Regeling Eindexamen havo Cohort

Regeling Eindexamen havo Cohort 2015 -1_________________________________________________________________________________________________________________

1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Korte inhoud van de regelgeving over het eindexamen Enkele belangrijke bepalingen uit het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek Reglement en samenstelling van de commissie van beroep eindexamen het Sint-Janscollege te Hoensbroek Reglement schoolexamen en Programma van toetsing en afsluiting van het Sint-Janscollege te Hoensbroek Regelingen Profielwerkstuk Regelingen rekentoets Inzage Toelichting bij de programma's van toetsing en afsluiting en overzicht van de volgorde van de pta’s van de verschillende vakken

Programma’s van toetsing en afsluiting (pta’s) van de verschillende vakken Bijlagen       

Bevorderingsnormen Sint-Janscollege Bevorderingsregeling voor 4 havo Sint-Janscollege Bevorderingsregeling voor 4 vwo Sint-Janscollege Havo Profielpakketten Vernieuwde Tweede Fase Sint-Janscollege Atheneum Profielpakketten Vernieuwde Tweede Fase Sint-Janscollege Gymnasium Profielpakketten Vernieuwde Tweede Fase Sint-Janscollege (Summa) cum laude regeling

_________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


2.

Voorwoord Deze bundel is bedoeld voor de leerlingen vanaf klas 4 havo en vwo. Maar niet alleen voor hen. Ook hun ouders en verzorgers doen er goed aan kennis te nemen van de inhoud hiervan, zodat ze weten wat er de komende jaren met betrekking tot het eindexamen van de leerlingen wordt verlangd. Het eindexamen bestaat uit twee delen: het schoolexamen en het centraal examen. De toetsing voor het schoolexamen is niet langer beperkt tot het eindexamenjaar. Het schoolexamen voor de verschillende vakken wordt op havo afgenomen gedurende de schooljaren 2015-2017 en op vwo gedurende de schooljaren 2015-2018. Nadat het gehele schoolexamen is afgesloten, vindt respectievelijk in 2017 en 2018 het centraal examen plaats. De scores behaald tijdens het schoolexamen en tijdens het centraal examen zijn bepalend voor de uitslag van het eindexamen. De leerlingen van havo-4 en vwo-4 zijn formeel dus al examenkandidaten. Ze dienen daarom op de hoogte te zijn van de voor hen relevante zaken uit het examenbesluit. De regels voor het vlot en zorgvuldig verloop van schoolexamen en centraal examen zijn in deze bundel opgenomen. De onderdelen 4, 5, 6 en 7 hebben vooral betrekking op de regelgeving rond het centrale examen. In 5 is bijvoorbeeld in artikel 49 de slaag/zakregeling te vinden. In onderdeel 8 zijn bijzonderheden over de organisatie van het schoolexamen en de programma's van toetsing en afsluiting van de verschillende vakken te vinden. Bij de informatie over de organisatie van het schoolexamen zijn vooral de artikelen 6 (verhindering), 8 (herkansing) en 9 (herexamen) van belang. Als bijlagen zijn na de programma's van toetsing en afsluiting de bevorderingsregelingen voor de klassen havo-4, vwo-4 en vwo-5 opgenomen. In deze bundel zijn alle onderdelen van het programma van toetsing en afsluiting opgenomen die in de 2e fase worden afgenomen. Het is dus verstandig om dit boekje te bewaren. Een leerling die in het schooljaar 2015-2016 aan het vierde leerjaar begint, maakt deel uit van het cohort 2015. Hij is in principe onderworpen aan de in deze bundel voor de komende schooljaren vastgelegde regelgeving rond schoolexamen en programma’s van toetsing en afsluiting. Als hij echter in enig jaar doubleert, valt hij daarna onder de regelgeving en de programma’s van toetsing en afsluiting van het cohort waarin hij dan terechtkomt. Hij ontvangt in dat geval een nieuwe Regeling Eindexamen. Als er aperte fouten gemaakt zijn in dit boekje, zullen deze telkens in de loop van het schooljaar via een erratum worden hersteld. Hoensbroek, september 2015 De directie



3.

Inleiding In 1998 startte een deel van de Nederlandse scholen met de Tweede Fase, de rest volgde in 1999. Zowel aan het eind van 1998 als in het begin van 2000 is er ingegrepen in het programma voor de bovenbouw van havo en vwo. Daarmee werd beoogd het programma voor de leerlingen beter studeerbaar te maken en de werkdruk voor de docenten te verlichten. Daarnaast groeide de wens naar een ingrijpender herziening van de inrichting van de Tweede Fase. Deze Vernieuwde Tweede Fase is sinds 1 augustus 2007 een feit. Daarna zijn er in de loop der jaren een aantal kleinere wijzigingen doorgevoerd zoals bijvoorbeeld het invoeren van de rekentoets. In plaats van een vrije pakketkeuze uit de tijd voor de Tweede Fase zijn min of meer vaste pakketten gekomen, die profielen worden genoemd. Een profiel is een samenhangend programma van vakken dat voorbereidt op een groep van verwante opleidingen. Er zijn 4 profielen, namelijk: * * * *

cultuur en maatschappij economie en maatschappij natuur en gezondheid natuur en techniek

Een profiel bestaat uit drie delen: het gemeenschappelijk deel (met vakken die elke leerling verplicht volgt), het profieldeel (met vakken die voorbereiden op een vervolgstudie of een beroep) en het vrije deel. In totaal zal iedereen in de bovenbouw ongeveer 12 à 13 vakken gaan volgen. In de Tweede Fase moet dus examen worden afgelegd in ongeveer 13 vakken. In de Vernieuwde Tweede Fase zijn de keuzemogelijkheden voor de leerlingen verder uitgebreid. In de bijlagen havo / atheneum en gymnasium profielpakketten Vernieuwde Tweede Fase kunt u zien hoe aan deze keuzemogelijkheden op Sint-Jan invulling is gegeven. Bij sommige vakken zijn daarnaast de examenprogramma's vernieuwd. Deze examenprogramma’s zijn onder andere te raadplegen op www.examenblad.nl. In de geactualiseerde examenprogramma's wordt meer dan in de oude situatie het geval was aandacht besteed aan vaardigheden. Met deze verschuiving in de aanpak hangen wijzigingen in de manier van examinering samen. Er zijn zo in de Tweede Fase vier vormen van toetsing te onderscheiden, te weten: *

toetsen met gesloten en/of open vragen of opdrachten. Het gaat hierbij vooral om het toetsen van kennis en inzicht. Toetsen worden beoordeeld met een cijfer.

*

praktische opdrachten. Deze zijn vooral bedoeld om vaardigheden te toetsen. Daarnaast wordt bij het vervullen ervan in ruime mate een beroep gedaan op kennis en inzicht. De examenstof wordt bij een praktische opdracht in het kader van praktische probleemstellingen toegepast. Praktische opdrachten worden beoordeeld met een cijfer.

*

handelingsdelen. Dit zijn opdrachten die de leerling met voldoende resultaat moet hebben uitgevoerd. Vaak gaat het om onderdelen die voorbereiden op toetsen of op praktische opdrachten. Handelingsdelen worden niet beoordeeld met een cijfer. Ze moeten naar behoren worden gedaan. Het niet voldaan hebben aan een handelingsdeel blokkeert de verdere toetsing en maakt het onmogelijk om verder aan de toetsing deel te nemen.

*

profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een uitgebreid werkstuk dat betrekking heeft op één vak uit het pakket. Het laat zien welke vaardigheden iemand beheerst en in welke mate hij ze beheerst. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Het eindoordeel over het profielwerkstuk wordt samen met de andere ‘kleine’ vakken op de havo: maatschappijleer; op het vwo: maatschappijleer en levensbeschouwing in gelijke delen verwerkt in het zogenaamde combinatiecijfer.



In het programma van toetsing en afsluiting, dat achter in deze bundel te vinden is, is bij de onderdelen van het schoolexamen van de verschillende vakken steeds onder het kopje 'aard' aangegeven welke toetsvorm aan de orde is. T staat daarbij voor toets, PO voor praktische opdracht en HD voor handelingsdeel. Het profielwerkstuk is niet in de programma's van toetsing en afsluiting van de verschillende vakken te vinden. De regelingen rond het profielwerkstuk zijn als apart onderdeel in deze bundel opgenomen. In een examendossier wordt gedocumenteerd welke resultaten voor de verschillende onderdelen van het schoolexamen zijn behaald. Sommige vakken worden afgesloten met het schoolexamen. Het cijfer dat behaald wordt voor het schoolexamen is dan tegelijk het eindcijfer voor dat vak. Bij andere vakken is er naast het schoolexamen een centraal examen. In die gevallen bepalen schoolexamen en centraal examen samen het eindcijfer. Een andere belangrijke verandering die de Tweede Fase met zich meebrengt, is dat de toetsing voor het schoolexamen zich niet beperkt tot het eindexamenjaar. Ook in de voorexamenklassen wordt voor het schoolexamen getoetst. Sommige vakken worden zelfs al voor het examenjaar afgesloten. Het eindcijfer dat daarbij behaald wordt, telt mee voor het examen en krijgt een plaats op de cijferlijst. Een programma van toetsing en afsluiting is telkens geldig voor een gehele tweede fase periode. Een groep leerlingen die start in de tweede fase wordt een cohort genaamd. De leerlingen die starten in 4 vwo en 4 havo in het schooljaar 2015-2016 vormen het cohort 2015. In de programma's van toetsing en afsluiting van de verschillende vakken is per jaar te vinden of een vak in dat schooljaar wordt afgesloten, welke toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen van dat vak in dat jaar meetellen voor de bepaling van het eindcijfer voor het schoolexamen van dat vak en welk gewicht elk PTA-onderdeel heeft bij de berekening van het schoolexamencijfer. Ook is per vak aangegeven of het vak in kwestie naast het schoolexamen een centraal examen kent. Naast de voor het schoolexamen meetellende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen kunnen in de verschillende leerjaren ook toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen worden gegeven die alleen meetellen voor de rapporten en voor de overgang en niet voor het schoolexamen. Deze zijn niet in de programma's van toetsing en afsluiting van de verschillende vakken opgenomen. Het spreekt voor zich dat voor het schoolexamen meetellende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen ook mee kunnen tellen voor de rapporten en de overgang. De in deze bundel opgenomen herkansingsregeling heeft alleen betrekking op voor het schoolexamen meetellende toetsen, praktische opdrachten en handelingsdelen. Sinds de invoering van de Vernieuwde Tweede Fase is er sprake van een combinatiecijfer dat meetelt bij de uitslagbepaling. Op het vwo van Sint-Jan bepalen de eindcijfers voor maatschappijleer, levensbeschouwing, en het profielwerkstuk in gelijke mate het combinatiecijfer. Op de havo zijn dat de eindcijfers voor maatschappijleer en het profielwerkstuk. De genoemde onderdelen tellen alle even zwaar bij de vaststelling van het combinatiecijfer. In de Vernieuwde Tweede Fase geldt een herziene slaag/zakregeling. Zo hebben in de Vernieuwde Tweede Fase de vakken uit het profieldeel geen aparte positie meer in de slaag/zakregeling. Bovendien geldt er nu een compensatieregeling. Een havo-leerling heeft acht cijfers die meetellen in de slaag/zakregeling: voor Nederlands, Engels, vier profielvakken, één vak in het vrije deel en een combinatiecijfer. Een vwo-leerling negen: dezelfde als op de havo en daarnaast een tweede moderne vreemde taal of, voor gymnasiasten, Latijn of Grieks. Deze acht – respectievelijk negen – cijfers maken (samen met de beoordelingen (kwalificatie “voldoende” of “goed”) voor ckv en lo) uit of een leerling geslaagd of gezakt is. Daarnaast geldt als aanvullende eis, dat het gemiddelde voor het Centraal Examen minimaal een 5,5 moet zijn om te kunnen slagen. Een tweede aanvullende eis is, dat er maximaal één vijf (en niet lager) als eindcijfer voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde. Voor de havoleerlingen die een CM (= cultuur en maatschappij) profiel volgen zonder wiskunde, geldt de kernvakkenregeling voor de vakken Nederlands en Engels. Vanaf het schooljaar 2015 – 2016 maakt de rekentoets onderdeel uit van de slaag-zakregeling. De leerlingen dienen een vijf voor de rekentoets te halen om een diploma in ontvangst te mogen nemen. De leerlingen hebben vier kansen om dit cijfer te behalen. Één kans dient in het voorexamenjaar benut te zijn.



Een leerling die niet bevorderd is naar een volgend leerjaar of die gezakt is voor het eindexamen volgt in principe het gehele programma van het jaar dat hij overdoet opnieuw. Een dergelijke leerling vervalt bovendien automatisch in de regelingen en het programma van toetsing en afsluiting van het daaropvolgende cohort. Er kunnen na overleg met de rector vrijstellingen worden verleend. Er is in ieder geval vrijstelling voor het maken van een nieuw profielwerkstuk nadat dit met een voldoende is afgesloten. In het inrichtingsbesluit en het eindexamenbesluit wordt vanaf 2007 een scherper onderscheid gemaakt tussen een ontheffing en een vrijstelling. De term vrijstelling wordt gebruikt voor een “categorie van gevallen” (bijvoorbeeld vrijstelling voor vakken bij de overstap van havo naar vwo) en de term ontheffing wordt gebruikt voor “een individueel geval” (bijvoorbeeld ontheffing voor lichamelijke opvoeding). Bij vrijstellingen gaat het dus om gevallen waarin iets niet meer hoeft omdat door de leerling al aan de verplichtingen is voldaan. De vrijstellingen zijn door de wetgever bepaald; een leerling heeft er recht op. Bij een ontheffing hoeft een leerling iets niet te doen op grond van “belemmeringen”. Voor alle categorieën die in aanmerking komen voor een ontheffing geldt nadrukkelijk dat de school bepaalt of en aan wie ontheffing wordt gegeven; het is dus geen recht waarop een leerling aanspraak kan maken. Leerlingen die van havo doorstromen naar atheneum krijgen ook in de Vernieuwde Tweede Fase vrijstellingen. Ze zijn vrijgesteld van de volgende vakken uit het gemeenschappelijk deel: CKV en maatschappijleer. Het is op het vwo in de Tweede Fase voor bepaalde categorieën leerlingen mogelijk om de tweede moderne taal te vervangen door een ander vak. Deze regeling geldt op St.-Jan uitsluitend voor de volgende drie categorieën vwo-leerlingen: 1.

2.

3.

Leerlingen met stoornissen die specifiek betrekking hebben op taal of met zintuiglijke stoornissen die effect hebben op taal. De stoornis dient te worden aangetoond door het overleggen van een medische verklaring of een deskundigenverklaring waaruit in elk geval duidelijk wordt om welke stoornis het gaat en in welke mate deze stoornis ernstige consequenties heeft voor het kunnen volgen van taalonderwijs. De verklaring wordt beoordeeld door de aan onze school verbonden zorgcoördinator. De rector beslist daarna of de gevraagde vrijstelling wordt verleend. Leerlingen die na het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs voor het eerst Nederlandstalig onderwijs zijn gaan volgen. Deze omstandigheid dient te worden aangetoond door het overleggen van een officiële verklaring hierover. De rector beslist op basis daarvan of de gevraagde vrijstelling wordt verleend. Leerlingen die een natuurprofiel kiezen en waarbij het onderwijs in de tweede moderne vreemde taal naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert. De rector beslist in deze en baseert zich hierbij op de adviezen die de docenten Duits en Frans in de derde klas geven.

