Proefexamen Basisveiligheid (B-VCA) Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en heeft als doel om de kandidaat kennis te laten maken met de wijze van examineren. De vragen worden één keer per jaar gecontroleerd op juistheid en relevantie. Lees de volgende aanwijzingen goed door! Dit examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Na elke vraag volgen drie antwoordmogelijkheden, waarvan er slechts één juist is. Voor dit examen zijn maximaal 40 punten te behalen. Elk goed antwoord levert u 1 punt op. U bent geslaagd wanneer u 28 of meer punten hebt gehaald. Aan dit examen mogen maximaal 60 minuten besteed worden. Wie op fraude betrapt wordt, zal uitgesloten worden van het examen en ontvangt geen diploma. Benodigdheden:
dit examen schrapkaart (waarop u uw antwoorden noteert) balpen identiteitsbewijs
Richtlijnen:
controleer of alle bladzijden van dit examen aanwezig zijn vul de schrapkaart met balpen in geef het door u gekozen antwoord aan door het bolletje zwart te maken indien u een antwoord wil veranderen, kan dit enkel met een goedkeuring van de examinator (jurylid) schrijf niet op dit examenformulier
Een meerkeuzevraag wordt fout gerekend in de volgende gevallen:
als het gekozen antwoord fout is als geen enkel bolletje zwart gemaakt is als er meer dan één bolletje zwart gemaakt is als een bolletje niet zwart gemaakt, maar op een andere wijze gemarkeerd is als het antwoord gewijzigd is zonder de paraaf van de examinator
Einde examen:
plaats of controleer uw naam op de schrapkaart lever dit examenformulier en de schrapkaart in bij de examinator
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA 1 blz.van 6
Vraag 1. a) b) c) Vraag 2.
a) b) c) Vraag 3. a) b) c) Vraag 4. a) b) c) Vraag 5. a) b) c) Vraag 6. a) b) c) Vraag 7. a) b) c)
Vraag 8. a) b) c)
Noem een belangrijk uitgangspunt van de welzijnswetgeving? deskundige hulp is voorzien via preventiediensten alle risico's op de werkplaats moeten uitgeschakeld worden elke werknemer moet een risicoanalyse van zijn werk uitvoeren Onder welke voorwaarden mag een werknemer bij dreigend en ernstig gevaar voor mensen het werk onderbreken ? enkel indien hij vooraf de hulpdiensten heeft verwittigd enkel indien de verantwoordelijke de toelating geeft enkel indien hij zijn chef heeft verwittigd Wat is "risico"? het aantal keren dat een ongeval gebeurt het gevaar dat je niet ziet de kans op een ongewenste gebeurtenis met schade Welke omstandigheid verhoogt het risico op mentale of geestelijke belasting? geen contact met collega's of andere personen gedurende de hele dag staand werken zware fysieke arbeid Waarvan is een geblokkeerde vluchtweg een voorbeeld? van een onveilige handeling van een onveilige situatie van een tijdelijk toelaatbare situatie Wat is een voorbeeld van een preventiemaatregel op het vlak van organisatie? zorgen voor een netjes opgeruimde werkplek het kiezen van machines die veilig ontworpen zijn duidelijke informatie geven over de risico's en preventiemaatregelen Wat is het doel van een werkvergunning? de veiligheidsregels vastleggen die gelden in het bedrijf waar het werk wordt uitgevoerd de voorwaarden vastleggen hoe een bepaald werk moet uitgevoerd worden een aannemer een vergunning te geven tot het uitvoeren van een bepaald werk bij verschillende opdrachtgevers Welke factoren hebben een invloed op het effect van een giftige stof in het lichaam? het soort gif en de hoeveelheid de toestand (vloeistof, vast, gas) van de giftige stof het soort gif en de geur ervan
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA blz.2 van 6
Vraag 9.
a) b) c)
Hoe noemen we een vergiftiging die al tijdens de blootstelling aan een giftige stof optreedt? een chronische vergiftiging een acute vergiftiging een toxische vergiftiging
Vraag 10. Wat is het gevaar als een werkruimte meer dan 21% zuurstof bevat? a) b) c)
de temperatuur kan hoog oplopen er is gevaar voor verstikking er kan sneller brand ontstaan
Vraag 11. Indien dit symbool op de verpakking staat, wat zegt dit dan over de inhoud? a) b) c)
oxiderend licht ontvlambaar explosief
Vraag 12. Waarop wijst het witte vlak (onder) in de gevarendiamant? a) b) c)
op een stof die weinig gevaar oplevert tijdens het transport op de reactie met bluswater en specifieke gevaren op een snel reagerende stof (instabiliteit)
Vraag 13. Hoe verhouden het vlampunt en de zelfontbrandingstemperatuur van een stof zich ten opzichte van elkaar? a) b) c)
ze zijn gelijk de temperatuur van het vlampunt is hoger de temperatuur van het vlampunt is lager
Vraag 14. Wat kan je zeggen over de gasconcentratie boven de bovenste explosiegrens (UEL Upper Explosion Limit)? a) b) c)
de gasconcentratie is te laag en een explosie is niet mogelijk de gasconcentratie is te hoog en een explosie is niet mogelijk de gasconcentratie is voldoende en een explosie is mogelijk
Vraag 15. Op welke stoffen hebben branden van klasse D betrekking ? a) b) c)
gassen metalen vaste stoffen
Vraag 16. Waarmee mag een vloeistofbrand nooit geblust worden ? a) b) c)
met water met poeder met schuim
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA blz.3 van 6
