Petra Doorn en Hette Domburg Vierde rondzendbrief
April 2007
Petra Doorn en Hette Domburg zijn in januari 2006 door Kerkinactie uitgezonden naar Mozambique om les te geven aan het Seminário Unido de Ricatla. Met Teun en Freek wonen ze in Maputo. De classis Den Bosch van de Protestantse Kerk in Nederland is de uitzendende classis.
Op de website www.mozambique.web-log.nl is regelmatig actuele informatie te vinden over wat ze meemaken in Mozambique
Lieve familie, vrienden en bekenden,
we straks deze brief met een groet besluiten, dan is dat mede een groet namens al die mensen hier in Mozambique, die verrast en gesterkt zijn door de belangstelling vanuit Nederland. We pakken de draad van de rondzendbrieven hierbij graag weer op.
Na een korte verlofperiode in Nederland zijn we weer aan de slag gegaan in Mozambique. Het heeft ons goed gedaan om onze familie en sommige vrienden te ontmoeten. Fijn dat je de draad vaak gewoon weer kunt oppakken. Tijdens ons verlof hebben we een aantal gemeenten bezocht en met mensen uit de kerken gesproken over het werk dat we in Mozambique doen.
Toen we in januari na verlof terugkeerden in Ricatla, bleek dat de energievoorziening op het seminarie al een tijdje buiten werking was. Een herhaalde blikseminslag had de transformator verbrand, die hoge spanning omzet in 220 volt. Geen elektriciteit betekent geen water uit de kraan. Want het water wordt opgepompt met behulp van een elektrische pomp. Gelukkig bevinden zich enkele ondergrondse watertanks op het terrein, die indertijd nog door de Zwitsers zijn aangelegd. Daarin wordt het regenwater van de daken van een aantal gebouwen opgevangen, waaronder het dak van ons huis. Wat doorgaans voor ons zicht verborgen blijft, maakten we nu van dichtbij mee. Dagelijks aan het eind van de middag verzamelde zich een groep van twintig of dertig vrouwen, die met jerrycans,
Fotoboek over het werk op het seminarie gemaakt door de ZWO commissie uit Oss
Het was bijzonder om te merken dat mensen zich blijven interesseren voor wat hun medemensen ver weg overkomt, voor wat hen gaande houdt en wat hen zorgen baart. Als
1
emmers en teilen water uit de putten kwamen halen.
mogen ze gratis gebruiken van het seminarie. Ze zijn daarom niet gewend dat ze op het seminarie hout moeten sprokkelen of houtskool kopen. Nu de stroom uitbleef werden er zakken houtskool aangevoerd door familieleden van het platteland. Een oude boom naast het huis van de vrijgezelle studenten moest het ontgelden en werd omgekapt om de houtvuurtjes te voeden. Op twee maart werd eindelijk de energievoorziening hersteld. De academisch directeur, die in een eerder leven elektricien bij de energiemaatschappij geweest is, was vele uren in de weer geweest om te zorgen dat er een nieuwe transformator geïnstalleerd kon worden. En zo keerden we terug tot het normale leven, waarin het zo vanzelfsprekend lijkt om even een lamp aan te doen, de radio te beluisteren, op de computer te werken. Maar gedurende die anderhalve maand leefden we in feite veel dichter bij de realiteit van de gewone Mozambicaan, voor wie stromend water en elektriciteit onbekende zaken zijn. En dat geldt al voor hen die hier een paar honderd meter vandaan wonen, waar nog geen elektriciteit en water is.
