Obs de Springplank
Pestprotocol Openbare basisschool ‘De Springplank’ Obs de Springplank maart 2015
Pagina 1
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 2
Inhoudsopgave Definitie van pesten. ......................................................................................................... 4 Pesten op onze school........................................................................................................ 5 Hoe willen wij op de Springplank pestgedrag voorkomen ? ...................................... 6 Uitgangspunten ................................................................................................................... 9 Schoolregels van De Springplank.................................................................................. 10 Aanpak van ruzies en pestgedrag in drie stappen .................................................... 12 STAP 1: ........................................................................................................................... 12 STAP 2:........................................................................................................................... 12 STAP 3:........................................................................................................................... 12 Consequenties................................................................................................................ 13 De 5 fases .......................................................................................................................... 13 FASE 1: ........................................................................................................................... 13 FASE 2: .......................................................................................................................... 13 FASE 3: .......................................................................................................................... 13 FASE 4: .......................................................................................................................... 14 FASE 5: .......................................................................................................................... 14 De begeleiding ................................................................................................................... 15 BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING: .................................................... 15 BEGELEIDING VAN DE PESTER: ............................................................................ 15 BEGELEIDING VAN DE ANDERE KINDEREN VAN DE GROEP ...................... 16 VOORKOMEN VAN PESTEN OP ONBEWAAKTE MOMENTEN…………………….17 Adviezen aan de ouders .................................................................................................. 18 OUDERS VAN DE GEPESTE KINDEREN ............................................................... 18 OUDERS VAN DE PESTERS ..................................................................................... 18 ALLE ANDERE OUDERS ............................................................................................ 18 Computer protocol/mediawijsheid ............................................................................... 19 TIPS VOOR DE LEERLINGEN .................................................................................. 19 TIPS VOOR DE OUDERS ........................................................................................... 19 TIPS VOOR DE LEERKRACHTEN ........................................................................... 20 Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
Win-Win oplossing ............................................................................................................. 22 Stopmethode ...................................................................................................................... 23 Goed gedaan-/ complimenten –cultuur ......................................................................... 24 cyberpesten ........................................................................................................................ 25
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 3
PESTPROTOCOL OBS DE SPRINGPLANK
PESTEN OP SCHOOL HOE GAAN WE ER MEE OM? Definitie van pesten Onder pesten op school verstaan wij het volgende: “Pesten is een systematische, psychologische, fysieke of seksuele handeling van geweld door een leerling of een groep leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten, die (niet langer) is staat is/zijn zich te verdedigen.” Pesten heeft duidelijke kenmerken: Pesten gebeurt opzettelijk; Pesten is bedoeld om schade toe te brengen (fysiek, materieel of mentaal); Bij pesten is er altijd sprake van ongelijke machtsverhoudingen (fysiek of verbaal sterkere personen kiezen minder weerbare personen als slachtoffer); Pesten gebeurt systematisch; Pesten houdt niet vanzelf op, maar wordt eerder erger als er niet wordt ingegrepen; Pesten is van alle tijden en komt in alle groepen en culturen voor. Het is dus een typisch menselijke ondeugd die altijd verborgen aanwezig is en steeds weer de kop kan opsteken. Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk. Nu eens is de ene “het lijdend voorwerp” en dan de andere. Pesten is structureel en brengt kinderen tot wanhoop. Soms heeft dit zelfs fatale gevolgen en maken zij een eind aan hun leven. Het structurele karakter vraagt om echt beleid. Een kortlopend project of eenmalige activiteiten zetten meestal onvoldoende zoden aan de dijk.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 4
PESTEN OP ONZE SCHOOL Pesten komt helaas op iedere school voor, dus ook bij ons…. We willen pestgedrag en de gevolgen daarvan adequaat aanpakken! We hebben hiervoor de volgende uitgangspunten:
Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers (hierna genoemd: ouders)
De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld.
Als pesten optreedt, moeten leerkrachten en ouders (in samenwerking met elkaar) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen
Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak.
Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren.
Op iedere school is een interne vertrouwenspersoon aangesteld. Op De Springplank is dat Ronja de Boer, onze IB-er.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 5
HOE WILLEN WE PESTGEDRAG OP DE SPRINGPLANK VOORKOMEN?
We starten elk schooljaar met de “Gouden weken”. Tijdens de eerste zes weken van het schooljaar werken de leerkrachten met een programma waarbij onder andere de schoolregels worden besproken en de groepsregels worden vastgesteld. Tijdens de gouden weken wordt een fundament neergezet voor een goede groepsvorming d.m.v. groepsvormende activiteiten. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, omgaan met verschillen, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. komen aan de orde. De ‘Stopmethode’ en de ‘goed gedaan cultuur’ wordt geïntroduceerd. Belangrijk aspect is het versterken van het oudercontact.