De leerlingen in kwestie kunnen als vervangend vak alleen kiezen voor die vakken uit de vrije ruimte die voor hun profiel aangeboden worden, een studielast van minimaal 440 klokuren hebben en die niet leiden tot unieke vakkencombinaties in het rooster. Scholen voor voortgezet onderwijs konden tot de invoering van de Tweede Fase certificaten afgeven voor vakken die voldoende waren afgesloten. Vanaf de invoering van de Tweede Fase krijgen leerlingen die niet geslaagd zijn en die niet op de dagschool voor voortgezet onderwijs het examenjaar willen doubleren bij hun vertrek een cijferlijst mee. Op basis van die cijferlijst krijgen ze vrijstelling voor de vakken die met een voldoende zijn afgesloten als ze examen gaan doen aan een school voor volwasseneneducatie (vavo) of als zij staatsexamen willen afleggen. Ook kunnen zij daar vrijstellingen krijgen. Leerlingen die tussentijds vertrekken, dus de school verlaten zonder het examen te hebben afgerond, krijgen een voorlopige cijferlijst mee als zij een of meer vakken hebben afgerond. Op die voorlopige cijferlijst staan de eindbeoordelingen (als het gaat om de vakken ckv en lo en/of de eindcijfers van de afgesloten vakken. Dit geldt zowel voor vakken met alleen een schoolexamen als voor vakken met ook een centraal examen. Scholen voor volwasseneneducatie kunnen wel certificaten afgeven. Deze blijven tien jaar geldig.



4.

Korte inhoud van de regelgeving over het eindexamen De basis voor alle regels voor eindexamens voor de leerlingen van scholen voor vwo, havo en mavo is neergelegd in artikel 29 van de Wet op het voortgezet onderwijs. In dit artikel wordt bepaald: 1. dat leerlingen van dagscholen voor vwo, havo en mavo gelegenheid gegeven wordt aan deze scholen eindexamen af te leggen 2. dat dit examen afgenomen wordt door de rector of directeur en leraren van de school 3. dat zij die het eindexamen met gunstig gevolg afgelegd hebben, een diploma ontvangen 4. dat bij algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgelegd worden omtrent de eindexamens, die niet voor alle leerlingen van een school dezelfde vakken behoeven te omvatten. De onder 4 bedoelde algemene maatregel van bestuur zijn vooral het inrichtingsbesluit W.V.O. en het Eindexamenbesluit. Ofschoon deze besluiten met de daarbij behorende toelichtingen erg omvangrijk zijn, is hiermee toch geen uitputtende regeling voor de examens getroffen. Heel uitdrukkelijk is het schoolbesturen en scholen nog opgedragen de organisatie van het eindexamen vast te leggen in een tweetal regelingen te weten in: een Examenreglement en in een Reglement schoolexamen en het Programma van toetsing en afsluiting Een en ander betekent dat de regelingen terzake van en rond het eindexamen in concreto geregeld zijn in drie reglementen te weten: a. b. c.

het Eindexamenbesluit het Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek het Reglement schoolexamen en het Programma van toetsing en afsluiting van het SintJanscollege te Hoensbroek

Bij de presentatie van de regels in deze bundel is vaak de chronologie van de activiteiten in het kader van de eindexamens als uitgangspunt genomen en niet de juridische hiërarchie van de verschillende regelingen. 5.

Enige belangrijke bepalingen uit het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo Verhindering centraal examen (artikel 45) Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien (….). Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. (…) Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de directeur. Eindcijfer eindexamen (artikel 47) Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De directeur bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in de eerste of tweede volzin, niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. Het cijfer dat voor de rekentoets wordt behaald, is tevens het eindcijfer voor rekenen.



Vaststelling uitslag (artikel 48) De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast. De directeur en de secretaris van het eindexamen stellen daartoe uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op. Vervolgens bepalen zij de uitslag waarbij zij de regels voor slagen hanteren die hieronder onder het kopje uitslag zijn vermeld. Heeft een leerling in een of meer extra vakken eindexamen afgelegd dan op grond van het Eindexamenbesluit verplicht is, dan kunnen een of meer cijfers niet betrokken worden bij de bepaling van de uitslag. Voorwaarde is echter dat de in aanmerking genomen vakken gezamenlijk een eindexamenpakket vormen dat qua samenstelling aan de voorschriften voor de school waaraan examen wordt afgelegd, voldoet.



Uitslag (artikel 49) De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd, is geslaagd: a. b.

c.

d. e.

indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,50 is, indien hij voldoet aan de kernvakkenregel: voor de kernvakken (Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur, wiskunde A, B of C) mag er maximaal één 5 als eindcijfer behaald zijn, de andere cijfers dienen een 6 of hoger te zijn. Indien hij 1°. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, dan wel 2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, dan wel 3°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, indien geen van de eindcijfers van onderdelen van het combinatiecijfer lager is dan 4, en indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”

N.B. De rekentoets is overigens een zelfstandig deel van het examen, naast CE en SE; derhalve doet deze toets niet mee aan de compensatieregel en de CE-regel (zie de punten a t/m c). De examenkandidaat moet een 5 of hoger behaald hebben voor de rekentoets.

Herkansing (artikel 51) De herkansingsregeling houdt in dat elke schoolkandidaat na de eerste uitslagbepaling per examenjaar voor één vak mag deelnemen aan het centraal examen, voor zover dat mogelijk is in een volgend tijdvak van hetzelfde examenjaar. Dat vak moet wel betrokken zijn geweest bij het vaststellen van de eerste uitslag. Deze herkansingsmogelijkheid geldt dus ook voor kandidaten met extra vakken en kandidaten die volgens de eerste uitslagbepaling al geslaagd zijn. En tevens voor kandidaten die na de eerste uitslagbepaling een centraal examen in een vak volgens een ander programma willen afleggen. In deze laatste twee gevallen is er dus van herkansing in enge zin geen sprake. Toch worden ook die gevallen met de term "herkansing" aangeduid. Behaalt de kandidaat een hoger cijfer dan voor de eerste uitslagbepaling, dan geldt dat hogere cijfer. Behaalt de kandidaat bij deze herkansing een ongunstiger resultaat, dan geldt het eerder behaalde hogere cijfer. Een kandidaat die in het eerste tijdvak een vak niet kan afleggen, kan in het tweede tijdvak zowel het centraal examen voor dat vak alsnog afleggen en een herkansing doen voor een ander vak. Een dergelijke mogelijkheid bestaat ook voor het derde tijdvak. Voor de rekentoets bestaan vier mogelijkheden. De rekentoets wordt afgenomen in het voorexamenjaar.



Diploma en cijferlijst (artikel 52) De directeur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld de cijfers voor het schoolexamen, indien zich dat voordoet volgens welk programma elk vak is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, het vak en het onderwerp of de titel van het profielwerkstuk, het cijfer voor profielwerkstuk, en bij scholen voor vwo en havo de beoordeling van de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet verstrekt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het aantal voorgeschreven vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag betrokken zijn, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. Verder wordt het cijfer van de rekentoets vermeld. Afwijking wijze van examineren ( artikel 55 ) 1.

2.

3.

4.

De directeur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde, tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap geldt bij bedoelde aangepaste wijze van examinering dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen of de rekentoets in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal en literatuur; b. het vak Nederlandse taal; c. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is.



Bewaren examenwerk ( artikel 57 ) Het werk van het centraal examen der kandidaten wordt gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. De directeur draagt er voorts zorg voor dat een volledig stel van de bij de centrale examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. Spreiding examen dagschool ( artikel 59 ) Het bevoegd gezag van een dagschool kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.



6. EXAMENREGLEMENT VAN HET SINT-JANSCOLLEGE TE HOENSBROEK De centrale directie van het Sint-Janscollege te Hoensbroek, overwegende, dat de onder zijn verantwoordelijkheid afgenomen eindexamens een zorgvuldig verloop dienen te hebben: gelet op het gestelde in artikel 31 van het Eindexamenbesluit besluit ingaande 1 september 2015 een examenreglement vast te stellen met de volgende inhoud: § 1. ALGEMEEN artikel 1

Begripsbepalingen

centrale directie directeur kandidaat personeelslid

: : : :

examinator secretaris

: :

artikel 2

het bevoegd gezag van het Sint-Janscollege LVO-Parkstad te Hoensbroek de rector van de school of zijn plaatsvervanger een ieder die door het bestuur tot het eindexamen is toegelaten een lid van de directie, het onderwijzend of onderwijsondersteunend personeel van een school degene die belast is met het afnemen van het eindexamen de functionaris die door de directeur is belast met de coördinatie en uitvoering van werkzaamheden rondom het examen.

Het eindexamen

Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. Het schoolexamen vwo en havo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in het betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft in principe betrekking op één vak. artikel 3

Afnemen eindexamen

1. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De directeur wijst een van de personeelsleden van de school aan tot secretaris van het eindexamen. artikel 4

Indeling eindexamen

Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en, voor zover dat in het examenprogramma, bedoeld in artikel 7 van het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo is bepaald, tevens uit een centraal examen.

§ 2. ORGANISATIE VAN HET EINDEXAMEN artikel 5 1. 2. 3.

Het schoolexamen

De organisatie van het schoolexamen wordt beschreven in het jaarlijks voor 1 oktober vast te stellen Reglement Schoolexamen, dat onderdeel uitmaakt van dit examenreglement. Het eveneens jaarlijks op te stellen "Programma van toetsing en afsluiting", wordt als bijlage aan het Reglement Schoolexamen toegevoegd. Het Reglement Schoolexamen en het "Programma van toetsing en afsluiting" worden namens het bestuur vastgesteld door de directeur.

artikel 6

Het Centraal Examen (CE)

1. Het Centraal Examen wordt afgenomen conform het eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo. 2. Het CE wordt afgenomen op door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen vastgestelde data en tijden en in een of meer daarvoor door de directeur aangewezen lokaliteiten. _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


3.

4.

5.

6. 7. 8.

9.

De kandidaten maken het werk onder toezicht van zoveel personeelsleden van de school als voor een zorgvuldig verloop van het examen noodzakelijk is; het toezicht wordt nader geregeld in een door of namens de directeur op te stellen surveillancerooster. Over het verloop van het examen wordt een door de toezichthouders ondertekend proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal worden tenminste vermeld: de namen van de kandidaten, de namen van de toezichthouders, datum, begin- en eindtijd van het examen, het geëxamineerde vak, binnenkomst- en vertrektijden van de kandidaten als deze afwijken van de begin- en eindtijd van het examen en alle bijzondere gebeurtenissen die van belang zijn met het oog op de bij het afnemen van het examen vereiste zorgvuldigheid. Indien van toepassing wordt ook het niveau van het examen vermeld. Voor de aanvang van het examen in enig vak leest een van de toezichthouders de op de enveloppe met examenopgaven vermelde tekst op. Bij de aanvang opent hij in aanwezigheid van de kandidaten de enveloppe. Onmiddellijk nadat de enveloppe geopend is, worden de opgaven rondgedeeld. De opgaven mogen niet vóór het einde van de zitting buiten het examenlokaal gebracht worden. Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het tijdstip van opening van de enveloppe tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Alleen in geval van duidelijke overmacht kan de directeur bij wijze van uitzondering besluiten de gemiste tijd te laten inhalen. Na afloop van het examen wordt het gemaakte examenwerk, tezamen met het proces-verbaal door een van de toezichthouders, onverwijld bij de directeur of bij een door hem aangewezen personeelslid, ingeleverd.

artikel 7 1.

2. 3. 4.

5. 6.

7.

8. 9. 10.

Nadere aanwijzingen voor het centraal examen

Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de directeur, tenzij door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven, ander papier is verstrekt. Aan ingeleverd kladwerk kunnen geen rechten worden ontleend. De kandidaat plaatst zijn naam en examennummer op het in lid 1 bedoelde papier. Omtrent de opgaven worden geen mededelingen of inlichtingen van welke aard of door wie ook aan de kandidaten verstrekt, behalve de officiële CEVO-mededelingen. Het gebruik van boeken, logaritmetafels, tabellen en andere hulpmiddelen is de kandidaat verboden met uitzondering van die waarvan het gebruik door de commissie belast met de vaststelling van de opgaven, is toegestaan. Deze boeken, logaritmetafels, tabellen en andere hulpmiddelen worden door een toezichthouder onderzocht. Uitsluitend deze boeken en hulpmiddelen, alsmede het voor het maken van het examenwerk benodigde schrijf- en tekenmateriaal mogen door de kandidaten meegebracht worden in het examenlokaal. Kladpapier wordt gewaarmerkt en verstrekt door of vanwege de directeur. Gedurende het examen is het de kandidaat niet geoorloofd zich tijdelijk zonder vergunning van een der toezichthouders, uit het examenlokaal te verwijderen. Krijgt hij die toestemming, dan dient een van de toezichthouders hem te begeleiden. Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding van een toezichthouder het examenlokaal verlaten. Na overleg met de kandidaat beslist de directeur of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. De inspecteur wordt zo spoedig mogelijk geïnformeerd over een dergelijk voorval. Hervat een kandidaat na enige tijd het werk, dan kan de directeur bepalen dat de gemiste tijd of een deel daarvan aan het einde van de zitting wordt ingehaald. Hervat een kandidaat het werk niet, dan neemt de directeur contact op met de inspecteur. Deze kan het werk ongeldig verklaren. De kandidaat wordt dan geacht om een geldige reden verhinderd te zijn geweest aan het desbetreffende onderdeel deel te nemen. De kandidaat levert bij het verlaten van de examenzaal het gemaakte werk in bij een van de toezichthouders. Gedurende het laatste kwartier van de examenzitting mag de kandidaat het examenlokaal niet verlaten. Indien een kandidaat verhinderd is aan een of meer onderdelen van het CE deel te nemen, dient door zijn ouders, verzorgers of voogden, binnen vierentwintig uur een schriftelijke verklaring waaruit de reden van de verhindering blijkt, aan de directeur overgelegd te worden. De directeur bepaalt of de opgegeven reden of redenen aangemerkt kunnen worden als "geldige reden" bedoeld in artikel 45 van het "Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo."



§ 3. ONREGELMATIGHEDEN artikel 8

Onregelmatigheden

1.

Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, daaronder begrepen onttrekking aan enig onderdeel van het examen, kan de directeur maatregelen nemen. Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, daaronder begrepen onttrekking aan enig onderdeel van het examen, beoordeelt de directeur of deze onregelmatigheid volgens de geldende 'Beleidsregel niet op regelmatige wijze afnemen van het centraal examen in het voortgezet onderwijs' aan de inspectie gemeld dient te worden. Zo ja, dan kan de inspectie de maatregelen die in deze beleidsregel vermeld staan - het ongeldig verklaren van examens en eventueel het opnieuw afnemen van het examen - treffen. Zo nee, dan kan de directeur maatregelen nemen: 2. De maatregelen bedoeld in het eerste lid die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. 3. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid wordt genomen, hoort de directeur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De directeur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat, alsmede aan de inspectie. 4. De kandidaat kan tegen een beslissing van de directeur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie van beroep. Het beroep wordt binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de commissie van beroep ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, alsmede aan zijn ouders, voogd of verzorger(s) alsook aan de directeur en aan de inspectie. artikel 9

Geheimhouding

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.



artikel 10

Commissie van beroep

1. De in artikel 8, lid 4 bedoelde commissie van beroep is de door de directie van het Sint-Janscollege te Hoensbroek ingestelde "Commissie van beroep eindexamenaangelegenheden", bestaande uit drie leden . 2. De regeling van de werkzaamheden van de commissie is opgenomen in het Reglement Commissie van Beroep eindexamenaangelegenheden Sint-Janscollege te Hoensbroek. Een exemplaar van dit reglement alsmede een opgave van haar samenstelling is bijgevoegd. 3. Een beroepschrift dient gericht te worden tot de voorzitter van de commissie, p.a. Sint-Janscollege, Postbus 189, 6430 AD Hoensbroek.

§ 4. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN artikel 11 Elke kandidaat zal, tezamen met het Reglement Schoolexamen en het Programma van toetsing en afsluiting vóór 1 oktober van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, in het bezit gesteld worden van een exemplaar van dit examenreglement. Iedere kandidaat wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van het examenreglement. artikel 12 1. Dit reglement treedt in werking op 1 september 2015. 2. Wijzigingen in dit reglement zijn eerst van toepassing op het eindexamen dat afgenomen wordt na 1 september volgend op de datum waarop tot wijziging besloten wordt. artikel 13 In gevallen waarin dit reglement niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de centrale directie van LVO Parkstad. artikel 14 Dit reglement kan geciteerd worden als het Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek.



7.

Reglement van de commissie van beroep eindexamenaangelegenheden Sint-Janscollege te Hoensbroek artikel 1:

Begripsbepalingen

Dit reglement verstaat onder: a. het examenreglement: b. de commissie :

artikel 2:

het Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek de Commissie van beroep eindexamenaangelegenheden als bedoeld in artikel 8 van het Examenreglement van het SintJanscollege te Hoensbroek

Instelling en instandhouding van de commissie

Er is een commissie, ingesteld en in stand te houden door de centrale directie LVO Parkstad, bestaande uit drie leden. artikel 3:

Taak van de Commissie

De commissie is belast met: 1. de behandeling van en het nemen van een beslissing over een door een kandidaat of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingesteld beroep wegens een beslissing van de directeur volgens onregelmatigheden ten aanzien van enig deel van het eindexamen, een en ander als bedoeld in artikel 8, vierde lid van het examenreglement. 2. de behandeling van terzake het verloop van het eindexamen ingediende bezwaren bij de centrale directie LVO Parkstad, uitmondend in een advies aan deze centrale directie wanneer haar dit verzocht wordt. Artikel 4:

Regeling aanstelling lidmaatschap van de commissie

De leden van de commissie worden aangezocht en benoemd door de centrale directie van LVO Parkstad. De voorzitter wordt in functie benoemd. De directeur maakt nimmer deel uit van deze commissie. Artikel 5: 1. 2. 3.

Kennisgeving samenstelling commissie

Zodra de commissie is benoemd draagt de voorzitter er zorg voor, dat aan de directeur van de school onverwijld kennis gegeven wordt over de samenstelling van de commissie. Wijziging van deze gegevens wordt door de zorg van de voorzitter eveneens onverwijld medegedeeld. De actuele samenstelling van de commissie zal een appellant/adressant onverwijld door de directeur van de school worden medegedeeld.

Artikel 6:

Aanhangig maken van het beroep

Het beroepschrift dient binnen de in het examenreglement genoemde termijn schriftelijk ingediend te worden bij de voorzitter van de commissie.



Artikel 7: 1.

2.

De indiener van het beroepschrift kan de centrale directie van LVO Parkstad verzoeken een lid van de commissie te wraken a) indien deze een persoonlijk belang heeft bij de bestreden beslissing b) indien deze een bloed- of aanverwant is van de directeur of de indiener van het beroepschrift tot en met de vierde graad c) indien er een hoge graad van vriendschap of vijandschap bestaat tussen dat lid en de indiener van het beroepschrift of de directeur d) in andere gevallen waarin daartoe ernstige reden aanwezig is In dezelfde gevallen kan een lid van de commissie verzoeken hem te verschonen.

Artikel 8: 1. 2. 3.

4.

5.

2.

Behandeling van een beroepschrift als bedoeld in artikel 3, eerste lid

De voorzitter roept de commissie in vergadering bijeen zodra hem een beroepschrift bereikt. De commissie is slechts bevoegd een haar geboden beroepschrift in behandeling te nemen en daarover een uitspraak te doen, als alle leden aanwezig zijn. De commissie stelt allereerst vast of a. de haar voorgelegde bestreden beslissing een aangelegenheid betreft als bedoeld in artikel 8 van het examenreglement b. het beroepschrift tijdig is ingediend en besluit vervolgens over de ontvankelijkheid van het ingediend beroep Indien het beroep niet tijdig is ingesteld, wordt niet-ontvankelijkheidverklaring op die grond achterwege gelaten, als belanghebbende kan aantonen, dat het beroepschrift zo spoedig ingediend is als redelijkerwijs verwacht kan worden. Indien de commissie tot de conclusie gekomen is, dat het beroep ontvankelijk is, hoort de commissie afzonderlijk en/of gezamenlijk a. de directeur tegen wiens beslissing beroep is aangetekend b. de kandidaat, of indien deze minderjarig is, de kandidaat en zijn wettelijke vertegenwoordiger, desgewenst bijgestaan door een of meer deskundigen.

artikel 9: 1.

Wraking en verschoning

De uitspraak op een beroepschrift

De commissie doet uitspraak binnen twee weken na indiening van het beroep; in bijzondere gevallen kan deze termijn met ten hoogste twee weken verlengd worden. De noodzaak daarvan dient schriftelijk gemotiveerd te worden. De uitspraak van de commissie wordt met inachtneming van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk en gemotiveerd toegezonden aan de indiener van het beroepschrift.

artikel 10:

Advies over bezwaarschriften

In het geval de centrale directie van LVO Parkstad een advies vraagt als bedoeld in artikel 3, tweede lid, brengt de commissie van beroep eindexamenaangelegenheden binnen tien dagen daarover een advies uit. artikel 11: 1. 2.

Inwerkingtreding/wijziging

Dit reglement treedt in werking op 1 september 2015. Wijzigingen in dit reglement treden onmiddellijk in werking.

artikel 12:

Citeertitel

Dit reglement kan geciteerd worden als Reglement van de commissie van beroep eindexamenaangelegenheden Sint-Janscollege te Hoensbroek.



8.

Reglement schoolexamen van het Sint-Janscollege te Hoensbroek 2015-2017 (HAVO)/2015-2018(VWO) vastgesteld op 1 september 2015.

De directeur van het Sint-Janscollege te Hoensbroek gelet op artikel 31 lid 2 van het Eindexamenbesluit vwohavo-mavo-vbo gelet op artikel 5 lid 1 en 2 van het Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek gehoord de examinatoren van het Sint-Janscollege te Hoensbroek besluit het Reglement schoolexamen alsmede het Programma van toetsing en afsluiting voor de eindexamens aan het Sint-Janscollege te Hoensbroek in het Cohort 2015 als volgt vast te stellen. artikel 1:

begripsbepalingen

a) centrale directie b) directeur

: :

c) kandidaat

:

d) examinator e) programma van toetsing en afsluiting

:

f) secretaris

:

artikel 2: 1. 2.

3. 4. 5. 6.

plaatsvervanger een ieder die door het bestuur tot het eindexamen is toegelaten degene die belast is met het afnemen van het eindexamen de bijlage 'Programma van toetsing en afsluiting als bedoeld in artikel 31 lid 2 van het Eindexamenbesluit vwo-havomavo-vbo de functionaris die door de directeur is belast met de coördinatie en uitvoering van werkzaamheden rondom het examen.

algemene bepalingen

Het schoolexamen strekt zich uit over alle vakken waarin de kandidaat examen aflegt. Het schoolexamen wordt afgenomen met inachtneming van het gestelde in het Programma van toetsing en afsluiting dat als bijlage bij deze Regeling schoolexamen is gevoegd en waarin voor elk vak afzonderlijk is opgenomen: a. uit hoeveel onderdelen het schoolexamen bestaat b. gedurende welke periode elk van de onderdelen afgenomen wordt c. de aard van de onderdelen van het schoolexamen d. de duur van de onderdelen van het schoolexamen e. de omschrijving van de stof waarvan de beheersing onderzocht wordt f. het gewicht dat aan elk schoolexamencijfer wordt toegekend voor de bepaling van het eindcijfer schoolexamen In afwijking van het gestelde onder lid 2 kan de directeur, de desbetreffende vaksectie gehoord, van de regeling afwijken; de kandidaten dienen hiervan tijdig op de hoogte gesteld te worden. Het schoolexamen begint niet eerder dan 1 september 2015 en het wordt tenminste drie werkdagen voor de aanvang van het centraal examen afgesloten met de vaststelling van de eindcijfers schoolexamen. Het is niet mogelijk om tijdens het examenjaar het vakkenpakket te wijzigen, ook niet wanneer voor één of meer vakken op een andere school het examen kan worden afgelegd. Een leerling die niet bevorderd is naar een volgend leerjaar of die gezakt is voor het eindexamen volgt in principe het gehele programma van het jaar dat hij overdoet opnieuw. Een dergelijke leerling vervalt bovendien automatisch in de regelingen en het programma van toetsing en afsluiting van het daaropvolgende cohort. Er kunnen na overleg met de rector vrijstellingen worden verleend. Er is in ieder geval vrijstelling voor het maken van een nieuw profielwerkstuk nadat dit met een zes of hoger is afgesloten.

artikel 3: 1.

:

het bevoegd gezag van LVO Parkstad rector van het Sint-Janscollege of zijn

cijferlijst en cijfergeving

Voor ieder onderdeel van het schoolexamen dat becijferd wordt, drukt de examinator zijn oordeel over kennis, inzicht en/of vaardigheden uit in een cijfer. Daarbij gebruikt hij een schaal lopende van 1 tot en met 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal.



2.

Allereerst wordt het eindcijfer voor het schoolexamen vastgesteld aan de hand van de cijfers die zijn behaald bij de te becijferen onderdelen van het schoolexamen, waarbij rekening wordt gehouden met het gewicht dat aan elk van deze cijfers is toegekend, een en ander als vermeld in de bijlage van deze regeling. Indien een gemiddelde een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 verhoogd wordt, indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. Vervolgens wordt het eindcijfer voor een vak dat alleen een schoolexamen kent, uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. De examinator bepaalt het eindcijfer voor zo’n vak op het rekenkundig gemiddelde van de onderdelen van het schoolexamen. Indien dit gemiddelde niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Het combinatiecijfer bestaat op de havo uit maatschappijleer en het profielwerkstuk. Op het vwo zijn dit de vakken: maatschappijleer, levensbeschouwing en het profielwerkstuk. Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde eindcijfers van bovengenoemde vakken (bestaande uit gehele getallen) gemiddeld. Vervolgens wordt dit gemiddelde afgerond op een geheel getal, waarbij het cijfer naar beneden wordt afgerond indien het eerste cijfer achter de komma 4 of lager is en naar boven wordt afgerond indien het eerste cijfer achter de komma 5 of hoger is. De score voor het afzonderlijke vak en het combinatiecijfer worden beide op de definitieve cijferlijst vermeld. Alleen het combinatiecijfer is onderdeel van de zak– slaagregeling, behoudens de regel dat een kandidaat niet kan slagen indien een van de samenstellende delen van het combinatiecijfer gewaardeerd is met het cijfer 3 of lager.

3.

De examinator stelt de kandidaat en de directeur zo spoedig mogelijk in kennis van de cijfers behaald voor een te becijferen onderdeel van het schoolexamen. Bij de laatste gebeurt dat schriftelijk.

4.

Voor de aanvang van het centraal examen vwo of havo wordt de kandidaat schriftelijk in kennis gesteld van, voor zover van toepassing: a. b.

c. artikel 4: 1.

de eindcijfers die de kandidaat heeft behaald voor het schoolexamen de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld. Het gaat hierbij om het deelvak Culturele en kunstzinnige vorming en het deelvak Lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel. de becijfering van het profielwerkstuk schriftelijke onderdelen van het schoolexamen

Het schoolexamen bestaat uit een examendossier. In het examendossier worden volgens de regels van de school het geheel aan kennis, inzicht en vaardigheden vastgelegd en bewaard. Formeel is het niet meer dan de administratie van de resultaten, met aangegeven de onderdelen waarop ze betrekking hebben.

Voor het cohort 2015 gelden de volgende organisatorische richtlijnen: In het kader van toetsing voor het schoolexamen gemaakte toetsen, verslagen, rapportages, werkstukken en dergelijke worden door de leerling zelf bewaard of bewaard door de coördinator. De voor deze onderdelen toegekende beoordelingen worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de directeur. De directeur ziet erop toe dat er een overzicht van de behaalde beoordelingen wordt bijgehouden. Dit overzicht is tot 1 januari van het jaar volgend op dat waarin het examen is afgesloten beschikbaar voor inzage door de kandidaat. 2.

De schriftelijke toetsing wordt afgenomen in de perioden die zijn aangegeven in de regeling per vak. In beperkte mate zijn afwijkingen mogelijk als dit roostertechnisch wenselijk is.



artikel 5: 1.

mondeling af te nemen onderdelen van het schoolexamen

Een mondeling af te nemen onderdeel van het schoolexamen kan plaatsvinden in aanwezigheid van een of meer andere kandidaten. De examinator stelt het cijfer voor een mondeling af te nemen onderdeel van het schoolexamen vast.

2.

artikel 6: 1.

verhindering

Indien een kandidaat wegens ziekte of een andere zwaarwegende reden een bepaald onderdeel van het schoolexamen niet kan meemaken, wordt dit op de dag zelf door de ouders/verzorgers meegedeeld aan de betrokken coördinator. Dit dient uiterlijk de eerstvolgende werkdag met een door een van de ouders/verzorgers ondertekende schriftelijke verklaring te worden bevestigd. Uit de inhoud van deze verklaring moet de reden van verhindering blijken. Wordt aan deze regels niet voldaan dan kunnen maatregelen worden getroffen als bij onregelmatigheden. Op grond van de schriftelijke verklaring zoals bedoeld in het eerste lid bepaalt de directeur of, en zo ja, wanneer en op welke wijze het gemiste onderdeel van het schoolexamen alsnog plaats zal vinden. De school kan de ouders of de kandidaat verzoeken een arts te consulteren die door het schoolbestuur daarvoor speciaal is aangewezen. Het inhalen van met redenen gemiste onderdelen van het schoolexamen gebeurt op door de directeur nader te bepalen tijdstippen. In principe is de te bestuderen examenstof van het inhaalwerk identiek aan die van het gemiste werk.

2.

