Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2016 (OR. en) 5513/16
AVIATION 7
BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen:
de Europese Commissie 22 januari 2016
aan:
het secretariaat-generaal van de Raad
Nr. Comdoc.:
D042244/03
Betreft:
VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie wat betreft opleidingen, tests en periodieke bekwaamheidsproeven voor piloten inzake prestatiegebaseerde navigatie
Hierbij gaat voor de delegaties document D042244/03.
Bijlage: D042244/03
5513/16
hw DGE 2A
NL
D042244/03
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, XXX […](2016) XXX draft
VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie wat betreft opleidingen, tests en periodieke bekwaamheidsproeven voor piloten inzake prestatiegebaseerde navigatie
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
VERORDENING (EU) …/... VAN DE COMMISSIE van XXX tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie wat betreft opleidingen, tests en periodieke bekwaamheidsproeven voor piloten inzake prestatiegebaseerde navigatie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG 1, en met name artikel 7, lid 6, Overwegende hetgeen volgt: (1)
In Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie 2 worden voorwaarden gesteld voor piloten die betrokken zijn bij de exploitatie van bepaalde luchtvaartuigen en vluchtnabootsers, en de personen en organisaties die betrokken zijn bij de opleiding, tests en bekwaamheidsproeven van die piloten.
(2)
In die verordening moeten aanvullende eisen worden opgenomen voor opleidingen, tests en periodieke bekwaamheidsproeven voor piloten die vluchten uitvoeren overeenkomstig procedures voor prestatiegebaseerde navigatie (PBN) en die daarom PBN-bevoegdheden in hun bevoegdverklaring voor instrumentvliegen (IR) moeten laten opnemen. De opname van die PBN-bevoegdheden mag voor de bevoegde autoriteit geen extra administratieve belasting met zich meebrengen.
(3)
Piloten die houder zijn van een IR en die op basis van de toepasselijke voorschriften van het nationaal recht of anderszins theoretische kennis en praktische vaardigheden inzake PBN-operaties hebben opgedaan vóór de toepassingsdatum van deze verordening, moeten worden geacht aan de aanvullende eisen te hebben voldaan als zij tot tevredenheid van de bevoegde autoriteit kunnen aantonen dat de aldus verkregen kennis en vaardigheden gelijkwaardig zijn aan de kennis en vaardigheden die worden
1
PB L 79 van 13.3.2008, blz. 1. Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie van 3 november 2011 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures met betrekking tot de bemanning van burgerluchtvaartuigen, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 311 van 25.11.2011, blz. 1).
2
NL
2
NL
verkregen door de in het kader van deze verordening verplichte cursussen en opleidingen. De bevoegde autoriteiten moeten hun besluiten inzake de gelijkwaardigheid van dergelijke kennis en vaardigheden nemen op grond van objectieve gegevens en criteria.
NL
(4)
Vooral in de general aviation vliegen niet alle piloten overeenkomstig de PBNprocedures, bijvoorbeeld omdat hun luchtvaartuigen of het plaatselijke luchtvaartterrein niet zijn uitgerust met de daarvoor geschikte gecertificeerde apparatuur. Daarom hebben die piloten op dit moment misschien geen aanvullende opleidingen en bekwaamheidsproeven voor prestatiegebaseerde navigatie nodig. Gezien het tempo waarin PBN-apparatuur en -procedures in de Unie worden ingevoerd, moet deze verordening voorzien in een redelijke termijn voor de toepassing van aanvullende eisen voor opleidingen, tests en periodieke bekwaamheidsproeven inzake PBN voor die piloten.
(5)
De periode waarin de lidstaten op hun grondgebied kunnen afzien van de toepassing van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1178/2011 voor piloten die houder zijn van een vergunning en een bijbehorend medisch certificaat afgegeven door een derde land dat betrokken is bij de niet-commerciële exploitatie van bepaalde luchtvaartuigen, moet worden verlengd omdat de Unie met bepaalde derde landen verder onderhandelt om dergelijke vergunningen en medische certificaten gemakkelijker te kunnen omzetten. Er moet worden verduidelijkt dat wanneer een lidstaat een dergelijk besluit neemt of heeft genomen, hij dat besluit op gepaste wijze bekend moet maken zodat alle betrokken partijen er nota van kunnen nemen en aan de eisen inzake transparantie en rechtszekerheid kan worden voldaan.
(6)
Ook moeten in Verordening (EU) nr. 1178/2011 aanvullende eisen worden opgenomen voor de bevoegdheden van piloten die vliegproeven uitvoeren, zodat die piloten een luchtvaartuig voor bepaalde vluchten kunnen besturen zonder dat zij houder zijn van de respectieve klasse- of typebevoegdverklaring.
