PocketPro 100S Printserver
Handleiding voor installatie
Documentnummer 40165-160 Revisie A
Opmerking TROY GROUP, INC. SLUIT IN HET BIJZONDER DE IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VAN DIT PRODUCT VOOR EEN BEPAALD DOEL UIT. TROY is niet aansprakelijk voor fouten in deze handleiding of voor schade als gevolg van gebruiksverlies, verlies van gegevens, winstderving of enige andere directe of indirecte schade als gevolg van het gebruik van producten of services van TROY.
Merken HP, HP/UX, LaserJet, DesignJet, DeskJet, PaintJet, JetDirect en JetAdmin zijn merken van Hewlett-Packard Company. DEC, DECserver, VMS, LAT en ULTRIX zijn merken van Digital Equipment Corporation. UNIX is een merk van UNIX Systems Laboratories. Ethernet is een merk van Xerox Corporation. PostScript is een merk van Adobe Systems Incorporated. NetWare is een merk van Novell, Inc. Apple, Macintosh, LaserWriter en AppleTalk zijn merken van Apple Computer, Inc. IBM, LAN Server en AIX zijn merken van International Business Machines Corporation. LAN Manager, Windows en MS-DOS zijn merken van Microsoft Corporation. VINES is een merk van Banyan Systems Inc. PrintKit is een merk van Northlake Software. QADD is een merk van Network Compatibility Group. LAN Attached en UNIX Printing for VINES zijn merken van Incognito Software Inc. ExtendView, Xadmin 32 en WebXAdmin zijn merken van TROY Group, Inc.
0560 © Copyright 2002 TROY Group, Inc. Alle rechten voorbehouden Gedrukt in de Verenigde Staten van Amerika
Handleiding voor installatie
Inhoud Inleiding .................................................................................................. 1 Inhoud van het pakket ............................................................................. 1 Vereisten voor installatie ........................................................................ 2 Hardware-installatie ................................................................................ 3 Controle van de installatie....................................................................... 3 Controle van de aansluiting met de printer ............................................. 4 Statuslampjes ................................................................................... 5 Beheermethoden ..................................................................................... 6 ExtendView...................................................................................... 6 ExtendView Web ............................................................................. 6 XAdmin32........................................................................................ 7 WebXAdmin .................................................................................... 7 HP JetAdmin .................................................................................... 8 HP Web JetAdmin ........................................................................... 8 Command Console........................................................................... 8 Netwerkconfiguratie voor Microsoft Windows ...................................... 9 Netwerkconfiguratie voor AppleTalk ................................................... 11 Macintosh-configuratie (OS 8.x en 9.x)......................................... 11 Macintosh-configuratie (OS 10.x) ................................................. 12 Problemen oplossen .............................................................................. 13 Installatieproblemen....................................................................... 13 Niet-permanente problemen........................................................... 15 TCP/IP-problemen ......................................................................... 16 AppleTalk-problemen .................................................................... 17 Windows-problemen...................................................................... 17 Nieuwe firmware laden (TCP/IP) ............................................................. 18 Beschikbare technische hulp................................................................. 22 Internetondersteuning..................................................................... 22 Technische ondersteuning.............................................................. 22 Producten retourneren ........................................................................... 23 Contactadressen .................................................................................... 24 Technische ondersteuning.............................................................. 24
Documentnummer 40165-160 Revisie A
Handleiding voor installatie
Lees dit eerst TROY Installatie-instructies (Bij de TROY PocketPro 100S-printservers)
Opmerking: Deze Handleiding voor installatie is beschikbaar in verschillende andere talen. Afdrukken daarvan kunnen worden gemaakt vanaf de CD TROY PocketPro Installation.
Inleiding De TROY PocketPro 100S is een compacte, hoogwaardige printserver die rechtstreeks kan worden aangesloten op de parallelle poort van uw printer. Deze printserver ondersteunt zowel 100baseTX Fast Ethernetals 10baseT Ethernet-netwerkverbindingen en detecteert deze automatisch. De installatie en configuratie kan eenvoudig ook door onervaren gebruikers worden uitgevoerd. Voor netwerkprofessionals zijn er geavanceerde configuratiefuncties beschikbaar. Raadpleeg de TROY PocketPro 100S Administrator’s Guide (als PDF-bestand beschikbaar op de CD TROY PocketPro 100S Installation) voor informatie over de geavanceerde functies en configuratie-opties van dit product. TROY vertrouwt erop dat u de uitgebreide mogelijkheden van de PocketPro 100S-printserver met plezier zult gebruiken. Op de TROY-website vindt u meer informatie over dit product, evenals firmware-upgrades die u kunt downloaden: http://www.troygroup.com/wireless.
