Post- en Archiefzaken Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
Landman A. donderdag 28 november 2013 9:59 Post- en Archiefzaken FW: reactie NMG op ingekomen stuk: Aanmelding 8e tranche Crisis- en Herstelwet ten behoeve van realisatie van doelstellingen windenergie voor de provincie Groningen 130805 provinciale herziening POV wind op land.pdf
Svp inboeken year SG
Van: Marjolijn Tijdens [mailto:
[email protected]] Verzonden: dinsdag 26 november 2013 4:36 Aan: Bakker N.; Batterman B.; Bezuijen C.M.; Broekhuizen Smit L.K.; Dieters L.A.; Graaf S.J.F. van der; GraafDrijvers P. de; Hazekamp A.A.1-1.; Homan N.; Keurentjes F.A.M.; Krajenbrink S.J.; MastenbroekJ.H.; Miedema H.; Mortiers I.P.A.; Ram D.; Veerenhuis-Lens J.W.M.; Wulfse I v1.; Berg M.J. van den (CdK); Besselink M.; Boumans M. (Gedeputeerde); Mastrigt Y. van; Moorlag W.J.; Staghouwer H.; Vey Mestdagh, Dhr. P.G. de CC: Statengriffie; Bordewijk J.; Berg L. van den Onderwerp: reactie NMG op ingekomen stuk: Aanmelding 8e tranche Crisis- en Herstelwet ten behoeve van realisatie van doelstellingen windenergie voor de provincie Groningen 26-11-2013 Betreft: Aanmelding 8e tranche Crisis- en Herstelwet ten behoeve van realisatie van doelstellingen windenergie voor de provincie Groningen Bijlagen: brief natuurorganisaties nalv provinciale herziening POV wind op land Geacht college van Gedeputeerde Staten, Geachte leden van de Commissie Omgeving en Milieu, Wij willen met deze mail reageren op de brief van GS richting Rijk over de Aanmeiding 8e tranche Crisis- en Herstelwet ten behoeve van realisatie van doelsteilingen windenergie voor de provincie Groningen. Deze brief staat als ingekomen stuk op de agenda voor de Statencommissievergadering van 27 november a.s.. Met deze mail willen wij onze zorgen kenbaar maken over het voorstel om een afweging van alternatieven bij locatiekeus voor grootschalige windenergie weg te laten in het kader van de Crisis- en Herstelwet. In voorliggende brief wordt het Rijk gevraagd om in het kader van de 8 e tranche van de Crisis- en Herstelwet wettelijke belemmeringen voor de realisatie van de windenergie doelstellingen in drie kerngebieden weg te nemen. Het betreft hier de volgende windenergie doelstellingen: het mogelijk maken van tijdelijke bestemmingen (25 jaar), een betere verdeling van lusten en lasten van windparken en als laatste het voorbij kunnen gaan aan een afweging van alternatieven afweging bij de locatiekeus. Wij kunnen ons vinden in de eerste twee doelstellingen. Tegen het achterwege laten van een afweging van alternatieven ten behoeve van de locatiekeus hebben wij echter wel grate bezwaren. Wij vinden dit bezwaarlijk aangezien het hier plannen betreft voor grootschalige windenergie die grote impact zuilen hebben op leefomgeving, natuur en landschap. Dergelijke plannen verdienen een zorgvuldige afweging van locatiealternatieven. Al helemaal wanneer deze plannen direct grenzen aan het Waddengebied, zoals veer de uitbreidingslocatie voor grootschalige windenergie in de Emmapolder het geval is. In de brief van GS wordt gesteld dat ze geen herhaling van de afweging van locatiealternatieven wil omdat deze bij de aanwijzing van locaties voor windenergie in onze provincie al tweemaal heeft plaatsgevonden. De eerste keer in de vorm van een plan-m.e.r. voor het POP (2009) en de tweede keer in het kader van de Rijksstructuurvisie Wind op land. De provincie wil op deze wijze voorkomen dat het afwegen van locatiealternatieven leidt tot nieuwe discussie over de aangewezen locaties voor windenergie, waardoor vertraging in het realiseren van de taakstelling kan optreden. Echter voor de in 2013 aangewezen uitbreidingslocaties (waaronder de Emmapolder) wordt met dit argument ook voorgesteld om een alternatieven afweging achterwege te laten. Dit terwijl deze locaties nog niet in 1
beeld waren bij de eerder uitgevoerde afweging van alternatieven en er geen MER is uitgevoerd om de gevolgen voor de omgeving in beeld te brengen. De uitbreidingslocatie in de Emmapolder is bijvoorbeeld van een dermate grate omvang dat dit een zorgvuldige plan-rn.e.r. verdiend. Bovendien is de situatie van de locatie in de Emmapolder — in agrarisch gebruik, direct grenzend aan natuurgebied de Ruidhorn en de Waddenzee- niet 1 op 1 vergelijkbaar met het industri6le karakter van de Eemshaven. Wij zijn daarom van mening dat de conclusies uit het eerdere planm.e.r. niet zomaar doorvertaald kunnen worden near de huidige uitbreidingslocaties. Een plan-m.e.r. en de daarbij behorende alternatieven afweging is in het leven geroepen om bestuurlijke besluiten transparent, goed onderbouwd en breed gedragen te maken. Hier kan en mag in onze ogen niet zomaar aan voorbij gegaan warden. Wij zouden willen voorstellen aan GS om alsnog te besluiten een zorgvuldige vergelijking van locatiealternatieven mee te nemen in het kader van het inpassingsplan voor uitbreidingsgebieden voor grootschalige windenergie.
