^"■■^^^^^^™
o -^^x^xr^vo o.
>0' —
'•O'
TEKST BN MuiriBK VAN MOMNÏCKJBNDAM
Ë i i 'ii'tl' I 'i'11!! VmtóK^apMg^^^ 4 ^^^
i/rcb
v^'
? f&Tfhf ^^
i
^
i
P
j j riJr/ gig .^fjiJ ^JJ
^
CINEMA SIHEäTER
i i i
Z
fe
NO/ic
ir
J Jf/CJJI
iS«.5*^.iM/./M«MW.>te'W'-ÄM^at^fo /^/fij oitó-e«' ^v;
*3Uj._J^>'»U^t A.. it^.
o
gpg ^^Jj ^Ji Kruiswoordpuzzels in de kranten, Kruiswoordpuzzels bij de thee. Kruiswoordpuzzels bij de lunch en Kruiswoordpuzzels na 't diner.. . Deze allernieuwste rebus Gaat als koek er bij ons in; Als de cross-word-puzzel aankomt, Jubelt heel het huisgezin.
Het begint al bij onz' opa, Mensch, die vindt het puzzelen dol, Uren is de grijsaard bezig, Martelt hij zijn ouwen bol. Ook onz' moeder puzzelt mede. En die is wat bij de hand. Telkens als de puzzel klaar is. Is het eten aangebrand.
l^-S^
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
•o O C^G^CvOr-O Redactie en Administratie: Qalsewater 22. Lelden - Giro no. 41880 V ■
.,
■
mm w
^f ^s gU-1 r
Vader brengt zijn vrije uren In zijn woordenboeken door. En door 't snuif'ien komt de stakker Vaak versuft op zijn kantoor. Broer en zusje ook genieten O. zij vinden 't spel uniek Maar. wanneer de schoolbel klingelt. Zijn ze van het zoeken ziek. REFREIN.
REFREIN.
REFREIN.
:
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BI) DR
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM UE1DSCHESTRAAT 84 DEN HAAG LANGE POTEN 15 ROTTERDAM .... WITTE DE WITHSTRAAT 88
/fdres van Wedaötte en administratie: Qaloewater 22,eeiden no. 41880
^n dit nummer bevindt zich een aardig Cabaretliecy'e met woorden en musiefe van C IA. ft. ©avidson
Wet Cinema S Iheatefgedeelle staat onder redacUe van pief Veslerbaan
Vóór advertenties wende men zich tot het Centraaf Advertentie-Bureau LOUIS BENJAMIN. Stationaweg 61b. Rotterdam
Prijs per kwartaal f 1.75 .
iiiiiiigtiil
^^^•-
■
.
,
.
■
mm
^HHM
^^mmSSV^^^^^mm
^^^^^^
■■p^
^^^^^^^^^^^^^^^^^^^^
HET MOOISTE GESCHENK VOOR ELKE GELEGENHEID -
BETER, VOORDEELIGER EN ARTISTIEKER DAN IEDER ANDER MERK THE GRAMOPHONE COMP. Ltd. WERKT VOOR U DAG EN NACHT
WIJ VERKOOPEN STEEDS TOT IEDERS TEVREDENHEID
PRIMA GRRMOPHONE MODEL 0.60 ^ ^ 2VEERIö WBRK
GRAMOPHONE MET PLATENBERQINQ
COMPL. .
M
/90.—
COMPL.
„His Master's Voice"
His Master's Voice"
MODEL N^IOS Z VEERIQ ONBREEKB. WERK VOORZIEN VAN AUT0MATI5CHEN REM EN RUTOM. SNELHEIDSAÄNÖEVEH
/90.—
Voice „ Gramophone
MODEL
N^ 125
PRACHTVOL VAN KLHNK V00RZIEN%NIEÜW6TE VERBETEWNGEï
SPEELT GERUISCHLOOS STOPT AUTOMATISCH VOORZIEN VAN AUTOMATISCHE SNELHEIDSAANWIJZER WINDT AUTOMATISCH OP
ENORME
KEUZE
BIJ
WILLEM SPRENGER IN EIKEN „ MAHONIE
ƒ120./140.-
His Master's Voice" MODE*-
AGENT DER GRAMOPHONE COMP. Ltd.
PASSAGE 46 - DEN HAAG Filiaal: Laan v. Meerdervoort 60a Grootste keuze nieuwste Dansplaten f 2,25
His Master's Voice"
»f*
MODEL
N2160©
FIJN SRUON MEUBEL»
IN EIKEN y 175.— »» MAHONIE ƒ200.—
MODELN^SO^OSAWMBUBEU.
N§ SIC
NIEUWSTE UITVINDING ZONDER HOORN
GELUIDSARM OF SOUND-BOX SPECIAAL MODEL VOOR
ÖROOTE LOCflLEN
y 320.— „AWHONIE/SyS.—
IN EIKEN
IN EIKEN
* /255 —
„ MAHONIE ./300.— „His Master's Voice"
Hi«^llk^®*^sxVoi^c
IN EIKEN ^560.„ MAHONIE /610.— His Master's Voice" -
^^___^^^_^_^
^^^
m^mm
w*-—^^^—
•
.
syoKiiir
„©1^0 DM
bridge wordt geteekend. Naar de bekende comedie van Lady Levor is deze film vervaardigd, die door het Centraal Filmbureau in ons land geïntroduceerd is. Velen zullen zich dit stuk nog herinneren van het Hofstad-tooneel, waarin Annie van Ees zoo voortreffelijk naar voren kwam. Ongetwijfeld zal men gaarne dit werk ook eens op het w^itte . doek aanschouwen.
LORD SLOANE, de erfgenaam van het geslacht der Knightbridges, is getrouwd met Stella Deering, een koristje, dat zijn hart veroverd heeft. Dit huwelijk is zeer tegen den zin van zijn moeder, lady Knightbndge en van zijn nicht, Honoria, die gehoopt had zelf met hem te trouwen. Bij de kennismaking behan ielen beiden Stella dan ook zeer uit de hoogte, in tegenstelling met den ouden lord, die zich al dadelijk met de keus
van zijn zoon had vereenigd en het niet na kon laten zijn toekomstige schoondochter kleine attenties te bewijzen. Ook bij het eerste bezoek van de jonggehuwden op Dewhurst wordt Stella door de beide lady's genegeerd. Beiden laten haar duidelijk merken, dat zij beschouwd wordt als een persoon tegen wie men alles zeggen kan. Dit geeft dan ook telkens aanleiding tot onaangenaamheden. Sloane's broer, Archie, heeft op de wpdrennen veel geld verloren en is aan een bookmaker f 1000 schuldig. Hij wendt zich in zijn wanhoop tot Stella, die van plan is het geld aan haar man te vragen. Toevallig is zij juist getuige van een gesprek van hem met Honoria, die f 250 van Sloane krijgt. Honoria weigert haar echter te zeggen, waarvoor het is, »aarop zij haar man toevoegt: „Als je aan je nicht f 250 kan geven, kan je mij wel f 1000 ter hand stellen", waarop Sloane haar de gevraagde som schenkt. Stella geeft het geld aan den bookmaker en Honoria, die hiervan lucht krijgt, begeeft zich naar Lady Knightbridge en zegt, dat zij gezien heeft, dat Stella den bookmaker f 1000 ter hand stelde om zijn stilzwijgen te koopen. Stella wordt ter verantwoording geroepen, maar weigert iets uit te laten. Buiten zichzelve van woede schrijft zij haar man een briefje, waarin zij mededeelt, dat zij naar Londen is teruggekeerd. • Zij zoekt haar ouden directeur weer op en verzoekt hem haar weer in het koor op te nemen. Hij biedt haar echter een hoofdrol, in de hoop munt te slaan uit dit schandaaltje. Stella teekent een contract voor drie jaar. Sloane is haar echter gevolgd om haar terug te halen, maar de directeur wil niet van ontbinding van het contract weten. Ook Lord en Lady Knightbridge, die van Archie de geheele toedracht van de zaak vernomen hebben, begeven zich naar Londen en na heel veel moeite gelukt het den directeur over te halen het contract te annuleeren. Stella gaat met haar echtgenoot terug en de vrede tusschen haar en Lady Knight-
mmm
Hiililli
OÏT VRBBMOB JLANOBN
♦
Vlugge e/i langzame kinderen. In het alleraardigst geschreven bock: „Anatole France en pantouflës" vertelt de secretaris van den bekenden fransehen schrijver, allerlei interessante bijzonderheden uit diens particuliere leven. Onder deze korte, dikwijls allergeestigstc, vaak typisch fransche, opstellen, trok er een in het bijizonder mijn aandacht. Het was het verhaal, dat France omtrent zijn jeugd deed.
***
Opzettelijk heb ik hier ecnigszins uitvoerig geciteerd. Omdat dit wel zeer merkwaardige beeld, dat de oude literator, van zijn jeugd gaf, tot nadenken kan brengen. France was ontegenzeggelijk een der geestigste schrijvers van het moderne Frankrijk. En toch scheen hij een lui kind, dat weinig verwachtingen opwekte. * * * Meer dan eens gebeurt het, dat kinderen, die op school uitblinken, in bet leven stumperds zijn en omgekeerd, dat heel middelmatige leerlingen uiterst geschikt zijn voor den strijd om het bestaan. Ouders en opvoeders doen niet alleen wijs, doch zijn feite-
REMAS ANCRE DE BESTE TIJDMETER
♦
*
Dat is geen makkelijke laak, ik geef het u gerecde toe. Vooral daarom niet, omdat de ouders en opvoeders hun hoofd en hun tijd voor andere dingen ' noodig hebben, welke in den' strijid om het bestaan, bij het dagelijksche werk, zoo van uiterst groot belang zijm. Maar men vergete niet, dat het volstrekt overbodig is, om van minuut tot minuut het kind gade te slaan, In ieder gezin is er gelegenheid om eens of . meermalen per week ongezocht en onopvallend met de kinderen vertrouwelijk te spreken. Vermijd daarbij alle opzettelijkheid. Vooral bij kinderen, die uit hun aard verlegen en gesloten zijn, In een ongekunsteld, natuurlijk praten, leert ge, wat er in het binnenste van het kind omgaat, waaraan het denkt, wat het zoekt, waarnaar het verlangt, ♦ * * Het uiterste, waarin sommige paedagogen en vele quasiopvoeders vervallen, om het kind en de ,,kinderziel" een al te groote bcteekenis toe te kennen, moet men vermijden. Zooals alle uiterste is ook dit verkeerd. Men vergete niet, dat een kind een mensch in wording is. En.... dat geen enkel mensch volmaakt is of tot volmaaktheid kan worden opgevoed. Wat ook nog niet noodig is. Zelfs met zijn menschelijke tekortkomingen kan hij1 nog heel wat beduiden, mits goed geleid, mits tijdig geholpen en met verstandige hand gesteund.
***
Geregeld kwamen m'n onderwijzers, zoo vertelt hij, bij mijn ouders in den jj'inkel om hen te ontmoedigen. Wanneer men die beeren hoorde, zou het geld wegsmijten zijm om me nog een dag op school te laten. Ik zou nooit iets bereiken. Men moest mij maar zoodra mogelijk in den handel doen. Uit met de boeken. Mijn moeder, zoo verhaalt France, weende als een fontein, mijn vader verviel in een somber verdriet. Toch, ik kan het nu wel vertellen, was er geen enkel kind, zoo vlijtig als ik, ondanks het feit, dat ik voor langzaam en lui doorging. Het was mijm geest, welke altijd werkte. Ik was in werkelijkheid geen oogenblik niet actief. Ik las alles wat binnen mijn bereik kwam, rijp en groen, goed en slecht. Wanneer men mij iets vroeg — trouwens, zoo verzekerde France, dit is thans nog zoo — kwamen de denkbeelden allemaal tegeLijk te voorschijn, het een in strijd met het ander. Tevergeefs trachtte ik de tegenstrijdigheden meester te worden. Inplaats van een overvloed van gedachten, scheen ik ann aan goede ideeën.
lijk verplicht nauwkeurig op te letten op de Ointwikkeling der jongeren in hun schooltijd,
IN DE OUDE STAD VAN SAN REMO EEN DER TYPISCHE ITALIAÄNSCHE STRAATJES Wanneer de lente in Midden- en Noord-Europa de scherpe kou verdrijft, dan gaat geleidelijk ook de groote trek naar het heerlijke deel van Frankrijk en Italië, dat men de Riviera noemt, verminderen. Doch in de scherpe, koude maanden, dan zoeken de met goederen wel gezegende oude en nieuwe rijken, de hemelsblauwe kust der wonderlijke zee op. Van Cannes tot Spezia nestelen zich de bezoekers in de hotels en pensions, waarvan sommige door groote weelde uitmunten, andere aan meer bescheiden eischen voldoen. De kuststrook wordt verdeeld in de fransche en de italiaansche Riviera; tot deze laatste behooren San Remo, Pegli, Nervi en Rapallo. San Remo, waarvan bovenstaande foto een beeld geeft, nu eens niet ontleend aan het weelde leven, doch aan het bestaan der eenvoudige, nijvere inwoners, die als de meeste Italianen, opgewekt en bescheiden in hun eischen zijn, is een stadje van ruim 20.000 inwoners. Behalve van de voordeelen, welke het oord als badplaats geniet, bestaan zijn inwoners in hoofdzaak van bloementeelt en sinaasappelenexport. Pegli is kleiner dan San Remo; het ligt evenals Nervi, dat 7000 inwoners telt, aan de golf van Genua, Heerlijke romantische wandelingen langs de kust bieden den bezoekers gelegenheid om ten volle te genieten. In de meeste plaatsen aan de italiaansche Riviera ontbreken de modern ingerichte casino's niet en wie vandaar uit een uitstapje naar Monaco wil maken, aangetrokken door de ijdele, even gevaarlijke als verleidelijke attractie van de speeltafels, die vindt daarvoor maar al te goed gelegenheid. Rapallo is een stad met ruim 10.000 inwoners. Men vindt er een middeleeuwsch slot. De kant van Rapallo is beroemd, terwijl in de buurt ervan de olijfboom veel voorkomt. Geheel Liguria dat zich in Nöord-Italiü tusschen de Middellandsche zee, de italiaansche alpen en de Apenijnen uitstrekt en de provincies Genua en Maurizio omvat, vertoont het zuidelijke karakter, dat voor ons noorderlingen zoo buitengewoon groote attractie heeft. Daar groeien de palmen, de citroenstruiken en de olijven. En daar vergeten die noorderlingen, in gezelschap van de inwoners, den druk welken zij thuis niet kunnen kwijt raken en vaak krijgen zij daar hun gezondheid en opgewektheid weer terug.
