Projectplan: Aanval op bijstand
mei 2011 afdeling Werk en Welzijn Joost van der Kooij Piet Schepers Karin Streefkerk - Simmers Catalijne Kraijo Menno Tijnagel Afdeling Maatschappelijk Ontwikkeling Erin van Broekhuisen
Inhoudsopgave Samenvatting
3
Voorwoord
5
Leeswijzer
5
1
Inleiding
6
1.1
De ontwikkeling van het uitkeringsbestand
6
1.2
Achtergrond
6
2
Doelstelling
8
2.1
Monitoring resultaten
9
3
Deelproject 1: Arbeidsmarktaansluiting
10
3.1
Interventie 1: Vraaggerichte re-integratie
10
3.2
Interventie 2: Inzet beroepsgerichte scholing (BBL)
13
3.3
Overige acties
15
4
Deelproject 2: Inzet Wwb-ers binnen de uitvoering van maatschappelijke taken, waaronder de uitvoering van Wmo
17
4.1
Interventie 1: De alfacheque
17
4.2
Interventie 2: Groenonderhoud Baanstede met inzet Wwb-ers
18
4.3
Overige acties
18
5
Deelproject 3: Handhaving
19
5.1
Interventie 1: Inzet van 2 fulltime handhavers
19
5.2
Interventie 2: Work First aan de poort
21
5.3
Interventie 3: Communicatieoffensief
21
5.4
Overige acties
23
6
Financiële paragraaf
24
Projectplan Aanval op bijstand
2
Samenvatting Aanleiding Op 22 maart is in het college besproken een voorstel in de kadernota op te nemen waarin de gemeenteraad wordt gevraagd middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van het terugdringen van het bestand WWB/WIJ, een zogenaamde ‘aanval op de bijstand’. Dit plan is een uitwerking naar aanleiding van het akkoord van de gemeenteraad hierop. In de kadernota is aangegeven dat rekening is gehouden met een verdere groei van het aantal bijstandscliënten. Het bestand is toegenomen en daalt nauwelijks. Deze autonome ontwikkeling kost de gemeente 1-2 miljoen per jaar over de periode 2012-2015. Binnen het nieuwe financiële perspectief is het mogelijk een nieuwe aanval op het uitkeringsbestand te doen met gebruikmaking van oude en nieuwe methoden en inzichten. De melding die in de kadernota is gedaan is inmiddels achterhaald. Het uitkeringsbestand is in april 2011 opgelopen tot 1.140 uitkeringen. De noodzaak van een aanval op bijstand is met name nu aanwezig om zodoende te anticiperen op de verdere groei van het uitkeringsbestand en hiermee het bestand te stabiliseren tot ca. 1.025 uitkeringen in 2014. Financieel perspectief Zoals in onderstaande tabellen wordt aangegeven, voorziet deze aanval in het dempen van de verdere groei die wordt verwacht. Huidige meerjarenbegroting, inclusief kadernota Jaar 2011 2012 2013 2014 1 € 13.719.614 € 13.346.541 € 12.922.281 € 12.922.281 Inkomsten € 14.098.000 € 13.965.000* € 13.632.500* € 13.632.500* Uitgaven 1.060 1.050 1.025 1.025 Uitkeringsbestand
2015 € 12.922.281 € 13.632.500* 1.025
Prognose meerjarenbegroting, zonder interventies Jaar 2011 2012 2013 2014 € 13.719.614 € 13.719.614 € 13.421.361 € 13.421.361 Inkomsten € 15.295.000 € 15.295.000 € 14.962.500 € 14.962.500 Uitgaven 1.150 1.150 1.125 1.125 Uitkeringsbestand
€ 13.421.361
Prognose meerjarenbegroting, met interventies Jaar 2011 2012 2013 2014 € 13.719.614 € 13.719.614 € 13.421.361 € 13.421.361 Inkomsten € 14.962.500 € 13.765.500 € 13.433.000 € 13.433.000 Uitgaven 1.125 1.035 1.010 1.010 Uitkeringsbestand
€ 13.421.361
2015 € 14.962.500 1.125
2015 € 13.433.000 1.010
* inclusief de melding van €665.00 genoemd in de kadernota. 1
Inkomsten 2012 -2015 zijn geprognosticeerd op basis van inkomsten 2011. Het is nog onduidelijk hoe het macrobudget eruit ziet en hoe het Ministerie de verdeelsleutel gaat hanteren voor aankomende jaren. De inkomsten zijn inclusief budget voor IOAW,IOAZ,Bbz. Voor WWB/WIJ bedragen de inkomsten ca € 12.900.000 (2011)
Projectplan Aanval op bijstand
3
Waarop gaan we investeren? a) Arbeidsmarktaansluiting Met de middelen die de raad beschikbaar zou stellen voor dit project kan er een behoorlijke impuls aan de werkgeversaanpak worden gegeven. Er spelen diverse ontwikkelingen die afstemming op elkaar behoeven. Binnen dit project worden de volgende activiteiten opgestart: Vraaggerichte re-integratie (vraag van de werkgevers als uitgangspunt) Beroepsgerichte scholing (BBL-trajecten) Communicatieoffensief (beeldvorming en voorbeeldrol van de gemeente) Netwerkmakelaar (acquisitie leerwerkplekken) Bemiddelaar (bemiddeling & matchen van vacatures en cliënten) Overige activiteiten (software, personele ondersteuning) b) Mogelijkheden van Wwb-cliënten binnen de uitvoering van maatschappelijke taken, waaronder de uitvoering van werkzaamheden in de Wmo Met dit deelproject wordt ingezet op benutting van de hefboomwerking tussen uitvoering van taken en kosten vanuit de Wmo en de Wwb. Mogelijkheden om Wwb-cliënten in te zetten voor maatschappelijke taken worden benut. Binnen dit deelproject worden de volgende activiteiten opgestart: Alfacheque (inzet van Wwb-cliënten voor Hulp bij Huishouden) Groenonderhoud door Baanstede met inzet van Wwb-ers Onderzoek naar andere mogelijkheden voor inschakeling van de doelgroep voor vergelijkbare werkzaamheden in de stad. c) Handhaving als uitstroominstrument Handhaving is een doeltreffend instrument dat aangewend kan worden om een verlaging van het uitkeringsbestand te realiseren. Naast de reguliere activiteiten wordt een aantal extra activiteiten vanuit het project aanval op bijstand voorgesteld:
Inzet van 2fte handhaving (extra huisbezoeken, posten, bestandsonderzoek) Work First instrument aan de poort Training van de medewerkers Communicatieoffensief
Welke resultaten gaat dit project opleveren? Deelproject Arbeidsmarktaansluiting Inzet Wwb-ers voor uitvoering van maatschappelijke taken, waaronder de Wmo Handhaving Totalen
Projectplan Aanval op bijstand
Kosten € 925.000
Besparing 65 uitkeringen
€ 100.000
-
€ 470.000
50 uitkeringen
€1.495.000
115 uitkeringen
4
Voorwoord Zoals in de samenvatting is aangegeven is in het college eind maart besproken een voorstel aan de gemeenteraad te doen om €1,5 miljoen uit de algemene reserve beschikbaar te stellen teneinde het uitkeringsbestand te verlagen. Met dit projectvoorstel wordt een structurele verlaging van 115 bijstandsuitkeringen beoogd die doorwerkt in een verlaging van de netto kosten van de bijstand. Aanvankelijk werd de besparing in de kadernota op €1,1 miljoen geraamd. Nadere uitwerking van dit projectplan laat zien dat een besparing van 115 uitkeringen zal opleveren. Een besparing 115 uitkeringen levert €1,5 miljoen op.