Met vriendelijke groet, Namens de Natuur en Milieufederatie Groningen, Marjolijn Tijdens Beleidsmedewerker
Marjolijn Tijdens Beleidsmedewerker groene ruimte
natuur en milieu groningen recrerakit!
Werkdagen: maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Zuiderpark 16 9724 AG Groningen (050) 31 30 800 m.tiidensOnmforoninaen.n1 www.nmfaroninaen.n1
Op de hoogte blijven? Word lid van onze nieuwsbrief, geef online je menina over natuur en milieu en volg ons op Twitter. Bij de Natuur en Milieufederatie Groningen is een vijftigtal natuur- , milieu- en landschapsorganisaties uit de provincie aangesloten. Semen voor een mooi en duurzaam Groningen.
2
Zuklerpazk 16
è.máIlInic4omfgronIngerulli
9724 AG.Croningen
wwwnrOgnanirliten.n1 teiefoon (050) 313 48 49 bankrekening 2999383
natuur en milieu Tgroningen federa tic
Provincie Groningen t.a.v. het college van Gedeputeerde Staten
[email protected]
Ons kenmerk: 13-013-EW
Groningen, 5 augustus 2013
Betreft: Opmerkingen ontwerp Partiele herziening 2013 van de Provinciale Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 - uitbreiding zoekgebieden windturbineparken Eemshaven en Delfzijl
Geacht college,
Graag willen wij, Natuur en Milleufederatie Groningen, Stichting Het Groninger Landschap, Vereniging Natuurmonumenten, Avifauna Groningen, de Waddenvereniging, Stichting Natuur en Landschap Eemsmond en Staatsbosbeheer, reageren op deze partieie herziening. SER-akkoord Op 12 juli 2013 hebben maatschappelijke partijen, milieuorganisaties, sociale partners en het kabinet, in SER-verband, op hoofdlijnen overeenstemming bereikt om te kornen tot een Energieakkoord voor duurzame groei. Concreet gaat het om 1,5 procent energiebesparing per jaar, 15.000 banen in de bouw en 16% duurzame energie in 2023. Wij zien veel kansen het akkoord handen en voeten te geven op regionaal niveau en staan klaar om hiermee aan de slag te gaan. Er wordt geInvesteerd in wind op land, binnen de kaders die met de provincies zijn afgesproken en met meer rnogelijkheden voor burgerparticipatie. Wind op zee gaat een belangrijke rol spelen in de toekomstige Nederlandse energievoorziening. In 2023 moet in totaal 4.500 MW wind op zee gerealiseerd zijn. Samen met de windturbines op land is dat genoeg om alle huishoudens in Nederland van stroom te voorzien. Daarnaast werken wij aan draagvlak voor duurzame energie, onder meer door er zorg voor te dragen dat duurzame energiebronnen niet ten koste gaan van natuur, landschap en leefomgeving.
Samen veer een rnooi en dourzaarn Groningen. de NnutY en Milieu lederatie Crof611911 een rotuur., en laivistlups.orgassi$atie$ iwFvesloNti.
