1883) van de Noorse schilder Edvard Munch (1863-1944). Deze onorthodoxe kruisweg werd op meerdere museale exposities getoond en kreeg aandacht op de televisie en de radio, alsmede in een aantal publicaties. Deze kruisweg figureert ook in twee catalogi die musea aan het werk van Ignace Schretlen hebben gewijd. Oorspronkelijk zou elke statie van deze kruisweg als zeefdruk verschijnen. Uiteindelijk is dit slechts bij twee staties gebeurd: Jezus ontmoet Maria (hij verschuilt zich half achter zijn even angstige moeder) en De Zweetdoek van Veronica; op deze meest troostrijke statie is bewust de vogel-figuur als symbool van God weggelaten. Een derde zeefdruk rond het thema angst behoort tot de staties die Ignace Schretlen aan deze kruisweg toevoegde. In 2005 verscheen in een geringe oplage een zeefdruk met alle staties. Ignace Schretlen (1952) studeerde geneeskunde en filosofie. Hij schreef onder drie pseudoniemen en zijn eigen naam meer dan vijftien boeken. Met Anatomie van het gevoel (dagboek van een co-assistent) won hij het Gouden Ezelsoor, een prijs voor het best verkochte literaire debuut. Als beeldend kunstenaar en initiator/ coördinator van verschillende projecten op cultureel gebied exposeerde hij tot over de grenzen op tientallen plaatsen, waaronder talrijke musea. Voor zijn verdiensten op cultureel gebied ontving Ignace Schretlen de Ridderorde van Oranje-Nassau. Voor meer informatie: www.ignaceschretlen.nl
STATIE IV 2003 Jezus ontmoet zijn moeder Maria Zeefdruk 35 x 50 / zw - geschept papier Nr. 6/30 - gesigneerd rechts-onder Grafisch atelier Kurtface (Den Bosch)
STATIE VI 2003 Veronica droogt het aangezicht van Jezus af Zeefdruk 35 x 50 cm / zw - geschept papier Nr. 25/30 - gesigneerd rechts-onder Grafisch atelier Kurtface (Den Bosch)
TOEGEVOEGDE KRUISWEGSTATIE 2003 De angstdroom van Jezus Zeefdruk 35 x 50 / zw - geschept papier Nr. 6/30 - gesigneerd rechts-onder Grafisch atelier Kurtface (Den Bosch)
JE EIGEN KRUISWEG 2005 De veertien staties samen Zeefdruk 50 x 70 / rood Nr. 4/18 - gesigneerd rechts-onder Grafisch atelier Kurtface (Den Bosch)
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
13
COLUMN |
TEKST: BERT KEIZER
|
FOTO : JAN OEGEMA
|
Twee ingrepen
Bert Keizer
Totnogtoe is het twee keer gebeurd dat een chirurg zich voorbij mijn huid waagde. De tweede keer ging het om een kankertje onder mijn rechter ooglid. “Stelt niks voor”, zei de chirurg, die ik persoonlijk ken, “moet wel even verwijderd worden.” Ik weet niet of het een goed idee is je door een vriend te laten opereren en als ik een week later zijn behandelkamer binnenloop, twijfel ik nog steeds. Gelukkig is hij in een jolige bui.
“Hoi, je treft het, ik ben een beetje trillerig vandaag, gisteravond een zuipfeest zeg, je weet wel, wie het meeste op kon, zo’n toestand.” “Ik vertrouw je, Dick.” “Echt? Vertel mijn kinderen eens hoe dat voelt!” Terwijl hij bezig is met wat ik beschouw als een uitermate precaire ingreep die opperste concentratie en doodse stilte vereist, kletst hij honderduit. “Je weet dat ma zo dement is als een bos uien, ben ik laatst op bezoek bij haar en ik denk wat is er toch met haar gezicht?” Hij onderbreekt zijn relaas om de co te instrueren, die met een schaartje op me af komt: “Nee, je moet eerst steun zoeken voor je werkende hand en dan pas de handeling verrichten.”
En tegen mij: “Ja, we hebben een blinde co deze week, je moet hem echt ALLES voordoen, opleiding tegenwoordig ... Maar waar hadden we ’t over?” “Je moeder - bos uien - dement.” “O ja, ze leek dus heel anders, en ik zag het pas toen ik afscheid nam, ze had lippenstift op haar wenkbrauwen zitten smeren. Hoe vind je die?” Ik vind niks, ik vind dat hij zich op mijn ooglid moet concentreren en niet op het rare gezicht van zijn moeder. Hij ziet wel dat ik zenuwachtig ben en bij het afscheid zegt hij dan ook geruststellend, op z’n Schopenhauers: ‘Geen zorgen hoor, het ergste komt nog.’ Maar de eerste chirurgische ingreep die ik onderging was veel erger. Vasectomie. Het gebeurde op een vrijdagmiddag in een ziekenhuis ver van mijn werkplek waar niemand mij kende. In de wachtruimte werd ik geplaagd door de gebruikelijke nachtmerries die mij vanuit al te intieme kring waren voorspeld: impotentie natuurlijk - het olifantenscrotum dat alleen wijdbeens waggelen toestaat - waterige orgasmes die nog nauwelijks deining veroorzaken maar die je langzaam maar zeker het zicht ontnemen op wat ooit ... “Bent u zo ver?” vroeg de zuster tot mijn schrik en terwijl ik haar volgde naar de behandelkamer, dacht ik even aan vluchten. Eenmaal binnen werd ik op een soort van hakblok gelegd waar een fragiel klein glazen tafeltje naast stond waarop een zuster met onnodig luid gekletter één voor één een set geniepige pulkertjes en knijpertjes en schrapertjes neerlegde. De uroloog kwam nors binnenbenen, gaf me een hand, spoot de verdoving, deed zijn handschoenen aan en terwijl hij mij nog eens aankeek alsof hij zeggen wilde “heb jij eigenlijk niks beters te doen dan hier je zaadbuizen te komen laten doorhalen?”zag ik eindelijk dat ik het goed zag: het was Daniel F. Indertijd één van die vermoeiende eindeloos actievoerende altijd politieke solidariteit belijdende jaargenoten die ik graag belachelijk maakte, maar die nu zat te pielen in mijn startmotor waar hij uit wraak voor mijn ondermijnende praatjes van toen, wel eens de verkeerde kabel uit zou kunnen sjorren. Hij herkende me niet. Of nog niet. Dus maakte ik me geestelijk hééél klein en deed erg meegaand en beaamde al zijn platitudes en keek adequaat verschrikt toen hij mij tot tweemaal toe een wit slangetje liet zien dat hij uit mijn lies had gepeuterd. “We zullen er maar een flink stuk uitnemen, dan is de zaak tenminste onherstelbaar.” Ik keek hem een beetje angstig aan, want ik begreep niet helemaal waar hij heen wilde. “Ik bedoel voor bij de onderhandelingen straks, zo tegen uw vijftigste als u een nieuwe vriendin hebt die toch kinderen wil en oprekanalisatie aandringt.” Hij lachte bulderend en ik hinnikte zo goed mogelijk mee. Ik weet na al die jaren nog steeds niet of hij me heeft herkend.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
15
HOOFDARTIKEL |
TEKST: TIM D . WENTEL , DERMATOLOOG
|
FOTO : DREAMSTIME
|
Rood haar is altijd omgeven geweest met allerlei mythen en fabels. Ook op medisch gebied zijn diverse verhalen bekend die deels waar en niet waar zijn. In dit artikel worden een aantal feiten en fabels over rood haar nader verklaard.
Rrrrrrood De mens toonde altijd al een fascinatie voor wat afwijkend is. Zo ook voor rood haar: er zijn ontelbare anekdotes over hoe met dit opvallende kenmerk van een deel van de wereldbevolking is omgegaan. Op het ene moment werden roodharigen verguisd en zelfs vervolgd, terwijl enkele eeuwen of soms zelfs enkele jaren later rood haar weer gold als het ultieme schoonheidsideaal. Vreemd is die aandacht voor de kleur rood niet. In het hele dierenrijk zijn talloze voorbeelden van dieren met een sterke voorkeur voor felle kleuren als rood en oranje. Denk aan de rode kleur bij bavianen die vruchtbaarheid letterlijk zichtbaar maakt. Zijdelings past dit bij de bevindingen van psychologisch onderzoek, waarbij men mannen liet kijken naar foto’s van vrouwen. Vrouwen die rode kleding droegen of voor een rode achtergrond stonden, werden als aantrekkelijker beoordeeld. De mooiste uitspraak die ik ken over de afkomst van het rode haar komt van Mark Twain: “While the rest of the species descended from the apes, redheads descended from cats.” In werkelijkheid is het iets minder makkelijk om vast te stellen waar het rode haar zijn oorsprong heeft. De meest gangbare theorie wil dat de genetische opmaak die voor rood haar codeert, afkomstig is van de Neanderthalers. De vermenging van Neanderthalers en homo sapiens zou zo’n 50.000 jaar geleden rond Mesopotamië
16
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
(het huidige Irak/Iran) hebben plaats gevonden, waarna verspreiding over Europa optrad. Het relatief grote aandeel roodharigen in Ierland (11%), Schotland (13%) en zelfs Nederland en Scandinavië (± 4%) zou dan veroorzaakt zijn door de geringe migratie van de bevolking in deze landen; de recessieve genen die voor rood haar coderen zouden op die manier behouden zijn gebleven in een relatief kleine en afgebakende populatie.
Evolutionair voordeel De mobiliteit van de mensheid is enorm toegenomen met als gevolg een vermenging van alle mogelijke menselijke rassen. Sommigen zien hierin het einde van de roodharigen, maar hoewel recessieve genen hierdoor mogelijk vaker gekoppeld gaan worden aan hun dominante tegenhanger en daardoor minder vaak tot expressie zullen komen, zal roodharigheid als eigenschap nooit uitsterven. De genen blijven immers verspreid over de mensheid aanwezig en zullen elkaar altijd blijven ‘vinden’. Waarschijnlijk worden mensen met rood haar dus nog zeldzamer dan ze nu al zijn, maar ze zullen nooit helemaal verdwijnen. Het wijdverspreid zijn van een recessief gen kan duiden op een evolutionair voordeel. Hiervan lijkt inderdaad sprake. Rood haar kan natuurlijk een aantrekkelijke eigenschap zijn en door biologische of sociale voorkeuren een makkelijker door te geven eigenschap zijn. Daarnaast wordt gedacht dat in de laatste ijstijd, waarmee het ontstaan van roodharigen samenvalt, het een voordeel had om rood haar en een lichte huid te hebben. De intensiteit van het zonlicht in de noordelijke streken was toen een stuk minder, waardoor roodharigen met minder UV-straling voldoende vitamine D konden aanmaken. Tot slot is het gen dat het meest betrokken is bij de eigenschap ‘rood haar’ ook betrokken bij het afweersysteem en zouden mutaties in dit gen samen kunnen vallen met een betere afweer tegen sommige ziekten.
Gebruinde miniatuurhuidjes Dermatologen zien dagelijks de gevolgen van overmatige blootstelling aan zonlicht op de huid. Er is zelfs sprake van een ‘epidemie’ aan (pre)maligne huidaandoeningen, die rechtstreeks te koppelen valt aan overmatig zonnen en gebruik van zonnebanken. Roodharigen lopen door hun lichte huid en het onvermogen een goede bruiningsrespons op te wekken meer kans op zonschade dan anderen. De sproeten - zo kenmerkend voor veel roodharigen - zijn eigenlijk de ‘normale’ huid bij roodharigen; het is juist de niet kleurende huid rond de sproet die afwijkend is. Een roodharige jongedame kreeg ooit eens het advies om maar uit de zon te gaan, omdat ze toch niet bruin zou worden. Ze antwoordde: “Ik werk aan mijn verzameling gebruinde miniatuurhuidjes.”
Naast de gevoeligheid voor zonschade zijn er een aantal andere gezondheidsproblemen die specifiek vaker voor lijken te komen bij roodharigen. Er is echter geen bewijs voor de aanname dat roodharigen een grotere bloedingsneiging zouden hebben, wat vaak wordt beweerd en zelfs onder artsen de ronde doet. Nooit vergeet ik de roodharige dame van in de veertig die mij vertelde dat ze als kind na het knippen van de amandelen als enige op zaal achter moest blijven. “Want”, zo sprak de anesthesist, “roodharigen bloeden altijd langer na.” Een mogelijke verklaring voor dit misverstand is de lichte huid van mensen met rood haar, waardoor bijvoorbeeld blauwe plekken beter en langer zichtbaar zijn. Opvallend is de oververtegenwoordiging van roodharigen in de patiëntenpopulatie met het syndroom van Gilles de la Tourette, waarbij bij 22% van de tourettepatiënten rood haar wordt gevonden en 55% van de patiënten eerste- of tweedegraads familieleden met rood haar heeft. Een ander medisch probleem is de gevoeligheid voor pijn die hoger is bij roodharigen. Studies laten zien dat roodharigen meer lokale verdoving nodig hebben dan anderen om een pijnprikkel niet langer waar te nemen.