Leeswijzer Deze notitie schetst eerst de aanleiding voor de deelprojecten die in dit projectplan zijn geformuleerd. Vervolgens wordt de achtergrond geschetst waartegen deze projecten ingezet gaan worden. In hoofdstuk 2 wordt de doelstelling van dit project benoemd. De daaropvolgende hoofdstukken 3, 4 en 5 geven per deelproject aan welke interventies het omvat, welke resultaten er worden gerealiseerd en hoe lang het betreffende project duurt. Tot slot treft u een opsomming van alle interventies en kosten aan in de financiële paragraaf, hoofdstuk 6.
Projectplan Aanval op bijstand
5
1
Inleiding
Om een structurele besparing op het uitkeringsbestand te realiseren wordt ingezet op een verlaging van het uitkeringsbestand met 115 cliënten. Dit levert structureel € 1,5 miljoen op. De realisatie van dit projectvoorstel zal van 2011 tot 2013 lopen. De verwachting is dat zonder nadere maatregelen het aantal uitkeringen gemiddeld 50 per jaar hoger zal liggen dan geraamd in de begroting. De aanval op bijstand is gericht op het terugdringen van de te verwachte toename op het uitkeringsbestand naar een bestand met een omvang van ca. 1.025 uitkeringen in 2014. Deze marge wordt genoemd omdat nog onduidelijk is hoe het bestand zich werkelijk zal ontwikkelen ten opzichte van de prognose. In dit projectplan wordt in drie deelprojecten geïnvesteerd: 1) arbeidsmarktaansluiting; 2) de mogelijkheden van Wwb-ers binnen de uitvoering van maatschappelijke taken 3) handhaving als uitstroominstrument. Waar mogelijk en effectief wordt voor dit project gekozen voor nieuwe benaderingen en inzichten. van buiten af benaderen: we moeten partijen/werkgevers een (primaire) rol geven, inschakelen en verbinden; meer verantwoordelijkheid en regelmogelijkheden van de cliënt leiden tot beter resultaat; de hefboomwerking tussen de uitgaven Wwb en Wmo benutten: inzet van uitkeringsgerechtigden ten behoeve van ondersteuningstaken op andere beleidsterreinen / doelgroepen (bijv. Wsw en Wajong).
1.1
De ontwikkeling van het uitkeringsbestand
In januari 2010 zijn 1.001 Wwb-uitkeringen verstrekt (dit aantal is niet gelijk aan het aantal mensen in het bestand; sommige uitkeringen zijn namelijk voor twee personen in een huishouden). Eind 2010 lag dit aantal op 1.056, en eind maart 2011 zijn er 1.140 Wwb-uitkeringen verstrekt. In de volgende paragraaf wordt deze (tijdelijke) trend verder toegelicht.
1.2
Achtergrond
Conjuncturele ontwikkeling De effectindicatoren op het beleidsveld Werk en Inkomen hebben in 2010 sterk onder druk gestaan. Het Ministerie SZW heeft forse bezuinigingen doorgevoerd op het participatiebudget 2010-2014, waardoor er minder werk- en begeleidingstrajecten konden worden ingezet. Daarnaast is er nog steeds sprake van een economische crisis, hoewel deze in grote lijnen wel aan het afnemen is. Opvallend is dat het aantal werkzoekenden in 2010 landelijk is gedaald ten opzichte van 2009 met -3,4%, terwijl
Projectplan Aanval op bijstand
6
het in de regio Zaanstreek-Waterland juist is gestegen met 7,8%. De groei van werkzoekenden in de regio is te wijten aan een redelijk ongunstig economische structuur (hoog aantal medewerkers met uitzendcontracten) en een daling van het aantal banen en vacatures in conjunctuurgevoelige sectoren, zoals de bouw en de industrie. Dit vinden we terug in de volumeontwikkeling. In 2010 is het aantal uitkeringen gestegen van 951 in 2009 naar 1056 in 2010; een stijging van 11%. De landelijke stijging over 2010 ligt lager, namelijk 9,3 %. Financiële ontwikkeling 2 Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. Het aantal cliënten laat zich niet eenvoudig exact schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Alvorens deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de Werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. Het aantal cliënten is in de begroting voor de komende jaren verhoogd. Onzeker is hoelang de periode van economische verslechtering aanhoudt en hoe landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel wordt bijgesteld. De omvang van de rijksbijdrage (inkomensdeel) Wwb wordt driemaal per jaar bijgesteld door de rijksoverheid. In het verdeelsysteem voor de rijksbijdrage is sprake van een aanpassing aan de landelijke omvang van de Wwb en wordt de daling of stijging van het aantal cliënten op het niveau van een individuele gemeente niet direct verwerkt. Het verdeelsysteem dempt de schommelingen in de tijd. Voor de langere termijn (2012 en verder) is in kadernota uitgegaan van een landelijke daling van de bijstand, een heel beperkte daling in Purmerend en een gelijk blijvende rijksbijdrage. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, zal in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Meer informatie over de werking van het Wwb-macrobudget treft u in hoofdstuk 6. Afbouwen Waterlandbanen Medio 2010 is begonnen met het afbouwen van de Waterlandbanen. Dit instrument is in een financieel gunstige periode ontwikkeld om enerzijds de middelen voor re-integratie (P-budget, voorheen werkdeel) voldoende benutten en daardoor, anderzijds een besparing op het inkomensdeel te realiseren. Met de forse bezuinigingen op het participatiebudget werd het in 2010 al noodzakelijk deze constructie te beëindigen, om zodoende het participatiebudget niet te overschrijden. Deze maatregel heeft ook een keerzijde die terug te zien is in de ontwikkeling van het uitkeringsbestand. Cliënten waarvan de Waterlandbaan (arbeidsovereenkomst) niet werd verlengd, vallen na gebruikmaking van hun opgebouwde WW-rechten terug in een Wwb-uitkering. Dit is deels een verklaring voor de toename van het aantal Wwb-cliënten. 2
Kadernota 2012 - 2015, versie 1.0 / 29 maart 2011
Projectplan Aanval op bijstand
7
2
Doelstelling
Doel van dit projectvoorstel is om in de jaren 2011 tot 2013 een structurele besparing van 115 uitkeringen op het uitkeringsbestand te realiseren. De besparing van 115 Wwb-uitkeringen levert de gemeente jaarlijks € 1,5 miljoen op. Deze berekening is gebaseerd op een gemiddelde uitkering ter hoogte van €13.300 per cliënt. Wanneer spreken we over een structurele besparing? We spreken over een structurele besparing wanneer een cliënt 1 jaar of langer uit de uitkering is. Er zijn tal van voorbeelden te noemen wanneer we over een structurele besparing spreken en wanneer niet. Onderstaande voorbeelden illustreren welke definitie we hanteren in dit projectvoorstel. Structurele besparing Wanneer een cliënt door de inzet van een BBL-opleiding 3 vast in dienst wordt genomen door het bedrijf waar de cliënt werkzaam is, is er sprake van een structurele besparing. De gemeente financiert in deze interventie de opleiding en zo nodig in het begin van het traject een deel van de loonkosten. Als de cliënt in dienst wordt genomen heeft de gemeente geen kosten meer aan opleiding en de uitkering. In dit voorbeeld is sprake van een structurele besparing. Niet structurele besparing Een verloningsconstructie waarbij de gemeente het loon van een cliënt gedurende een periode financiert is niet structureel. Deze cliënt zal na deze periode immers weer aanspraak op de bijstand moeten maken, eventueel voorafgaand aan een periode waarin de cliënt van zijn opgebouwde WW-rechten gebruik heeft gemaakt. Middels deze constructie wordt weliswaar een uitkering bespaard gedurende de werkzame periode van de cliënt, maar de gemeente financiert het loon van de cliënt. Kortom, deze constructie leidt niet tot een structurele besparing op de uitkering. Ook kunnen cliënten gedeeltelijk uitstromen door bijvoorbeeld een gedeeltelijke arbeidsbetrekking van 20uur te aanvaarden. Ook deze vorm van uitstroom telt door in de besparing die we op het uitkeringsbestand realiseren.
