Regionalisatie Haarlem Verwijsstructuur Sportgezondheidszorgketen Haarlem
(VSG7699)
Schouderklachten Uitgangspunten obv multidisciplinaire richtlijn Sub Acromiaal Pijn Syndroom 2013
1. Diverse zorgverleners in de eerste, tweede en sociaal geneeskundige lijn. 2. Eén richtlijn specifieke schouderklachten vanuit meerdere disciplines. 3. Alle niet-traumatische (vnl unilaterale) schouderklachten
(incl. langer bestaande klachten vanuit aanvankelijk traumatische origine) Benamingen die hieronder vallen:
Bursitis tendinosis calcarea supraspinatus tendinopathie (partiële) en/of scheur van de rotator cuff bicepspees tendinitis of cuff degeneratie
4. Prognose: langdurige klacht met een groot aantal recidieven
Na een half jaar nog 50% van patiënten klachten Na jaar nog 33% pijn en/of beperking (Reilingh).
5. Diagnostische accuratesse
Voor het diagnosticeren van SAPS is er geen enkele op zichzelf staande test voldoende accuraat om zowel de diagnose vast te stellen als uit te sluiten. De inter-beoordelaar betrouwbaarheid van de meest gangbare tests varieert sterk. De inter-beoordelaar betrouwbaarheid van actieve abductie en pijn in het abductietraject is matig (0,62-0,99). De diagnose SAPS (inclusief rotator cuff scheur) is met meer waarschijnlijkheid vast te stellen als meerdere tests positief zijn
6. Aanvullende diagnostiek - Echografie( kosten effectief) accuraat t.b.v. aantonen/uitsluiten van:
rotator cuff tendinopathie/stadiering COOK rotator cuff #( volledig) subacromiale bursitis bicepspees scheuren tendinosis calcarea.
Verwijzen na niet vorderend herstel: NHG standaard na 6 wkn; KNGF 6-12 weken..
1
- MRI van de schouder bij SAPS indien geen betrouwbaar echografisch onderzoek beschikbaar. e
- MRI 1 keus tbv overzicht
uitgebreidheid rotator cuff letsel de mate van retractie, spiervervetting,atrofie bij indicatie OK.
-MRI arthrografie indien: verdenking partiële cuff letsels/intra-articulaire afwijkingen.
7. Conservatief behandelalgoritme *Initiële behandeling Voorlichting, relatieve rust, gevolgd door geleidelijk opbouwen van de oefentherapie:
laagintensief en hoogfrequent excentrisch trainen binnen de pijngrens stabilisatietraining van de scapula aandacht voor ontspanning en juiste houding. Het voorschrijven van NSAIDs gedurende één of twee weken in de acute fase bij hevige pijn. Corticosteroïd injectie bij hevige pijn, met name in de eerste acht weken. overweging echogeleid grotere zekerheid van locatie in de bursa subacromialis. Corticosteroïd injectie als enige vorm van therapie ontraden! * Behandeling van aanhoudend SAPS: oefentherapie bestaande uit oefeningen specifiek gericht op rotator cuff en scapula stabilisatoren behandeling van myofasciale triggerpoints (inclusief stretchen van de musculatuur). Passieve gewrichtsmobilisaties bij SAPS worden niet geadviseerd. Strikte immobilisatie wordt afgeraden. High energy ESWT overwegen bij aangetoonde subacromiale kalkdeposities. ESWT in de acute fase wordt ontraden. e
- Revalidatie 2 lijn: chronische, therapieresistente SAPS klachten bij patiënten met pijnonderhoudend gedrag. SAPS bij sporters :algoritme idem + extra aandacht schouderstabiliteit. - Operatief niet effectiever dan conservatief tav
verbeteren van de schouderfunctie verminderen van pijn. 2
Slechtere uitkomst na artroscopisch cuff repair na 1-2 jaar follow-up geassocieerd met:
gelijktijdige procedures aan biceps gelijktijdige procedures aan AC gewricht mate van preoperatieve vettige degeneratie ISP mate van preoperatieve vettige degeneratie SSP geslacht (vrouwen> mannen) leeftijd (ouder geeft slechtere uitkomst).