Vlammend temperament Uit de medische perikelen rond rode haren blijkt al dat rood haar met veel mystiek omgeven wordt. Door de geschiedenis heen zijn roodharigen aanbeden en verguisd en is een groot aantal eigenschappen aan hen toegeschreven. De oude Grieken hebben al beschrijvingen van roodharigen nagelaten, waarbij de Thraciërs (Bulgarije) als roodharigen met blauwe ogen werden beschreven. Fameuzer nog zijn de ervaringen van de Romeinen met de Picten en Kelten in West-Europa. Ten tijde van keizer Nero, in 61 na Chr., brak op de Britse eilanden een opstand uit onder de Kelten. Geleid door koningin Boudicea, die volgens onder andere de Romeinse geschiedschrijver Tacitus net als veel van haar strijders getooid was met ‘vlammend rood haar’, veroverden de Keltische legers verschillende Romeinse legerplaatsen en maakten ze het twintig jaar eerder gestichte Londinium met de grond gelijk. Uiteindelijk werden de Kelten verslagen bij de slag bij Watling Street, waarna Boudicea de hand aan zichzelf sloeg. Onder Romeinen was echter voor altijd de link gelegd tussen rood haar en een heftig temperament. Het werd onder gegoede Romeinen zelfs mode om roodharige slaven te hebben, die dan ook een hogere prijs opbrachten dan slaven met een andere haarkleur. Het temperamentvolle karakter van roodharigen wordt mogelijk mede veroorzaakt door het ‘anders zijn’, waardoor kinderen met rood haar zich weerbaarder opstellen
tegenover de buitenwereld. Er is dus sprake van een self-fulfilling prophecy. Veelbesproken is het vermeende seksuele temperament van roodharigen. Vrouwen met rood haar hebben frequenter seks en zij hebben in hun leven een groter aantal seksuele partners, zo heet het. Is het waar? En zo ja, wat is de oorzaak hiervan ? Die ligt eigenlijk wel voor de hand; het zijn niet de vrouwen die meer op seks gericht zijn, maar de mannen die roodharige vrouwen als seksueel aantrekkelijk én seksueel actiever zien.
Duivel en icoon Andere eigenschappen die aan roodharigen zijn toegeschreven, zijn minder onschuldig van aard. Zo zou rood haar een teken van de duivel zijn, waarbij het natuurlijk geen toeval is dat ook Judas rood haar had. In het beruchte handboek van de Inquisitie, de Malleus Maleficarum (ofwel de ‘Hamer tegen het Kwaad’), wordt rood haar gekoppeld aan hekserij, weerwolven en vampirisme. Ook nu nog wordt in sommige streken rood haar met een scheef oog bekeken. Zo is het op Corsica gebruikelijk op straat te spugen en rechtsomkeert te maken bij het tegenkomen van iemand met rood haar. Het hangt er overigens maar net van af in welke streek of cultuur je met roodharigen te maken krijgt. Veel nakomelingen van de Kelten hebben het motto ‘ik ben zo trots op m’n afkomst dat ik het graag laat zien’ en in tegenstelling tot Corsica maak je in Polen grote kans op het winnen van een prijs in de loterij als je drie roodharigen achter elkaar tegenkomt. Ook het wrijven over het haar van een ‘rooie’ zou volgens de overlevering in sommige streken geluk brengen. Roodharigen bevinden zich overigens in goed gezelschap, met onder andere de Bijbelse koning David, Napoleon, Oliver Cromwell, Cleopatra, Vivaldi, Van Gogh, Gallilei en koningin Elizabeth I in hun midden. De laatste twee decennia is er een toenemende interesse en waardering voor rood haar gekomen. Helemaal nieuw is dit niet; beroemde kunstenaars als Sandro Boticelli, die Venus op zijn ‘de geboorte van Venus’ al met rood haar schilderde en Gustav Klimt waren al gefascineerd door de magnetiserende kleurschakeringen die roodharigen te bieden hebben. Roodharige modellen nemen een steeds prominentere plaats in bij onder andere kunstfotografie en reclame-uitingen. De tijd dat je als roodharig kind op school werd gepest, is voorbij; tegenwoordig is er eerder sprake van bewondering, hetgeen het duidelijkst tot uiting komt in de verkoopcijfers van haarverf: de rode kleur verkoopt al jaren het best. Zoals in de Vogue een jaar of tien geleden al te lezen was: ‘Even plain redheads get looked at quite a lot. A really good-looking one comes through every door like a thunderclap.’
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
17
WASSEN | TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN , JOSINE DE BES , CATHELIJNE BIK | | ILLUSTRATIE : RON SLAGTER |
FOTO ’ S : DREAMSTIME
|
Zin en onzin
Wassen met
water en zeep
Menig dermatoloog wast het eigen lichaam niet vaker dan strikt noodzakelijk en bij voorkeur zonder zeep. En dan hebben we Want die zepen ze wel in. Vanwaar deze terughoudendheid? En is die terecht? Wat zijn de voor- en nadelen van het gebruik van water en zeep bij een gezonde (niet droge of vette) huid? Hoe zinvol is wassen? En hoe schadelijk? Wat gebeurt er met een huid die niet regelmatig een wasbeurt krijgt? Wanneer kun je de huid beter niet wassen?
18
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
Geschiedenis van baden, wassen en zepen Niet alleen de mens houdt van baden en wassen. Dieren doen er net zo hard aan mee. Olifanten zijn zichtbaar blij als ze na al het gesjok over de savanne een poel met water tegenkomen waarin ze de beentjes kunnen losgooien. Dat ze daarbij ook de modder niet schuwen, maakt het moeilijk om dan van wassen te spreken (zie ook HUID2). De oudste documentatie van wasrituelen is terug te vinden op kleitabletten uit Babylonië en hiëroglyfen uit Egypte. Volgens niet citerende bronnen op internet zou de eerste vermelding in de Europese literatuur over baden en wassen met zeep op naam van de Griekse dichteres Sappho staan. Zij zou rond 600 v. Chr. hebben beschreven hoe wasvrouwen op het Griekse eiland Lesbos tot de ontdekking kwamen dat hun kleren schoner werden als het rivierwater een gele kleur had. Die verkleuring was afkomstig van dikke gele smurrie van een nabij gelegen tempel waar afval van offerdieren (vetten) zich vermengde met smeulend houtskool. Mogelijk dat het zo is gegaan, maar dat Sappho haar naam heeft verbonden aan zeep (in het Latijn sapo) is niet waarschijnlijk, want er zijn geen echte rivieren op Lesbos en in het werk van Sappho dat wij er op na lazen, is niets over wasvrouwen te vinden.
Wat is zeep? Met alleen water krijgt men de huid nauwelijks schoon. Dat komt doordat vuil, dat vaak vet is, moeilijk in water oplost. Met zeep lukt dat wel. Chemisch gezien is zeep het zout van vetzuren dat ontstaat uit hydrolyse van plantaardige of dierlijke vet met een loog. Uit die reactie (ook wel verzeping genoemd) ontstaat dan een vloeibare of poedervormige substantie. De verbrandings producten van hout en andere plantaardige stoffen, ook wel potas genoemd, bevatten dergelijke logen, onder andere natriumen kaliumcarbonaat. Die worden in warm water omgezet in natronloog (NaOH) en kaliloog (KOH). Dat zijn alkalische goedjes die huid en ogen kunnen aantasten, indien ze in hoge concentratie aanwezig zijn. Natronloog, ook wel caustische soda genoemd, wordt onder andere gebruikt als reinigingsproduct en gootsteenontstopper. De combinatie van vet met kaliumzouten levert zachte vloeibare zepen, terwijl met de natriumzouten meer harde zepen ontstaan. In het verleden werd zeep gemaakt door het kokende vet van varkens door potas te laten druppelen. Omdat de sterkte hiervan nogal varieerde, was de kwaliteit van zeep dikwijls niet al te best. Aan het eind van de 18e eeuw lukte het om pekel (zout, natriumchloride) om te zetten in soda (natriumcarbonaat). Hierdoor werd het mogelijk zeep op grote schaal fabrieksmatig te maken en kwam het product voor iedereen binnen handbereik.
Hygiëne In de loop van 19e eeuw kwam het ‘hygiënisme’ in zwang. Dat heeft veel goeds gebracht. Zo is de daling van de kindersterfte in belangrijke mate toe te schrijven aan het gebruik van schoon drinkwater en het wassen van de handen. Men dacht dat wassen met zeep de huid smetvrij maakte van plaagdieren als luizen en vlooien, wat deels ook zo is, maar schrobben met water en zeep leidt niet alleen tot een diepere reiniging, maar ook tot beschadiging van de natuurlijke barrière. Schadelijke bacteriën (die toen nog niet bekend waren) krijgen daardoor juist meer kans de huid binnen te dringen.
Huidflora Op de huid zitten heel veel bacteriën. Zij gebruiken de huid als vaste of tijdelijke woonplaats en als omgeving om voedsel te verwerven. Zij worden ook wel commensalen (letterlijk: tafelgenoten) of huidflora genoemd. De meeste bacteriën uit de natuur zijn voor ons totaal onschadelijk en kunnen bij ons zelfs niet overleven. De goed aangepaste commensalen die onze huid en slijmvliezen permanent koloniseren, beschermen ons met hun aanwezigheid rechtstreeks tegen ongewenste nieuwkomers, die men pathogenen of ziekteverwekkers noemt.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
19
Rond 1870 werd in Engeland de eerste grootschalige reclamecampagne ingezet rond het merk ‘Pears’ Soap. Deze en latere zeepreclames brachten naar voren dat een ideale huid, een gezonde en gave huid was. Voor het eerst werd hygiëne in medische zin verbonden met schoonheid in esthetische zin. Dat wil zeggen, een huid zonder viezigheid was niet alleen beter voor je lichaam, het zou je ook een beter en mooier mens maken. Zeep waste dus niet enkel de huid schoon, maar boende ook de geest. Dit geloof is nog steeds diep geworteld. Zeep valt als cultureel fenomeen niet te onderschatten. Sterker: ‘zeep’ is letterlijk de basis voor de televisieserie die ‘soap’ heet. Volgens Van Dale is een soap een opzettelijk sentimentele vervolgserie voor radio en tv, met huiselijke gebeurtenissen, vroeger vaak gesponsord door zeepfabrikanten. De historische verklaring voor dit woordgebruik is dat begin 20e eeuw de zeepfabrikanten op de wikkels van de zeeptabletten afleveringen van een vrij simpel vervolgverhaal plaatsten, in de vorm van een eenvoudig plaatje met minimale tekst, om zo de verkoop en merkentrouw te bevorderen. Een over enige maanden aangekochte reeks zeeptabletten vormde zo toentertijd een TV-soapserie avant la lettre.
