Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie
Gebruiksaanwijzing Nederlands
Emotron PTC/PT100 board 2.0 Optie Gebruiksaanwijzing - Nederlands
Documentnummer: 01-5920-03 Uitgave: r0 Datum van uitgifte: 01-03-2012 (c) Copyright CG Drives & Automation Sweden AB 2011-2012 CG Drives & Automation behoudt zich het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificaties en illustraties in de tekst te wijzigen. De inhoud van dit document mag niet worden gekopieerd zonder de uitdrukkelijke toestemming van CG Drives & Automation Sweden AB.
Veiligheid Gebruiksaanwijzing Lees eerst deze gebruiksaanwijzing! Aangezien deze optie een aanvulling vormt op de frequentieregelaar moet de gebruiker bekend zijn met de originele gebruiksaanwijzing van het hoofdproduct. Alle veiligheidsaanwijzingen, waarschuwingen enz. zoals genoemd in deze gebruiksaanwijzing moeten bekend zijn bij de gebruiker.
Veiligheidsaanwijzingen Lees de veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van het product door.
Installatie Het installeren, het in bedrijf nemen, het demonteren, het uitvoeren van metingen etc. van of aan het hoofdproduct mag alleen worden uitgevoerd door personeel dat technisch gekwalificeerd is voor de desbetreffende taak. De installatie moet ook conform de lokale standaarden zijn. Zorg ervoor dat alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen zijn genomen. WAARSCHUWING! Neem alle benodigde voorzorgsmaatregelen bij het installeren en in bedrijf nemen om letsel te voorkomen, bijv. door een ongecontroleerde belasting.
Frequentieregelaar openen WAARSCHUWING! Schakel altijd de stroomtoevoer uit voordat u de frequentieregelaar opent en wacht minimaal 7 minuten om de tussenkringcondensatoren de tijd te geven zich te ontladen.
Neem altijd de juiste voorzorgsmaatregelen in acht voordat de frequentieregelaar wordt geopend, ook al zijn de aansluitingen voor de regelsignalen en doorverbindingen geïsoleerd van de netspanning.
CG Drives & Automation AB 01-5920-03r0
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Inhoud 1.
Inleiding ...................................................................................... 3
2.
Installatie .................................................................................... 5
2.1 2.2 2.2.1 2.3 2.4
Polariteit van bandkabels .......................................................................... 5 Mechanische montage............................................................................... 6 Optiebevestigingsplaat............................................................................... 6 Monteren van de eerste optieprint........................................................... 8 Monteren overige optieprint ................................................................... 11
3.
Aansluitingen en functies........................................................ 13
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.4.2
Lay-out printplaat..................................................................................... Algemene informatie ............................................................................... Menu’s...................................................................................................... Status LED................................................................................................ Aanbevelingen kabel en afscherming .................................................... Isolatie ...................................................................................................... PTC-ingang ............................................................................................... Elektrische specificatie ........................................................................... PTC aansluit voorbeeld............................................................................ PT100-ingang........................................................................................... Elektrische specificaties ......................................................................... PT100 aansluitvoorbeeld........................................................................
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
13 14 14 14 15 16 16 17 18 19 20 21
1
2
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
1.
Inleiding
Deze printplaat wordt gebruikt om een motorthermistoren (PTC) in overeenstemming met DIN44081/44082 en/of PT100-sensors in overeenstemming met IEC 60 751 aan te sluiten op het hoofdproduct. Merk op dat zowei de PTC als de PT100 elementen geïsoleerd moeten zijn van hoog spanning voerende delen, zie § 3.2.4, pagina 16 voor nadere details. Er zijn drie aansluitklemmen op de optionele printplaat, X1 – X3. X1 en X2 zijn PT100-ingangen en X3 is eenPTC-ingang. Zowel de PTC als PT100 functie kan worden gebruikt om de motor thermisch te beschermen. Wanneer de gecontroleerde temperatuur, bijv. motortemperatuur, te hoog wordt, schakelt de regelaar uit. De PTC en PT100thermische motor beveiliging functies worden in menu [234] geactiveerd. De PT100 functie kan ook worden gebruikt als procestemperatuur terugkoppeling voor een optimale regeling. Deze functie kan worden geactiveerd in menu [321]. De PT100 functie kan tevens worden gebruikt voor het bewaken van gemeten temperaturen met behulp van de analoge comperatoren en hun instelbare niveaus. Deze functie kan worden geactiveerd in menu [611] of [614].
