GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 1 van 8 FINAL O 6-12-2013
INDEX 1 2 3 3.1
SCOPE DOEL TOEPASSINGSGEBIED Definitie van een ladder:
3.2
Definitie van een trapladder:
3.3
Typen ladders/trappen:
3.4
Deze richtlijn geldt niet voor:
4 4.1
PROCEDURE Inspectie en voorbereiding
4.2
Toepassing en plaatsing, algemeen
4.3
Toepassing en plaatsing, specifiek
4.4
Gebruik van ladder/trapladder
4.5
Onderhoud en opslag
5
REFERENTIE
NAAM & HANDTEKENING OPGESTELD:
HSEW Advisor
W. Workum
GECONTROLEERD:
Area Coordinator
R. Boxmeer
GOEDGEKEURD:
Execution Manager
E. van den Dool
WIJZIGING:
Nieuwe instructie i.v.m. vervallen Standaard Werken op Hoogte
01266186-0001/Rev.B/11072011
DATUM
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 2 van 8 FINAL O 6-12-2013
1
SCOPE Ladders zijn bedoeld voor verticaal transport van mensen. Ladders die op NAM/Shell UIElocaties worden gebruikt, moeten voldoen aan de volgende norm: - NEN-EN 131 ‘Ladders’ Het gebruik van ladders voor het transport van mensen wordt in richtlijnen beschreven: - NEN 2484 termen, definities en eisen voor het gebruik van draagbaar klimmateriaal. - EU 2009/104/EG Veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de arbeidsplaats.
2
Doel Deze instructie beschrijft de voorwaarden voor het veilig gebruik van ladders en trappen op NAM locaties.
3
Toepassingsgebied Deze NAM-werkinstructie betreft activiteiten, waarbij personeel gebruik maakt van ladders.
3.1 Definitie van een ladder: Draagbaar gereedschap, bedoeld voor verticaal transport van mensen naar een hoger en/of lager horizontaal niveau. 3.2 Definitie van een trapladder: Draagbaar gereedschap, bedoeld voor lichte werkzaamheden op hoogte. 3.3 Typen ladders/trappen: - Enkelvoudige ladder, zie foto 1 (bijvoorbeeld steigerconstructie). - Schuifladder, zie foto 2 (bijvoorbeeld om op een dak te klimmen). - Trapladder met treden, bordes en hand-/kniesteunen, zie foto 4.
Foto 1, enkelvoudige ladder
01266186-0001/Rev.B/11072011
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Foto 2, schuifladder (met uitlopende basis)
Foto 3, stabiliteitsbalk onderaan de ladder
01266186-0001/Rev.B/11072011
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 3 van 8 FINAL O 6-12-2013
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Foto 4a, bordestrap
Foto 4b, dubbele trap, moet van een steunbeugel zijn voorzien.
01266186-0001/Rev.B/11072011
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 4 van 8 FINAL O 6-12-2013
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 5 van 8 FINAL O 6-12-2013
3.4 Deze richtlijn geldt niet voor: - Vaste trappen/ rolsteigers. - Touwladders (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties). - Medische evacuaties. - Ladders met een of meer scharnierpunten zonder beugel, zie foto 5 (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties). - Driedelige reformladder, zie foto 6 (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties). - Telescoopladder, zie foto 7 (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties).
Foto 5, ladder met meerdere scharnierpunten (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties).
Foto 6, driedelige reformladder (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties).
01266186-0001/Rev.B/11072011
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 6 van 8 FINAL O 6-12-2013
Foto 7, telescoopladder (Niet toegestaan op NAM/Shell UIE-locaties).
4
Procedure
4.1 Inspectie en voorbereiding - Ladder/trapladder moet vóór gebruik visueel worden geïnspecteerd (niet gebruiken indien gebreken geconstateerd zijn): o Op beschadiging/ verbuiging en/of defecte onderdelen. o Dat alle bewegende delen goed werken. - Ladders moeten onderaan van een stabiliteitsbalk zijn voorzien of een uitlopende basis hebben (zie foto 2, 3). - Op de ladder/trapladder moeten duidelijk zichtbaar staan: o Type aanduiding. o Naam en/of handelsmerk van fabrikant, importeur en/of leverancier . - Als een gebruiksaanwijzing relevant is, dan moet die bij de ladder/trapladder aanwezig zijn.
