Plons ! Een spannend avontuur op en rond het water voor Welpen (oude stijl)
3
Colofon: LET OP: Deze spelmap is niet herzien en is niet volledig. De inhoud hoort bij het oude spelthema Welpen en past mogelijk niet in in de nieuwe Spelvisie! Deze spel- en verhaalmap is een heruitgave van Plons uit 1995. Plons is in 1995 verschenen als een uitgave van Scouting Nederland. Aan Plons werkten mee: Teksten: Henny Hooimeijer Eric Lepelaar Illustraties : René Nauta
Deze heruitgave Plons! is verschenen in 2004 in opdracht van Landelijk Beleidsteam DWEK en is een uitgave van Scouting Nederland. De tekst is herzien op spelling, actualiteit en veiligheid. Tekstbewerking : Jan Sietse de Boer Opmaak: Roland Masselink Met dank aan: Eric Lepelaar
COPYRIGHT © 2004 Scouting Nederland Deze spel- en verhaalmap is een product van Scouting Nederland en mag alleen binnen Scouting Nederland en onderdelen daarvan gebruikt worden.
3
1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave 2. Inleiding 3. Bijzondere aandachtspunten 4. Op avontuur in de Rimboe 5. Speltips Welpen
3
2. Inleiding Beste leiding, Haal je zwempak alvast maar uit de kast en hou je zwemdiploma's bij de hand. De welpen gaan te water in dit spannende avontuur! Last van watervrees? Geen nood! Ook voor doorgewinterde landrotten is er van alles te beleven en wanneer je eenmaal de avonturen leest... dan wil je ze vast en zeker ook echt beleven!!!
WAAROM DEZE MAP? Er zijn veel welpen lid van een 'watergroep'. Ook zij willen graag met wateractiviteiten bezig zijn, maar wel vanuit hun eigen Rimboe. De spelmap "Plons!" biedt hier veel ideeën en mogelijkheden voor. Niet alleen 'watergroepen', maar ook 'landgroepen' halen op deze manier allerlei spelideeën in huis om tijdens opkomsten, weekenden of zomerkampen leuke en spannende activiteiten op en rond het water te doen. En je hoeft daarvoor de Rimboe niet uit!
WAT STAAT ER IN? Het avontuur bestaat uit 4 korte verhalen. Bij elk verhaal hoort een uitgewerkt programma voor een opkomst, boordevol spelen en activiteiten om het avontuur zelf te beleven. Kortom: Plons! bestaat uit l 4 korte verhalen, met veel speltips, waar je zo 4 weken programma mee kunt vullen.
HOE GEBRUIK JE DEZE MAP? Je kunt deze map op verschillende manieren gebruiken. Allereerst kun je de verhalen als voorlees-materiaal gebruiken. Ook kun je natuurlijk de speltips naslaan wanneer je programma-ideeën nodig hebt. Maar je kan ook zelf op avontuur gaan. Daarvoor zijn direct achter de verhalen steeds speltips gegeven, zodat je meteen aan de slag kunt. De speltips zijn thematisch uitgewerkt op basis van de verhalen. Hierdoor kunnen de welpen echt het gevoel krijgen dat ze op avontuur gaan! Wil je het helemaal 'echt' maken, dan kun je iemand vragen om een themafiguur te spelen die het verhaal introduceert of het verhaal (na enig oefenen) uit het hoofd aan de kinderen vertelt. Je kunt er zelf een kort of lang avontuur van maken, van een deel van een opkomst tot en met een weekend- of zomerkampprogramma. De meeste speltips spelen zich op of rond het water af, maar zijn naar eigen inzicht ook te combineren met landactiviteiten. Er is voor ieder wat wils. Er worden speltips gegeven voor verschillende soorten varend materiaal: roeiboten, kano's, juniorvletten, luchtbedden, banden, etc. Maar natuurlijk kun je de speltips altijd aanpassen aan het materiaal waar je de beschikking over hebt. Misschien een uitdaging voor landgroepen om een keer het water op te gaan? Bijvoorbeeld in samenwerking met een watergroep uit de buurt? VEEL PLEZIER !!!
3
3. Bijzondere aandachtspunten 3.1. Veiligheid op en rond het water. De verantwoordelijkheid van leid(st)ers, die met welpen het water in of op gaan, is erg groot. Hieronder noemen we als geheugensteuntje een aantal belangrijke aandachtspunten. Ga je vaker het water op, wil je een langere tocht maken of meerdere activiteiten in of op het water doen, dan zijn deze aandachtspunten onvoldoende. Neem dan contact op met je regionale admiraliteit. Vooral wanneer je niet zo vaak activiteiten op of rond het water onderneemt, is de kans groot dat je enkele voor de hand liggende zaken vergeet, zoals: Heeft iedereen een zwemdiploma? Is er voor iedereen een zwemvest wanneer je aan boord van een boot of wachtschip gaat? Is er voldoende begeleiding en is er altijd toezicht bij zwemmen, spartelen en dergelijke, ook in het water? Wanneer je veel op de bodem gaat staan of lopen trek dan waterschoentjes aan Wanneer je de kinderen bijvoorbeeld in subgroepjes verdeeld, met elk een leid(st)er, heb je meer overzicht. Zijn vooraf de belangrijkste regels met de kinderen afgesproken, zoals niet rennen aan boord van het wachtschip of staan in een boot? Het gebeurt niet zelden dat iemand daardoor overboord slaat. Houd boten beslist niet af met handen of voeten. Een beknelde voet ziet er niet fraai uit! Houd je bij de voorbereiding en planning van wateractiviteiten rekening met omslaand weer en de lengte van de activiteiten? Door langdurig verblijf in water en de combinatie van water en wind koel je snel af. Neem (zoals gewoonlijk) de EHBO-trommel ook mee tijdens een boottocht. Een goede voorbereiding van een boottocht is belangrijk. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor de welpen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan instructie vooraf.
3.2. Gehandicapten in Scouting Wanneer je een kind met een handicap in je speltak hebt, kun je veel spelideeën uit deze map gewoon gebruiken. Bij de meeste spelen hoeft een handicap geen belemmering te zijn. Aangezien elke handicap weer anders is, is het belangrijk dat je nadenkt of het spel geschikt is. Hierbij kun je ook het kind zelf betrekken, want hij of zij weet zelf vaak beter wat handig is. Dus met een beetje creativiteit is deze map ook zeer geschikt voor speltakken waar een kind met een handicap meespeelt. Mocht je nog specifieke vragen hebben over spelen met scouts met een handicap, dan kun je via het Scouting Nederland terecht bij de Spelspecialisten.
3.3. Rekening houden met de omgeving Niet alleen op het land, maar met name ook op het water is milieuvriendelijk gedrag van levensbelang voor mensen, planten en dieren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: rustig varen geen afval overboord niet zomaar overal aanleggen, alleen daar waar dat is toegestaan loos geen olie of afvalwater in het water voorkom geluidsoverlast laat geen spelmateriaal achter Wil je hier met de welpen meer aandacht aan besteden? In de speltips bij het welpenavontuur staan de 'blauwe tien' genoemd. De meest bekende aandachtspunten voor de watersport.