Inhoud van het pakket TROY PocketPro 100S Voedingsadapter Handleiding voor installatie (dit document) TROY PocketPro Installation CD-ROM (met een elektronische versie van de TROY PocketPro 100S Administrator’s Guide) TROY Garantiekaart
Documentnummer 40165-160 Revisie A
1
TROY Group, Inc.
Vereisten voor installatie Een printer of plotter met een 36-pins parallelle Centronicspoortconnector (female) voor ontvangst van de afdrukgegevens. Een PC met een Windows-besturingssysteem en een CD-ROMstation Een internetverbinding via een kabel- of DSL-modem, of een externe inbel- of ISDN-modem (voor de online productregistratie) Een Ethernet-netwerkkabel (categorie 5) Opmerking: Als u hulp nodig hebt bij de installatie of configuratie van uw printserver, neem dan contact op met de systeembeheerder of bel TROY Technical Support op (800) 332-6427, maandag t/m vrijdag tussen 8:00 en 20:00 uur (Oostelijke tijd). Gebruikers buiten de Verenigde Staten kunnen +1 (304) 232-0899 bellen. In Europa kunt u bellen met +49 (0)7032-9454-21.
BELANGRIJK "Voor de geavanceerde softwareconfiguratie voor uw computer en printserver raadpleegt u de TROY PocketPro 100S Administrator’s Guide (in elektronische vorm als PDF-bestand beschikbaar op de CD TROY PocketPro 100S Installation).
"Voor het bekijken en afdrukken van de PDF-bestanden op de CD moet u gebruikmaken van Adobe Acrobat Reader 5.0 of hoger.
"Denk eraan om de elektronische garantiekaart op de CD TROY PocketPro 100S Installation in te vullen en te retourneren.
2
Handleiding voor installatie
Hardware-installatie Opmerking: Voordat u probeert de printserver te installeren, dient uw printer of plotter te zijn geïnstalleerd volgens de aanwijzingen in de bijbehorende documentatie.
1. Sluit de printserver rechtstreeks aan op de parallelle poort (36-pins female aansluiting) van de printer. Er is geen extra datakabel vereist. Opmerking: Wanneer de printserver niet rechtstreeks op de Centronicspoort van de printer kan worden aangesloten, kunt u bij TROY een 36-naar-36-pins Centronics (male-naar-female) kabel bestellen (CABLE-CEN2). Voor printers met een miniatuur Centronics IEEE 1284C-aansluiting kunt u bij TROY de CABLE C/B-adapterkabel bestellen.
2. Sluit de voedingsadapter aan op een geschikt stopcontact en verbind de voedingskabel met de printserver.
Controle van de installatie 1. Steek de stekker van de voedingsadapter van de printserver in een stopcontact. 2. Verbind de voedingskabel met de printserver. 3. Schakel de printer aan. De printserver voert gedurende enkele seconden een diagnostische opstartprocedure uit. Als de printserver juist functioneert, knippert de groene LED enkele keren en gaat vervolgens uit (zie de volgende pagina voor een beschrijving van de LED-status). Als de groene LED continu en regelmatig knippert, is er een fout opgetreden. Controleer in dat geval eerst of u een goede Ethernet-verbinding hebt en probeer vervolgens de eenheid uit en weer aan te zetten. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het gedeelte Problemen oplossen op pagina 13 van deze handleiding. Wanneer de groene LED uitgaat, beginnen de andere LED's op de printserver in een onregelmatig patroon te knipperen.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
3
TROY Group, Inc.
Controle van de aansluiting met de printer Opmerking: Het is zeer belangrijk om voordat u begint met afdrukken de aansluiting van de printserver op de printer te controleren. Als deze aansluiting niet juist is, is afdrukken niet mogelijk!
Voor de controle van de aansluiting verifieert u eerst of zowel de printserver als de printer aangeschakeld en actief zijn. Vervolgens drukt u een testpagina af door kort (langer dan een-achtste seconde maar korter dan vijf seconden) de knop Test in te drukken. Als de aansluiting goed is, wordt er op de printer een testpagina afgedrukt. Als er niets wordt afgedrukt, controleert u of de kabel- of I/O-verbinding goed is aangesloten en stevig is aangedrukt. Opmerking: De testpagina wordt alleen afgedrukt op printers die rechtstreeks PCL, PostScript of tekst kunnen afdrukken. Dit zal niet werken op sommige eenvoudige ”Windows”-printers als de HP DeskJet 820 (waarvoor beeldrastering op de PC plaatsvindt) of met HP-GL/2- of RTL-plotters (tenzij de PostScript-optie is geïnstalleerd). Voor dergelijke apparaten moet u een document afdrukken vanaf een geschikt toepassingsprogramma om de verbinding tussen de printserver en de printer te testen.
