PROJECTOPROEP. Betreft: Afvalpreventie door hergebruik: aanzetten tot gedragswijziging

PROJECTOPROEP

Betreft: Afvalpreventie door hergebruik: aanzetten tot gedragswijziging

Kandidatuur in te dienen uiterlijk op 13 oktober 2015 om 10 u bij:

Fabrice LESCEU Bruxelles Environnement - IBGE / Leefmilieu Brussel - BIM Afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie Duurzame consumptie en ecogedrag Site Tour & Taxis Havenlaan 86C/3000 B-1000 Brussel Tel.: +32 2 7757728 E-mail: [email protected]

Inhoudstafel

I.

CONTEXT

3

II.

BEOOGDE SECTOREN

4

III. BESTEMMELINGEN VAN DE PROJECTOPROEP

4

IV. GLOBALE DOELSTELLING VAN DE PROJECTOPROEP

4

V.

5

OPERATIONELE DOELSTELLINGEN EN RICHTSNOEREN

VI. ONTVANKELIJKHEIDSCRITERIA

8

VII. SELECTIECRITERIA

9

VIII. DUUR VAN HET PROJECT

10

IX. VERBINTENIS VAN HET GEWEST

10

X.

11

VERPLICHTINGEN VAN DE BEGUNSTIGDEN

XI. PROCEDURE

12

XII. MEER INFORMATIE

13

Projectoproep: Afvalpreventie door hergebruik: gedragswijziging

2

I.

Context

Het vierde Afvalplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest schetst het verband tussen consumptie, afvalproductie en verspilling van de natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. De hoeveelheid geproduceerd afval zorgt niet alleen voor vervuiling, maar leidt ook tot verspilling van de beperkte natuurlijke hulpbronnen van onze planeet. Bovendien is de productie van afval en de verspilling van hulpbronnen niet alleen gerelateerd aan het eindverbruik van goederen, maar ook en vooral aan alle fasen van de levenscyclus van deze goederen (productie, transport, distributie, ...). Om deze verspilling tegen te gaan, heeft het Afvalplan van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de Europese hiërarchie voor afvalbeheer ingevoerd die gericht is op preventie, voorbereiding voor hergebruik, recyclage, energieterugwinning en, pas als in laatste instantie, verwijdering. De meest interessante opties zijn afvalbeperking en hergebruik, omdat die zowel inspelen op een vermindering van de hoeveelheid afval voor eindverwerking als op de productie van afval en de verbruikte hulpbronnen in alle levenscyclusstadia van de producten. Gelijklopend met het Afvalplan, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn actieplan afgestemd op de ontwikkeling van een circulaire economie voor het Gewest, die tot doel heeft om de economie te sturen in de richting van een rationeel en intelligent beheer van de hulpbronnen in een context van ontwikkeling van economische korte circuits die de Brusselse ondernemingen en werknemers stimuleren en van een sterk sociaal weefsel. Hergebruik is aldus een prioritaire actiepiste die tal van actiedomeinen omvat: tweedehands, leengebruik, ruilhandel, giften, reparatie, hergebruik van materialen, gebruik van diensten ... Het staat centraal in de circulaire economie, zorgt voor jobcreatie (vooral voor bestaansonzekere personen) en versterkt de sociale samenhang en het burgerinitiatief. Dit verklaart wellicht waarom hergebruik een sector in volle ontwikkeling is. En die ontwikkeling dient te worden beoordeeld, versterkt, systematisch te worden gemaakt en uitgebreid naar het gehele Gewest. Concreet heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn strijd tegen afvalproductie en verspilling een belasting op afvalverbranding ingevoerd die het Fonds voor preventie, sortering, hergebruik, recycling en nuttige toepassing van afvalstoffen voedt (Fonds BAV voor Belasting op Afvalverbranding). Een van de prioriteiten bij de financiering van dit Fonds is de uitrol van acties die hergebruik stimuleren. Er werd met name de verbintenis aangegaan om een actieprogramma uit te werken dat gericht is op het hergebruik en de herstelling van consumptiegoederen in een perspectief van circulaire economie. Concreet gaat het om acties die gericht zijn op het aanzetten tot een gedragswijziging bij de burgers opdat zij zich praktijken van hergebruik en herstelling eigen zouden maken. Het is in het kader van dit Fonds dat de huidige projectoproep wordt gelanceerd.