3
4. OP AVONTUUR IN DE RIMBOE 4.1. Eerste week: BESTAAN DROMEN ECHT? Ding dong! De bel! Rob springt op, rent de trap af, "Ik doe wel open", roept Rob, terwijl hij naar de deur rent. Hij verwacht zijn vrienden, Bob en Bas! Zij mogen vannacht bij hem slapen, want morgen vroeg gaan ze met de welpen van de Lepelaargroep een weekend varen. Het wachtschip van de groep zal ergens naar toe varen en voor anker gaan. De welpen gaan dan verder met juniorvletten. Waar ze precies heen gaan is nog een verrassing. Noch de leiding, noch hun ouders wilde er iets over loslaten! Wel heeft de schipper vorige week al het één en ander verteld over hoe ze zich moeten gedragen aan boord en over alle andere dingen waar ze op moeten letten. Het belooft in ieder geval een spannende tocht zou worden! "Hoi! Kom binnen", nodigt Rob zijn vrienden uit. Snel stommelen ze de trap op en leggen de bagage op de kamer van Rob. Ze halen de laatste gegevens, die ze vorige week hebben gekregen, er nog eens bij. "Ik denk", peinst Bob, terwijl hij de gegevens nog eens doorleest, "dat we naar de Rimboe gaan! Ik hoorde de Akela daarover iets fluisteren tegen de schipper." "Dat lijkt me tof! Veronderstel dat we zogenaamd de Waingoengarivier opgaan en de jachtgebieden van de Rimboe intrekken!" fantaseert Bas. "Wouww", zegt Bob terwijl hij opspringt en als Bagheera door de kamer gaat sluipen. Ook Rob en Bas veren op en sluipen als volleerde panters door de kamer als de moeder van Rob de kamer open doet. "Ohhh, ik geloof dat ik in de Rimboe beland ben. Willen de Bagheera's nog een rimboedrank voor ze hun slaapzak op gaan zoeken?" Dat laten ze zich geen tweemaal zeggen en vallen direct aan op de rimboedrank. "Proost! Op ons weekend!", wensen ze elkaar toe. Wanneer Rob z'n moeder een half uurtje later gaat kijken, slapen de drie welpen als rozen. "Hoor me die Rob eens ronken", denkt ze bij zichzelf. "Wij zijn welpen en gga... br...so....!" mompelt Rob in z'n slaap. "Nou, nou, die is volgens mij al in de Rimboe", glimlacht ze. Zachtjes sluit ze de deur en gaat naar beneden. En Rob droomt inderdaad. Hij droomt dat hij en zijn vrienden met het wachtschip voor anker gaan bij de monding van de Waingoengarivier. Rob, Bob en Bas zitten op de kop van het wachtschip en turen in het rond. "Ja, dit is vast de Rimboe", fluistert Bas opgewonden. De anderen knikken bevestigend. Ineens ziet Bob een grote vogel door de lucht scheren. Hij stoot de andere twee aan. "Zeg, kijk daar. Zou dat Chil de wouw zijn?" De vogel cirkelt even boven het schip en gaat dan op een bolder achter de welpen zitten. De welpen lopen op hem af. "Hallo, wie zijn jullie?" vraagt Chil. "Wij zijn welpen van de Lepelaargroep en we gaan een weekend de Rimboe in", begint Bas. "Enne, wij kennen je wel. Jij bent Chil, de boodschapper uit de Rimboe. Onze Akela heeft over jou verteld!" "Aha, jullie zijn op avontuur. Nou, er is altijd wel wat te beleven in de Rimboe", zegt Chil. "Weet je wat? Ik ga de andere dieren alvast vertellen dat jullie er aan komen!" De welpen zwaaien Chil net zolang na totdat hij een stipje in de verte is geworden. Naast het wachtschip worden inmiddels de juniorvletten klaargemaakt. "Jala....." roept de Akela. "Hiiiiii...", roepen de welpen en vlug verzamelen ze zich op het dek van het wachtschip. "Welpen, we gaan met de juniorvletten de Waingoenga op", zegt Akela. "Doe allemaal je zwemvest aan, pak je lunchpakket en ga bij je boots op de aangewezen plaats in de boot zitten."
3
Rob, Bob en Bas klimmen samen met hun boots in een juniorvlet en gezamenlijk roeien ze naar de monding van de Waingoenga, die aan weerszijden is omsloten door de Rimboe. Ademloos kijken de welpen om zich heen. Ze horen niets anders dan het zachte geruis van de rivier en enkele dierengeluiden, diep uit de Rimboe. "Wat is het hier mooi", fluistert Bas tegen de anderen.
4.2. Tweede week: DE JUNIORVLET VAART VERDER... De juniorvlet vaart verder door de stilte en de schemering van de Rimboe. Ze zijn al een aardig eind gevorderd. "Best wel griezelig hè", fluistert Bob tegen de anderen. De welpen knikken en trillen een beetje van de spanning. "Pas op", roept de boots plotseling. "Er steekt daar iets uit het water!" De welpen stoppen direct met roeien en draaien zich om. "Zou dat de Rots van de watervrede zijn?" vraagt Bas aan de anderen. "Ik denk van wel", fluistert Bob. "Oei, dan moet hier het jachtgebied van Jacala de krokodil zijn", zegt Rob, terwijl hij spiedend rondkijkt. Er glijdt een donkere schaduw over het water. Beweegt zich daar iets? Snel richt Bas zijn zaklantaarn op het water. Plotseling steekt vlak naast de juniorvlet Jacala zijn kop uit het water. Met wijd opengesperde bek kijkt hij de welpen aan. Zijn grote witte tanden glimmen in het donker. "Ahaaaa, lekkere hapjes", likkebaardt Jacala. De welpen schrikken enorm en deinzen achteruit in de boot. "Doe jullie zaklantaarns uit!" roept de boots met paniek in zijn stem. "Ha, ha! Grapje!" klinkt het schaterend over de rivier. "Ik lust alleen maar witte muizen, tenzij ik héél erge honger heb. Hebben jullie niet toevallig een lekker muisje voor me?" "Nnnnneeee", bibberen de jongens, met de schrik nog in de benen. "Mmaar, we willen er wel een paar voor je vangen", stelt Rob voor. De anderen knikken heftig. "Dat is heel vriendelijk van jullie", zegt Jacala met een brede grijns. "Kom maar mee. Ik weet een plek waar je sappige witte muizen kunt vangen." Geruisloos glijdt Jacala door het water naar een kleine baai. De juniorvlet volgt de donkere schim in het water. "Ik schrok me klem", fluistert Bob tegen de anderen. "Ik dacht dat hij ons op zou eten! Brrr! Ik moet er niet aan denken." In de baai komt Jacala weer naast de juniorvlet. "Wanneer jullie nu tussen die grote lianen doorvaren, kun je daar je boot aanleggen. Een stukje verder de Rimboe in kun je lekkere witte muizen vangen", zegt Jacala, wijzend met één van zijn grote groene geschubde klauwen. Vlug roeien ze naar de aangewezen plaats en gaan aan land. Al snel hebben ze enkele muizen gevangen. Net als ze weer terug naar de boot willen gaan, begint de grond onder hun voeten te dreunen. Een enorme donkere schaduw komt door de struiken aangestampt. Recht op de welpen af. "Het is Hathi, met zijn colonne", zegt Bob, terwijl hij tussen de struiken door gluurt. Rob, Bob en Bas komen tussen de struiken vandaan en lopen Hathi tegemoet. "O,o! Halt!" schreeuwt Hathi. De colonne duikelt over elkaar!"Welpen met witte muizen in hun hand. Zoek dekking!" De olifanten vluchten in paniek achter de struiken. De welpen slaan zich op de knieën van het lachen. "Hahahaha! Hathi en zijn colonne zijn bang voor muizen!" "Eh, nou, eh", schraapt Hathi zijn keel. Hij is inderdaad bang, maar wil dat natuurlijk niet toegeven. "Eh, ik schrok een beetje van jullie. Ja, dat was het", probeert Hathi zich er uit te redden. "Afdeling, in het gelid!", brult hij met opgeheven slurf. De andere olifanten komen snel uit de struiken te voorschijn. Met tegenzin gaan ze in een rij staan. Die Hathi altijd met zijn bevelen! "Mannen, mag ik jullie even voorstellen, eh, eh, hoe heten jullie eigenlijk?" vraagt Hathi.