Als geen van de genoemde suggesties werkt, raadpleegt u de TROY PocketPro 100S Administrator’s Guide (als PDF-bestand beschikbaar op de CD TROY PocketPro 100S Installation die bij de printserver is meegeleverd). Voor meer informatie neemt u contact op met TROY Technical Support op (800) 332-6427, of u gaat naar de TROY-website op
, of u stuurt een e-mail naar voor assistentie. Gebruikers buiten de Verenigde Staten kunnen (304) 232-0899 bellen. In Europa kunt u bellen met +49 (0) 7032-9454-21 of een e-mail sturen naar [email protected].
4
Handleiding voor installatie Statuslampjes Achterop de TROY-printserver is een aantal LED-indicators (Light Emitting Diodes) aanwezig aan de hand waarvan u eenvoudig de status kunt bepalen. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de functie van de verschillende LED's.
Label
Kleur
Stand
Status
Aan
De voedingsspanning van de eenheid is aanwezig.
Uit
De voedingsspanning van de eenheid is niet aanwezig.
Aan
De eenheid verzendt gegevens met 100 megabits per seconde.
Uit
De eenheid verzendt gegevens met 10 megabits per seconde.
Aan
Er is een Ethernetverbinding aanwezig.
Uit
Er is geen Ethernetverbinding aanwezig.
Knipperend
Er is netwerkactiviteit.
POWER ORANJE
DATA GROEN
LINK GEEL
DATA+LINK
GEEL GROEN
Afwisselend knipperend
Er is een ernstige fout of uitzondering opgetreden.
DATA+LINK
GEEL GROEN
Tegelijk knipperend
De firmware wordt bijgewerkt.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
5
TROY Group, Inc.
Beheermethoden TROY biedt een groot aantal mogelijkheden voor de configuratie en bewaking van de printserver via de volgende hulpprogramma's:
ExtendView biedt uitgebreide configuratiemogelijkheden voor de printserver en de Netware-, TCP/IP- en AppleTalk-instellingen. maakt gebruik van een 32-bits grafische gebruikersinterface. werkt met Windows PC's met de protocollen TCP/IP en IPX/SPX. is beschikbaar op de installatie-CD van de TROY-printserver. kan worden gedownload van de TROY-websites: Noord- en Zuid-Amerika: Europa:
na installatie kan dit hulpprogramma worden uitgevoerd via het menu Start. wordt gebruikt voor de Windows-configuratie.
ExtendView Web wordt gebruikt voor de configuratie van de printserver met een standaard webbrowser als Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer. vereist een Java Virtual Machine in Netscape of Internet Explorer.
6
Handleiding voor installatie XAdmin32 biedt uitgebreide configuratiemogelijkheden voor de printserver en de NetWare-, TCP/IP- en AppleTalk-instellingen. maakt gebruik van een 32-bits grafische gebruikersinterface. werkt met Windows PC's met de protocollen TCP/IP en IPX/SPX. is beschikbaar op de installatie-CD van de TROY-printserver. kan worden gedownload van de TROY-websites: Noord- en Zuid-Amerika: Europa:
na installatie kan dit hulpprogramma worden uitgevoerd via het menu START. het standaard wachtwoord is ACCESS. wordt gebruikt voor het opnieuw laden van firmware. Opmerking: Het hulpprogramma XAdmin32 is niet vereist als ExtendView is geïnstalleerd.
WebXAdmin wordt gebruikt voor de configuratie van de printserver met een standaard webbrowser als Netscape Navigator of Microsoft Internet Explorer. vereist geen extra software op het systeem. kan worden gebruikt op elk systeem met ondersteuning voor webbrowsers. om een verbinding tot stand te brengen typt u het IP-adres in de adresbalk van de webbrowser. het standaard wachtwoord is ACCESS.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
7
TROY Group, Inc. HP JetAdmin is een HP Windows-hulpprogramma (de TROY-printserver werkt transparant met JetAdmin). Opmerking: Het hulpprogramma HP JetAdmin kan niet langer worden gedownload van de HP-website.
HP Web JetAdmin is een HP-webbrowser (werkt met standaard webbrowsers als Netscape Navigator en Microsoft Internet Explorer). kan worden gedownload vanaf de HP-website .