3

II.

Beoogde sectoren

Met deze projectoproep wil het Gewest actief zijn in de volgende domeinen van preventie en hergebruik:      

III.

tweedehands aankoop en verkoop gedeelde aankoop leengebruik gift ruil herstelling

 relooking  huur  diensten ter vervanging van de aankoop van goederen  hergebruik van materialen voor de productie van andere goederen

Bestemmelingen van de projectoproep

De doelgroepen van deze projectoproep zijn:        

verenigingen; operatoren die een nieuw concept wensen te ontwikkelen; gemeentebesturen, OCMW's en andere lokale overheidsinstellingen; ondernemingen, federaties en verenigingen van bedrijven; organisaties met sociaal oogmerk; onderwijsinstellingen; jeugdbewegingen; particulieren.

De projectbeheerders moeten een verankering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben. Onder verankering verstaat men: een maatschappelijke zetel, een bedrijfszetel, een domicilie en/of significante regelmatige activiteit. De projecten mogen worden uitgevoerd door een consortium van actoren; hun specifieke taken moeten nauwkeurig worden beschreven in het formulier. De coördinatie moet evenwel verzekerd worden door één enkele projectbeheerder die de bevoorrechte gesprekspartner blijft voor het projectbeheer.

IV.

Globale doelstelling van de projectoproep

De huidige projectoproep is bedoeld om acties op te zetten of te versterken die de burger ertoe aanzetten om zijn gedrag te veranderen wat betreft de aankoop van consumptiegoederen. De bedoeling is om een geheel van consumptiereflexen die behoeften bevredigen met de aankoop van nieuwe, individuele, goedkope producten van slechtere kwaliteit te vervangen door reflexen van preventie en hergebruik zoals bepaald in de hierboven bedoelde sectoren. Uiteindelijk hoopt het Gewest dat deze gedragsverandering een kritische massa bereikt zodat er een nieuw verbruiksmodel ontstaat als alternatief voor het huidige systeem dat leidt tot de uitputting van de hulpbronnen van de planeet.


4

Met dit doel voor ogen, wil het Gewest:  werken aan projecten die burgers bewust maken, onderrichten en machtigen om alternatieven voor het conventionele koopgedrag aan te nemen die gericht zijn op hergebruik en die een concrete oplossing aanreiken;  werken aan het aanbod van hergebruikte goederen via het uitdenken, ontwikkelen en opwaarderen van levensvatbare en aantrekkelijke hergebruik-oplossingen voor een breder publiek dan enkel de overtuigde hergebruikers. Concreet:  het Gewest wenst de dynamiek van hergebruik te versterken door de betrokkenheid van de burgers te vergroten, met name door de responsabilisering van de burgers aan te wakkeren en het imago en de aantrekkelijkheid van het hergebruik te verbeteren;  Het Gewest wenst nieuwe initiatieven, toepassingsgebieden en oplossingen voor hergebruik te onderzoeken. Daarnaast wil het Gewest zijn acties laten aansluiten op een grotere beschikbaarheid van de hergebruikoplossingen die aan de burgers worden aangeboden. Het wenst bovendien ook duurzame, bestendige en op lange termijn leefbare projecten te bevorderen.

V.

Operationele doelstellingen en richtsnoeren 1.

