Pestprotocol Lingelaar. Dit pestprotocol heeft als doel: “ Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen” Door regels en afspraken zichtbaar te maken kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan!
Pesten op school Het verschil tussen plagen en pesten. Plagen is geen pesten. Er is een verschil tussen de twee begrippen, maar toch kan het nauw met elkaar zijn verweven. Iemand op het schoolplein een stevige duw geven, kan plagen zijn. Toch kan het hier ook gaan om echt ‘pestgedrag’. We spreken over ‘plagen’ wanneer kinderen bijvoorbeeld aan elkaar gewaagd zijn. Het vertoonde gedrag heeft een uitnodigend karakter om iets terug te geven. De sfeer is onschuldig. Het gaat om een prikkelend spelletje dat door geen van de betrokkenen als bedreigend of vervelend wordt ervaren. Het heeft zelfs een pedagogische waarde want door elkaar eens uit te dagen leren kinderen heel goed om met allerlei conflicten om te gaan. Een vaardigheid die later in hun leven van pas kan komen bij conflicthantering. ‘Pesten ‘ is niet zo onschuldig en daar gaan we nu verder op in. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders. De school moet proberen pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, moet het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar worden gemaakt, waarna met hen regels worden vastgesteld. Als pesten zich voordoet, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, moet de school beschikken over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en het bevoegd gezag adviseren. Op iedere school is een vertrouwenspersoon aangesteld. Voor onze school staat de vertrouwenspersoon vermeld in de schoolgids. Pestprotocol Lingelaar (2016)
1
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: Altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen. Zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot. Een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven. Briefjes doorgeven. Beledigen. Opmerkingen maken over kleding. Isoleren en negeren. Buiten school opwachten, slaan of schoppen. Op weg naar huis achterna rijden. Naar het huis van de gepeste gaan. Bezittingen afpakken. Schelden of schreeuwen. Digitaal/cyberpesten. Leerkrachten en ouders moeten alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
Hoe gaan wij op de Lingelaar daarmee om?
Een effectieve manier om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen. Aan het begin van elk schooljaar wordt er extra aandacht besteed aan de regels en afspraken en aan het pestprotocol. Er worden “Zo gaat-ie goed” regels opgesteld die ondertekend worden door de hele groep. Deze regels worden zichtbaar opgehangen in de groep. Op school willen we regelmatig een onderwerp in de kring aan de orde stellen. Wij doen dat middels de methode: “Kinderen … en hun sociale talenten.” Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in een groep, aanpak van ruzies etc. kunnen aan de orde komen. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals; spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten. De sfeer in de groep wordt regelmatig expliciet aan de orde gesteld. Het voorbeeld van de leerkrachten en de ouders is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten, ouders en leerlingen horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen.
Belangrijke regels bij het hanteren van het pestprotocol. REGEL 1: Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van de leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroep brengen we kinderen dit al bij: “Je mag niet klikken, maar……als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mag je hulp aan de leerkracht vragen.” Dit wordt niet gezien als Pestprotocol Lingelaar (2016)
2
klikken. Deze regel geldt natuurlijk ook voor de ouders van alle kinderen. REGEL 2: Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep. REGEL 3: Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is bijvoorbeeld niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Samen met de leerkracht(en) wordt naar een oplossing gezocht en wordt actie ondernomen. Onze regels op de Lingelaar: 1. Wij respecteren elkaar, je mag jezelf zijn. 2. Wij luisteren naar elkaar. 3. Wij blijven van elkaar en van elkaars spullen af. 4. Wij bedreigen elkaar niet 5. Wij letten niet zoveel op elkaar en roddelen niet over elkaar. 6. Wij spelen en werken samen. Iedereen hoort erbij. 7. Wij denken eerst na voor we iets doen. 8. Wij spugen niet. 9. Wij schelden en lachen niemand uit. 10. Wij doen niet iets bij een ander dat we zelf ook niet prettig vinden. Deze regels gelden op school en daarbuiten. Toevoeging: Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep. Dit zijn de zgn. ‘Zo gaat-ie goed’regels. Deze worden zichtbaar in de klas opgehangen. De 10 regels worden in de groepsmap bewaard.
Wat doen we als…… …er gesignaleerd wordt (door gepeste leerling zelf, ouders, andere leerling of leerkracht) dat een leerling wordt gepest? (stappenplan) 1. De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderinggesprek en probeert samen met hen de pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. 2. Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en houdt een bestraffend gesprek met de leerling die pest. 3. Bij aanhoudend pestgedrag worden de ouders( van pester en gepeste) op de hoogte gebracht van het pestgedrag. Zij worden voor een gesprek op school uitgenodigd. Pestprotocol Lingelaar (2016)
3
Daarbij zal de directie ook aanwezig zijn. Gezamenlijk wordt geprobeerd in goed overleg te werken aan een bevredigende oplossing. 4. Na een zestal weken volgt er in dezelfde samenstelling een vervolggesprek. Doel van dit gesprek is: met elkaar nagaan of de afspraken nagekomen zijn en hoe de uitwerking is geweest. 5. Indien nodig worden deze vervolggesprekken herhaald, totdat het pestgedrag is gestaakt en uitblijft.