Foto omslag van het boek ‘Harden’. Het harden van kinderen. Auteur: Dr. Rudolf Hecker. In het Nederlans vertaald en bewerkt door Dr. C.C. van der Heide; september 1903. Uitgeverij A.E. van der Heide - Haarlem
Hoe werkt zeep en wat doet het met de huid? De hoornlaag van de opperhuid bestaat uit een laag afgestorven hoorncellen die stevig aan elkaar vast zitten en omgeven zijn door huidvetten. Hiertoe behoren ceramiden (25-30%), cholesterol (25-30%), sterolesters (8-10%), vetzuren (10%), squaleen (3%) en triglyceriden (1-2%). Ze zorgen voor een groot deel voor de beschermende barrièrefunctie van de huid. Als zeep in contact komt met water, komen de zeepmoleculen vrij. Zij hebben aan de ene kant een wateroplosbare (hydrofiele) kop en aan de andere kant een vetoplosbare (hydrofobe) staart. Vuildeeltjes zijn vaak vet. De vetoplosbare staarten van de zeepmoleculen plakken zich daaraan vast en dringen ook de vetbolletjes binnen. Door de zeepmoleculen is het vuildeeltje aan de buitenkant nu wateroplosbaar. Hierdoor kan men het vuil van de opperhuid losmaken en wegspoelen met het water. Ook zullen de binnendringende staarten van de zeepmoleculen grote vet(vuil) deeltjes als het ware loswoelen (‘dispergeren’) tot vele kleine bolletjes vuil/vet. Hoe warmer het water is, des te meer (beschermende) huidvetten weggespoeld raken. Jammer genoeg hecht die vetoplosbare kant van zeep zich ook aan de natuurlijke vetlaag van de huid en wordt ook dit meegenomen met het water. Deze vetlaag wordt wel weer aangevuld door de talgklieren, maar in de tussentijd is de huid minder beschermd tegen invloeden van buitenaf. De ontvettende werking van zeep wordt ook wel het wasactieve effect genoemd. Wasactieve stoffen (ook wel oppervlakte-actieve stoffen, detergentia of tensiden genoemd) zorgen voor een volledige bevochtiging van het te reinigen oppervlak. Zij werken allemaal min of meer op de manier zoals hierboven beschreven met een waterminnende (hydrofiele) kop en een waterafstotende (hydrofobe) staart. Behalve zepen zijn er ook synthetische producten met een wasactieve werking. Zij worden ook wel syndets (=samentrekking van synthetisch en detergens), zeep zonder zeep of zeepvrije zeep genoemd. Zeepvrije zeep doet vermoeden dat dit milde middelen zijn, en deels is dat ook zo, maar niet altijd. Sommige zijn ‘heavy duty cleansers’. Zij kunnen net zo schadelijk voor de huid zijn als gewone zeep. Hun werking is tegelijkertijd ook hun bijwerking. Simplistisch zou je kunnen stellen: Hoe meer ze ontvetten, des te meer maken ze schoon, maar des te schadelijker zijn ze voor de huid. Nog even iets over hard en zacht water. In zacht water, water dat weinig kalk bevat, is zeep een goede wasactieve stof. In kalkrijk (hard) water wordt zeep inactief en omgevormd tot onoplosbare kalkze(e)p(en). Door afzetting van kalkzouten op de huid wordt het terugvetten bemoeilijkt en voelt de huid strak en droog aan. De vorming van kalkzeep kan men tegengaan door wateronthardende stoffen toe te voegen. Daarmee blijft ook de waskracht behouden.
Artikelen over onderzoek naar het effect van wassen met water en zeep Adviezen over het wassen van de huid zijn even talrijk als divers. Wat is de wetenschappelijke grond daarvoor? Wij hebben in PubMed, een wetenschappelijke database op internet, gezocht naar klinisch vergelijkende studies met de zoektermen ‘wash’, ‘skin’, ‘water’ en ‘soap’. Deze zoekactie leverde voor de gezonde huid ruim honderdvijftig artikelen op. De meeste artikelen gingen over handen wassen en desinfectie. Uiteindelijk hielden wij vijf studies over die enige informatie gaven over het nut van wassen met en zonder zeep bij de gezonde huid.
20
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
Hodgkinson en zijn medeauteurs schreven een overzichtsartikel over het effect van wassen met ‘zeepvrije’ zeep op de huid van (incontinente) ouderen (65+) in een verpleeg- of bejaardenhuis. De onderzoekers selecteerden elf studies met ‘schade aan de huid’ als uitkomstmaat. Hoewel niet alle studies goed waren opgezet en even betrouwbare gegevens opleverden, concludeerden zij dat met deze zeepvrije producten minder uitdroging en beschadiging van de huid optrad dan met gewone zepen. Hartmann onderzocht met een aantal collega’s wat het effect was van dagelijks wassen met zeep gedurende drie weken op de bacteriën op de buigzijde van de onderarmen bij vierentwintig vrijwilligers. Het leverde niet veel op. Er waren net zo veel bacteriën voor als na het baden. Ook was er geen zichtbare verandering van de huid. Het team van Voegeli deed een vergelijkbaar onderzoek. Zij keken eveneens naar het effect van het dagelijks wassen van de huid van de onderarmen bij vijftien proefpersonen; zij pasten drie verschillende was- en droogregimes toe op elke arm; elke techniek werd twee maal herhaald met twee uur tussenpozen. De onderzoekers keken onder andere. naar het verlies van water via de huid en naar roodheid. Zowel bij wassen met water als bij wassen met water en zeep trad waterverlies via de huid op
(vooral bij heet water). Hoe hoger de wasfrequentie, des te meer schade aan de huid ontstond. Daarbij maakte het niet uit of de huid daarna met een handdoek werd drooggewreven of gedept. Ook Nederlandse dermatologen hebben onderzoek gedaan naar het effect van zeep op de huid. Van der Valk en collega’s gingen bij dertien verschillende zepen na wat het effect was op het waterdampverlies bij gebruik hiervan op de onderzijde van arm. Alles bij elkaar waren de verschillen minimaal. Het lijkt erop dat de een meer last heeft van het ene product en de ander van een ander product. Dan is er nog het onderzoek van Bartels en collega’s. Zij deden een vergelijkend onderzoek naar het effect van het wassen van de huid bij vierenzestig pasgeborenen. Zij maakten vier groepen van zestien kinderen die tweemaal per week werden gewassen volgens een vast regime: of alleen met water, of met water en ‘milde’ zeep, of met water en daarna ingesmeerd met crème, of met water en zeep en daarna ingesmeerd met crème. Er waren wel wat verschillen, maar eigenlijk deed het er allemaal niet zo veel toe. Het gebruik van crème na het wassen zorgt ervoor dat de huid minder vocht verliest. Maar of deze maatregelen bij een gezonde huid bijdragen aan een betere bescherming tegen uitdroging, is niet aangetoond.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
21
Discussie Wat gebeurt er met een huid die niet regelmatig wordt gewassen? Dan ontstaat er een ophoping van talg, hoorncellen, zweet en viezigheid die tot een aangekoekte verkleuring van de huid kan leiden. Meestal gaat het om een bepaalde plek op het lichaam. Er zijn verschillende casussen beschreven in de literatuur, zoals een man die de huid rond een pacemaker nooit waste omdat hij bang was die te beschadigen of een vrouw de rechterkant van haar borst niet aanraakte door de pijn die dit veroorzaakte nadat haar borst was geamputeerd, of een man die verschillende botbreuken had en daardoor beperkt was in zijn mogelijkheden om een washandje te gebruiken. Men spreekt van dermatosis neglecta (verwaarloosde huidaandoening). Eigenlijk is het meestal niet meer dan een onschuldige ‘huiduitwas’. Het nut van wassen van de huid is vooral dat vuil en schadelijke bacteriën die de huid of de persoon kunnen besmetten, worden weggespoeld. Vuil en bacteriën zitten voornamelijk op de handen. Maar daar gaat ons stuk niet over. De handen hebben wij er buiten gelaten, want dat is een ander verhaal. Of aan het wassen van de rest van de huid het zelfde nut kan worden toegeschreven, is twijfelachtig. Het nut lijkt vooral van een andere orde: het wassen geeft het mensen een ‘schoon gevoel’. Men wil goed verzorgd voor de dag komen. Bovendien worden in de huidige samenleving penetrante lichaamsgeuren (afkomstig van stoffen die baceriën produceren!) nauwelijks meer geaccepteerd. Het verdrijven daarvan lijkt tegenwoordig het belangrijkste doel van het wassen. Maar wassen is ook schadelijk. Als men de huid veel wast, wordt de barrièrefunctie van de huid aangetast. Een deel van de natuurlijke huidvetten en de cellen van de hoornlaag gaat hiermee verloren. Bij uitdroging gaat de huid dan extra talg produceren om het verlies aan vet te compenseren. Als de huid met rust wordt gelaten en de tijd krijgt om te herstellen, duurt dit herstel ongeveer een week. Dat syndets milder zijn voor de huid, zoals reclames ons vaak willen laten geloven, is niet per definitie zo. Wel kunnen ze milder zijn doordat ze het verlies van huideigen vetten enigszins tegengaan. Maar uiteindelijk gaat het toch om de ontvettende werking en de frequentie en intensiteit waarmee men wast. Het is net als bij het nuttigen van zout. Een beetje zout op het eten kan geen kwaad, maar veel zout is niet goed. Mensen met een gezonde huid kunnen probleemloos hun huid wassen met water, al of niet met zeep of zeepachtige producten. Maar doe het niet te veel en wie dat per se wil, doet er verstandig aan de huid daarna in te vetten.
Conclusie Wel of niet wassen, het lijkt niet zo veel uit te maken bij een gezonde huid. Waarschijnlijk was de vraag die aan het begin was gesteld (‘hoe zinvol is wassen?’) niet de beste vraag, want wel of niet wassen, het lijkt niet zo veel uit te maken bij een gezonde huid. De huid kan wel een stootje hebben. Vuil op de huid leidt niet meteen tot problemen en wassen met zeep evenmin. Misschien had de vraag moet luiden: hoe aangenaam is wassen? Die vraag en de beantwoording daarvan bewaren we voor een andere keer. Het insmeren van de gezonde huid, evenals het gebruik van zeep, is vooral cultureel bepaald en het nut in medische zin staat niet vast.
|
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
Experts aan het woord!
Wel of niet wassen? Bij een goede inhoudelijke discussie over ‘wel of niet wassen’ zijn experts onmisbaar. Om die reden vond een rondetafelconferentieplaats in Utrecht. De ervaringsdeskundigheid van de experts voerde de boventoon en van een consensus was geen sprake.
Enkel dermatoloog Paul Berretty trok zich terug, maar niet nadat hij zijn mening kort weergaf: “Sinds dit jaar ben ik niet meer echt actief in de dermatologische praktijk en daarom ook niet meer zo aangewezen als referent te dienen. In mijn werkzame periode heb ik altijd een ieder geadviseerd om spaarzaam te zijn met water en zeep om de huid zo goed mogelijk in conditie te houden. Meerdere van mijn patiënten wasten op mijn advies nooit meer hun haar met shampoo maar spoelden het alleen met water uit. Prachtige haardossen en geen jeukende of schilferende schedelhuid!” Daarmee zette hij wel meteen de toon.
Erfenis van kindheid Bijval krijgt dit standpunt van oud-dermatoloog Joop Lambers die met gevoel voor ironie de eretitel “de vieze dermatoloog” draagt. Hij voert alles terug op de eigen jeugd: “Ik ben van 1945 en dat is de generatie die zich éénmaal per week in de teil mocht wassen. De oudste kreeg het schone water, je was te beklagen als je de zevende in de rij was. Veel later ontdekte ik dat ik blij mocht zijn om dit te hebben meegekregen van mijn ouders. Ik ben geharnast de wereld ingeworpen. Mijn immuunapparaat staat permanent op scherp. Nog steeds vind ik eenmaal per week wassen voldoende, ook als ik heb gesport of in de tuin heb gewerkt. Ik voel mij soms net Napoleon die bij terugkomst van een veldslag een bode vooruitstuurde naar zijn echtgenote Josephine met de woorden: ‘Was je niet, ik kom eraan.’ ”
Tegengas geeft dermatoloog Vigfús Sigurdsson: “Ik was mij elke dag, tien minuten onder een douche van 37 graden Celsius, omdat ik mij dan fris en schoon voel. Ik was mijn haar elke dag met shampoo en ik gebruik elke dag zeep voor mijn lichaam, vooral voor oksels, genitaal en de voeten.”Wat betekent wassen voor hem? “Heel veel. Ik kom niet door de dag heen zonder een douche!” Instemmend knikt dermatoloog Pieter van der Valk: “Dagelijks en na het sporten - drie tot vier keer per week - met zeep en redelijk warm water. Ik sta doorgaans niet lang onder de douche: wassen en afspoelen is genoeg. Soms ga ik met mijn vrouw in bad met olie of veel schuim. Dit regime voer ik uit omdat ikzelf en mijn omgeving dat prettig vinden. Bovendien werkt het ontspannend!” Ook dermatoloog Bing Thio refereert aan de lekkerte van een goede was- of douchebeurt. Een- of tweemaal per dag douche ik, in de tropen zelfs driemaal per dag. Heerlijk om die zandkorrels van het strand weg te spoelen. Een lekker lauwwarme douche, 30 graden. Met douchegel of zeep.
