Pestprotocol December 2012
Pestprotocol............................................................................................................................................ 2 Waarom een pestprotocol?................................................................................................................ 4 Wat doen we om pestgedrag te voorkomen op school?.................................................................…5 Begripsomschrijving ……………………………………………………………………………………………………………………..7 Wie is nu wie?......................................................................................................................................... 8 Pesten op school, hoe gaan wij hiermee om?..................................................................................10 Consequenties ……………………………………………………………………………………………………………………………….12 De begeleiding ................................................................................................................................... 14
3
Waarom een pestprotocol? Basisschool Prins Maurits wil haar leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, waarin zij zich harmonieus en op een prettige positieve wijze kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk om een duidelijk en helder beleid te hebben waar alle betrokkenen op kunnen terugvallen in voorkomende gevallen. Het is wenselijk dat dit pestprotocol in de nabije toekomst als handleiding gaat dienen voor leerkrachten, ouders/verzorgers en leerlingen bij het signaleren, voorkomen en aanpakken van pestgedrag. Het biedt alle betrokkenen duidelijkheid over de impact, ernst en ook specifieke aanpak van dit ongewenste gedrag.
4
Wat doen we om pestgedrag te voorkomen op school?
Pedagogisch klimaat Het nastreven van goed pedagogisch klimaat is dat de leerkrachten een prettige, veilige en vertrouwde werksfeer bevorderen op school en in de groep. In veruit de meeste gevallen lukt dit door de algemene schoolregel; “Je stoort elkaar niet in woordgebruik, houding en gedrag” en de basisregels(basisafspraken wat betreft de omgang op schoolniveau) verschillende keren per schooljaar aan te bieden en deze regelmatig te actualiseren. Deze basisregels kunnen worden aangevuld met de groepsregels die de leerkracht samen met zijn leerlingen maakt. Gedurende het jaar kunnen de groepsregels aangevuld worden of extra onder de aandacht gebracht worden, afhankelijk van de behoefte binnen een groep. De basisregels hangen in iedere groep op een centrale plek, daarnaast zijn de basisregels op een aantal plaatsen in het schoolgebouw duidelijk zichtbaar opgehangen. Uitgangspunt van de basisregels is dat het fijn is om op school te zijn. We kiezen voor deze aanpak om zo een heldere boodschap uit te dragen naar alle partijen en door deze basisregels te standaardiseren binnen alle groepen, gelden ook dezelfde basisregels binnen alle groepen. (Eerder waren de regels meer op klassenniveau gefocust) Door de basisregels op schoolniveau aan te bieden maken de leerlingen deze sneller eigen, doordat de inoefening plaatsvindt over een langer termijn, maar ook omdat voor alle groepen nu hetzelfde geldt.
De basisregels, die terug te vinden zijn op de posters door school. 1. 2. 3. 4.
Alle dingen hebben een doel, kapot maken is niet cool. Samen spelen, samen delen, elkaar niet vervelen. Hoe leuk het buiten ook was, kom rustig in de klas. Een bijnaam krijgen is niet fijn, want een bijnaam doet vaak pijn. 5. Als een ander praat ben je stil, dan hoor je wat die zeggen wil. 6. Laat niets van waarde in je tas, maar neem het mee in de klas. 7. Noemt iemand jou vaak stom of suf? Zeg het dan tegen meester of juf. 8. Slaan of schoppen? Daar moet je snel mee stoppen. 9. Ik, jij, hij of zij… Iedereen hoort erbij! 10. Rennen doe je op het schoolplein. Binnen moet je rustig zijn! 11. Pesten is nooit goed. Zorg dus dat je aardig doet! 12. Met lachen is niks mis, zolang het maar niet om een ander is! 13. Jouw wachtwoord op de pc, daar spelen anderen niet mee! 14. Wil je van de computer gebruik maken? Houd je dan wel aan de afspraken! 5
De leerkracht bespreekt met de leerlingen aan het begin van het jaar de basisregels en gedurende de eerste weken van het schooljaar worden de aanvullende groepsregels vastgesteld door de leerkracht en de leerlingen. De regels worden genoteerd en opgehangen. Leerlingen, leerkrachten, directie en ouders zorgen gezamenlijk voor de bewaking van een goed pedagogisch klimaat, waarbij de nadruk gelegd wordt op het positief reageren na elkaar.