natuur en milieu groningen fed eratie
IPO-akkoord Allereerst willen wij onderstrepen dat we blij zijn dat het Rijk en IPO het afgelopen jaar een overeenkomst hebben kunnen bereiken waardoor de regie over de locatiekeus voor grote windlocaties terug kwam bij de provincies en het Rijk vooralsnog afziet van toepassing van de Rijkscoardinatieregeling. Maar minister Kamp is duidelijk (brief 09 april 2013 aan de Tweede Kamer): '11/locht deze aanpak in IPO-verband niet werken, dan geeft lid 4 van de afspraken aan dat het kabinet zelf zal zorgdragen voor een adequate ruimtellike inpassing.' En wij zien met waardering dat de provincie Groningen in het IPO-akkoord van 22 januari 2013 over de verdeling van de 6000 MW windenergie op land haar verantwoordelijkheid heeft genomen door haar taakstelling van 750 MW te verhogen naar 855,5 MW. Dit zien wij als een belangrijk signaal dat de provincie serieus wil werken aan een duurzame toekomst. Concentreren Wij steunen het beleid van de provincie de windturbines te concentreren op een beperkt aantal locaties, teneinde de ruimtelijke kwaliteit in de rest van de provincie zo goed mogelijk te beschermen. De visie van de gezamenlijke milleufederaties uit 2009 laat zien dat 6000 MW wind op land in Nederland mogelijk en nodig is. Om natuur en landschap zoveel mogelijk te sparen bepleit deze visie een concentratiebeleid waarbij al in de aanwijsfase van de locaties voor concentratiegebieden de belangen van natuur en landschap worden meegewogen. Juist deze belangen zijn niet meegenomen bij de locatiekeus voor de extra ruim 100 MW wind op land die Groningen op zich heeft genomen. Wij vrezen dat hierdoor buitenproportioneel en vooral ook onnodig veel schade gedaan zal worden aan de natuur en landschapswaarden van het waddengebied. Daarnaast is de provincie nu van plan een testgebied voor offshore testturbines en onderzoeksturbines aan te wijzen, aan de rand van de Waddenzee. Daze testlocatie, hoe nuttig deze ook is, behoort uitdrukkelijk niet tot de taakstelling die de provincie in IPOverband op zich heeft genomen. Ook bij deze locatiekeuze zijn de belangen van natuur en landschap niet meegewogen. Uitbreiding Emmapolder in strijd met gemaakte afspraken Wij hebben vooral grote bezwaren tegen de uitbreiding langs de waddenkust, in de Emmaen Eemspolder. Niet in de laatste plaats omdat G.S. met het voornemen om het windpark in de Emmapolder verder westwaarts en richting kust uit te breiden voorbij gaat aan eerder gemaakte afspraken. Afspraken waarbij ons door de provincie beloofd ward dit in de toekomst niet te zullen doen. Vastgelegd in de aan Essent verleende vergunning voor de bouw van windturbines in de Emmapolder. Hoe betrouwbaar is de overheid? In de door G.S. van Fryslân (toen bevoegd gezag) op 14 november 2008 aan Essent verleende vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 voor (onder meer) de bouw van 17 windturbines in de Emmapolder wordt geconstateerd dat 'De voorgenomen oprichting van 17 windturbines in de Emmapolder zorgen voor een significante aantasting van het natuurschoon van de Waddenzee en de Dollard. De plaatsing van deze windturbines heeft clan ook een significante negatieve int/bed op het behoud, het herstel en de
Pagina 2 van 10
natuur en milieu 7groningen fed et atie
ontwikkeling van het natuurschoon in de Waddenzee en de Dollard.... Indian de vergunning om redenen van groot openbaar belang wordt verleend, dienen op grond van artikel 19h Nbwet 1998 compenserende maatregelen te worden voorgeschreven en genomen. ... Door initiatiefnemer is voorgesteld om daartoe de vier grate windturbines bij het Lauwersmeer (zijnde het windpark Lauwersoog), te ontmantelen. zUn van mening dat dit een passende compensatiemaatregel is. Wij verbinden dan ook aan daze vergunning de voorwaarde dat de oprichting van de aangevraagde 17 windturbines in de Emmapolder pas kan plaatsvinden, nadat de vier windturbines van het windpark Lauwersoog zijn vennfijderd.' In de 'Beleidsnotitie uitbreiding concentratiegebieden windenergie' geeft u aan dat de locatie Lauwersoog bij vaststelling van het POP is verdwenen als compensatie voor de plaatsing van de huidige windturbines in de Emmapolder bij de Eemshaven. Hoe denkt u deze nieuwe windturbines in de Emma- en Eemspolder te compenseren? Werelderfgoed, bescherming Waddenzee