'*
♦
♦
Beschouw daarom niet elk kind, dat in zijn uitingen een zekere sloomheid heeft, in zijn optreden aanleg tot schuchterheid komt, als lui of vadsig. Doch verval ook niet in de tegenovergestelde fput door 't kind te idealiseeren, omdat het een kind is. Het cene is even verkeerd als het andere. En even nadeelig ook. Bij de opvoeding lijkt het mij van het grootste belang om twee. dingen niet te vergeten;, ie. dat het kind een mensch in wording is; 2e. dat elk mensch, eenmaal kind was. Wie deze waarheden in het oog houdt, behoedt zich voor te sterk idealiseeren en te scherp oordeelen. Hij vermijdt al te groote hardheid, onbereikbare verwachtingen en zelfverblindheid door liefde ontstaan. Het zij herhaald, opvoeden is de realiteit in het oog houden en het idealisme niet van zich afwerpen. M K R.CURIUS,
WEES SLIM GEBRUIK G^IM
HET KLEINE VERHAALTJE
Dhr.van Starkenborgh Stachouwer de nieuwbenoemde commissaris der Koningin in de orovincie Groningen, die ais zoodanig zijn vader opvolgt.
Openingsreunie In het noorden De reunie der K.N.M V. had te Paterswolde plaats. Men ziet op de toto links de reunisten in het auto- en motorpatk. rechts een aantal deelnemers op het Paterswoldensche meer.
mm.
P. van Dijken
Prof. dr. J. F. van Bemmelen Onder voorzitterschap van prof. dr. J F. van Bemmelen is te Groningen het 20e Nederlandsch natuur- en geneeskundig congres qehouden.
te Groningen, heeft ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als magazijnknecht bij de N.V. Tricotagefabriek Reinier Muller aldaar vele blijken van waardeering ontvangen.
Het elfde Nederlandsche phllologen-congres dat in de Harmonie te Groningen werd gehouden.
-fgsam*.
Het SOO-iarlg bestaan van het St. Antonius-sasthuls te Leeuwarden Links het gebouw, rechts de oude soeokeiej met bloemen gevuld. nnnnn
nnnnrvarvirtnnn
aaaaaaÊaaaaaaaa
nnn
WAT ONZE MEDL3CHE MEDEWERKER ON3 «B
aOBOHEPOBB
De redactie bracht mij het verzoek van een belangstellend lezer over, om eens iets mee te deelen omtrent de melaatschheid en ik kan mij die belangstelling wel begrijpen, al i1* deze ziekte gelukkig in onze streken nauwelijks van belang. Dit is trouwens niqt altijd zoo geweest. Ten tijde van de middeleeuwen maakte de verschrikkt'lijke ziekte ook in Europa tallooze slacht.offers en men heeft hieraan slechts een eind kunnen maken door zeer strenge en voor de lijders zeer vvreede maatregelen, n.1. door ze eigenlijk geheel buiten de gewone maatschappij te sluiten in z.g. leprozericën, terwijl ze door een ieder ge schuwd werden. Tegenwoordig vindi men in Europa no^ wel gevallen, maar groote beteekenis heeft dat toch niei meer. In onze streken treti men ook wel enkele lijders aan, maar dal zijn dan z.g. „ingevoerde" gevallen, d.w.z. 'menschen, die de ziekte reeds hadden oi in irder geval onder de leden hadden, vóór ze hier kwamen. Die lijders komen dan liil den aard der zaak meeM. uit het verre
oosten, waar de melaatschheid nog steeds een belangrijke beteekenis heeft en een gevreesde ziekte is. Melaatschheid of lepra is een infectieziekte, een besmettelijke ziekte dus, die veroorzaakt wordt door zeer kleine levende ziektekiemen, de z.g. lepra bacillen. In de zieke organen van den lijder treft men deze bacillen in groot aantal aan. De bacil lijkt opmerkelijk veel op dien, welke de tuberculose veroorzaakt, al zijn er wel verschillen. Zooals gezegd, de ziekte is be smcttelijk, d.w.z. de lijder kan een ge zonde besmetten en deze weer ziek maken. Vandaar de doelmatige bestrijding door afzondering der lijders. Hoe de besmetting precies in z'n werk gaat, is voor zoover ik weet. nog steeds niet goed bekend. Hot is van algemeene bekendheid, dat de melaatschheid een afschuwelijke' ziekte is, die in het lichaam groote verwoestingen aanricht. Er is op den duur haast geen orgaan in het lichaam, dat niet aangetast wordt, f let meest hekend en het mee-t in
T
^^
JU.U.UJK.-L
BaanoB hel oog vallend zijn de huidverschijnselen, die er bij optreden en die. tot groote. verminking kunnen leiden. Ook worden vaak groote gedeelten van de huid gevoelloos en treden spierverlammingen op. Het heeft overigens weinig zin het verschrikkelijk ziektebeeld uitvoerig te beschrijven. In de meeste gevallen is het beloop zeer langdurig, het lijden kan zelfs tientallen van jaren duren. Helaas stond de genceskunde er vroeger zoo goed als machteloos tegenover. Vandaar dat er niets anders overschoot, als het afgezonderd houden der lijders, zoodat die tenminste de ziekte niet verder verspreiden konden. Voor de ongelukkige lijders echter, die zooals gezegd, geheel uit de gewone maatschappij gestootcn werden, een ontzettend«' beproeving. Hopelijk heb ik hiermee de nieuwsgierigheid vatv-enkele lezers bevredigd. Laten \^e van geluk spreken, dat we in ons land praktisch met deze ziekte maar zelden te maken hebben. H. 1.. S.
't Wordt ditmaal een lang verhaal. Wat ge zult begrijpen, indien ik u vertel, dat het de historie bevat hoe mijn vrouw en ik haast gescheiden waren. Stel je voor! Een paar dat sinds jaar en dag als voorbeeld van liefde en huwelijkstrouw werd genoemd. 't Kwam zoo. In het najaar kregen we een catalogus van een bullcnhandelaar, welke, zooals 't een goeden catalogus betaamt, wonderen vertelde van de aangeboden artikelen. En 't wonder aller wo nderen dat waren de tulpenbollen. Gegarandeerd de kleur, welke men hebben wou en uitkoos. Mijn vrouw koos 25 witte tulpen uit. Ik koos daarop 23 roode tulpen uit. We deden alles, wat bij de tulpenbollen als „gebruiksaanwijzing" voorgeschreven was. Letterlijk alles, en .wachtten met een gerust geweten de komende dingen af. Doch de wonder-tulpen-bollen deden wonderlijke dingen. Zij vertoonden keurig en op tijd hun groene bladerpunten boven de aarde, groeiden een week lang en gingen dan aan het verschrompelen. Voor. onze oogen stierven onze lievelingen. De witten beweend door mijn vrouw, de rooden betreurd door mij. Goede kennissen, die natuurlijk wel verstand van tulpen hebben (waar hebben goede kennissen nou géén verstand van?) beweerden dat het onze schuld was. Groep A zei, dat we ze te warm hadden gehouden, te veel licht en te veel water hadden gegeven. Groep B zei, dat we ze te koud hadden gehouden, te weinig licht en te. "weinig water hadden verstrekt. Wie. er lust in heeft, moge het uitzoeken. Wij hadden er geen lust in. Want.... één hoop was ons gebleven. Vijftig tulpenbollen waren geplant en vijitig waren gestorven. Precies geteld. Doch het wonder bleef niet uit. Een kleine groene peuter toonde zijn wonderlijke vitaliteit. Hij was niet geplant, hij had, toen de anderen omhoog kwamen, zich niet vertoond en ... . hij begon te groeien nadat ze allemaal dood waren. Aardig toch, zei ik tegen m'n vrouw, in die ecne pot, waar ik 'n roode tulpbol in heb gezet, komt een kleine naar boven. 't Lijkt alsof we hem wel houden zullen.... Ik heb hem ook gezien, zei m'n vrouw, maar ik ben er zeker van, dat het een witte tulp is. Lieve het is een roode tulp. Schat het is een witte ....
TICTÏOONE bLWLRK&IEWEE FRANJE MOLNAR s OUOM OPGEVOERD t>OOR HET VEREENIGD TOONEEL
Sarah Heyblom als Julia en van Dalsum als Llllom De tooneelschrijver Molnar is op ons nederlandsch tooneel, mede door de uitbeelding van zijn „Duivel" door Verkade, geen onbekende. Heijermans poogde indertijd Liliom te vertoonen met Rienk Brouwer in den hoofdrol. Doch het publiek wilde er niet aan. Nu hebben de Amsterdammers het geprobeerd. Molnar geeft ook in dit stuk de vermenging van werkelijkheid en fantasie. Liliom is de uitroeper voor de draaimolen van vrouw Muskat. Hij is een Don Juan, een oppervlakkig genieter, een man die vooral voor slechte invloeden open is. In den draaimolen ontmoet hij Julia en blijft aan haar hangen. Voor haar is hij de eerste man, die van liefde spreekt. En ondanks zijn liederlijk gedrag en ondanks de kansen, die zij heeft om een fatsoenlijk huwelijk te doen, blijft zij hem trouw. Liliom's zwakheid voert hem hoe langer hoe meer van den rechten weg, tot dat hij, onder invloed van den gewetenloozen Fiscur, v»ordt overgehaald tot den roofmoord op een kassier. Zijn aandeel heeft hij reeds verspeeld voordat hij de daad heeft verricht. Op meesterlijke wijze is van deze scene gebruik gemaakt om Lilioms karakter te schetsen. Toch komt Lilioms goede eigenschappen weer boven. Als hij hoort dat Julia van hem een kind verwacht, is hij vol vreugde. Doch hij begrijpt ook wat een vloek het voor het kind moet zijn om zoo'n vader te hebben, en doodt zichzelf om het kind van de schande te bevrijden. Dan stijgt hij ten hemel. En juist in dit bedrijf toont Molnar zich den genialen fantast, die in dit moeilijke tafreel ons eveneens weet te. blijven boeien. Ook in den hemel kan Liliom niet eerlijk zijn. Dies gaat hij voor zestien jaar in het louteringsvuur, waarna wij hem bij Julia en zijn kind als zwerver zien aankomen. En als hij zijn kind voor wie hij „wat goeds" wil doen, en voor wie hij een klein geschenk heeft meegebracht, in ongeduld een klap op de hand geeft, doet zij haar moeder de vraag, het antwoord daarop is de sleutel tot dit bijzondere spel.
We hielden ons goed en gingen ontbijten. M'n vrouw moest een paar boodschappen doen. Om moeilijkheden te vermijden, nam ik dien pot met de tulp, toen zij weg was, mee naar m'n studeerkamer. 's Middags, toen ik uit was, haalde m'n vrouw den pot terug en zette hem in haar zitkamer. 't Werd een geregelde strijd met alle agitaties van listen en strategie. Eiken dag verhuisde de tulp in spé minstens tweemaal van de eene kamer naar de andere. Eindelijk voelden we beiden, dat er iets moest gedaan worden. De verhouding tusschen ons begon er werkelijk bar onder te lijden. Wanneer ik m'n studeervertrek (natuurlijk met de tulp erin ) op slot deed, gebruikte m'n vrouw een valsehen sleutel en haalde den pot er uit. Dan wist ik met een steekbeitel haar zitkamer open te breken. We dachten er over om ieder een advocaat te nemen, alleen de herinnering aan de vele gelukkige huwelijksjaren weerhield óns om over scheiding te spreken. Eindelijk vonden we een oplossing. Eigenlijk vonden wij haar niet, maar Mina, die al een en twintig "jaar hij ons was. Ze adviseerde als een Salomo-esse, dat we om den anderen dag de tulp mochten bij ons hebben, in afwachting \an wat er uit groeien zou. Maandags stond de pot bij mij en ik stak een stokje in de aarde met een kaartje, waarop stond: Roode tulp. Dinsdag stond hij bij m'n vrouw en een ander stokje met een ander kaartje kwam er in, nut het opschrift: Witte tulp. 't Was mijn neef Tom, die het eerst begon met er op te wedden, Toen kwam oom George en binnen acht cbgen hadden al onze familieleden, \ rienden en kennissen een finant'eel belang aan in de eene of de andere zijde, bij de kleur van onze tulp. Rood of wit verving rouge ou noir. Goeden Vrijdag gingen wc ( en uitstapje maken. De spanning werd te groot en we hadden dringend behoefte aan een beetje afleiding. 's Avonds kwamen we thuis. Mina stond, toen we terugkwamen, aan de deur naar ons uit te kijken. De tulp is uit, riep ze ons tegemoet. Rood ? vroeg ik vol agitatie. Wit ? riep m'n vrouw vol spanning. Komt u maar mee, zei onze kalme Mien. We gingen, neen we holden naar binnen. En daar stond het wonder met z'n ontplooide bladeren, z'n sierlijken vorm. De tulp in volle glorie. En .... ze was geel! (Vrij naar het engelsch.)