01266186-0001/Rev.B/11072011
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 7 van 8 FINAL O 6-12-2013
4.2 Toepassing en plaatsing, algemeen - Voor aanvang van het werk moet de volgende hiërarchie van beheersingsmiddelen worden doorlopen. o Ten eerste: Elimineer het werken op hoogte. o Ten tweede: Werk vanaf een permanent werkbordes met leuningen en voetstootlijsten. o Ten derde: Werk vanaf een tijdelijk werkbordes (steiger) of een mobiel werkbordes met leuningen. Neem bij de besluitvorming of dit redelijkerwijs uitvoerbaar is de gevaren van het installeren, bedienen of onderhouden van het werkbordes in aanmerking. o Ten vierde: Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen. - Gebruik een ladder/trapladder uitsluitend voor het doel waarvoor hij is bestemd: naar een hoger en/of lager horizontaal niveau gaan. - Plaats een ladder/trapladder zorgvuldig. Dus niet: X Ondersteboven X Achterstevoren. X Tegen ronde en/of kleine/smalle voorwerpen. X Op een onstabiel voorwerp of stavlak (bijvoorbeeld: tafel, kist, pallets, enz.). X Op zachte en/of ongelijke grond. X Op een gladde ondergrond (bijvoorbeeld geglazuurde vloertegels, marmeren ondergrond, gelakte/geverniste vloer). X In een vluchtroute en/of een doorgang. - Ladder moet minstens 1 meter boven de afstaphoogte uitsteken. - Elke ladder sectie moet op minimaal 3 punten zijn vastgemaakt (bijvoorbeeld 2 punten op het hogere niveau, 1 punt op het lagere)*. • Geldt niet voor glazenwassers, want in tegenstelling tot ander personeel zijn die gewend om op een ladder te werken. - Gebruik geen ladder/trapladder buiten bij windkrachten boven de 6 Beaufort (windsnelheid boven de 10-14 meter/seconde). - Er mogen trappen met maximaal 2 of 3 treden worden gebruikt 4.3 Toepassing en plaatsing, specifiek - Correcte opstelling van een ladder: 75° ten opzichte van horizontaal niveau (bijvoorbeeld: sta rechtop, met de voeten tegen de onderkant van de ladder, en pak de ladder met recht vooruit gestrekte armen vast). - Plaats de ladder tegen een stijf en/of stabiel voorwerp. - Een ladder mag worden gebruikt om niveaus van maximaal 6,1 meter hoog te bereiken (materiaal transporteren of werkzaamheden verrichten op een ladder is niet toegestaan). - Als de hoogte >6,1 meter is, dan moeten om de 2,5 meter tussenvlakken worden gemaakt. - Dubbele trappen moeten van een beugel zijn voorzien, zie foto 4b. - Metalen ladders/trappen kunnen stroom geleiden. Bewaar dus een afstand van minstens >2 meter tot niet-geïsoleerde elektrische delen. - Houten ladders/trappen mogen niet geverfd zijn (de verflaag kan potentiële schade of slechte reparaties aan het oog onttrekken). - Touw- en/of kettingladders zijn niet toegestaan. Is gebruik van een touw- en/of kettingladder onvermijdelijk, dan dient u valbeveiliging te gebruiken.
01266186-0001/Rev.B/11072011
GLT-PLUS
Werkinstructie
:
HSEW
Onderwerp
:
LADDERS EN TRAPPEN
4.4
Ref. no. Doc. no. Blz. Status Revisie Datum
: : : : : :
G-483 8 van 8 FINAL O 6-12-2013
Gebruik van ladder/trapladder Wel doen: Gebruik trappen voor lichte werkzaamheden* Nogepa beslisboom gebruiken: houd de trapladder en/of beugel altijd met een hand vast. Bijvoorbeeld activiteiten zoals visuele inspectie en schilderen. Bij het uitvoeren van lichte werkzaamheden moet men te allen tijde stabiel en met twee voeten op de trapladder blijven staan . Voor elk type ladder/trapladder geldt dat er maar 1 persoon tegelijk op mag staan. Ladder/trapladder moet worden beklommen en/of gebruikt met het gezicht naar de ladder/trapladder toe. Op de ladder/ trapladder mogen geen natte verf, modder, sneeuw of olie/vet zitten. Niet doen: X Trappen als afstap naar hogere en/of lagere niveaus gebruiken. X Trappen op meer dan 1,8 meter hoog gebruiken (Life Saving Rule). X Buiten de ladder/trapladder reiken of naar een kant overhellen. X Het bordes van een trap als opstap of werkbordes gebruiken. X Dubbele trap gebruiken die boven de 4e trede van boven geen bordes heeft. X Ladder/trapladder tijdens gebruik verplaatsen.
4.5
Onderhoud en opslag Reparatie en/of hercertificering van ladders/trapladders moet altijd volgens NEN-2484 gebeuren door een volgens EN-45013 gecertificeerde deskundige. Jaarlijkse NEN-2484 hercertificering van ladders/ trapladder is verplicht. Vernietig beschadigde en/of slecht werkende ladders/trappen die niet meer kunnen worden gerepareerd. Zorg dat ladders/trapladders onbelast en spanningsvrij worden opgeslagen. Zorg bij houten ladders/trapladders voor koele (+/-12°-25°) en droge bewaring.
5 Referentie NAM.72.WI.43.15
01266186-0001/Rev.B/11072011
Werk Instructie: Ladders en Trappen