3
BBL is een combinatie van werkend leren en een opleiding binnen een bedrijf. Naast een baan volgt de deelnemer een of twee dagen in de week lessen bij een onderwijsinstelling. Om een BBL-opleiding te volgen, moet de deelnemer een baan hebben bij een leerbedrijf (dat door de brancheorganisatie wordt erkend).
Projectplan Aanval op bijstand
8
2.1
Monitoring resultaten
Gedurende de looptijd van dit project worden op de drie deelprojecten de resultaten gemonitord. Deze resultaatbewaking op cliëntniveau loopt tot 2014. Naast de monitoring op deelprojectniveau en daarmee ook cliëntniveau wordt in de programmarekening inzichtelijk gemaakt hoe de in- en uitstroom van het uitkeringsbestand zich gaat ontwikkelen. Over de aanval op bijstand zal apart in programmarekening worden gerapporteerd. Na vaststelling van dit projectplan door de gemeenteraad worden verdere uitvoeringsplannen gemaakt om de activiteiten goed in de organisatie te verankeren en de resultaatbewaking daarvan te borgen. Via de bestuursrapportage wordt door het college gerapporteerd aan de raad of de uitvoering van het plan op schema ligt of dat er sprake is van afwijkingen.
Projectplan Aanval op bijstand
9
3
Deelproject 1: Arbeidsmarktaansluiting
De groei van werkzoekenden in de regio is te wijten aan een redelijk ongunstig economische structuur: Waterland is vooral een woonomgeving met relatief minder economische bedrijfsactiviteiten en meer afhankelijk van andere regio's. Verder dalen het aantal vacatures in de regio in conjunctuurgevoelige sectoren als de bouw, industrie en MKB. Bij het arbeidsaanbod zijn ongunstige factoren: relatief hoog aantal medewerkers met uitzendcontracten (zij worden als eerste ontslagen), relatief hoog aantal laagopgeleiden (terwijl het aandeel banen op het lagere beroepsniveau structureel steeds kleiner wordt in alle sectoren). Vooral jongeren profiteren van het economisch herstel. Het dichtbijgelegen Amsterdam herstelt zich erg goed qua werkgelegenheid na de kredietcrisis. Er zijn grote pendelstromen vanuit de randgemeenten naar Amsterdam. Onderzoek heeft echter aangetoond dat dit voornamelijk de hoger opgeleiden zijn die naar omliggende regio's pendelen voor werk. Naar de regionale arbeidsmarktontwikkeling zal nog aanvullend onderzoek worden gedaan. Het deelproject "Werkgeversaanpak" moet vooral een praktisch uitvoerend project worden. In het project kunnen ideeën die eerder bij van buiten naar binnen bij de gemeente gelanceerd zijn een plek krijgen en concreet uitgewerkt worden. Er wordt op een aantal zaken geïnvesteerd, waarvan een deel tot direct resultaat leidt, zoals bijvoorbeeld de inkoop van BBL-trajecten en het project 'vraaggerichte re-integratie'. Andere acties binnen dit deelproject zullen niet direct harde resultaten tot gevolg hebben maar geven een impuls aan onze huidige inspanningen op het gebied van de werkgeversaanpak. Er wordt met name ook in de communicatie geïnvesteerd om een positieve beeldvorming van de gemeente als werkgever en 'uitzendorganisatie' neer te zetten.