Weinig evidence Lambers persisteert: “Het is gewoon niet echt nodig.” Dat vindt weerklank. Van der Valk: “Ik geloof niet dat het zo geweldig nuttig is voor een normale huid. Veel evidence zal er niet zijn.” “Van mijn ouders kreeg ik mee”, stelt Sigurdsson: “Als kind niet al te vaak wassen, dat is niet echt nodig. Je zweet niet zo veel als kind. Vanaf de pubertijd elke dag wassen. Zo denk ik er ook over.” In hun opleiding kreeg wassen nauwelijks aandacht, behalve bij Van der Valk en Thio, zij het beperkt. Van der Valk: “Wassen met zeep is slecht voor de (zieke) huid. Ik geloof niet erg in het schadelijk effect van rinse-off producten, mits niet overdreven wordt. Bij chronisch constitutioneel eczeem kan wassen jeuk oproepen. Dan niet te lang, te vaak, te heet, niet teveel met zeep en daarna invetten. Ik geef nooit het advies niet te douchen.” “Ja, wassen is slecht voor de huid bij eczeem, droge huid, jeuk et cetera”, betoogt Thio. “Het juiste verhaal zit in het feit dat je door te wassen de bacteriën op je huid modificeert en daardoor invloed uitoefent op de cellen van het immuunsysteem.” Lambers reageert schouderophalend: “Te vaak heb ik als dermatoloog in de wintermaanden mensen met uitdrogingseczeem gezien (vooral de benen) of gebarsten en jeukende huid die soms echt nat was”. Hij wil nog een axioma kwijt over al die geurtjes in zeep en toiletgerei. “Ik durf te stellen dat het aantal echtscheidingen in Nederland drastisch omlaag zou gaan als al die geurtjes er niet zouden zijn. Mensen herkennen tegenwoordig elkaar niet meer aan hun natuurlijke geur. Soms komen ze daar pas jaren later achter en denken ze: ‘Jesses, wat een geur!’ ”
Nieuwe generatie Welke adviezen gaven deze dermatologen hun eigen kinderen mee? Sigurdsson is het meest resoluut: “Mijn kinderen zijn nu 30, 24, 20 en 18 jaar oud: zij douchen allemaal elke dag!” Hij vindt Thio aan zijn zijde: “Minstens een keer per dag, om weer fris door het leven te gaan.” Van der Valk laat het bij algemene adviezen omdat ‘ieder zelf moet weten hoe hij/zij zich verzorgt, zolang het sociaal niet een probleem gaat vormen.’ Zijn advies: “Niet te lang en te heet, wel de edele delen schoon houden.” Die zorgen kent Lambers niet: “Ik heb geen kinderen.” Toch bezwijkt ook hij - soms - onder de morele druk: “Als mijn vriendin zegt dat ik stink, wil ik nog wel eens een douche nemen. Zonder zeep natuurlijk!”
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
23
HOOFDARTIKEL |
TEKST:
.... |
FOTO : DREAMSTIME
|
Huidverzorging is al lang niet meer het domein van dames. Heren smeren ook, zoals presentator Humberto Tan, in 1999 verkozen tot de beste geklede man van Nederland en sindsdien eigenaar van een eigen kledinglijn. Daarnaast is hij ook ambassadeur van het Nederlandse Rode Kruis. En natuurlijk sportverslaggever. FOTOGRAFIE : MARIE CÉCILE THIJS
‘Iksmeer dus ikben’ “Ik gebruik nooit zeep bij het wassen van mijn huid. Alleen water. Wel iedere dag. Onder de douche scheer ik mijn gezicht en hoofd. Daar ben ik ooit mee begonnen toen ik kaal werd. En dat is mij goed bevallen. Daarna smeer ik mij in. Met vaseline, ook mijn hoofd. Zonder crème voelt het niet prettig.”
8&9 OKTOBER JAARBEURS UTRECHT
DermaFair 2011 is een uniek tweedaags evenement met heel veel informatie over de huid. Zoals huidbehandelingen, huidproblemen (én de oplossingen!), huidverzorging en huiddecoratie.
Bezoek hét evenement voor de huid dermafair 2011 Altijd al eens vrijblijvend bij een goede specialist te rade willen gaan? Tijdens de DermaFair is er ook een consultatieteam van huidtherapeuten aanwezig! Er zijn daarnaast diverse presentaties die u gratis kunt bijwonen, zoals: • nutriënten voor de huid • zonlicht en huid • medische pigmentatie • (on)gewenste haargroei • behandeling van de aangedane huid • kuren in de dode zee Check de tijden van alle presentaties op de website. Een plaatsje reserveren? Dat kan! Via onze website www.dermafair.nl kunt u aangeven dat u een presentatie wilt bijwonen. Ook voor overige informatie en ticketverkoop kunt u op onze website terecht. Ticket aan de kassa € 20,-
Ticket in voorverkoop € 15,-
Organisatie: Infinity Event, 0529 48 00 55.
Tijdens de DermaFair vindt de opening plaats van de Week van de Huidtherapie
BEROEMDE ONTMOETINGEN DEEL
3
|
TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN
|
FOTO’S:IQ IMAGES, UNIVERSITY OF GLASGOW, ALAMY IMAGES, ALWAYSADORNED/DOCTORMACRO
SHEBA SALOMO
uit haar wensen en kleren bij
‘Salomo gaf Sheba al wat zij begeerde en vroeg, behalve wat hij haar schonk.’ Deze luttele Bijbelse woorden schetsen in een notendop de ontmoeting tussen twee Arabische grootmachten uit de Oudheid. Hoewel zekerheid ontbreekt over deze historische figuren, gaat het verhaal dat Sheba zwanger terugkwam uit Jeruzalem. M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
26
|
Jemen was, al ver voor 1000 v. Chr, een rijk land dankzij een vernuftig irrigatiesysteem dat pas bezweek door aardbevingen rond 500 v. Chr. Dat gold ook voor de rijke stad Marib, waar volgens de overlevering een tempel stond, rustend op vier zilveren zuilen. De stad verdween onder eeuwenlange zandduinen totdat Canadese archeologen in 2000 restanten van de tempel vonden. Wat eens een vruchtbaar en rijk gebied was, is nu een arme streek. Maar oude verhalen over rijkdom van dit land dat Scheba, Sheba of Saba heette, verspreiden zich ook buiten het Arabische schiereiland. Zo kreeg de herinnering zelfs mythische proporties. Vrijwel alle verhalen gaan over het leven van de koningin van Sheba, een tijdgenote van koning Salomo, die regeerde over een rijk ter grootte van het huidige Jemen en Ethiopië.
Bijbel en Koran Het was Sheba die Salomo bezocht. Volgens het Oude Testament had zij lucht gekregen van zijn wijsheid en rijkdom. Reden genoeg voor een soort staatsbezoek. Bij zo’n bezoek wisselen de vorsten geschenken en gedachten uit. Sheba schonk Salomo vele talenten goud, specerijen, edelstenen en almuggimhout. Dan volgt een beroemde zin: ‘Salomo gaf Sheba al wat zij begeerde en vroeg, behalve wat hij haar schonk.’ Een zin die meer doet vermoeden dan er staat. Naam en huidskleur worden in de bijbel niet vermeld, maar waarschijnlijk was Sheba donker. Ook in de Koran is Sheba de gast van Salomo. Als Salomo hoort van een heerseres in het zuiden die de zon aanbidt, stuurt hij haar een boodschap en dreigt hij met een invasie waarna Sheba hem kostbare geschenken stuurt. Salomo weigert die met de boodschap dat hij al iets bezit dat veel kostbaarder is, namelijk het geloof in één God. Daarop reist Sheba naar Salomo en accepteert zij het geloof in één heer. In de Kebra Nagast, het boek dat de afstamming van de koningen van Ethiopië beschrijft, verzoekt Sheba Salomo na aankomst dat hij haar niet met geweld zal nemen. Met een harem van duizend vrouwen had Salomo namelijk een zekere reputatie. Salomo stemt toe mits zij ook niets zonder zijn toestemming neemt. De maaltijd maakt haar dorstig. Als zij gaat rusten, neemt ze een slok water. De sluwe Salomo die deed of hij sliep, wijst haar er dan op op het verbreken van haar belofte, zodat hij niet langer aan de zijne is gebonden. Aldus geschiedde.
Tussen haar benen scheen de zon Het erotische element van deze ontmoeting is populair bij Joodse schrijvers. Meir Shalev (geboren in 1948) schrijft: ‘Wij stellen ons Sheba voor als een lange, slanke vrouw met een donkere fluwelen huid, prachtige welvingen, gitzwarte ogen en ravenzwart haar. Als ze statig het paleis binnenschrijdt, trekken eunuchs wit weg en klinkt jaloers gesmiespel op van duizend haremvrouwen.’ In een andere bron neemt Salomo Sheba bij de hand als hij haar opwacht in zijn paleiszaal met glazen vloer, waarop een vijver is geschilderd. Aan de rand staat manshoog riet met weelderig bloeiende planten, lichtgevende libellen, rode vlinders en bonte vogels. De koningin denkt dat de vloer blank staat en tilt haar jurk op om door het water te waden: “Zij ontblootte haar kuiten om over te steken en hij ontwaarde haar op haar benen. Toen zei de koning: ‘Uw schoonheid is de schoonheid van vrouwen en uw haar is het haar van een man; haar siert de man!’ ”
Epilatie Vooral bij blanken staat het behaarde mannelijke lichaam in een schril contrast met het haarloos - naakte - vrouwenlichaam. Dat was zo in de tijd van Salomo, alsook twee eeuwen geleden. De Zuid-Amerikaanse ontdekkingsreiziger Von Humboldt bezag op een missiepost enkele gedoopte indianen zo goed als naakt rondlopen. ‘Het beviel hem niet om te zien op hoeveel plaatsen vrouwen behaard waren; dat leek hem onverenigbaar met hun waardigheid’. Het epileren van schaamhaar kent thans meer beoefenaars dan ooit. Zo bezien is het afstoten van haar een teken van vooruitgang, beschaving en ontwikkeling. Chaim Nachman Bialik (1873-1934) laat Sheba’s schoonheid meer intact: ‘Toen zij de zoom van haar jurk optilde om over te steken en Salomo de schoonheid van haar vlees ontwaarde, gaf hij zijn ogen de kost.’ Als het werkelijk een glazen vloer is geweest waarop Salomo zijn gast ontving, dan kon hij maar één bedoeling hebben, namelijk om de roos van haar geslacht verdubbeld in de spiegelvloer te aanschouwen. Zij zou al van begeerte gebrand hebben toen zij op pad ging. Volgens de auteur Amichai ging zij scheep in de Rode Zee en navigeerde haar vloot op de kaart van haar hunkering.