DE AVONTUREN VAN Dr. WILSON
gen punctueel om zeven uur op, nam z'n bad en was om acht uur precies aan het ontbijt. Ditmaal was het half negen geworden, den neef bevreemdde dit lange uitblijven, hij was naarde slaapkamer van zijn oom gegaan en daar hij deze verlaten vond, tot de badkamer doorgedrongen. Daar had hij zijn oom buiten kennis in het bad aangetroffen. Met den chineeschen bediende had hij den bewustelooze uit het bad gedragen en op zijn bed gelegd en was daarop direct naar mij toe geijld. tk haastte mij mijn instrumententaschje te halen en ging toen fluks met Fallton mee. Wat ik direct gevreesd had. bleek waar. Sir James was niet bewusteloos, doch dood. Ik onderzocht hel lichaam van den ontslapene nauwkeurig, zonder eenig spoor te vinden van geweldpleging, waaraan ik
onmiddellijk dacht, omdat ik, als arts van den ontslapene, nooit iets had kunnen ontdekken, dat een dergelijken snellen dood deed verwachten. Het eenige wat hier mogelijk kon zijin, was een hersenver bloeding. Het feit, dat ik aarzelde om het ovcrlijdings-certifikaat te teekenen, werd spoedig bekend. De plaatselijke pers, die zoo'n bijzonder nieuwtje niet onbenut wilde laten, deed alle moeite om mij tot een verklaring te. nopen. Allerhande dwaze berichten (in 't Oosten is men zeer gauw geneigd tol fantaseeren ) circuleerden, doch ik mocht mij daardoor niei laten storen. 's Middags van denzelfden dag onderzocht ik voor allo zekerheid het bloed van den overledene en tot mijn verbazing en ontsteltenis ontdekte ik een verandering in de bloed-
OP EEN BELANGRIJK TRAJECT EEN MERKWAARDIGE VROUW Den 17 December 1857 werd in 's-Oravenhagc een kind geboren, Jat later een der meest bekende moderne nederiandsche schilderessen /ou worden, üeheel en al typisch nedcrlandsch was haar kunst echter niet. Wat zij maakte had een apart, men zou haast kunnen zeggen een buitenlandsch karakter. Suze Robertson stamde dan ook uit een schotsche familie. Het is opmerkelijk, hoezeer de schotten bij vele verschillen, tal van punten van overeenstemming met ons, nedcrlanders, hebben. Velen van ons voelen zich dan ook in Schotland beter thuis dan in Engeland. Doch met dat al vertoonen zij zeer geprononceerd hun eigen aard. En deze had Suze Robertson blijkbaar van haar voorouders in het bloed gekregen. Suze Robertson bezocht de haagschc academie en had 'als mede-scholieren Breitner en Willem de Zwart. Er bestond een vriendschapsband tusschen dit drietal en het is wel beweerd, dat dit in hun werk en zeker in dat van Suze Robertson merkbaar was. Suze wist de middelbare acte teekenen te verwerven en werd te Rotterdam als leerares aan de meisjes H. B. S. aangesteld, waar men haar en haar werk zeer apprecieerde. Ook in Amsterdam gaf zij les en volgde zelve aldaar de schilderklassc van de amsterdamsche academie. Doch ook hier kon zij niet slaafs volgen. Zij onderscheidde zich toen al reeds door haar eigen manier van schilderen. Nadat zij voor zich zelve de overtuiging gekregen had, dat zij als schilderes wat kon bereiken, besloot zij zich geheel aan haar kunst te wijden. Zij gaf haar lessen op en ging in den Haag wonen. Daar huwde zij met Richard Bisschop. Vele jaren lang miste men haar werk. Zij had zich een andere taak gekozen, die van moeder. Eerst toen haar dochter elf jaar was. begon
De kadal-sarai.
zij weer te schilderen. Het lag niet in Suze Robertson's aard om de dingen half te doen. Voor velen heeft het werk van mevr. Robertson iets vreemds, iets onbegrijpelijks. Het is geen makkelijke kunst, er ligt ook weinig vrouwelijks in haar ruige manier van de dingen op het doek te borstelen. Ook in haar keuze is geen
HET
WITTE
zweem van goedkoope romantiek. Toch wist zij het mysterieuze van het leven vast te leggen ook in .doeken, waarvan het onderwerp heel laag bij den grond, erg alledaagsch is. Suze Robertson hield van donkere diepe tinten, fel opgelicht door een enkele kleur van een sterk belicht voorwerp. Wij geven bij deze korte beschrijving eenige reproducties van haar werk, ontleend aan den catalogus der veiling van haar atelier, welke onder leiding van de firma Kleykamp te 's-Gravenhage plaats vond. Het hierbij afgebeelde portret is van den haagschen fotograaf Berssenbrugge. L.
HUIS
■
Zooals jullrie weten, heb ik jar^n geleden ook eenigen tijd in Engelsch-Indic vertoefd. Ik denk nog altijd met genoegen aan die dagen terug. Vooral aan mijm verblijf dn Madras, waar ik vele goede vrienden had. Bij deze aangename herinneringen mengt zich de droevige gedachte aan den dood van mijn vriend Sir James Shar. die toentertijd den verantwoor delijken post van secretaris van den gouverneur van Madras bekleedde. In zijm dagen was deze betrekking des te gewichtiger, omdat de toenmalige gouverneur langen tijd aan het ziekbed gekluisterd was geweest en, hoewel hersteld, buitenge woon veel waarde hechtte aam het verstand en inzicht van Sir James. Geheel Madras, zeker wij, Europeanen, schrokken dan ook zeer, toen wij het plotselinge bericht van zijm dood hoorden, welke wel onder buitengewone omstandigheden was ingetreden. Dat kan ik wel mede het beste beoordeelcn. Den avond voor zijn plotseling heengaan hadden wij met ons drieën, Sir James, diens neef Fallton en ik, whist met den blinde gespeeld. Verhoudingsgewijze vroeg waren de twee beeren bij mij weggegaan. Ik herinner mij1 nog goed de oorzaak. Sir James had zijn lorgnet laten vallicn en het ongeluk gehad een der glazen te breken. Daar hij heel erg bijziende was, kon hij zonder zijn pincc-nez niet verder spelen. Thuis gekomen, zoo vertelde zijn neef, had hij zich spoedig daarop in bed begeven. 'Den anderen morgen wcill ik vroeg door Fallton. dir yj.-cr geagiteerd was, gehaaid Il ij vertelde mij wat gebeurd uas. Zijn oom stond eiken mor-
■^
"■'
Door de vriendelijke bereidwilligheid van den depot-chef der Nederl. Spoorwegen te Leeuwarden, zijn wij in staat gesteld, eenige opnamen te maken van het veel-omvattend spoorwegbedrijf, dat ook voor en in het noorden van ons land van zoo groote beteekenis is. De eerste foto laat u zien de groote zware locomotief, die In gereedheid wordt gebracht voor het traject Zwolle—Arnhem—Nijmegen—Den Bosch— Roozendaal. In aansluiting hiermede staat de verbinding met Leeuwarden en Groningen en de beide provincies, waarvan deze steden de hoofdplaatsen zijn. De tweede foto geeft u een beeld van de machinistenkamer op de locomotief met de machinisten, die hun zwaar en verantwoordelijk beroep met de uiterste nauwgezetheid en stiptheid moeten betrachten, voor het veilig verkeer van het reizend publiek.
cellen, die zoo opmerkelijk \\a>, dat ik voelde, voor een raadsel te staan. Mijn overtuiging stond vast. hier kon van geen dood under normale omstandigheden gesproken worden. Onmiddellijk bezocht ik den commissaris van politie, dien ik mijn ervaringen mededeelde. Hij was een verstandig man, die begreep, van welke- be teekenis het was. bier een discreet en betrouwbaar onder zoek in te stellen. In Sir James' huishouding waren vijf personen. In de eerste plaats zijin neef Fallton. dan de huisknecht en dienvrouw, twee vertrouwde inlanders, de koetsier, een engelsrb man, die geen bepaald vlekke loos verleden had en verder een chineesche bediende, wiens taak het was. Sir James te be dienen. De man was betrek keiijk korten tijd in betrekking en Sir James had zich herhaal dvlijk over zijn optreden be klaagd, meer dan eens hem openlijk terechtgewezen. Ik sprak met den commissaris af, dat hij, met behulp van een zijner vertrouwde assistenten, zou trachten te ontdekken, of er eenige redenen konden zijn. welke een dier personen ver dacht konden maken. Door de agitatie van dit alle-, en niet het minst dfMir het verdriet over het plotselinge overliiden van een hooggeachten vriend, voelde ik mij erg ontstemd. Ik deed wat ik onder dergelijke omstandigheden toen der dagen placht te doen. Ik begaf mij naar het aquarium, dat met recht als een der bezienswaardigheden der stad werd geroemd. Op zeer gelukkige wijze is men erin geslaagd, in twee zeer groote tanks de wonder lijke dieren en planten van de diepzee bij elkaar te brengen. Het schouwspel, dat hier wordt geboden, was voor mij altijd van nieuwe en bijzondere attractie. Zoo'n aquarium, dat in directe verbinding met de zee staat, heeft niets van een dierentuin. Men ziet hier de dieren vrij in hun natuurlijk clement in de omgeving, waarin zij anders ook leven. Het geregeld bezoek aan het aqarium had mij geleerd, om de verschillende dieren te herkennen. Ik vond den kleinen roofzuchtigen sethakadai, den appukutti, die als een kleine onderzeeboot van een grappig periskoopje schijnt voorzien te zijn. Ik herkende ook de ver schillende zeesiangen, die giftiger zijn dan de reptielen op het land. Natuurlijk zocht ik ook naar de kadal-sarai, de giftigste van allen, wier beet in een o-ogenblik den dood veroorzaakt. Doch tevergeefs speurde ik naar haar opvallend kleed, nvt het zwart en gou-d. dat zoo mag nifiek is geteekend. Doch hoezeer ik ook keek. dit kleine, vreeselijke wonder i~
^
—^
vmn^
TTPS-'
■ —-
^^
WOETB^ILSINI^PSIHIOTS UUT IHüT INI©®^©!
^
&. Hf - *'- ; A ^ -
ÏT
^
^
.a. ft *S
Het instructleschip Prins Hendrik dat aan de Spaansche kade te Rotterdam ligplaats heeft genomen
Hoewel de meesle belangstelling zich concentreerde op den inlerland-wedslrijd Zwitserland—Nederland, die in een onverwachte 4 — 1 der onzen is geëindigd, waren de andere ontmoetingen die voor hel Noorden van belang waren, de kampioenswedslrijd Frisia—N.AC. 0—3 en den vriendschappelijke ontmoeting Be Quick —Blauw-Wil 0—1. Frisia werd op eigen veld met 3—0 geklopt. Hieruit blijkt wel dal de noordelijke kampioenen in hun zuidelijke broeders de meerderen moeten erkennen, daar in Breda mei 4—1 werd verloren. Uil de uilslag blijkt evenwel dat de Frisianen zich langzamerhand toch aan hel vluggere en technisch helere spel der andere dislrict-kampioenen weten aan Ie passen. Sporta won van Go Ahead in Devenler. De stand van de kampioenscompetilie luidt thans als volgt: 2.— 14—5 H.B.5. 4 4 0 8 1.60 13—4 N.A.C. 5 4 1 8 7—8 1.— 4 2 2 4 Sparta 15—15 0.67 GoAhead 6 2 4 4 4—21 0.00 5 0 5 0 Frisia In Sappemeei werd een prachtig sportpark geopend, met bekerwedstrijden tusschen Velocilas, H-S.C. en Veendam. De Groningers kloplen de nieuw gepromoveerden in een uur tijds mei 6—0 en in de finale sloeg Velocilas na verlenging Veendam mei 2—1. De fraaie zilveren beker werd definitief eigendom van Velocitaê-
A
Het Groot nederlandsche studenten congres dat te Leiden werd gehouden. Foto op den Burcht genomen.
Een serie opnamen van de wedstrijden op den riiswijkschen rliwieibaan
Opening van den rotterdamschen rliwieibaan Een overzicht van een der sprint-nummers.
■■■
Een onverwachte vertrasrins
/''/
Een verlies voor Alkmaar
Door een defect aan de machine moest de trein van Apeldoorn naar den Haag op de Veiuwe 2 uur wachten. De baanwachtersvrouw vergastte de wachtenden op een zeer geapprecieerd kop koffie.