Stimuleren van een positief klimaat in de groep Door het implementeren van de “goed gedaan- en complimentencultuur” versterken de groepssfeer door het geven van complimentjes. Het is een gezamenlijke verantwoording van leerlingen en leerkrachten. Iedereen moet leren complimenteren en ook het leren ontvangen van complimenten. Belangrijk hierbij is het onder woorden leren te brengen, uitdragen en onderbouwen van een eigen mening. Van daaruit leer je elkaar ook beter kennen binnen de groep en leer je elkaar ook beter begrijpen. Hierdoor vindt er sneller en beter dialoog plaats op school en in de klas. Een complimentje geeft de uitdaging om hetzelfde gedrag nog eens te vertonen en het motiveert om gewenst gedrag te vertonen. Deze goed gedaan cultuur geeft zekerheid, duidelijkheid en zelfvertrouwen. Dit zorgt voor een gevoel van veiligheid.
Ons pedagogisch uitgangspunt is dat alle leerlingen met elkaar moeten leren omgaan. Dat leerproces loopt meestal vanzelf goed, maar het kan ook voorkomen dat een leerling in een enkel geval systematisch door anderen wordt gepest. Dan kan een kind zodanig in de knoop komen met zijn schoolomgeving, dat de omgangregels en de regels in de groep niet meer voldoende veiligheid bieden en daarmee de gewenste ontwikkeling onderbreken. In een dergelijk geval is het van groot belang dat de leerkracht onderkent dat er een ernstig probleem in zijn of haar groep is. In een klimaat waarin het pesten gedoogd wordt, worden ook de pedagogische structuur en de veiligheid daarin ernstig aangetast. Dat is een niet te accepteren en ongewenste situatie. In dit protocol is vastgelegd hoe het pestgedrag van leerlingen in voorkomende gevallen wordt voorkomen, gesignaleerd en aangepakt.
6
Begripsomschrijvingen Plagen en pesten, wat is daar het verschil tussen? We spreken over plagen wanneer leerlingen, die min of meer aan elkaar gewaagd zijn, elkaar uitdagen zonder dat de betrokkenen dit als bedreigend of echt vervelend ervaren. Er is sprake van een pedagogische waarde: door elkaar eens uit te dagen, leren leerlingen om met velerlei conflicten om te gaan. Dit noemen we conflicthantering en is een vaardigheid die een positieve invloed heeft op het omgaan met confrontaties en verhoogd het incasseringsvermogen. We spreken van pesten als er sprake is van voorvallen die bedreigend en/of systematisch van aard zijn. De veiligheid van de omgeving van een leerling wordt aangetast. De inzet van het pestgedrag is altijd macht door intimidatie. Hieronder worden de begrippen schematisch uiteengezet. Plagen Speelt zich af tussen “gelijken”. Incidenteel Het gebeurt spontaan en onschuldig van aard. één tegen één Wisselende structuur: wisselend “slachtofferschap”. De plager heeft als intentie geen negatieve bedoelingen, maar dit kan soms niet altijd zo overkomen. Kan een positieve invloed hebben op betreft het omgaan met confrontaties en het verhogen van het incasseringsvermogen.
Pesten Ongelijke strijd; er is een machtsverschil tussen de gepeste en de pester. Structureel Gebeurt berekenend, waarbij de pester precies weet; wie, wanneer en hoe er zal gepest worden. Meestal een groep die eenlingen isoleert. Vaste structuur: de pesters en gepesten zijn vaak dezelfde personen. De pester heeft geen positieve bedoelingen; kwetsen en vernederen is het doel. Is louter negatief van aard.