De geplande uitbreiding is niet alleen tegen het zere been van natuur en landschapsorganisaties vanwege het breken van deze afspraak, maar vooral vanwege de grote gevolgen die uitbreiding van dit park zal hebben op natuur en landschap. De Waddenzee is benoemd tot Werelderfgoed, juist vanwege zijn unieke, continu veranderende, decor van wadplaten en geulen met weidse vergezichten. Van grote waarde ook voor de Europese vogelstand. Vanwege de hoge dichtheden waddieren zoais kokkels, wadpieren en mossels is het een noodzakelijk rust en foerageergebied voor trekvogels. Jaarlijks maken maar liefst tussen de 10 en 12 miljoen vogels gebruik van het waddengebied. Deze landschappelijke en natuurlijke waarden zijn vanwege hun unieke en waardevolle karakter binnen Europa dan ook zwaar beschermd. Op grond van het Verdrag van Ramsar (1971) is de Waddenzee een beschermd 'wetland'. Het Verdrag van Bern (1979) beschermt verschillende in het gebied voorkomende diersoorten. Het Verdrag van Bonn (1979) verplicht ons trekkende diersoorten (in de Waddenzee met name vogels en vissen) te beschermen. Trekvogels verdienen bovendien bescherming op grond van de `Overeenkomst inzake de bescherming van Afrikaans-Euraziatische trekkende watervogels' (AEWA 1996). Het gebied is aangewezen als Natuurmonurnent. De Waddenzee is verder aangewezen als speciale beschermingszone op grond van de Vogelrichtlijn en als Natura 2000-gebied op grond van de Habitatrichtlijn. En de PKB derde nota Waddenzee stelt: De hoofddoeistelling voor de Waddenzee is de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap. .... Om dit te bereiken is het beleid gericht op de duurzame bescherming en/of een zo natuurqk mogellike ontwikkeling van: ... de landschappelgke kwaliteiten, met name rust, weidsheid, open horizon en natuurlijkheid inclusief duisternis. Ook de bela ying van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van de Waddenzee door bewoner en bezoeker van het waddengebied wordt als uitgangspunt genomen bij verdere beleidsuitwerking. ... Het ontwikkelingsperspectief ziet er ais volgt ult:
Pagina 3 van 10
natuuren milieu Fgroningen fedet atie
- De Waddenzee is primair een natuurgebied en een uniek open landschap. ... De rust,
weidsheid, open horizon en natuurlijkheid inclusief duisternis, zijn gewaarborgd en warden hoog gewaardeerd.' De windturbines zullen de weidsheid van het landschap aantasten en al van verre vanuit wad en binnenland te zien zijn. De kust en binnendijkse polders worden als rust- en foerageergebied gebruikt door vele waardevolle en beschermde vogelsoorten. Strijd met PKB derde nota Waddenzee Op 25 februari 2009 vernietigde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) de vergunning op grond van artikel 19d van de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) voor de bouw van 17 windturbines in de Emmapolder aangezien uit de passende beoordeling niet de zekerheid kon warden verkregen dat de activiteiten in de Emmapolder de natuurlijke kenmerken van het gebied Net aantasten. In de aanwijzingsbeschikking van 17 november 1993, waarin delen van de Waddenzee zijn aangewezen als staatsnatuurmonurnent Waddenzee II, wordt de waarde van het unieke open landschap, beschermd op grand van de PKB, als volgt beschreven:: 'Het waddengebied wordt ervaren als een gebied van bijzondere landschappelijke schoonheid. Het weidse karakter, het vrije spel der elementen, de voortdurende wijziging van de grenzen van land en water en de grate vormenrijkdom bieden de mogelijkheid tot het opdoen van wisselende en boeiende ervaringen en zifn wezenlijke kenmerken van het gebied. Essentieel is dat de invloed van de menselijke activiteiten op het landschap in het niet zinkt bij het stempel dat de natuurlijke elementen op de Waddenzee drukken. Het landschap kenmerkt ZiCh door ztin vrijwel ongeschonden en open karakter. Van wezenlijk belang is voorts de in het gebied heersende rust. Een gebied van een dergelijke omvang, waarin de mens zijn verbondenheid met natuur en landschap ten voile kan ervaren, is uniek in Nederland.' In de Emmapolder ontbreekt, in tegenstelling tot de Eemshaven, het industridle karakter. De huidige 17 windturbines met hun tiphoogte van 150 meter zijn in theorie, en bij somrnige weersomstandigheden ook in de praktijk, zichtbaar tot op een afstand van ongeveer 47,5 kilometer. De windturbines zijn zichtbaar vanuit meer dan 12% van het oppervlak van de Waddenzee. Uit de passende beoordeling kon dan ook niet de zekerheid warden verkregen dat deze activiteit in de Emmapolder de natuurlijk kenmerken van het gebied niet aantast. De ABRvS concludeerde: De Afdeling acht in het onderhavige geval niet overtuigend aangetoond dat het plaatsen van de 17 windturbines in de Emmapolder moot warden aangemerkt als een project omwille van eon dwingende reden van groat openbaar belang. Hierbij wreekt zich het ontbreken van een toereikend onderzoek near mogelijke alternatieven waarmee windturbines elders kunnen warden opgericht die bijdragen in de behoefte aan energie. Nu voorts de windturbines direct naast de SBZ Waddenzee zullen warden opgericht heeft de minister onvoldoende gemotiveerd waarom het belang van het realiseren van de 17 windturbines op de langere termijn op juist doze pleats zwaarder moet wegen dan het belang van behoud van de openen weidsheid van de Waddenzee.'