Het bekend; hotel De Nachtegaal te Alkmaar zal afgebroken worden en voor magazijnen ingericht.
niet tc bomerken. Daarom roep ik een der zaalwachters. Hij helpt mij zoeken, overtuigd dal ik mij vergist moet hebben. Den vorigen dag had hij den kadal-sa.rai nog gezien, een der bezoekers had hem gevraagd of dit een giftige slang was. Maar ten slotte moet hij mij toegeven, dat de zwart-goude er niet is. Een collega, die speciaal op de andere tank let, wordt geroepen, ook in tank twee is de listlgaard niet te zien. Dat wekt verbazing. De directeur, die mi} kent. komt erbij. Hij weet maar één oplossing. Vermoedelijk is de moordenaar vermoord en de kadal-sarai door een der andere monsters verzwolgen. De directeur geeft mij de verzekering, dat hij zich beijveren zal om een ander exemplaar te krijgen. Het bezoek aan het aquarium heeft zijn werking niet gemist. Ik voelde mij afgeleid en weer rustig. Toch ben ik nieuwsgierig naar de bevindingen van mijn vriend den commissaris. Hij heeft niet stilgezeten. Doch de oogst is niet bijzonder bevredigend. Er is tegen Fallton niets bezwarends gevonden. Tusschen oom en neef heerschte de grootst mogelijke vriendschap en bovendien, Fallton had alk
Hij toonde ons een soort schaar, een friseertang in het groot. Nauwelijks had ik het voorwerp gezien, of een gedachte flitste mij door het hoofd. Ga onmiddellijk mee, riep ik den assistent toe, deze begreep mij niet, doch gehoorzaamde als het ware ondanks zichzelf. Buiten gekomen, rende ik meer dan ik liep, de assistent had moeite mij te, volgen. Bij 't huis van Sir James gekomen, matigde ik mijn gang. Breng mij onmiddellijk naar het vertrek van den chinees en wees op alles voorbereid, beval ik. Daar gekomen opende ik zonder aarzelen de deur. Li-Chu stond aangekleed, blijkbaar gereed om weg te gaan. Er kwam een angstige trek op zijn gelaat toen hij mij met den politiedienaar zag, doch direct herstelde hij zich weer. De politicdienaar vroeg, waar hij dacht heen te gaan. En terwijl zij beiden met elkaar spraken, zocht ik tusschen de kisten die gepakt stonden. Plotseling ontsnapte mij een kreet. Boei hem. De chinees trachtte den politieman voor te zijn, doch deze sloeg behendig den scherpen dolk uit de hand die naar hem opgeheven werd. Een oogenblik later waren die han-
redenen om op het lange leven van zijn oom te hopen, daar deze hem tot voorspraak was. De beide ihlandsche bedienden blijken eenvoudige, betrouwbare menschen. De engelsche dienaar kon zijn alibi bewijzen, hij was den dag tevoren met verlof weggegaan en kon aantoonen waar hij geweest was. Tegen den chinees was evenmin een aanneembare aanwijzing te geven, dat hij zich aan een misdaad had schuldig gemaakt. Het ecnige wat gezegd kon worden is, dat hij, nadat Sir James hem voor ecnige dagen ten aanhoore der andere bedienden een ernstige reprimande had gegeven, leelijkc wraakwoorden had geuit. Doch, m. i. terecht, meende de commissaris, dat dit geen oorzaak mocht en kon zijn om den man in hechtenis te nemen. Hebt gij het huis laten doorzoeken ? Ja. Met eenig resultaat ? Tot nu toe nog niet. Ternauwernood had hij deze verklaring gegeven, of een van zijn assistenten vroeg om binnen tc mogen komen. Ik heb het huis doorzocht en na tevergeefs gespeurd te hebben, vond ik in de badkamer achter het bad dit voorwerp, rapporteerde hij.
den beiden heel stevig geboeid. Wat ik gezien had ? Op den grond lag als een levenlooze rol inéén gekronkeld het lichaam van de goud-zwarte zeeslang, de kadal-sarai.
Blauw-Wlt contra Be-Quick Spelkiek van de match te Groningen.
Ter terechtzitting viel Li-Chu door de mand. Uit wraak had hij 's avonds uit het aquarium 't gevaarlijke reptiel gestolen, waarbij hij de tang had gebruikt. Hij had het bad van zijn meester gevuld en daarin de slang gelegd. Sir James, die, door het breken van zijn bril, niet in staat was het monster in het water te bemerken, was, in het bad stappend, als het ware zijn noodlot tegemoet getreden. De eenige troost, die wij, zijn vrienden, hadden, was, dat zijn doodsstrijd slechts héél kort heeft kunnen zijn. De beet van de kadal-sarai werkt als een electrische straal.
üüü.
Frisia contra N.A.C. te Leeuwarden De keeper van Frisia in actie.
Veldloop van Sportlust te Enschedé
De chinees werd ter dood veroordeeld. En hoewel dit een geval was, waarbij de wraakzuchtige bruut ten volle zijn vonnis had verdiend, hoop ik, zoo eindigde DT. Wilson, toch nooit meer genoodzaakt te ziijn om een evenmensch tot de galg te brengen.
_^^_____^^_
i ^-m * ■ »
Veldloop ter gelegenheid van het 5-iarlg bestaan der Zwaluwen te s-Qravenhaae
•-
Korfbalmatch te Amsterdam Westerkwartier Amsterdam contra E.C.KA. Arnhem
wm.
'
„o—-~~~§,
o o o ••^^^^»
^
—-_y__—^—
> .'
NAPPIE FUIFT Eerbiedig opgedragen aan een van Nederland's grootste kunstenaars, ter gelegenheid van diens 40-jarige fooneeltbopbaan.
Je moet maar geluk hebben. Hoe ik je ooit heb kunnen 'trouwen ? Ik ben veel te dom geweest, riep hij vol vertwijfeling udt. Ja, aoi ze sarcastisch en kalm, de dommen hebben mu eenmaal "t geluk, zooals 't spreekwoord zegt. Gelukkig. Jantje is met z'n ouders op reis geweest en de coupé waarin ze zaten was warmgeloopen. Ze moesten overstappen en een anderen wagen opzoeken. Jan vindt dat natuurlijk erg interessant en informeert thuisgekomen bij z'n vriendje Piet of hij ook wel ereis in bet spoor heeft gezeten. Ja zegt Piet, zeker, dat heb ik. En, vervolgt Jan, heb je ook wel creis een ongelukje op reis gehad. Ja, zegt Piet heel zachtjes, dat heb ik wel.... maar ze hebben 't gelukkig heelemaal niet gemerkt. Vreeselijk. Zij schrok .... Een heftige bliksemstraal had het firmament doorkliefd. Alle kleur was van haar gezicht geweken. Na den donderslag volgde een heftige regenbui. De druppels sloegen haar in 't gezicht. En de kleur, die zoo net nog haar wangen sierde, week .... op den witten kraag van heur nieuwe voorjaarsblouse, welke d'r heelemaal door bedorven werd. Moderne sprookjes. D'r was ereis een tooncelspeelster die op haar zilveren jubileum werkelijk 25 jaar aan het tooneel verbomden was, maar.... waar het gebeurd is, kuninen wij u niet zeggen. Dr zat waarheid in. Het geval kwam voor den kantonrechter. Het zat zoo, de huurder van den kelder had z'n boel onder water zien loopen door een lek in de waterleiding van de bovenburen. Niet alleen dat alles nat was geworden, maar d'r waren ook drie kippen, die hij in .den kelder hield, verdronken. Ben je bij den bovenbuur wezen klagen, vroeg z'n edelachtbare. Ja zeker, m'nheer de kantonrechter. Maar die heeft gezegd, dat ik maar eenden had moeten houden I Haar opvatting. Zusje was er bij als vader eiken morgen met z'n gillctte het haar van zijn wangen wist af.te krijgen. En op een dag was er visite. Een mijnheer met een hoofd zoo kaal als een biljartbal. Moesje, vroeg de kleine zus,
Een figuur in de historie, Waarvan men nog heden spreekt, En waarvan de roem en glorie In geen duizend jaar verbleekt. Heerscher over vele landen. Waar hij kwam, zag, overwon. Was de Corsicaansche Ceasar, Bijgenaamd Napoleon. Een figuur in de bistorie, Waarom heel ons oud geslacht. Plus de jong're generatie Giert en gilt en brult en lacht. Heerscher over vele harten Waar hij kwam, zag. overwon. Is de Ceasar der komieken, Nappie, Nap, Napoleon. Nappie fuift, want veertig jaren
Nappie, blijf nog lang regeeren
In cle wereld van vermaak Vervult Nappie onverwoestbaar Zijn lachkramp-verwekkers taak.
Als dictator van de pret. Zoolang levers moeten schudden
Een artist van groote gaven Een die strijdt; die schept en [peinst.
Bloemen, speeches, enveloppen.
Wordt Vorst Nap niet afgezet. Toch schuilt achter 't lachend masker Laat ons toch een beetje lachen. Heb geen zorgen voor de rest. Dat de wereld tegengrijnst. Die het laatst lacht, lacht 't best. CHEF VAN DIJK. -Q
BOlTBNLANOSCeB HOMOR
Onder vriendinnen
De mode ....en kind als |e braaf blijft oppassen dan mag je als |e grooter bent ook korte haren en korte rokken draqen, {Simpïiclssimus)
Haar opvatting O mevrouw, hoe komt u er toe om uw haar te laten afknippen. Ik vind nog altijd het haar het schoonste sieraad der vrouw!
Lieve Emmy, ik heb daar net iets vreeselijks over je hooren vertellen. Ik dacht het wol.Je zag er zoo vroolijk uit. ^i.d.Rouy-
Bescheiden Hij: In mijn heele leven heb ik maar tweewerkelijkcharmante vrouwen ontmoet. Zij: Wie was de andere?
■
;
, .
—
.
■
,:,?
,.
■IP^MBÄ.
kamt die mijnheer zich eiken morgen met een scheermes ?
DRAMA'S VAN MET LEVEM
Een zegen. Die draadlooze telefonie is een zegen, zei Janssen. Hoe zoo, vroeg Pietersen. Je kunt er tenminste geen kruiswoordraadsel mee opgeven. Goeie raad. Pim: Als je geld wilt lieenen, Wim, doe het dan van een pessimist. Wim: Waarom juist van een pessimist. Pim: Och die verwacht niet dat je 't hem terug zult betalen. Toppunt van liefde. Hij: Voel je je niet ellendig, wanneer we niet bij elkaar zijn. Zij: O lieveling, ik ben dan juist gelukkig, omdat ik weet noe ellendig jij bent, omdat ik niet bij je ben.
"HOE IKMüM KIND GEDO^IPHEB
en ongemerkt zeggen ze veel meer dan men bij den aanvang er van vermoeden zou. Ook verschillende romans schreef hij, o.a.: „La grande amie", een werk, dat bekrooad werd door de Académie fran9aise, maar voor alles moet men steeds denken aan zijn roman „Comment j'ai tué mon enfant", een boek, dat dóór zijn opzet en strekking op ieder publiek inwerkte en algemeen populair werd. En dit werk, dat zijn succes dankt aan de groote, ware menschelijkheid van verhaal, heeft Pierre l'Ermite laten verfilmen, nadat hij zelf het scenario er van had gekeurd en er zoo mee
D'r schoot niets over. De portier bracht de rijke, maar vreeselijk krenterige gast tot aan de deur van zijn auto. De lucht is erg bewolkt vandaag, zei de man met z'n vriendelijkste lachtje. Waarop de gierige rijkaard vcelbeteekenend antwoordde: 't Kan wel zijn. Maar d'r komt vandaag toch niks los, hoor! 't Kwam uit z'n hart. De jongens speelden voetbal terzijde van de straat. De bal vloog over den weg, net kwam er eon auto aan, bestuurd door een dame. Ze wierp het wiel om en wist te voorkomen, dat de bal stuk gereden werd. Mevrouw, je bent een „mijnheer", dat moet ik zeggen, riep de dankbare captain. Nooit te voldoen! Een marktverkooper ventte briefkaarten. Geachte dames en beeren, zoo begon hij zijn toespraak vanaf z'n „hoog standpunt", we zullen u deze weck iets presenteeren, dat nog nooit daar geweest is. Hier heb ik een enveloppe met 25 kaarten. Hiervoor betaalt u in eiken winkel in de stad 5 cent per stuk of de wel een gulden en vijf en twintig centen. Ik vraag u hiervoor niet een gulden, vijf en twintig, geen gulden, geen negentig, tachtig, zeventig, zestig, vijftig cents, doch de somma van een kwartje of slechts vijf en twintig cents. Wie koopt het eerste pakje... Niemand bewoog zich. Wat, riep de koopman vol verontwaardiging. Deze prachtige kaarten zijn geen kwartje waard. Nou vooruit dan, geen vijf en twintig, geen twintiig, maar vijftien ets, of dewel drie stuivers. Wat, nog niemand. Hebben jullie dan geen geld ? We laten ons door jou niet bij den neus nemen, koopman, klonk een stem uk de voorste rijen, we hebben wel gezien, dat er postzegels op zitten....