3
"Wij zijn Rob, Bob en Bas van de Lepelaargroep. Wij zijn met onze juniorvlet op avontuur in de Rimboe! Wij hebben al kennis gemaakt met Chil, Jacala en nu met u en uw colonne. Wie weet wat we nog meer ontdekken." "Ach, zo, ja", mompelt Hathi, terwijl hij met één oog de muizen goed in de gaten houdt. "Op avontuur met jullie juniorvlet over de Waingoenga hè? Tja, jullie moeten het zelf weten, maar wees wel voorzichtig", zegt Hathi met een bezorgde stem. "Hoezo? Is het dan gevaarlijk Hathi?" vraagt Bas. Hathi schraapt z'n keel en de welpen gaan rond hem zitten. Met een gewichtige stem begint Hathi te vertellen. "Lang, lang geleden kwamen er, net als jullie, mensen de rivier op met hun boten. Ze hadden gehoord dat er bij de oorsprong van de Waingoengarivier, diep, heel diep in de Rimboe een ruïne aan een groot meer moest zijn. Deze ruïne was heel vroeger een prachtig paleis van een rijke koning. Nadat de koning op raadselachtige wijze het paleis had verlaten, had de Bandarlog, het apenvolk, er zijn toevlucht gezocht. Zij maakten er een ware puinhoop van. Muren werden gesloopt en alles groeide onder met struiken en lianen. Maar ergens diep in de paleistuin, leeft de witte Cobra. Hij is ooit door de koning aangesteld om op een schat te passen. Men zegt dat de schat bestaat uit de mooiste diamanten, edelstenen en veel goud, dat vroeger werd gewonnen langs de oevers van het meer, aan de oorsprong van de Waingoenga." "Heeft iemand ooit iets gevonden?" onderbreekt Rob het verhaal. "Nee, de schat is zo goed verborgen dat niemand hem heeft kunnen vinden en... de witte Cobra bewaakt de schat héél goed. De meeste schatzoekers zijn niet meer teruggekomen van hun zoektocht naar de ruïne en de schat...!" De welpen kijken elkaar aan en begrijpen elkaar zonder iets te zeggen: ze gaan op zoek naar de ruïne en de schat! "Hathi", vraagt Bas, "Zou u ons de weg naar de ruïne kunnen vertellen?" "Dat wil ik wel, maar het is een gevaarlijke tocht hoor! Vol met onverwachte gevaren. Maar jullie moeten het zelf weten!" waarschuwt Hathi. "Luister! Jullie gaan verder de rivier op totdat je aan je rechterpoo....eh, ik bedoel je rechterhand, een zijtak van de rivier tegenkomt. Die varen jullie op tot de waterval. En onthoud goed! Achter de waterval zit een geheime opening verborgen in de rots. Daar woont Mang de vleermuis, met zijn familie." De welpen griezelen al bij het idee aan vleermuizen, maar ze laten niets merken! "Daarna kom je op een meer", gaat Hathi verder, "...en aan de overkant ligt de oude ruïne van het paleis van de koning. Daar woont de Bandarlog, het apenvolk. Pas op voor hen! Zij zijn erg onberekenbaar. Maar het grootste gevaar komt van de witte Cobra. Velen zijn door zijn toedoen niet meer levend teruggekomen." De welpen bedanken Hathi hartelijk voor zijn aanwijzingen en lopen snel in de richting van de juniorvlet. Bij de boot aangekomen vertellen ze het hele verhaal aan de boots en aan Jacala, die gulzig de muizen in ontvangst neemt. Ze besluiten snel te vertrekken. Op weg naar de ruïne en de schat.
4.3. Derde week: DE GROT EN HET MEER Om beurten zoeken de welpen met hun zaklantaarn langs de oever naar de zijtak van de rivier. Na een poos roept Rob plotseling: "Stop, ik zie iets, geloof ik!" De anderen schijnen op de plek die Rob aanwijst. Het lijkt inderdaad op een zijriviertje. De boots manoeuvreert de juniorvlet handig tussen de lianen door het zijriviertje in. "Horen jullie dat geruis ook?" vraagt Bas. De welpen luisteren ingespannen en verdraaid! Na de volgende bocht ligt er een kleine waterval voor hen.