3.1
Interventie 1: Vraaggerichte re-integratie
Waar voorheen door de gemeente werd bedacht wat werkgevers nodig hebben en welke bijstandscliënten ze een werkplek kunnen bieden, laten we dit onder een aantal randvoorwaarden bij de werkgever(s). Dit vraagt om een open benadering naar werkgevers. Volgens de Raad voor Werk en Inkomen is vraaggerichte re-integratie een effectief instrument om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen. Met het instellen van een (regionale) subsidieregeling biedt de gemeente aan sectoren, branches en het regionale bedrijfsleven de kans om met creatieve voorstellen te komen. Het uitgangspunt van de regeling is de vraag op de arbeidsmarkt. De enige beperking voor de werkgever is dat een Wwb- of WIJ-cliënt geplaatst moet worden, verder moet de werkgever geen beperkingen voelen. Bij vraaggerichte re-integratie maakt de gemeente afspraken met sectoren of bedrijven om werkzoekenden te begeleiden naar (te verwachten) vacatures. Het uitgangspunt hierbij is dat samenwerking met de vraagzijde van de arbeidsmarkt
Projectplan Aanval op bijstand
10
(werkgevers, al dan niet sectoraal of regionaal georganiseerd) essentieel is om werkzoekenden duurzaam op beschikbare of toekomstige vacatures te plaatsen. De vacature en de passende invulling hiervan staat centraal. Vraaggerichte reintegratieprojecten vormen een essentieel smeermiddel voor de werking van de arbeidmarkt: het combineert een effectieve manier van re-integreren met het oplossen van personeelstekorten. Nadat het functieprofiel door de werkgever is opgesteld gaat de gemeente binnen het uitkeringsbestand op zoek naar geschikte, gemotiveerde kandidaten. Deze kandidaten kunnen door middel van korte re-integratietrajecten zoals scholing worden voorbereid en ondersteund. De personeelsvraag van de werkgever is leidend bij het inzetten re-integratieactiviteiten. Hierna worden de deelnemers gematcht op een vacature bij de werkgever of in de sector. Er zijn vele varianten mogelijk, zowel als project als ook op individuele basis. Soms is er een re-integratiebedrijf bij betrokken, soms niet. Soms treedt een kandidaat al meteen in dienst en volgt de scholing daarna. Soms vindt de scholing op de werkvloer plaats, soms in een meer schoolse omgeving. Maar het uitgangspunt blijft steeds: de vraag op de arbeidsmarkt. De gemeente Purmerend wil deze vorm van re-integratie aanwenden om een impuls te geven aan de werkgeversaanpak. De gemeente Purmerend wil ongeveer 20 werkgevers uitnodigen om met creatief plan te komen waarin de werkgever aangeeft op welke wijze hij x-aantal bijstandsgerechtigden structureel (minimaal 1 jaar) aan het werk helpt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen werkgevers waar meer dan 25 werknemers werken en werkgevers die minder dan 25 werknemers in dienst hebben. Bedrijven met 25 of meer werknemers in dienst worden actief benaderd. Voor dit project wordt een bonus ter hoogte van € 20.000 uitgekeerd aan de werkgever die de meeste uitstroom realiseert. Ook hierin wordt onderscheid gemaakt tussen de bedrijven die meer of minder dan 25 werknemers in dienst hebben. Alvorens gestart wordt met de uitvoering van dit project wordt een aantal grote werkgevers uitgenodigd om te inventariseren welke (personeels)behoefte er bestaat bij hen. Deze informatie wordt meegenomen bij de uitvoering van dit project. Om werkgevers optimaal te kunnen bedienen met vragen over het project, ondersteuning, etc. wordt één aanspreekpunt binnen de gemeente aangesteld. Deze functies (netwerkmakelaar en werkbemiddelaar) worden ook in dit deelproject opgevoerd. Aantallen Kosten Resultaat Planning
: 40 cliënten : € 550.000 : besparing van 40 uitkeringen : vanaf vaststelling raad tot 2013
Projectplan Aanval op bijstand
11
Randvoorwaarden matchen & plaatsingen op re-integratietrajecten Matching cliënt / vacature Wanneer de werkgevers bereid zijn gevonden zich te committeren aan deze gezamenlijke doelstelling, wordt er van de gemeente verwacht op zeer korte termijn met geschikte cliënten voor de vacatures te komen. Alle Wwb-cliënten zijn inmiddels ingedeeld op de treden van de participatieladder. Dit instrument geeft inzicht in de mate van participatie van de cliënt, welke interventie passend is en geeft hiermee ook de afstand tot de arbeidsmarkt weer. De participatieladder is onder andere één van de instrumenten die gebruikt gaat worden voor de matching tussen cliënt en vacature. Daarnaast worden ook alternatieve matchingsmethoden opgestart. Voorwaarde voor een match is dat cliënt bij de vacature past en vice versa. Wat gaan we verder doen om dit zoveel mogelijk te bevorderen. Bestandsanalyse, welk profiel hebben de cliënten op trede 4b. Cliënten met up to date profielschets worden bij Bureau Werk aangemeld. Inzetten op het bewerkstelligen van de juiste mindset bij de casemanager en cliënt. Ook een HBO'er kan aan het werk in de schoonmaakbranche zolang hij nog niets anders heeft. Cliënt moet ook daadwerkelijk klaar zijn op het moment dat hij ter bemiddeling aangemeld wordt bij Bureau Werk. Plaatsingsafspraken voor uitkeringsgerechtigden maken met het door de gemeente gecontracteerde uitzendbureau. Matchingsoftware Wbs (applicatie UWV Werkbedrijf) Om tot een succesvolle matching te komen heeft het UWV Werkbedrijf software beschikbaar waarmee op relevante kenmerken (geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, etc.) een match gemaakt kan worden tussen vacature en cliënt. Dit instrument is meer dan de participatieladder specifiek voor matching geschikt. Deze software is op dit moment beperkt beschikbaar voor de gemeente. Een match zou gemakkelijker tot stand kunnen komen wanneer de casemanagers toegang tot dit systeem hebben en gegevens van hun cliënten in het systeem vullen. Kosten Resultaat Planning
: € 10.000 : efficiëntere matching cliënten op vacatures : vanaf vaststelling raad - tot 2013
Aanmeldingen overige re-integratietrajecten Naast deze aanvullende interventies is extra ondersteuning bij de plaatsing van cliënten op re-integratietrajecten gewenst. Het betreft hier in eerste instantie trajecten waarbij groepen cliënten aangemeld moeten worden om te kunnen starten met het traject. Er worden op dit moment nog onvoldoende cliënten aangemeld op de reguliere re-integratietrajecten. Normaliter komt een aanmelding tot stand door na een (intake)gesprek met de casemanager. Op deze werkwijze kunnen geen grote groepen cliënten op trajecten worden geplaatst. Ook is deze manier van plaatsing
Projectplan Aanval op bijstand
12
weinig vraaggericht en ligt het initiatief voor plaatsing op het re-integratietraject bij de casemanager. Daarom wordt aan de raad voorgesteld middelen beschikbaar te stellen om op vernieuwende manieren aanmeldingen en plaatsingen te realiseren. Er wordt op periodieke basis (bijv. 1x per kwartaal) een re-integratiemarkt georganiseerd voor cliënten en re-integratiebedrijven. Het doel van deze markt is om enerzijds grote groepen cliënten te kunnen bedienen en anderzijds de cliënt meer verantwoordelijkheid en keuzemogelijkheid in zijn re-integratietraject te laten ervaren. Uitgangspunten bij deze werkwijze zijn: Cliënt moet keuzemogelijkheid ervaren De verantwoordelijkheid voor het traject ligt bij de cliënt Zo efficiënt mogelijk grote groepen cliënten kunnen bedienen Re-integratiebedrijven moeten hierdoor meer betrokken raken Kosten Resultaat Planning
: € 75.000 : efficiënte inrichting aanmeldproces : vanaf vaststelling raad - tot 2013
Financiering versus structurele plaatsing Om de werkgever te prikkelen over te gaan tot een structurele plaatsing wordt een financieringsconstructie gehanteerd waarbij de werkgever pas aanspraak kan maken op een substantieel deel van de financiering wanneer de cliënt daadwerkelijk is geplaatst. Er wordt bijvoorbeeld tot maximaal 50% voorgefinancierd en het resterende deel na plaatsing. Hierin kan nog gevarieerd worden met de relatie tussen de financiering en de plaatsingsduur. Bijvoorbeeld 50% voorfinanciering, 25% bij een plaatsing van 1 jaar en 25% bij een plaatsing van anderhalf jaar. Eventueel kan (pas na vaststelling van het participatiebeleid) een loonkostensubsidie als aanvullend instrument worden ingezet.