—
'JJM
fï
f/
Er zijn van dié namen, die als ze in de wereldwaar-men-zich-vermaakt worden genoemd, niet zoo erg opvallen, omdat men deze er allerminst verwacht, daar ze zijn van menschen, die tot nu loe stonden buiten het directe contact met de film. wier samengaan er mee men vaak zoo gauw niet vermoeden zou. Maar.... gaat men dan na, wie ze zijn in het groote algemeene leven, te sterker is dan gewoonlijk de verbazing en voldoening. Zoo ook de naam van Pierre l'Ermite, een naam, die een ieder ook maar eenigszins op de hoogte met algemeene pers en dagbladen, de figuur voorroept van een van Frankrijk's grootste en meest populaire journalisten, een naam, die bij katholieken en zeer sterk ook bij niet-katholieken sedert jaren en jaren bekend is om zijn waarmenschelijke artikelen in „La Croix". Dat ook hij zich voor de film interesseerde, is dus zeer zeker een aanwinst, zoowel om zijn naam, die zooveel garandeert als wel om het buitengewone, dat hij als uitstekend menschenkennend journalist geregeld publiceert. Een van die menschen is hij, die nu eenmaal niets anders dan iets buitengewoons presteeren kunnen. Pierre l'Ermite (Peter de kluizenaar) is het pseudoniem van den geestelijke Loutil uit Parijs, een schrijver en gelijktijdig kunstenaar. Zijn novellen, zijn schetsen en samenspraken, die lederen Zondag in „La Croix" verschijnen, zijn voor het grootste deel later in bundels verschenen onder pakkende en tot lezen noodende titels. Ze hebben het luchthartige, het fijne naieve en ook dikwijls de dartele vroolijkheid van middeleeuwsche vertellingen; het is de speciale kracht en roem van hun schrijver
^vi^l ""
^\ •
hhi m ■ ■■ -NJ
WJ *■ J^ ^^^^
TH
ra Kr^ I 4£-
Hbjv "^fci ^A*.
^^V
L ^k^^^ü
"^^^^
P^^
'jiNüsr
^^IBé
V^TIL^-
■
i
■
^
^
III fMri H
1
il Bi
IS" 1
^KT
11
ingenomen was, dat hij ook practisch heeft medegewerkt aan de vervaardiging van de film, die hier te lande door den heer Ed Pelster, directeur van Emelka te Amsterdam, zal worden geïntroduceerd. Zij, die Pierre l'Ermite's werk hebben gelezen zullen zich de vraag hebben gesteld, hoe daarvan een film zou kunnen worden vervaardigd. Hoofdzaak is de zielestrijd van een jongmensch dat priester wil worden maar niet krachtig genoeg is om voor zichzelf een beslissing te nemen als zich voor hem de strijd voordoet: 't volgen van zijn roeping of gevolg geven aan z'n liefdesgevoelens voor een charmant meisje uit z'n omgeving. In dien strijd zegevieren z'n moeder en oom, die de beslissing in den laatsten zin verlangen.
Men zou kunnen zeggen, dat Franschen hier zijn gaan experimenteeren en inderdaad hebben ze dit met succes gedaan. Ieder die straks de film zal zien, zal willen toegeven, dat we met „Hoe ik mijn kind gedood heb" een kunstwerk rijker zijn geworden. Het is gebleken dat 't mogelijk is om een zielestrijd voor de film uit te beelden, wat men tot nu toe alleen weggelegd achtte voor het tooneel. Hier is is inderdaad een bewonderenswaardige creatie gegeven van dien jongen, den jonge man, die op hevige wijze aan dien strijd ten prooi is. Daarmee hebben we al dadelijk de quintessens te pakken: deze film is er eene, die vooral bij het kunstzinnig ontwikkelde publiek waardeering zal vinden. Ze zal weer nieuwe categorieën bezoekers kweeken. We denken nu nog niet aan de speciale propaganda die hier kon worden gemaakt onder de katholieken. Want de strekking is niet alleen een katholieke, men kan die veel algemeener nemen, 't Is eigenlijk de kamp tusschen roeping en gevoel, zooals zoovelen die in hun leven kennen. Maar voor katholieken heeft dit werk meer beteekenis, omdat wordt uitgebeeld hoe iemand zich in het leven niet op z'n plaats gevoelt doordien hij z'n roeping van priester niet gevolgd is. „Hoe ik mijn kind gedood heb" is geen film, die opvalt door geweldige massa-scènes, door allerlei dingen, die gewoonlijk worden benut om een film aantrekkelijk te maken, 't Is een subtiel werk, dat stellig die waardeering zal erlangen, waarop het recht heeft. Het BelgischefiImweekbIad,,LeCinema Beige" heeft een interview gegeven'met Pierre l'Ermite. De geliefde geestelijke vertelde bij dat onder-
mm
■
IK ZAL VERGELDEN
houd, dat hij bij al de opnamen te Noirmoutiers en te Saint-Laurent-du Var aanwezig is geweest. Het is mij daardoor mogelijk geweest, zeide hij, advies te geven voor sommige scènes, die op twee manieren uitgelegd zouden kunnen worden. En. ... ik heb tevens mijn debuut gemaakt als filmacteur, geheel bij toeval. Wij hadden een artist noodig om de roi van den priester te vervullen, die de biecht van de vrouw ontvangt, welke hem komt vertellen, dat zij haar kind heeft gedood met voorbedachten rade, terwijl zij absoluut wist wat er gebeurde. Gij weet, dat de rol van een priester altijd heel moeilijk is te vervullen op het witte doek. Op een keer speelde ik deze scène voor, aanduidende hoe het moest worden als de artist geëngageerd was. Onze regisseur was er bij tegenwoordig en zeide tot me; „Maar dat is juist wat het zijn moet." En hij engageerde mij voor de nog te bszetten rol. Zonder eenige aarzeling nam ik het aanbod aan, omdat ik in staat ben weer te geven hoe men een dergelijke vreeselijke en onverwachte biecht, als ik in deze film heb af te nemen, moet ontvangen. Natuurlijk zullen er menschen zijn, die uitroepen: „Watl Een priester heeft het gewaagd in een film op te treden." Maar ik zal hun antwoorden, dat ik een illusteren voorganger heb gehad in Zijne Eminentie kardinaal
Naar het Engelsch van Baronesse d'Orczy.
Dubois, die op zich nam te figureeren in een film, die ,,De tragedie van Lourdes" heet. Ik kan zonder onderscheid de artisten, die de hoofdrollen bij mijn werk vertolkt hebben, prijzen; zij hebben met bewonderenswaardige toewijding en getuigenis gespeeld. Om u een denkbeeld ervan te geven hoe ieder wel in zijn rol was, zal ik u het volgende te vertellen: Op zekeren keer stond in het patronaatsgebouw Georges de Lannes, de talentvolle acteur, die een priesterrol op zich genomen had, te praten met Max de Rieux, die voor Dominique, den held van de film, speelt. Ik naderde hen met een van mijn collega's. Deze kon een gebaar van verwondering niet onderdrukken. ,.Maar wie is die priester, dien ik niet ken ?" vroeg hij. Ik stelde hem voor aan Georges de Lannes en antwoordde: „Het is een filmartist" en verbaasd riep hij uit: „Mijnheer, gij draagt de soutane op een wijze, dat ik u voor een collega had gehouden; en toch is de dracht van het priesterkleed heel moeilijk voor een leek!'1
De R 33 losgebroken Het groote engelsche iuchtschip, dat van den mast is weggeslagen en door den storm weggedreven werd. Het schip kwam ten slotte behouden terug.
Moeder met zeven kinderen Een mooi stel hollandsche konijnen, dat op de tentoonstelling te Bussum den eersten prijs kreeg.
Déroulédc, iemand uit een rijke burgerfamilie, heeft in een der adellijke clubs een woordenwisseling gekregen met den jongen hertog de Marny. Tegen lijn zin is hieruit een duel ontstaan. Déroulèdc weet zijn tegenstander te ontwapenen. Doch de jonge man. verhit van den wijn, eischt dat hij excuus zal vragen. Tevergeefs trachten zijn vrienden hem tegen te houden. Opnieuw worden de degens gekruist. De jonge man stort zich als het ware in Déroulède's wapen en sterft. Men brengt het lijk naar den ouden hertog de Marny. die verlamd, alleen met zijn dochtertje leeft. Hij geeft last hem in zijn statiegewaad te steken. Zoo wil hij naar zijn zoons doodsbed gaan. Daar laat hij Juliette bij zich komen om van haar den eed te vorderen dat zij haar broer zal wreken. Het meisje aarzelt eerst, doch dan. door een heiligen ijver bevangen, belooft zij haar vader plechtig Dtroulede te zullen vervolgen, dooden of schade te doen! De revolutie is uitgebroken met al haar gruwelen. Dêroulède woont met zijn familie in een volkswijk. Hij interesseert zich voor de belangen van het volk. Op een zekeren dag dringt Juliette door tot de straat waar Diroulede woont. Als het gepeupel haar te lijf wit. neemt Dêroulède haar in bescherming. Van hem kan het volk alles velen. In het huis van Dêroulède vinden Juliette de Marny en haar oude dienstbode Petronelle bescherming. Zoo is zij dicht bij hem op wien zij zich volgens haar eed moet wreken. Déroulède's mismaakt pleegzusjc Anna-Marie wantrouwt Juliette de Marny. Deze maakte een uitstapje in het bosch van Suresncs. Dêroulède. ongerust, gaat haar tegemoet en vertelt haar. dat hii Gouverneur vande Conciergerie is geworden om de koningin, die daar gevangen zit te kunnen redden. 'Dêroulède krijgt bezoek van Sir Percy Blakeney. den zonderlingen Ëngelschman. die onder den naam van de Roode Pimpernel zoovelen gered heeft uit de klauwen der revotutionnatreo. Hij tracht Dêroulède te weerhouden van zijn plannen in verband met de Koningin. Deze stelt hem Jonkvrouw de Marny voor. Sir Blakeney heeft een ernstig onderhoud met Dêroulède, die hem vertelt, dat hij een groote liefde voor Mile de Marny heeft. Blakeney ziet hierin een gevaar, doch Dêroulède tracht dit te weerleggen. De ëngelschman raadt hem echter aan zijn papieren goed op te bergen. Anne Marie, het mismaakte pleegzusje van Dêroulède. vertelt Blakeney hoc zij Mile de Marny verdenkt. Zij kan echter geen positieve bewijzen brengen. In we;kelijkheld heeft zij met haar vrouwelijk instinct het juist gezien. Juliette de Marny voelt zich door haar eed gedwongen Dêroulède ten vat te brengen en zij klaagt hem dan ook anoniem in een brief aan den Nationalen Raad aan. Zwaar drukt deze daad op haar. Des te sterker, omdat Dêroulède haar op de meest voorkomende wijze blijft behandelen.
„Gelooft gij aan de toekomst der film?" werd Pierre l'Ermite gevraagd, waarop hij zich als volgt uitte: „Of ik geloof aan de toekomst van de film? Maar hoe zou ik er niet aan kunnen gelooven, nu de filmindustrie reeds de derde industrie van de wereld is? Ik ben er van overtuigd, dat de film de algemeene taal zal worden. Alle goede schrijvers zullen hun boeken, zoodra zij uitkomen, op het witte doek zien gebracht; zij zullen de personen, die hun verbeelding geschapen heeft, in levenden lijve aanschouwen." En verder: „Ik geloof, dat de tijd voorbij is, waarin de cinema niets anders was dan een verstrooiing voor den minderen man. Hetzelfde is het geval met' de films van het genre, waarin Toto Tata beminde, die niet Toto maar Titi liefhad De film is thans op een soort plateau aangekomen, waar zij eenigen tijd zal blijven vertoeven en krachten verzamelen alvorens zich te verheffen naar het ideaal van schoonheid, dat men met recht van haar mag verwachten".
Eindelijk gelukte liet haar te spreken en op een doffen loon mompekk" ze: „Gaat ge langen tijd op reis, BurgerAfgevaardigde ?" „,In deze tijden kan elk afscheid voor altijd zijn, mademoiselle. Maar ik ga nu ' voor een maand naar de Conciergerie, om de ongelukkige gevangene daar te bewaken." „Voor een maand!" riep ze werktudgelijk uit. „O, ja zeker!" zei hij glimlachend. „Onze tegenwoordige regeering is bang dat Marie Antoinette, beproeven zal, eiken luitenantgouverneur te bekoren, als hij maar lang gfnoeg bij haar blijft, daarom wordt elkt maand een ander aangesteld. Ik zal er de volgende Vendémiaire zijn en hoop terug te zijn voor de nachtevening, maar — wie kan er iets van zeggen "'" „In elk geval zal het afscheid, dat ik nu van u neem. voor langen tijd zijn, Burger Déroulèdc." „Een maand zal mij een eeuw toeschijnen, als ik ze door moet brengen zonder y te zien", zei hij ernstig „maar..." Hij keek haar lang en onderzoekend aan. Hij begreep haar stemming niet, zoo vreemd leek ze. heclemaal niet meer kinderlijk- luchthartig, zoeals ze de laatste weken geweest was en waardoor het oude, sombere huis hem zoo vroolijk had toegeschenen. „Maar ik zou niet durven hopen", stamelde hij, „dat u om.een gelijke reden deze maand zoo lang zal vallen." Ze werd bij deze woorden iets bleeker dan ze reeds was en haar ongen zagen de kamer door, zooals de verschrikte oogen van een in de val gelokt haasje. Ten laatste sprak ze: „Gij verstaat me verkeerd, Burger Dêroulède. Gij allen zijt y.00 vriendelijk geweest, maar Petronelle en ik, wij kunnen niet langer van uwe gastvrijheid gebruik maken. In Engeland wonen onze vrienden en hier hebben wij heel veel vijanden...." „Ik weet dat", viel hij haar kalm in de rede, „het zou schandelijke zelfzucht van mij zijn, u maar een oogenblik langer hier
3an Fabrlclus 3r. getrouwd Wij zien het jonge echtpaar voor de ouderlijke woning, waar vol opgewektheid de karakteristieke kop van „vader Jan' verschijnt. Het jeugdige echtpaar vertrok naar Egypte.