De dynamiek van hergebruik versterken met het oog op gedragsverandering en de betrokkenheid van de burgers aanwakkeren

een

1.1 Hergebruik een positief imago geven dat geworteld is in gedragsveranderingen Tweedehands producten en producten vervaardigd uit kringloopmateriaal (textiel, elektrische en elektronische toestellen, meubels, ...) hebben een slechte naam: ze zijn oud, uit de mode, beschadigd, onvolledig en presteren minder goed dan nieuwe. Bovendien vinden de meeste mensen dat producten die een makeover hebben ondergaan of die uit gerecycleerde materialen vervaardigd zijn en waarvan het huidige aanbod grotendeels beperkt blijft tot de doe-het-zelfsector, een vrij onaantrekkelijk "knutselgehalte" hebben, wat wellicht niet volledig ongegrond is. In dat opzicht zijn oplossingen die verband houden met meubilair en, in ruimere zin, met huishoudelijke uitrustingen een prioriteit. Het Gewest wenst:  acties voor te stellen die tweedehands producten of producten die uit hergebruikte materialen vervaardigd zijn, promoten. Deze goederen moeten: o voorgesteld worden als een modern, professioneel, reëel, sterk, toegankelijk en realistisch alternatief voor nieuwe goederen, dat een groot publiek kan overtuigen; o verbonden worden aan een duurzame actie of activiteit (verkooppunten, ...)  de burgers laten kennismaken met de wereld van het mogelijke in termen van hergebruik via een gerichte, overtuigende communicatie.


5

Pistes:   

Tentoonstelling/opstelling van herontworpen of vintage meubelen of meubelen gemaakt met recuperatiemateriaal, gekoppeld aan een oplossing die ervoor zorgt dat deze meubelen algemeen verkrijgbaar of uitvoerbaar worden. Inrichting of restyling van een volledig appartement met gerecupereerde materialen. ...

1.2 De capaciteit en bevoegdheden van de burger inzake hergebruik opbouwen en versterken De reparatie, het herontwerp en het hergebruik van materialen voor de creatie van nieuwe producten vereisen kennis, vaardigheden, gereedschappen en plaatsen die hiertoe zijn uitgerust. Burgers zijn niet in gelijke mate voorzien van deze middelen. Het Gewest wenst:  de dynamiek van responsabilisering van de burgers versterken met het oog op hun emancipatie in de verwerving van gedragsveranderingen ten aanzien van hergebruik. Deze dynamiek omvat:  de verwerving van kennis en technisch vakmanschap;  de terbeschikkingstelling van geschikte instrumenten om individuele aankopen te voorkomen (via verhuur, uitleendienst, clubs, enz.);  de terbeschikkingstelling van geschikte locaties die ingericht zijn voor activiteiten van productie, reparatie en opknappen;  de toevoer vergemakkelijken van secundaire grondstoffen of elementen voor maatwerk;  de begeleiding van de burgers bij het bereiken van vooraf gedefinieerde of voorgestelde projecten. Pistes:  de oprichting van een uitleendienst voor materialen naar het voorbeeld van een bibliotheek;  de oprichting van ateliers voor het op maat maken van meubilair volgens vooraf gedefinieerde projecten en de opleiding in renovatietechnieken;  de oprichting van workshops die voorzien zijn van de nodige uitrusting, ... gratis of volgens het principe van een club (met lidgeld), ... Het Gewest geeft de voorkeur aan projecten die aantrekkelijke (tweedehands of uit recuperatiematerialen vervaardigde) goederen voorstellen die een grote groep geïnteresseerde of potentiële consumenten weet te bereiken.

2.

Nieuwe benaderingen voor hergebruik promoten en onderzoeken

2.1 Nieuwe doelgroepen benaderen via locaties, evenementen of bepaalde periodes van het jaar Hergebruik blijft een marginaal fenomeen dat beperkt blijft tot een kleine bevolkingsgroep. Nieuwe benaderingen dringen zich dan ook op om nieuwe doelgroepen te bereiken op bepaalde locaties, tijdens bepaalde levensperioden of op bepaalde tijdstippen van het jaar.