Pagina 4 van 10
natuur en milieu Ygroningen fed eratie
Hoewel de openheid en weidsheid van de Waddenzee niet meer beschermd zijn op grond van de Natuurbeschermingswet, verdienen doze waarden nog altijd bescherming op grond van PKB derde note Waddenzee, de Nota Ruimte en het provinciale beleid. Door realisering van het testgebied 'prototype offshore testturbines' en het testgebied 'onderzoeksturbines' wordt het weidse karakter van de Waddenzee over een nog grotere lengte verstoord. Daar bij komt dat in deze herziening van de POV geen maximale hoogte voor windturbines is opgenomen. Voor het gebied in de Emma- en Eemspolder aangeduid als Toekgebied windturbinepark' wordt in het rapport 'Verkennende windstudie Eemshaven' uitgegaan van turbines met een ashoogte van 135 meter en een rotordiameter van 127 meter, dus tiphoogte bijna 200 m: zo'n 50 m hoger dan de huidige windturbines. Voor de beide testgebieden wordt in dit rapport zelfs geen aanduiding gegeven van de te verwachten hoogte: het gaat immers om experimentele installaties. Door dit plan kan de kenmerkende openheid en weidsheid in een nog groter deel van de Waddenzee worden aangetast. Vogelslachtoffers Bovendien wordt juist de kustlijn van Noord Nederland gevolgd door miljoenen trekvogels om via het noordelijkste stukje Nederland (de Eemshaven) hun trekroute te vervolgen near Duitsland. Een fenomeen dat bekend staat als gestuwde trek. Hier komen jaarlijks veel vogelaars op af. Juist hier zullen windturbines veel slachtoffers rnaken. Volgens in opdracht van de provincie door de windturbine-exploitanten uitgevoerde monitoring kost een windturbine in het Eemshavengebied jaarlijks 4 tot 6 keer zo veel vogels het leven als een windturbine bij Delfzijl. Ook ten opzichte van andere windparken in en buiten Nederland vallen hier erg veel slachtoffers. Dit komt enerzijds door gestuwde trek, anderzijds doordat de turbines bij de Eemshaven en in de Emmapolder aan de rand van vogelrijke natuurgebieden staan. Juist omdat bekend is dat deze waarden zo belangrijk en kwetsbaar zijn is het onbegrijpelijk dat de waarden natuur en landschap niet zijn meegenomen in de studie die ten grondslag ligt aan locatiekeus voor en de uitbreidingsplannen in dit gebied. MER en passende beoordeling Er is, ten onrechte, geen Passende Beoordeling en geen Milieueffectrapportage bij doze partiele herziening van de POV ter visie gelegd. De Provinciale omgevingsverordening vormt de juridische vertaling, zeg maar de planregels, van het Provinciaal omgevingsplan 2009 (POP), zoals door Provinciale Staten op 14 december 2000 vastgesteld. Streekplan, waterhuishoudingsplan, milieubeleidsplan en mobiliteitsplan werden in dit POP geIntegreerd. De huidige partiCle herziening van de POV wijkt af van het indertijd in het POP vastgestelde beleid: dit betekent in feite een wijziging van het POP. Op grond van de Wet ruimtelijke ordening, zoals ingevoerd in 2008 (Wro), is een streekplan thans een structuurvisie in de zin van artikel 2.2 Wro. Volgens Bijlage, Onderdeel D, van het Besluit milieueffectrapportage dient het bevoegd gezag voor een structuurvisie die de oprichting, wijziging of uitbreiding van een windturbinepark met een gezamenlijk vermogen
Pagina 5 van 10
natuuren milieu Ygroningen federatie
van 15 megawatt (elektrisch) of meer, of 10 windturbines of meer mogelijk maakt, te beoordelen of vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die de activiteit voor het milieu kan hebben, een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Wij constateren allereerst dat een dergelijke beoordeling ontbreekt. Zoals eerder geconstateerd: de gevolgen voor natuur, milieu en landschap en de gevolgen voor Natura 2000-gebied Waddenzee zijn in de onderliggende rapporten niet onderzocht en zijn niet in de besluitvorming betrokken. De zoekgebieden voor windturbines in de Emma- en Eemspolder zijn gelegen aan de rand van Natura 2000-gebied Waddenzee. Een structuurvisie is een plan in de zin van artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn en artikel 19j Natuurbeschermingswet 1998. Nu niet valt uit te sluiten dat deze (wijziging van de) structuurvisie afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor Natura 2000-gebied Waddenzee, dient, voordat het plan wordt vastgesteld, een passende beoordeling te worden gemaakt van de gevolgen voor het gebied. Nu