Command Console is een opdrachtregel-georiënteerd consoleprogramma. bevat functies die niet beschikbaar zijn via ExtendView, Xadmin32 of WebXAdmin. het standaard wachtwoord is ACCESS. toegankelijk via TELNET, TROY XConfig NetWare Utility of WebXAdmin. typ HELP voor een overzicht van de consoleopdrachten. Opmerking: In alle gevallen drukt u nadat de verbinding tot stand is gekomen op Return of Enter. Achter de afgebeelde aanwijzing “#” typt u het wachtwoord ACCESS (er wordt geen echo afgebeeld), waarna u een willekeurige respons typt achter de aanwijzing “Enter Username>”. Als de aanwijzing “Local>” verschijnt, is de console gereed om opdrachten te ontvangen.
8
Handleiding voor installatie
Netwerkconfiguratie voor Microsoft Windows De onderstaande configuratieprocedures hebben betrekking op de besturingssystemen Windows 95/98/ME/2000/NT/XP. 1. Plaats de bij de printserver meegeleverde CD in het CD-ROMstation en kies Install Software. 2. Selecteer TCP/IP Management Utilities en klik op Next. 3. Selecteer ExtendView en klik op Install. 4. Start het hulpprogramma door achtereenvolgens te klikken op Start, Programma's, TROY GROUP Printing en ExtendView. 5. In het startvenster klikt u op Next. Vervolgens geeft u een willekeurige naam op bij View Name, selecteert u Automatically create a view with default settings en klikt u op Finish. 6. Dubbelklik in de afgebeelde lijst op de printserver die u wilt gebruiken. 7. Als u TCP/IP gebruikt (aanbevolen voor Windows) en u hebt geen DHCP-server (zie onderstaande opmerking), moet u handmatig een geldig IP-adres opgeven (als u niet zeker bent van een toegestaan IP-adres, kunt u dit van de netwerkbeheerder krijgen) en klikt u op OK. Opmerking: Als op uw netwerk een DHCP-server wordt gebruikt, heeft de printserver mogelijk al geldige IP-instellingen ontvangen en is geen verdere configuratie vereist. Het kan zijn dat dit goed werkt als de DHCP-server toestaat dat de printserver dit adres permanent gebruikt, maar in de meeste gevallen zult u een statisch adres buiten het voor DHCP gereserveerde bereik willen gebruiken (raadpleeg de documentatie van de DHCP-server voor details). Wanneer u de printerpoort configureert, krijgt de printserver een statisch IP-adres. Om een statisch IP adres toe te wijzen klikt u met de rechtermuisknop op de printserver in het menu en kiest u Configuration. Op de tab TCP/IP selecteert u onder IP Address Resolution de optie Set Permanent en geeft u een geldig statisch IP-adres voor uw netwerk op. Kies OK om de nieuwe instellingen op te slaan. Documentnummer 40165-160 Revisie A
9
TROY Group, Inc. 8. Installeer de ExtendConnect IP Port Monitor door de bij de printserver meegeleverde CD in het station te plaatsen en vervolgens te klikken op Install Software. 9. Selecteer ExtendNet Connect Windows Printing, klik op Next, ExtendNet Connect for TCP/IP en vervolgens op Install. Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. 10. Installeer het printerstuurprogramma volgens de documentatie van de printer. 11. Klik op het Windows-menu Start, selecteer Instellingen en Printers (Start en Printers en faxen als u Windows XP gebruikt). 12. Klik met de rechtermuisknop op de printer die u wilt toewijzen aan de netwerkpoort, en kies Eigenschappen. 13. Als u Windows NT/2000/XP gebruikt, gaat u naar de tab Poorten (Ports). Als u Windows 95/98/ME gebruikt, gaat u naar de tab Details en kiest u Poort toevoegen. 14. Onder Windows NT/2000/XP selecteert u TROY Wireless ExtendNet Connect IP Monitor en kiest u Nieuwe poort. 15. Onder Windows 95/98/ME selecteert u Overige, markeert u TROY Wireless ExtendNet Connect IP Monitor en kiest u OK. Er wordt een zoekbewerking gestart naar beschikbare printservers. 16. Markeer de printserver waarvoor u de poort wilt definiëren en klik op Toevoegen. 17. Controleer of de nieuw gemaakte poort is geselecteerd en kies Toepassen. U kunt nu de printer gebruiken.