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Inleiding
3
4
Inleiding
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
2.
Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de optiebevestigingsplaat en een optieprint in het hoofdproduct moeten worden gemonteerd. Er kunnen tot drie verschillende optieprints en één communicatieprint worden gemonteerd.
2.1
Polariteit van bandkabels
De bandkabel heeft aan een kant een kleurmarkering en een tap op de micromatch steker. Deze kant moet worden aangesloten op de micromatch stekerbus op de controlprint resp. optieprint, waarvoor een kleine opening in de print is aangebracht.
Afb. 1
!
Polariteit van bandkabel VOORZICHTIG! onjuist aansluiten kan tot beschadiging van de optie- en van de controlprint/externe apparatuur leiden.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Installatie
5
2.2
Mechanische montage
Controleer voordat wordt verder gegaan met de installatie of het hoofdproduct minimaal 7 minuten is uitgeschakeld, zodat de tussenkringcondensator is ontladen! Controleer ook dat eventuele op de interface van het aandrijfsysteem aangesloten externe uitrusting niet is geactiveerd. LET OP: correctie installatie is nodig om te voldoen aan de EMC-vereisten en voor de juiste werking van de module.
2.2.1
Optiebevestigingsplaat
Geleverd met de optiebevestigingsset De optiebevestigingsplaat moet worden bevestigd voordat een optie kan worden geïnstalleerd. De bevestigingsplaat kan al op het hoofdproduct zijn geïnstalleerd. Ga in dat geval direct naar § 2.3, pagina 8 voor verdere bevestigingsinstructies. De optiebevestigingsset bestaat uit het volgende: Kleurmarkering
75 +3 -0
Afb. 2
Optiebevestigingsset
•
Een montageplaat met gemarkeerde posities: C, 1, 2 en 3 waarbij C = communicatieoptie.
•
2 schroeven
•
Eén 16-polige bandkabel voor aansluiting op de controlprint als de optieprints op positie 1 worden gemonteerd.
6
Installatie
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Monteren 1. Controleer of de netspanning minimaal 7 minuten uitgeschakeld is voordat de frequentieregelaar wordt geopend. 2. Open de deur van de frequentieregelaar. 3. Plaats de optiebevestigingsplaat op de bevestigingsplaat van de controlprint, zie Fig. 3. De plaat kan maar in één richting worden gedraaid. 4. Trek de optiebevestigingsplaat naar de controlprint tot de schroef over de opening valt. Houd de kant met de schroefopeningen schuin omhoog tot het RJ45-contact in de opening valt. LET OP: pas op dat het RJ45-contact niet beschadigd (aansluiting voor het bedieningspaneel), zie figuur hieronder.
5. Zet de plaat vast met de twee schroeven.
RJ45-contact
Afb. 3
De optiebevestigingsplaat op de controlprint monteren.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Installatie
7
2.3
Monteren van de eerste optieprint
De eerste optieprint wordt altijd op de positie op de bevestigingsplaat gemonteerd met de markering 1. In dit voorbeeld gaan wij ervan uit dat er nog geen optieprint is geïnstalleerd.
Geleverd met de optieprintset. •
Optieprint en vier schroeven.
•
16-polige bandkabel voor het aansluiten van twee optieprints.
•
Isolatieplaat.
Monteren 1. Sluit de 16-polige bandkabel met de kabel omlaag aan op de X4-aansluiting op de controlprint, zie Fig. 4 LET OP: zie voor de polariteit van de bandkabel hoofdstuk 2.1 pagina 5.