Gina Lollobrigida werd op 4 juli 1927 geboren in het Italiaanse bergdorpje Subacio. Ze was de tweede van vier dochters. In Italië is schoonheid altijd een groot goed geweest. Gina beantwoordde geheel aan het beeld dat haar ouders voor ogen hadden. Op driejarige leeftijd schreven zij haar in voor een landelijke schoonheidswedstrijd. Gina werd uitgeroepen tot mooiste kleuter van Italië. In 1947 deed ze mee aan de Miss Italië verkiezingen. Ofschoon ze die niet won, was dit wel het startschot voor een zeer succesvolle filmcarrière. Met Yul Brynner maakte ze in 1959 de film ‘Solomon and Sheba’. Omdat hij ook haar geliefde was, had zij weinig moeite om als Sheba met Salomo in bed te kruipen om aldus de historische legende kracht bij te zetten.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
27
-EDI:ORG BRENGT LICHTTHERAPIE BIJ U THUIS
,ICHTTHERAPIE THUIS BIEDT U VELE VOORDELEN
\ $ANKZIJ DE ZORG mN GESPECIALISEERDE APPARATUUR VAN
-EDIZORG (OME #ARE 4ECHNOLOGY HEEFT U MEER RUST BENT U NIET GEBONDEN AAN BEPAALDE TIJDEN EN HOEFT U GEEN VRIJ VAN HET WERK TE NEMEN "OVENDIEN SCHEELT HET IN REISTIJD EN REISKOSTEN /VERLEG DAAROM MET UW DERMATOLOOG WELKE LICHTTHERAPIE U NODIG HEEFT 7IJ BRENGEN DE APPARATUUR BIJ U THUIS WAAR mmN VAN ONZE VERPLEEGKUNDIGEN U UITLEG GEEFT OVER HET GEBRUIK -EDIZORG LEVERT VERSCHILLENDE SOORTEN DEEL APPARATUUR DIE ZOWEL ZITTEND ALS LIGGEND GEBRUIKT KUNNEN WORDEN "EZOEK ONZE WEBSITE VOOR MEER INFORMATIE OVER DE MOGELIJKHEDEN WWWMEDIZORGNL (EEFT U VRAGEN BEL DAN OF STUUR EEN E MAIL NAAR LICHT MEDIZORGNL
-EDI:ORG DOET MEER VOOR U WWWMEDIZORGNL
KINDERPAGINA |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
... deze keer
van alles en nog wat Mijn favoriete boek
Mijn tekening …
“Ophelia is een nijlpaard met een dikke huid. Zij hoort haar vriendje de krokodil gillen: ‘Ik heb zo’n last van vlinders in de buik’. Ophelia schrikt: ‘Joppe is ziek!’ en ze rent met Eerste Hulp koffertje richting de krokodil. Onderweg komt ze allerlei dieren tegen. Dier na dier vertelt het nieuws door en de ziekte van Joppe wordt alsmaar erger en erger. In die verhalen. Totdat de dieren de krokodil en het nijlpaard hand in hand zien rondlopen. Blijkbaar kan je niet doodgaan van vlinders in de buik. Ziek-zijn is dus niet altijd heel erg.” Daantje, 5 jaar
“Ik heb mijn broertje getekend. Met hulp van een foto. Hij heeft vaker rare plekken in zijn gezicht. Dat vindt hij niet zo leuk. De tekening vindt hij wél heel mooi. Ik ook!” Tekening: Floris, 7 jaar
Schubert, Ingrid en Dieter. Ophelia. Lemniscaat, Rotterdam 2008. € 12,95 (voor kinderen vanaf 4 jaar)
’t Beest van Lilian Wat een bijzonder lapjesdier is deze Gedekte Goedgehumeurde Hoenderhond, met een klein staartje aan zijn kont! Het is zelfs een beetje in de war van het eigen uiterlijk. Zie hoe verwonderd het dier kijkt naar de eigen, kwispelende staart. Vol vrolijke, open ogen. Het lijkt ook een beetje een puzzelbeest: want waar eerst veren zaten, zit nu een staart. Met zijn dunne en lange poten kan hij een fikse snelheid ontwikkelen. Snelheid is handig als je op jacht gaat of… moet vluchten. Koud krijgt hij het zeker niet dankzij het geruite jasje. Maar zien we het goed, heeft het beestje ook zwemvliezen? Dan heeft het vast en zeker ook een zwemdiploma. “Ja”, bevestigt Lilian desgevraagd: “het beest is dus een multitalent.” Alleen … Lilian gaf het dier geen naam. Dat is niet leuk, iedereen wil een naam hebben. Wie van jullie verzint een leuke en treffende naam voor deze hoenderhond? De leukste inzending krijgt deze illustratie als prijs! Illustratie: Lilian ter Horst
Wie weet raad? “Ik ben een meisje, zeven jaar oud. Sinds twee jaar heb ik eczeem. Op school moet ik ze telkens vertellen dat het niet erg is. Vaak mag ik niet meedoen bij een spelletje. Mijn moeder zegt: ‘Trek je er niets van aan!’ Zij heeft makkelijk praten. Wie herkent dit? Heeft iemand goede raad?” Een meisje van 7
Oproep! Willen jullie ook een tekening maken van de huid? Of een verhaaltje schrijven? Misschien wel een gedichtje … Of een brief? Heb je vragen? Wil je je verhaal kwijt? Dat kan! Graag zelfs. Stuur maar op naar: Nationaal Huidfonds, Postbus 2660, 3500 GR Utrecht. Of vraag je papa of mama of ze je verhaal, tekening of gedicht willen versturen. Het zou fijn zijn als je je naam laat weten én je leeftijd.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
29
DE BEHANDELING VAN |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : WIM FRIELING
|
Harma Stenveld over allergie voor haarverf
‘Dienstbare levensgenieters zijn de dupe’ “Allergie voor haarkleurmiddelen is nauwelijks een probleem…” Er valt een korte stilte en dan merkt Harma Stenveld met gevoel voor ironie op: “Hopelijk is mijn antwoord niet fataal voor dit artikel.” Al snel blijkt dat er wel degelijk problemen zijn voor een duidelijk omschreven doelgroep - kapsters én door een modieus verschijnsel, het zetten van henna-tattoos. “De oorzaak is het in dermatologenland beruchte PPD.”
De ranke Harma Stenveld combineert een aantal banen: zij is dermatoloog in het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem, als arbeids- en allergo-dermatoloog verbonden aan het Centrum voor Huid en Arbeid en de Kapperspoli Velp én ze is moeder (“Lach jij maar, het moederschap is een volwaardige baan hoor!”). Ze komt terug op de uitgangsvraag: “Voor de gewone consument is allergie voor haarmiddelen nauwelijks tot geen probleem. Voor jonge kappers en kapsters geldt een ander verhaal. Voor hen is het een groot risico. Zij hebben zo’n intensief contact met die verf dat vroeger of later altijd het moment kan komen dat ze er allergisch voor worden. Dat komt doordat in veel middelen de beruchte chemische stof PPD zit (p-phenyleen diamine). PPD is een geweldige stof wanneer je uitgaat van de klant: het dekt grijze haren uitstekend. De keerzijde is echter de contactallergie die je ervoor kan opbouwen.”
Hoe hoog is het aantal kappers dat risico loopt? “Ik zou zeggen dat honderd procent van alle kappers en kappers in opleiding veel risico loopt. Het betreft vooral kapsters. Bij bijna alle kapsters raakt de huid in het begin wat beschadigd door al het wassen. Bij die beschadigde huid moet je al ingrijpen om het risico op het ontwikkelen van een allergie te verkleinen. Jammer
genoeg zien we die kapsters meestal niet op de Kapperspoli. In die sector werkt men veel met jaarcontracten. Stel dat een kapster in dat jaar handeczeem krijgt. Zij durft daar niet over te klagen, want het contract wordt dan vrijwel zeker niet verlengd, een nieuwe baan vinden is lastig en dan verdwijnt die persoon uit ons gezichtsveld. In het algemeen wil ik daar nog aan toevoegen dat beroepshuidziekten niet zonder meer een reden voor omscholing zijn, wel een reden voor zorgvuldige diagnostiek en advisering.”
Hebben we goed zicht op die groep kappers met allergie? “Tot een paar jaar geleden hadden we een redelijk goed beeld van deze groep patiënten. Toen bestond het arbo-convenant nog, dat een laagdrempelige verwijzing naar de Kapperspoli mogelijk maakte. Zo zagen we per jaar steeds een paar honderd kappers. Dat convenant is echter beëindigd en sindsdien is de grootte van de patiëntenpopulatie onduidelijk. Althans, ik zou geen cijfers durven te noemen.”
Wat doe je als je deze allergie hebt? “De klant of consument die overgevoelig is voor een bepaald soort haarverf, moet het gebruik daarvan stoppen en/of een ander
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
31
product zoeken waarvoor hij niet allergisch is. Een kapster moet ook stoppen met het verven van het eigen haar én ze moet zorgen voor een beschermlaagje tussen verf en huid. Handschoenen zijn de enige barrière die de eigen huid afdoende beschermen.”
De boosdoener blijft haarverf? “Ja. Shampoo en conditioners zijn het probleem niet, dat zijn zogenaamde korte-contact-momenten. Heel anders ligt dat bij cosmetische producten die bedoeld zijn voor langdurig contact met de huid zoals gel, crèmes en zelfs parfums.”
Nou, dat is dus makkelijk op te lossen…? “Vergis je niet!” Even schudt ze met haar goudblonde lokken. Bevlogen reageert ze: “Kapsters worden geboren als kapster, ze moeten alleen ‘nog even’ volwassen worden … Ze zijn creatievelingen met een enorme drive, ze maken vaak lange werkdagen én zijn veelal uitgerust met een luchtig, vrolijk en zwierig karakter. Dienstbare levensgenieters pur sang. Dat type mens leeft nu eenmaal een beetje losjes en gaat wat slordig om met regeltjes. En handschoenen kosten geld. Het issue veiligheid is de laatste jaren bovendien wat weggezakt in de branche, heb ik het idee.”
Wordt het probleem groter of juist niet? “Vermoedelijk neemt het probleem langzaam iets toe. We zien onder kapsters namelijk ernstiger vormen van eczeem dan pakweg drie jaar geleden, met ook weer een toename in de haarverfallergie.”
Van tattoo tot litteken Stenveld wijst zijdelings nog op een andere allergie: “De laatste jaren duikt deze allergie op in een nieuwe gedaante, door henna-tattoos. De bakermat hiervan ligt bij allochtone vrouwen die bijvoorbeeld hun handpalmen rood willen maken. Jonge mensen hebben dit fenomeen tot een rage uitgebouwd, als tijdelijke tattoos. Onder het motto van: voor een paar dagen voorzien zijn van een tatoeage of gewoon elkaar lekker onderkladderen. Altijd leuk! Gebruikt men voor de henna-tattoo pure henna, dan levert dat geen probleem is. Pure henna is zuiver spul. Er is echter veel henna op de markt waaraan PPD is toegevoegd is. Dat geeft een mooie diepe kleur en dat is de grote boosdoener. Zo kan het gebeuren dat zelfs heel jonge kinderen allergisch raken. Als je pech hebt, hou je er niet alleen een haarverfallergie maar ook een litteken aan over.”
Bij de samenstelling van de Neutral producten is gebruik gemaakt van een complex van verzorgende bestanddelen dat de huid zo min mogelijk belast. Het hele Neutral assortiment is vrij van parfum en kleurstoffen en is dermatologisch getest. Hierdoor wordt het risico op allergische reacties tot een minimum beperkt. Het Neutral assortiment bestaat uit was- en reinigingsmiddelen en huidverzorgings- en babyproducten. Kijk voor meer informatie op www.neutral.nl of bel gratis 0800-6388725.
777.%542!,.,
NHG |
TEKST, PORTRETFOTO EN FOTO VAN DE VINGERS : JUST EEKHOF, HUISARTS IN LEIDEN , NAMENS HET NEDERLANDS HUISARTSEN GENOOTSCHAP
|
De wratten van Esther
Just Eekhof
Tijdens het woensdagmiddagspreekuur belt assistente Anja of ik even mee wil kijken bij een patiëntje op haar wrattenspreekuur. Als ik mijn consult heb afgerond, loop ik naar het laboratorium waar Anja bezig is met dit spreekuur. De kamer is helemaal vol want de moeder van Esther heeft ook nog haar andere twee dochtertjes meegenomen. Esther, negen jaar, is blond en een beetje verlegen meisje. Ze heeft sinds een paar weken een aantal wratten op haar handen. “Ineens waren ze er, dokter, van het ene op het andere moment. Nee, echt last heb ik er niet van. Geloof ik. Maar ze zijn wel een beetje lelijk, vindt u niet?” Ik onthoud mij van een esthetisch oordeel. Assistente Anja had al tegen haar gezegd dat als ze er van af wil, de wratten het beste met stikstof kunnen worden aangestipt. Esther ziet er tegenop:
Meerdere wratten op de vingers bij Esther. De wratten op de wijsvinger zijn wat groter dan de wratten op de middelvinger. “Dat doet vast en zeker zeer ...” Esther en haar moeder kunnen niet goed kiezen wat ze willen en dat was voor Anja de reden om mij erbij te roepen. Als huisarts ben ik ook betrokken bij een groot onderzoek over wratten in de huisartspraktijk, uitgevoerd door het Leids Universitair Medisch Centrum. Hoewel wratten heel vaak voorkomen, weten we er eigenlijk maar weinig vanaf. Ongeveer negentig procent van de volwassenen heeft minstens eenmaal in zijn leven wratten gehad, en vrijwel iedereen onderging daarvoor een behandeling. Wereldwijd is het aanstippen met stikstof een van de meest toegepaste behandelingen. Maar vreemd genoeg was er tot voor kort nooit goed onderzoek gedaan of dat aanstippen met stikstof echt wel effectief is. Met andere woorden: helpt het ook echt? Het onderzoek in Leiden heeft nu onomstotelijk aangetoond: ja, aanstippen helpt bij handwratten, maar voor voetwratten is het aanstippen met stikstof niet effectiever dan afwachten en niets doen. Hoewel Anja dat ook al deed, leg ik nog een keer aan Esther en haar moeder uit dat wratten veroorzaakt worden door een virus (HPV): “Als je niets doet, zijn bij de helft van mensen alle wratten na een jaar weg. Na twee jaar zijn de wratten bij tweederde van de mensen verdwenen. En je hebt gelijk, Esther, het doet echt een paar keer pijn, want ik zal de wratten een paar keer moeten laten aanstippen.” Even zwijg ik om te peilen hoe de boodschap valt. Ik vervolg, daarbij vooral ook de moeder aankijkend: “Als Esther nu niet veel last heeft, zou dat betekenen dat ze meer last heeft van de behandeling dan van de wratten zelf. Wilt u dat? Willen jullie dat?” Na nog wat nadenken besluiten Esther en haar moeder dat ze dan liever geen behandeling willen. “We wachten liever af”, klinkt het eensluidend. Als Esther en haar zusjes dan van Anja ook nog een sticker mogen uitkiezen, verlaat het gezelschap vrolijk en opgelucht de praktijk. Esther zwaait nog even.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
33
DE BEHANDELING VAN |
TEKST: DR . MARIANNE B . CRIJNS , DERMATOLOOG NKI - AVL AMSTERDAM VOORZITTER NEDERLANDSE VERENIGING VAN PSYCHODERMATOLOGIE
( NVPD ) |
Kopzorgen bij psoriasis capitis Een chronische huidaandoening in het algemeen, zoals psoriasis of eczeem, kan een groot stempel drukken op het psychisch en sociaal functioneren van patiënten met een huidziekte. Een gaaf uiterlijk, liefst ook nog mooi en goed functionerend zonder hulpmiddelen, lijkt de norm.