10
Handleiding voor installatie
Netwerkconfiguratie voor AppleTalk De TROY-printserver ondersteunt het AppleTalk-protocol via een Ethernet-verbinding (ook wel EtherTalk genoemd). Hiermee kunnen Macintosh-computers afdruktaken voor een printer tegelijkertijd verwerken met taken van Windows, UNIX, NetWare en andere computers. Met de AppleTalk-functies van de TROY-printserver kan een printer worden gebruikt als gemeenschappelijk printerknooppunt op een AppleTalk Phase 2-netwerk. De TROY-printserver zendt informatie uit naar alle Macintosh-computers op het netwerk, die de printserver vervolgens automatisch afbeelden in het Print Center of in de Chooser. Toepassingsprogramma's (zoals Microsoft Word, Excel, PageMaker, etc.) kunnen documenten afdrukken zonder aanpassingen of speciale software op de Macintosh.
Macintosh-configuratie (OS 8.x en 9.x) Bepaal op welke printer de printserver is aangesloten en installeer het printerstuurprogramma. 1. Controleer op het Network Control Panel of het AppleTalk Control Panel of de Ethernet-verbinding actief is. 2. Open op een Macintosh-werkstation in het Apple-menu de Chooser. 3. Als in het venster Chooser een AppleTalk-zonelijst wordt afgebeeld, selecteert u de vereiste zone. 4. Klik op het pictogram voor het printerstuurprogramma dat u wilt gebruiken. Als u een Postscript-printer hebt, kunt u het stuurprogramma LaserWriter gebruiken. 5. Selecteer de printservernaam (standaard is dit TWC_xxxxxx_P1_AT waarin voor ”xxxxxx” de laatste zes cijfers van het Ethernet-adres moet worden ingevuld.). 6. Sluit de Chooser. U kunt nu de printer gebruiken vanuit elk standaard Macintosh-toepassingsprogramma.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
11
TROY Group, Inc. Macintosh-configuratie (OS 10.x) 1. Als u dat nog niet gedaan hebt, stel de naam van uw computer dan in door in de map Applications* System Preferences te kiezen en vervolgens Sharing. Typ de computernaam in het veld Network Identity (u kunt hier desgewenst ook het IP-adres opgeven). 2. Schakel Ethernet en AppleTalk in door te klikken op de map Applications en vervolgens op Network. Naast Configure: selecteert u Built-in Ethernet (u kunt de instelling van Location: laten staan op Automatic). 3. Klik op het tabblad AppleTalk en zorg dat het vakje naast Make AppleTalk Active is geselecteerd. Selecteer zo nodig de juiste AppleTalk-zone (u kunt de instelling van Configure: laten staan op Automatic). 4. Ga vervolgens naar de map Applications, open de map Utilities en selecteer Print Center. De Printer List wordt afgebeeld (deze is leeg als u geen printers hebt geconfigureerd). Klik op Add Printer... en selecteer AppleTalk in plaats van Directory Services. 5. Er wordt een lijst afgebeeld van alle beschikbare AppleTalk-printers op het netwerk. Klik op de printer die u wilt toevoegen en kies Add. De printer verschijnt nu in de Printer List. 6. Als u een document wilt afdrukken vanuit een toepassingsprogramma, kiest u File en Print en selecteert u de gewenste printer. Vervolgens klikt u op Print.
*Opmerking: De map Applications is normaal gesproken te bereiken door te dubbelklikken op het pictogram Macintosh HD op het bureaublad.
12
Handleiding voor installatie
Problemen oplossen In dit gedeelte worden procedures beschreven voor het oplossen van problemen die u kunt ondervinden met de TROY-printserver. Daarbij wordt de volgende onderverdeling gemaakt: Installatieproblemen Niet-permanente problemen Protocolspecifieke problemen Als u de procedure in dit gedeelte hebt gevolgd en vermoedt dat u een defecte printserver hebt, lees dan het hoofdstuk Customer Support and Warranty in de handleiding PocketPro 100S Administrators Guide (elektronisch beschikbaar op de CD PocketPro 100S Installation) voor informatie over het retourneren van defecte producten.