3. 4.

artikel 7:

onregelmatigheden

Wanneer een kandidaat zich aan het schoolexamen onttrekt of zich ten aanzien van het schoolexamen of een deel daarvan aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, is het gestelde in paragraaf drie van het Examenreglement van het Sint-Janscollege te Hoensbroek van overeenkomstige toepassing. Hieronder valt ook het niet uitvoeren van enig examenonderdeel zoals het niet lezen van de verplichte literatuur of het niet maken van werkstukken. artikel 8:

herkansing van onderdelen van het schoolexamen havo/vwo

In dit artikel komen achtereenvolgens de volgende zaken aan de orde : 1 : het herkansen van toetsen 2 : het herkansen van praktische opdrachten 3 : het herkansen van handelingsdelen 4 : het herkansen van het profielwerkstuk 1 : Het herkansen van toetsen Het is niet mogelijk om in 4-vwo gemaakte toetsen te herkansen, uitgezonderd het in artikel 9 gestelde. De volgende regeling heeft betrekking op in 4-havo, 5-havo, 5-vwo of 6-vwo gemaakte toetsen. Herkansing van in 4-havo, 5-havo, 5-vwo of 6-vwo gemaakte toetsen is alleen mogelijk : -

na bevordering naar 5-havo of 6-vwo. voor maximaal 2 in 4-havo of 5-vwo gemaakte toetsen. voor maximaal 3 in 5-havo of 6-vwo gemaakte toetsen. voor maximaal 1 toets per vak per jaar. voor toetsen die geen onderdeel uitmaken van een jaarcijfer. Het herkansen van jaarcijfers die als toets meetellen, is niet mogelijk. na schriftelijke aanmelding bij de betreffende coördinator. Daarbij wordt gebruik gemaakt van speciale formulieren waarop de uiterste inleverdatum staat vermeld. Aanmelden voor een herkansing is na het aflopen van de gestelde inschrijftermijn niet meer mogelijk.



De herkansing van in 4-havo of 5-vwo gemaakte toetsen vindt uiterlijk tijdens de eerste toetsperiode in het examenjaar plaats. De herkansing van in 5-havo of 6-vwo gemaakte toetsen vindt kort na de laatste toetsperiode in het examenjaar plaats. Er wordt bij een toets maar één herkansingsmogelijkheid geboden. Bij niet-deelnemen aan deze herkansing vervalt het recht op herkansing. Elk vak geeft in een aparte omschrijving weer, welke stof voor de herkansing van die toets beheerst moet worden. Bij herkansingen geldt het hoogste behaalde cijfer. 2 : Het herkansen van praktische opdrachten Het is niet mogelijk om praktische opdrachten te herkansen. 3 : Het herkansen van handelingsdelen Een leerling kan een onderdeel uit het handelingsdeel één keer herkansen. Een leerling die niet voldaan heeft aan de eisen van het handelingsdeel van een vak heeft geen toegang tot toetsen of praktische opdrachten van dat vak. Deze eisen zijn in het programma van toetsing en afsluiting van het desbetreffende vak omschreven. 4 : Het herkansen van het profielwerkstuk Een leerling kan zijn profielwerkstuk één keer herkansen. artikel 9:

herexamen maatschappijleer

Het is mogelijk om het vak maatschappijleer, dat al op 4-vwo met een schoolexamen wordt afgesloten, herexamen af te leggen. Zo´n herexamen is alleen mogelijk : o o o

na bevordering naar 5-vwo. bij 5 of minder als afgerond eindcijfer voor dat vak. na schriftelijke aanmelding bij de betreffende coördinator. Daarbij wordt gebruik gemaakt van speciale formulieren waarop de uiterste inleverdatum staat vermeld. Aanmelden voor een herexamen is na het aflopen van de gestelde inschrijftermijn niet meer mogelijk.

Het herexamen vindt plaats in de periode vanaf de laatste vakantieweek tot en met de herfstvakantie. Er wordt bij een herexamen maar één mogelijkheid geboden. Bij niet-deelnemen vervalt het recht op het afleggen van een herexamen. Het herexamen heeft alleen betrekking op de theoretische stof van het vak in kwestie. In het programma van toetsing en afsluiting van het desbetreffende vak is omschreven welke stof voor het herexamen beheerst moet worden. Over het praktische gedeelte van het vak (de praktische opdrachten) kan geen herexamen worden afgelegd en daarvoor blijven de al behaalde cijfers van kracht. Het nieuw verkregen cijfer voor het theoretische deel van het vak vormt samen met het oude of de oude cijfers voor het praktische gedeelte van het vak het nieuwe eindcijfer. Het nieuwe eindcijfer vervangt het oude alleen als het hoger is dan het eerder behaalde eindcijfer. Het herexamen wordt in principe tijdens één zitting afgenomen.



artikel 10:

bezwaren

Indien een kandidaat meent gegronde bezwaren te kunnen aanvoeren tegen de gang van zaken bij een bepaald onderdeel van het schoolexamen, dan kan hij een klacht indienen bij de directeur, tot en met de derde dag na het bekend worden van de beoordeling voor dat onderdeel. De directeur neemt een beslissing en stelt de eventueel daaruit voortvloeiende consequenties, de kandidaat en de desbetreffende examinator gehoord, vast.

artikel 11: 1. 2. 3.

slotbepalingen

Iedere kandidaat wordt geacht bekend te zijn met de inhoud van dit reglement. In gevallen waarin dit reglement niet of niet naar billijkheid voorziet, beslist de directeur. Dit reglement kan geciteerd worden als Reglement schoolexamen en Programma van toetsing en afsluiting cohort 2015 van het Sint-Janscollege te Hoensbroek.



9 : Regelingen Profielwerkstuk Een profielwerkstuk wordt in principe gemaakt door een groepje van twee leerlingen. Elk van de twee krijgt hetzelfde cijfer (behalve in het geval van verwaarlozing door een van de twee). Als een van de twee afvalt, moet de ander het profielwerkstuk in principe alleen voltooien. Bij wijze van uitzondering, als een oneven aantal leerlingen het profielwerkstuk voor een bepaald vak wil maken, kan de coördinator toestaan dat het profielwerkstuk door een groepje van drie leerlingen of alleen wordt gemaakt. Het profielwerkstuk heeft in beginsel betrekking op één enkel vak uit het vakkenpakket. Het profielwerkstuk is vaak een uitbreiding van een praktische opdracht. Bij verschillende vakken komen zulke praktische opdrachten voor. Het is de bedoeling dat zo´n praktische opdracht in overleg met de docent van dat vak wordt uitgewerkt tot een profielwerkstuk. Deze begeleidende docent vertelt precies wat allemaal moet gebeuren om van een praktische opdracht een profielwerkstuk te maken. Een leerling mag het onderwerp van het profielwerkstuk in principe niet vrij kiezen. De docent van het gekozen vak geeft aan wat het onderwerp zal zijn. Het is natuurlijk wel mogelijk om daar met hem over te overleggen. Voor het maken van het profielwerkstuk geldt het onderstaande tijdpad. De concrete invulling met precieze data en afspraken gebeurt door de begeleidend docent. Het werken aan het profielwerkstuk gebeurt op 4-havo en 5vwo. Tijdpad profielwerkstuk: tot 15 september 2015

:

de leerling informeert bij docenten wat het onderwerp van het profielwerkstuk per vak is.

tot 25 september 2015

:

de leerling kiest:  het vak waarop het profielwerkstuk betrekking gaat hebben;  een (voorlopige) titel voor het profielwerkstuk;  een medeleerling met wie het profielwerkstuk wordt gemaakt;  de begeleidend docent: dit moet iemand zijn die in de bovenbouw les geeft in het te kiezen vak maar hoeft niet de eigen vakdocent van dit schooljaar te zijn. Het is overigens handig om wel de eigen docent te kiezen aangezien het wekelijkse contact in de les het gemakkelijker maakt om vragen te stellen en afspraken te maken.  elke docent kan maar maximaal 5 werkstukken begeleiden.  in overleg met de begeleidend docent wordt een hoofdvraag, minimaal 5 deelvragen en een werkplan opgesteld.  Inleveren van formulier en een kopie van het werkplan bij de mentor.

Oktober november 2015 :

verplicht overleg met de begeleider over het profielwerkstuk. Er kunnen verschillende (verplichte) overlegmomenten met begeleider plaatsvinden.

Uiterlijk op 22 januari 2016:

inleveren van profielwerkstuk bij de begeleider. Wie later dan deze datum inlevert heeft een 1 voor het werkstuk en is afhankelijk van de herkansing.

Uiterlijk op 25 februari 2016:

de begeleider maakt het cijfer van het werkstuk bekend. Ook laat hij weten welke onderdelen van het werkstuk verbeterd dienen te worden om voor de herkansing een hoger punt te kunnen behalen.

Uiterlijk op 27 mei 2016:

inleveren van een eventuele herkansing van het profielwerkstuk.

Het profielwerkstuk wordt becijferd. Voor de zak- slaagregeling is het profielwerkstuk opgenomen in het combinatiecijfer (zie aldaar).



10: Rekentoets De rekentoets vindt plaats in havo-4 of vwo-5 op de daarvoor door het College Voor Examens (CVE) aangewezen datums in januari/maart/mei-juni. Kandidaten die naar oordeel van de directeur om een geldige reden verhinderd waren, kunnen de rekentoets alsnog in havo-4 of vwo-5 afleggen op de daarvoor door het CVE aangewezen datums in maart/ mei-juni. Kandidaten die de rekentoets wensen te herkansen leggen deze herkansingstoets af in havo-5 of vwo-6 op de door het CVE aangewezen datums in januari/ maart/ mei-juni. Kandidaten die hierbij naar oordeel van de directeur om een geldige reden verhinderd waren, kunnen de rekentoets alsnog in havo-5 of vwo-6 afleggen op de daarvoor door het CVE aangewezen datums in mei-juni. Kandidaten die de rekentoets niet in de voorexamenklas wensen af te leggen kunnen hiertoe een verzoek indienen bij hun teamleider, waarna zowel de rekentoets als de herkansing ervan in het examenjaar plaats zal vinden. 11: Inzage 1. Uitsluitend de kandidaten hebben recht op inzage van schoolexamens en Centraal Schriftelijke Examens. Indien de kandidaat minderjarig is, kan hij zich laten vergezellen door zijn wettelijke vertegenwoordiger (ouder of verzorger). 2. Inzage van schoolexamens gebeurt tijdens de les of in afspraak met de vakdocent. 3. Voor inzage van een Centraal Schriftelijk Examen dient de kandidaat een verzoek in te dienen bij de coördinator. Inzage kan enkel onder toezicht van de coördinator plaats vinden. 4. De inzage is bedoeld om van te leren; inzicht te krijgen in de gemaakte fouten, zodat de kandidaat daar de volgende keer zijn voordeel mee kan doen. De inhoudelijke correctie van het werk staat niet ter discussie. 12: Toelichting bij de programma's van toetsing en afsluiting In deze bundel zijn alle onderdelen van het programma van toetsing en afsluiting opgenomen die worden afgenomen. Bovenaan elke bladzijde is te vinden : * *

het vak de klassen waarvoor dit deel van het programma van toetsing en afsluiting geldt

Onder het kopje 'onderdeel' is aangegeven welk onderdeel van de leerstof getoetst wordt. De inhoud van deze onderdelen is bij 'omschrijving' nader uitgewerkt. Onder het kopje 'aard' is te vinden welke toetsvorm gebruikt wordt. (L)T (luister)toets met gesloten en/of open vragen PO praktische opdracht HD handelingsdeel Het profielwerkstuk is niet in de programma's van toetsing en afsluiting van de verschillende vakken te vinden. De regelingen rond het profielwerkstuk zijn afzonderlijk opgenomen. Onder het kopje 'm/s' is te vinden of de toetsing mondeling (m) of schriftelijk (s) plaatsvindt. Als gekozen is voor de omschrijving m/s zijn beide vormen of een combinatie daarvan mogelijk. De docent maakt in die gevallen een keuze. Onder het kopje 'periode' is aangegeven wanneer de verschillende toetsmomenten globaal plaatsvinden. De exacte data worden aan het begin van elk schooljaar schriftelijk medegedeeld. De gebruikte letter/cijfercode betekent : A = leerjaar 4 B = leerjaar 5 C = leerjaar 6



Periode 1. Periode 2. Periode 3. Periode 4. Periode 5. Periode 6.

begin september tot eind oktober begin november tot eind december begin januari tot eind februari begin maart tot half april mondeling schoolexamen begin mei tot eind schooljaar

In de examenklas zijn periode 3 en 4 samengevoegd: periode 3/4 loopt daar van begin januari tot en met half april. Als er 'hele schooljaar' staat, betekent dit dat de toetsing plaatsvindt tussen 1 september en 30 juni van het daarop volgende jaar. Veel toetsen zullen worden afgenomen in een van de daarvoor aangewezen toetsperioden. Onder het kopje 'duur in minuten' is aangegeven hoe lang de toetsing duurt. Als hier 'var.' (variabel) staat, betekent dit dat de duur niet precies is aan te geven. Onder het kopje 'gewicht' staat welk gewicht het desbetreffende onderdeel heeft bij de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen van het vak in kwestie. De som van de gewichten van de onderdelen van een vak is steeds 100 %. Het is belangrijk om daarbij in het oog te houden dat de toetsing van een vak zich over meerdere jaren kan uitstrekken. Verder is aangegeven of het schoolexamen van een vak in dat schooljaar wordt afgesloten. Er is bovendien te vinden of het vak naast het schoolexamen ook een centraal examen kent. Sommige vakken worden afgesloten met het schoolexamen. Het cijfer dat behaald wordt voor het schoolexamen is dan het eindcijfer voor dat vak. Bij de andere vakken bepalen schoolexamen en centraal examen samen het eindcijfer.



Overzicht van de volgorde van de pta’s van de verschillende vakken in deze bundel Aardrijkskunde Bewegen, sport en maatschappij Biologie CKV Duits Economie Engels Frans Geschiedenis Grieks (alleen vwo) Kunst (beeldende vormgeving ) Latijn (alleen vwo) Levensbeschouwing (alleen vwo) Lichamelijke opvoeding Maatschappijleer Management en organisatie Natuurkunde Nederlands Scheikunde Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde C (alleen vwo) Wiskunde D



Cohort 2015

Schoolexamen: Aardrijkskunde

nr.

onderdeel

1. 2. 3. 4. 5.

Jaarcijfer 1 Jaarcijfer 2 wereld + aarde Indonesië + wereld Leefomgeving + Indonesië + aarde

aard T T T T T

M/S M/S M/S S S S

HAVO periode A1 – A6 B1 – B6 B1 B2 B4

examenweek var. var. ja ja ja

duur

gewicht

var. var. 60 60 120

15% 15 % 20 % 20 % 30 %

cijfer

Omschrijving: 1.

Jaarcijfer 1

In HAVO 4 worden schriftelijke overhoringen, proefwerken, mondelinge toetsmomenten gegeven en worden praktische opdrachten en mondelinge presentaties door leerlingen uitgevoerd welke zullen meetellen voor het jaarcijfer HAVO 4. De toetsen met gesloten en open vragen hebben betrekking op de volgende domeinen uit het eindexamenprogramma aardrijkskunde HAVO:  Domein A: Geografische benadering en geografisch onderzoek  Domein B: Wereld, arm en rijk ( uit De Geo H1 t/m 4) en wereld (over)leven in Europa (uit De Geo H1 en 2)  Domein C: Aarde, (over)leven in Europa (uit De Geo H2 en 3) en aarde, systeem aarde (uit De Geo H1 t/m 4) Het gemiddelde van deze werken, die zowel buiten als binnen een examenweek getoetst kunnen worden, telt voor 15 % mee in het PTA. 2.