Aan lange koorden werden de doorgesneden jerrycans naar beneden geworpen en weer opgehaald, het water werd uitgegoten in alles waar maar water in kon worden meegenomen, de kinderen begonnen emmers en jerrycans naar huis te dragen, de vrouwen maakten ruzie over doppen van jerrycans, over wie er te veel vuil in de put gooide, wie er aan de beurt was, enzovoorts. Ook wij haalden dagelijks onze drie emmertjes water. Geleidelijk aan kwamen er meer en meer studenten terug van vakantie en werd het watertekort nijpender. Na drie weken was de bodem van de laatste put in zicht. De bewaker die belast was met de distributie van het water begon quota in te stellen. Tien liter per persoon, vijf liter per persoon. Alleen nog om te drinken, niet meer om je te wassen.
Zo begon het nieuwe jaar met wat praktische problemen. ’s Avonds nog iets doen aan de voorbereiding van de lessen voor de volgende dag, dat was er niet bij. Lezen bij kaarslicht hielden we maar even vol. De lessen zelf gaven echter meteen weer voldoening. We geven nu elk drie vakken. Petra geeft pastorale theologie aan de studenten van het derde jaar, ethiek aan die van het vierde jaar en Engels aan de studenten die het hoogste niveau Engels hebben. Hette geeft aan de
Toen besloot het bestuur van het seminarie om een dieselgenerator te kopen, zodat in elk geval de waterpomp het weer zou doen. Daarmee waren we uit de ergste nood gered, al bleef het voor veel studenten moeilijk dat er geen elektriciteit was. De meeste studenten koken op simpele elektrische kookplaatjes, een soort spiraal van ijzer aan een snoertje. De elektriciteit
2
studenten van het tweede jaar een ‘inleiding systematische theologie, aan het derde en vierde jaar ‘systematische theologie’ en aan het derde en vierde jaar ‘theologie van het Oude Testament’. Voor een deel kunnen we nu materiaal gebruiken dat we vorig jaar verzameld en gemaakt hebben. Dat geldt voor pastorale theologie en het vak inleiding systematische theologie voor de tweedejaars studenten. Voor de andere vakken is het opnieuw zoeken naar geschikte teksten om de studenten te laten lezen en naar relevante vragen om aan de orde te stellen.
inleiding filosofie, inleiding sociologie en psychologie, systematische theologie (hier ook wel dogmatiek genoemd), preekkunde of homiletiek, pastorale theologie, Afrikaanse theologie en liturgiek. Daarnaast is er een vak speciaal gericht op de AIDS problematiek, een ander vak over het oplossen van conflicten en een vak over landbouwmethoden. We geven elk dus drie vakken van ongeveer twee uur per week. Op de dagen dat we geen les geven zijn we druk met het voorbereiden van de lessen. Op de dagen dat we lesgeven komen er na de les nog wel andere klussen kijken. Studenten die ergens hulp of advies bij nodig hebben, het maken van een nieuwsbulletin met een Engelse en een Portugese versie (Petra), ontvangst van buitenlandse bezoekers (Petra), helpen met het organiseren en uitbreiden van de bibliotheek (Hette). Wie van ons geen les geeft, gaat die dag met de jongens naar de stad. Om half zes gaat de wekker, zodat we rond half zeven klaar zijn voor vertrek. Dan kunnen we even voor half acht bij de school van Teun en Freek zijn, die daar inmiddels met plezier naartoe gaan. Daarna gaan we naar het huis van een vriendin die een kamer ter beschikking heeft gesteld waar we kunnen werken. Dat huis is niet zo ver van de school vandaan, dat komt mooi uit. We hebben daar een klein bureautje met een computer staan, waarmee we sinds eind december ook weer gebruik kunnen maken van internet. Thuis op het seminarie hebben we ook een computer staan, maar die is niet aangesloten op het internet. Misschien dat dat nog eens komt, als het lukt een draadloos netwerk te installeren, maar zover is het nog niet.