Installatieproblemen Als u geen documenten kunt afdrukken via de TROY-printserver nadat u deze hebt geïnstalleerd, controleer dan het volgende: Kijk of de printer is aangeschakeld, online is en of alle kabels correct zijn aangesloten. Als de printer goed opstart maar er wordt niets afgedrukt, kunt u te maken hebben met een van de volgende problemen: Er is een probleem met de interface tussen de printserver en de printer. Er is een probleem met de netwerkverbinding of de bekabeling. Er is een probleem met de wachtrijconfiguratie of met de configuratie van de printserver, of u hebt een ander protocolprobleem. CONTROLE VAN DE INTERFACE TUSSEN DE PRINTSERVER EN DE PRINTER:
1. Verifieer eerst of de printserver goed is aangesloten op de printer. 2. Wacht ongeveer twee minuten nadat de printer is aangeschakeld en voer een zelftest van de printserver uit door de daarvoor bestemde knop achter op de printserver niet langer dan vijf seconden in te drukken. Opmerking: Als u deze knop langer dan vijf seconden ingedrukt houdt, wordt de printserver gereset op de fabrieksinstellingen. Documentnummer 40165-160 Revisie A
13
TROY Group, Inc. 3.
Als de zelftest geen printeruitvoer oplevert, is er mogelijk een hardwareprobleem. Controleer de verbindingen nog eens. Als er nog steeds niets wordt afgedrukt, controleer dan of de printer tekst, PCL of PostScript accepteert (de zelftest werkt alleen als een van deze mogelijkheden aanwezig is). Sommige printers kunnen niet rechtstreeks tekstbestanden afdrukken. Voor zogenaamde Windows-printers, doorgaans de eenvoudige inkjetprinters, wordt alle beeldrastering in het printerstuurprogramma uitgevoerd, dus de printer herkent alleen bestanden die zijn ingedeeld als 'raw image'. Veel plotters ondersteunen alleen HP-GL/2, RTL of een apparaatspecifieke taal. De enige manier om dergelijke printers te testen is via een toepassingsprogramma met de juiste printerstuurprogramma's.
4.
Als de uitvoer van de zelftest er goed uitziet, maar u kunt zelf geen documenten afdrukken of u krijgt onherkenbare uitvoer, controleer dan of de printer is ingesteld op de juiste Page Description Language. De meeste moderne printers kennen de werkstand AUTO, wat betekent dat ze automatisch omschakelen tussen PCL en PostScript. Voor oudere printers als de LaserJet II, de LaserJet III en de LaserJet IIISi moet de printer vanaf het bedieningspaneel worden ingesteld op de gewenste taal. Controleer ook of u de stuurprogramma's op het werkstation juist hebt ingesteld. Voor sommige printers, bijvoorbeeld de Epson Stylus, zijn speciale stuurprogramma's vereist en wordt er niets afgedrukt als de standaard PCL- of PostScript-stuurprogramma's worden gebruikt.
CONTROLE VAN DE NETWERKVERBINDING EN DE BEKABELING:
Als de uitvoer van de zelftest goed is maar u kunt zelf geen documenten afdrukken, controleer dan eerst de netwerkverbinding en de bekabeling. Als de LED voor de gebruikte 10baseT- of 100baseTXverbinding niet brandt, gebruikt u waarschijnlijk een verkeerde kabel of er is een hubpoort defect. Probeer zo mogelijk een andere kabel en/of hubpoort of probeer een ander apparaat op de kabel aan te sluiten. 14
Handleiding voor installatie Als u een hub gebruikt, controleer dan of de hubpoort goed functioneert door de printserver op een andere poort aan te sluiten. Als er een bridge of een router tussen de TROY-printserver en de hostcomputer aanwezig is, controleer dan of deze zo is ingesteld dat de printserver gegevens naar de host mag verzenden en daarvan kan ontvangen. Een bridge kan bijvoorbeeld zo zijn geconfigureerd dat alleen voor bepaalde typen Ethernet-adressen gegevens uitgewisseld mogen worden (dit proces wordt filteren genoemd). In de configuratie van zo'n bridge moeten TROY-printserveradressen daarom zijn toegestaan. Op dezelfde manier kan een router zo zijn ingesteld dat alleen bepaalde protocollen zijn toegestaan, dus moet het gewenste protocol voor de TROY-printserver kunnen worden doorgegeven. Controleer bij gebruik van routers ook of het protocol 'routable' is (LAT, NetBEUI en DLC/LLC zijn dat niet). Als de taak uit de wachtrij verdwijnt maar niet wordt afgedrukt, ga dan na of u niet probeert een tekstbestand op een PostScriptprinter af te drukken. Als u een printer heb die niet automatisch omschakelt naar de juiste afdruktaal, ga dan na of de printer niet vast is ingesteld voor PostScript. Controleer of u niet probeert een ongeldige bewerking uit te voeren, zoals het afdrukken naar het papierformaat Legal terwijl de printer dit formaat niet ondersteunt.