Afb. 4
8
Bandkabel op controlprint aangesloten.
Installatie
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
2. Plaats de isolatieplaat over de korte vulplaatjes in de positie, gemarkeerd met 1, op de bevestigingsplaat. Let op dat de opstaande kant richting de interface van de controlprint wordt gemonteerd, zie hieronder.
Afb. 5
Isolatieplaat monteren
3. Sluit de andere kant van de 16-polige bandkabel aan op de X5A aansluiting op de optieprint. Controleer of de polariteit correct is, zie § 2.1, pagina 5. Let op: Verbind het "mannelijke" micromatch-contact met de optie op dezelfde manier als op de controlprint, d.w.z. de pen op het micromatchcontact moet in het gat in de print worden geplaatst.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Installatie
9
Afb. 6
Bandkabel op optieprint aangesloten
4. Plaats de optieprint op de afstandsteunen. 5. Zet de print vast met de vier schroeven.
Afb. 7
10
Gemonteerde optieprint
Installatie
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
2.4
Monteren overige optieprint
1. Leg de isolatieplaat op de afstandsteunen op de positie in de optieprint, gemarkeerd met 2 of 3. Het is van belang de positie te kiezen die het dichtst bij de reeds gemonteerde optieprint zit. LET OP: plaats de isolatieplaat met de opstaande rand naar de interface van de controlprint om de juiste isolatie tussen de optieprinten te verkrijgen.
2. Plaats de optieprint op de afstandsteunen. 3. Zet de optieprint met de vier schroeven op de afstandsteunen vast. 4. Sluit de korte bandkabel aan tussen de X5B-aansluiting op de eerste optieprint en de X5A-aansluiting op de zojuist gemonteerde optieprint.
Afb. 8
Twee optieprinten op de optiebevestigingsplaat gemonteerd.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Installatie
11
12
Installatie
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
3.
Aansluitingen en functies
3.1
Lay-out printplaat
UIT OUT
X5B
IN
X5A
D3 STATUS
21 22
X3
X2
1
2
11
12
13
14
3
4
5
6
7
8
X1
Afb. 9
Lay-out PTC/PT100 optionele printplaat
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Aansluitingen en functies
13
3.2
Algemene informatie
3.2.1
Menu’s
De volgende menu’s zijn beschikbaar wanneer de PTC/PT100 optionele printplaat in het hoofdproduct wordt gemonteerd. Alle menu’s staan in de handleiding van het hoofdproduct beschreven. Tabel 1
Beschikbare menu’s met de PTC/PT100 optionele printplaat
Menu
Standaard
Functie
Bereik/Selectie
234
Thermische beveiliging
Uit
Uit = Geen thermische beveiliging PTC = PTC-bescherming geactiveerd PT100 = PT100-bescherming geactiveerd PTC+PT100 = Beide beschermingen geactiveerd
235
Motorklasse
F140
A 100C, E 115C, B 120C, F 140C, F Nema 145C, H 165C
71B
PT100 1,2,3
-
Geeft de gemeten temperatuur met een resolutie van 1 graad weer voor alle PT100-ingangen.