Mensen die niet aan die norm voldoen, ervaren dat vaak als een verminderde kwaliteit van leven. De kwaliteit van leven neemt verder af als de huidaandoening bovendien zichtbaar is, zoals bij psoriasis van de nagels en behaarde hoofd (ook wel psoriasis unguim en psoriasis capitis genoemd). Als iemand daarnaast ook last heeft van jeuk, pijn en roos, dan nemen de psychische klachten nog verder toe (bij ongeveer 40% van de psoriasispatiënten is sprake van psychodermatologische problematiek). Mevrouw Verhaar is een 75-jarige dame die vroeger achter de toonbank van een drogisterij stond. Ze heeft daaraan een grote vriendenkring overgehouden, maar kreeg er wel spataderen bij cadeau. Een andere huidaandoening waar zij pas op latere leeftijd last van kreeg, is psoriasis. Eigenlijk heeft ze daar nooit zo veel klachten van gehad, maar op haar hoofd is het in de loop der jaren steeds erger geworden. “Dan is het toch maar goed dat u helemaal grijs bent”, zeg ik, “want dan zie je het niet zo.” “Ach”, luidt haar repliek, “U weet niet half hoezeer ik mij schaam. Ik kan nauwelijks de deur meer uit. Het sneeuwt de hele dag. En het maakt niet uit wat ik aan doe. Je ziet het altijd.” Mensen met psoriasis voelen zich vaak gestigmatiseerd, dat wil zeggen dat ze bang zijn voor afwijzende reacties en goed bedoelde adviezen van mensen die niet bekend zijn met deze huidziekte. Een bezoek aan een kapper is een stressvolle gebeurtenis, ze zijn bang dat de kapper denkt dat het besmettelijk is, ze moeten verhalen aanhoren over antiroosshampoos die wel succesvol waren bij andere klanten, et cetera. Ook het afkloppen van roos op donkere kleding ervaart men als vernederend, waar anderen dit
moeiteloos en routinematig verrichten. Dit alles roept bij psoriasispatiënten negatieve emoties op waardoor ze gaan tobben. Het kan zelfs leiden tot niet-controleerbare woedeuitbarstingen, overmatig alcoholgebruik en soms zelfs tot depressie en angst. En alsof het nog niet erg genoeg is, kan daardoor de psoriasis opvlammen en vaak zie je dan ook weer een slechte reactie op de ingezette behandeling van de dermatoloog, waardoor men in een vicieuze circel is beland met nog meer isolement (men gaat bijvoorbeeld niet naar het zwembad en heeft geen seksuele relatie). Een psoriasispatiënt die goed kan omgaan met zijn huidziekte, ook wel ‘coping’ genoemd, heeft vaker minder last van psychische klachten en het is dus zeer belangrijk dat dermatologen deze problematiek signaleren, aankaarten en de patiënt eventueel voor begeleiding verwijzen naar een psycholoog of maatschappelijk werker. Hans de Boer heeft een ander verhaal. Bij hem begon het toen hij negentien jaar oud was met een klein rood plekje achter zijn oor. Van de huisarts kreeg hij een zalfje voor eczeem, maar er kwamen steeds meer plekken bij op zijn hoofd. Binnen een jaar had hij een rode rand onder zijn haren. Het was duidelijk psoriasis, waarvoor een corticosteroïdzalf goed hielp, zij het dat hij wel steeds een sterkere klasse nodig had. Drie jaar later kwam het tot een soort uitbarsting. Hij durfde geen meisje meer te versieren. Zijn bed zat onder het bloed en de schilfers. Hij kreeg problemen met zijn studie. Hij werd depressief. In die tijd hield hij een dagboek bij op zijn website. Ik citeer: “De maat was vol. Ik stopte met alle zalven en andere lapmiddelen en zodoende belandde ik in het ziekenhuis. Weg hormoonzalf, welkom lichttherapie. Na een paar weken was ik voor het eerst sinds jaren helemaal gaaf. Vanaf dat moment ging mijn zoektocht naar de beste behandeling van start. Ziekenhuizen, fumaarzuur, wisselende dermatologen, Chinese kruidendokter: alles heb ik geprobeerd. Geen enkele therapie gaf een blijvend resultaat. Het enige dat echt helpt, is acceptatie van de ziekte. Dat was mijn fundamentele les en is mijn boodschap. Het duurde tien jaar voordat ik de waarheid onder ogen kon zien. Ik had geluk dat mensen uit mijn omgeving goed reageerden op mijn niet-gave huid. De vrouwen met wie ik een relatie heb gehad, gaven me nooit het gevoel dat ze mij daarom minder aantrekkelijk vonden. Dat was erg belangrijk. Ik schaam mij nu veel minder voor mijn huid dan vroeger. Ik heb geaccepteerd dat ik een chronische huidaandoening heb. Die acceptatie is niet vanzelf gekomen, maar het leven lacht me weer toe. Om te ontspannen ga ik naar een fitnessclub. Het is heerlijk om fysiek bezig te zijn. In de zomer tennis ik. Ik probeer mijn huid dan niet te verbergen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk.”
De literatuurreferenties staan op www.huidfonds.nl
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
35
INTERVIEW |
TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN
|
Zonder verwijzing naar de huidtherapeut Consumenten kunnen sinds 1 januari 2011 zelf besluiten of ze van huidtherapeutische zorg gebruik willen maken. Een interview met huidtherapeut Rina Rijkenberg, namens de Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten. De huidtherapeut is de paramedicus op het gebied van huid. Met de directe toegang tot de huidtherapeut hoopt minister Edith Schippers de drempel te verlagen om hulp te zoeken bij een zorgverlener in de eerste lijn. De minister: “De huidtherapeuten hebben zich ontwikkeld tot volwaardige professionals op hun vakgebied. Gelet op de inspanningen die zij op het gebied van bij- en nascholing hebben gedaan, verwacht ik dat zij voldoende deskundigheid hebben opgebouwd om onderscheid te kunnen maken tussen ziekten of aandoeningen die moeten worden doorverwezen.” Rina Rijkenberg beaamt dit: “Hier kunnen we meer aansluiten bij de belevingswereld van de patiënt: als een patiënt besluit dat hij naar de huidtherapeut gaat, zal deze bepalen of hij de juiste behandelaar is. Daarvoor zijn screeningsmethodieken ontwikkeld, ook wel de ‘Pluis/Niet-Pluis methode’ genoemd.” Rijkenberg is werkzaam in een Gezondheidscentrum in Oosterbeek en werkt daar samen met huisartsen en andere zorgverleners uit de eerste lijn. In haar praktijk behandelt ze allerlei soorten huidproblemen. De meest voorkomende zijn chronische oedeem, wonden in combinatie met oedeem, overbeharing, acne, vaat- en pigmentproblematiek en littekens.
adviseren wij de patiënt om contact op te nemen met een medisch specialist of huisarts. Dit is een werkuitbreiding op ons eerdere takenpakket. Om als direct toegankelijke huidtherapeut te mogen werken, moet moet ieder van ons wel extra scholing volgen. Bijvoorbeeld: bij vrouwelijke patiënten met overbeharing moeten wij achterhalen of er sprake is van een hormonale stoornis. In een dergelijk geval vragen wij namelijk een arts om advies (met toestemming van de patiënt) of wij adviseren de patiënt contact op te nemen met de arts. Iemand met rustige acne behandelen wij zelf, maar als er cysten en infiltraten zijn, is mogelijk aanvullende behandeling door een huisarts of dermatoloog wenselijk. Ook bij lymfoedeem wil je zeker weten dat het om een lymfoedeem gaat. Dan kan een duplex-onderzoek gewenst zijn. Dat zijn eigenlijk allemaal rode vlaggen.”
Wat bedoelt u met ‘rode vlaggen’? “Dat zijn zaken waarbij wij op onze hoede zijn. Als er bijvoorbeeld sprake is van een recent ontstane roodheid of blaasjes of als iemand er jeuk bij heeft of koorts of zich niet lekker voelt, komen wij liever niet aan de huid. Dan vragen we eerst advies. Ook niet-genezende wondjes of moedervlekken die van vorm, kleur of uiterlijk veranderen of groter worden, leiden tot doorverwijzing.”
Kan elke huidtherapeut nu zo beginnen? “Eigenlijk wel, maar de huidtherapeut moet wel eerst een scholing volgen. Dat is een driedaagse cursus waarbij het screeningsproces centraal staat.”
Wanneer ga ik naar de huisarts, wanneer naar de huidtherapeut? “De cliënt beslist zelf of hij eerst naar de huisarts wil. Een verwijzing van de huisarts of medisch specialist is echter niet langer nodig voor behandeling door de huidtherapeut.”
Hoe zit het met vergoedingen? “Zorgverzekeraars vergoeden de meeste huidtherapeutische behandelingen vanuit het aanvullende pakket. Oedeembehandelingen, indien chronisch van aard, worden na de twaalfde behandeling, in de meeste gevallen, vergoed vanuit de basisverzekering. Ook het aanmeten van therapeutisch elastische kousen wordt vergoed. Bij andere zaken, zoals overbeharing en acne, hangt het ervan af wat er in de polis van de verzekeraar staat. Patiënten kunnen bij hun zorgverzekeraar informeren naar de geldende voorwaarden.”
Pluis/ Niet-Pluis, dat klinkt bekend
En die screening? Wordt dat ook vergoed?
“Ja, dat klopt. Huisartsen werken met een screeningsmethode en stellen stellen dan een voorlopige diagnose. Dat doen wij ook, maar daniets eenvoudiger. Wij stellen een huidtherapeutische diagnose, geen medische diagnose.”
“Vergoedingen voor screening en anamnese zullen pas volgend jaar in het pakket worden opgenomen. Per zorgverzekeraar zullen deze voorwaarden kunnen verschillen. Een enkele zorgverzekeraar heeft deze vergoeding al per 2011 opgenomen.”
En dan? “Wanneer de uitkomsten van onze screening reden tot twijfel geven,
www.huidtherapie.nl
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
37
HUIDvindingen Lees meer op www.huidfonds.nl.
Huidfonds presenteert Global Handwashing Day lezingen tijdens DermaFair Op 8 en 9 oktober vindt de DermaFair plaats in de Jaarbeurs te Utrecht. De eerste Nederlandse beurs geheel gewijd aan de huid. Zowel de gezonde huid als de aangedane huid. Feitelijk over alles wat men maar over de huid wil weten. Tijdens dit evenement presenteert het Huidfonds een aantal boeiende lezingen, in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie en de Vereniging Huidpatiënten Nederland. De programmacommissie koos voor een keur van onderwerpen met twee centrale vragen als rode draad: ‘Hoe om te gaan met huidaandoeningen’? en ‘Welk effect hebben die aandoeningen op de kwaliteit van leven’? De lezingen van het Huidfonds worden gehouden in ‘The Blue Room’. Het Huidfonds is verder aanwezig met een beursstand waar men terecht kan met vragen over het Huidfonds. Alle bezoekers van de DermaFair ontvangen gratis het speciale magazine Huid & Haar. Wij hopen u op een van deze dagen persoonlijk te mogen ontmoeten.