Niet-permanente problemen Als de printserver en de printer zonder problemen opstarten, maar u hebt wel zo nu en dan problemen met afdrukken, controleer dan het volgende: Bovenmatige NetWare-polling kan een oorzaak zijn van onregelmatig voorkomende problemen. Controleer of u alleen de NetWare-bestandsservers hebt ingeschakeld die u nodig hebt voor het afdrukken (geef vanaf de printserverconsole de opdracht SHOW NETWARE om te kijken welke bestandsservers zijn ingeschakeld. Als u kleine documenten goed kunt afdrukken maar grote grafische taken komen verminkt over of zijn niet compleet, controleer dan of uw printer over voldoende geheugen beschikt. Documentnummer 40165-160 Revisie A
15
TROY Group, Inc. TCP/IP-problemen Als u een TCP/IP-verbinding gebruikt en geen afdrukken kunt maken via de printserver, en u hebt de hardware en het netwerk gecontroleerd zoals in de eerder beschreven stappen, controleer dan het volgende (het is altijd een goed idee om te proberen een andere afdrukwachtrij te definiëren om de mogelijkheid van configuratiefouten uit te sluiten): Het probleem kan worden veroorzaakt door niet op elkaar afgestemde of dubbel gedefinieerde IP-adressen. Ga na of het IP-adres correct in de TROY-printserver is geladen (via de zelftestpagina of via de console) en controleer of ditzelfde adres niet ook door andere knooppunten in het netwerk wordt gebruikt (dubbele IP-adressen zijn de voornaamste oorzaak van TCP/IPprinterproblemen). Als het adres onjuist is, controleer dan of de laadprocedure goed is uitgevoerd. Verifieer ook of de hostcomputer en de printserver ofwel hetzelfde subnet gebruiken (als de printserver bijvoorbeeld een subnetmasker van 255.255.255.0 heeft, moet ook de host ditzelfde subnetmasker hebben), of dat de router zo is geconfigureerd dat gegevens tussen deze twee apparaten kunnen worden uitgewisseld. Als er een verkeerd IP-adres is geladen, ga dan na voor welke bestandsservers DHCP, BOOTP of rarp is ingeschakeld en zorg ervoor dat deze bestandsservers niet zo zijn geconfigureerd dat ze IP-adressen aan de printserver verstrekken.
16
Handleiding voor installatie AppleTalk-problemen Als u vanaf een Macintosh-computer geen documenten kunt afdrukken via AppleTalk, en u hebt de hardware en het netwerk gecontroleerd zoals in de eerder beschreven stappen, doe dan het volgende: Controleer of u wel Phase 2 AppleTalk gebruikt en of u de juiste netwerkinterface hebt geselecteerd in het Network Control Panel op de Macintosh. Als u een groot netwerk hebt, controleer dan of u de stuurprogramma’s van Laser Writer V8.2 of hoger gebruikt (of een equivalent stuurprogramma als van de HP LaserJet), want eerdere versies kunnen leiden tot PostScript-fouten. Controleer of de correcte printerinformatie wordt afgebeeld wanneer u Printer Info kiest via de knop Setup in de Chooser. Controleer of u de juiste AppleTalk-zone hebt geselecteerd. De TROY-printserver ontvangt zijn zonegegevens van een router en bevindt zich mogelijk niet in de zone die u verwacht, en wordt om die reden niet afgebeeld in de Chooser. In dat geval moet u mogelijk zelf een zonenaam opgeven met de opdracht SET APPLETALK ZONE. Controleer of u een PostScript-printer hebt, want voor AppleTalk is PostScript vereist. Als u een printer hebt die automatisch omschakelt naar de ontvangen afdruktaal, kan het zijn dat de printer handmatig via het bedieningspaneel in de werkstand PostScript moet worden gezet.
Windows-problemen Als u problemen ondervindt met het afdrukken van documenten onder Windows, controleer dan het volgende (zie ook het gedeelte over TCP/IP-problemen): Controleer of u de TROY-printserver kunt pingen met de DOSopdracht PING ip-adres, waarin ip-adres het IP-adres van de TROY-printserver is. Als u de printserver niet kunt pingen, kunt u ook geen documenten afdrukken. Als u onherkenbare printeruitvoer krijgt, probeer dan of u een document kunt afdrukken met het generieke printerstuurprogramma voor tekst. Documentnummer 40165-160 Revisie A
17
TROY Group, Inc.
Nieuwe firmware laden (met het hulpprogramma voor updates via TCP/IP) Opmerking: U kunt ook een upgrade aanbrengen op de firmware met behulp van het hulpprogramma XAdmin32 door de software plus bijbehorende procedures te downloaden van http://www.troygroup.com.