3.2
Interventie 2: Inzet beroepsgerichte scholing (BBL)
Jongeren via een branchegericht leerwerktraject waarbij opleiding en werkervaring gecombineerd worden, toeleiden naar een reguliere baan met baangarantie. Jongeren krijgen gedurende het traject: aanstelling binnen het bedrijf en zodoende werkervaring opdoen in de praktijk (met of zonder salaris); een erkende beroepsopleiding opleiding (MBO niveau 1 t/m 4); uitstroom naar reguliere baan (met baangarantie). Het aantal plaatsingen is afhankelijk van vraag en aanbod in de betreffende branche. De branchegerichte trajecten moeten de volgende onderdelen bevatten: werkervaringsplek; opleiding tot startkwalificatie of relevant beroepsgericht kwalificatieniveau; baangarantie na traject bij positief afronden;
Projectplan Aanval op bijstand
13
In deze constructie wordt een financieringsstructuur gehanteerd op basis van de no cure less- of no cure no pay clausule. Hiermee wordt het financiële risico bij de opdrachtnemer gelegd. Aantallen Kosten Resultaat Planning
: 15 cliënten : € 100.000 : besparing van 15 uitkeringen : vanaf vaststelling raad tot 2013
Projectplan Aanval op bijstand
14
3.3
Overige acties
Communicatieoffensief: Er wordt in samenwerking met afdeling Communicatie een communicatieplan opgesteld waarin minimaal de volgende punten worden verwerkt: Verzamel een aantal werkgevers die succesvol bezig zijn met Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) en gebruik hen als boegbeeld. Bekende sociale werkgever is bv. HAK wegenbouw, AH, Rabobank. Communicatie over "lokaal werkgevers contactpunt" (Gemeente Purmerend, UWV, Baanstede). Maak gebruik van Sociale media bij het profileren van de gemeente Purmerend (Twitter, Facebook, Hyves) Radio Purmerend Netwerkdag Baanstede/Gemeente Purmerend/UWV Werkbedrijf Succesverhaal van cliënt Promotiefilm met medewerking van Shoot (met inzet bijstandscliënten) Maak een informatiepagina op de gemeentelijke website voor werkgevers Gebruikmaking van vakbonden om werknemers te bereiken. Gebruikmaking van de website Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek - Waterland Gebruikmaking van de website servicepunt leren en werken Zaanstreek - Waterland Kosten Resultaat Planning
: € 50.000 : profilering van de gemeente in de werkgeversaanpak : vanaf vaststelling raad - tot 2013
Netwerkmakelaar: Zoals onder de interventie "vraaggerichte re-integratie" omschreven wordt, zal deze functionaris voor een groot deel belast worden met de coördinatie van dit project. Verder ligt de focus binnen deze functie op het verwerven van plekken voor cliënten die wat lager op de participatieladder staan. Deze functie wordt nu vervuld vanuit het actieplan jeugdwerkloosheid. De financiering hiervan loopt tot 2012. Taken van deze functionaris zullen ondermeer bestaan uit: ontwikkelen van een integrale werkgeversbenadering voor de regio Waterland (in samenwerking met het UWV/Bureau Werk); acquisitie en netwerken namens de gemeente werven van leerwerkplekken (BBL) en reguliere banen Deze functionaris is verantwoordelijk voor het genereren van leerwerkplekken. De bemiddeling naar de leerwerkplekken wordt door Bureau Werk uitgevoerd. Kosten Resultaat Planning
: € 70.000 : acquisitie van 100 (leer)werkplekken : begin 2012 tot 2013
Projectplan Aanval op bijstand
15
Werkbemiddelaar: Deze functionaris zal de plekken welke bovengenoemde netwerkmakelaar genereert gaan matchen met de cliënten en ondersteuning bieden aan geplaatste cliënten. Deze functie wordt tot 2012 vanuit het actieplan jeugdwerkloosheid gefinancierd. Vanuit dit actieplan jeugdwerkloosheid ligt de focus binnen deze functie voornamelijk op jongeren met enige afstand tot de arbeidsmarkt. Voor de aanval op bijstand wordt vooralsnog geen specifieke doelgroep aangewezen waarop deze functionaris zich moet richten. Tevens zal deze functionaris de netwerkmakelaar ondersteunen bij werkzaamheden die vanuit de eerste interventie, vraaggerichte re-integratie nodig zijn. extra ondersteuning cliënten met afstand tot de arbeidsmarkt met (lichte) ondersteuningsbehoefte; extra, kortdurende intensieve begeleiding om cliënten te plaatsen op werk. de vraag en de motivatie voor passende arbeid van de cliënt staat centraal. Kosten Aantal cliënten Resultaat Planning
: € 70.000 : 10 tot 30 cliënten : besparing van 10 uitkeringen : begin 2012 tot 2013
Projectplan Aanval op bijstand
16
4
Inzet Wwb-ers ten behoeve van maatschappelijke taken
Met dit deelproject wordt onder andere ingezet op een koppeling tussen Wmo en Wwb. De meest succesvolle variant hiervan zorgt voor enerzijds uitstroom uit het uitkeringsbestand en anderzijds voor terugdringing van de kosten met betrekking tot de Wmo. Maar met name wordt verder naar mogelijkheden gezocht om Wwb-ers in te zetten voor maatschappelijke taken, zoals bijvoorbeeld (een deel van) het groenonderhoud in de stad.
4.1
Interventie 1: De alfacheque
Waar Wmo-geïndiceerden voor hulp bij het huishouden (HbH) tot nu toe twee keuzes hebben om hun HbH af te nemen, hulp in natura of in de vorm van een Persoonsgebonden budget (Pgb), komt er nu een derde variant bij, te weten de alfacheque. Dit systeem is afkomstig van de gemeente Tilburg. Wanneer een Wmo-cliënt kiest voor de alfacheque, worden deze op naam uitgegeven door het WSW-bedrijf. Deze kunnen vervolgens door de Wmo-cliënt worden gegeven aan de alfahulp en de alfahulp levert deze vervolgens in bij het WSW-bedrijf, welke ook de uitbetaling aan de alfahulp verzorgt. Wmo-cliënten kunnen hun alfahulp zelf aanleveren of alfahulpen kunnen zichzelf rechtstreeks melden bij het WSW-bedrijf. In dit specifieke voorbeeld wordt het WSW-bedrijf ingezet. Er zijn ook andere partijen, zoals bijvoorbeeld de huidige contractpartijen die HbH leveren, die deze constructie kunnen uitvoeren. Het (WSW)bedrijf voert 3 functies uit, te weten: 1. de informatiefunctie voor Wmo-cliënt en alfahulp 2. de bemiddelingsfunctie Werving en selectie van alfahulpen Bemiddeling van alfahulpen en Wmo-cliënten Het opmaken van de arbeidsovereenkomst tussen cliënt en alfahulp 3. de kassierfunctie Aanmelding bij het CAK voor de eigen bijdrage Drukwerk van de dienstencheques aan Wmo-cliënten Controle van de dienstencheques bij inlevering door alfahulp (op handtekening en nummer) Uitbetaling van de alfahulpen op basis van de ingeleverde dienstencheques. Deze constructie wordt op haalbaarheid onderzocht. Hier is wel enige voorbereidingstijd voor benodigd. Zo is nog onduidelijk of het Purmerendse WSW-bedrijf Baanstede dit kan uitvoeren. Tevens zal er aan de beleidskant van de Wmo nader kunnen worden onderzocht wat de mogelijkheden als gemeente zijn om Wmo-cliënten meer te sturen dan wel te verplichten als eerste gebruik te maken van de alfacheque en niet voor de reguliere natura hulp dan wel het Pgb.