Hieronder zijn een aantal vormen van pesten, zowel mentaal, als fysiek uiteengezet. Mentaal
Fysiek
• Negeren
• Slaan
• Kleineren
• Duwen
• Vernederen
• Voordringen
• Discrimineren
• Insluiten
• Uitlachen
• Spullen afpakken
• Roddelen
• Opwachten
7
Wie is nu wie? Hoe zijn de betrokkenen bij pestgedrag te herkennen? Hieronder zijn de betrokkenen bij pestgedrag weergegeven, met mogelijke kenmerken. De gepeste leerling • Kan gepest worden door; uiterlijke kenmerken, vertoond gedrag, manier waarop gevoelens worden beleefd en de manier waarop dat geuit wordt. • Heeft moeite met interpretatie en/of uitoefening van sociale omgangsvormen en is hier ook onzeker over. Er is dan vaak een vlucht naar het veilig gezelschap van de leerkracht. • Is niet in staat daadwerkelijk actie te ondernemen tegen de pester zowel fysiek als mentaal. Waardoor de leerling angstig is en zich een onderdanige houding aanmeet. • Voelt zich vaak eenzaam en kan in zichzelf gekeerd zijn omdat er geen vrienden zijn om op terug te vallen. • Heeft een lage dunk van zichzelf en gelooft mogelijk dat de pesterijen zijn/haar eigen schuld zijn. De pester • De populariteit wordt afgedwongen maar niet uit waardering maar uit angst. • Het pestgedrag gaat gemakkelijk af en krijgt anderen leerlingen mee bij het gedrag. Is graag het middelpunt en is vlug jaloers. • Heeft feilloos in de gaten welke leerlingen gemakkelijk aan te pakken zijn, heeft hij/zij het mis gaat hij/zij direct op zoek naar het volgende slachtoffer. • Er gaat een grote dreiging uit naar de gezamenlijke omgeving van de pester en het slachtoffer; je bent voor of je bent tegen me. • Het komt regelmatig voor dat de pester een leerling is die in een andere situatie zelf slachtoffer is of was. • Is vlugger agressief uit dit sneller. Staat ook positiever tegenover het handelen met geweld, agressie of stoere taal.(imiteert vaak gedrag van agressieve idolen uit film of sport) • Door verkeerde en beperkte sociale vaardigheden is het voor deze leerlingen moeilijk om vriendschappen op te bouwen en onderhouden op lange termijn op andere gronden dan die van macht en het delen van macht. • Compensatie-gedrag, waarbij door overroepen en domineren de controle wordt gehouden. • Heeft een zwak inlevingsvermogen, waarbij er veelal egocentrisch wordt gehandeld.
8
De meelopers • Steunen de pester in het pestgedrag • hebben angst om zelf in de slachtofferrol te geraken. • Kan zijn dat ze het “meelopers-stoer-gedrag” interessant vinden en denken daarmee in de populariteit mee te liften. • Wanneer ze actiever gaan meepesten voelen ze zich minder betrokken en verantwoordelijk voor wat er met pesten wordt aangericht. • De individuele mening wordt naar achteren geschoven, de mening van de pester komt steeds meer op de voorgrond. Overige leerlingen • Merken niet dat er gepest wordt. Merken dat wel, maar doen geen poging om wat aan de situatie te doen. Dit kan uit angst voor represailles, vanuit desinteresse of vanuit het niet weten te hoe juist te handelen.
9
Pesten op school, hoe gaan wij hiermee om? De school heeft een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en in het geheel niet geaccepteerd wordt. Om sociale gedragingen tussen de leerlingen en mogelijk pestgedrag te detecteren zal er minimaal een keer per twee schooljaren in de groepen 5 t/m 8 een sociale vragenlijst afgenomen worden. Deze vragenlijst is anoniem. Door middel van deze lijst kunnen we conclusies trekken ten aanzien van aanwezigheid van mogelijk pestgedrag of signalen die hiertoe kunnen leiden. Ondanks de inzet en hulpmiddelen is pesten voor de leerkracht niet altijd zichtbaar, daarom is het van belang dat leerlingen en (overblijf)ouders serieus genomen worden als zij met signalen komen. Wanneer pestgedrag, ondanks alle inspanningen wordt vastgesteld, voert de school de uitgewerkte procedure uit. Dit pestprotocol wordt door het hele team, de leerlingen en de medezeggenschapsraad vastgesteld. Alle ouders kunnen dit protocol lezen op onze website www.prmaurits.nl. Wanneer het probleem niet het gewenste resultaat oplevert dan is de inschakeling van een vertrouwenspersoon nodig. De vertrouwenspersoon kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en de directie of bevoegd gezag adviseren. De concrete aanpak Als leerkrachten zien dat er gepest wordt, nemen zij duidelijk stelling. Om het stellingnemen bij pestgedrag kracht bij te zetten wordt er gewerkt met een stappenplan. Aan de hand van de “stop hou op – methode” is er een stappenplan vastgesteld die de leerlingen kunnen hanteren als er sprake is van pestgedrag. In iedere klas hangt dit stappenplan, zodat hier indien nodig naar verwezen kan worden. Hieronder het stappenplan:
o Stap 1 – Zeg "Stop, hou op" en benoem wat je als negatief ervaart. o Stap 2 – "Heb je me niet gehoord? Hou ermee op, dit wil ik niet." o Stap 3 – "Als je nu niet ophoudt ga ik naar de juf/meester." o Stap 4 – Je gaat naar de juf of meester. Stap 1: Er eerst zelf (en samen) uit proberen te komen met behulp van de ‘stop hou daar mee op‘, methode. Bij deze stap worden leerlingen gestimuleerd om voor zichzelf en anderen op te komen middels een ik-boodschap waarbij het ongewenste gedrag wordt benoemd. Op het moment dat een van de leerlingen er niet uit komt heeft deze de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen, die dan de problematiek kan aanpakken. Stap 2: Controleren of de andere leerling(en) het hebben verstaan of hebben begrepen. Soms kan het zijn de leerling(en) die het ongewenste gedrag vertoont, stap 1 niet heeft meegekregen. Ook op dat moment dat een van de leerlingen er niet uit komt heeft deze de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen, die dan de problematiek kan aanpakken.