3
Langzaam naderen ze de waterval, speurend naar een opening in de rots. Ze kunnen er niet omheen. Er is maar één manier om achter de waterval te komen. Ze moeten er dóórheen. "Houd de hoosblikken gereed!" roept de boots, terwijl de waterval nu vlakbij is en het water met donderend geraas naar beneden stort. Binnen de kortste keren staat de boot halfvol water en moeten de welpen als razenden tekeer gaan om te voorkomen dat ze zinken. Ze hozen alsof hun leven er van af hangt en moeten oppassen niet overboord te slaan. Van het ene op het andere moment keert de rust weer. Ze zijn door de waterval heen. Versuft en met knipperende ogen kijken de welpen om zich heen. Ze bevinden zich in een donkere, vochtige grot achter de waterval. Een perfecte schuilplaats! Geen wonder dat tot nu toe bijna niemand de ruïne heeft kunnen vinden. "Kijk", zegt Rob en wijst naar een donkere spleet achterin de grot. "De opening. Daar moeten we naar toe." Langzaam varen ze de rotsspleet in. Plots voelt Bas iets langs zijn haar glijden. "Aaaawwww", gilt Bas. "Er vliegt iets door mijn haar. Boots! Doe iets!" "Dat hoeft niet", wordt de boots in zijn oor gefluisterd. "Help, er fluistert iets in mijn oor!" gilt nu ook de boots. "Wees maar niet bang", zegt de stem. "Ik ben Mang, de vleermuis en woon in deze grot." Natuurlijk! Dat had Hathi ze nog verteld! "Zal ik jullie de weg wijzen?" vraagt Mang. "Willen jullie naar het meer?" "Jaahaa, grgraag", antwoordt Rob, nog een beetje geschrokken. "Geef jullie boot maar steeds een duwtje langs de muur, dan vaar je over een poosje zo het meer op." De jongens doen wat Mang zegt. Zo glibberen ze met hun handen langs de vochtige rotswand, vooropgegaan door Mang. Wanneer ze aan het einde van de doorgang komen, bedanken ze Mang voor zijn hulp. Even later varen ze het meer op. "Ohhh, wat een mooi meer! Moet je eens kijken naar de oevers. Die glinsteren gewoon", wijst Rob. "Ho, pas op", waarschuwt Bob ineens. "Er zijn hier veel ondiepten en zandbanken." Voorzichtig manoeuvreren ze de juniorvlet langs de ondiepten en zandbanken en speuren de oever van het meer af. Wat ligt daar in het zand? Rob tuurt met een hand boven z'n ogen. "Kijk eens wat daar ligt!" roept Rob, wijzend naar het voorwerp in het zand. "Het lijkt wel een tas", zegt Bob. "Joh, dat is vast een tas van een goudzoeker geweest", merkt Bas op. Ze sturen de boot naar de oever en Rob springt aan land. Hij raapt de tas op en maakt hem open. En ja hoor, er komt een complete goudzoekersuitrusting uit. "Zie je wel!" roept Bas. "We zijn zéker op de goede weg. Dit moet wel het meer van de ruïne zijn." Snel springt Rob weer aan boord en ze varen verder langs de oever, ingespannen turend en speurend naar aanwijzingen die naar de ruïne kunnen leiden. Plotseling springt Bas op en begint opgewonden in de boot op en neer te springen. "Daar!" roept hij, wild met zijn armen gebarend. "Daar!" De anderen draaien zich om, om te zien waar Bas naar kijkt. Het is intussen al behoorlijk schemerig geworden, maar dan zien ze hetzelfde wat Rob ziet. De ruïne! Ze besluiten snel verder te gaan, maar de zandbanken vormen een behoorlijk obstakel. "Ga maar voorop zitten en zeg hoe we moeten varen", zegt de boots tegen Rob. "Maar hoe vinden we de juiste weg dan weer terug tussen de zandbanken door?" vraagt Bob. "Weet je wat", oppert Bas, "bij elke bocht die we maken, bevestigen we een stukje glimmende folie aan een tak of stok. Daar heb ik toch nog genoeg van over, van mijn lunchpakket. Als we terugvaren, schijnen we met onze zaklantaarns in het rond en wordt het licht weerkaatst door de folie." Een prima idee vinden ook de anderen. Rob geeft goede aanwijzingen en na een poosje zijn ze aan de andere kant van het meer, vlakbij de ruïne. Geruisloos trekken ze de juniorvlet op de oever en vervolgen hun weg over land. Voorzichtig naderen ze de ruïne!
3
"Halloho, metttt wieie heb ik hetttt genoeoeoegennn", lispelt er ineens een stem boven hen. De welpen kijken verschrikt omhoog. Wie is dat nu weer? "Haaaiiii, ikkk bennnn Kaa, de sssslang", klinkt de zwoele stem van Kaa. "Kijkkk me eens in de oooogen?" "Niet doen, hoor", waarschuwt Rob. "Hij probeert je te hypnotiseren!" "Wellllneeee", antwoordt Kaa, terwijl hij zich langs de boom naar beneden laat glijden. "Zzzzzoiets zzzzzou ikkkk noooooittt doennnnn!" De jongens vertrouwen het voor geen cent en vragen: "Beloof je dat echt?" "Jjjaaa ik belooofff jullie ddddat! Men denkt altijd dat iedere slang hypnotiseertttttt. Maaaarrr dddatttt issssss een ssssprookje! Wwwwillen jullie nnnnaarrrr de rrrrruïïïneee?" "Ja", zegt Bas kort, nog niet helemaal gerustgesteld. "Llllaattt ikkk jullie brengennnnn", stelt Kaa voor. "Oh, dat kunnen wij best zelf hoor!" antwoort Bob terwijl hij er flink de pas in zet. De anderen lopen snel achter hem aan, richting ruïne. "Ttttssssja, dan niet", besluit Kaa laconiek. "Dan moeten jullie het zelf maar weten." Hij zal ze maar niet vertellen welke gevaren er dreigen....!
4.4. Vierde week: PLONS... Bij de ruïne aangekomen is het verdacht stil. Voorzichtig spieden de jongens om zich heen. Hier moest toch ergens de Bandarlog zijn? Zo geruisloos mogelijk proberen ze nog dichter bij de ruïne te komen. Ineens staat Rob stil.... bewoog daar iets? Voor hij de anderen kan waarschuwen, zijn ze omringd door springende en joelende apen: de Bandarlog!!! "Pak ze! Grijp ze en pak hun spullen af!!!" krijsen de apen door elkaar. Er volgt een enorm getrek en geduw, maar de welpen geven niet op. Ze houden hun spullen stevig vast en gooien de apen van zich af. Na een tijdje worden de apen moe en beginnen de strijd beetje bij beetje op te geven. Op een gegeven ogenblik komt één van de grotere apen naar de welpen toe. "Jullie komen zeker voor de schat in het paleis?" vraagt hij aan de welpen. "Ja, inderdaad", antwoordt Rob vastbesloten. "Ha, dat lukt jullie toch nooit", krijsen de apen door elkaar. "Het is veel te gevaarlijk. De witte Cobra zal jullie wurgen en doden met zijn gif!" De apen huiveren bij de gedachte. Het is al vaker gebeurd dat een aap van de Bandarlog het slachtoffer van de witte Cobra is geworden. Die witte Cobra is inderdaad een probleem, maar dan krijgt Bas een idee. "Stel nu, dat we met behulp van jullie de witte Cobra bij de schat weg kunnen lokken, dan moet het vast lukken om in ieder geval een deel van de schat mee te nemen!" De apen kijken bedenkelijk, maar dan doet de grote aap een stap naar voren. "De schat interesseert ons eigenlijk niet, maar we hebben nog een appeltje te schillen met die witte Cobra. Het zou ons veel plezier doen om hem eens flink te grazen te nemen. Goed, we helpen jullie", besluit de grote aap onder gekrijs en toejuichingen van de andere apen. "Ik heb een idee", vervolgt hij. "We kunnen een aantal hutten bouwen die op de hut van de witte Cobra lijken. Wanneer hij dan z'n hut verlaat, raakt hij vast in de war en weet ‘ie niet meer welke hut van hem is! In die tijd kunnen wij misschien bij de schat komen." Dat vinden ze allemaal een goed plan. Vlug gaan de welpen samen met de Bandarlog aan de slag en maken net zulke hutten als die van de witte Cobra. Wanneer ze klaar zijn proberen ze met lichtsignalen de witte Cobra uit zijn hut te lokken. "Kijk", fluistert Bas opgewonden. "Het lukt. Daar heb je hem. Vlug, verstop je ergens!" Langzaam komt een enorme witte slang in de opening van de hut. Zoekend loert hij in het rond.