Projectplan Aanval op bijstand
17
Naast bovengenoemde bemiddelingsmogelijkheden kan uitstroom van uitkeringen ook gegenereerd worden door deelproject 1 werkgeversaanpak te benutten. Meer specifiek gaat het er dan om zorgaanbieders te verleiden tot eerstgenoemde interventie in dit projectvoorstel, vraaggerichte re-integratie.
4.2
Interventie 2: Groenonderhoud Baanstede met inzet Wwb-ers
Gemeente Purmerend heeft een overeenkomst met Baanstede voor een deel van het groenonderhoud binnen de stad. Binnen de bestaande situatie worden deze werkzaamheden door medewerkers die middels een uitzendbureau geworven zijn ingevuld. Deze werkzaamheden kunnen door bijstandscliënten worden uitgevoerd. Ook wordt gedacht aan oud-Waterlandbaners. Deze mensen maken nu van de WW gebruik en komen na gebruikmaking van hun WW in een aantal gevallen in de bijstand terecht. Vooruitziend op deze ontwikkeling kunnen de oud-Waterlandbaners op deze banen worden geplaatst, zodat deze mensen niet direct de uitkering in stromen. Verder kan deze constructie in samenwerking met het Altracollege worden ingevuld. Bij een eerste inschatting lijken dit geschikte plekken voor jongeren die op het Altracollege zitten.
4.3
Overige acties
Behalve bovengenoemde interventies wordt er breder naar mogelijkheden gezocht om Wwb-cliënten in te zetten voor maatschappelijke taken. Wwb-cliënten kunnen bijvoorbeeld, zoals gemeente Amsterdam dit vormgeeft, ingezet worden voor het digitaliseren van het gemeentearchief. Er wordt ook gedacht aan het opruimen van zwerfvuil. Deze activiteit is overigens niet in het contract met Baanstede ondergebracht. Kortom, zo zijn er diverse mogelijkheden om Wwb-cliënten in te zetten voor maatschappelijke taken. Ook worden de contracten die de gemeente Purmerend met private partners naar aanleiding van een aanbesteding afsluit, benut om Wwb-cliënten te plaatsen op (werk)ervaringsplekken. Deze constructie is verankerd in het gemeentelijk inkoopbeleid; social return on investment. Kosten Resultaat Planning
: € 100.000 (alle interventies binnen dit deelproject) : ntb, besparing valt niet direct in uitkeringen te herleiden : vanaf vaststelling raad tot 2013 (en verder)
Het is op dit moment niet goed mogelijk om besparingen te berekenen die met de inzet van Wwb-cliënten bereikt kunnen worden.
Projectplan Aanval op bijstand
18
5
Handhaving
Dit project is aanleiding om de organisatie van handhaving binnen de gemeente Purmerend kritisch onder de loep te nemen. Er is op een aantal punten binnen het werkproces van een Wwb-aanvraag gemakkelijk resultaat te behalen. In onderstaand schema wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die reeds worden uitgevoerd en ook de (extra) acties die worden voorgesteld in het kader van de aanval op bijstand. Opgemerkt dient te worden dat in zware fraudegevallen reeds gepost wordt door de Sociale Recherche. Deze activiteit kan gezien de beperkte personele capaciteit niet voor alle fraudesignalen worden ingezet. Daarom wordt deze activiteit als extra activiteit opgevoerd. Met de aanval op bijstand wordt een behoorlijke impuls gegeven aan handhaving binnen de afdeling Werk en Welzijn. In voorgaande jaren werd handhaving vooral projectmatig uitgevoerd. Dit projectplan is aanleiding om ook naar meer structurele oplossingsrichtingen te zoeken om handhaving in te bedden binnen de organisatie. Handhaving 1) Wat zetten we reeds in? 2) Wat gaan we extra doen *?
Aan de poort (aanvraag Wwb-uitkering) - huisbezoek - posten woonadres (*) - Work First (*)
5.1
Cliënten in een Wwbuitkering, zonder traject - huisbezoek - posten woonadres (* / SR) - bestandsonderzoek (*) - themacontroles (*) - Work First
Cliënten in een Wwb-uitkering, op traject - huisbezoek - posten woonadres (* / SR) - bestandsonderzoek (*) - themacontroles (*) - Work First
Interventie 1: Inzet van 2 fulltime handhavers
Controle aan de poort: Bij de aanvraag van een Wwb-uitkering wordt aan de poort strenge controle uitgevoerd op de recht- en doelmatigheid. Waar nodig en bij voldoende capaciteit wordt een huisbezoek afgelegd om tot een rechtmatige toekenning van de uitkering te komen. Binnen de formatie die nu beschikbaar is, kan niet bij alle 'twijfel' gevallen een huisbezoek worden afgelegd. Bij samenwoningsfraude is zelfs meer intensievere controle nodig dan uitsluitend een huisbezoek. Bij een vermoeden van samenwoningsfraude zou posten op het woonadres van de aanvrager tot een goede
Projectplan Aanval op bijstand
19
afweging moeten leiden om de uitkering te kunnen verstrekken. Deze activiteiten kunnen op dit moment vanwege de hogere instroom aan cliënten niet voldoende worden uitgevoerd. Echter, dit is een maatregel die veel oplevert. Immers wanneer door deze actie geen grond voor toekenning van de uitkering wordt gevonden, wordt een uitkering à de som van €13.300 bespaard. Bestandsonderzoek: Aan de hand van risicoprofielen / fraudesignalen / thema-onderzoeken wordt het uitkeringsbestand op onderzoekswaardige dossiers gescreend. De aldus verkregen dossiers worden uitgebreid onderzocht op mogelijke fraude-indicaties. Bij fraudeindicaties wordt een vervolgactie gepland die kan bestaan uit het voeren van gesprekken met cliënten, het afleggen van huisbezoeken en het vastleggen van het geconstateerde in een rapportage. Een handhavingproject kan op basis van no cure no pay worden uitgevoerd. Wordt er resultaat geboekt dan wordt een vast bedrag of percentage per gedeeltelijke of volledige beëindiging van de uitkering betaald. Wordt er geen resultaat behaald dan blijft een betaling uit. Training medewerkers: De handhavers die ingehuurd gaan worden gaan een praktijkgerichte training voor de casemanagers verzorgen. De focus ligt op het effectief en doelgericht uitvoeren van hun handhaving- en rechtmatigheidstaak. Het gaat daarbij om het aanleren van verschillende gesprekstechnieken, het uitvoeren van dossieronderzoek, het afleggen van een effectief en veilig huisbezoek en het beoordelen van bewijsstukken. Ook zal er aandacht zijn voor de zogenaamde afwijsgesprekken. Dit zijn gesprekken die de casemanager voert wanneer bewust een aanvraag voor een Wwb-uitkering is gedaan met foute intenties en/of niet aan de inlichtingenplicht voldaan kon worden. Kosten Resultaat Planning
: € 250.000 (handhavingsproject, medio 2011 tot medio 2012) : € 70.000 (inzet 2fte handhavers van medio 2012 tot 2013) : € 30.000 (training medewerkers door 2fte handhavers) : besparing van 40 uitkeringen : vanaf vaststelling raad tot 2013
De kosten voor dit project zijn berekend op basis van voorgaande projecten en kort marktonderzoek. Er wordt direct na vaststelling van dit projectplan gestart met een handhavingsproject. Wanneer dit project is beëindigd (medio 2012) blijven de handhavers tot 2013 op de werkvloer. Er wordt dan niet meer gefinancierd op basis van no cure no pay. De handhavers voeren reguliere handhavingsactiviteiten uit en verzorgen daarnaast een praktijkgerichte training voor de casemanagers. Wanneer de financiering vanuit de aanval op bijstand in 2013 is uitgeput, zal naar mogelijkheden worden gezocht om 2fte aan handhaving structureel in de organisatie op te nemen. Kosten voor handhaving kunnen gemakkelijk terugverdiend worden door de besparingen die het opbrengt vanuit beëindigde Wwb-uitkeringen.