Vraag 17. Wat is een voor de hand liggende oorzaak van zuurstofgebrek in een besloten reservoir? a) b) c)
hoge omgevingstemperatuur hoge vochtigheid een chemische of biologische reactie
Vraag 18. Wat behoort zeker tot de taken van de veiligheidswacht bij werken in een besloten ruimte? a) b) c)
ervoor zorgen dat niemand de besloten ruimte kan betreden uitvoeren van de nodige metingen nazien van de ventilatie-inrichting
Vraag 19. Welk is de beste maatregel om de bedienaar te beschermen tegen de bewegende delen van een machine? a) b) c)
een dodemansknop installeren vaste schermen aanbrengen een veiligheidsbril dragen
Vraag 20. Wat is gevaarlijk bij het werken met een slijpmachine? a) b) c)
de slijpsteen is volledig rond de slijpkant van de steen is vlak de slijpsteen is licht beschadigd
Vraag 21. Waarvoor dient een dodemansknop? a) b) c)
om de machine na het werk af te zetten en te vergrendelen om in geval van nood de machine onmiddellijk te stoppen om de machine te stoppen als men om welke reden ook de knop loslaat
Vraag 22. Waarvoor dient een steekflens? a) b) c)
voor het afsluiten van kranen of drukventielen in leidingen voor het verplaatsen van leidingen bij het uitvoeren van werkzaamheden voor het aanbrengen van een scheiding in een leiding
Vraag 23. Welke documenten moeten steeds bij de hijskraan ter beschikking zijn? a) b) c)
het EG-certificaat van overeenkomst het opleidingscertificaat van de kraandrijver de hijstabellen en -grafieken
Vraag 24. Wat gebruik je het best als het gevaar bestaat dat het hijsgereedschap in contact kan komen met zuren en oliën? a) b) c)
kettingen staalkabels hijsbanden
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA blz.4 van 6
Vraag 25. Hoe til je best een last met je handen? a) b) c)
gebogen benen en een rechte rug gestrekte armen en gebogen rug gebogen rug en gestrekte benen
Vraag 26. Welke eigenschappen heeft een goede markering van een gevaar? a) b) c)
ze is éénduidig, wordt altijd op dezelfde manier aangeduid ze bevat altijd een duidelijk leesbare tekst ze moet minimaal op 5 m afstand leesbaar zijn
Vraag 27. Onder welke hoek moet je een ladder opstellen om deze veilig te kunnen gebruiken? a) b) c)
tussen 55° en 65° tussen 65° en 75° tussen 75° en 85°
Vraag 28. Waarvoor dient een "scafftag" of steigerkaart? a) b) c)
om aan te geven wanneer de stelling of steiger zal gekeurd worden om aan te duiden of de steigerbouwer een opleiding genoten heeft om aan te geven of de steiger mag betreden worden of niet
Vraag 29. Onder welke weersomstandigheden mag geen gebruik gemaakt worden van rolsteigers? a) b) c)
bij vrieskoude (wielen kunnen doorglijden) bij zeer warm weer (uitzetten en blokkeren van de wielen) bij een hoge windkracht (meer dan windkracht 6)
Vraag 30. Hoe moeten vloeropeningen worden afgeschermd? a) b) c)
aanduiden met een gekleurde markering afdekken met een doorzichtig dekzeil bedekken met een stevig materiaal
Vraag 31. Wat is het effect van een grotere spanning bij elektriciteit? a) b) c)
de weerstand tussen de contactpunten wordt kleiner de stroom die via het contact loopt is groter de stroom die via het contact loopt is kleiner
Vraag 32. Vanaf welke lekstroom moet de aardlekschakelaar (differentieelschakelaar) op een werf de stroom onderbreken? a) b) c)
3 mA 30 mA 75 mA
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA blz.5 van 6
Vraag 33. Waartegen beschermt een automaat of zekering in een elektrische installatie? a) b) c)
elektrocutie kortsluiting statische elektriciteit
Vraag 34. Waarom gebruik je persoonlijke beschermingsmiddelen? a) b) c)
omdat het beschermen van de persoon de voorkeur krijgt boven het beveiligen en beschermen van machines omdat persoonlijke beschermingsmiddelen de eenvoudigste en beste oplossing zijn omdat de risico's bij het gebruik van sommige machines of producten niet 100% kunnen afgeschermd worden
Vraag 35. Waartegen beschermt een ademhalingsfilter met beschermingsgraad P2? a) b) c)
hinderlijk stof giftig stof schadelijk stof
Vraag 36. Welke bewering is juist? a) b) c)
een beschermingscrème beschermt de handen tegen de inwerking van schadelijke stoffen veiligheidshandschoenen zijn altijd gemaakt uit stevig leder gebruik geen veiligheidshandschoenen in de buurt van draaiende onderdelen van machines
Vraag 37. Wat is een voorbeeld van collectieve bescherming tegen het vallen? a) b) c)
vangnet verankeringslijn veiligheidsharnas
Vraag 38. Tot welke groep van signaleringsborden behoort volgend bord? a) b) c)
gebodsbord veiligheidsvoorzieningen brandbestrijdingsmiddelen
Vraag 39. Wat is de algemene betekenis van een bord voor veiligheidsvoorzieningen? a) b) c)
het geeft aan welke hulpverleningsmiddelen je moet gebruiken het geeft aan waar de hulpverlenings- en evacuatiemiddelen te vinden zijn het wijst op bepaalde gevaren
Vraag 40. Welk gas bevat een cilinder (gasfles) met een bruine kleur op de schouder? a) b) c)
stikstof koolstofdioxide acetyleen
Basisveiligheid VCA proefexamen versie maart 2007 Dit proefexamen VCA is uitsluitend bestemd voor opleidingsdoeleinden en is hiervoor vrijelijk te gebruiken. © vzw BeSaCC – VCA blz.6 van 6