3
"Ikk dachttt tochch werkelijkkk dat ikkk ietsss zzzag?" verwondert de witte Cobra zich en trekt zich weer terug in zijn schuilhut. Weer schijnen de jongens in de richting van de Cobra... . "Nou zzzag ikk hett dduidelijkkk", mompelt de Cobra en glijdt over de grond in de richting van het licht. "Vlug, snel naar zijn hut", fluistert Rob tegen de anderen. En terwijl de witte Cobra aan het rondzoeken is, rennen de jongens en de Bandarlog geruisloos naar de hut van de witte Cobra. Bij het naderen van de hut slaan de meeste apen uit angst op de vlucht, maar enkele moedige apen gaan met de welpen mee en gaan bij de hut op de uitkijk staan. Wat ze binnen aantreffen, overtreft hun stoutste verwachtingen. In de hut is een opening naar een diepe ondergrondse ruimte. In die ruimte glinstert het zo dat je ogen er bijna pijn van gaan doen! Verbijsterd staren de welpen naar beneden. De hele ruimte is bezaaid met diamanten, goud en edelstenen. "Kom op! We laten ons in de put zakken!" oppert Rob. "En als de witte Cobra dan terugkomt?" vraagt de boots zich af. Oei, daar hadden ze helemaal niet meer aan gedacht! Ze kijken spiedend in het rond. Op dit moment kunnen ze de witte Cobra nergens ontdekken. "Laten we het maar proberen", stelt Bas voor. Het geglinster in de put heeft een enorme aantrekkingskracht op hem... . Hij laat zich als eerste zakken in de put. De anderen volgen hem. Dan staan ze tussen de schatten en rijkdommen van de oude koning. Ze laten de diamanten en de edelstenen door de vingers glijden en hangen zich vol met de mooiste sieraden. "Wat prachtig, wat mooi,' verzucht Bas nogmaals. "Zullen we allemaal een hand vol diamanten en edelstenen in onze broekzak stoppen?" "Denk je dat de Cobra dat niet zal ontdekken?" vraagt Rob. "Welnee", zegt Bas. "Er ligt hier zoveel. Daar merkt hij echt niets van, hoor!" Allemaal stoppen ze de zijzak van hun uniformbroek boordevol met de glinsterdingen. "Zo, dat is wel genoeg", besluit de boots. "Laten we maar snel naar de boot terug gaan!" Hij heeft het nog maar net gezegd of er rollen enige kluitjes aarde in de put. Verschrikt kijken ze omhoog! De witte Cobra komt terug! "Wat moeten we nu doen?" fluistert Bas bang. "Vlug, verstop je onder de diamanten!' sist Bob tegen de anderen. Ze nemen een grote duik en gluren tussen de diamanten door naar de opening. De witte cobra kijkt in de put... . Hoorde hij daar iets? Hij laat zijn lichaam een heel eind in de put glijden... en kijkt in het rond. "Ggggekk, ik dddacht dat ikkk ietss hoorde!" sist de witte Cobra. "Ik zzie nietss! Ik ga maar verder die vreemde hutten onderzoeken. Hhoe die daarr gekomen zzijn zzzou ikkk echchcht niettt wetennn", besluit de witte Cobra. "Zze lijken sssprekend op mijn hut. Zzzzou ikkk ssomsss in een vvval worden gelokttt?" Snel en geruisloos glijdt de slang weg. Wanneer het weer stil is geworden komen de jongens één voor één tussen de diamanten vandaan. "Poehh, dat was op het nippertje", zucht Rob. De anderen knikken nog een beetje bleekjes. "Laten we maar vlug uit de put kruipen, voordat de witte Cobra ons echt ontdekt", stelt Bas voor. "Bob, klim jij op mijn rug, dan kun je zo uit de put klimmen en ons daarna een hand geven om te helpen." Zo gezegd, zo gedaan. Binnen enkele tellen zijn de jongens uit de put en sluipen terug naar de juniorvlet, terwijl ze goed oppassen dat de witte Cobra ze niet ziet. "Vooruit jongens, gooi de boot los!" roept de boots de welpen toe. "Gaan jullie met ons mee?" vraagt hij aan de apen. "Nee, nee!" gillen ze verschrikt. "Wij wonen hier! Dag hoor! Goeie reis!" roepen ze terwijl ze hard weglopen! "Stel je voor!" zegt één van de apen. "De Bandarlog niet meer in de ruïne!" De terugreis gaat voorspoedig. Zonder veel problemen vinden ze de weg terug naar de grot en varen de Waingoenga af. Terwijl de welpen de rivier afroeien zingen ze naar hartelust alle liedjes die ze van hun Akela hebben geleerd.
3
Zo af en toe zien ze langs de oever één van de rimboedieren verschijnen. Die zijn nieuwsgierig geworden door het gezang van de welpen. Vrolijk zwaaien ze elkaar toe. "Goeie reis terug", roepen de dieren. "Jullie een goede jacht", roepen de welpen terug. Wanneer ze Hathi zien, laten ze hun schat zien en gooien enkele diamanten aan de wal. "Hier Hathi, als beloning voor je hulp!" Hathi staart verbaast naar de diamanten. "Het is ze gelukt", mompelt Hathi verbaasd. "Wat een slimme welpen!" Dan naderen ze de monding van de Waingoenga. "Daar ligt het wachtschip" roept Rob. "De schipper seint iets naar ons!" Rob probeert de boodschap te ontcijferen, maar zulke rare tekens heeft hij nog nooit gezien! Wanneer ze dichterbij komen roept de schipper ook nog iets. "Heren ,wakker worden! Het is acht uur. Over een uur moeten jullie op het groepshuis zijn!" "Hè? Wat zegt u, schipper?" schreeuwt Rob. Zijn moeder lacht. "Schipper??? Ik denk dat je hebt gedroomd, meneer de zeebonk!" Dan begrijpt Rob het! Hij heeft gedroomd! Plons...! Met een grote klap valt zijn droom in het water. "Jongens, ik heb me daar toch even leuk gedroomd", begint Rob tegen zijn vrienden en hij vertelt het hele verhaal in geuren en kleuren. "Laten we maar vlug gaan. Misschien beleven we jouw droom wel echt", stelt Bas voor. De jongens doen hun uniform aan en met hun rugzak op gaan ze richting groepshuis. Onderweg komen ze steeds meer welpen tegen. Wanneer ze gezamenlijk bij het groepshuis aankomen, staat de leiding ze al op te wachten. "Hallo! Klaar voor het grote avontuur?" vraagt de Akela geheimzinnig. "Akela, gaan we soms naar de Rimboe?" vraagt Rob zachtjes. De Akela knipoogt en legt de vinger op de mond. "Ssttt, niet verder vertellen." Rob krijgt een kleur van plezier. Jippieieie, het is echt waar! "Wat zei de Akela tegen jou?" vragen zijn vrienden. "Oh, eh, niets", antwoordt Rob met een stalen gezicht. Hij loopt snel achter de anderen aan op weg naar het wachtschip. Op weg naar net zo'n spannend avontuur als in zijn droom?!