10
Stap 3: De ernst van de situatie laten blijken aan de leerlingen die leerling(en) die ongewenst gedrag vertoond, want er wordt nu gedreigd met een vervolg, namelijk naar de leerkracht gaan. De leerlingen duidelijk laten weten dat een leerkracht informeren over pestgedrag geen klikken is. Iemand houdt zich niet aan de omgangsregels zoals afgesproken is en daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor. Ook op dat moment dat een van de leerlingen er niet uit komt heeft deze de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen, die dan de problematiek kan aanpakken. Stap 4: De leerlingen kunnen de problematiek zelf niet oplossen en de leerkracht moet nu duidelijk stelling nemen en direct doorpakken. De vorm van het doorpakken is afhankelijk van of er sprake is van herhaaldelijk pestgedrag. Rol van de leerkracht bij het stappenplan De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderend gesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de win-winmethode. Hieronder verstaan we dat wij de leerlingen eerst de kans geven om zelf hun conflicten op te lossen. De leerkracht neemt aanvankelijk een neutrale positie in (niet oordelend). De oplossing van het conflict moet in redelijke mate tegemoet komen aan de wensen van de betrokkenen. Als de oplossing voor beiden goed is, dan spreken we van een winwinoplossing. Bij herhaaldelijk pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling in en houdt een gesprek met de leerling die pest. De fases van bestraffen treden in werking (zie bij consequenties). De gepeste leerling wordt geïnformeerd over de afwikkeling van de aanpak van het pestgedrag. Ook wordt de naam van de pester op een pestregistratieformulier genoteerd. Bij iedere melding omschrijft de leerkracht ‘de toedracht’. Bij de derde melding worden de ouders op de hoogte gebracht van het pestgedrag. Vóór het gesprek geven we de ouders het advies om het protocol eens door te lezen. Zo weten ze hoe wij op school omgaan met pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. Consequenties die zijn besproken met de pester en die van belang zijn voor de rest van de groep worden besproken met de andere leerlingen, zodat ook voor hen duidelijk is dat we het pestgedrag niet tolereren. De pestregistratieformulieren zullen in de zorgmap van de groep worden opgeborgen. Indien nodig wordt het pestregistratieformulier in een vergadering besproken, zodat ook de rest van team op de hoogte is. Verder zullen leerkrachten bij de overdracht van leerling-gegevens aan het eind van het schooljaar, de nieuwe leerkracht informeren, betreffende de pestgedragingen middels een meldingsformulier. Zo zijn de nieuwe leerkrachten op de hoogte van de pestgedragingen en van de reeds gepleegde interventies.
11
Consequenties De leerkracht neemt pestgedrag waar en vervolgens leveren stap 1 tot en met 3 geen positief resultaat op voor de pester, gepeste- en medeleerlingen. Dan moet de leerkracht duidelijk stelling innemen en doorpakken afhankelijk van de situatie. Stap 4 is situatie-afhankelijk en daarom opgebouwd in 5 fases. Deze fases zijn ingedeeld op basis van mix van duur en intensiteit van het vertoonde pestgedrag. Fase 1 •
Een of meerdere pauzes binnen blijven, wanneer het pestgedrag in deze tijd plaatsvindt. Dit na afspraak met ouders. De leerling mag niet alleen in het lokaal achterblijven.