Jaarcijfer 2

In HAVO 5 worden schriftelijke overhoringen, proefwerken, mondelinge toetsmomenten gegeven en worden praktische opdrachten en mondelinge presentaties door leerlingen uitgevoerd welke zullen meetellen voor het jaarcijfer 2 (HAVO 5). De toetsen met gesloten en open vragen hebben betrekking op de volgende domeinen uit het eindexamenprogramma aardrijkskunde HAVO:  Domein A: Geografische benadering en geografisch onderzoek  Domein B: Wereld, arm en rijk ( uit De Geo H1 t/m 4) en wereld (over)leven in Europa (uit De Geo H1 en 2)  Domein C: Aarde, (over)leven in Europa (uit De Geo H2 en 3) en aarde, systeem aarde (uit De Geo H1 t/m 4)  Domein D: Gebieden, Indonesië actueel (uit De Geo H1 t/m 5)  Doemin E: Leefomgeving, wonen in Nederland (uit De Geo H1 t/m 4) Het gemiddelde van deze werken, die zowel buiten als binnen een examenweek getoetst kunnen worden, telt voor 15 % mee in het PTA. 3.

Aarde

In dit domein komen fysisch geografische aspecten aanbod. De kandidaat dient inzicht te krijgen in de spreidingspatronen van natuurlijke en landschappelijke verschijnselen (b.v. temperatuur en neerslag; reliëf en waterhuishouding; natuurlijke begroeiing en landgebruik; vulkanisme en aardbevingen; regionale verschillen binnen het gebied) in het Middellandse-Zeegebied en deze te beschrijven. Daarnaast dient de kandidaat relaties te leggen tussen deze natuurlijke processen en landschappelijke verschijnselen.



Verder dient de kandidaat natuurlijke verschijnselen aan het aardoppervlak en in de atmosfeer te beschrijven, herkennen en verklaren, rekening houdend met verschillende tijden ruimte-schalen. Hierbij dient men ook kennis te hebben van de kenmerken van de landschapszones op aarde en de veranderingen hierin te beschrijven, analyseren en aan elkaar te koppelen. Tot slot wordt er in dit domein aandacht besteed aan twee gebieden in de Verenigde Staten met betrekking tot de risico’s van natuurrampen (b.v. stormen, aardbevingen, overstromingen etc.) Methode De Geo: Aarde, Systeem aarde:  Hfdst. 1 + 2 + 3: CE – stof  Hfdst. 4: SE – stof

4.

Aarde, (Over)leven in Europa H1 + 2 : SE – stof

Wereld

In dit domein wordt aandacht besteed aan de situatie langs het Mexicaans – Amerikaanse grensgebied. De kandidaat moet hiervan een beschrijving kunnen geven met toelichting/analyse (b.v. economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van de beide gebieden). Daarnaast moet de kandidaat ook in staat zijn om mondiale spreidings- en relatiepatronen van economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen te beschrijven en in hoofdlijnen te verklaren. Op het Europese schaalniveau dient de kandidaat de gevolgen van het Europese landbouwbeleid voor de natuur en het landschap in Europa te beoordelen. Methode De Geo: Wereld, Arm en rijk  Hfdst. 1 + 2: SE – stof

/ Hfdst. 3 + 4: CE – stof

Wereld, (Over)leven in Europa  Hfdst. 1 + 2: SE – stof 5.

Indonesië:

In dit domein dient de kandidaat zowel sociaal geografische als fysisch geografische aspecten van Indonesië te beschrijven en te analyseren. Verder dient de kandidaat een beschrijving en analyse te geven van de sociaaleconomische positie van Indonesië binnen de regio Zuidoost-Azië en in de wereld. Op fysisch geografisch gebied dient de kandidaat een beschrijving en analyse te maken van de problemen met betrekking tot de landdegradatie en de milieuverontreiniging in Indonesië. Op sociaal geografisch gebied wordt er aandacht besteed aan de conflicten in Indonesië, die te maken hebben met de etnische en culturele verscheidenheid in het land. Methode De Geo: Gebieden, Indonesië actueel  Hfdst. 1 + 2 + 3: CE – stof  Hfdst. 4 + 5: SE – stof 6.

Leefomgeving

In dit domein wordt eveneens aandacht besteed aan zowel sociaal geografische als fysisch geografische aspecten van Nederland. De kandidaat kan een beargumenteerd beeld vormen over actuele problemen met betrekking tot overstromingen en wateroverlast in Nederland. Daarnaast dient dit ook te gebeuren over de ruimtelijke en sociaal-economische problemen van stedelijke gebieden binnen Nederland. Wat betreft de eigen omgeving (lokale schaalniveau) dient de kandidaat zich een beargumenteerde mening te vormen met betrekking tot ruimtelijke vraagstukken van vrijetijdsbesteding en recreatie. _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


Tot slot dient de kandidaat een beargumenteerd oordeel te geven over de gewenste plattelandsontwikkeling in Nederland.

Methode De Geo: Leefomgeving, Wonen in Nederland Hfdst. 1 + 2 + 3 + 4: CE – stof Opmerking: Omdat er alleen schriftelijke toetsen in het examenjaar zijn, kan er dus ook alleen in het examenjaar herkanst worden. De inhoud van de herkansing betreft altijd de gehele stof van het betreffende vak m.b.t. de CE – stof (er wordt dus geen stof gevraagd die betrekking heeft op de SE – stof). Jaarcijferwerken kunnen niet herkanst worden. De duur van de herkansingswerk is 120 minuten.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt 100%. Het schoolexamen wordt in havo-5 afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%). _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


Cohort 2015

Schoolexamen BSM (bewegen, sport en maatschappij)

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1

Domein algemene vaardigheden

HD

---

2

Domein bewegen

HD

---

3

Domein bewegen

PO

---

4

Domein bewegen en regelen

HD

---

5

Domein bewegen en regelen

PO

---

6

Domein bewegen en gezondheid

HD

---

7


PO

---

8


T

S

9

Domein bewegen en samenleving

T

S

A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5 A1 t/m A6 B1 t/m B5

HAVO examenweek nee

duur

gewicht

---

---

nee

---

---

nee

---

35%

nee

---

---

nee

---

28%

nee

---

---

nee

---

7%

nee

50 min.

15%

nee

50 min.

15%

Omschrijving: 1. het programma bestaat uit bovengenoemde domeinen 2. zij worden aangeboden in modulevorm 3. elke module duurt 6 weken 4. mogelijkheid om te herkansen gedurende het hele jaar 5. het programma BSM is neergelegd in het “vakwerkplan tweede fase BSM” 6. het programma is nader uitgewerkt in de modulekaart die iedere leerling krijgt 7. volgorde van aanbieden van de modules is mede afhankelijk van externe factoren 8. in HAVO 4 worden 5 modules aangeboden; in HAVO 5 worden 3 modules aangeboden 9. m.b.t. punt 5: bewegen en regelen te lezen in logboek

De som der gewichten voor het gehele vak bedraagt 100% Het schoolexamen wordt in het vijfde jaar afgesloten door middel van een cijfer Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (100%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen: Biologie

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5

Jaarcijfer havo 4 Toets 1 Toets 2 Toets 3 Jaarcijfer havo 5

T/PO T T T T/PO

M/S S S S M/S

A1 t/m A6 B1 B2 B4 B1 t/m B5

examenweek Nee Ja Ja Ja Nee

duur

gewicht

variabel 60 60 120 variabel

10% 20% 25% 30% 15%

cijfer

Omschrijving:

1.

Jaarcijfer: De kandidaten krijgen een cijfer voor verschillende opdrachten en/of schriftelijke toetsen gedurende het schooljaar.

2.

Toets 1: Biologie voor jou havo 4 vaardigheden, cellen, reproductie, regeling, evolutie

3.

Toets 2: Biologie voor jou havo 4 en 5 vaardigheden, cellen, ecologie, menselijk lichaam, interactie

4.

Toets 3: Biologie voor jou havo 5 vaardigheden, menselijk lichaam, cellen

5.

Jaarcijfer: De kandidaten krijgen een cijfer voor verschillende opdrachten en/of schriftelijke toetsen gedurende het schooljaar.

Herkansing Havo 5 Indien een leerling een toets wil herkansen, dient de leerling de volgende stof te beheersen: Biologie voor jou havo 4 en 5 De herkansing wordt afgenomen in 1 zitting van 60 minuten.

De som van de gewichten voor het hele vak is steeds 100% Het schoolexamen wordt afgesloten in havo 5 Het eindcijfer voor biologie wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het centraal schriftelijk examen (50%)



Cohort 2015

Schoolexamen Culturele Kunstzinnige Vorming

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3

KAB, CA 1 CA 2, PA CA 3, EB

H H H

s/m s/m s/m

A2 A4 A6

HAVO examenweek nee nee nee

duur

gewicht

Var. Var. Var.

Omschrijving: 1.

Handelingsdeel 1 bestaat uit: kunstautobiografie CA1 architectuur of design.

2.

Handelingsdeel 2 bestaat uit: CA2 theater of film, PA1.

3.

Handelingsdeel 3 bestaat uit: CA3 muziek of beeldend/museum, eindbalans.

LET OP: Het gemiddelde van ieder handelingsdeel moet een voldoende zijn. Indien de leerling gemaakte afspraken met de docent met betrekking tot de praktische activiteit of schriftelijke werkstukken niet nakomt volgt automatisch voor dat onderdeel het cijfer 1. Beoordeling geschiedt aan de hand van cijfers. Een vijf of lager is onvoldoende, een zes of zeven is voldoende en een acht of hoger is goed. Indien de leerling één of meerdere delen van een handelingsdeel niet inlevert, wordt geen rapportcijfer gegeven en krijgt de leerling een extra taak in de vorm van een verplichte opdracht(en). Hierdoor vervalt de keuzevrijheid bij de opdracht. De verplichte opdracht(en) zal beoordeelt worden als vervangend werkstuk voor het niet ingeleverde onderdeel. De onderdelen worden als volgt voorzien van een beoordeling: CA: bezoek, verslag en opdrachten cijfer (telt 2x) PA: activiteit en verslag cijfer (telt 2x) KAB: reflectie kunstervaringen cijfer (telt 1x) EB: reflectie kunstervaringen schooljaar cijfer (telt 1x) Een van de drie CA’s is een mondelinge presentatie met een bijbehorend verslag van opdrachten. Het afsluiten van het schoolexamen CKV gebeurt aan de hand van een volledig kunstdossier. Het kunstdossier bestaat uit alle drie de handelingsdelen. Dit kunstdossier moet aan het eind van het schooljaar compleet ingeleverd worden bij de CKV docent. De eindbeoordeling CKV is een gemiddelde van de drie handelingsdelen. Het schoolexamencijfer bestaat uit een predikaat: O (= onvoldoende), V (=voldoende) en G (=goed). Evaluatie van de handelingsdelen geschiedt aan de hand van: verslagen van culturele activiteiten, actief deelnemen aan praktische activiteiten en eventueel schriftelijke toetsen. Herexamen is alleen mogelijk voor één handelingsdeel. De herkansing bestaat dan uit het tijdens de zomervakantie (of indien het handelingsdeel 1 of 2 betref in een eerder stadium in overleg met de vakdocent) maken cq. opnieuw maken van één handelingsdeel. Het vernieuwde kunstdossier wordt op een nader te bepalen datum aan het begin van het nieuwe schooljaar aangeboden aan de Havo coördinator. Toelating tot Havo 5 is pas mogelijk indien CKV met voldoende of goed is afgesloten.

Het schoolexamen wordt afgesloten op 4 Havo De eindbeoordeling wordt bepaald door het schoolexamen (100%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen: Duits

nr. onderdeel aard 1 Literatuur 1 T 2 Luister-/kijkvaardigheid LT/KT 3 Leesvaardigheid T 4 Literatuur 2 T 5 Luister-/kijkvaardigheid LT/KT 6 Schrijfvaardigheid T 7 Spreek-/gespreksvaardigheid T * wordt getoetst op de voorkeursdatum 1. Literatuur 1 (geen WB): 2. Luister-/kijkvaardigheid (geen WB):

3. Leesvaardigheid: 4. Literatuur 2 (geen WB):

5. Luister-/kijkvaardigheid (geen WB):

6. Schrijfvaardigheid: 7. Spreek-/gespreksvaardigheid (geen WB):

HAVO m/s s s s s s s m

periode A6 B1 B2 B2 B3 B3 B5

examenweek ja ja ja ja nee* ja ja

duur 60 min 75 min 150 min 60 min 75 min 60 min 15 min

gewicht 5% 10% 10% 10% 15% 25% 25%

Cijfer

Het lezen en verwerken van 1 Duitse roman, novelle of toneelstuk van redelijke omvang wordt getoetst door een schriftelijke toets. Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een audio- en videotoets bestaande uit een gevarieerde selectie van gesproken monologen, interviews, groepsdiscussies etc. voorzien van vragen (in het Duits). Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een gevarieerde selectie teksten met open en/of gesloten vragen. Het lezen en verwerken van 1 Duitse roman, novelle of toneelstuk van redelijke omvang en het lezen van een fragment wordt getoetst door een schriftelijke toets. Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een audio- en videotoets bestaande uit een gevarieerde selectie van gesproken monologen, interviews, groepsdiscussies etc. voorzien van vragen (in het Duits). De kandidaten dienen aan de hand van één opdracht een brief te schrijven. Tijdens deze toets lezen de kandidaten een tekst hardop voor, waarbij zij beoordeeld worden op hun uitspraak. Verder moeten de kandidaten aan de hand van een foto/plaatje onvoorbereid in het Duits de afbeelding kunnen omschrijven. Tenslotte dienen de kandidaten een presentatie te houden.

Bij de onderdelen 1, 2, 4, 5 en 7 zijn GEEN woordenboeken DN/ND en/of NN toegestaan. Bij de onderdelen 3 en 6 (lees- respectievelijk schrijfvaardigheid) WEL. HERKANSINGEN (tijdsduur: oorspronkelijke tijdsduur (behalve in geval van een mondeling literatuur)).  De herkansing van de beide onderdelen kijk-/luistervaardigheid bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. De kijk- en luisterfragmenten verschillen van die van de oorspronkelijke toets (maar de herkansing is voor de beide onderdelen luister- en kijkvaardigheid gelijk) en de vragen kunnen in het Nederlands en/of het Duits gesteld worden.  De herkansing schrijfvaardigheid bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. De opdracht verschilt van die van de oorspronkelijke toets.  De herkansing van het onderdeel spreek-/gespreksvaardigheid bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. De kandidaat krijgt een of meerdere - door de docent gekozen, onderwerp(en) aangereikt.  De herkansingen literatuur bestaan uit een schriftelijke of mondelinge toets over een nieuw te lezen boek (literatuur1) of boek en fragment (literatuur 2). Per schooljaar bekijkt de sectie aan het einde van het schooljaar (vlak voor de herkansingen) of de herkansing schriftelijk dan wel mondeling plaatsvindt. De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt 100%. Het schoolexamen start in havo 5 en wordt in havo-5 afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%) _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


Cohort 2015 Schoolexamen: Economie

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5

jaarcijfer toets 1 toets 2 toets 3 jaarcijfer

T (+PO) T T T JC

m/s s s s m/s

A1 – A6 B1 B2 B4 B1 – B5

examenweek nee ja ja ja nee

duur

gewicht

var. 60 min. 60 min. 60 min. var.