3
5. Speltips Welpen 5.1. Speltips week 1: BESTAAN DROMEN ECHT INLEIDING: Het wachtschip Morgen vroeg gaan de welpen van de Lepelaargroep een weekend varen. Waar ze precies heen gaan is nog een verrassing. Wel heeft de schipper vorige week al het één en ander verteld over hoe ze zich moeten gedragen aan boord van het wachtschip en de juniorvletten. De welpen gaan met z'n allen aan boord van het wachtschip en krijgen een rondleiding. Er wordt verteld waar ze wel en niet mogen komen, wat de verschillende termen (bak- en stuurboord, delen van het schip), brug- en scheepslichten betekenen (bruggen, scheepslichten), enzovoort.
ACTIESPEL: Wie herkent mij? "Ik denk," peinst Bob, "dat we naar de Rimboe gaan." "Dat lijkt me tof! Veronderstel dat we zogenaamd de Waingoengarivier opgaan en de jachtgebieden van de Rimboe intrekken!" fantaseert Bas. Iedere welp krijgt een kaartje met de tekening van een rimboedier erop. Ze mogen dat niet aan elkaar laten zien. Er zijn meerdere kaartjes van dezelfde soort dieren. Op een teken gaan alle welpen lopen en bewegen als het dier op het kaartje. Op een tweede teken zoeken dezelfde dieren elkaar op en gaan in een groepje bij elkaar staan. Daarna laten ze per groepje aan elkaar zien welke dieren zij zijn. De anderen mogen raden.
PROGRAMMA: Vliegeren Ineens ziet Bob een vogel door de lucht scheren. Hij stoot de andere twee aan. "Kijk, dáár, zou dat Chil zijn, de boodschapper van de Rimboe?" suggestie 1: Chil de boodschapper Met een bestuurbare vlieger kan de leiding 'Chil' over het wachtschip laten scheren. De welpen kunnen Chil een boodschap sturen door een briefje aan het vliegertouw te binden, dat tijdens het vliegeren steeds verder omhoog schuift. Wanneer de boodschap Chil (de vlieger) bereikt, wordt deze vast en zeker overgebracht naar de andere dieren in de Rimboe. suggestie 2: vliegers maken De welpen worden verdeeld in subgroepjes. Elk groepje krijgt spullen om een vlieger te maken met de afbeelding van Chil. Ze mogen zelf bedenken hoe Chil er uit ziet. Als de vliegers klaar zijn worden ze natuurlijk opgelaten en misschien wel vastgebonden aan het wachtschip. suggestie 3: vliegers aan de juniorvlet Tijdens het varen met de juniorvletten kunnen de Chil-vliegers opgelaten en achter aan de juniorvlet vastgemaakt worden. Zo heeft elk groepje z'n eigen boodschapper en eventueel gelijk een leuke herinnering aan de opkomst of het weekend.
3
AKTIESPEL: zwemvest- en roeiwedstrijd "Welpen, we gaan met de juniorvletten de Waingoenga op", zegt Akela. "Doe allemaal je zwemvest aan en ga bij je boots op de aangewezen plaats in de boot zitten." Na een korte (herhalings)instructie over het omdoen van een zwemvest en het klimmen/lopen aan boord van een juniorvlet, maken de welpen zich op voor vertrek. Na het startsignaal trekken alle welpen zo snel mogelijk hun zwemvest aan (dit wordt natuurlijk eerst gecontroleerd), klimmen aan boord en roeien een afgesproken afstand (bijv. 50 - 100 meter). Welk groepje komt het eerst bij de monding van de Waingoenga aan? Tip: Zoek een plek met wat ruimte, dan kun je makkelijker langs elkaar roeien.
AFSLUITING: Geluiden raden Ademloos kijken de welpen om zich heen. Ze horen niets anders dan het zachte geruis van de rivier en enkele dierengeluiden, diep uit de Rimboe. Tenslotte verzamelen alle welpen zich weer in het wachtschip. Daar laat de leiding (in het donker?) enkele dierengeluiden horen (zelf na te doen of tevoren opgenomen op een bandje). De welpen moeten per groepje raden om welke dieren het gaat. Bijvoorbeeld: olifant (trompetteren), leeuw/tijger (brullen), slang (sissen), wolf (huilen), etc. Sugggestie: Helemaal echt is het natuurlijk wanneer de welpen nog aan boord van de juniorvlet zitten en de leiding vanaf de walkant allerlei geluiden laat horen.
5.2. Speltips week 2: DE VLET VAART VERDER INLEIDING: De juniorvlet vaart verder door de Rimboe. Ze zijn al een aardig eind gevorderd. suggestie 1: boottermen en roeicommando's Om het geheugen van de welpen nogmaals op te frissen en te zorgen dat ze inderdaad een flink eind kunnen vorderen door de Rimboe (zie verhaal), worden de meest noodzakelijk boottermen en roeicommando's (nog eens) met elkaar doorgenomen.
3
suggestie 2: de blauwe tien Ter herinnering de tien bekende regels en aandachtspunten voor het spelen en varen op en rond het water:
De Blauwe Tien 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Houd het water schoon Gooi geen afval weg, maar neem het mee. Spaar oevers en het riet. Laat staan wat groeit en bloeit Laat de vogels met rust. Hinder anderen niet die ook van het water willen genieten. Houd het rustig op het water. Betreed alleen de oevers waar het is toegestaan. Handhaaf de regels en voorschriften (en zeker 'goed zeemanschap'). 10. Ontzie gemeenschappelijke en andermans eigendommen.
Maak 10 tekeningen waarvan er een aantal precies het omgekeerde aangeeft. De welpen gaan dan in groepjes langs de tekeningen en bespreken ze. Is de tekening goed of fout? Na afloop wordt de uitslag van ieder groepje besproken.