..
te houden dan noodig is. Ik ben bang, dat mijn dak thans niet langer een goede schuilplaats voor u biedt, maar wilt u mij veroorloven alle maatregelen voor uwe veiligheid te nemen, zooals ik dat ook doe voor mijn moeder en vt)or Anne Mie ? Mijn Engelsche vriend. Sir Percy Blakeney, heeft een jacht gereed liggen aan de kust van Normandië. Hij zal u veilig aan boord daarvan brengen, dat heeft hij me beloofd en ik vertrouw hem als mijzelf. Voor de reis door Frankrijk is mijn naam voldoende om u vrij te laten passeeren; en als u het goedvindt, zullen mijn moeder en Anne Mie mèt u reizen. Daarna —." „Ik bid u, houdt op, Burger Dêroulède", viel zij hem opgewonden in de rede. „U moet het mij vergeven, maar ik kan u niet toestaan, eenige maatregelen voor miji te treffen. Petronelle en ik zullen ons zelf moeten helpen. U moet uw lijd alleen besteden aan. degenen, die daar aanspraak op kunnen maken, terwijl ik — —." „Ge zijt onaardig, mademoiselle, er is geen kwestie van aanspraak." „En ge hebt het recht niet, te denken " vervolgde ze. steeds opgewondenex, terwijl ze haar hand, die hij trachtte te grijpen, haastig terugtrok. „O vergeef me", viel hij haar in de rede, „maar nu begrijpt ge mij verkeerd. 'Ik heb liet recht aan u en over u te denken — het onbetwistbare recht, mij verleend door mijn groote liefde voor u." „Burger-Afgevaardigde!" „Neen, Juliette, ik weet dat 't misschien dwaas en onbeschaamd van mij is; ik ken den trots van uw stand en van uwe partijgenooten en ook wert ik hoezeer gij den aanh'aniger van het ruwe volk van Frankrijk verafschuwt. Ik heb u toch niet gevraagd om wederliefde; daarvan zou ik niet durven droomen. Alleen weet ik. Juliette, dat gij voor mij1 zijt als een engel, zoo hemelsch, zoo lieflijk en misschien zoo onbereikbaar. En toch, wetende hoc- dwaas het is, ben ik trotsch op mijn liefde voor u, en zon ik u niet gaarne uit mijn leven .zien gaan. zonder u gezegd te hebben, dat ze ieder uur van de laatste weken voor mij: tot een paradijs maakte, mijn liefde voor u,
Juliette." Hij sprak met een diepe, uitdrukkingsvolle stem. op zachten, overredenden toon, zooals ze van hein gehoord had, toen hij voor de arme Charlotte Corday pleitte. Doch ny pleitte hij niet voor zichzelf, niet voor zijn eigen zelizui htigen wensch of voor zijn eigen geluk; alk-en voor zijn liefde pleitte hij. dat zij het zou weten en in haar hart medelijden met hem zou hebben en hem zou toestaan, baar met alles te helpen. Hij zei een oogenblik niets meer; hij had tear hand genomen, die ze nu niet langer terugtrok, want ze vond het heerlijk zijn sterke hand om haar bevende vingers te voelen. Hij drukte zijn lippen op haar hand, op de zachte palm en het teere, gewicht en zijn kussen gaven uiting aan zijn vurigen hartstocht, dien hij uit eerbied voor haar in bedwang hield. Zij trachtte zich los te rukken, maar hij wilde haar niet laten gaan. „Ga r.u nog niet heen, Juliette", smeekte hij. „Denk eens aan, mogelijk zie ik je nooit weer ; maar als je ver weg bent temidden — misschien in Engeland van je familie en kennissen, denk dan nog eens in vriendschap aan hem, die je ZJOO' innig liefheeft." Zij had, als dat kon, graag het kloppen van haar hart gestild, haar hart, dat ten laatste tot hem uitging met al de hartstochtelijke innigheid van haar groote. verborgen liefde voor hem. Elk woord, dat hij sprak, vond weerklank in haar ziel
en zij trachtte zijn smeeken niet te hoeren, noch zijn donker hoofd te zien, dat hij in aanbidding over haar heen boog. Zr trachtte zijn tegenwoordigheid te vergeten/ er niet aan te denken, dat hij bij haai was — hij, de man, dien zij verraden had, om haar wraak te volvoeren; de man, dien zij meende te moeten haten, maai van wien ze nu wist. dat ze hem meeia liefhad clan haar leven, meer dan haai.1 ziel, dan haar tradities, dan haar eed. Nu deed ze al het mogelijke, om zich' het beeld van haar broeder voor den geest te: roepen, toen hij dood werd thuisge-jbracht en van haar vader, die door dat', groote verdriet geheel weggekwijnd Zij trachtte aan God's wrekende hanè te denken, die haar den weg had gewezeffl om haar eed te volbrengen en riep Heial aan, om haar bij te staan in haar vreese-lijken ziielestrijd. En eindelijk sprak God tot haar; va uit dien hemel, die geen genade ;eken(}; had, kwam Zijn stem nu tot haar helder: eerbiedwekkend, onverbiddelijk: „Mij komt de wraak toe! Ik vergelden!"'
i
HOOFDSTUK XII. liet zwaard van Darnoclcs! „In naam der Republiek!" Verdiept in zijn gedachten, zijn droomen, zijn tegenwoordig geluk, had Dêroulède de laatste seconden niet gehoord, wat ei in huis voorviel. In het eerst leek het Anne Miie, die nog steeds onder het werken haar droevig liedje zong, niets vreemd toe, dat er zóo hard aan de voordeur gebeld werd. Zij trok haar mouwen weer over de magere armen, streek haar keukensehort glad cn: ging daarna kijki-n wie de bezoeker zijn zou. Zoo gauw ze de deur geopend had, begreep ze. Er stonden vijf mannen voor haar, waarsan er vier de uniform van de Nationale Garde droegen en de vijfde de driekleurige .ijerp van de Conventie. Deze laatste scheen aan het hoofd van hen te slaan en hij slapte onmiddellijk dn gang binnen, gevolgd door zijn vier metgezellen, die op een teeken van hem, Anne Mie weerhielden om naar de kamer van Déroulèdc te snellen en hem te waarschuwen voor het komend gevaar. Ze twijfelde er geen oogenblik aan, dat het een ernstig, doodelijk gevaar zou zijn. Al zou haar instinct het haar niet gezegd hebben, dan zo'i zij het toch geraden hebben. Eén blik- op die vijf mannen was reeds voldoende: hun houding, hun kortei bevelen, hun air van gezag; alles deed haar het doel van hun bezoek begrijpen: een huiszoeking in de woning van BurgerDcroulède. Merlin's Wet tegen de verdachten was in volle werking en nu had iemand den Burger-Afgevaardigde Déroulèdc bij het Comité van Publieke Veiligheid verdacht gemaakt en zou hij zeker eveneens naar de guillotine gebracht worden. Aln ze gedurfd had, had ze geschreeuwd, maar haar instinet waarschuwde haar. zich daardoor niet te verraden. Ze begreep, dat Paul Déroulèdc zelf van haar zou verwachten, dat ze kalm en bedaard bleef. De voorste man — met de driekleurige sjerp om — was reeds de gang overge deur der stoken en stond nu voor studeerkamer. Het was door zijn bevel, dat Dêroulède uit zijn droom ontwaakte: ,,In naam der republiek!" Déroulèdc hield nog even het handje vast, dat hij een oogenblik te voren met kussen bedekt had. Hij bracht het no,
^^^^^^^^^^M
.,'! ':,
Edith von Schrenck ernstig ongesteld Harriet van Enden de gevierde amcnlcaansch-nederiandschc zangeres, zal. onder leiding van het Concertoureau Ernst Krauss een tournee door Europa ondernemen en ook ons land bezoeken.
„De kleine Apostel" Hierboven geven wij een foto van de première van .De kleine Apostel', dramatisch verhaal van Jhr. van Riemsdijk, met Mevr. Ester de Boer van Rijk ais gast, opgevoerd in de Stadsschouwburg te Amsterdam.
De gevierde russische danseres Edith von Schrenck. wier tweede tournee (Maart) wegens een zwaren griepaanval moest worden uitgesteld, heeft op aandringen van hare dokters, ook de tournee door Nederland moeten afzeggen.
Een sympathiek man Tylda en Lee zijn in ons land lang geen onbekenden. In onze eerste cabarets zijn ze herhaaldelijk opgetreden en dezen zo. mer zalScheveningen weerde eer genieten het tweetal te herbergen.
Leo Schutzendorff de banton van de Berlijnsche staatsopera gaf umlci leiding van den heer Ernst Krauss ccnige concerten hier te lande.
Oresdensche Strijkkwartet Dit beroemde strijkkwartet maakt onder leiding van den heer Ernst Krauss een tournee door ons land.
Wij brengen hier gaarne het portret van den heer Arnold Spoel, die op 1 Mei zijn 40-jang jubileum als leeraar aan het Kon. Conservatorium te 's-Gravenhage hoopt te herdenken.
De Bond-street Parade Een der scenes uit de operette The Bamboula in His Majesty's Theatre te Londen in welk stuk onze landgenoote Beppie de Vries met zeer veel succes optreedt. _^__
eens heel zacht naar zijn lippen, talmend bij deze laatste tcedere licfkoozing, als was het een afscheid voor eeuwig; toen richtte hij zijn breede, goed gevormde gestalte op en ging naar. de deur. Hij zag heel bleek, maar nóch vrees, nóch verbazing was in zijn ernstige, diepliggende oogen te bespeuren. Zij schenen nog steeds in de verte te turen naar een hemehch visioen. ,,In naam der republiek!" Nog éénmaal, voor den derden kier — volgens de gewoonte — weerklonken ehe woorden helder en duidelijk. In dat korte oogenblik, dat die vijf woorden gesproken werden, richtten Déroulède's öogen zich vluchtig naar de zware brievenmap, die zijn veroordecling inhield en een krankzinnige gedachte — een zuiver dierlijk verlangen om aan het gevaar te ontkomen — kwam in hem op. De plannen voor de ontsnapping van Marie-Antoinette, de verschillende paspoorten voor alle mogelijke vermommingen der arme koningin, al deze papieren waren" voldoende bewijs voor zijn verraad tegen de republiek. Reeds hoorde hij 'de aanklacht tegen hem, en zag hij het volk van Parijs een wilden dans uitvoeren rond de kar, die hem naar het schavot zou brengen; hij kon hun kreten en verwenschingen hooren en voelde de beleedigingen, die men hem naar het hoofd zou gooien. Als het mogelijk was, zou hij dit alles willen ontgaan. Toen ving hij den blik van Juliette op, die hem, in dat ééne oogenblik van vertwijfeling, haar groote liefde voor hem openbaarde. Dit maakte hem sterk en met een licht schouderophalen, zette hij elke gedachte aan de compromitteerende brievenmap van zich at en wendde zich naar de deur. Daar er na het derde bevel niet was opengemaakt, had men dit reeds van buiten gedaan en toen bevond Déroulède zich van aangezicht tot aangezicht met de vijf mannen. „Burger Merlin", zei hij rustig, toen hij den voorsten man herkende. „Ik ben het, burger-afgevaardigde!" sprak de laatste met een grijnzenden blik, „tot uw dienst." Toen Anne Mie, in een verwijderd hoekje van de gang, dien naam hoorde, schrok zij hevig. Merlin! De man van die schandelijke wet van de Verdachten, waardoor mannen tegen mannen, vaders tegen zonen en vrien den tegen vrienden werden opgezet; diewet, die van elk menschelijk wezen een bloedhond maakte op zoek naar zijnmedemenschen, deze bespiedend, achtervolgend, om zelf niet achtervolgd en aangeklaagd te worden. Merlin had den populairen Burger-Afgevaardigde altijd gehaat. Hij had reeds meer dan twee jaar getracht hem onder verdenking te brengen. Maar gelukt was het hem niet; hij was te zeer bemind door het volk. Niemand begreep zoo oroed het Parijsche plebs als Déroulède en de Nationale Conventie, verschrikt door den vulkaan, dien ze had doen ontbranden, zag hem liever levend dan dood, daar men hem in de vergadering niet goed kon missen. Maar nu zou Merlin dan toch zijn zin krijgen. De officier van justitie had vanmorgen een anonieme aanklacht tegen Déroulède ontvangen. Tinvillc en Merlin waren hechte vrienden en daardoor verkreeg de laatste het voorrecht om zijn gehaten vijand het nieuws te brengen van zijn val. Een oogenblik keek hij Déroulède aan,
Oplossing vakjes-wedstrijd neest beroemde roman, thans in het Ned.vertaald. 90
S£
Hierbij geven wij de oplossing der vakjes-piijsvraag.
prachtroman, 5 deelen. 2000 blz., 1000 illustr. Prijs in maandel. termijn voor /1.50; gecart. in 5 deelen /4,50; gebonden In stevige banden ƒ6.—; geb. in luxe banden /7.50. Zend nog heden uw / 1.50 als eersten termijn en U ontvangt het geheele werk franco thuis.
K
WIE ZINGT DAAR? DE ..NEW EDISON"
NEWMllSON
L COMPARISON \vmil rilt!LIVING AUTIST ^K. 1U.VKA1.S NO DIFfcEUENCt ,^
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KÜNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 . WITTE DE W1THSTRAAT 88
K
1.
