Preek n.a.v. 1 Kon 19 Elia op Horeb, 30 nov 2014 Open Hof. Margriet Sprong Gemeente van onze Here Jezus Christus broeders en zusters, “Ik wou dat ik God zo hoorde spreken als in Bijbel! Ik wilde dat ik geleefd had toen Jezus op aarde was!” Zulke uitspraken hoor ik regelmatig. Op mijn werk van mensen die 80 of 90 zijn maar ook hier in de kerk bijvoorbeeld op zo’n gemeenteavond als laatst. Ja, we hebben de Bijbel en de Geest maar toch hebben we ergens het idee dat geloven toen makkelijker was. Als je Jezus toch ziet of God zo duidelijk hoort spreken… En onbewust plaatsen we de mensen uit de Bijbel in gedachten op een voetstuk. Neem nou Elia die grote profeet uit het Oude Testament. Elia die bidt en vuur valt uit de hemel om zijn offer te verteren en die Baalpriesters maar bidden en roepen….Als er één was die God verschillende keren krachtig heeft horen spreken dan Elia wel…Maar daarmee was geloven niet opeens makkelijk. Hij had God en zijn spreken bepaald niet in zijn broekzak. Elia was een mens als wij en nadat hij vurig had gebeden dat het niet zou regenen is er drieen-half jaar geen regenen gevallen op het land, zegt Jakobus. Een mens als wij…om aan te geven dat wat er aan bijzondere dingen gebeurt echt van God komt. Daar heb je zelf geen kwaliteiten voor nodig. Een mens als wij…ook in moeilijke momenten en dieptepunten. Zo ontmoeten we Elia vanmorgen. Letterlijk en figuurlijk in de woestijn. Hij zit er helemaal doorheen. Dat verhaal van Elia is de moeite waard om vanmorgen doorheen te kruipen. We zien Elia worstelen, zoeken en tasten. Maar we zien ook de Heer die Elia opzoekt daar waar hij is. Die hem uitnodigt zijn hart bloot te leggen en hem nieuw perspectief geeft. Een ontmoeting in de woestijn waarbij Elia de Heer op een manier ontmoet die volkomen nieuw voor hem is. Wat was die woestijn in het leven van Elia? Wat gebeurt daar? Hoe kan hij verder? Hoe zien we in die beweging iets van onze eigen weg met God wat ons kan bemoedigen? Wat was de woestijn van Elia? Hoe treffen we hem hier aan? Elia heeft een paar hele enerverende jaren achter de rug met een enorme climax als we dit verhaal lezen. In de periode van droogte die hij had aangekondigd, heeft hij zich meer dan drie jaar moeten verbergen. Een vluchteling was hij. En dan volgt die bekende geschiedenis op de Karmel. Een dag lang staan ze daar: die 450 baalpriesters aan de ene kant en Elia aan de andere kant. Een enorme krachtmeting tussen God en de goden. De god die met vuur antwoordt, is de ware God. Het volk komt tot inkeer, de profeten van Baal worden gedood. Een gebed om regen….die uiteindelijk komt, een stortvloed zelfs. Geweldig toch? God heeft gesproken en Elia gebruikt als zijn instrument en dan is hij moe, doodop, kwetsbaar. Op dat moment komt die bode van Izebel….ik zal jou een kopje kleiner maken net zoals jij bij mijn profeten gedaan hebt…En Elia? Hij wordt doodsbang en slaat op de vlucht om zijn leven te redden. Weg is zijn vertrouwen op God. Hij denkt er niet eens over na of Izebel haar dreigement waar kan maken nu Achab en het volk – voorlopig althans – onder de indruk zijn van Gods macht. Kwetsbaar, bang, wanhopig, vluchtend voor zijn leven. Naar het zuiden, Berseba in Juda. Alle inspanningen eisen zijn tol. Het hoeft niet meer voor hem…neem nu Here mijn leven… Zo bevindt Elia zich letterlijk en figuurlijk in de woestijn.