AKTIESPEL: Jacala en de Rots van de Watervrede "Als dat de Rots van de Watervrede is, dan moet hier ook het jachtgebied van Jacala de krokodil zijn", zegt Rob. "Ahaaaa, lekkere hapjes", likkebaardt Jacala als hij zijn kop uit het water steekt. Zijn grote witte tanden glimmen in het donker. De welpen roeien in hun juniorvlet binnen een met boeien afgebakend gebied. Zij moeten proberen veilig van de ene kant naar de andere kant te komen, maar... Jacala ligt op de loer en heeft wel heel erg honger! Eén of twee kano's of kleine roeiboten met leid(st)ers en spelen voor Jacala. Zij moeten proberen de vletten met welpen te onderscheppen. Welke welpen houden het 't langst vol? Het is natuurlijk het leukste als de Jacalaboot er ook als een krokodil uitziet, met bijv. groene schubben aan de zijkant en natuurlijk een grote bek voorop met grote witte tanden.
PROGRAMMA: Aan land in de Rimboe "Wanneer jullie nu tussen die grote lianen doorvaren kun je daar je boot aanleggen. Een stukje verder is een gebiedje waar lekkere witte muizen zijn", zegt Jacala, wijzend met één van zijn grote groene geschubde klauwen. suggestie 1: op zoek naar witte muizen Wanneer de welpen de vlet netjes hebben afgemeerd, gaan ze op zoek naar het gebied van de witte muizen. Dit zijn snoepmuizen die binnen dat gebied verstopt zijn. Ze moeten ze met elkaar gaan verzamelen.
3
suggestie 2: het verhaal van Hathi Net als ze weer terug naar de boot willen gaan, begint de grond onder hun voeten te dreunen. Een enorme schaduw komt door de struiken aangestampt. "Het is Hathi met zijn colonne", zegt Bob. Achter de struiken komt een aantal van de leid(st)ers tevoorschijn, verkleed als Hathi. Hathi moet het zo spelen dat de welpen hem om een verhaal vragen. Hij vertelt ze het verhaal van de ruïne en na enig aandringen ook de weg er naartoe. Maar eerst moeten de welpen met Hathi meemarcheren in een colonne! Alle welpen gaan achter elkaar staan met de handen op elkaars schouders en Hathi gaat natuurlijk voorop. Samen moeten ze proberen tegelijk te marcheren. Dit valt niet mee en wanneer Hathi plotseling halt roept en stil gaat staan, botsen de welpen waarschijnlijk nog echt op elkaar ook.
AKTIESPEL: De snelle afvaart Bij de boot aangekomen, vertellen ze het hele verhaal aan de boots en aan Jacala, die gulzig de muizen in ontvangst neemt. Ze besluiten snel te vertrekken. Na het startsignaal vertrekken alle groepjes zo snel mogelijk (maar wel op de goede manier) om terug te varen naar de thuishaven, maar niet zonder langs Jacala te varen, die halverwege op ze wacht om de verzamelde muizen in ontvangst te nemen.
AFSLUITING: Droom je rijk Op naar de ruïne en de schat! Bij thuiskomst blijkt de honger van Jacala te zijn meegevallen. Er zijn nog veel witte (snoep)muizen over die nu onder de welpen worden verdeeld. Tenslotte mogen de welpen om de beurt fantaseren en vertellen wat zij zouden doen als ze de schat zouden vinden en plotseling heel rijk zouden zijn.
5.3. Speltips week 3: DE GROT EN HET MEER INLEIDING: Op zoek naar de waterval De welpen zoeken langs de oever naar de zijtak van de rivier. Wanneer de welpen met de juniorvletten vertrekken, hebben ze een eenvoudige routebeschrijving gekregen. Na enig zoeken komen ze uit bij het zijriviertje (een afslag, inham, haventje kan natuurlijk ook). Vertel dat ze dóór de waterval heen moeten wanneer ze hem vinden.
ACTIESPEL: Het zijriviertje "Stop, ik zie iets, geloof ik!" Het lijkt inderdaad op een zijriviertje. Bij het zijriviertje is geen mogelijkheid om met de riemen te roeien en dus moet dit met de handen worden gedaan, tot aan de waterval (30 à 40 meter, evt. met een peddel). Suggestie: Uiteraard ben je ook smaller als je wrikt, een wat grotere welp zal het misschien wel lukken.
3
PROGRAMMA: Door de waterval en de grot naar het meer Er is maar één manier om achter de waterval te komen. Ze moeten er dóórheen. "Houd de hoosblikken gereed!" roept de boots, terwijl het water met donderend geraas naar beneden stort. suggestie 1: de waterval Met electriciteitsbuizen (of touwen e.d.) wordt een overkapping over een smal stuk water gemaakt, waarover zwart landbouwplastic wordt gespannen, zodat een soort tunnel ontstaat. Aan de voorkant wordt de tunnel verlengd met een groot zeil waar een hoop water in wordt gegooid. De voorkant van het zeil wordt met touwen hoog gehouden, zodat het water er niet direct uitloopt. Op het moment dat een boot passeert om de grot in te gaan, begint de waterval te stromen en wordt het zeil 'geleegd' in de boot. suggestie 2: de grot In het 'dak' van de grot zitten kleine gaatjes waar af en toe water doorheen druppelt (bijv. door putsen water er over heen te gooien). De wanden van de grot worden aan de binnenkant ingesmeerd met zeep en er hangen allerlei 'vieze' voorwerpen aan. Vanaf het 'dak' zijn natte lappen en draden gehangen waar de welpen tegenaan komen. Om het helemaal echt te maken kun je, wanneer de welpen een stukje de grot zijn ingevaren, een zelfgemaakte vleermuis (van papiermaché) op het hoofd van de boots en de welpen laten zakken. In de grot kun je de stem van Mang laten klinken (via een microfoon of van buitenaf door een gaatje geroepen), die ze aanwijzingen geeft zoals in het verhaal. Met een bocht in de tunnelgrot zien ze het einde niet direct en wordt het ook een stuk donkerder. suggestie 3: zandbanken Uit de grot gekomen, varen de welpen op het 'meer', waar veel ondiepten en zandbanken zijn. Deze kunnen worden aangeduid met tonnen of boeien. De welpen moeten proberen hier langs te komen zonder de tonnen/boeien te raken (op een zandbank te lopen). Gebeurt dit toch, dan moeten ze een opdracht doen die aan de tonnen/boeien is bevestigd. Tip: Dit kunnen heel kleine opdrachtjes zijn, zoals: zing met z'n allen een zeemanslied of neem ieder een ballon uit het zakje dat op de ton zit geplakt en blaas hem op tot ‘ie knapt) suggestie 4: goudzoeken Nadat de welpen hebben aangelegd, zien ze tassen verspreid liggen waarin een aantal zeven zitten. Voor ieder groepje is er één tas. Op een aangegeven stuk zand (de veronderstelde goudmijn), gaan de welpen goud zeven. Wie zeeft het meeste goud? Tip: Kleine stukjes koperdraad zien er net echt uit. Let op dat er niet teveel resten achterblijven. suggestie 5: reflectortocht Dit spel kan worden gespeeld wanneer het wat donkerder begint te worden. Op markante punten langs de route (evt. met behulp van boeien), worden stevige, licht gekreukelde stukken aluminiumfolie vastgemaakt. Met de zaklantaarn in de hand kunnen de welpen vervolgens de route langs de weerkaatsende stukken aluminiumfolie volgen. Tip: Je kunt ook stukjes kentekenplaat gebruiken, deze zijn wat steviger en beter zichtbaar
AKTIESPEL: Hypnotiserende straal "Haaaaiiii, ikkk bennnn Kaa, de sssslang. Kijkkk me eenss in de oooogen?" Kaa staat in een brede cirkel bij een boom. De welpen moeten proberen ongezien in de cirkel te komen. Wanneer Kaa een welp ziet, schijnt hij met een heldere (rood gekleurde) straal licht op de welp. Deze moet dan opnieuw beginnen.