In januari starten we met de “Zilveren weken”. Dit is een periode van 3 weken waarin we een aantal activiteiten van de “Gouden weken” in de groep nog een keer herhalen. (groepsvormend!)
Er wordt structureel gebruik gemaakt van verschillende (samen)werkvormen als kringgesprekken, het voorlezen of vertellen van verhalen, rollenspelen en andere spelvormen.
We werken o.a. met Soemokaarten , een methode die de sociaal en emotionele ontwikkeling van kinderen stimuleert.
De ‘Stopmethode’ en de ‘goed gedaan cultuur’ worden structureel gebruikt in alle groepen. De ‘Stopmethode’ is een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden.(zie bijlage). Op de Springplank wordt deze methode in alle groepen gebruikt.
Tijdens de informatieavonden voor de ouders aan het begin van het schooljaar, besteedt de leerkracht specifiek aandacht aan de items van de gouden weken, de groepsregels, de ‘Stopmethode’ en de ‘Goed gedaan cultuur’. Er wordt specifiek benoemd dat we er vanuit gaan dat ouders ons inlichten wanneer zij thuis ontdekken dat hun kind wordt gepest.
Bij het niet goed naleven van de ‘stopmethode’ wordt hiervan een notitie in Parnassys gemaakt.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 6
We handelen zoals van een professionele organisatie verwacht mag worden. De leerkrachten nemen verantwoordelijkheid en spreken alle kinderen aan op gedrag dat we niet tolereren. (Negatief spelgedrag, “plagerij” die kan ontaarden in ruzie/pesten, storend “aan elkaar zitten”.)
In pauzes en situaties waarbij andere dan de eigen leerkracht toezicht houden en bijzonderheden m.b.t. gedrag signaleren, stellen zij de eigen leerkracht hiervan in kennis. Deze maakt (indien noodzakelijk) daarvan een notitie in Parnassys.
Bij het oplossen van conflicten streven we naar ‘win-win’ oplossingen (zie bijlage).
Jaarlijks wordt (na zes weken in het nieuwe schooljaar) in iedere groep een sociogram afgenomen. De kinderen worden dan bevraagd over met wie ze graag samen spelen of samen werken. Vervolgens ontstaat een overzicht als een soort dartbord waarbij populaire kinderen meer naar het midden, en minder populaire kinderen meer naar buiten op het ‘bord’ geplaatst worden. De leerkracht gebruikt dit bij groepssamenstellingen, groepsopdrachten, etc.
We maken in alle groepen gebruik van “ZIEN”. Zien is een leerlingvolgsysteem dat leerkrachten helpt bij het bevorderen van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Het is een systeem dat op basis van analyse van observaties/problematiek, concrete doelen en handelingssuggesties heeft. Hierdoor hebben leerkrachten hulp bij het ondersteunen van de groep. “Zien” is te gebruiken op groeps- en leerlingniveau. “Zien” kan ondersteunen bij het maken van een groepsplan of individueel handelingsplan. Ook de leerlingen kunnen een vragenlijst invullen in “ZIEN”, zodat een leerkracht een beeld krijgt van hoe de leerling zich voelt in school. Er wordt gewerkt vanuit zeven dimensies, hierbij worden welbevinden en betrokkenheid als twee graadmeters gezien en zijn er verschillende sociale competenties die hierbij horen; sociaal initiatief, sociale flexibiliteit, sociale autonomie, impulsbeheersing en inlevingsvermogen.
Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen in samenwerking met elkaar voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat waarbij de nadruk gelegd wordt op ‘goed gedaan’ en het geven van complimentjes. We noemen dit op de Springplank de ‘goed gedaan cultuur’ (zie bijlage).
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 7
Het voorbeeld van de leerkrachten (en de ouders thuis) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgepraat. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Alle betrokkenen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
De leerlingenraad wordt betrokken bij het invoeren van activiteiten en maatregelen die pestgedrag kunnen voorkomen.
Voor de leerkracht is een pestkist beschikbaar met aanvullende materialen, literatuurlijst, enz. via de GGD.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 8
UITGANGSPUNTEN 1. Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij:
je mag niet klikken, maar…… als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken.
2. Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers mede verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep en op school….. 3. Samenwerken zonder bemoeienissen. School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Ook ouders hebben dus de verantwoordelijkheid om een pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over de eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Tijdens de jaarlijkse informatieavond van iedere groep, aan het begin van het schooljaar, worden de ouders ingelicht over de manier van begeleiden op sociaal emotioneel gebied, de groeps- en schoolregels en het gebruik van de ‘stopmethode’ en de ‘goed gedaan’ cultuur. Bij pestproblemen nemen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid en gaan in gesprek met de ouders. De inbreng van de ouders (op school) blijft bij voorkeur beperkt tot het aanreiken van informatie, tot het geven van suggesties en tot het ondersteunen van de aanpak van de school.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 9
SCHOOLREGELS OBS DE SPRINGPLANK Hoofdregel: “Fijn dat je er bent!” We gaan open en respectvol om met elkaar en de omgeving.
Dit vertaalt zich in de volgende nadere uiteenzetting van “sub-regels en afspraken”: 1.
Van elkaar afblijven
2.
Naar elkaar luisteren
3.
Pesten niet hier!
4.
Samen sociaal sterk
5.
Niemand uitschelden
6.
Elkaar niet bedreigen
Wat begint als een geintje,een duw of een trap, eindigt vaak met ruzie: dat komt van zo’n grap.
Iemand wil iets zeggen, luister daar dan naar. Gaat het je vervelen, zeg het tegen hem of haar.
Treiterkop. Je beseft niet goed, wat je die ander aan doet.
Met schelden, slaan en schoppen, gaat de goede sfeer naar de knoppen.
Je bent voor mij pas een held, als je niet meer scheldt.
Waarom niet vragen in plaats van bedreigen, zo zul je sneller je zin krijgen.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 10
7.
Van elkaars spullen afblijven
8.
Iedereen hoort erbij
9.
Niet zoveel letten op elkaar
10.
Let op je taalgebruik
11.
Lopen op het plein
12.
Je eigen afval opruimen
13.
Telefoon- of computercontact
Leen je van mij, dan vind ik dat goed, maar ik vind wel dat je het vragen moet.
Ik mag niet meedoen, dat is niet fijn. Hoe meer zielen, hoe meer gein!
Door alleen op anderen te letten, kun je zelf geen stap meer verzetten….
Gewoon praten is OK, schreeuwen of grove taal………NEE!
U vindt het vast wel fijn, dat ik voortaan loop op het plein.
Met hetzelfde gemak, gooi je de rotzooi in de prullenbak.
SMS-en of chatten over en weer, maar wel met een aardige tekst iedere keer…. Toevoeging: De kinderen worden uitgenodigd samen met hun leerkracht in hun groep eigen groepsregels op te stellen. De groepsregels worden door alle kinderen erkend en ondertekend. We zien de groepsregels als aanvulling op de vastgestelde schoolregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen. Daarnaast hangen de schoolregels, ondersteund door prenten, in de gemeenschappelijke ruimten en de gangen.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 11
AANPAK VAN RUZIE EN PESTEN IN DRIE STAPPEN Wanneer leerlingen ruzie met elkaar hebben en/of elkaar pesten, handelen we als volgt:
STAP 1: We proberen de leerlingen er eerst zelf ( en samen) uit te komen volgens de ‘stopmethode’. Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt ( in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen. De leerkracht maakt vervolgens een afspraak met de leerlingen om er direct of in een later stadium op terug te komen. (afhankelijk van de situatie)
STAP 2: De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen (‘win-winmethode’) en (nieuwe) afspraken te maken. Bij herhaling van pesterijen / ruzies tussen dezelfde leerlingen volgen sancties (zie bij consequenties).
STAP 3: Bij herhaaldelijke ruzie/ pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest /ruzie maakt. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties). Ook wordt de naam van de ruziemaker/ pester in Parnassys genoteerd. Bij iedere melding in de map omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. Bij de derde melding in de map worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie-pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Een kort verslag van dit gesprek (met het betreffende kind) met de gemaakte afspraken komt in Parnassys te staan.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 12
CONSEQUENTIES De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden), en vervolgens leveren stap 1 tot en met 3 geen positief resultaat op voor de gepeste. De leerkracht neemt dan duidelijk een stelling in. De straf is opgebouwd in 5 fases; afhankelijk van hoelang de pester door blijft gaan met zijn/ haar pestgedrag en geen verbetering vertoond in zijn / haar gedrag:
De 5 fases FASE 1: Gesprek met pester dat gericht is op bewustwording m.b.t. de gevolgen van
pestgedrag voor gepeste kind. Een of meerdere pauzes binnen blijven. Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde. Een gesprek met de ouders naar aanleiding van drie notaties in de pestmap. Een (tweede) evaluatiegesprek met ouders naar aanleiding van de gemaakte afspraken uit het vorige gesprek.
FASE 2:
Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties en eerdere gesprekken met ouders op niets uitlopen zijn. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de pestmap en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. De Intern Begeleider is bij het gesprek aanwezig.
FASE 3:
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk. De Intern begeleider blijft betrokken en coördineert.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 13
FASE 4:
Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. De directie wordt ingeschakeld en coördineert.