(7)
In Verordening (EU) nr. 1178/2011 is bepaald dat de opleidingscursus voor meerpilootvliegbewijzen (multi-pilot licences, MPL) uitsluitend wordt gegeven door een erkende opleidingsorganisatie die deel uitmaakt van een luchtvervoersonderneming. Bovendien is in die verordening bepaald dat de houder van een MPL de MPL-bevoegdheden niet mag uitoefenen tenzij hij bij dezelfde exploitant een conversiecursus heeft voltooid. Er zijn gevallen waarin door de schuld van de exploitant sommige houders van een MPL de conversiecursus niet kunnen voltooien en dus niet voor diezelfde of een andere exploitant kunnen werken. Door de beperking op de uitoefening van MPL-bevoegdheden ergens anders, zijn die houders van een MPL benadeeld, zonder dat dit wordt gerechtvaardigd door veiligheidsoverwegingen. Piloten die een andere exploitant kiezen, moeten de conversiecursus van de nieuwe exploitant voltooien, ondanks het feit dat zij een conversiecursus hebben gevolgd bij de vorige exploitant. Bovendien moet een exploitant bij een conversiecursus ten volle rekening houden met de ervaring van de piloten die zich bij de desbetreffende exploitant aansluiten. Daarom moet die beperking worden opgeheven. Aldus worden de MPL-vereisten ook in overeenstemming gebracht met de ICAO-normen.
(8)
Verordening (EU) nr. 1178/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
3
NL
(9)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn gebaseerd op het overeenkomstig artikel 17, lid 2, onder b), en artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 uitgebrachte advies 3 van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
(10)
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EU) nr. 1178/2011 van de Commissie wordt als volgt gewijzigd: 1)
Het volgende artikel 4 bis wordt ingevoegd: "Artikel 4 bis Bevoegdverklaring voor instrumentvliegen met prestatiegebaseerde navigatie 1.
Piloten mogen alleen volgens procedures voor prestatiegebaseerde navigatie ("PBN") vliegen nadat zij PBN-bevoegdheden hebben verkregen die in hun bevoegdverklaring voor instrumentvliegen ("IR") zijn opgenomen.
2.
Aan een piloot worden PBN-bevoegdheden verleend als hij of zij aan alle volgende eisen voldoet:
3.
3
NL
a)
de piloot heeft met succes een opleidingscursus voor theoriekennis, met inbegrip van PBN, voltooid overeenkomstig FCL.615 van bijlage I (deelFCL);
b)
de piloot heeft met succes een vliegopleiding, met inbegrip van PBN, voltooid overeenkomstig FCL.615 van bijlage I (deel-FCL);
c)
de piloot heeft met succes een vaardigheidstest overeenkomstig aanhangsel 7 van bijlage I (deel-FCL) afgelegd of een vaardigheidstest of bekwaamheidsproef overeenkomstig aanhangsel 9 van bijlage I (deelFCL) afgelegd.
Aan de voorwaarden van lid 2, onder a) en b), wordt geacht te zijn voldaan als de bevoegde autoriteit van oordeel is dat de verworven bekwaamheid, door opleiding of door vertrouwdheid met PBN-operaties, gelijkwaardig is aan de bekwaamheid die door de onder a) en b) genoemde cursussen wordt verkregen, en de piloot dergelijke bekwaamheid tot tevredenheid van de examinator aantoont tijdens de onder c) genoemde bekwaamheidsproef of vaardigheidstest.
Advies van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart nr. 03/2015 van 31.3.2015 voor een verordening van de Commissie voor de herziening van de operationele goedkeuringscriteria voor prestatiegebaseerde navigatie (PBN).
4
NL
2)
4.
Nadat de piloot de onder c) genoemde vaardigheidstest of bekwaamheidsproef heeft afgelegd, wordt in zijn logboek of in een gelijkwaardig document opgenomen dat hij zijn PBN-bekwaamheid met succes heeft aangetoond, ondertekend door de examinator die de test of proef heeft afgenomen.
5.
IR-piloten zonder PBN-bevoegdheden mogen alleen routes vliegen en naderingen uitvoeren waarvoor geen PBN-bevoegdheden zijn vereist; tot en met 25 augustus 2020 zijn voor de verlenging van hun IR geen PBNbevoegdheden vereist. Na die datum zijn voor elke IR PBN-bevoegdheden vereist.
Aan artikel 10 bis wordt het volgende lid 5 toegevoegd: "5. Organisaties voor de opleiding van piloten zorgen ervoor dat uiterlijk 25 augustus 2020 in de door hen aangeboden IR-opleidingscursussen een opleiding voor PBNbevoegdheden is opgenomen die voldoet aan de eisen van bijlage I (deel-FCL)."
3)
Artikel 12, lid 4, wordt vervangen door: "4. In afwijking van lid 1 mogen de lidstaten besluiten de bepalingen van deze verordening tot en met 8 april 2017 niet toe te passen op piloten die houder zijn van een bewijs van bevoegdheid en bijbehorend medisch certificaat afgegeven door een derde land dat betrokken is bij de niet-commerciële exploitatie van de in artikel 4, lid 1, onder b) of c), van Verordening (EG) nr. 216/2008 vermelde luchtvaartuigen. De lidstaten maken die besluiten openbaar."
4) De bijlagen I en VII worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing vanaf 8 april 2016. De leden 1, 2 en 4 van artikel 1 zijn echter van toepassing vanaf 25 augustus 2018, met uitzondering van lid 1, onder g), van de bijlage, dat van toepassing is vanaf 8 april 2016. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
NL
5
NL
Gedaan te Brussel,
Voor de Commissie De voorzitter Jean-Claude JUNCKER
NL
6
NL