… de leerkracht het idee heeft dat er sprake is van onderhuids pesten?
In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen.
De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen. Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de Schoolbegeleidingsdienst, de schoolarts van de GGD of schoolmaatschappelijk werk.
Hoe begeleiden we…… de gepeste leerling: We tonen medeleven en luisteren en vragen hoe en door wie er wordt gepest. We gaan na hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor tijdens en na het pesten. We laten de leerling inzien dat je soms ook op een andere manier kunt reageren. We gaan na welke oplossing het kind zelf wil. We benadrukken de sterke kanten van het kind. We stimuleren het dat de leerling zich anders/beter opstelt. We praten met de ouders van het kind (en de ouders van de pester). We plaatsen het kind niet in een uitzonderingspositie door het over te beschermen. We schakelen indien nodig, in overleg met de ouders, hulp in zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD. de pester: We praten met de pester en we zoeken niet expliciet naar de reden van het pesten. Pesten is nooit gerechtvaardigd, ongeacht de reden. We laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. We laten inzien welke positieve kanten de gepeste heeft. We schakelen indien nodig, in overleg met de ouders, hulp in zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD. We laten excuses aanbieden. We spreken bij herhaling de pester er weer op aan. de grote groep: We maken het probleem bespreekbaar in de groep. We stimuleren dat de kinderen een eigen standpunt innemen en eventueel partij trekken voor de gepeste leerling. Pestprotocol Lingelaar (2016)
4
We bespreken met de leerlingen dat “meedoen” met de pester meestal kan leiden tot verergering van het probleem. We laten inzien wat het effect van zijn/ haar gedrag is voor de gepeste. We laten inzien welke positieve kanten de gepeste heeft We schakelen indien nodig, in overleg met de ouders, hulp in zoals: sociale vaardigheidstrainingen, Jeugdgezondheidszorg, huisarts, GGD.
Adviezen aan…… de ouders van de gepeste kinderen: Houdt de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Pesten kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt. Stimuleer de leerling om naar de leerkracht te gaan. de ouders van pesters: Neem het probleem van uw kind serieus. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. de ouders van alle kinderen: Neem de ouders van het gepeste kind serieus. Houdt rekening met de gevoelens van de ouders van zowel het gepeste kind als ook de gevoelens van de pester. Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen
Digitaal/Cyberpesten Net zoals in het gewone omgangsleven bij kinderen kan ook op het internet en in de SMStaal schunnige en provocerende taal voorkomen en is het niet altijd duidelijk of het nu plagend of pestend bedoeld is. Het feit dat men elkaar bij het communiceren over internet en bij SMS niet ziet, maakt het taalgebruik groffer en kwetsender. Treiteren op internet gebeurt vooral via MSN. Het anonieme aspect hiervan maakt het voor slachtoffers vervelender dan gewoon pesten. Ook worden kinderen (en leerkrachten) ongewild gefilmd en kunnen deze filmpjes misbruiken op het internet. De gevolgen van deze filmpjes zijn voor de slachtoffers enorm.
Pestprotocol Lingelaar (2016)
5
Hoe is digitaal/cyberpesten te voorkomen?
Om uw kind er op te wijzen dat hij/zij nooit een wachtwoord en inlognaam aan anderen moet geven. Om uw kind er op te wijzen dat hij/zij geen rare dingen voor je webcam doet, want het kan op internet gezet worden. Hierdoor kan de hele school en wereld het zien. Door op te letten wat uw kind over zichzelf plaatst op het internet. Door op te letten wat voor foto’s uw kind van zichzelf op internet zet.
Wat te doen als het toch fout gaat?
Vat het digitaal/cyberpesten niet te persoonlijk op. Mensen schelden makkelijker op het internet dan in het echte leven. Laat je niet verleiden om terug te pesten op het internet. Het beste is niet te reageren op haat e-mails. Praat of chat met iemand die je vertrouwt. Blijf er nooit alleen mee rondlopen. Als je in een chat vervelende opmerkingen krijgt, maak dan een einde aan de chat en/of verlaat de chatroom. Je kunt het beste de pestmails bewaren door deze berichten op te slaan. Het zijn bewijzen die tegen de pester gebruikt kunnen worden. Praat er op school met de leerkracht/directeur over als je denkt dat de pester op onze school zit. Het pestprotocol treedt dan in werking. Pesten kan zo erg zijn dat het ‘stalken’ genoemd kan worden en dat is strafbaar. Mocht je een verkeerd filmpje op internet zien, meld dit bij de moderator van die website. Vind je een nare foto van jezelf op internet, print het uit en doe dan aangifte bij de politie.
Advies Ouders en leerkrachten dienen hun digitale kennis goed bij te houden zodat de kinderen veilig gebruik kunnen maken van internet en hun mobieltje. Iedereen, leerling, ouders en school, hebben elkaar nodig voor een veilig digitaal school- en thuisklimaat.
Bestuur, leerkrachten en de medezeggenschapsraad onderschrijven gezamenlijk dit PESTPROTOCOL. mei 2016
bestuur: ………………………………………………………….…………………………...
directeur namens het team: ……………………………………………………….…
medezeggenschapsraad: ……………………………………………………………… Pestprotocol Lingelaar (2016)
6