10% 25% 25 % 25 % 15%

Omschrijving:

Nr. 1 De kandidaten krijgen een waardering voor alle mondelinge prestaties en/of schriftelijke prestaties en/of praktische opdrachten en/of presentaties in de loop van het voorexamenjaar. Dit jaarcijfer omvat o.a. een beoordeling van de te maken opgaven en/of correctie van de te maken opgaven en/of de verslaggeving van de te maken opgaven inclusief correctie en/of schriftelijke c.q. mondelinge toetsen en/of praktische opdrachten en/of presentaties van de schoolexamenstof en de examenstof. De leerstof zal nader worden bepaald aan de hand van de gebruikte lesmethode “Percent” en de gemaakte vorderingen.

Nr. 2 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken. Nr. 3 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken. Nr. 4 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken. Nr. 5 De kandidaten krijgen een waardering voor alle mondelinge en/of schriftelijke prestaties in de loop van het examenjaar, waarin niet verrekend worden de waarderingen voor andere onderdelen van het schoolexamen. Dit jaarcijfer omvat o.a. een beoordeling van de te maken opgaven en/of correctie van de te maken opgaven en/of de verslaglegging van de te maken opgaven inclusief correctie en/of schriftelijke c.q. mondelinge toetsen van de examenstof.

N.B. De stof van de herkansing aan het einde van het jaar bestaat uit de hele leerstof en duurt 1 uur ongeacht welke PTA-toets wordt herkanst.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100 % Het schoolexamen wordt in 5 havo afgesloten Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen Engels

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Toets Leesvaardigheid Toets Literatuur Luister- en kijkvaardigheid Schrijfvaardigheid Spreekvaardigheid Jaarcijfer

T T T T T T

S S S S M S

B1 B2 B3 B3 B5 B1-B5

examenweek Ja Ja Nee Ja Ja Nee

duur

gewicht

150 60 90 90 Var. Var.

10% 15% 15% 20% 20% 20%

cijfer

Omschrijving:

1.

Toets Leesvaardigheid: Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een gevarieerde selectie teksten met open en gesloten vragen. Gebruik van een door de school beschikbaar gesteld woordenboek Engels -Nederlands en Nederlands -Engels is toegestaan.

2.

Toets B Literatuur: Dit onderdeel heeft betrekking op een selectie van gedichten en korte verhalen én een roman. Het gebruik van een woordenboek is niet toegestaan.

3.

Toets Luister- en Kijkvaardigheid: Dit onderdeel wordt getoetst door middel van één toets bestaande uit een gevarieerde selectie van luister- en kijkfragmenten/teksten met vragen en opdrachten. Het gebruik van een woordenboek is niet toegestaan.

4.

Toets schrijfvaardigheid: De leerling dient aan de hand van één of meerdere opdrachten een schrijfopdracht te maken. Bij het schrijven hiervan is er in principe ook ruimte voor het geven van meningen en het uitdrukken van gevoelens. De eisen die gesteld worden aan inhoud, uitvoering en verzorging worden vooraf bekend gemaakt. Het gebruik van een door de school beschikbaar gesteld woordenboek Nederlands-Engels en Engels-Nederlands is toegestaan.

5.

Spreekvaardigheid: De leerling houdt een mondelinge voordracht over een (niet-letterkundig) onderwerp uit de Engelssprekende wereld. De leerling legt het onderwerp ter goedkeuring voor aan de docent. Na afloop van de mondelinge voordracht worden er naar aanleiding van de presentatie vragen gesteld door de toehoorder(s) die beantwoord worden door de leerling. De regels die gesteld worden aan voorbereiding en uitvoering van de mondelinge voordracht worden vooraf bekend gemaakt. De mondelinge voordracht wordt beoordeeld door twee vakdocenten.

6.

Jaarcijfer: Het gemiddelde van alle schriftelijke prestaties in de loop van het schooljaar waarin de waarderingen voor andere onderdelen van het schoolexamen niet verrekend worden.



Herkansingsregeling Schoolexamen Engels Havo cohort 2015 1.

Toets Leesvaardigheid: Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een gevarieerde selectie teksten met open en gesloten vragen. Gebruik van woordenboek Engels-Nederlands en Nederlands-Engels is toegestaan. Duur: 150 min

2.

Toets Literatuur: de herkansing van dit onderdeel bestaat uit: Het lezen van een door de docent aangewezen roman. Dit betreft een nieuwe titel, alsmede een selectie van gedichten en korte verhalen. Het gebruik van een woordenboek is niet toegestaan. Duur: 60 minuten.

3.

Toets Kijk- en luistervaardigheid: dit onderdeel kan worden herkanst door middel van het maken van één toets bestaande uit een gevarieerde selectie van luister- en/of kijkfragmenten met vragen en opdrachten. Het gebruik van een woordenboek is niet toegestaan. Duur: 90 minuten.

4.

Toets Schrijfvaardigheid: voor stofomschrijving zie Regeling Eindexamen Cohort Havo 2015. Bovendien maakt de leerling een schriftelijke toets over de volledige grammatica behandeld in Havo 5. Het gebruik van een woordenboek Nederlands-Engels en Engels- Nederlands is toegestaan. Duur: 105 minuten.

5.

Spreekvaardigheid: de leerling houdt een mondelinge voordracht over een, door de docent aangewezen, (niet-letterkundig) onderwerp uit de Engelssprekende wereld. De mondelinge voordracht wordt beoordeeld door twee vakdocenten. Na afloop van de mondelinge voordracht worden er naar aanleiding van de presentatie vragen gesteld die beantwoord worden door de leerling. De regels die gesteld worden aan voorbereiding en uitvoering van de mondelinge voordracht worden vooraf bekend gemaakt. Duur: variabel.

6. Jaarcijfer: gemaakte jaarcijfer toetsen kunnen niet worden herkanst.

De som der gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100%. Het schoolexamen wordt afgesloten in 5 Havo. Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Schriftelijk Examen (50%). _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015


Cohort 2015

Schoolexamen Frans

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1. 2. 3. 4.

Literatuur Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Kijk- en luistervaardigheid

T T T T

s s s s

A4 A6 B2 B3

5. 6. 7. 8.

Literatuur Spreekvaardigheid: presentatie Spreekvaardigheid : dialoog Jaarcijfer

T T T T

s m m s/m

B3 B1- B5 B5 B1- B5

examenweek ja ja ja Advies datum ja nee ja nee

duur

gewicht

60 120 120 min 90 min

10% 5% 20 % 20 %

60 15 min 20 min variabel

5% 10 % 15 % 15 %

Omschrijving:

1+5 Aan de hand van de gelezen boeken beantwoorden de kandidaten een aantal vragen en/of maken zij een aantal opdrachten over de behandelde capita selecta uit de Franse literatuur. 2. Dit onderdeel wordt getoetst door middel van een gevarieerde selectie teksten met open en gesloten vragen. 3.

De kandidaten dienen aan de hand van een of meerdere opdrachten een verslag en/of een (in)formele brief te schrijven. Zij dienen gepast taalgebruik toe te passen in (in)formele domeinen.

4.

Dit onderdeel wordt getoetst door middel van één (audio- en/of video) toets bestaande uit een gevarieerde selectie van gesproken monologen, interviews, groepsdiscussies etc., voorzien van vragen en opdrachten.

6.

Voor wat betreft de presentatie kunnen de kandidaten verworven informatie adequaat presenteren met het oog op doel en publiek, en daarbij zaken of personen beschrijven en standpunten en argumenten verwoorden.

7.

Tijdens de dialoog kunnen de kandidaten deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of zijn/haar persoonlijke belangstelling hebben of betrekking hebben op het dagelijks leven ( bv familie, hobby’s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). Verder kunnen zij informatie vragen en verstrekken, uitdrukking geven aan gevoelens, en zaken of personen beschrijven. Tenslotte kunnen zij strategieën toepassen om een gesprek voortgang te doen vinden.

8. De kandidaten krijgen een waardering voor alle mondelinge en schriftelijke prestaties in de loop van dit schooljaar waarin niet verrekend worden de waarderingen voor andere onderdelen van het schoolexamen.


cijfer


HERKANSING: 1. en 5. Toets Literatuur : De toetsen 1 en 5 kunnen afzonderlijk worden herkanst in de daarvoor bestemde periodes. De herkansing van een toets literatuur bestaat uit het maken van een nieuwe toets over dezelfde stof plus een extra door de docent aangewezen literaire tekst. 2. Toets leesvaardigheid: dit onderdeel kan worden herkanst door middel van het maken van één toets bestaande uit een gevarieerde selectie van teksten met open en gesloten vragen. 3. Toets Schrijfvaardigheid: de herkansing van dit onderdeel bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. De opdracht verschilt van die van de oorspronkelijke toets. 4. Toets Kijk- en luistervaardigheid: dit onderdeel kan worden herkanst door middel van het maken van één toets bestaande uit een gevarieerde selectie van luister- en/of kijkfragmenten met vragen en opdrachten. 6 . Toets Spreekvaardigheid: De dialoog en/ of de presentatie kunnen herkanst worden in overleg met de docent.

Duur herkansing: duur van de oorspronkelijke toets. Duur herkansing literatuur: 60 minuten

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt 100%. Het schoolexamen wordt in havo-5 afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%).



Cohort 2015

Schoolexamen Geschiedenis

HAVO

Nr. 1

onderdeel Jaarcijfer havo-4

aard JC

2 3

Tijdvakken inclusief staatsinrichting 10 tijdvakken en historische context ‘de Republiek in de 16e en 17e eeuw’ 10 tijdvakken en historische context en ‘Duitsland’ en ‘Koude Oorlog’. Jaarcijfer havo-5

4 5

m/s m/s

periode A1 t/m A6

examenweek Nee

duur Var.

gewicht 15%

T T

B1 B2

Ja Ja

1 uur 1 uur

25% 25%

T

B4

Ja

2 uur

25%

JC

B1 t/m B4

Nee

Var.

10%

Omschrijving: 1. Het jaarcijfer in havo-4 zal bestaan uit het gewogen gemiddelde cijfer van alle mondelinge en schriftelijke toetsen over behandelde de stof van de 10 tijdvakken en van het tijdvakoverschrijdend thema ‘mannen en vrouwen door de eeuwen heen’. 2.

De kandidaat kan in het kader van het thema ‘Geschiedenis van de rechtsstaat en van de parlementaire democratie’ verband leggen tussen het ontstaat van vrijheidsrechten en politieke rechten in bepaalde historische tijdvakken en kenmerkende aspecten van die tijdvakken, uitleggen onder invloed van welke factoren de rechtsstaat in Nederland zich heeft ontwikkeld en welke actoren hierbij betrokken waren en de ontstaansgeschiedenis van de belangrijkste politieke stromingen en partijen weergeven sinds 1848. Ook kan hij in het kader van het tijdvakoverschrijdend onderwerp ‘van Hunebed tot heden’ vragen over de geschiedenis van Nederland vanaf de prehistorie beantwoorden.

3.

De kandidaat kan vragen beantwoorden over de in klas 4 en 5 behandelde kenmerkende aspecten van de geschiedenis en over de historische context ‘De Republiek in de 16e en 17e eeuw’. Beide zullen 50% van het schoolexamen betreffen.

4.

De kandidaat kan vragen beantwoorden over de in klas 4 en 5 behandelde kenmerkende aspecten van de geschiedenis en over de historische contexten ‘Duitsland 1871-1945’ en ‘De Koude Oorlog’. De kenmerkende aspecten en de beide historische contexten zullen elk 50% van het schoolexamen betreffen.

5.

Het jaarcijfer in havo-5 zal bestaan uit het gewogen gemiddelde van alle mondelinge en schriftelijke toetsen over behandelde stof in havo-5.

Herkansing: de stof zal bestaan uit de tien tijdvakken en de historische contexten die in havo-4 en havo-5 behandeld zijn. Beide betreffen 50% van de herkansing. Duur van de zitting: 2 uur.

Bij onderdeel 2 t/m 4 en bij de herkansing is gebruik van een Nederlandstalig woordenboek toegestaan.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100 % Het schoolexamen wordt in 5 havo afgesloten Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen Kunst – Beeldende Vormgeving

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5

Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Toets Toets

PO PO PO T T

P P P s s

B1 – B4 B1 - B4 B2 - B4 B2 B3

HAVO examenweek nee nee nee ja Ja

duur

gewicht

Var. Var. Var. 60 60

30% 30% 30% 5% 5%

cijfer

Omschrijving:

*

De 3 opdrachten (PO) zullen schriftelijk aan de leerlingen worden medegedeeld. De deadlines van deze opdrachten (B1 - (B4) staan daarin duidelijk aangegeven.

*

De leerstof van de 2 toetsen wordt schriftelijk aan de leerlingen medegedeeld.

De som van de gewichten bedraagt 100% Het schoolexamen wordt op H5 afgesloten Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en door het Centraal Examen Kunst Algemeen (50%)



Cohort 2015

Schoolexamen lichamelijke opvoeding

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5 6

Domein bewegen Domein bewegen en regelen Domein bewegen en gezondheid Bewegen en samenleving Algemeen Herkansing

HD HD HD HD HD HD

M M/S M/S M M M

A+B A+B A+B A+B A+B B2

HAVO examenweek -------------

duur

gewicht

var. var. var. var. var. Var.

-------------

cijfer

Omschrijving: T.a.v. het examendossier LO HAVO gelden de volgende regels: a) De verschillende domeinen komen voortdurend in de lessen LO aan bod en worden ook voortdurend getoetst. Resultaten van 4 HAVO worden meegenomen naar 5 HAVO en kunnen verbeterd of herkanst worden. Het vak LO wordt afgesloten met een schoolexamen. De LO leerlingkaarten dienen hiervoor als basis. Het schoolexamen moet in 5 HAVO met een goed of voldoende worden afgesloten, anders mag de leerling niet deelnemen aan het centraal schriftelijk examen. b) Het schoolexamen is naar behoren afgesloten indien: 1. alle domeinonderdelen voldoende zijn; 2. waarbij alle theoretische onderdelen (nr. 3 en 4) voldoende moeten zijn; 3. bij de praktische onderdelen (nr. 1 en 2) mag de leerling 2 onvoldoendes scoren. Hierbij moet 1 onvoldoende gecompenseerd worden door een ruim voldoende en twee onvoldoendes met 2 ruim voldoendes of 1 goed. c) Bij de onderdelen nr. 1 en 2 wordt gedurende het hele jaar getoetst en herkanst en de cijfers worden uiteindelijk geëvalueerd in: goed, voldoende of onvoldoende. De theoretische toetsing (nr. 3 en 4) gebeurt in 1 of 2 van tevoren aangegeven trimesters. Als een leerling door ziekte of blessure 1 of meer lessen mist, kan er dispensatie volgen in de vorm van een vervangende opdracht.

De som der gewichten voor het gehele vak bedraagt 100% Het schoolexamen wordt in het vijfde jaar afgesloten. Het vak wordt afgesloten met een schoolexamen. Het schoolexamen moet worden afgesloten met voldoende of goed, anders mag de leerling niet deelnemen aan het centraal examen.