Met de Heer door de woestijn
1 van 5
Ik denk dat we allemaal van tijd tot tijd de woestijn kennen in ons leven. Misschien zit je er nu wel midden in. Die woestijn kan er heel verschillend uitzien. Misschien heb je een hele intensieve tijd achter de rug. Ik ontmoet nogal eens mensen die lange periode gezorgd hebben voor hun zieke man of vrouw of vader of moeder. Ze hebben er kracht voor gekregen, merkten Gods zorg. Als dat niet meer hoeft omdat iemand in tehuis komt wonen of overlijdt, vallen ze in een gat en zakken ze weg. En God, ook die lijkt ver weg. Of je tobt zelf met je gezondheid, je hebt grote zorgen om je kinderen, je hebt je jaren vol overgave ingezet op je werk en je wordt ontslagen, in de klas ben jij het buitenbeentje wat je ook probeert. Heftige gebeurtenissen kunnen maken dat je in de woestijn terecht komt. Maar dat kan ook op een andere manier. Je bent er terecht gekomen zonder dat je precies weet hoe: het leven heeft zijn glans verloren, je geloofsleven is dor geworden. En ten slotte kan de woestijn, hoe gek het ook klinkt, op een bepaalde manier een keus zijn. Vroeger trokken monniken letterlijk de woestijn in. Vandaag de dag zijn er mensen die rust zoeken, de stilte. Door een retraite weekend, door het maken van een pelgrimstocht, door in je geestelijk leven de stilte te zoeken. Maar in die rust en die stilte die zo mooi leek en aantrekkingskracht had, kunnen mensen zichzelf heel erg tegen komen: hun zwakheden en hun beperkingen, hun illusies… en zo voert die reis hen door de woestijn. Hoe verschillend die woestijn er ook uit ziet, het is een plaats van droogte en hitte. Een plaats waar je je niet kan verschuilen. Waar je bij je gemis, ook je verlangen gaat voelen. Misschien ook wel je verlangen naar God: Naar u smacht mijn ziel in een dor en dorstig land zonder water…” Elia heeft het helemaal gehad. Als hij een struik tegen komt legt hij zich neer om te gaan slapen en hij zegt: “Het is genoeg geweest HEER. Neem mijn leven want ik ben niet beter dan mijn voorouders.” Dan zoekt de Heer hem op. Door een engel. Er klinkt geen enkel verwijt. De Heer gaat hier zelfs niet het gesprek met Elia aan. Hij zorgt in het kleine. En dat kleine is zo heel groot. Die machtige God die een engel stuurt met brood en water. Wordt wakker, eet wat.” En nog een keer, als Elia zich weer overgeeft aan zijn moedeloosheid. Nog duidelijker maakt de schrijver dat het om een initiatief van God gaat. Niet zomaar een engel maar een engel van HEER maakt hem wakker, sta op, eet, de reis zou voor u te ver zijn.” Gods zorg in het kleine. Zo werkt de Geest vaak. Engelen op je weg soms letterlijk maar meestal door mensen heen. Niet in het grote spectaculaire maar in de kleine dingen die oases zijn in de woestijn. Die ander die belt als jij je eenzaam voelt. Die collega die met je meedenkt in een conflictsituatie. Die klasgenoot die jou niet laat vallen. Kleine dingen die groot worden als de gewone dingen niet meer vanzelfsprekend zijn: de lach van een kind, een straal zonlicht op een herfstbos. Soms ervaar je dat als Gods zorg, soms zie je het niet op het moment zelf maar achteraf. Elia laat zich na de eerste keer gewoon weer vallen onder zijn struik. Als mensen in hun woestijn depressief zijn, komen die dingen vaak moeilijk binnen. Ik moet denken aan die levenslustige actieve vrouw in de eerste gemeente waar ik werkte. Ze stortte in haar vakantie finaal in en kwam drie maanden lang op een psychiatrische afdeling van een ziekenhuis terecht. Ze was moeilijk te bereiken. Toen ze langzaam opkrabbelde zei ze: "dat jullie mij bleven opzoeken en in mij bleven geloven, dat jullie voor mij baden toen ik het niet meer kon, dat heeft me erdoor geholpen." Jij maakt misschien zelf een mooie, gelukkige periode door maar wie weet hoe God jou gebruikt voor een ander.