I
N
O
O
D
O
L
K
E
R
K
Uit de goede inzendingen, welke weer "■'. in groote getale binnenkwamen, werden : de volgende prijswinnaars aangewezen. Eerste prijs van f 5.—, de heer A. Koch te Kampen. Verder kregen prijzen van f 1.—: mej. ' Joh. C. van Dijl, Amsterdam; de beeren J. W. ter Horst, Delden; D. Schouten, Rotterdam; mej. Anny Bosc, Tilburg en de heer J. Feenstra, Velp.
3
NIEUWE PRIJSVRAAG X
We hebben deze week weer een woordenraadscl. Doch in een anderen vorm dan de gebruikelijke crosswords. Wij geven u hieronder een figuur met 24 hokjes, waarin, in alfabetische volgorde, 24 letters. Gij moet deze letters zoo over de hokjes verdeden, dat wanneer ze allemaal óp de goede plaats staan, de woorden horizontaal, bestaan uit:
E
B
E
CORRESPONDENTIE Mevr. H. v. L.—de Q., Utrecht. Tot onze spijt moeten wij u berichten, dat wij van onze vaste medewerkers geregeld zooveel bijdragen ontvangen, dat wij van uw aanbod géén gebruik kunnen maken.
E 1
CENTRALE BOEKHANDEL Rotterdam, De la Reystraat 72 volop genietend van deze situatie, l'oen keerde hij zich tot zijn mannen en steeds zich verheugend in zijn positie van een kat, die met een muis speelt, wees hij met een lach en een schouderophalen naar Déroulède: „Voyes-moi done gä", zei hij met een ruwe vloek, „de aristocraat schijnt niet te begrijpen, dat wij hier zijn in naam van de republiek. Er bestaat een zeer goed spreekwoord, Burger-Afgevaardigde," voegde hij er aan toe, zich nogmaals tol Déroulède wendend, „dat gij vergeten schijnt en dat luidt: de kruik gaat zoolang te water, tot ze berst. Ge hebt de laatste tien jaar tegen de vrijheden van het volk samengespannen; het volk van Frankrijk is verstandig geworden. De Nationale Conventie wenscht te weten, welk verraad gij pleegt tusschen deze vier muren en ze heeft mij gezonden om alles te onderzoeken." „Tot uw dienst, Burger-Afgevaardigde!" sprak Déroulède, bedaard op zij gaand, om plaats te maken voor Merlin en zijn mannen. Weerstand bieden diende nergens toe en gelijk alle krachtige naturen, wist hij het beste, wanneer hij toegeven moest. Gedurende dit alles, had Juliette zich niet bewogen, noch een woord geuit. Déroulède's kussen voelde zij nog opbaar handen branden, zijn woorden van liefde klonken haar nog in de ooren. En nu was daar dat vreeselijke doodsgevaar, dat zij met eigen hand had teweeggebracht. (Wordt vervolgd.)
O
R
E
F.
G
1
I.
L
M
N
O
O
P
K
R
S
S"
T
V
K
T
V
ie. een plaats in Noord-Holland, dicht bij de zee. 2e. een deel van een schip. 3e. datgene, waarvoor veel menschen hard moeten werken. 4e. een zeer weeke vrucht. Verticaal, dus van boven naar beneden, duiden de woorden aan: 10. met een sterk hechtende stof vastgemaakt. 2e. een fraaie bloem. 3e. een voorwerp, waarmee men iets j vastmaakt en dat ook vaak tot versiering gebruikt wordt. 4e. de gebiedende wijs van een werk-, woord, dat tot uitvoerige mcdedeelingem noopt. Zend ons uwe oplossingen voor den, isten Mei, geadresseerd aan Red. Afd.' Prijsvragen. Onder de goede oplossingen worden 10 fraaie prijzen verdeeld.
De Anatomische Les
WAAROM
WIE EN
OF HET VREESELIJK NIEZEN
(Op rijm)
Uit het dictaat van een medisch-student RESUMÉ. Laten we in het kort nu even De organen noemen, hier beschreven. Gelegen in de borst en buik, ' Dit is voor het geheugen puik.
ir. A. van Drlel van Wageningen f
In de borstkas doorgedrongen. Vinden wij dus: het hart, de longen, De luchtpijp, slokdarm, vaten; dat Is alles wat de borst bevat.
Een droevige plechtigheid Overzichtsfoto
van
de
chef van het seinwezen bij de spoorwegen te Utrecht is overleden.
ter-aarde-besteiling der slachtoffers van de »jonge Catharina", welke in de Wielingen onderging.
40 jaren ontvanger De heer W. K. F. Zwierzina hoopt op 28 Meizijn 40-jarig jubileum als ontvanger te Amsterdam te vieren.
Hooggeacht publiek, ik heb 't genoegen u hier fc vertoonen Jan Elasliek hel beroemde slangenmensch. Deze jongeman kan zoo ver naar voren buigen dal ik deze ketling
De maag, de darmen en de klieren: Pancreas, lever, milt en nieren, Zooals we zagen ook de blaas. Zij spelen in de buik de baas.
U ziet dal ik niel overdreven heb. de ketting zil aan de brocklmoop bevestigd.
De bestuurdersbond te Rotterdam hield in den Doelen een receptie ter gelegenheid van hel 25-jarig bestaan.
Een ziiveren feest De heer Th. C. Goudekerte 's-Gravenhage hoopt I Juli as. 25 jaren aan de politie verbanden te zijn.
Prof.dr.W.H.Juliusf de bekende sterrekundige, die te Utrecht is overleden.
ilie hij om z'n hals draagt vanachler ook aan zijn broekknoop kan bevestigen. U geloofl het nicl maar zult hel direct aanschouwen
De Bond voor staatspensloneerlns welke te A rn iem een vergadering
i **%■ SfetP S1
is te Amsterdam overleden. Hij bereikte den leeftijd van 74 jaar.
—
DE KLEINE LORD
i
Voor onze jonge lezeressen en lezers naverteld
%m^ 4 ê ^p f ï\ J? -5 t
ÄzÄ
Not.W.Krabbendamf
hield
S
r
fff f m f 1 f fv ' vj
s
•f
B
8 f
Prof. Dr. S. T. Bok die door Rockefelder Foundation tot professor aan de medische hoogeschool werd benoemd.
II
m
*§ Een tweehonderd-larig bestaan Het
seminarie te Amersfoort van de oud-katholieke kerk vierde zijn 200-jarig bestaan, waarbij verschillende geestelijke en andere personen van aanzien aanwezig waren.
Lid Prov. Staten van Gelderland
Dr. Rombachf
De heer B. M. Willemars te Barneveld is als zoodanig benoemd in olaats van wijlen den heer Snockers.
een bekend rotterdamsch geneesheer is te Bo.sch en Duin waarvan hij mede oprichter was. gestorven.
Bakker commissaris van politic te Deventer, was 1 April j.l. 25 jaar in dienst bij de politie, sinds 1914 is hij commissaris te Apeldoorn. Door een vergissing in het onderschrift, herplaatsen wij deze foto.
Een 90-jarlse Generaal Majoor Gerlach te 's-Gravenhaqe bereikte dezen hoogen leeffijd onder vele bewijzen van beiangstellmg
Hulde aan de nagedachtenis van willen 3aap Eden Op
den
achtergrond
ziet
men
mevrouw
Eden
en
haar
zoontje.
.
—-
Ccdric Errol is in Amerika geboren. Z'n vader is gestorven. Hij heeft in de buurt waar hij woont veel vrienden, o.a. den kruidenier Hobbs en Dick, den schoenpoetser. Op een goeden dag komt plotseling m'nheer Havisham, de advocaat van zijn grootvader, graaf Dorincourt, en vertelt aan zijn moeder, dat Cedric een Lord is en den naam van Lord Fauntleroy mag dragen. Zij gaan allen te zamen naar Engeland. De graaf is een lastige man, die heelemaal niet wil, dat mevr. Errol bij hem komt wonen. Cedric gelooft, dat zijn grootvader een heel lieve man is. De kennismaking met zijn kleinzoon valt den graaf erg mee. Hij vindt hem een flinken jongen. Cedric kan bij zijn grootvader alles gedaan krijgen. En gelukkig, dat door den invloed van Mevr. Errol veel goeds op deze wijze wordt bereikt. Want Ccdric's moeder had veel droevige ontdekkingen gedaan. Dominee Mordaunt had haar ook verleid, hoe moeilijk de graaf voor de pachters was. De agenten, dk zijn bezittingen bestuurden, lieten zich niets aan de boeren gelegen liggen, voor hen was de hoofdzaak bij den graat in het gevlij te komen. De rest was maar bijzaak. En zoo kwam het, dat de woningen dier boeren meer dan erg verwaarloosd waren. Mevr. Errol wist van het goede hart van haar zoontje en diens invloed op zijn grootvader, gebruik te maken. Zij bereikte haar doel.
O goeie deugd- Daar moet ik niezen. Hadsic!
(iraat Donncourt zond ten boodschap naar den rentmeester N'ewich en na een langdurig onderhoud kreeg deze de opdracht de vervallen woningen at te breken en maatregelen te nemen om nieuwe er voor in de plaats te bouwen. Lord Fauntleroy wenscht het. zei de graat," alsof het een vanzelfsprekende zaak was, dat het knaapje en niet hij de beslissing had genomen. Zeg het den menschen maar, dat het plan van hem is uitgegaan. Natuurlijk ging het bericht al-, een loopend vuurtje in de buurt rond. Eerst wilde niemand het gelooven. Doch toen een aantal werklieden arriveerden en de verwaarloosde krotten een voor een werden afgebroken, toen werd het wonder waarheid. Het wonder van de zachte kinderhand ,die de weerspannige vuist bestuurde. Lord Fauntleroy, beter gezegd, de kleine Lord, zooals men hem algemeen noemde, werd overal geprezen. Gelukkig merkte. Cedric hiervan niets. Hij had het zoo druk met zijn nieuwe genoegens. Zijn ponny, de mooie boeken en de heerlijke uurtjes met zijn „lieveling". Als de menschen erg vriendelijk groetten, schreef hij dit aan de dankbaarheid voor zijn grootvader toe. Wel intresseerde hij zich erg voor het bouwen van de huizen en dikwijls zag men hem vertrouwelijk met de metselaars en timmerlieden praten, die verbazend veel pleizier in het aardige, schrandere kereltje hadden, die zoo beleefd was en zoo goed leerde. De werklieden vertelden weer verder, wat hij gezegd had en het duurde niet lang of iedereen wist, dat de ,,slechte graaf" iets gevonden had, waar hij belang in stelde. Maar niemand wist, hoe de oude man gehecht raakte aan zijn klein-
kind, het ecnige wezen, dal ooit met vertrouwen tot hem had opgezien. Hij trachtte zich in te denken, hoe Cedric als jonge nuui .'ou zijn, hoe hij zijn talenten en bekwaamheden zou gebruiken. Die jongen kan alles mettertijd, zoo was altijd weer de slotsom. En hij was er gelukkig mee. Nooit sprak hij met iemand over zijn gevoel voor Cedric, maar het kind zelf begreep spoedig genoeg, dat zijn grootvader van hem hield. Weet u nog, zei de knaap op een avond, dat zij weer samen zaten, weet u nog grootvader, wat ik den eersten avond gezegd heb over onze vriendschap ? Ik geloot niet, dat er beter vrienden zijn dan wij. Ja, dat geloof ik ook, en dan ver/olgde de graaf: is er nog iets. dat ji hebben wilt, iets, dat je ontbreekt "Het ventje zag zijn grootvader met zijn groote bruine oogen ernstig aan. — Maar één ding, bekende hij. Ik wou zoo graag dat ,,m'n lieveling" hier was. De oude graaf trok een eelijk gezicht, — Je ziet haar immers iederen dag. zei hij. —■ Vroeger was ik altijd bil haar, antwoordde Cedric. Er volgde een oogenblik stilte; de graaf trok zijn wenkbrauwen samen. — Vergeet je je moeder dan geen oogenblik ? vroeg hij. —- Neen, zei Cedric. Maar als ik u zoo weinig zag, zou ik aan u ook des te meer denken. — Op mijn woord, en de graat za hem scherp aan, ik geloof het ook. Toch stak de afgunst. Weldra echter zouden den graaf andere zorgen kwellen, zorgen zóó zwaar, dat hij er bijna alles voor vergat. Daarover vertel ik jullie wel den volgenden keer.