Cohort 2015

Schoolexamen: maatschappijleer

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

duur

gewicht

A2

examenweek Ja

1

Rechtsstaat

T

S

60

25%

2 3 4

Parlementaire democratie Pluriforme samenleving Jaarcijfer

T T T

S S S

A4 A6 A1 t/m A6

Ja Ja nee

60 25% 60 25% Variabel 25%

Omschrijving: 1.

Wat is rechtsstaat? Grondrechten Opsporing vervolging en berechting Problemen van de rechtsstaat Dilemma’s van de rechtsstaat

2.

Parlementaire democratie Begrippen en structuur Burgers en macht Politieke cultuur Politiek: actuele ontwikkelingen Politieke stromingen

3.

Pluriformiteit is van alle tijden Allemaal anders en toch allemaal gelijk De Nederlandse pluriforme samenleving anno nu Cultuur en cultuurverschillen Samen of apart? Criminaliteit en vicieuze cirkels Beleid en politiek

4.

De kandidaten krijgen een waardering voor alle mondelinge en schriftelijke prestaties in de loop van het jaar.

Het herexamen van het vak maatschappijleer zal bestaan uit een schriftelijke toets over de inhoud van de onderdelen 1, 2 en 3. Tijdsduur herkansing: 60 minuten.

Het eindcijfer wordt toegekend als aan alle onderdelen is voldaan.

De som der gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100% Het schoolexamen wordt in HAVO 4 afgesloten Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (100%) Het eindcijfer voor het vak vormt in gelijke delen met het profielwerkstuk het combinatiecijfer


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen management en organisatie

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5

jaarcijfer toets 1 toets 2 toets 3 jaarcijfer

T etc. T T T JC

m/s s s s m/s

A1 – A6 B1 B2 B4 B1 –B5

HAVO examenweek nee ja ja ja nee

duur

gewicht

var. 60 min. 60 min. 60 min. var.

10% 25% 25 % 25 % 15%

Bij alle onderdelen van het schoolexamen is het gebruik van de grafische rekenmachine niet toegestaan Omschrijving: Nr. 1 De kandidaten krijgen een waardering gebaseerd op o.a. alle mondelinge prestaties en/of schriftelijke prestaties en/of praktische opdrachten en/of presentaties in de loop van het voorexamenjaar. Dit jaarcijfer kan dus bevatten o.a. een beoordeling van de te maken opgaven en/of correctie van de te maken opgaven en/of de verslaggeving van de te maken opgaven inclusief correctie en/of schriftelijke c.q. mondelinge toetsen en/of praktische opdrachten en/of presentaties van de schoolexamenstof en de examenstof in het voorexamenjaar. De leerstof zal nader worden bepaald aan de hand van de gebruikte lesmethode “Percent” en de gemaakte vorderingen. Nr. 2 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken. Nr. 3 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken. Nr. 4 Bij elk der PTA-werken zal de CSE-stof getoetst worden die tot dan toe is besproken.

N.B. De stof van de herkansing aan het einde van het jaar bestaat uit de gehele CSE-stof. Tijdsduur herkansing: 1 uur. Het jaarcijfer is telkens gebaseerd op alle mondelinge en/of schriftelijke prestaties in de meest ruime zin van het woord (met uitzondering van toets 1, toets 2 en toets 3 in het examenjaar) en wordt bepaald met behulp van een gewogen gemiddelde. Er is geen herkansing mogelijk van het jaarcijfer.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100 % Het schoolexamen wordt in 5 havo afgesloten Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%) _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015

cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen Natuurkunde

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4 5

Jaarcijfer Toets 1 Toets 2 Toets 3 Jaarcijfer

T + PO T T T T + PO

m/s s s s m/s

A1 – A6 B1 B2 B4 B1 – B4

examenweek Nee Ja Ja Ja Nee

duur

gewicht

var. 120 120 120 var.

20% 20% 20% 20% 20%

Omschrijving: 1. Jaarcijfer bepaald a.d.h. van schriftelijke, mondelinge en praktische prestaties in genoemde periode. 2. Systematische Natuurkunde boek HAVO 4. 3. Systematische Natuurkunde boeken HAVO 4 en HAVO 5: behandelde stof tot de herfstvakantie (zie studiewijzer) + keuzemodule technische automatisering) + optica. 4. Systematische Natuurkunde boeken HAVO 4 en HAVO 5 + optica + technische automatisering. 5. Jaarcijfer bepaald a.d.h. van schriftelijke, mondelinge en praktische prestaties in genoemde periode.

Herkansing: schriftelijk Hele stof havo 4, havo 5 + 2 keuzemodules Duur: 2 uur

De som van de gewichten voor het hele vak is steeds 100% Het schoolexamen wordt afgesloten in havo 5 Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het centraal schriftelijk examen (50%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen Nederlandse taal en literatuur

nr.

Onderdeel

aard

1 2 3 4 5 6

Mondelinge voordracht Schrijfopdracht Toets leesvaardigheid Taalvaardigheid Toets literatuur Leesdossier

domein B domein C domein A domein C domein E domein E

m/ s m s s s s s

periode B1-5 B1 B3 B2 B4 A1-B5

HAVO examenweek nee ja ja ja ja nee

duur

gewicht

10-15 180 120 60 90 -

25% 20% 10% 15% 30% handelingsdeel

Omschrijving: 1

Mondelinge voordracht De leerling houdt een mondelinge voordracht over een letterkundig onderwerp. De leerling geeft aan het begin van het schooljaar de titel van het door hem te bespreken oorspronkelijk in de Nederlandse taal geschreven literair werk uit de periode na 1880 aan de docent door. De docent bekijkt of de titel niet reeds door een andere leerling is gekozen. Hij beoordeelt bovendien of de gekozen titel inderdaad gekozen kan worden. De leerling legt ongeveer twee weken voor de afgesproken datum een spreekplan voor aan de docent: ter beoordeling, voor tips en eventuele aanvullingen. De leerling bespreekt in elk geval zijn leeservaring, de inhoud en de achtergronden van het boek. Een verslag van deze leesactiviteiten krijgt een plaats in het leesdossier van de leerling.

2

Schrijfopdracht De leerling schrijft een zakelijke tekst van tenminste 500 woorden. Als basis hiertoe dient de door de leerling verzamelde documentatie over een door de docent aangedragen thema. De leerling heeft daarbij de keuze uit een aantal thema's. De eisen die gesteld worden aan inhoud, uitvoering en verzorging worden vooraf bekendgemaakt.

3

De toets leesvaardigheid De leerling krijgt een tekst waarover tekstvragen worden gesteld. De eisen die gesteld worden aan inhoud, uitvoering en verzorging worden vooraf bekendgemaakt.

4

De toets taalvaardigheid: In deze toets moet de leerling taal- en stijlfouten kunnen benoemen en corrigeren en de spelling- en interpunctieregels correct kunnen toepassen. Daarnaast moet hij een zakelijke brief kunnen reviseren.

5

Toets literatuur heeft betrekking op : Eldorado, literatuur voor de tweede fase Basisboek havo, afdeling 2 Schets literatuurgeschiedenis na 1880. De bij afdeling 2 horende verplichte opdrachten. Drie gelezen literaire werken.

6

Leesdossier De eisen die gesteld worden aan inhoud, uitvoering en verzorging van het leesdossier worden vooraf bekendgemaakt. Nadat een leesverslag door de docent is goedgekeurd kan het in het leesdossier worden opgenomen. Een van de leesverslagen in het leesdossier moet betrekking hebben op poëzie Leesdossier klas 4 De leerling maakt leesverslagen van vier oorspronkelijk in de Nederlandse taal geschreven literaire werken uit de periode na 1880. De leesverslagen van deze vier werken worden in hoofdlijnen klassikaal gemaakt. Voor de laatste lesdag van 4-havo moeten deze vier leesverslagen samen in één map bij de docent worden ingeleverd. Leesdossier klas 5


cijfer


De leerling maakt leesverslagen van vier oorspronkelijk in de Nederlandse taal geschreven literaire werken uit de periode na 1880. Bij drie van de vier werken bepaalt de docent welk boek de leerling moet lezen. Het vierde werk wordt door de leerling min of meer vrij gekozen. Het vormt de basis voor het onderdeel mondelinge voordracht. Het leesverslag dat de basis vormde voor het onderdeel mondelinge voordracht moet uiterlijk twee lesweken na het houden van deze mondelinge voordracht aan de docent ter goedkeuring worden voorgelegd. Dit vormt het vierde leesverslag. . Het leesdossier bevat aan het einde van 5-havo in totaal acht leesverslagen. Het complete leesdossier moet binnen 5 schooldagen na de toets literatuur ter goedkeuring worden ingeleverd. HERKANSINGEN: 1

2

3 4 5

De herkansing van de mondelinge voordracht bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. In dat geval dient een nieuw letterkundig onderwerp te worden gekozen. Verder gelden dezelfde regels als bij de oorspronkelijke toets. De herkansing van de schrijfopdracht bestaat uit het opnieuw afleggen van de toets. De thema’s waaruit in dat geval gekozen kan worden, verschillen van die van de oorspronkelijke toets. Verder gelden dezelfde regels als bij de oorspronkelijke toets. De herkansing van de toets leesvaardigheid bestaat uit maken van een nieuwe toets over dezelfde stof. De herkansing van de toets taalvaardigheid bestaat uit het maken van een nieuwe toets over dezelfde stof. De herkansing van de toets literatuur bestaat uit het maken van een nieuwe toets over dezelfde stof.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt 100%. Het schoolexamen wordt in havo-5 afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Examen (50%).



Cohort 2015

Schoolexamen scheikunde

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4

Toets 1 Toets 2 Toets 3 Jaarcijfer

T T T PO + T

s s s m/s

B1 B2 B4 B1-B4

examenweek ja ja ja nee

duur

Gewicht

120 120 120 var

25% 25% 25% 25%

Omschrijving: 1. Boek klas 3: Hfst 1 Stoffen Hfst 3 Reacties Hfst 5 Ontleding en synthese in de industrie Boek klas 4/5 Hfst 2 Bouwstenen van stoffen Hfst 3 Stoffen en reacties Hfst 4 Moleculaire stoffen Hfst 9 Energieproductie 2.

Boek klas 3 Hfst 1 Stoffen Hfst 3 Reacties Hfst 5 Ontleding en synthese in de industrie Boek klas 4/5 Hfst 1 Scheiden en reageren Hfst 2 Bouwstenen van stoffen Hfst 3 Stoffen en reacties Hfst 5 Zouten en zoutoplossingen Hfst 6 Reacties van zouten Hfst 8 Zuren en basen

3.

Boek klas 3 Hfst 1 Stoffen Hfst 3 Reacties Hfst 5 Ontleding en synthese in de industrie Boek klas 4/5 Hfst 1 Scheiden en reageren Hfst 2 Bouwstenen van stoffen Hfst 7 Koolstofverbindingen Hfst 10 Polymeren Hfst 11 Chemische energie

4.

Het jaarcijfer wordt bepaald door proefwerk/overhoringen en/of het verrichten van practica met schriftelijke rapportage. Het aantal in te leveren practicaverslagen wordt per groep bepaald. Dit op basis van aantal practicumlessen aan de betreffende groep en het gemiddeld aantal verrichte practica van de betreffende groep.

HERKANSING: 120 minuten Boek klas 3: hfst 1, 3 + 5 Boek klas 4/5: hfst 1 t/m 11 Omschrijving: zie boven De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100%. Het schoolexamen wordt afgesloten in 5 Havo Het eindcijfer wordt bepaald door het schoolexamen (50%) en het Centraal Schriftelijk Examen (50%).


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen

WISKUNDE A

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4

Jaarcijfer Toets 1 Toets 2 Toets 3

T T T T

s s s s

A1 t/m A6 B1 B2 B4

examenweek nee ja ja ja

duur

gewicht

Var. 90 min 120 min 120 min

25% 25% 25% 25%

Omschrijving:

1.

Het jaarcijfer is een op één decimaal afgerond gewogen gemiddelde van alle toetsen ( proefwerken, overhoringen en andere werken waarvoor een beoordeling in een punt wordt uitgedrukt) die in het schooljaar zijn afgenomen. Bij de bepaling van dit gemiddelde gelden de regels die hiervoor op dat moment sectie-breed en/of school-breed worden gehanteerd. Vakinhoud: In bovengenoemde toetsen kunnen door de vaksectie te bepalen onderdelen uit de boeken Getal&Ruimte havo A deel 1 en havo A deel 2 aan de orde komen. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof per toets wordt tijdig door de docent afgesproken.

2.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6 en B1 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo A deel 1, havo A deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo A deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

3.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B2 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo A deel 1, havo A deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo A deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

4.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo A deel 1, havo A deel 2 en havo A deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

HERKANSING: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo A deel 1, havo A deel 2 en havo A deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100% Het schoolexamen wordt in 5 HAVO afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Schriftelijk Examen (50%)


cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen

WISKUNDE B

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4


T T T T

s s s s

A1 t/m A6 B1 B2 B4


duur

gewicht


25% 25% 25% 25%

Omschrijving: 1.

Het jaarcijfer is een op één decimaal afgerond gewogen gemiddelde van alle toetsen ( proefwerken, overhoringen en andere werken waarvoor een beoordeling in een punt wordt uitgedrukt) die in het schooljaar zijn afgenomen. Bij de bepaling van dit gemiddelde gelden de regels die hiervoor op dat moment sectie-breed en/of school-breed worden gehanteerd. Vakinhoud: In bovengenoemde toetsen kunnen door de vaksectie te bepalen onderdelen uit de boeken Getal&Ruimte havo B deel 1 en havo B deel 2 aan de orde komen. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof per toets wordt tijdig door de docent afgesproken.

2.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6 en B1 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo B deel 1, havo B deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo B deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

3.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B2 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo B deel 1, havo B deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo B deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

4.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo B deel 1, havo B deel 2 en havo B deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

HERKANSING: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo B deel 1, havo B deel 2 en havo B deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100% Het schoolexamen wordt in 5 HAVO afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Schriftelijk Examen (50%) _________________________________________________________________________________________________________________ Sint-Janscollege Hoensbroek september 2015

cijfer


Cohort 2015

Schoolexamen

WISKUNDE D

HAVO

nr.

onderdeel

aard

m/s

periode

1 2 3 4


T T T T

s s s s

A1 t/m A6 B1 B2 B4


duur

gewicht


25% 25% 25% 25%

Omschrijving: 1.

Het jaarcijfer is een op één decimaal afgerond gewogen gemiddelde van alle toetsen ( proefwerken, overhoringen en andere werken waarvoor een beoordeling in een punt wordt uitgedrukt) die in het schooljaar zijn afgenomen. Bij de bepaling van dit gemiddelde gelden de regels die hiervoor op dat moment sectie-breed en/of school-breed worden gehanteerd. Vakinhoud: In bovengenoemde toetsen kunnen door de vaksectie te bepalen onderdelen uit de boeken Getal&Ruimte havo D deel 1 en havo D deel 2 aan de orde komen. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof per toets wordt tijdig door de docent afgesproken.

2.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6 en B1 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo D deel 1, havo D deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo D deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

3.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B2 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo D deel 1, havo D deel 2 en een aantal hoofdstukken van havo D deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

4.