•
De leerling krijgt een plaats aangewezen bij een leerkracht of in de gang. De leerling mag niet alleen in het lokaal achterblijven.
•
Nablijven tot alle leerlingen naar huis vertrokken zijn, wanneer het pestgedrag op deze momenten plaatsvindt. Dit na afspraak met ouders.
•
Een schriftelijk opdracht over de toedracht van het pestprobleem.
•
Door gesprek: bewustwording van wat de pester met de gepeste leerlingen uithaalt.
•
Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
•
Een (volgende) evaluatiegesprek met ouders (en leerling) naar aanleiding van de gemaakte afspraken uit het voorgaand gesprek.
•
Oudercontact en afspraken met leerlingen en/of ouders dienen te worden vastgelegd voor eventuele terugkoppeling.
Fase 2 • Een gesprek met de ouders (en leerling), als voorgaande acties en eerder gesprekken met ouders op niets uitgelopen zijn. De medewerking van de ouders wordt nu nadrukkelijk gevraagd, om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd op het pestregistratieformulier en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem. • De interne begeleider is bij dit gesprek aanwezig. Fase 3 • Bij aanhoudend pestgedag kan deskundige hulp worden ingeschakeld van het zorgteam. • De interne begeleider blijft betrokken en coördineert.
12
Fase 4 • Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk buiten de groep te plaatsen, binnen de school. • De directie wordt ingeschakeld en coördineert. Fase 5 • In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden. De school heeft hiervoor een schorsings- en verwijderingsbeleid. • De directie initieert.
13
De begeleiding Bij de begeleiding van betrokken tijdens het aanpakken van pestgedrag moet niet louter gefocust worden op de pester en de gepeste leerling. Het is juist van belang dat alle betrokkenen worden betrokken bij de aanpak. Dit heeft een positieve invloed op de aanpak en afwikkeling van het pestgedrag. Leerkrachten die een gepeste leerling Leerkrachten die pester begeleiden begeleiden • Medeleven tonen en luisteren en vragen • Zoeken naar redenen van het pestgedrag • De gepeste leerling in laten zien waarom • Effect laten inzien van het vertoonde een leerling pest pestgedrag • Nagaan hoe de leerling reageert voor, • Gemeend excuses aanbieden aan de tijdens en na het pesten gepeste leerling • Nagaan welke oplossing de leerling zelf • In laten zien welke sterke/leuke kanten de ziet gepeste leerling heeft. • Leerling tips geven hoe te reageren voor, • Benadrukken van de omgangsregels op tijdens en na het pesten school • Nagaan welke oplossing de leerling zelf wil • De pester leren zich te beheersen • Sterke kanten van de leerlingen • In overleg met de interne begeleider hulp benadrukken. inschakelen • Belonen als de leerling zich anders/beter opstelt. • Leerling niet over beschermen Leerkrachten die de medeleerlingen Leerkrachten onderling begeleiden • Bewust maken van de invloed die ze op het stoppen of voortbestaan van pestgedrag hebben • Stimuleren om voor zichzelf op te komen • Stimuleren om voor een ander op te komen • Stimuleren om samen te werken met de gepeste leerlingen • Aanspreken op de verantwoordelijkheid voor het behoud van goede sfeer in de groep • Herhalen van de school- en groepsregels
• Zorgen dat er altijd toezicht in de vrije, structuurarme situaties • Nemen stelling bij pestgedrag in de gehele school, niet alleen bij leerlingen van hun eigen klas. • Houden goed contact als er leerlingen uit meerdere groepen betrokken zijn bij het zelfde pestgedrag
Advies ouders De ouderparticipatie met het oog op het oplossen van pestgedrag moet niet onderschat worden en daarom worden hieronder enkele adviezen gegeven hoe Ouders/verzorgers van de gepeste leerling • Houd de communicatie open, blijf in gesprek met uw kind
Ouders/verzorgers van de pester • Neem het probleem van uw kind serieus • Niet in paniek raken, elk kind loopt kans 14
• • • •
• •
• • • • • •
Directe vragen stellen: wie, wat, waar, waarom? Helpen een oplossing te bedenken Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste met de leerkracht bespreken. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport.
• • • • • •
pester te worden Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat
Ouders (algemeen) Neem de ouders van het gepeste kind serieus Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem het goed gedrag Geef zelf het goede voorbeeld Leer uw kind voor anderen op te komen Leer uw kind voor zichzelf op te komen
15