Met de Heer door de woestijn
2 van 5
De HEER zoekt Elia op waar hij is en zorgt liefdevol voor de eerste dingen. Geen verwijt, geen gesprek, geen grote vragen. Sterker nog de HEER beweegt mee met Elia. …de reis zou voor u te ver zijn.” Welke reis? Ja de reis naar Horeb, dat blijkt wel. Maar waarom reist Elia naar Horeb? God heeft hem dat niet bevolen. Sterker nog in feite is Elia gedeserteerd. Daar in Berseba is in zijn moedeloosheid kennelijk ook iets van een verlangen wakker geworden. Een verlangen naar God. Waar zoek je God in de woestijn? Elia wil naar de plaats waar hij denkt God te kunnen vinden. De Horeb, dat is de Sinaï, de berg van God. Daar had God zich geopenbaard. Daar had God het verbond met zijn volk gesloten. Daar had Mozes de stenen tafelen ontvangen. De Heer laat hem gaan en geeft hem er de kracht voor. Sta op, eet, de reis die je je voorgenomen hebt, zou te ver voor je zijn, zou je kunnen zeggen. De woestijn is de plaats waar we ons bewust worden van ons gemis, van ons verlangen. De drukte valt weg. Je zekerheden zijn er niet meer. Er valt niet zoveel meer te verbergen, ook niet voor je zelf. Waar ga je dan naartoe? Waar zoek je God? In de psalmen ontmoeten we dichters die met heimwee terugdenken aan vroeger: Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestvierende menigte, juichend en lovend. Misschien ga je in gedachten terug naar plekken en manieren waar je de Heer ontmoet hebt. Dat kan bemoedigen maar ook verwarren. Nù ervaar je Hem niet. Maar houd moed. De woestijn is ook de plaats waar nieuwe dingen kunnen gaan groeien. Waarin we God op een andere manier ontmoeten dan we verwacht hadden. Dat zien we bij Elia. Maar eerst gaan we verder met hem mee op reis door de woestijn. Elia is op pad gegaan, een lange tocht naar Horeb. Er is heel wat geschreven over die tocht. Heeft Elia echt zo lang niets gegeten en gedronken? Of vond hij nieuwe kracht door dat eten en deed hij het verder met wat hij onderweg in de woestijn tegenkwam? En waarom meer dan zes weken onderweg zijn voor een tocht van nog geen 500 km? Eerlijk gezegd denk ik niet dat het daarom gaat. De manier waarop de Bijbel dingen vertelt is vaak anders dan onze historische feitelijke geschiedschrijving. Niet voor niets wordt er gesproken over een tocht van 40 dagen en 40 nachten. Veertig is een getal dat heel vaak in de Bijbel voorkomt. Het volk trekt 40 jaar door de woestijn op weg naar het beloofde land, Mozes is 40 dagen op de berg Horeb voor hij de tien geboden ontvangt, Jezus is 40 dagen in de woestijn waar Hij verzocht wordt, daarna begint Hij te preken e.d. Veertig staat vaak voor een periode van beproeving of een periode van voorbereiding en verwachting. Dat is ook bij Elia zo, een moeilijke periode maar daar in de woestijn wordt hij ook voorbereid op iets nieuws, op een totaal verrassende ontmoeting met God en een nieuwe opdracht. Aangekomen bij zijn plaats van bestemming, de Horeb, gaat het initiatief van God uit. De Heer heeft eerste praktische liefdevolle zorg aan Elia geboden door zijn engel. Hij is met hem meebewogen in zijn gang naar Horeb. Nu gaat de Heer met Elia de diepte in. Hij nodigt hem uit zijn hart bloot te leggen. Elia, wat doe je hier? Een indringende vraag die God in dit gedeelte tot twee keer toe aan zijn knecht stelt. Elia heeft zes weken lang gezwoegd door de woestijn. En terwijl in de woestijn de drukte van het leven weggevallen is, is het van binnen bepaald niet stil geworden. Zijn angsten, vragen en twijfels komen eruit als één grote klacht. "Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen
Met de Heer door de woestijn
3 van 5
naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.” Elia’s zicht is verduisterd. Hij denkt niet meer aan wat er op de Karmel is gebeurd. Hij ziet niet meer dat Obadja profeten heeft verborgen. Ik heb alles gegeven maar het is allemaal voor niets geweest. Elia antwoordt vanuit een grot waar hij een plek voor de nacht heeft gevonden. Maar die grot is tegelijk ook wel symbolisch voor zijn gemoedstoestand. Donker, naar binnen gekeerd, vol zelfbeklag en moedeloosheid. Adam, waar ben je? Elia, wat doe je hier? De hele Bijbel door zie je dat de God mensen opzoekt en dat Hij hen vragen stelt. Waarin Hij je uitnodigt om je hart bloot te leggen. Waarmee Hij met je de diepte in gaat. Welke vraag zou de Heer jou stellen denk je? Hij nodigt je uit om te komen met wat er van binnen zo klem zit en wat je gevangen houdt. De knopen in je ziel die je uitgerekend in de woestijn zo goed voelt. Als Elia zijn beklag heeft gedaan, gaat de HEER niet in discussie. “Kom naar buiten en treed hier op de berg voor mij aan.” Overigens doet Elia dit niet gelijk. Zal God nú komen? Was dat niet wat Elia wilde, waarvoor hij de lange tocht naar Horeb gemaakt had? Een storm raast voorbij. De rotsen slaan aan stukken. Een aardbeving. Vuur. Een angstige gewaarwording als je alleen in de woestijn bent. En tegelijkertijd zal Elia vol verwachting geweest zijn. Zo kende hij het spreken van God. Het vuur dat uit de hemel neerdaalde bij de Karmel, natuurverschijnselen bij de verbondssluiting in het verleden. Maar de Heer is er niet in. God verschijnt niet op een manier waarop Elia Hem kent. Wat een teleurstelling. En dan… hoor, het gefluister van een zachte bries….”Het geluid van een dunne stilte” staat er letterlijk. Het is niet in woorden te vatten wat hier gebeurt. Een geheimenis. Een stilte vol van de aanwezigheid van de Heer. Het gefluister van een zachte bries. En dan komt Elia uit zijn grot…en slaat respectvol de mantel voor zijn gezicht. Niemand kan God zien en leven. Elia voelt: De Heer is hier, intiem dichtbij. In de stilte. Totaal anders dan hij had verwacht. De ene stilte is de andere niet. In onze wereld is het moeilijk om een plek te zoeken waar het stil is. Er is altijd zoveel geluid, zoveel afleiding. Je moet natuurlijk wel altijd bereikbaar zijn en bijblijven, je iPhone onder handbereik. Als het dan van buiten stil is, hoor je hoe vol herrie en chaos de stilte binnenin jezelf is. En daar wil de Heer binnenkomen. In je onrust en je vragen. In een woestijnperiode kunnen er nieuwe dingen groeien. Je vindt God misschien niet meer op de plekken waar je Hem zoekt. Maar Hij is met jou op weg. Hij opent een nieuwe ruimte waar Hij je wil ontmoeten. Hij komt niet met veel bombarie. Niet met zijn oordeel. Niet met antwoorden op je vragen die je naar de hemel geslingerd hebt. Hij komt in de stilte. Gevuld met zijn aanwezigheid, met zijn tedere liefde, met zijn vrede. Misschien ervaar jij die gevulde stilte in de natuur, of voel jij fysiek iets van een zachte streling van de Geest. Zo verschillend maar op de één of andere manier merk je dat de stilte anders is, dat de Heer erin is om jou te ontmoeten.