3
AFSLUITING: hypnotiseren "Kaa probeert je te hypnotiseren", waarschuwt Rob. suggestie 1: lachhypnose De welpen gaan in tweetallen tegenover elkaar zitten en kijken elkaar strak aan. Welke welp kan het beste tegen deze hypnose en het langst z'n lachen inhouden? suggestie 2: knipperhypnose Hetzelfde, maar dan mogen de welpen niet met hun ogen knipperen. Een spel voor gevorderde welpen!
5.4. Speltips week 4: PLONS INLEIDING: Diamantenroof Voorzichtig spieden de welpen om zich heen. Hier moest toch ergens de Bandarlog zijn? Zo geruisloos mogelijk proberen ze nog dichter bij de ruïne te komen. In het midden van de kring zit een welp op een stoel. Onder de stoel ligt een 'diamant', die bewaakt wordt door de welp. Om te zien of de welpen zachtjes genoeg naderbij kunnen sluipen om de schat onder de neus van de witte Cobra vandaan te pakken, kunnen ze nu alvast oefenen. Op aanwijzen van de leiding probeert één van de welpen heel zachtjes naderbij te sluipen en de diamant onder de stoel vandaan te pakken. Wanneer de welp op de stoel een geluid hoort, wijst hij die richting uit. Wordt de sluipende welp aangewezen, dan moet hij terug en mag een ander het proberen.
ACTIESPEL: De Bandarlog Voordat Rob de anderen kan waarschuwen zijn ze omringd door springende en joelende apen: de Bandarlog!! "Pak ze! Grijp ze en pak hun spullen af!!!" krijsen de apen door elkaar. suggestie 1: stoeipartij met leiding De leiding is verkleed en/of geschminkt als aap en probeert de welpen te pakken. Gepakte welpen worden verzameld. Ook kunnen de welpen proberen van de ene naar de andere kant van een speelveld te lopen, terwijl de Bandarlog ze moet proberen tegen te houden. suggestie 2: worstelen Op een (dubbelgevouwen) grondzeil van 4 x 4 meter dagen de welpen de Bandarlog uit (een leid(st)er of enkele andere welpen). De worstelaars (1 tegen 1 welp, 2 tegen 2 welpen of 3 welpen tegen 1 leid(st)er) trekken hun schoenen uit en gaan op hun knieën op het zeil zitten (staan mag niet). De bedoeling is om de tegenstander van het zeil af te werken. Een hand of voet op de grond naast het zeil telt al. Let op! Maak tevoren afspraken over wat wel en niet mag (bijv. alleen trekken en duwen terwijl je op je knieën zit). suggestie 3: modder- of zeepworstelen Hetzelfde als hiervoor, alleen zijn de welpen nu in zwemkleding en is het zeil ingesmeerd met groene en/of vloeibare zeep. Eventueel kunnen er nu ook meer welpen op een groter zeil deelnemen. Zo nu en dan wordt er wat extra water over de welpen heengegooid om het goed 'glad' te houden. Let op! Maak tevoren afspraken over wat wel en niet mag (bijv. alleen trekken en duwen terwijl je op je knieën zit).
3
PROGRAMMA: De schat en de witte Cobra "We kunnen een aantal hutten bouwen die op de hut van de witte Cobra lijken. Dan raakt hij vast in de war en kunnen wij misschien bij de schat komen." suggestie 1: hutten bouwen Er staat al een hut (door de leiding gebouwd). Die is van de witte cobra. Vervolgens gaan de welpen per subgroepje net zo'n hut bouwen (elk op zo'n 25 meter afstand). Welke hut lijkt het meest op die van de witte Cobra? suggestie 2: jacht op de schat Wanneer alle welpen een hut hebben gebouwd, begint de jacht op de schat. Om beurten mag van elk groepje één welp naar de hut van de witte Cobra, waar de diamanten en juwelen liggen. Wanneer het een welp lukt om (per keer) één diamant te bemachtigen zonder door de witte Cobra gepakt te worden, dan brengt hij deze snel terug naar de eigen hut en mag de volgende welp van dat groepje een poging wagen. De witte Cobra bewaakt z'n schat goed en probeert elke welp die op de diamanten afkomt te pakken (tikken). Is dat gelukt, dan moet die welp onverrichterzake terugkeren naar z'n eigen hut. Is een welp eenmaal in de hut beland, dan kan hij ongestoord een diamant pakken. Helemaal leuk is het natuurlijk wanneer de leid(st)er die de witte Cobra speelt als een slang is verkleed en geschminkt. Welk groepje verzamelt de meeste diamanten? suggestie 3: verberg je voor de witte Cobra! De welpen in het verhaal verstoppen zich onder de diamanten, zodat de witte Cobra hen niet ziet. Kunnen jullie welpen dat ook? Eerst mogen ze zich (evt. met een beetje hulp) helemaal camoufleren met materiaal uit de omgeving en dan mogen ze zich verstoppen. Op een teken krijgt de witte Cobra 1 of 2 minuten de tijd om de welpen te vinden. Wie lukt het om verborgen te blijven?
AKTIESPEL: Liedjes zingen Terwijl de welpen de Waingoenga afroeien, zingen ze naar hartelust alle liedjes die ze van hun Akela hebben geleerd. Een leuk idee is misschien om allemaal specifieke waterliedjes te zingen. Deze staan onder meer in het Waterspelenboek.
AFSLUITING: Dromen bestaan echt "Jongens, ik heb me daar toch even leuk gedroomd", begint Rob tegen zijn vrienden en hij vertelt het hele verhaal in geuren en kleuren aan zijn vrienden. Hebben de welpen wel eens iets gedroomd dat later echt is gebeurd? Dit kunnen ze nu aan elkaar vertellen.
DROMEN KOMEN BIJ SCOUTING ECHT UIT!!!!!
3