Ons werk bestaat voor het grootste deel uit het verzorgen van lessen aan het seminarie. We maken deel uit van een team van docenten die samen de
opleiding van predikanten voor een achttal protestantse kerken verzorgen. Het vakkenpakket van deze vierjarige opleiding lijkt veel op wat er in Nederland aan theologische opleidingen gegeven wordt. Deze vakken zijn met name geschiedenis, uitleg en theologie van het Oude Testament en van het Nieuwe Testament, de bijbehorende talen Grieks en Hebreeuws, kerkgeschiedenis, hermeneutiek (over hoe mensen teksten interpreteren),
3
kracht die de oplossing in de weg staat. In een volgende brief zullen we wat voorbeelden geven.
Wie van ons lesgeeft gaat ’s ochtends om half acht eerst naar de kapel, waar het ochtendgebed gehouden wordt. Daarna beginnen om acht uur de lessen en we zijn meteen aan de beurt. In de pauze van tien uur is er gelegenheid om even te praten met collega’s die die dag uit de stad zijn gekomen. Na het einde van de lessen, om twaalf uur ’s middags, vertrekken die onmiddellijk weer naar de stad. We spreken elkaar daardoor niet zo heel veel. Met de paar collega’s die ook op het seminarie wonen hebben we meer contact.
Net als in Nederland wordt je soms een tijdje meer beziggehouden door gebeurtenissen om je heen, dan door je eigenlijke werk. Dat was ook hier weer het geval de afgelopen week. Op 22 maart werd Maputo getroffen door een ramp. In een opslagplaats van het leger ging iets mis, waardoor grote ladingen
Wat proberen we in de lessen te doen? Dat is niet zo gemakkelijk in het algemeen te zeggen. Het is duidelijk dat een predikant bepaalde dingen moet kunnen en weten en dat wij daaraan dus een bijdrage moeten leveren in de opleiding. Het gaat deels om het overdragen van kennis, deels om het leren van vaardigheden om te handelen in concrete, nieuwe situaties. En we proberen daarbij telkens rekening te houden met de dagelijkse ervaring van de Mozambicanen. Wat zijn de problemen waar mensen mee geconfronteerd worden? Wat betekent het geloof van mensen in deze situaties, of wat zou het kunnen betekenen? Het blijkt vaak dat de manier van geloven barrières kan opwerpen die het oplossen van een probleem moeilijk of onmogelijk maken, of het probleem alleen maar verergeren. Dan proberen we de betreffende opvattingen ter discussie te stellen en te zoeken naar mogelijkheden om in het geloof juist een kracht te vinden om iets aan de problemen te doen, in plaats van een
munitie tot ontploffing kwamen. De brand begon rond half vijf ’s middags en duurden enkele uren voort. Het seminarie ligt hemelsbreed zo’n twaalf kilometer van de opslagplaats af, maar ook bij ons trilden de ramen in de sponningen en kwamen stukken munitie overgevlogen. Pas in de loop van de volgende dagen werd duidelijk hoeveel slachtoffers er waren gevallen. Inmiddels wordt gesproken over meer dan honderd doden en zo’n vijfhonderd gewonden. Ook blijkt dat veel van de slachtoffers niet zijn omgekomen in de onmiddellijke omgeving van het depot, maar in bepaalde wijken die net iets verderop liggen. De bommen en granaten werden als het ware door de brand afgeschoten en hebben zo enkele wijken ‘gebombardeerd’.