—
AU de winter voorbij i« Eerstdaags gaan wij er toe over wollen bouffantes, ijsmutsen, gebreide wollen truien, kortom diverse wollen klecren op te bergen, om ze aan 't eind van 't zomerseizoen weer voor den dag te halen. Laten we dan niet verzuimen ;il deze heerlijk-warme winterartikelen vóór 't opbergen te reinigen. Want 't is maar al te vaak gebleken, dat motjes bij voorkeur zich nestelen en hunne verwoesting aanrichten op die plekken, waar de meeste vlekken waren. Rij hel wasschen van de/.e wollen goederen giet men als ,inti mottenmiddel * een scheut ' urpentijnspiritus in 't water. Om 't geel worden van witwollen kk-edingstukken te voorkomen, bergt men ze weg in blauw papieren zakken, die men zorgvuldig dichtplakt. Daaromheen schuift men een zak van '•rantenpapier, die eveneens ■ .rdi dichtgeplakt. Ront moet. voordat men het «. -o T''l. terdege worden uit-
geklopt en gelucht. Dan naait men 't in schoon linnen, dat te voren flink met terpentiijnolie besproeid is, of plakkc van kranten een flinken zak, waarin bontkraag en mof gedurende den zomer moeten blijven. (Wit bont wrijft men door middel van 'n witten doek flink met benzine in, bestrooit het dan met fijn krijt en legt 't in de zon. Na meerdere uren door de zon te zijn beschenen, wordt het bont uitgeklopt en met een schoonen borstel behandeld. Wit bont kan men ook reinigen door het met heete, droge zemelen te bestrooien, die men er flink inwrijft en later uitklopt. Tenslotte kamt men 't met een wijden kam uit. Gekleurde wollen kousen verliezen in de wasch gemakkelijk. hitn mooie tint. Daarom is 'i zaak ze een beetje voorzichtig te behandelen. Om te beginnen moeten gekleurde kousen nooit met zwarte in hetzelfde water worden ge-zel; men sorteert ze naar hun kleur en zet alle kousen van dezelfde kleur bij elkaar in een aparte teil. Ze moeten een dag wecken in
O^SB^O
warm water, waarin een scheutje geest van salmiak is gemengd en kunnen dan, dus zonder dat ze een zeepsop krijgen, in schoon water worden nagespoeld en in de schaduw te drogen gehangen. Op deze manier behandeld, behouden ook kousen van de teerste kleuring in de wasch hun frischheid.
TEGEN DE VLEKKEN De meeste vragen, welke ons van, de zijde van onze lezeressen bereiken, zijn over middeltjes tot verwijderen van vlekken. Het is dus wel de moeite waard om een „vlckkelooze" rubriek te maken. Ale}. H. te Rotterdam schrijft: Een dezer dagen had ik het ongeluk, een flesch limonadesiroop, welke ik in mijn actetasch geborgen had, te breken. Er bevond zich ook in mijn tasch een klein handtaschje, dat met bruin leder gevoerd is. Dit bruine leder is vol vlekken gekomen door de siroop. Onmiddellijk na het ongeval heb 'k deze met lauw water >0 wa
.
,
1
r^
—^
bewerkt, doch zeer ' tot mijn spdjt heb ik de vlekken niet kunnen, verwijderen. Antwoord. Ik kan juffrouw H. niet veel hoop geven. Limonade-siroopvlekkcn zijn zeker uit leer héél moeilijk te verwijderen. Laat zij het nog eens met benzine probeeren. Dit is een middel, dat in dk geval ook geen kwaad kan. Voorzichtig zijn, dat bij de benzine geen brandende, lucifer of iets dergelijks komt. Het fleschjc direct weer sluiten.
h
Mej. v. d. /.. te Rotterdam vraagt: Weet u een middel om een witte popeline blouse,-welke bij het strijken geschroeid is, te herstellen ? Ik heb al een keer overgewasschen, maar het is er niet uitgegaan. Antwoord. Als de schroeivlek niet te erg is, zal die er waarschijnlijk uit gaan door voorzichtig te betten met een schoon lapje en waterstofsuperoxyd (H202) dat bij een drogist te krijgen is. Er kan desnoods voorzichtig mee over de vlek gewreven worden. 1 a^ssa^ 3 ^aE>3*»3
o
o
k
Hoed van Danskolc-stroo met garnituur van crosses, een eenvoudige, doch zeer modieuse voorjaarshoed.
Baret van plcot tagal met crêoe de chine rand en hanenvseren famasie, geheel in roestkleur gehouden.
Model Gebr. Gerzon
Model Gebr. Gerzon
Groei en ontwikkeling der haren \ Wat hel smeren van vet in het haar aangaat, dit mag niet al te dikwijls gebeuren, en dan nog slechts na het vooraf wasschen van het hoofd. Tot het vet maken van het haar diene zachte olie of wolvet danoline), daar deze in hooge mate, de eigenschap bezit van in de haarsubstantie binnen te dringen en hel haar lenig te maken. Goede lanoline is daaraan te herkennen, dat hel haar eenigen tijd, nadat het er mee vet gemaakt is. niet meer vet
voelt. Om vrouwenhaar gezond te. houden moet men het iederen avond voor het naar bed gaan kammen, borstelen, los samenbindlen, gen en met een licht net bedekken. Het drag van een nachtmuts is van een hygiënisch standpunt te verwerpen, daar het de uitwaseming der hoofdhuid verhindert. Het is meer rationell het hoofd koel te houden. Vrouwen, die het haar verliezen, klagen ir dikwijls over, dat zij lieele liandca r ol uitkammen en wel met wortel en al. Zij némen'dan namelijk aan het einde der haren eene dikte waar en verschrikken Saarov;, De volgende uitspraak van een beroemden haarspecialiteit. Dr, Pinkus in
® | 3 { \ *■(( \ O
t» IJ
lijk, absonnaal uitvallen van het haar. Hei splijten van het haar aan zijne spits, wordi veroorzaakt door zijn bovenmatige droogte (kan de oorzaak zijn van branden) of tengevolge eener gebrekkige voeding van den haarbodetn. Voor alles mag het van tijd tot tijd reinigen van het haar en den haarbodem met water en zeep niet verzuimd worden. Men wassche dan het haar één- of tweemaal per maand in lauw zeepwater en droge het dan zorgvuldig met een zachtcn handdoek of warme lucht, echter niet met gas. Heeft het wasschen vaker plaats, dan treedt er een gevoel van spanning en droogte der hoofdhuid in, verbonden met Lange antilope mantel eene verhoogde vorming van schilfers. met zijde uitspringende plooien. Als overgangs- Q mantel zal dit in het komende seizoen veel \ Men gebruike tot wasschen van het haar gedragen worden. IJ altijd de beste zachtste zeep. Deze mag Model Gebr. Gerzon 'J in het geheel geen alcaliën bevatten. Na het 'wasschen voege men geregeld v—j een weinig vet aan het haar toe. HierBerlijn, moge ter geruststelling voor deze. voor gebruike men „lanoline". Men neme vrouwen dienen. „Ieder haar dat uitvalt zich in acht voor zoogenaamde, den haarmoet een wortelknoop hebben, en hoe groei bevorderende geheim- en wondermidgrooter deze is, des te zekerder is dan delen en loope veel blootshoofd in lucht ook de kans op vergoeding, door een en zon. nieuw haar". Wanneer de haren hun lengte Om gezond te blijven, heeft het haar bereikt hebben, vallen de haren van zelf evenzeer de inwerking van lucht en licht uit. Slechts het uitvallen van korte haren, die spits en wortel hebben en in borstel noodxg, als alles wat er op aarde leeü. of Team blijven steken, duidt op een ziekenm^o^.
de gevierde Fox-fiimacleur, die Zaterdag 25 April in Amsterdam komt.
0\^ 0 G*'\i>^0 <^5K6£>0<^*Ï)^0
__ r
a
:
:
:
^
^r—
!,
<0**7y ï>
J^OO Ï3BTS KAN SB MET 3LOBM3BN WOORDEN EN MUZIEK VAN C. M. R. DAVIDSON
1m~ fe
1 ' JI-JJ'JJT j--'j'iJj'J' rr U'U'VJt 1 1«^ jC'4^'«^««'j<w;^CM'2l»8Ï^«e^tut<Mi«^
■JI;JJ J'J
3
t ■ p p:
ü
J
^i^ Z 1 i HJ-Lf 1 mm' ^2-
]kd nd.JMaawmtJxmZje 2im,
^^
s
^^
;-«'»
l]ij
^tó^ui^^W.^ <^.^^^.^itt^^.>^, jSW^a^^
-F» » ^ _;
^ j>^.jMJfi.CM/^CM.ia^c
^m
m
In de stad
J
JiJii =
j i j\ i j J i r g r i F- g r
éé f
ÄJ-i^K
J
j i
^ /
1
^^
HP^
yrWè 'flflLP Als je als kleine jongen Voor 't eerst naar school toe gaat, Heel netjes aan een handje Van maatje of papa. Dan vind je 't meer dan gruw'lijk, Maar zegt: „Wat i-i dat fijnl" Zoo iets kan je niet leeren, 't Moet aangeboren zijn.
kU
^4
I
wS***
(^ooo^-o^o^y^ ■
Je gaat naar d' H. B. S. toe, Met al zijn lief en leed. Je doet geen klap aan werken En schopt een reuze-keet. Je spiekt, dat het een lust is. Je geurt met buurmans brein, Zoo iets kan je niet leeren, 't Moet aangeboren zijn.
Kom je nu in het leven En 't gaat je bijster goed. Je bent een reuze-bofferd Met alles wat je doet. Dan ben j' een man in bonus. Elk prijst je, groot of klein. Zoo iets kan je, enz.
voor voor voor voor voor voor
den Uw den Uw den Uw
p- p
p p ■ »
In een oogwenk zijn de kleertjes met LUX weer prachtig helder en als nieuw.
^
1
T^
. — *"—■
Lux wordt alleen in pakjes verkocht.
Je doet dan eind-examen. Zonder een flauw benul Van doodgewone dingen, Je bent een echte prul. Maar je bent verduiveld handig En slaagt dan even fijn. Zoo iets kan je niet leeren, 't Moet aangeboren zijn.
En als je dan ten slotte In d'aarde wordt gestopt, Dan staat een schaar van vrienden In 't zwart en hoog gedopt. Ze prijzen je om beurten ,,'n Genie", zegt één uit gein, Zoo iets kan je, enz.
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
zoowel als buiten is LUX steeds het ideale middel om zomerkleertjes te wasschen.
Alleen met de echte ruitvormige LUX schilfertjes kunt U het heerlijke overvloedige sop krijgen, dat zulk een heilzame werking heeft op linnen, zoowel als op katoenen of wollen stoffen. De zoogenaamde zeepvlokken, die in den handel zijn, zijn niets anders dan dikke reepjes gewone zeep en in geen enkel opzicht te vergelijken met LUX.
LUX
!
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft. ...... WIL een "EDISON" of NIETS
L66-17
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
DE LEVER'S ZEEP MU.. VLAARDINGEN
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM LEIDSCHESTRAAT 84DEN HAAG LANGE POTEN 15 ROTTERDAM .... WITTE DE WITHSTRAAT 88
,jj
% kBft;DÓSB£mAI1» MUUEèBfe
Je DANCING in DEN HAAG is
„TIHIË Cm¥E PÄMOIN1 v/h MASCOTTE
-
00
68 WAGENSTRAAT 68
Eigenaar-Directeur: C. F. HACK
Je CABARET en DANCING van de New Style in Den Haag DANCING TEA van 4—7 uur
VRIJ ENTREE
THE ROYAL DANCING BAND ONDER EMINENTE MUZIKALE LEIDING VAN J. CV. BRÜCK GEOPEND DES AVONDS VAN S1^ TOT P/a UUR.
Firma Joh. v. d. Heijden Dz
ROLLUIKEN MARQUISES
EERSTE KLASSE ENQELSCHE GEMAAKTE HEERENKLEEDING Ontvangen schitterende collectie
costuums en regenjassen inorijzen vanaf f 32.50 tot f70.—
„LONDON HOUSE"
Opgericht I860
Telefoon 30495
Laan van Meerdervoort 136
Trompstr.
Oen Haas
Hoek vu DieaeiMlru« DEN HAAG GEEN FIUIAUEN
Redactie en Administratie: Qaigewater 22. Leiden - Giro no. 41880
Uit de praktijk van Dr. Pijnloos. BewarenI 1 Vervolg komt! Met Dr. Pijnloos I" — „Hier de kamenier van Mia PedicSti"! — „De beroemde filmdiva"? — „Jawel! De Juffrouw verzoekt U onmiddellijk te komen. Zij heeft een likdoomsnijder laten komen om haar van een verouderd eksteroog af te helpen en het schijnt, dat deze te diep gesneden heeft, want zij bloedt en iets bloedigs kan zij alleen op de film zien. Zij heeft een fiauwte". — „Dat komt ervan, wanneer leeken opereeren. Laat iij dan ook Kukirollen. Ik kom dadelijk. Laat U direct uit de dichtst bijzijnde apotheek of drogisterij halen: Ie. Een pakje Kuklrol-voetbad; dit hoort ieder beschaafd mensch in huis te hebben, het werkt dcsinfcctcerend, is spieren zenuwsterkend. vermindert transpireeren. stukloopen en branden der voeten. Wat zegt U? Chroomzure voetbaden heeft zij gebruikt? Is zij niet wijs? Ben ik de dokter of is zij het? Chroomzuur. dat helaas voor voetbaden aanbevolen wordt verdrijft wel voetzwcet, maar alleen daardoor, dat het de zweetklieren verwoest. Gebruik daarom nooit een voetbad, dat chroomzuur bevat of een ander namaaksel, maar uitsluitend het Kuklrol-voetbad, waarvan de samenstelling gepatenteerd is. 2e. Een pakje Kukirol-»troolpoedor. Het voetbad 's avonds het strooipoeder 's morgens; dit maakt de huid fijn en glad ab ivoor. 3e. Een doos Kuklroi-okoteroogon-plelstor, deze verwijderen ekstcroogen zonder gevaar en pijnloos. De heele Kukirol-kuur kost slechts een kleinigheid. Let op het merk „Hanekop met voet". Binnen 6 minuten ben ik bij U." I-voetbad 40 cent per pakje 1-pleister 60 cent per pakje I-strooipoeder 60 cent per pakje Alle 3 artikelen samen, dus de geheele Kukirol-kuur kost slechts 11.50. Verkrijgbaar bij Apothekers en alle goede Drogistsn.
Kukiroi
Prijs per 'kwartaal f 1.75
_^^^^___