1. Start het TROY Wireless-updateprogramma voor TCP/IP. Het venster About Update for TCP/IP wordt afgebeeld. Klik op OK om verder te gaan. Het venster Select Update File wordt afgebeeld.
2. Selecteer het bestandstype UpdateFiles (*.bin), zoek het BIN-bestand van de PocketPro 100S en klik op Open. Er wordt een venster afgebeeld (zie volgende pagina) met de bestanden die u hebt geselecteerd, plus voor elk bestand het revisieniveau en een datumcode.
18
Handleiding voor installatie 3. Controleer of de juiste bestanden zijn geselecteerd en kies OK. Het hulpprogramma zal beginnen met het opsporen van in aanmerking komende printservers op het netwerk.
4. Wanneer het zoekproces is voltooid, klikt u op OK om verder te gaan. Er wordt een lijst van gevonden devices afgebeeld.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
19
TROY Group, Inc. 5. Selecteer de PocketPro 100S waarop een upgrade moet worden aangebracht, klik op het groene pictogram op de werkbalk of kies UPDATE START. Het updateproces voor de firmware start automatisch zodra de PocketPro 100S gereed is.
20
Handleiding voor installatie 6. Wanneer de PocketPro 100S gereed is, wordt de firmware-upgrade gestart. Het IP-adres van de PocketPro 100S plus het bestand dat door u wordt geladen, worden afgebeeld.
7. Wanneer het updateproces is voltooid, wordt het updatelogboek afgebeeld. Klik op Close om verder te gaan.
Documentnummer 40165-160 Revisie A
21
TROY Group, Inc.
Beschikbare technische hulp Technische ondersteuning door TROY is beschikbaar als u hulp nodig hebt bij vragen over de installatie, het gebruik of het onderhoud van de TROY-printserver.
Internetondersteuning Op de TROY-website op vindt u het antwoord op veelgestelde technische vragen. Daarnaast treft u er handleidingen, productdocumentatie, hulpprogramma's en firmwareimages aan die u kunt downloaden.
Technische ondersteuning Noord- en Zuid-Amerika Als u een van onze technische specialisten wilt spreken, kunt u deze bereiken op maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 20:00 uur (Oostelijke tijd). Vanuit de 48 aaneengrenzende staten in de VS: (800) 332-6427 Vanuit Canada, Alaska, Hawaï en Zuid-Amerika: +1-304-232-0899 E-mail: Europa Technische ondersteuning (Duits en Engels) is beschikbaar op maandag t/m donderdag van 9:00 tot 17:00 uur, en op vrijdag van 9:00 tot 12:00 en van 13:00 tot 16:00 uur. Tel: +49-7032-9454-21 E-mail: <[email protected]> Internet:
22
Handleiding voor installatie
Producten retourneren Indien u om een of andere reden een TROY-product wilt terugsturen (storingen, onjuiste verzending, etc.), gaat u als volgt te werk: 1. Neem contact op met TROY Technical Support op (304) 232-0899 (voor gebruikers in Noord- en Zuid-Amerika) of +49-7032-9454-21 (voor Europese gebruikers) en vraag een RMA-nummer (Return Material Authorization) aan. 2. Zorg ervoor dat u het serienummer van het te retourneren product bij de hand hebt. Dit hebben wij nodig om te controleren of aan de garantiebepalingen wordt voldaan. Noteer de volgende serienummers in de daarvoor bestemde ruimte, dan hebt u deze altijd binnen handbereik. Model printserver: _________________________________ Serienummer: _____________________________________ Let erop dat u het RMA-nummer vermeldt op de buitenkant van het pakket waarin u het product retourneert. Verzend het defecte product of de defecte producten naar het voor u geldende adres: Noord- en Zuid-Amerika:
Europa:
TROY Group, Inc. RGA# _________ 3 Bryan Drive Wheeling, WV 26003 USA
TROY GmbH RMA# _________ Schwarzwaldstr. 99 D-71083 Herrenberg Duitsland
Documentnummer 40165-160 Revisie A
23
TROY Group, Inc.
Contactadressen Hoofdvestiging TROY Group, Inc. 2331 South Pullman Street Santa Ana, CA 92705 USA (949) 250-3280
Technische ondersteuning Noord- en Zuid-Amerika Vanuit de 48 aaneengrenzende staten in de VS: (800) 332-6427 Vanuit Canada, Alaska, Hawaï en Zuid-Amerika: +1-304-232-0899 E-mail: Europa Tel: +49 (0) 7032-9454-21 E-mail: <[email protected]> Internet:
24