4
partijleden daarbij ook nog eens voorrang kregen deed wat mij betreft de propaganda in zijn tegendeel verkeren. Na ruim twee uur wachten hield ik het voor gezien. De school ging bijna uit en ik moest me terug haasten om de jongens op te halen... Veel van onze studenten en collega’s hebben vrienden en familie in de getroffen wijken. Toch zijn er onder directe familie van onze bekenden nauwelijks slachtoffers gevallen. We hebben gehoord van een nichtje van een van de secretaressen, die een been is kwijt geraakt, en een ander nichtje dat is omgekomen. Verder van huizen ‘van de buren’ die getroffen werden, al of niet slachtoffers makend. Voor ons gevoel reageerden de meeste Mozambicanen nogal gelaten, ze zijn blij dat ze zelf niet getroffen werden, maar niet echt boos over wat er gebeurd is. De eerste verklaringen van de regering hielden het erop dat de ontploffing veroorzaakt was door de temperatuur die dag, van zo’n 35 graden. Maar gelukkig werd dat ook op de radio al snel door allerlei mensen tegengesproken. Het is hier wel vaker warm en vaak nog veel warmer, zonder dat er ook maar een kogeltje ontploft. Er moet iets anders gebeurd zijn, een menselijke fout. Er gaan verhalen de rond over koper dat uit munitiepatronen gestolen zou worden, waardoor de lading instabiel geworden zou zijn. Anderen hebben het over fosforgranaten die na een aantal jaren instabiel worden, misschien doordat er zuurstof bij kan komen? De president heeft een onderzoekscommissie ingesteld, maar daarin zitten geen militairen of wapenexperts, alleen een aantal rechters. Mensen vragen zich af of die wel een oordeel kunnen geven over de toedracht, omdat ze er geen
Langs de route naar de stad zien we op sommige plaatsen de bomkraters in de muren van gebouwen. De wijken liggen vol ‘blindgangers’, munitie die ergens op de grond terecht is gekomen zonder te ontploffen, die allemaal weer geruimd moeten worden. De dag na de ramp werd er op de radio een oproep gedaan om bloed te doneren. Omdat Hette die dag met de kinderen in de stad was, ging hij naar het ziekenhuis om bloed te geven als dat nodig zou zijn. Ja, er was nog een tekort aan bloed, dus graag. Er stond een aardige rij wachtenden bij de bloedbank, onder wie veel scholieren. Na de registratie moest je een klein medisch onderzoek ondergaan, waarbij gewicht, bloeddruk en het hemoglobine gehalte gemeten werden. Daarna moest je je kaart inleveren bij de afname zaal en wachten tot je werd opgeroepen om plaats te nemen. Het liep uit op een frustratie. Allerlei mensen die veel later dan ik binnen kwamen, mochten eerder plaatsnemen in de zaal van bloedafname. Het viel op dat vooral mensen met shirts van FRELIMO, de regeringspartij, snel aan de beurt waren. Hun zichtbare aanwezigheid diende kennelijk een politiek belang, wat nogal misplaatst leek op deze plek. De ramp werd zo op het terrein van het ziekenhuis gebruikt om campagne te voeren. Dat de
5
verstand van hebben. De minister van defensie is tot nu toe niet afgetreden. Waarom het depot nog steeds in de stad lag terwijl er al verschillende keren ongelukken gebeurd waren, de laatste keer nog in januari, waarom er munitie in de open lucht lag opgestapeld, waarom de bevolking niet tijdig geëvacueerd werd toen dat nog kon, we zullen het moeten raden.
Zo gaat het leven hier weer verder. We gaan nu de Stille Week in, waarin er geen lessen gegeven hoeven worden. Vanuit Ricatla zeer hartelijke groeten,
Petra, Hette, Teun en Freek.
cameleon
Het werk van Petra Doorn en Hette Domburg is alleen mogelijk door uw betrokkenheid én financiële ondersteuning. U kunt het werk van hen ondersteunen met een gift op giro 456 Kerk in Actie o.v.v.
. Uw bijdrage doet ertoe!
Deze brief is uitgegeven door Kerk in Actie, Postbus 456, 3500 AL Utrecht. Giro 456, Kerk in Actie, Utrecht. Adreswijzigingen (voor zover de brieven verstuurd zijn door het Landelijk Dienstencentrum van de PKN) doorgeven aan de afdeling Adressen (Mw. M. Lagerweij), Postbus 8507, 3503 RM Utrecht, tel. 030-880 17 25, email: [email protected] S.v.p. de codes vermelden die op de envelop staan. Op aanvraag kan de rondzendbrief ook per email gestuurd worden
6