Concreet samenwerkingsformat gedurende 8 maanden 1. Pilot SAPS voor 8 (6 + 2 ivm zomervakantie) maanden. Evaluatie Huisarts/ orthopaedisch chirurg en revalidatie arts worden later ingepast.
2. Inspanningsverplichting deelnemende zorgverleners a) Alle nieuwe schouder/SAPS problemen dienen vanaf kick off geregistreerd te worden in Xcel* bestand b) Elke geregistreerde patiënt wordt conform verwijscriteria doorverwezen in de keten naar de participerende zorgverleners binnen het Regionalisatie traject. D.w.z. verwijzen naar respectievelijk sportarts, fysiotherapeut, sportmasseur daar waar grens van competenties in zicht komen. c) Aanlevering data van afgelopen periode op 1e maandag van de nieuwe maand Aanvang pilot: 23 april Aanlevering data: 7 september, 2 november en 4 Januari 2016 Controle en verwerking data door Sportgeneeskunde Nederland (externe sportarts) 3. Tussentijdse evaluatie 1e terugkom avond: eind september– datum nnb Inhoud: presentatie van wat tot nu toe heeft plaatsgevonden/ casuïstiek 4. Eind evaluatie medio januari. 5. Voorkomen van uitval: Indien verwijzing voorgesteld wordt neemt de 1 e behandelaar contact op met de volgende behandelaar (telefoon/app/ mail) voor het plannen van een afspraak met een specifieke sporter. Hiertoe vraagt de behandelaar altijd vooraf toestemming aan de patiënt. Alle bij de pilot betrokken professionals ontvangen een Excel sheet met contactgegevens van alle deelnemende behandelaren. (VSG7713) 6. Er is een verwijs manual voor de sportmasseur (zie bijlage VSG7698) 7. Er is een verwijs manual voor de sportfysiotherapeut (zie bijlage VSG7697)
3
*Sportarts benaderen voor: aanvullende diagnostiek(incl. echografie) bij niet vorderend herstel en/of afwijkend beloop(zie verwijsmanual sportfysiotherapeut) injectietherapie al of niet onder echo geleide Opzet multidisciplinair plan van aanpak Aanvullende diagnostiek via fysiotherapeut door huisarts beperken(let op huisarts beoordeeld zelf niet foto/MRI). Sportarts benaderd in principe orthopedisch chirurg bij operatieve indicatie na verrichte diagnostiek. *(Sport)fysiotherapeut benaderen voor:
eerste diagnostiek en behandeling schouderrevalidatie return to sports.
*Sportmasseur benaderen na einde reguliere behandeling door fysiotherapeut/sportarts:
eerste signalering/ triage(boordeling bewegingsuitslagen actief/passief) verdere begeleiding signaleren recidief en tijdig doorverwijzen nazorg.
e
e
P.J Janssen geboren 01091956 wordt code 010956PJ (gb datum + 1 initiaal en 1 letter achternaam)
4
Verwijs structuur obv kerncompetenties
Sportarts Diagnostiek/behandeling
Aanvullende diagnostiek(beeldvorming) Injectietherapie(echogeleide) Multidisciplinair behandelplan
Revalidatiearts Complexe revalidatie
Sportmasseur Eerste signalering/triage Verdere begeleiding/nazorg
Huisarts Indicatie wie, wat waar
Signaleren recidief/ tijdig doorverwijzen
Orthopedisch Chirurg Interventie
(Sport)fysiotherapeut Eerste diagnostiek en behandeling Schouder revalidatie Return to sports
5
Regionalisatie sportgezondheidszorg Unieke situatie Haarlemse sportgezondheidszorg 1. Sportgeneeskunde 2e lijns per 1-2016 en beschikt reeds over 2e lijns echografie, complete lijn aanvullende diagnostiek, radiologiebespreking met skelet- radioloog 2. Goed en uitgebreid netwerk (sport)fysiotherapeuten 3. Opbouw van netwerk deskundige sportmasseurs(KGSM)
6