Projectplan Aanval op bijstand
20
5.2
Interventie 2: Work First aan de poort
De gemeente Purmerend heeft een zogenaamd Werk direct (Work First) traject in huis. Dit traject is echter ingericht voor cliënten die reeds een Wwb-uitkering hebben (niet willers en mogelijke fraudeurs) en in het kader van het project voor ex-gedetineerden. Uit onderzoek blijkt dat dit traject met name effectief aan de poort is. In 2007 is een benchmark ontwikkeld naar de Work First-aanpak. Uit deze benchmark 4 blijkt dat:
Van de potentiële deelnemers aan work first-projecten ziet gemiddeld 33% af van een uitkeringsaanvraag. Bijna de helft (45%) van de deelnemers aan een work first-project stroomt uit naar een reguliere baan. Work first werpt vooral snel vruchten af bij jongeren en mensen die instromen ‘aan de poort’. Werkactiviteiten in een gesimuleerde werkomgeving met behoud van uitkering en als sanctie het stopzetten ervan, hebben een sterk preventieve werking op instroom in de uitkering. Met het oog op uitstroom naar werk zijn werkactiviteiten in een reële werkomgeving tegen een regulier loon met als sanctie een tijdelijke korting op de uitkering het meest effectief. Work first heeft ook keerzijden. De focus op werk, ongeacht loon of duurzaamheid van plaatsing, kan van mensen ‘werkende armen’ maken, die (te) weinig verdienen en steeds weer terugvallen op een uitkering.
Zoals uit de benchmark geconcludeerd werkt dit instrument vooral effectief aan de poort. Mede daarom wordt voorgesteld budget te reserveren voor dit instrument. Een eerste inschatting geeft het volgende weer: Aantal cliënten Kosten Resultaat Planning
: 10 tot 20 cliënten per jaar : € 100.000 (berekend obv huidige en voorgaande contracten) : besparing van 10 uitkeringen : vanaf vaststelling raad tot 2013
De monitoring van deze interventie vraagt meer aandacht dan bij de andere interventies. Immers deze groep "cliënten' komt niet in de uitkering. Belangrijk is om dan te registeren welke aanvrager(s) middels deze interventie buiten de uitkering zijn gehouden.
5.3
Interventie 3: Communicatieoffensief
Als communicatie op de juiste manier wordt ingezet, is het een effectief instrument bij de handhaving. Met handhaving bedoelen we in deze context activiteiten die de gemeente in het kader van de Wet werk en bijstand uitvoert. Handhaving moet ertoe 4
Benchmarkrapport Divosa: Work First werkt; op weg naar evidence-based Work First
Projectplan Aanval op bijstand
21
leiden dat burgers, bedrijven en instellingen zich beter aan de regels houden. Communicatie kan hierbij een belangrijke rol spelen. Voorlichting, informatie en andere communicatieactiviteiten vergroten de kennis over regelgeving en sancties. Daarnaast is het een middel om het publiek te wijzen op haar eigen verantwoordelijkheid bij het naleven van regels. Ook informatie over de gevolgen van niet-naleving, kan effectief zijn. Als het juist gebruikt wordt, is communicatie een krachtig middel bij de handhaving. Het verdient daarom een structurele plaats in het handhavingsprogramma. Voorbeelden van handhavingscommunicatie die de pakkansbeleving versterken, zijn het aankondigen van controles en het bekendmaken van de resultaten. De beleving van de sanctiedreiging kan eveneens vergroot worden door communicatie. Het is daarbij van belang grote bekendheid te geven aan de opgelegde sancties en het sanctiebeleid. Communicatie die bedoeld is om controle- en sanctiefactoren te beïnvloeden moet voldoen aan deze praktijkregel: zeg wat je gaat doen, doe wat je gezegd hebt en laat weten wat je hebt gedaan. Communicatie die bedoeld is om de beleving van de pakkans te vergroten, werkt alleen in combinatie met de inzet van fysieke handhavingsinstrumenten. Communicatie kan de invloed hiervan versterken. Voorwaarden daarbij zijn dat de communicatie van voldoende niveau is en dat de inhoud van de communicatie wordt waargemaakt. In overleg met afdeling Communicatie zal een communicatieplan voor handhaving worden opgesteld. Hierin zal voornamelijk de aandacht uitgaan naar; Preventie (communicatie als afschrikmiddel voor fraude); Aankondigen van controles op Wwb-cliënten; Communicatie over samenwoningsfraude. Er kunnen samenwoonsituaties ontstaan, waarbij voor betrokkenen niet direct duidelijk is dat er gefraudeerd wordt. Deze cliënten worden geïnformeerd over deze vorm van fraude en worden verzocht dit zelf te melden. In de nieuwsbrief die per kwartaal naar de Wwb-cliënten wordt verstuurd zal hier aandacht voor komen. Ook de gemeentelijke website kan hiervoor worden gebruikt. Daarnaast worden de resultaten die zijn behaald door middel van handhaving in de pers bekend gemaakt. Kosten Resultaat Planning Opmerking
: € 10.000 tot € 20.000 per jaar : niet direct in beëindigde Wwb-uitkeringen te herleiden : doorlopend, vanaf vaststelling raad : na uitputting incidentele middelen uit afdelingsbudget
Projectplan Aanval op bijstand
22
5.4
Overige acties
Vaststellen risicoprofielen (tbv themacontroles): Het vaststellen van kenmerken van plegers van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand in objectieve profielen om risico's van misbruik of oneigenlijk gebruik van bijstand vroegtijdig te herkennen. Hierbij stelt het college risicoprofielen vast en bevordert bij het team werk & inkomen op basis van deze risicoprofielen een risicogestuurde werkwijze. De risicoprofielen dienen geen stigmatiserende of discriminerende kenmerken voor een of meerdere bevolkingsgroepen te bevatten. Het college kan jaarlijks toetsen of de gehanteerde risicoprofielen en het daarop gebaseerde risicogestuurd werken voldoen aan eisen van zorgvuldigheid en effectiviteit. Op deze wijze wordt controle op maat mogelijk als de methode van risicoanalyse is ingevoerd. Bij zo'n analyse wordt bijvoorbeeld eerst ingegaan welke groepen van cliënten in het (recente) verleden met opsporing te maken kregen. Aan de hand van de patronen (profielen, situaties) die dan zichtbaar worden, kan de afdeling bij de poort het frauderisico beoordelen. Tegelijkertijd krijgt de gemeente door die inzichtelijke analyse de mogelijkheid om voor elke doelgroep en elke risicosituatie een gepaste aanpak vast te stellen.