3.2.2
Status LED
Voor de lokatie van de status LED, zie Afb. 9 Tabel 2
Specificatie van status LED
LED D3
14
Specificatie Knippert langzaam (1 Hz) = OK Knippert snel = communicatiestoring Uit = geen stroomtoevoer
Aansluitingen en functies
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
3.2.3
Aanbevelingen kabel en afscherming
Afgeschermde getwiste kabels worden aanbevolen. Sluit de afscherming van de kabel stevig aan (laag-ohmige aansluiting) op de bevestigingsplaat (PE) zoals in de onderstaande afbeelding aangegeven. Gemonteerde optionele printplaat
Afscherming
Signaal draden
Afb. 10 Algemene afscherming De afscherming moet bij de klem eindigen. Alleen de signaaldraden moeten tot de aansluitklemmen van de PTC/PT100 optionele printplaat doorlopen. In de meeste gevallen wordt aanbevolen beide uiteinden van de afscherming op PE aan te sluiten. Dit levert een goede demping van hoogfrequente interferenties op. De afschermingsaansluiting moet een zo groot mogelijk oppervlak hebben. Zorg ervoor dat u kiest voor een kabel die van geschikt materiaal voor uw omgeving is gemaakt. Houd rekening met omgevingstemperatuur, vochtigheid en aanwezigheid van chemische substanties, zoals olie. Standaard koperdraad met een overgangsgebied van ongeveer 0,14 – 1,5 mm2 volstaat in de meeste gevallen.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Aansluitingen en functies
15
3.2.4
Isolatie
De control print in het hoofd product is een galvanisch gescheiden (SELV) circuit. Dit houdt in dat deze print veilig is gescheiden van circuits welke hogere spanningen voeren en tevens geïsoleerd is van aarde en veiligheidsaarde geleiders van andere circuits. De PTC/PT100 circuits op deze optie print zijn galvanisch gescheiden van het control print SELV circuit met een isolatie uitgelegd voor: 1. Dubbele isolatie bij gebruik in regelaars geschikt voor 480 VAC. 2. Normale isolatie bij gebruik in regelaars geschikt voor 690 VAC. Het wordt sterk geadviseerd alleen PTC/PT100 sensoren te gebruiken welke ten alle tijden galvanisch gescheiden zijn van hoogspannings delen door middel van minimaal een basis isolatie welke geschikt is voor de relevante spanning in de installatie.. WAARSCUWING! Voor regelaars die geschikt zijn voor een netspanning boven 480 V is het verplicht om op zijn minst zorg te dragen voor een basis isolatie tussen de temperatuur sensor en de spanningsvoerende delen.
3.3
PTC-ingang
Deze PTC-ingang is om veiligheidsredenen volledig geïsoleerd van interne voedingen en elektronika, zie § 3.2.4, pagina 16 voor gedetaileerde informatie. De PTC-sensor moet worden aangesloten op de aansluitklemmen X3. De ingang is ongevoelig voor polariteit. Er mogen maximaal 6 PTC’s in serie worden aangesloten in overeenstemming met DIN44081/44082.. Tabel 3
Configuratie aansluitklem voor de PTC ingang
X3
Naam
Functie
21
T1
PTC ingang
22
T2
PTC ingang
16
Aansluitingen en functies
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
3.3.1
Elektrische specificatie
R [k] 100
10
2.825 1.500 1
0.1
T [C]
-20
Afb. 11 Normale PTC-curve De figuur hieroven geeft een normale PTC-curve weer. De weerstand neemt drastisch toe met de temperatuur na een bepaalde schakeltemperatuur, T-schakelaar, die standaard 60 – 120 C is (afhankelijk van het PTC- type). Tabel 4
Elektrische specificaties voor de PTC-ingang
Aantal PTC’s
1 t/m 6 in serie in overeenstemming met DIN44081/44082
Trip bij
2825 10%
Reset bij
1500 10%
Spanningsmeting UT1-T2 at Tswitch
<1 VDC
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Aansluitingen en functies
17
3.3.2
PTC aansluit voorbeeld
21
22
X3
Afb. 12 PTC aansluiting
T1 X3:21
T2 X3:22
L1
L3
L2
M 3~
Afb. 13 Voorbeeld van toepassing met drie PTC elementen in serie.