Vakinhoud: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo D deel 1, havo D deel 2 en havo D deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken. HERKANSING: In deze toets komen, door de vaksectie te bepalen, onderdelen die behandeld zijn in de periode A1 t/m A6, B1 t/m B4 aan de orde. De leerstof die getoetst kan worden staat in de methode Getal&Ruimte: havo D deel 1, havo D deel 2 en havo D deel 3. Een gedetailleerde omschrijving van de getoetste leerstof wordt tijdig door de docent afgesproken.

De som van de gewichten voor het gehele vak bedraagt steeds 100% Het schoolexamen wordt in 5 HAVO afgesloten. Het eindcijfer wordt bepaald door het Schoolexamen (50%) en het Centraal Schriftelijk Examen (50%)


cijfer


Bevorderingsnormen havo-4 naar havo-5 Een leerling kan alleen worden bevorderd nadat de delen van het schoolexamenprogramma die op 4-havo worden afgerond, inderdaad zijn afgerond. Dat betekent dat de onderdelen die becijferd worden van een cijfer moeten zijn voorzien, en dat de onderdelen van het handelingsdeel de kwalificatie 'naar behoren' moeten hebben. Een leerling is bevorderd als: - alle eindcijfers 6 of hoger zijn; of - er één 5 is en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn; of - er één 4 is en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers minimaal een 6,0 is; of - er twee keer 5 of één 5 en één 4 is gescoord en de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers minimaal een 6,0 is. Een leerling die één verliespunt teveel heeft of een compensatiepunt te weinig heeft om te worden bevorderd, is een bespreekgeval. De vakken LO en CKV tellen niet mee in de compensatieregeling. Een leerling die één verliespunt teveel heeft en een compensatiepunt te weinig heeft moet doubleren. Bovendien moet het op 4-havo af te sluiten vak CKV beoordeeld zijn als 'voldoende' of 'goed'. Bevorderingsnormen De rapportvergadering heeft altijd het recht om in bijzondere gevallen af te wijken van de vastgestelde normen. Bij de bevorderingsnormen worden de onderstaande termen gebruikt: voldoende : een cijfer vanaf 6 is een voldoende onvoldoende : een cijfer lager dan 6 is een onvoldoende verliespunt : het cijfer 5 levert 1 verliespunt op het cijfer 4 levert 2 verliespunten op compensatiepunt : het cijfer 7 levert 1 compensatiepunt op het cijfer 8 levert 2 compensatiepunten op examenvak : een vak waarin eindexamen wordt gedaan. handelingsdeel : een verzameling van opdrachten die door de leerling met voldoende resultaat moeten worden uitgevoerd. profieldeel : alle vakken die onderdeel zijn van het door de leerling gekozen profiel.

Een bespreekgeval kan : 1. bevorderd worden mits de rapporten van Kerst en Pasen (afgerond op hele cijfers) overgangsrapporten waren of er sprake is van bijzondere omstandigheden (zoals een sterfgeval) 2. afgewezen worden 3. bevorderd worden met een taak 4. bevorderd worden na een één of meerdere herexamens NB 1 NB 2

De bevordering na een herexamen is altijd een voorwaardelijke bevordering m.u.v. de bevordering naar eindexamenklassen. Een leerling die niet bevorderd is naar een volgend leerjaar of die gezakt is voor het eindexamen volgt in principe het gehele programma van het jaar dat hij overdoet opnieuw. Een dergelijke leerling vervalt bovendien automatisch in de regelingen en het programma van toetsing en afsluiting van het daaropvolgende cohort. Er kunnen na overleg met de sectordirecteur vrijstellingen worden verleend. Er is in ieder geval vrijstelling voor het maken van een nieuw profielwerkstuk nadat dit met een voldoende beoordeling is afgesloten.



Bevorderingsnormen vwo-4 naar vwo-5 Een leerling kan alleen worden bevorderd nadat de delen van het schoolexamenprogramma die op vwo-4 worden afgerond, inderdaad zijn afgerond. Dat betekent dat de onderdelen die becijferd worden van een cijfer moeten zijn voorzien, en dat de onderdelen van het handelingsdeel de kwalificatie 'naar behoren' moeten hebben. Een leerling is bevorderd als hij/zij aan beide onderstaande eisen voldoet: 1. er is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde samen maximaal één verliespunt behaald 2. - alle eindcijfers zijn 6 of hoger of - er is één 5 behaald en de overige eindcijfers zijn 6 of hoger of - er is één 4 of twee keer 5 of één vier en één vijf behaald, waarbij de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers minimaal een 6,0 is Hierbij dient in acht te worden genomen dat: * de vakken LO en CKV niet meetellen in de compensatieregeling. * het combinatiecijfer in vwo-4 tot stand komt door het rekenkundig gemiddelde op een heel cijfer te bepalen van de eindcijfers (op 0 decimalen) van de vakkenhet vak maatschappijleer, ANW en – voor zover van toepassing - KCV. * het combinatiecijfer als één vak in de uitslagbepaling geldt en de samenstellende delen van dit cijfer noch als verliespunt noch als compensatie meegerekend worden. * geen van de samenstellende delen van het combinatiehet cijfer, afgerond op 0 decimalen, niet het cijfer 3 of lager mag zijn, in welk geval bevordering niet mogelijk is * een leerling die één verliespunt teveel of een compensatiepunt te weinig heeft om te worden bevorderd, een bespreekgeval is. * een leerling die één verliespunt en een compensatiepunt te weinig heeft, moet doubleren. Bevorderingsnormen De rapportvergadering heeft altijd het recht om in bijzondere gevallen af te wijken van de vastgestelde normen. Bij de bevorderingsnormen worden de onderstaande termen gebruikt: voldoende : een cijfer vanaf 6 is een voldoende onvoldoende : een cijfer lager dan 6 is een onvoldoende verliespunt : het cijfer 5 levert 1 verliespunt op het cijfer 4 levert 2 verliespunten op compensatiepunt : het cijfer 7 levert 1 compensatiepunt op het cijfer 8 levert 2 compensatiepunten op examenvak : een vak waarin eindexamen wordt gedaan. handelingsdeel : een verzameling van opdrachten die door de leerling met voldoende resultaat moeten worden uitgevoerd. profieldeel : alle vakken die onderdeel zijn van het door de leerling gekozen profiel. Een bespreekgeval kan : 1. bevorderd worden mits de rapporten van Kerst en Pasen, afgerond op hele cijfers, overgangsrapporten waren of er sprake is van bijzondere omstandigheden 2. afgewezen worden 3. bevorderd worden met een taak 4. bevorderd worden na een één of meerdere herexamens NB 1

De bevordering na een herexamen is altijd een voorwaardelijke bevordering m.u.v. de bevordering naar eindexamenklassen.

NB 2

Een leerling die niet bevorderd is naar een volgend leerjaar of die gezakt is voor het eindexamen volgt in principe het gehele programma van het jaar dat hij overdoet opnieuw. Een dergelijke leerling vervalt bovendien automatisch in de regelingen en het programma van toetsing en afsluiting van het daaropvolgende cohort. Er kunnen na overleg met de sectordirecteur vrijstellingen worden verleend. Er



is in ieder geval vrijstelling voor het maken van een nieuw profielwerkstuk nadat dit met een voldoende beoordeling is afgesloten.



Bevordering van vwo-5 naar vwo-6: Een leerling kan alleen worden bevorderd nadat de delen van het schoolexamenprogramma die op vwo-5 worden afgerond, inderdaad zijn afgerond. Dat betekent dat de onderdelen die becijferd worden van een cijfer moeten zijn voorzien, en dat de onderdelen van het handelingsdeel de kwalificatie 'naar behoren' moeten hebben. Een leerling is bevorderd als hij/zij aan beide onderstaande eisen voldoet: 1. er is voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde samen maximaal één verliespunt behaald 2. - alle eindcijfers zijn 6 of hoger of - er is één 5 behaald en de overige eindcijfers zijn 6 of hoger of - er is één 4 of twee keer 5 of één vier en één vijf behaald, waarbij de overige eindcijfers 6 of hoger zijn en het gemiddelde van alle eindcijfers minimaal een 6,0 is Bovendien moet het al op vwo-5 af te sluiten vak CKV beoordeeld zijn als ‘voldoende’ of ‘goed’. Hierbij dient in acht te worden genomen dat: * de vakken LO en CKV niet meetellen in de compensatieregeling. * het combinatiecijfer in vwo-5 tot stand komt door het rekenkundig gemiddelde op een heel cijfer te bepalen van de eindcijfers (op 0 decimalen) van de vakken maatschappijleer, ANW, en levensbeschouwing en voorzover van toepassing - KCV. * het combinatiecijfer als één vak in de uitslagbepaling geldt en de samenstellende delen van dit cijfer noch als verliespunt noch als compensatie meegerekend worden. * geen van de samenstellende delen van het combinatiecijfer, afgerond op 0 decimalen, het cijfer 3 of lager mag zijn, in welk geval bevordering niet mogelijk is * een leerling die één verliespunt teveel of een compensatiepunt te weinig heeft om te worden bevorderd, een bespreekgeval is. * een leerling die één verliespunt en een compensatiepunt te weinig heeft, moet doubleren. Bevorderingsnormen De rapportvergadering heeft altijd het recht om in bijzondere gevallen af te wijken van de vastgestelde normen. Bij de bevorderingsnormen worden de onderstaande termen gebruikt: voldoende : een cijfer vanaf 6 is een voldoende onvoldoende : een cijfer lager dan 6 is een onvoldoende verliespunt : het cijfer 5 levert 1 verliespunt op het cijfer 4 levert 2 verliespunten op compensatiepunt : het cijfer 7 levert 1 compensatiepunt op het cijfer 8 levert 2 compensatiepunten op examenvak : een vak waarin eindexamen wordt gedaan. handelingsdeel : een verzameling van opdrachten die door de leerling met voldoende resultaat moeten worden uitgevoerd. profieldeel : alle vakken die onderdeel zijn van het door de leerling gekozen profiel. Een bespreekgeval kan : 1. bevorderd worden mits de rapporten van Kerst en Pasen, afgerond op hele cijfers, overgangsrapporten waren of er sprake is van bijzondere omstandigheden (zoals een sterfgeval) 2. afgewezen worden 3. bevorderd worden met een taak 4. bevorderd worden na een één of meerdere herexamens NB 1 NB 2

De bevordering na een herexamen is altijd een voorwaardelijke bevordering m.u.v. de bevordering naar eindexamenklassen. Een leerling die niet bevorderd is naar een volgend leerjaar of die gezakt is voor het eindexamen volgt in principe het gehele programma van het jaar dat hij overdoet opnieuw. Een dergelijke leerling vervalt bovendien automatisch in de regelingen en het programma van toetsing en afsluiting van het daaropvolgende cohort. Er kunnen na overleg met de sectordirecteur vrijstellingen worden verleend. Er



is in ieder geval vrijstelling voor het maken van een nieuw profielwerkstuk nadat dit met een voldoende beoordeling is afgesloten.



Gemeenschappelijk deel (verplicht) 1 2 3 4 5

NEDERLANDS ENGELS MAATSCHAPPIJLEER C.K.V. LICHAMELIJKE OPVOEDING Maatschappijprofielen Cultuur en Economie en maatschappij maatschappij Verplicht

Verplicht

Natuurprofielen Natuur en gezondheid Natuur en techniek

Verplicht

Verplicht

6 Duits/Frans 7 geschiedenis 8 aardrijkskunde

6 economie 7 wiskunde A 8 geschiedenis

6 biologie 7 wiskunde A of B 8 scheikunde

6 natuurkunde 7 wiskunde B 8 scheikunde

Een profiel Keuzevak Keuze uit 9 - Duits - Frans - kunst (beeldende vormgeving)

Een profiel keuzevak Keuze uit 9 - Duits - Frans - aardrijkskunde

Een profiel keuzevak Keuze uit 9 - natuurkunde (alleen samen met wis B) - aardrijkskunde

Een extra profielvak 9 - wiskunde D

Vrije deel Keuze alleen mogelijk als het vak niet reeds in het profiel of gemeenschappelijk deel zit 10. één keuze uit de volgende vakken Frans Duits economie biologie (niet in profiel CM) management en organisatie bewegen, sport en maatschappij kunst (beeldende vormgeving) (niet in profiel NG en NT) wiskunde A (cm)



Gemeenschappelijk deel (verplicht) 1 NEDERLANDS 2 ENGELS 3 DUITS of FRANS 4 A.N.W. 5 C.K.V. 6 MAATSCHAPPIJLEER 7 LICHAMELIJKE OPVOEDING 8 LEVENSBESCHOUWING

Maatschappijprofielen Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Verplicht

Verplicht

9 wiskunde C 10 geschiedenis 11 aardrijkskunde

9 economie 10 wiskunde A of B 11 geschiedenis

Een profiel keuzevak Keuze uit


12 - Duits - Frans - kunst beeldende vormgeving

12 - Duits - Frans - aardrijkskunde

Natuurprofielen Natuur en gezondheid Natuur en techniek

Verplicht 9 biologie 10 wiskunde A of B 11 scheikunde 12 natuurkunde

Verplicht 9 natuurkunde 10 wiskunde B 11 scheikunde 12 wiskunde D

Vrije deel Keuze alleen mogelijk als het vak niet reeds in het profiel of gemeenschappelijk deel zit. 13. één keuze uit de volgende vakken Frans Duits economie biologie (niet in profiel CM) management en organisatie bewegen, sport en maatschappij kunst (beeldende vormgeving) (niet in profiel NG en NT)



Gemeenschappelijk deel (verplicht) 1 NEDERLANDS 2 ENGELS 3 LATIJN OF GRIEKS 4 A.N.W. 5 C.K.V. 6 MAATSCHAPPIJLEER 7 LICHAMELIJKE OPVOEDING 8 LEVENSBESCHOUWING

Maatschappijprofielen Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Verplicht

Verplicht

9 wiskunde C 10 geschiedenis 11 aardrijkskunde

9 economie 10 wiskunde A of B 11 geschiedenis



12 - Duits - Frans - kunst beeldende vormgeving

12 - Duits - Frans - aardrijkskunde

Natuurprofielen Natuur en gezondheid Natuur en techniek Verplicht 9 biologie 10 wiskunde A of B 11 scheikunde 12 natuurkunde

Verplicht 9 natuurkunde 10 wiskunde B 11 scheikunde 12 wiskunde D

Vrije deel Keuze alleen mogelijk als het vak niet reeds in het profiel of gemeenschappelijk deel zit. 13. één keuze uit de volgende vakken Frans Duits economie biologie (niet in profiel CM) management en organisatie bewegen, sport en maatschappij kunst (beeldende vormgeving) (niet in profiel NG en NT) Latijn Grieks



Bijlage: (summa) cum laude regeling Sint-Janscollege Hoensbroek Een leerling is cum laude geslaagd: als het gemiddelde van zijn eindcijfers gemiddeld 8 is en er geen eindcijfer lager dan 6 gescoord is. Een leerling is summa cum laude geslaagd als alle eindcijfers 8 of hoger zijn. Leerlingen met een extra vak slagen toch (summa) cum laude als zij mét het extra vak niet aan deze norm voldoen en zonder dit vak wel.


Regeling Eindexamen havo Cohort

Recommend Documents