voor deze herziening van de POV een passende beoordeling noodzakelijk is, had de provincie moeten concluderen dat deze herziening van de POV en het POP, dus van de structuurvisie, MER-plichtig is. Er is echter geen MER gemaakt. Voordat deze herziening van de POV aan Provinciale Staten ter besluitvorming wordt voorgelegd, dient er aisnog een MER en een Passende Beoordeling te worden gemaakt. Testlocaties Waarom juist het gebied Emmapolder — Eemspolder wordt aangewezen voor de testlocaties voor prototype offshore testturbines en onderzoeksturbines, wordt in de onderliggende stukken nauwelijks tot niet onderbouwd. Er wordt weinig gezegd over de randvoorwaarden waaraan een dergelijke locatie moet voldoen, er wordt niet aangegeven of de gekozen locatie aan deze randvoorwaarden voldoet en een onderzoek naar alternatieven ontbreekt. Ook is ult de stukken niet duidelijk waarom onderscheid wordt gemaakt tussen prototype offshore testturbines en onderzoeksturbines en in welke opzichten de randvoorwaarden voor beide gebieden verschillen Ruid horn De uitbreiding bij de Eemshaven gaat ook veel verder westwaarts, richting het gasconversiestation en natuurgebied de Ruidhorn. Hier is juist voor veel gemeenschapsgeld een natuurgebied ingericht ter compensatie van de kolencentrale van RWE en gascentrale van NUON. De Passende Beoordeling Eemshaven Energiecentrale RWE en havenuitbreiding (Arcadis, 23 maart 2012) meldt: 'Er is een natuurgebied van meer clan 50 hectare aangelegd in de Emmapolder (circa 6 kilometer ten westen van de Eemshaven), in aansluiting op bestaand natuurgebied (de Ruidhorn, circa 20 hectare) en de kwelders (circa 24 hectare). Het gebied is becloeld als broedgebied en foerageergebied voor velduil en blauwe kiekendief en als hoogwatervluchtplaats voor de scholekster. Het gebied kan tevens dienen als broed- en foerageergebied voor andere pioniersoorten.' Deze binnendijkse wadparel ontwikkeit zich zeer goed met waardevolle soorten als de zwarte ruiter, sneeuwgors en strandleeuwerik. Bij de keuze van dit compensatiegebied
Pagina 6 van 10
natuur en milieu 7groningen Fed e rati e
hebben wij vertrouwd op de afspraak dat er verder geen windturbines langs de waddenkust zouden worden toegestaan. In onderzoek voor de bouw van de huidige 17 windturbines in de Emmapolder werd verwacht: 'In het gebied rond de Eemshaven broaden verschiliende vogels, zoals de bruine kiekendief, de velduil, de kluut en de tureluur. tilt onderzoek blijkt dat broedvogels in het algemeen niet verstoord warden door de aanwezigheid van een windturbinepark. De blauwe kiekendief, bniine kiekendief, kleine mantelmeeuw, noordse stern en visdief kwalificeren alleen als broedvogel. Afgezet tegen de instandhoudingsdoelstellingen van deze vogels blijkt dat kan warden uitgesloten dat er sprake kan zifn van significante gevolgen voor het instandhoudingsdoel. Opgemerkt wordt daarbij dat verwacht wordt dat alleen de kleine mantelmeeuw slachtoffer zal kunnen warden van aanvaringen met de turbines.' Uit monitoring (A. Brenninkmeijer, C. van der Weyde, 2011. Monitoring vogelaanvaringen Windpark Delfziji-Zuid 2006-2011, A&W rapport 1656 Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek, FeanwAiden) blijkt echter dat deze verwachting niet klopt. Van Bruine Kiekendief en Visdief werden geen slachtoffers verwacht, maar wel gevonden. Andere opmerkeiiike slachtoffers waren de Rode Wouw en de Rode-Lijstsoorten Kerkuil, Graspieper en Boerenzwaluw. ... De slachtoffers zijn voornamelijk lokale vogels, waaronder in totaal acht soorten kwalificerende (niet-)broedvogels voor het naburige Natura 2000-gebied Waddenzee: Grauwe Gans, Krakeend, Wilde Eend, Kleine Mantelmeeuw, Bruine Kiekendief, Goudplevier, Wulp en Visdief. Opvallend is het hoge aantal roofvogels en uilen (samen 10%) als slachtoffer: gemiddeld jaarlijks 12 Buizerds, 2 Bruine Kiekendieven (kwalificerende soort voor Natura 2000-gebied Waddenzee), 5 Torenvalken en 2 Kerkuilen (kwetsbare Rode-Lijstsoort). De Buizerd is in en rond het windpark een periodiek veal voorkomende roofvogel. De overige roofvogels zijn overdag meer incidenteel waargenomen. De verwachting van Koolstra & Cappello (2002) was dat roofvogels geen aanvaringsrisico lopen, omdat ze tijdens het foerageren lager vliegen dan de onderzijde van de turbinetip (< 50 m). Deze aanname lijkt niet terecht te zijn