Projectplan Aanval op bijstand
23
6
Financiële paragraaf
De financiële kant van de aanval op bijstand en de verdeling van macrobudget voor Wwb-uitkeringen behoeft enige toelichting. In deze paragraaf wordt dit verder toegelicht. Inkomsten De gemeente ontvangt voor de bekostiging van uitkeringen een rijksbudget, dat ongeoormerkt is. Het betreft een landelijke uitkering die in september van het voorafgaande jaar bekendgemaakt wordt. Daarna verandert dit in het algemeen niet. Dit is gebaseerd op het bestaande Bestuursakkoord (2007). De verdeling van dit macrobudget over de gemeenten vindt plaats via het zogenaamde objectieve verdeelmodel: een aantal o.a. demografische gegevens worden doorgerekend om het relatieve aandeel van elke gemeente te bepalen. Er is dus geen directe relatie met de uitgaven van die gemeente! Wel wordt het macrobudget aangepast als de economische situatie leidt tot veel meer uitkeringen; dit is als uitzonderingsclausule in het bestuursakkoord opgenomen. De verdeling verandert dan niet, maar het macrobudget wel. Sinds enkele jaren is dit budget een gebundelde uitkering voor WWB, WIJ, IOAW IOAZ en Bbz 2004. De ontwikkeling van inkomsten over de jaren is moeilijk voorspelbaar; terwijl het verdeelmodel vrij stabiel is, beweegt het macrobudget door de schommelingen in de uitkeringsaantallen. Uitgaven en ontwikkeling Op dit moment wordt de ontwikkeling van de uitgaven voor bijstand (WWB/WIJ) gevolgd door middel van prognoses voor komende jaren die aan de hand van historische gegevens worden bijgesteld. De basis van de laatste prognose was een uitkeringenbestand van ca 1050 personen. Hierop worden vervolgens de verwachte uitgaven en de verwachte uitvoeringskosten gebaseerd. Inmiddels groeit sinds vorig najaar het Wwb-bestand aanzienlijk. De stand van uitkeringen nu (half mei) is 1140 uitkeringen. Dit zou een nieuwe bijstelling van de verwachtingen betekenen. Het voorliggende plan breekt met die ontwikkeling, zoals in de tabel in de samenvatting duidelijk wordt. Terwijl deze ontwikkeling op de voet gevolgd wordt en ook in de management- en bestuursrapportages steeds terugkeert, blijkt ook bij de uitgaven dat voortdurende aanpassing nodig is. Ook de modellen van de relevante instanties (CPB) worden voortdurend herzien. Dit vindt mede zijn oorzaak in de soms tegendraadse ontwikkeling: terwijl vorig jaar de werkloosheid en WW-volume steeg, bleef het WWB bestand redelijk op peil. Nu (2011) treedt er een naijleffect op: de WW zakt evenals de werkloosheid, maar het aantal Wwb-uitkeringen loopt op. Daarbij zijn sommige factoren lokaal of regionaal: de werkloosheid daalt in 2011 landelijk, maar liep tot april 2011 regionaal nog op.
Projectplan Aanval op bijstand
24
Verhouding inkomsten-uitgaven Het boven geschetste beeld betekent het volgende: 1) wanneer de gemeente beter ontwikkelt (minder uitkeringen) dan de landelijke trend levert dat vrij besteedbaar geld op 2) wanneer de gemeente lokale of regionale afwijkende ontwikkelingen heeft, moeten die zelf opgevangen worden, die worden niet afgedekt door het budget 3) wanneer de gemeente zelf in eerste instantie investeert in meer werk voor klanten en daardoor op termijn minder uitgaven heeft, kan zij zelf bewegen tussen die gegevens 4) de inkomstenontwikkeling is onvoorspelbaar; het verdient dus de voorkeur te investeren in minder uitgaven en de inkomstenfluctuaties voor kennisgeving aan te nemen. 5) natuurlijk speelt hierbij een geheel ander argument eigenlijk de hoofdrol: meer mensen aan het werk is goed voor henzelf en voor de sociale omgeving, die meerwaarde staat sowieso voorop. Hieronder treft u een samenvatting van de kosten voor de interventies en de besparingen die we hiermee beogen. Werkgeversaanpak / arbeidsmarkt Interventie 1: Vraaggerichte re-integratie Interventie 2: Beroepsgerichte scholing Interventie 3: Communicatieoffensief Interventie 4: Netwerkmakelaar Interventie 5: Werkbemiddelaar Overige activiteiten (Wbs, personele ondersteuning) Subtotaal Inzet Wwb-ers ten behoeve van maatschappelijke taken, waaronder Wmo Interventie 1: Alfacheque Interventie 2: Inzet Wwb-ers groenonderhoud, opruimen zwerfvuil, etc. Overige activiteiten
Kosten € 550.000 € 100.000 € 50.000 € 70.000 € 70.000
Besparing 40 uitkeringen 15 uitkeringen -
€ 85.000
-
€ 925.000
65 uitkeringen
Kosten
Besparing
-
-
-
-
Subtotaal Handhaving als uitstroominstrument Interventie 1: Handhavingsproject
€ 100.000 Kosten € 250.000
n.t.b. Besparing 40 uitkeringen
- 2fte op handhaving (medio ‘12 tot ‘13) - training medewerkers Interventie 2: Work First aan de poort Interventie 3: Communicatieoffensief
€ 70.000 € 30.000 € 100.000 € 20.000
10 uitkeringen -
€ 470.000 € 1.495.000
50 uitkeringen 115 uitkeringen
Subtotaal Totaal
Projectplan Aanval op bijstand
10 uitkeringen
25
Projectplan Aanval op bijstand
26