FASE 5:
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden*. De directie initieert.
* zie Schoolgids: schorsing en verwijdering.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 14
DE BEGELEIDING De begeleiding geven we op De Springplank via een drie-sporenbeleid: Begeleiding van de gepeste leerling Begeleiding van de pester Begeleiding van de andere kinderen van de groep
BEGELEIDING VAN DE GEPESTE LEERLING:
Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest. Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Belonen als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling. Het gepeste kind niet overbeschermen. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen. Werken aan de weerbaarheid van de leerling.
BEGELEIDING VAN DE PESTER:
Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/ pesten Laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. Excuses aan laten bieden. In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. Straffen als het kind wel pest / belonen als kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stopeerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? (bijv. problematische thuissituatie, buiten gesloten voelen, jaloezie, verveling, baas willen zijn (macht), voortdurend de competitie aan gaan, in een niet passende rol worden gedrukt).
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 15
In overleg met de Intern Begeleider hulp aan ouders adviseren; sociale vaardigheidstrainingen ; Centrum voor jeugd en gezin; huisarts; schoolbegeleidingsdienst
BEGELEIDING VAN DE ANDERE KINDEREN VAN DE GROEP
De kinderen middels gesprekken bewust maken van de invloed die ze (kunnen) hebben ten aanzien van het voortbestaan of het stoppen van het pestgedrag De kinderen stimuleren om voor zichzelf op te komen De kinderen stimuleren om voor een ander op te komen De sterke kanten van de gepeste leerling benadrukken Samen spelen en samen werken met het gepeste kind stimuleren door bijvoorbeeld voor de pauze een buitenspeelplan te maken (wie speelt met wie, wat en waar) Kinderen aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor het behoud van een goede sfeer in de groep Herhalen van de school- en groepsregels Benadrukken dat kinderen verschillend mogen zijn.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 16
VOORKOMEN VAN PESTEN OP ONBEWAAKTE MOMENTEN Pesten komt vooral voor op momenten dat in de klas/groep geen toezicht van volwassenen is: tijdens de speeltijd buiten, in kleedkamers, op plaatsen op het plein waar toezicht lastiger is. Het gebeurt vaak op de zogeheten onbewaakte of minder bewaakte ogenblikken. De volgende punten kunnen ertoe bijdragen dat pesten minder voorkomt op dit soort momenten door: Voldoende en efficiënt toezicht Toezicht van een volwassene op het plein, voor/na (aankleden) en tijdens de sportlessen, tijdens het eten, uitstapjes/excursies Leerlingen zijn mede verantwoordelijk voor de sfeer in de groep en op school. Zij hebben ook een rol bij het signaleren van misstanden. In de groepen wordt hierover regelmatig gesproken. Invulling van de speeltijden en middagpauzes Met de kinderen wordt besproken hoe de speeltijden/pauzes zinvol kunnen worden ingevuld. B.v. door spel, sport, muziek, etc.. Het overblijven heeft hier een nadrukkelijke rol in. In sommige gevallen is het zinvol om de spelsituatie/vrije situatie voor te bespreken/voor te bereiden. “Wat wordt er van de kinderen verwacht”? Voldoende speelmogelijkheden op de speelplaats Een grote speelplaats met voldoende speelmogelijkheden is dus cruciaal. We spelen in de pauze in twee groepen. (Onderbouw – bovenbouw) Op het plein zijn ruim voldoende speeltoestellen/speelmogelijkheden aanwezig. We schaffen regelmatig nieuw spelmateriaal aan.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 17
ADVIEZEN AAN DE OUDERS OUDERS VAN DE GEPESTE KINDEREN a. Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. b. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. c. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken d. Door positieve stimulering en zgn. schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. e. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport f. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt OUDERS VAN DE PESTERS a. Neem het probleem van uw kind serieus b. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden c. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen d. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet e. Besteed extra aandacht aan uw kind f. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport g. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind h. Maak uw kind duidelijk dat u achter de handelwijze van school staat ALLE ANDERE OUDERS a. Neem de ouders van het gepeste kind serieus b. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan c. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. d. Geef zelf het goede voorbeeld e. Leer uw kind voor anderen op te komen. f. Leer uw kind voor zichzelf op te komen
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 18
COMPUTERPROTOCOL/MEDIAWIJSHEID Digitaal pesten/cyberpesten en elektronisch pesten zijn helaas ook verbonden aan het gebruik van internet, sms, e-mail, en social media. Het gebruik van computers (in het onderwijs) biedt leerlingen die pesten extra mogelijkheden om dit te doen. Gezien de steeds grotere rol die het computergebruik/social media in de wereld van de kinderen speelt, vinden we het zinvol om de kinderen hier op voor te bereiden. Vanaf groep 5 besteden we structureel aandacht aan mediawijsheid. (Zie Kennisnet) We hebben een aantal afspraken gemaakt m.b.t. ‘veilig internetten’. We hebben dit vastgelegd in het computerprotocol. (Zie bij “bijlagen” “cyberpesten”) cyberprotocol)
TIPS VOOR DE LEERLINGEN
Doe on-line niet, wat je off-line ook niet doet. Onthoud dat iedereen zich op internet anders kan voordoen. Geef nooit zomaar je privé-gegevens weg. Rare sites? Klik weg. Log uit als je je ongemakkelijk voelt. Zorg dat de virusscanner ge-update is. Reageer niet op vervelende mail of chats. Blokkeer vervelende chatters of mailers. Computer niet te lang. Los problemen samen met je ouders of de leerkracht op. Meld het als je onbeschofte of gemene mailberichten ontvangt aan je ouders of de leerkracht. Verwijder volgende e-mails van dezelfde afzender zonder ze te openen. Als daders geen respons krijgen is de lol er voor hen snel af.