18
Aansluitingen en functies
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
3.4
PT100-ingang
De PT100-ingang is in overeenstemming met EN60751. De X1 en X2 aansluiting op de PTC/PT100 optionele printplaat heeft de volgende penconfiguratie: Tabel 5 X1
Configuratie aansluitklem voor PT100-ingang Naam
Functie
1
Voeding_1+
Constante stroombron kanaal 1
2
PT100_1+
Positieve ingang voor PT100-kanaal 1
3
PT100_1-
Negatieve ingang voor PT100-kanaal 1
4
Voeding_1-
Constante stroombron kanaal 1
5
Voeding_2+
Constante stroombron kanaal 2
6
PT100_2+
Positieve ingang voor PT100-kanaal 2
7
PT100_2-
Negatieve ingang voor PT100-kanaal 2
8
Voeding_2-
Constante stroombron kanaal 2
X2
Naam
Functie
11
Voeding_3+
Constante stroombron kanaal 3
12
PT100_3+
Positieve ingang voor PT100-kanaal 3
13
PT100_3-
Negatieve ingang voor PT100-kanaal 3
14
Voeding_3-
Constante stroombron kanaal 3
LET OP: PT100 ingangen welke onaangesloten blijven zullen een temperatuur aangeven van ongeveer -99 graden.
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Aansluitingen en functies
19
3.4.1
Elektrische specificaties
PT100 [] 175.84
138.50
100.00
0
100
200
T [C
Afb. 14 Schets van het verband tussen de PT100 weerstand en de temperatuur. Tabel 6
Elektrische specificaties voor de PT100-ingang
Norm
EN60751
Temperatuurbereik
-100C tot +300C
Nauwkeurigheid
1% van volledige schaal
Het menu [71B] in het hoofdproduct geeft de door het PT100 element gemeten temperatuur weer, met een resolutie van 1 graad voor alle PT100ingangen.
20
Aansluitingen en functies
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
3.4.2
PT100 aansluitvoorbeeld
Er zijn drie PT100-kanalen beschikbaar voor temperatuurmeting. Alle drie de PT100 circuits (X1, pin 1-8 en X2, pin 11-14) kunnen als een 4-draadse ingang worden gebruikt, die gebruikt kan worden voor nauwkeurig meten om fouten te voorkomen als gevolg van extra weerstand in de gebruikte aansluitbedrading.
11
12
13
14
X2
PT100 sensor
1
2
3
4
5
6
7
8
X1
PT100 sensor
Afb. 15 PT100-sensors aansluiten voor 4-draads temperaturre meting. LET OP: Voor een juiste 4-draadse temperatuurmeting is het belangrijk dat Voeding_x+ aangesloten is op PT100_x+ en Voeding_x- aangesloten is op PT100_x-.
Het is ook mogelijk om de 4-draads ingang als een 2-draads ingang te gebruiken. Plaats in dit geval een draabrug tussen Voeding+ en PT100_1+ en
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Aansluitingen en functies
21
+ 10 0_ 1Vo ed in g_ 1-
_1
PT
10 0
PT
Vo ed i
ng _1 +
een draabrug tussen Voeding- en PT100_1-. Zie de onderstaande figuur.
1
X1 PT100 sensor
Afb. 16 Een 4-draadse ingang als een 2-draadse ingang gebruiken.
Thermisch motor beveiliging Als de PT100 functie is gekozen door het instellen van de functie PT100 of PTC+PT100 in menu [234] en de juiste motor isolatie klasse is ingesteld in menu [235] zal deze PT100 functie automatisch de aangesloten motor beveiligen tegen thermische overbelasting.
Proces waarde Indien in menu [321] de PT100 functie is gekozen, wordt het PT100 element gebruikt voor het terugkoppelen van de actuele proces temperatuur om een optimale temperatuur regeling te realiseren.
Bewaking Wanneer PT100_1, PT100_2 of PT100_3 is geselecteerd als een Comparator waarde in menu [611] of [614] kan het met de bijbehorende PT100 gemeten temperatuur nivo worden bewaakt. Deze analoge comparator kan een (alarm) signaal geven via een Digitale Uitgang of Relais. Het signaal kan ook worden gebruikt om een aktie te starten in combinatie met de comparator en de Virtuele Verbindingen. Zie de gebruiksaanwijzing van het hoofd product voor verdere informatie.
22
Aansluitingen en functies
CG Drives & Automation 01-5920-03r0
Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.cgglobal.com / www.emotron.com
CG Drives & Automation, 01-5920-03r0, 2012-03-01
CG Drives & Automation Sweden AB