geweest.' Maar de huidige plannen voor een testlocatie gaan tot aan de grens van het gebied Ruidhorn en dreigen daarmee alle investeringen teniet te gaan doen. Deze turbines (4 testturbines, 5 onderzoeksturbines en een aantal meetpalen) zijn niet voor niets test turbines en dragen nauwelijks tot niet bij aan het behalen van de doelstelling van de 855,5 MW. Het is in onze ogen onacceptabel dat afspraken niet nagekomen en unieke natuurwaarden geschaad worden enkel en alleen voor een testlocatie. Secundair stellen van windenergie aan andere economische ontwikkelingen De huidige, beschermde waarden van natuur en landschap werden niet in het locatiekeuzeonderzoek meegenomen, maar in het onderzoek worden wel onzekere toekomstige economische ontwikkelingen meegenomen, zoals glastuinbouw en een helihaven. Het is duidelijk: economische kansen gaan voor, natuur en landschap moeten daar maar voor wijken. Wij vinden het onacceptabel dat deze onzekere economische ontwikkelingen als harde belemmering worden gesteld boven een duurzame doelstelling zoals windenergie. Dit in nota bene een gebied dat eerder al, in het POP, bestemd was als zoekgebied voor
Pagina 7 van 10
natuur en milieu Ygroningen fed erti e
windturbines. Zo zouden bij voorbeeld in het gebied ten noorden van Oudeschip meer windturbines kunnen worden geplaatst, waarmee de verdere uitbreiding van windturbinelocaties buiten de huidige zoekgebieden beperkt kan warden. Het grotendeels uitsluiten van uitbreiding landinwaarts door ander andere deze ontwikkelingen legt een onnodige druk op uitbreiding langs de kust, dit terwijI het nut en noodzaak van doze economische ontwikkelingen nog geenszins aangetoond is en deze ook zeer goed op een andere locatie gepland zouden kunnen worden. Wij zijn van mening dat windenergie prioritair zou moeten worden gesteld boven deze economische ontwikkelingen en dat verdere uitbreiding van windenergie landinwaarts en intensivering van de capaciteit binnen het bestaande zoekgebied een goed alternatief bieden voor verdere uitbreiding langs de kust. Alternatieve locaties Daarnaast wordt er door GS vastgehouden aan drie concentratiegebieden en uitsluitend naar ruimte gezocht direct aansluitend bij die concentratiegebieden. Geschikte alternatieve gebieden buiten deze drie locaties zijn in de voorliggende studie niet verkend. In onze ogen zijn er met oog voor natuur, leefomgeving en landschap wel degelijk mogelijkheden voor een vierde gebied in onze provincie. De stad Groningen heeft zich zelfs al vrijwillig aangeboden als vierde locatie. Van verdere uitbreiding langs de kust kan dan warden afgezien. Dit is nodig want de waddenkust staat onder druk. Ook in Noord-Holland, Friesland en Duitsland is juist de waddenkust in beeld voor grootschalige windenergie. Gezamenlijk dreigen deze plannen grote impact te gaan hebben op het waddenlandschap en de vogelpopulatie. Wij maken ons hier ernstige zorgen over. Zowel in de Rijksstructuurvisie wind op land (in aanmaak) als in het provinciaal omgevingsplan wordt geen enkele zekerheid gegeven dat verdere toekomstige uitbreiding fangs de kust uitgesloten is. Sterker nog: er wordt geen enkele aandacht besteed aan hoe om te gaan met en rekening te houden met de natuur- en landschapswaarden van de wadden en kust van de Eems-Dollard. Dit terwijI we met de huidige 6000 MW doelstellingen amper de 14 % duurzame energiedoelstelling zullen halen. Een doeistelling die onder het huidige kabinet inmiddels alweer verhoogd is tot 16% in 2023. Het is lang niet uitgesloten dat voor die 16% de doelstelling voor wind op land verhoogd zal warden. En hoe gaan we onze doelstellingen voor 2050 halen? Gaan we dan weer verder fangs de kust uitbreiden? Hoog tijd dus voor goede afspraken over bescherming van het waddenlandschap in relatie tot windturbines. De landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied zouden goed geborgd moeten warden in de provinciale plannen en de Rijksstructuurvisie, bijvoorbeeld door het aanwijzen van vrijwaringsgebieden Fangs de kust. Risico: Rijkscoördinatieregeling Op grand van de afspraken met Rijk en IPO dient de provincie Groningen uiterlijk december 2013 voldoende gebieden hebben aangewezen om de taakstelling te realiseren. Op die voorwaarde hebben de provincies de regie over de locatiekeuze van grootschalige windenergie weer in eigen handen gekregen.