6

Het Gewest wenst:  locaties te selecteren die dienst doen als katalysator voor de ontwikkeling van projecten ter bevordering van hergebruik: werkplekken (bedrijven, overheidsinstellingen, ...), kinderdagverblijven, recreatiegebieden, residentiële groepen (gebouwen, wijken ...) enz., die regelmatig, of zelfs dagelijks, een groot aantal personen met een gelijkwaardig profiel bijeenbrengt. Pistes:  babykleding en -uitzet in de kinderdagverblijven;  uitleendiensten of regelmatige evenementen voor collega's in een sfeer van bedrijfscultuur ter bevordering van het hergebruik, ... ;  ontwikkeling van een set operationele en communicatieve instrumenten ter bevordering van het hergebruik;  feestelijke wijkevenementen of burenbijeenkomsten die gericht zijn op een activiteit die verband houdt met hergebruik (tijdens burenbijeenkomsten, wijkfeesten, enz.). Het Gewest is voornemens om projecten te bevorderen die overwegen om zich op grotere schaal op deze nieuwe locaties te richten, door systematisch gebruik te maken van een methodologie en operationele instrumenten en communicatie-instrumenten die reproduceerbaar zijn en die vervolgens aan doelgroepen worden aangeboden. Deze instrumenten kunnen verschillende vormen aannemen: papier, digitaal, internet, enz.  Zich richten op periodes van het leven of tijdstippen in het jaar die bijzondere consumptiebehoeften aanwakkeren: Pistes:  hergebruik van benodigdheden en meubilair voor de inrichting van studentenkoten;  schoolmateriaal en -boeken;  geschenken voor het eindejaar, Sinterklaas of Pasen in het kader grote evenementen zoals kerstmarkten;  tweedehandsacties tijdens de winter- en zomersolden op of in de nabijheid van verkooppunten. Het Gewest is voornemens om projecten te bevorderen die gerichte oplossingen rond een doelpubliek aanreiken in een logica van nabijheid van de doellocaties. Een communicatieactie die niet wordt gekoppeld aan een oplossing voor een gedragsverandering, zal bovendien niet worden aanvaard. 2.2 Nieuwe richtingen verkennen om acties op touw te zetten die gebaseerd zijn op nieuwe stromen of nieuwe manieren om deze te exploiteren in een perspectief van burgerparticipatie De sector van het hergebruik is in volle expansie en exploratie. Hergebruik biedt een enorm potentieel aan nieuwe paden. Het Gewest wenst:  het onderzoek te bevorderen naar nieuwe manieren om producten en materialen te hergebruiken die voldoen aan consumptiebehoeften, en vooral uitrustingen en meubilair. Pistes:


7

 

Creativiteitsbeurs, ontwerpwedstrijd voor realistische en aantrekkelijke producten uit gerecycleerd materiaal vervaardigd, ... Ontwerpwedstrijd in het kader van beroepsopleidingen, kunst en ambacht, enz.

 Bevorderen van nieuwe manieren om deze stromen te benaderen door de waaier van mogelijkheden (verkoop, verhuur, uitlening, delen ...) of nieuwe benaderingen (internet, collaboratieve ruimten ...) te verkennen of om een groter publiek te bereiken Pistes:  Uitleendienst voor gereedschap

VI.

Ontvankelijkheidscriteria

Om ontvankelijk te zijn moeten de projecten de verplichte criteria in acht nemen die hieronder worden opgesomd: 1. De evaluatie moet worden opgenomen vanaf de ontwerpfase van de projecten teneinde gegevens te verkrijgen om de doeltreffendheid van de actie te evalueren. In de offerte moet aldus een beschrijving van de beoordelingsvoorzieningen worden opgenomen die de volgende elementen omvat:   

operationele indicatoren, cijfermateriaal inzake hergebruik (aantal objecten die opnieuw in circulatie zijn gebracht ...) met het oog op de ontwikkeling van een indicator voor permanente evaluatie die meetbaar is in de tijd; indicatoren van bewustmaking (aantal bereikte personen, overbrengen van de boodschap, percentage van personen dat bereid is om gedrag op lange termijn te veranderen …); een meer kwalitatieve evaluatie in termen van milieugerelateerde resultaten en bewustmaking van het publiek. De behandelde onderwerpen zijn afhankelijk van het project: kwaliteit van de betrokken goederen of diensten, perceptie van het publiek, ...