TIPS VOOR DE OUDERS
Surf samen met uw kind. Ga regelmatig samen achter de computer zitten. Ouders en kinderen leren dan van elkaar. Maak duidelijke afspraken over het internetgebruik en de tijdsduur die het kind achter de computer mag doorbrengen. Houd goed zicht op de computer en plaats deze indien mogelijk op een centrale plaats in huis. Leer uw kind om zeer zorgvuldig met privacy om te gaan. Altijd toestemming vragen om aan derden een telefoonnummer, adres of bankrekeningnummer door te mogen geven.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 19
Bekijk regelmatig de historie van de browser, zodat u op de hoogte blijft van het surfgedrag van uw kind. Let wel: dit biedt geen garantie, want kinderen kunnen deze geschiedenisknop wissen. Gebruik een goede virusscanner en zorg dat deze up to date blijft. Vertel uw kinderen af te blijven van onbekende software en leer hen voorzichtig om te gaan met het downloaden van onbekende sites. Blijf geïnteresseerd in het surfgedrag van uw kind en wijs hem regelmatig op de minder leuke kanten hiervan, zoals pedofielen in chatboxen, pornosites, scheld emails, spam en nog veel meer.
TIPS VOOR DE LEERKRACHTEN
Het computerprotocol wordt met de kinderen besproken. We gaan uit van “High trust, low tolerance”! Op school gebruiken we internet alleen bij het opzoeken van informatie ten behoeve van een werkstuk of spreekbeurt. Blijf in de buurt bij de internettende leerlingen Controleer of de schoolregels worden opgevolgd. Laat persoonlijke gegevens privé blijven Let er op dat er over de leerlingen zo weinig mogelijk valt te traceren. Op school chatten we niet. Pesten of bedreigen via mail wordt niet getolereerd. Bij overtreding van één van bovenstaande afspraken spreekt de leerkracht een ‘internetschorsing’ uit.
WEBSITES MET INFORMATIE OVER VEILIG COMPUTERGEBRUIK
Veiliginternetten.nl www.mijnkindonline.nl www.kinderconsument.nl Schoolmanager.veilig.kennisnet.nl
De vertrouwenspersoon meldt klachten over internetgebruik aan de systeembeheerder. Dit om misbruik in de toekomst te voorkomen. In geval van ‘hate-mail’ kunnen ze samen nagaan van wie de mail afkomstig is.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 20
Met dit pestprotocol willen alle betrokkenen van De Springplank laten zien dat:
alle kinderen zich in hun basisschoolperiode veilig mogen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen
we door regels en afspraken zichtbaar te maken, het mogelijk maken dat kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aan kunnen spreken op deze regels en afspraken
we door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, we alle kinderen in de gelegenheid stellen om met veel plezier naar school te gaan!