Pagina 8 van 10
natuuren milieu Ygroningen federatie
Als, op grand van MER, Passende Beoordeling of om andere redenen, blijkt dat uitbreiding van de windenergie in de Emma- en Eemspolder niet haalbaar is, kan de provincie hier niet aan voldoen. Dan moeten er alsnog, op de valreep, alternatieven gezocht warden of komt de Rijkscoordinatieregeling weer in beeld. Door vast te houden aan aanwijzing van Emma- en Eemspolder loopt de provincie het risico de regie weer te verliezen. Het Rijk kan dan besluiten windparken Van meer dan 100 MW in de provincie aan te wijzen, los van het provinciale beleid. Dit zouden wij een zeer slechte ontwikkeling vinden. Ook hierom pleiten wij er voor reeds nu andere, minder omstreden locaties aan te wijzen in pleats van de Emma- en Eemspolder.
Conclusie Wij maken ons ernstige zorgen over de negatieve effecten van uitbreiding van windenergieparken langs de Waddenzee op de landschappelijke kwaliteiten zoals rust, weidsheid en open horizon van het Werelderfgoed. Bovendien vrezen wij significante negatieve effecten op trekvogels en de leef- en foerageer gebieden van op grond van de Nature 2000-doelstellingen beschermde soorten, vooral wanneer het cumulatieve effect met andere windparken en andere ontwikkelingen in het waddengebied worden meegenomen. Wij vinden het onacceptabel dat onzekere ontwikkelingen zoals een helihaven en glastuinbouw als harde belemmering worden gesteld boven een duurzame doelstelling zoals windenergie. Dit in note bene een gebied dat eerder al bestemd was als zoekgebied voor windturbines. Het ontbreken van duidelijke landelijke afspraken over het vrijwaren van grote delen van de waddenkust van windenergie in combinatie met de zeer waarschijnlijke toekomstige noodzaak tot het verhogen van de Wind op Land doelstellingen, maakt dat wij ens grate zorgen maken over de landschappelijke kwaliteiten en natuurwaarden van het gebied. Wij maken dan ook bezwaar tegen de plannen tot uitbreiding van het concentratiegebied bij de Eemshaven in westelijke richting, langs de Waddenzee. Op grond van duidelijke landelijke afspraken (PKB en Nota Ruimte) dient de waddenkust gevrijwaard te warden van verdere plaatsing van windturbines. Wij vragen u dan ook af te zien van de uitbreiding van het windpark langs de waddenkust in de Ernmapolder en de Eemspolder en af te zien van de testlocatie. Daarnaast vragen wij u om de gebieden ten zuiden van de Eemshaven naar vol vermogen in te vullen: mogelijke nieuwe economische ontwikkelingen dienen ondergeschikt te zijn aan het realiseren van windenergie. Voorts dringen wij er op aan op zoek te gaan naar een alternatieve vierde locatie — met oog voor natuur, landschap en leefomgeving — om zo toch de doelstellingen te kunnen behalen zonder onnodig veel schade te doen aan het waddenlandschap. Als vierde locatie zou de stad Groningen bijvoorbeeld in beeld kunnen komen.
Pagina 9 van 10
natuur en milieu 7groningen federatie
Verder zijn wij van oordeel dat deze beleidswijziging in feite een herziening van het POP betekent, een structuurvisie. Nu significante effecten op Natura 2000-gebied Waddenzee niet uitgesloten zijn, dient er, alvorens over deze wijziging te besluiten, een Passende Beoordeling en een MER gemaakt te worden. Wij achten de kans groot dat uit Passende Beoordeling en MER blijkt dat uitbreiding van de windturbines langs de Waddenzee niet kan worden toegestaan. Dat zou kunnen betekenen dat de provincie Groningen niet, of niet tijdig, aan haar verlichting kan voldoen en dat het Rijk, op grond van de Rijkscoordinatieregeling, zelf locaties gaat aanwijzen. Dit zouden wij zeer betreuren.
Wij vertrouwen er op dat u onze opmerkingen en aanbevelingen nadrukkelijk betrekt bij het opstellen van het definitieve Parti6le herzierting 2013 van de Provinciale Omgevingsverordening.
Hoogachtend, namens het bestuur van de Natuur en Milieufederatie Groningen, rnede namens het bestuur van Stichting Het Groninger Landschap, Vereniging Natuurmonumenten, Avifauna Groningen, de Waddenvereniging, Stichting Natuur en Landschap Eemsmond en Staatsbosbeheer,
mr. ing. E. de Waal
Pagina 10 van 10