Programma Huidfonds voor zaterdag 8 oktober: 11.30 In het belang van de huidpatiënt: Peter Boelens, voorzitter Huidpatiënten Nederland (HPN) 12.45 Wassen met water en zeep: Jannes van Everdingen, dermatoloog 14.00 Zonlicht en huid: Tamar Nijsten, dermatoloog 15.15 Huidaandoeningen die iedereen wel eens heeft: Vigfús Sigurdson, dermatoloog 16.30 De huid is niet altijd de spiegel van de ziel: Frans Meulenberg, publicist en huidpatiënt
Hoewel zeep niet altijd even vriendelijk is voor de huid (zie ons hoofdartikel), is handen wassen met zeep de goedkoopste en meest effectieve manier om gezondheidsproblemen als diarree en de verspreiding van virussen te voorkomen. Toen de Mexicaanse griep ons land in zijn greep hield, was ook hier uitgebreid aandacht voor een juiste manier van handen wassen. Maar in veel derde-wereldlanden is al geen schoon water beschikbaar, laat staan een fris stukje zeep. Daar overlijden jaarlijks nog miljoenen kinderen aan ziekten die toch echt met handen-wassen-met-zeep grotendeels te beteugelen zijn. Vandaar dus Global Handwashing Day, elk jaar op 15 oktober. Om stil te staan bij het grote effect van zo’n simpele handeling en om ons in te zetten deze basishygiëne voor iedereen bereikbaar te maken. www.globalhandwashingday.org
Alles wat u wilt weten over een huidaandoening
Programma Huidfonds voor zondag 9 oktober:
Het Huidfonds, de NVDV en de betrokken patiëntenverenigingen hebben op basis van behandelrichtlijnen gezamenlijk voor-lichtingsmateriaal ontwikkeld voor acne, hidradenitis, rosacea, psoriasis en constitutioneel eczeem. Voor elke aandoening is een lijst met veelgestelde vragen opgesteld waarop deskundigen uit de richtlijnwerkgroepen vervolgens de bijpassende antwoorden formuleerden. Zie www.huidfonds.nl > huidaandoeningen
10.30 Waar vind ik een geschikte dermatoloog?: Roland Koopman, dermatoloog 11.45 De partner, kinderen en familie van een huidpatiënt: Francine Das, HPN 13.00 Teveel of te weinig haar: Loek Habbema, dermatoloog 14.15 Lezing door een huidtherapeute
Huid en film
Voor aanvullende informatie kunt u terecht op onze site www.huidfonds.nl of www.dermafair.nl DermaFair locatie: Jaarbeurs | Jaarbeursplein | 3521 AL Utrecht, Openingstijden: zaterdag van 11.00 tot 18.00 uur, zondag van 10.00 tot 17.00 uur
38
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
Op de website van het Huidfonds (www.huidfonds.nl en www.magazineHUID.nl) ziet u een aantal voorlichtingsfilms met de huid en huidaandoeningen in de hoofdrol. Deze films zijn geproduceerd door het bedrijf MediaPlanet en gesponsord door de dermatologische industrie. Het Huidfonds beoordeelt de films als inhoudelijk goed en onafhankelijk en heeft daarom besloten ze ook via haar eigen sites voor u toegankelijk te maken.
berichten
25 jaar SKTN: jubileumdag op 24 september 2011
PATIËNTEN ORGANISATIES
De Stichting Klippel Trenaunay Nederland bestaat dit jaar een kwart eeuw. De jaarlijkse contactdag, op 24 september 2011 in Sentrum ’70 in Veldhoven, heeft daarom een extra feestelijk tintje. Er zijn ook medische adviseurs aanwezig en het SKTN-bestuur zorgt voor een interessant programma. Leden ontvangen een uitnodiging. De website vermeldt het programma en biedt niet-leden de mogelijkheid om lid te worden. www.sktn.eu
Geslaagde ledendag Lichen Planus Vereniging Projecten van Huidpatiënten Nederland Tijdens de algemene ledenvergadering van Huidpatiënten Nederland in april uitten de aangesloten verenigingen hun wensen. Het bestuur onderzoekt deze op uitvoerbaarheid en tijdens de algemene ledenvergadering van november kiezen de verenigingen de speerpunten voor 2012. Het gewijzigde subsidiestelsel dat de minister van VWS onlangs voorstelde, stuurt vooral op samenwerking. Aangezien veel huidpatiënten deels met elkaar vergelijkbare klachten hebben, zal Huidpatiënten Nederland hieraan aandacht besteden. Oda van Cranenburgh, onderzoeker en projectleider van het project Kwaliteitszegel Dermatologie, hield tijdens de vergadering een presentatie over de stand van zaken van dit project. Het is een ambitieus, innovatief project van NVDV en Huidpatiënten Nederland samen, dat patiënten en verwijzers op den duur transparantie geeft in de zorg voor huidpatiënten. Het zal op een systematische wijze beschrijven waar patiënten met een specifieke huidziekte en/of voor een specifieke behandeling goed terecht kunnen. De inbreng van huidpatiënten is een belangrijk onderdeel in het project. Patiënten kennen de zorginstelling en het te doorlopen traject als geen ander en kunnen als ervaringsdeskundigen goed aangeven wat hun behoeftes zijn, waar de zorg goed loopt en waar verbetering mogelijk is.
[email protected] www.huidpatienten-nederland.nl
Nieuw H.P.V.-bestuur De Hidradenitis Patiënten Vereniging (H.P.V.) heeft vanaf 14 mei 2011 een nieuw ad-interim bestuur. De voorzitter is (in ieder geval tot november 2011) Anneke Helder van Helder Advies. Zij werkt samen met de medebestuursleden Ria Moons en Gerda Hoppenbrouwer onder andere aan nieuw beleid voor de H.P.V. Zij zien het als uitdaging om de patiëntenvereniging verder te professionaliseren, juist in deze tijd van bezuinigingen en veranderingen. Tijdens dezelfde bijeenkomst heeft de H.P.V. afscheid genomen van Carla Swinkels (ruim veertien jaar voorzitter). Met haar besloten ook de andere oud-bestuursleden om ruimte te geven aan nieuw bloed in de aderen van de vereniging. De actieve vrijwilligers lieten weten erg blij te zijn met deze nieuwe impuls en stemden in de ledenvergadering unaniem voor het bestuur in nieuwe samenstelling.
[email protected], www.hidradenitis.nl
De H.P.V. bedankte de oud-bestuursleden (onder wie oud-voorzitter Carla Swinkels op de foto) voor hun jarenlange inzet.
Annemarie Voorn
Centia Maltha
Op 18 juni 2011 waren veel leden en hun partners aanwezig op de ALV/Ledendag van de Lichen Planus Vereniging. Dr. Gudula Kirtschig, dermatoloog, en Tine van den Bos, bekkenfysiotherapeut, hielden interactieve presentaties en de aanwezigen waardeerden dit zeer. Aan de drie workshops namen ook veel partners deel: Werken met de website, Omgaan met je aandoening en Klussen voor de vereniging. Tijdens de ALV is afscheid genomen van de oprichters van de vereniging: Annemarie Voorn en Centia Maltha. Beiden zijn sinds het begin actief geweest in het bestuur en als dank voor hun inzet benoemd tot erelid. Het bestuur is nu als volgt samen gesteld: Karin Maurer, voorzitter; Anke de Jong, secretaris; Ruud Maltha, penningmeester. Er zijn nog nieuwe bestuursleden nodig. Het bestuur is in overleg met mensen die bereid zijn een afgebakende klus voor de Lichen Planus Vereniging te doen. De volgende ledenbijeenkomst vindt plaats op zaterdag 29 oktober 2011 in Houten. ’s Morgens spreekt seksuologe Marjo Ramakers en ’s middags volgt een gezamenlijk programma met de Stichting Lichen Sclerosus, onder andere met een toelichting op de komende nieuwe behandelrichtlijnen.
[email protected] | www.lichenplanus.nl
Landelijke dag Lichen Sclerosus Op zaterdag 29 oktober 2011 organiseert Stichting Lichen Sclerosus haar zesde Landelijke Lichen Sclerosus (LS) contact/informatiedag. Dit jaar is het centrale thema: oncologische behandelingen, met als sprekers: prof. Allan MacLean (vice-president ISSVD, International Society for the Study of Vulvovaginal Disease), prof. Sigrid Regauer, dr. Marc van Beurden (president ECSVD, European College for the study of Vuvlal Disease), dr. Mariëtte van Poelgeest, dr. Wim van der Meijden en dr. Bram ter Harmsel. Tine van den Bos spreekt over bekkenbodemtherapie en dr. Jannes van Everdingen besteedt aandacht aan de nieuwe behandelrichtlijn.
[email protected] | www.lichensclerosus.nl
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
39
Aanbevolen door dermatologen: Vanderbend natuurzuivere zeep Heeft u last van een droge of overgevoelige huid? Vanderbend natuurzuivere zeep is speciaal ontwikkeld voor mensen zoals u en beperkt de kans op huidbeschadiging of overgevoeligheid tot een minimum. Positieve ervaringen met Vanderbend hebben er toe geleid dat veel dermatologen hun patiënten deze zeep aanbevelen. Vanderbend bevat geen schadelijke toevoegingen en is daarom ideaal voor probleemloos dagelijks gebruik.
ket! roefpak Gratis p Vanderbend natuurzeep is als blokje en in flacons verkrijgbaar via uw apotheek en bij de DA drogist. Wilt u Vanderbend eerst eens proberen, vraag dan een gratis proefpakket aan bij: Tel. 0181 - 41 80 55 www.vanderbend.nl
Van der Bend B.V.
DERMASILK
®
VERBANDZIJDE
BIJ DE BEHANDELING VAN ECZEEM EN ANDERE HUIDAANDOENINGEN 100% Ongebleekte, ongeverfde natuurzijde. s 6ERSNELT HET GENEZINGSPROCES s "ESCHERMT DE HUID s -ET ANTI MICROBIÑLE WERKING /0 2%#%04 6%2+2)*'"!!2 ")* $% !0/4(%%+ 6OOR MEER INFORMATIE EN ADVIES
:ADELMAKERSTRAAT *% 6ELSERBROEK
TEL n FAX n
WWWDERMASILKNL INFO DERMASILKNL
COLUMN |
TEKST: PROF. DR . TH . VAN JOOST
|
Handlangers in de spreekkamer In de arts-patiënt relatie is het laatste decennium veel veranderd. Patiënten krijgen via radio, televisie, kranten, tijdschriften en internet steeds meer informatie over gezondheidsaspecten van het eigen lichaam. De belangstelling van huidpatiënten voor uiteenlopende websites met informatie over huid en huidziekten blijft groeien. En ook zorgverleners kunnen beroepshalve veel van hun gading op internet vinden.
Mensen met een huidaandoening kunnen tijdens het spreekuur bij uitstek een goede gesprekspartner zijn voor zorgverleners. Het is immers makkelijk om de eigen huidaandoening te vergelijken met afbeeldingen op internet. Chronische patiënten - en dat zijn er velen in de dermatologie - zijn bovendien als ziekteervaringsdeskundige vaak ook om die reden al een prettige gesprekspartner op het spreekuur. Dat biedt de zorgverlener vaak tijdswinst bij het geven van instructies. Het kan echter ook averechts uitpakken, bijvoorbeeld als de patiënt op basis van foutieve informatie met verkeerde ideeën komt. Het kost dan tijd dit recht te zetten. Een ander voorbeeld: patiënten hebben zoveel informatie gevonden, vaak tegenstrijdig, en zien door de bomen het bos niet meer. Ook dat kost de zorgverlener meer tijd om heldere uitleg te geven. Door de uitwendige locatie van huidziekten komt er nog iets belangrijks bij: patiënten kunnen ook het effect van de behandeling goed beoordelen. Bij veel andere ziekten spreekt de arts met de patiënt over diep onder het oppervlak verborgen zaken, zoals kanker van de lymfeklieren of een leverontsteking door overmatig alcoholgebruik. Daar kan een patiënt zich moeilijk een voorstelling van maken. Het voor een ieder zo zichtbare podium waarop huidziekten zich afspelen, maakt dat professional en patiënt elkaar weinig op de mouw kunnen spelden. De constatering “Dat ziet er goed uit” kunnen immers beide partijen direct op juistheid toetsen. De toenemende kennis van patiënten vergt een andere instelling van zorgverleners. Zo zou de zorgverlener op de hoogte moeten blijven van zin en onzin van informatie in de media, inclusief het internet. Het spreekt vanzelf dat helder, eenduidig taalgebruik van belang is. Omdat niet altijd te voorspellen is hoe een patiënt de gebruikte termen of formuleringen begrijpt, blijft het nodig om dat tijdens het gesprek na te gaan. Met andere woorden, de zorgverlener dient geregeld te toetsen of en hoe de patiënt informatie heeft gehoord en begrepen. De kans dat de informatie goed overkomt is groter als de voorlichting ook op een eenvoudig leesbare en toegankelijke wijze op schrift staat. Folders en stencils kunnen bijdragen aan een betere voorlichting. Maar natuurlijk uitsluitend als aanvullende informatie op het consult! In de toekomst zullen technologische ontwikkelingen nog het nodige veranderen in de relatie en communicatie tussen zorgverlener als kennisdrager en patiënt als ervaringsdeskundige. De partijen moeten wel bereid zijn zich aan dit rollenspel te houden. Wat blijft: idealiter zijn zij handlangers in de spreekkamer.
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
41
SCHOONHEIDSSPECIALISTEN |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : HANS WERMERS
|
Steeds meer diepgang in het werk
Schoonheidsspecialisten Haar drijfveer: “Pure liefde voor de huid én voor het aanraken van diezelfde huid. Het is gewoon heerlijk materiaal om mee te werken. Het contact van huid op huid is immers per definitie een vertrouwelijk contact.” Bezieling is de aandrijfmotor van schoonheidsspecialiste Lies Wermers, die inmiddels 25 jaar een praktijk voor huidverzorging runt in Culemborg. Met al haar ervaring blijft ze stellig: “Dit vak verveelt nooit. Dat geldt vermoedelijk ook voor vrijwel al mijn collega’s.”