Met de Heer door de woestijn
4 van 5
Nicolaas Beets, een bekende dichter uit de 19e eeuw beschrijft aan de ene kant die bijna mystieke stilte en tegelijkertijd plaatst hij die in een alledaagse ervaring. De moerbeitoppen ruischten; God ging voorbij; Neen, niet voorbij, hij toefde; Hij wist wat ik behoefde, en sprak tot mij;
Hij liet zijn vrede dalen op ziel en zin; 'k Voelde in zijn' vaderarmen mij koestren en beschermen, en sluimerde in.
Sprak tot mij in de stille, de stille nacht; gedachten, die mij kwelden, vervolgden en ontstelden, verdreef hij zacht.
De morgen, die mij wekte begroette ik blij. Ik had zo zacht geslapen, en Gij, mijn Schild en Wapen, waart nog nabij
God ging niet voorbij maar toefde. In die gevulde stilte waarin de Heer is verandert er wat. Elia ontmoet de Heer op een totaal andere manier dan hij verwacht. Hij wordt erdoor veranderd. O nee, niet per direct. In die stilte klinkt het opnieuw: Elia, wat doe je hier? En weer klinkt in dezelfde woorden zijn klacht. Verandering is er niet zomaar. Angst, twijfel en verlangen gaan vaak samen. Dat verlangen was er, Elia was ten slotte op weg gegaan om de Heer te ontmoeten. Weerstand en een nieuw begin kunnen hand in hand gaan. Iemand die dat prachtig heeft geschilderd is Sieger Köder. Schilderij laten zien (zie powerpoint presentatie dia 6) Je ziet veel donkere kleuren en de bliksem in de hoek. Een helemaal naar binnen gekeerde Elia voor de grot. De mantel voor zijn gezicht geslagen. Je ziet ook die hand naar buiten gedraaid, open om te ontvangen. Daar valt licht op. En die groene blaadjes die neerdwarrelen, de bries van de Heer. Open voor een nieuw begin. Aarzelend maar toch. In de woestijn komt de Heer naar ons toe. In de stilte. Vaak ongedacht, op nieuwe wegen. Geen grote veranderingen, geen antwoorden op al onze vragen maar we mogen wel onze hand openen om van Hem te ontvangen. Een nieuw begin. En dat nieuwe begin is er. Elia krijgt een nieuw perspectief in de opdracht die de Heer hem geeft. “Elia, het hangt niet van jou af. Je bent niet de enige die over is. Ik regeer en jij mag opnieuw in mijn dienst je weg vervolgen.” Dan krijgt hij de opdracht om drie mensen te zalven: Hazaël als koning over Aram, Jehu als koning over Israël, en Elisa als zijn opvolger.” Het voert te ver om daar nu uitgebreid op in te gaan. Elia heeft dat niet allemaal zelf gedaan. Maar de Heer laat hem Zijn perspectief zien en belooft dat Hij verder gaat met zijn volk dat steeds weer afdwaalt. Een rest zal overblijven, 7000 mensen die hun knieën niet voor de Baal buigen. De Heer laat ons niet los. Hij laat zijn kerk niet los. Hij laat zijn wereld niet los. Het is vandaag de eerste advent. We mogen weten van een nieuw perspectief. Van licht in onze duisternis. God is doorgegaan zoals Hij Elia al had beloofd. En uit die rest die getrouw blijft komt Messias voort. “Maar uit een tronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei.” Zo mogen we in deze tijd van verwachting verder gaan op onze weg. Samen met Jezus, Immanuël, God-met-ons Amen.
Met de Heer door de woestijn
5 van 5