Het doel is om reproduceerbare acties op een grotere schaal en op lange termijn te identificeren en om indicatoren voor een permanente evaluatie in te voeren. 2. Elk project moet in zijn communicatie hergebruik voorstellen als een nieuwe manier van denken rond consumptie en een duurzaam beheer van hulpbronnen en als een noodzaak voor elke burger om zich nieuwe gedragingen eigen te maken om deze duurzaamheid te bereiken. Er wordt aldus gevraagd om in de offerte de gebruikte communicatiewijze en de gecommuniceerde boodschap te verduidelijken. 3. Algemene communicatieacties die niet gepaard gaan met een interventie die een concrete oplossing biedt op het vlak van hergebruik zoals bepaald door de criteria van deze projectoproep, zullen niet gefinancierd worden. 4. Het Gewest zal geen projecten financieren die elders worden gefinancierd in het kader van zijn beleid ter ondersteuning van het hergebruik of van de actoren van het hergebruik. Bij de offerte moet daarom de lijst van de in 2014 verleende en in 2015 verkregen en/of aangevraagde financiële overheidssteun waaronder BE gevoegd worden.


8

5. De projecten moeten in hoofdzaak betrekking hebben op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, al zijn samenwerkingen of verbanden buiten het Gewest bespreekbaar; 6. De projecten moeten geleid worden door een projectbeheerder met verankering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die een maatschappelijke zetel, een bedrijfszetel of een domicilie heeft of een significante regelmatige activiteit uitoefent die verband houdt met de projectoproep op het grondgebied van het Gewest; 7. De projecten moeten tussen eind 2015 en eind 2016 uitgevoerd worden (er zal geen rekening worden gehouden met reeds lopende projecten); 8. De projectbeheerders moeten binnen de vastgestelde termijn een correct ingevuld kandidaatsdossier met behulp van het bijgevoegde kandidaatsformulier inleveren; 9. Er wordt slechts één project per organisatie of persoon aanvaard. Alle projecten die door Leefmilieu Brussel worden onderzocht, dienen aan deze deelnamecriteria te voldoen alvorens in aanmerking te komen voor een onderzoek van de jury. Leefmilieu Brussel zal ook de ontvankelijkheid van de kosten controleren.

VII.

Selectiecriteria

De jury zal bij de selectie van de projecten rekening houden met een evaluatie van de hieronder beschreven selectiecriteria; de evaluatie zal worden gebaseerd op een puntenmatrix in functie van het integratieniveau: 1. De kwaliteit van het kandidaatsdossier, namelijk een duidelijke beschrijving van het project en de projectvereisten, een duidelijk en haalbaar financieel plan (begroting) en uitvoeringsplan; 2. De samenhang van het project ten aanzien van de operationele doelstellingen en richtsnoeren zoals hierboven gedefinieerd. Een project hoeft niet aan al deze operationele doelstellingen te beantwoorden. Eén doelstelling volstaat, al is het ook mogelijk om aan verschillende doelstellingen tegelijk te beantwoorden. Elk geval zal dus apart worden geëvalueerd en er zal meer rekening houden met de wijze waarop het project aan de doelstellingen beantwoordt dan aan het aantal behaalde doelstellingen. 3. Rekening houden met de volgende criteria,  De cofinanciering van het project door de projectbeheerder of andere betrokken actoren.  De meerwaarde ten aanzien van andere gewestelijke beleidskeuzes die reeds werden gemaakt. Het gaat erom elke overlapping te vermijden met de projecten die werden opgezet in het raam van de Agenda Iris 21-oproepen en de Participatieve Duurzame Wijken.  De nabijheid van de dienstverlening voor de burger moet bevoorrecht worden in elke voorgestelde oplossing, volgens het principe dat men idealiter in de eigen wijk of gemeente een mogelijkheid zou moeten kunnen vinden voor een gift, een tweedehands aankoop-verkoop, een ruil, een leendienst, een huurdienst, enz. Projectoproep: Afvalpreventie door hergebruik: gedragswijziging