Wat betekent de huid voor uw klanten?
‘Verdieping’ lijkt de rode draad in uw werk…
“Veel. De huid is het meest zichtbare orgaan van de mens en is bovendien het eerste wat men van een mens ziet. Klanten willen hun huid goed verzorgen, en roepen daarbij soms de hulp in van een schoonheidsspecialist. Dat doen ze ook wanneer zich een probleem voordoet met de huid.”
“Klopt. Ook in professioneel opzicht. Ik ben bestuurslid van de Algemene Nederlandse Branche Organisatie Schoonheidsverzorging (ANBOS). Bij de ANBOS heeft de consument een overzicht van alle gecertificeerde schoonheidspecialisten. Deze werken volgens de code van de schoonheidspecialist. Tevens volgen zij om de drie jaar voor de specialisaties verplichte nascholing.”
Welke huidproblemen ziet u vaak? “We zien twee soorten klanten. De eerste groep zoekt doelgericht hulp voor bijvoorbeeld overbeharing, acne, pigmentafwijking, couperose en littekens. Andere klanten komen voor huidverzorging en/of huidverbetering.”
Puur vakvrouwschap dus…
Wat hebt u de klanten te bieden?
“De huidige klanten zijn veel kritischer. Ze willen eerst duidelijke informatie en verlangen een concreet resultaat. We spelen daarop in door bijvoorbeeld intakegesprekken en het maken van behandelplannen. Daardoor werken wij gerichter aan de huid. Want een huid is meer dan alleen een huidafwijking.” Na een korte stilte keert Lies Wermers terug naar de kern van het vak: “We gaan altijd de dialoog aan met de huid. Feitelijk zijn we voortdurend bezig de huid uit te dagen, met als doel: een vitale huid.”
“Steeds meer. Dit vak blijft zich alsmaar ontwikkelen. De behandelmogelijkheden op technisch vlak worden alsmaar ruimer. Neem de IPL/laserbehandelingen. Deze technieken tegen onder andere overbeharing, in combinatie met elektrisch ontharen, geven zeer goede resultaten. Bij de huidverbeteringsbehandelingen maken wij ook gebruik van combinatietechnieken, zoals peelings, massage en actieve werkstoffen. De laatste techniek is de dermaroller. Hierbij maak je microscopische perforaties in de huid. Al deze behandelingen zijn gericht op de activiteit van de celdeling, aanmaak van nieuwe collagene en elastine vezels.”
Lachend: “Zo mag u het stellen.”
Verschillen moderne klanten van de klanten van pakweg, twintig jaar geleden?
www.ANBOS.nl
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
43
AANKONDIGING 6e Lichen Sclerosus contact-informatiedag Programma voor zaterdag 29 oktober 2011: 9.00 - 9.45 Registratie en ontvangst met koffie en thee* 9.45 - 10.00 Officiële opening, welkom door dagvoorzitter en uitreiking van de ‘Willem van der Meijden’
aan de beste vulvapoli van 2011.
10.00 - 10.45 Pathologische ontwikkeling van LS: Prof. Dr. Sigrid Regauer (Medical University of Graz) 10.45 - 11.30 Advances in Lichen: Prof. Dr. Allan MacLean (ISSVD/UCL Medical University UK) 11.30 - 12.30 Lunch, inclusief* 12.30 - 13.15 Plastisch chirurgische mogelijkheden bij Lichen: Dr. Joris Hage (NKI) 13.15 - 14.15 Lichen en maligniteiten: Dr. Marc van Beurden (NKI) en Dr. Mariëtte van Poelgeest (LUMC) 14.15 - 14.30 NVDV Richtlijn lichen sclerosus en lichen planus: Dr. Jannes van Everdingen (NVDV) 14.30 - 15.00 Koffie pauze, inclusief* 15.00 - 15.45 Bekkenfysiotherapeutische (on)mogelijkheden bij Lichen: Drs.Tine van den Bos MSPT (NVFB en Praktijk voor Fysiotherapie GezondheidscentrumTanthof) 15.45 - 16.45 Urologische en dermatologische mogelijkheden bij Lichen: Dr. Gert Dohle en Dr. Wim van der Meijden (EMC en PMC) 16.45 - 17.00 Uitkomsten Quality of Life studie Lichen: Studenten EMC 17.00 - 17.30 Afsluiting en Napraten*
Aanmelding en betaling kunnen plaatsvinden via onze website www.lichensclerosus.nl. Zoals gebruikelijk is deelname van één introducé/partner gratis. Na aanmelding verkrijgt u een bevestiging met locatiegegevens. Gezien de totale kosten (*inclusief koffie/thee/lunch) is donateurschap voorwaarde voor deelname. Diegenen die nog geen donateur zijn, kunnen zich vóór 15 oktober a.s. aanmelden voor € 15,00. Stichting Lichen Sclerosus | Postbus 164 | 3360 AD Sliedrecht
[email protected] | www.lichensclerosus.nl
PROEFSCHRIFT |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO :
....... |
Dermatoloog en plastisch chirurg werken samen voor het beste resultaat
Huidkanker Huidkanker ontstaat wanneer normale gezonde cellen ontaarden in kwaadaardige cellen die zich ongeremd verder delen. Dit gebeurt meestal onder invloed van zonlicht. Het aantal gevallen van huidkanker neemt wereldwijd fiks toe, zo ook in Nederland. Deze enorme groei leidt tot een sterk toegenomen vraag naar en druk op behandelaars. De behandeling van huidkanker gebeurt voornamelijk door de dermatoloog. Wanneer de patiënt in een vroeg stadium zich meldt bij de dermatoloog kan de behandeling bestaan uit een simpele excisie van de huidtumor en het sluiten van de wond. Wanneer de patiënt zich echter pas in een laat stadium tot een specialist wendt en de tumor al flink gegroeid is, lukt direkt sluiten van de wond niet meer. Het ontstane defect moet gereconstrueerd worden. Deze reconstructie is een tijdrovende bezigheid en vergt soms diverse operaties. Om het almaar stijgende aantal patiënten te kunnen behandelen zal een intensievere samenwerking tussen de verschillende artsen noodzakelijk zijn.
Gezamenlijk spreekuur
Hoge tevredenheid
In het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam bestaat een zeer goede samenwerking tussen de afdeling dermatologie en de afdeling plastische en reconstructieve chirurgie. Eén keer per week is er een speciaal spreekuur waar de dermatoloog en de plastisch chirurg beiden aanwezig zijn. Samen zien zij een aantal patiënten met een huidtumor in het gelaat. Gezien het feit dat de neus uitsteekt en simpelweg omdat het gelaat het meeste zonlicht vangt, komt huidkanker in het gezicht het meest voor. Zo’n tumor is soms zo groot dat een reconstructie van een groot deel van het gelaat nodig is. Bijv. bij een tumor op de neus die zo ver is doorgegroeid dat amputatie van de gehele of een gedeelte van de neus onvermijdelijk is geworden. In samenspraak met de patiënt en de dermatoloog wordt het reconstructieve traject door de plastisch chirurg verricht. In de bijgevoegde foto’s ziet u een voorbeeld van het defect na een het verwijderen van de huidtumor door de dermatoloog middels Mohs’ chirurgie en vervolgens de reconstructie verricht door de plastisch chirurg met behulp van een voorhoofdslap (figuur 1). Een voorhoofdslap is een stuk huid van het voorhoofd dat wordt gebruikt om de neus in stappen te reconstrueren. Het resultaat laat foto 2 zien.
Het moge duidelijk zijn: voor patiënten is een huidtumor een zeer ingrijpende gebeurtenis, zeker wanneer er vervolgens een reconstructie nodig is. Sanne Moolenburgh werkt op de afdeling Plastische en Reconstructieve Chirurgie, Erasmus MC Rotterdam. Zij promoveerde op een groot onderzoek op de afdelingen plastische chirurgie en dermatologie. Haar onderzoek toont aan dat patiënten in het algemeen zeer tevreden zijn met hun gereconstrueerde neus. Analyse van 788 patiënten met een huidtumor van de neus leverde bovendien een handige beslisboom op voor de beste reconstructie van zowel simpele oppervlakkige huiddefecten als volledige neusamputaties. Deze reconstructies dienen uitgevoerd te worden door dermatologen of plastisch chirurgen met voldoende “chirurgische vaardigheden” en “ervaring”. Haar conclusie: “Bij de behandeling van huidtumoren is een goede samenwerking tussen de dermatoloog en de plastisch chirurg een groot voordeel. Patiënten kunnen snel geholpen worden en hun tevredenheid is hoog.” Sanne E. Moolenburgh. Psychological, functional and aesthetic outcome after nasal reconstruction [dissertatie]. Erasmus MC, Rotterdam 2009. ISBN:97890-9024779-3
M A G A Z I N E H U I D S E P T E M B E R 2011
45
IN DE HUID VAN ... |
TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN EN FRANS MEULENBERG
over
|
FOTO : DREAMSTIME
|
Bij dieren heeft de huid met en zonder haren, veren of schubben veel functies tegelijk: jas, koeling, verleidingsmechanisme, pantser, ademhalingsorgaan, et cetera. Dat levert mooie verhalen op. Wilt u reageren?
[email protected]
JEUK en VERHARING Hij heet de beste vriend van de mens te zijn: de hond. Trouw volger van bevelen, metgezel door weer en wind. En dat, anders dan baasje, zonder beschermende jas. Zijn bescherming: huid en vacht. De vacht en de huid hebben de taak de hond te beschermen tegen onder andere ziektekiemen, uitdroging, geweld (zoals de beet van een andere hond) en tegen weersinvloeden. Voor de hond zijn de huid en de vacht van groot belang. Het lichaam zal dan ook zijn best doen die huid en vacht in een topconditie houden. Als een hond ziek is, kan men dat vaak ook aan de vacht zien. De vacht kan dan dof zijn, kale plekken vertonen of de vacht zit vol met schilfers. Ook kan de hond meer verharen dan normaal. Een gezonde hond heeft een mooie vacht die glanst en schoon is (hij likt hem zelf helemaal schoon). De hond stamt af van de wolf. Maar aan wolven heb je als mens niets. Wat te doen? Hij kruiste zich een ongeluk. In huizen op vijf hoog, twee achter is geen plaats voor een grote lobbes. Kleinere honden dus, maar wel met voldoende lange poten om trap te lopen, kortere staarten ter voorkoming van kwispelongelukken en minder geblaf. Meer aaibaarheid en minder verharing op meubilair. Dat zijn de eisen die mensen stellen aan honden. Om met Midas Dekkers te spreken:
“Als je van een wolf zowel een Sint-Bernard kunt maken als een dwergpoedel, zowel een blindengeleidehond als een boevenvanger, zo moet het ook mogelijk zijn een gezinshond te maken die ons liefheeft zonder te verharen, die aan tafel mee-eet, gewoon naar de w.c. gaat en toch kleurt bij de gordijnen.” Ironie en cynisme druipen af van deze woorden. Midas Dekkers houdt dan ook net iets meer van katten dan van honden.
Aanpasgedrag Wat zeker waar is: de hond is een aanpasser, hij schikt zich graag naar de wensen van zijn baasje. Ook evolutionair gezien. In tegenstelling tot niet gedomesticeerde soorten zoals krokodillen, die nauwelijks zijn geëvolueerd in 200 miljoen jaar (20 meter op de tijdbalk van een kilometer van het ontstaan van de aarde), heeft de hond zich in recordtempo aangepast aan alle klimaten, geografische zones, culturen en menselijke wensen. De Afghaanse windhond, de Siberische Husky, de Mexicaanse naakthond of de dikke Sint-Bernard. Er is eigenlijk maar een soort honden die weer terug verwilderden: dat zijn de Australische dingo’s, de afstammelingen van de honden die de aboriginals zo’n dertigduizend jaar geleden meenamen toen zij van Nieuw Guinea naar Australie trokken. En ook die hond geeft blijk van een groot aanpassingsvermogen. Ondanks hun enorme verscheidenheid behoren ze allemaal tot het geslacht Canis familiaris. Alleen de vacht evolueerde niet mee. De meeste honden zijn nog steeds langharig of verharen. De mens houdt van honden. Het wordt vaak beweerd. Maar hoe waar is die stelling eigenlijk? Want hoeveel afkeuring ligt niet besloten in de uitdrukking: “Het is hondenweer ...”