Dit protocol wordt onderschreven door leerkrachten, vertegenwoordigers van de ouders uit de medezeggenschapsraad, directie en bestuur.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 21
BIJLAGE WIN-WIN OPLOSSING Op de Springplank mogen we allemaal verschillend zijn . Conflicten horen erbij en geven je de mogelijkheid om je verder te ontwikkelen. Dit betekent dat we de kinderen de kans geven om zelf hun conflicten op te lossen. Hierbij neemt de leerkracht een neutrale positie in ( niet veroordelend) De oplossing van een conflict moet in redelijke mate tegemoet komen aan de wensen van de betrokkenen. Als de oplossing voor beiden goed is, dan spreken we van een win-winoplossing.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 22
BIJLAGE STOPMETHODE Als je wilt dat een ander stopt met “iets” dat jij niet wilt, dan zeg je Stop. De ander moet direct stoppen ! Dit houdt in tot hier en niet verder. Het is dan ook overduidelijk wanneer iemand in overtreding is, dus door een “stop” heen gaat. Dit mag direct gemeld worden bij de leerkracht. De leerkracht roept de betrokken bij zich en laat de kinderen samen een win-winoplossing zoeken voor het conflict. Er wordt bewust niet naar de oorzaak gevraagd om welles-nietes situaties te voorkomen. Als de kinderen er niet samen uitkomen, maakt de leerkracht een afspraak om er op een later tijdstip, samen met de betrokkenen, op terug te komen
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 23
BIJLAGE GOED GEDAAN-/COMPLIMENTENCULTUUR Het gewenste gedrag willen wij versterken door het geven van complimentjes. Een complimentje geeft het kind de uitdaging om hetzelfde gedrag nog eens te vertonen. Deze ‘goed gedaan cultuur’ geeft de kinderen zekerheid, duidelijkheid en zelfvertrouwen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid. We werken met persoonlijke doelen en groepsdoelen. (Weekdoelen) Hierbij vestigen we de aandacht regelmatig op de omgangsregels en afspraken. Inherent aan het stellen van doelen zijn de (groeps) beloningen! Zo stimuleren we “goed gedrag” van de kinderen op een speelse en uitdagende manier.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 24
BIJLAGE CYBERPESTEN Cyberpesten is een onderdeel van traditioneel pesten. Om cyberpesten te voorkomen besteden we hier vanaf groep 5 structureel aandacht aan. (mediawijsheid zie Kennisnet) Vormen van cyberpesten Anonieme berichten versturen via MSN en SMS, schelden, roddelen, bedreigen, foto’s van mobieltjes en webcam op internet plaatsen, privégegevens op een site plaatsen, wachtwoorden en credits stelen en misbruiken, haatprofielen aanmaken, virussen sturen, happy slapping, en het versturen van een e-mail bom. 20% van de leerlingen heeft te maken met cyberpesten. Effecten De effecten van cyberpesten kunnen erger zijn dan bij traditioneel pesten. Opnames die via de webcam worden gemaakt, worden vastgelegd door een ander. Deze opnames verdwijnen nooit meer. Over de hele wereld kan een foto op een site staan. Foto’s die eenmaal op internet staan zijn soms niet meer te verwijderen. Verantwoordelijkheid van de school Soms gebeurt pesten buiten de school. Toch heeft de school er veel last van. Het ruziën en pesten gaat op school door. Schoolresultaten lijden eronder. Er ontstaat een onveilig klimaat. Kinderen kunnen minder goed leren. Pesten heeft effect op het schoolklimaat. Hoe kun je cyberpesten voorkomen? 1. Toepassen en actualiseren van het pestprotocol. 2. Leerlingen bewust maken van de gevaren op internet, de effecten van cyberpesten en de strafbare feiten. 3. Afspreken van internetgedrag en samen met de leerlingen regels maken. 4. Pesten bespreekbaar maken in de klas en leerlingen elkaar daarop laten aanspreken. 5. Sancties van het pestprotocol consequent toepassen. 6. Schoolreglement aanpassen. Bijvoorbeeld:" het maken van opnames van medeleerlingen en leerkrachten zonder toestemming kan leiden tot schorsing/verwijdering/disciplinaire maatregelen” 7. Ouders informeren door een ouderavond. Ouders zijn in het algemeen niet goed op de hoogte van wat hun kind op internet doet. Alleen door met de ouders samen te werken is cyberpesten aan te pakken.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 25
8. De Nationale Academie voor Media en Maatschappij heeft 15 tips voor veilig twitteren. Met deze tips kun je gebruik van social media leuk en veilig houden. Hoe kun je cyberpesten aanpakken? Voorbeeld 1 Een blootfoto van een leerling is op het internet geplaatst: Luister naar de leerling. Toon begrip en veroordeel niet. Neem contact met de ouders op. Meld dit bij de contactpersoon of vertrouwenspersoon. Meld dit bij de provider met verzoek tot verwijdering van de foto. Zet jouw provider in dit emailadres:
[email protected] Adviseer de ouders aangifte bij de politie te doen. Probeer de dader te achterhalen. Voer maatregelen richting dader uit. Voorbeeld 2 Een leerling wordt steeds lastig gevallen (stalking): Leer de leerling assertief te zijn: nee zeggen, contact afsluiten. De leerling niet laten ingaan op de stalker. Breng de ouders op de hoogte. Adviseer de ouders en de leerling om bewijslast te verzamelen. Adviseer de ouders aangifte bij de politie te doen. Voorbeeld 3 Over een leerling wordt geroddeld via MSN: Geef steun en luister naar de leerling. Adviseer de leerling berichten te bewaren en op te slaan. Probeer de dader te achterhalen via systeembeheerder en slachtoffer. Bespreek het met de mentor/vertrouwenspersoon. Spreek de pesters aan. Voer eventueel een klassengesprek. Neem contact met de ouders op. Probeer de dader op te sporen Soms is de identiteit van de dader te achterhalen door uit te zoeken van welke computer op school het bericht is verzonden. Je gebruikt daarvoor de zogenaamde logfiles van de schoolserver (centrale computer). Vanzelfsprekend heb je daar wel (technische) ondersteuning van een ICT-coördinator, systeembeheerder, en/of externe beheerder voor nodig.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 26
Ga na wanneer het bericht verstuurd is en welke klas op dat moment gebruik maakte van de computers. De stijl van het bericht en eventuele taalfouten kunnen de dader verraden. De dader kan wellicht ook worden gevonden door in de klas te praten over wat er is gebeurd. Soms is het niet mogelijk een dader te achterhalen en zit er niets anders op dan het effect te minimaliseren. Dat kan het beste door het slachtoffer op het hart te drukken niet te reageren op haatmail of andere ongewenste berichten.