9

 Het gewestelijk karakter van de projecten zal worden aangemoedigd. Hieronder verstaan we projecten op maat van het Gewest (die een Brusselse oplossing bieden voor de Brusselaars). Onder dit criterium kan ook worden verstaan de uitbreiding van het project naar het volledige Gewest of een deel ervan door de opname in netwerken van soortgelijke acties of een veralgemening van de bestaande acties op gewestelijk niveau. Deze "gewestgebondenheid" maakt het mogelijk om de lokale verankering, de identiteit en de gewestelijke solidariteit te versterken door het sociale weefsel te versterken en voorkomt dat initiatieven met elkaar in concurrentie treden in plaats van efficiënter te worden door meer synergie. Tot slot neemt zij de remmende factoren van het type beperking door gemeentegrenzen weg als gevolg van criteria betreffende de woonplaats, bijvoorbeeld.  Sociale netwerkvorming is een plus, een waarde die moet worden gepromoot als vector van mobilisatie rond projecten ter bevordering van het hergebruik.  Originaliteit van het project: de projecten moeten vernieuwend zijn, hetzij op het vlak van het besproken thema (de stromen), hetzij wat betreft het type van oplossing of het draagvlak van de oplossing (een instrument met een ruimere dekking van het gewest bijvoorbeeld).  Er moet van meet af aan gedacht worden aan de duurzaamheid van het project. Bij structurele projecten zullen de alternatieve financieringsmogelijkheden en de structuur die de levensvatbaarheid na financiering door Leefmilieu Brussel moet waarborgen, worden geëvalueerd. De offerte moet dus een plan voor de bestendiging van de actie of de instrumenten bevatten.

VIII. Duur van het project De projectbegeleiding zal maximaal 12 maanden duren (in principe van eind 2015 tot eind 2016). Er kunnen uitzonderingen worden overwogen indien de argumenten die een bijkomende termijn rechtvaardigen goedgekeurd worden door het selectiecomité.

IX.

Verbintenis van het Gewest 1.

Financiële hulp

Het Gewest heeft een bedrag van € 100.000 vrijgemaakt om de geselecteerde projecten te ondersteunen. De financiële steun voor elk project bedraagt 100% van de kosten die in aanmerking komen:  Een minimum van € 2.500;  Een maximum van € 14.500. Deze kosten komen in aanmerking:  de promotie- en publicatiekosten; Projectoproep: Afvalpreventie door hergebruik: gedragswijziging

10

     

de administratieve kosten (a rato van 5% van het totale gevraagde bedrag); de bezoldiging van derden en onderaannemers, de honoraria, de tijdelijke werknemers; de personeelskosten; de materiaalkosten; de vervoerskosten; de kosten voor de ontwikkeling van de instrumenten.

Voor elk project wordt er een gedetailleerde voorbegroting gevraagd. De selectiejury zal beslissen over het bedrag dat wordt toegekend. In geval een project wel interessant maar te duur bevonden wordt, kan de jury voorstellen om het gevraagde budget te verminderen. De uitgaven moeten effectief verricht zijn door de begunstigde van het project gedurende de uitvoering van het project, opgenomen zijn in de boekhouding, en identificeerbaar en controleerbaar zijn. De door de fiscale administratie of door elk ander middel recupereerbare, terugbetaalde of gecompenseerde btw komt niet in aanmerking en mag dus niet gesubsidieerd worden. De kosten voor de btw komen dus niet volledig in aanmerking als de eindbegunstigde effectief en definitief deze kostprijs gedragen heeft. Voor alle acties worden er bewijsstukken, facturen en schuldvorderingen gevraagd bij voltooiing van het project.

2.

Publiciteit

Tijdens de uitvoeringsperiode van zijn project mag de projectontwerper, na uitdrukkelijke toestemming door Leefmilieu Brussel, het feit van zijn selectie door Leefmilieu Brussel en haar partners voor een proefproject gebruiken voor eigen reclame voor zover deze wordt geijkt aan het proefproject.

X.