Blokkeren van afzenders Sommige programma’s hebben de mogelijkheid om specifieke afzenders te blokkeren. Verwijs ouders naar onderstaande websites voor meer informatie. Op den duur loont het wellicht de moeite de leerling een nieuw mailadres te geven. Vertel je leerlingen dat ze altijd heel voorzichtig moeten zijn met het doorgeven van hun mailadres aan anderen. Cyberpesten is strafbaar Er zijn verschillende vormen van cyberpesten die strafbaar zijn. Daar kun je hier meer over lezen: Cyberpesten wat is strafbaar? Leerlingen realiseren zich dat vaak niet. Ook wanneer het slachtoffer lichamelijk letsel of materiële schade is toegebracht, kan de politie worden ingeschakeld. Het schoolreglement Het is ouders, nog leerlingen en leerkrachten toegestaan met mobieltjes filmpopnamen en foto’s op school te maken om op internet te plaatsen. Het is leerlingen niet toegestaan filmpjes en foto’s op school te maken zonder toestemming van de betreffende persoon/personen. Indien dit laatste wel het geval is dient ook de leerkracht hiervan op de hoogte te zijn.
Het doen van aangifte en melding Aangifte Bij strafbare feiten kan er aangifte worden gedaan. Voor strafrechtelijke vervolging is er bewijs nodig. Om van het cyberpesten bewijzen te verzamelen, zijn bijvoorbeeld chat-logs te gebruiken. Ook een schermafdruk van een webpagina kan bewijs zijn. Bij minderjarige kinderen doen de ouders aangifte. Tips voor de leerlingen tegen digitaal pesten Je wordt gepest via msn, ze zetten je onder druk om je wachtwoord te geven, opnames van jou via de webcam worden op internet gezet.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 27
Allemaal heel vervelende dingen die via de computer kunnen gebeuren.
Hoe voorkom je dit zo veel mogelijk? Geef nooit je wachtwoord en inlognaam aan anderen. Zorg dat ze niet makkelijk te raden zijn. Dingen die je voor de webcam doet, kunnen later op internet gezet worden. Let daarom op met wat je doet voor de cam, ook als je denkt dat je vriend of vriendin dit nooit zal doen. Als je later ruzie krijgt, dan kan je vriend of vriendin de foto’s en/of opnames op internet zetten en kan de hele school het zien. Als je gepest wordt door mensen die je niet kent, vat het dan niet persoonlijk op. Via internet schelden mensen makkelijker dan in het echte leven. Praat of chat erover als je gepest wordt via je mobieltje. Je kunt ook een ander nummer nemen en geef je nieuwe nummer dan alleen aan je vrienden. Neem de dreigementen van de ander niet serieus: ”Ik weet waar je woont, ik ken je IP-adres, ik kan je altijd achterhalen als je niet meewerkt.“. Dat kan helemaal niet, alleen de politie kan je echte adres achterhalen bij de provider. En als het toch fout gaat? Reageer niet op hatemails of andere cyberpesterijen. Verwijder de e-mail zonder hem te openen. Als je niet reageert, gaan pesters op zoek naar iemand anders om te pesten. Ook als je in een chatroom vervelende opmerkingen krijgt, verlaat dan die chatroom Blokkeer de afzender bij pest-emails of –smsjes. Bewaar de pestmail of sla de berichtjes op. Het zijn bewijzen die tegen de pester gebruikt kunnen worden. Aan het IP-adres van de mail kan afgeleid worden van welke computer de e-mail verzonden is. Een provider heeft vaak een helpdesk die klachten over nare mail, smsjes e.d. aanneemt. Je kan deze helpdesk bellen. In sommige gevallen kan je aangifte doen bij de politie. Pesten kan zo hardnekkig zijn dat het ‘stalken’ wordt genoemd. Dit is strafbaar. Ook als er een bewerkte of blootfoto van jou op internet staat, kun je aangifte doen. Praat erover. Blijf er niet alleen mee zitten, zoek iemand met wie je erover kan praten. Met Pestweb chatten, bellen of mailen kan natuurlijk ook. Obs de Springplank maart 2015