Verplichtingen van de begunstigden

De begunstigde van een geselecteerd project die financiële hulp geniet, verbindt zich ertoe zijn project tot op het einde eerlijk en professioneel uit te voeren. Bij elke ingrijpende wijziging aan het project, gedurende de uitvoering ervan, moet vooraf de formele toelating van Leefmilieu Brussel worden verkregen, teneinde verdere ondersteuning te krijgen. De begunstigde verbindt zich ertoe:  na afloop van het project een eindverslag op te maken dat de volgende elementen bevat:  een beschrijving van het project zoals het werd uitgewerkt en uitgevoerd, met inbegrip van alle wijzigingen aangebracht in de loop van het project;  een evaluatie van de indicatoren die bij aanvang van het project werden ontwikkeld, met een interpretatie van de resultaten in termen van milieueffectiviteit en bewustzijn;  een kritische analyse van de langetermijnperspectieven: analyse van het type SWOT (sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen), verduurzaming van het project, reproduceerbaarheid, nodige aanpassingen ...


11

 Leefmilieu Brussel de volgende zaken ter beschikking te stellen voor promotiedoeleinden:  de resultaten van het project;  de instrumenten ontwikkeld in het kader van het project, op voorwaarde dat ze bruikbaar zijn voor anderen.

XI.

Procedure 1.

Indiening van de kandidaatsdossiers

De correct ingevulde en ondertekende kandidaatsdossiers moeten ten laatste op 13 oktober 2015 om 10u in elektronische versie of bij ontstentenis in één papieren exemplaar worden ingediend op het volgende adres: Fabrice LESCEU Bruxelles Environnement - IBGE / Leefmilieu Brussel - BIM Afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie Duurzame consumptie en ecogedrag Site Tour & Taxis Havenlaan 86C/3000 B-1000 Brussel Tel.: +32 2 7757728 E-mail: [email protected]

2.

Jury

De jury is samengesteld uit:  een vertegenwoordiger van het kabinet van de minister van Leefmilieu en Energie;  twee vertegenwoordigers van Leefmilieu Brussel; Afhankelijk van de ontvangen projecten, kan je jury ook opengesteld worden voor experten. De jury zal enkel de projecten beoordelen die voldoen aan de ontvankelijkheidscriteria. Leefmilieu Brussel zal ook de ontvankelijkheid van de kosten controleren. De jury zal vervolgens de inhoud van de offerte analyseren en de projecten beoordelen in functie van de hierboven gedefinieerde criteria.

3.

Definitieve selectie van de projecten

De projecten worden geselecteerd op basis van de lijst goedgekeurd door de jury en van het beschikbare budget. Ze worden gesubsidieerd en ter goedkeuring voorgelegd aan de minister van Leefmilieu en Energie voor eind 2015. De administratieve formaliteiten voor de toekenning van een subsidie zijn bij wet vastgesteld, via een subsidiëringsbesluit dat het Gewest verplicht om zich financieel te engageren ten aanzien van de gekozen projectbeheerder en een daarbij gevoegde overeenkomst die de praktische voorwaarden voor de opvolging van het gesubsidieerde project beschrijft.


12

4.

Selectiebericht

Zodra de minister zijn goedkeuring heeft gegeven, krijgen alle kandidaten bericht of hun project al dan niet is uitgekozen.

5.

Projectopvolging

Het project mag niet van start gaan voor het voorziene tijdstip, namelijk eind 2015. Elk project wordt gekoppeld aan een opvolging (waarvan de frequentie afhangt van het project) via een begeleidingscomité tussen de verdeler en Leefmilieu Brussel. Er zal minstens één vergadering plaatsvinden bij het begin, in het midden en aan het einde van het project.

XII.

Meer informatie

Fabrice LESCEU Bruxelles Environnement - IBGE / Leefmilieu Brussel - BIM Afdeling Informatie, Algemene coördinatie, Circulaire economie Duurzame consumptie en ecogedrag Site Tour & Taxis Havenlaan 86C/3000 B-1000 Brussel Tel.: +32 2 7757728 E-mail: [email protected]


13

PROJECTOPROEP. Betreft: Afvalpreventie door hergebruik: aanzetten tot gedragswijziging

Recommend Documents