Pagina 28
Als er een filmpje van jou of van een ander op internet staat waarin gepest wordt of geweld wordt gebruikt kun je dat melden bij de moderator. Op YouTube kun je een filmpje "markeren". Dan klik je op het vlaggetje "markeren" onder het filmpje. Daar kun je een reden aangeven waarom jij vindt dat het filmpje weg moet. Kies dan voor: "haatdragende of beledigende inhoud" en daarna voor: "pesten". Dan krijgt YouTube een melding dat het filmpje gemarkeerd is. Hoe meer mensen zo'n melding doen hoe groter de kans is dat ze het filmpje weghalen. Hiervoor moet je wel een account hebben bij YouTube. Twitter De Nationale Academie voor Media en Maatschappij heeft 15 tips voor veilig twitteren. Met deze tips kun je twitter leuk en veilig houden. Op de volgende websites kun je meer informatie vinden: http://www.surfsafe.nl/ http://www.dekinderconsument.nl/ http://www.internetsoa.nl http://www.digibewust.nl/Wachtwoordencampagne http://www.watchyourspace.nl
Tips voor veilig twitteren 1. Bedenk al bij het aanmaken van je Twitter-account af hoe je op Twitter wilt heten. Dat bepaalt namelijk hoe je gevonden zult worden. Gebruik zo min mogelijk privégegevens zoals adressen, telefoonnummers, foto’s e.d. 2. Kies een ingewikkeld wachtwoord dat uit letters, cijfers en een leesteken bestaat 3. Als je op een openbare (b.v. school)computer twittert, log dan altijd helemaal uit zodat een ander niet jouw Twitter-account kan gebruiken 4. Besef goed dat al jouw tweets en retweets openbaar zijn -- dus voor iedereen zichtbaar! Een Direct Message (DM) is dat niet. Die is persoonlijk. Alleen de geadresseerde kan hem lezen 5. Wil je al je tweets afschermen? In Account Protect my tweets kun je instellen dat je toestemming moet geven voordat iemand jou mag followen 6. Check regelmatig je followers. Omdat veel bedrijven scannen op trefwoorden, zul je zien dat als je bijvoorbeeld twittert met een plaatsnaam erin, je opeens een makelaar uit dat dorp of die stad als
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 29
follower krijgt. Wil je een follower niet? Verwijder hem door te klikken op Block
7. Je kunt je Twitteraccount koppelen aan jouw Facebook, maar bedenk wel dat jouw Facebook followers dan ook al jouw tweets kunnen zien. Vraag je af of je dat wilt: wie zijn écht jouw vrienden? 8. Als je hashtags # gebruikt, weet dan dat iedereen via deze hashtags een tweet van jou kunnen zien en kunnen doorklikken naar jou 9. Bedenk dat jouw followers en wie jij volgt openbaar zijn. Iedereen kan dus zien in welke onderwerpen jij geïnteresseerd bent -- ook ‘gevoelige’ onderwerpen of mensen 10. Bedenk dat jouw openbare tweets en retweets gemaild kunnen worden naar mensen die je niet kent (en die je misschien niet wilt kennen) 11. Als je foto’s in jouw openbare tweets en retweets gebruikt zijn ook deze voor iedereen te zien en aan te klikken én te versturen en verder te gebruiken 12. Bedenk dat scholen, ouders, werkgevers of stageadressen jouw activiteiten kunnen checken met behulp van jouw openbare tweets. Wil je dat? 13. Als je twittert met je smartphone en iemand steelt je smartphone, dan kan hij/zij ook jouw Twitteraccount gebruiken en uit jouw naam neptweets versturen. Log dus altijd goed uit, laat je account niet openstaan 14. Is jouw smartphone gestolen en had je jouw Twitter account openstaan? Ga dan online en block je account of geef het een nieuw wachtwoord zodat jij weer je account beheert 15. Let op wat je twittert. Wees positief. Misbruik Twitter nooit om anderen te bedreigen, te pesten, of op een andere manier geweld aan te doen.
Obs de Springplank maart 2015
Pagina 30