Bijlage L stagereglement opleiding muziek Hoofdstuk 1 – Omschrijvingen Art. 1
Stage
Stage is een opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of een onderwijsactiviteit, waarbij een student gedurende een bepaalde periode taken uitvoert in een reële werksituatie. De stage heeft als doel om de verworven competenties te toetsten aan de realiteit en verder in te oefenen, wat resulteert in beroepservaring. Voor de duidelijkheid en transparantie worden het betrokken opleidingsonderdeel, deel van een opleidingsonderdeel of de onderwijsactiviteit, benoemd met stage, conform de onderrichtingen studiefiche en studiegids, eventueel met aanvullingen.
Art. 2
Stagebegeleider
Personeelslid van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, die de studentstagiair tijdens de stage daadwerkelijk begeleidt.
Art. 3
Stagegever
Instelling of persoon die aan een studentstagiair de mogelijkheid biedt, om in het kader van een opleiding één of meerdere stageperiodes te volbrengen. Stages worden door de student volbracht bij een externe stagegever: een podiuminstelling of iedere andere instelling waar volgens de opleiding (c.q. de artistieke directie) een stage de te verwerven competenties en toe te kennen studiepunten rechtvaardigt.
Art. 4
Stagementor
Persoon aangesteld door de stagegever, die de studentstagiair tijdens de stage begeleidt.
Art. 5
Stageovereenkomst
Document opgemaakt in drievoud waarbij tussen de 3 betrokken partijen (Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, de studentstagiair en de stagegever), bepaalde rechten en plichten worden afgesproken en bepaald.
Art. 6
Stageplaats
Daadwerkelijke plaats waar de stage doorgaat. Stages kunnen omwille van (internationale) prestaties op verplaatsing of tournees doorgaan op meer dan één plaats.
Art. 7
Studentstagiair
Student van de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen die in het in het kader van zijn opleiding één of meerdere stageperiodes volbrengt.
Hoofdstuk 2 – Toepassingsgebied en kader
Art. 8
Toepassingsgebied
Dit stagereglement is van toepassing op: – de studentstagiair – de stagegever – de stagementor – de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel waaronder stage ressorteert – de stagebegeleider
Art. 9
Studiefiche
De stageperiodes zijn als onderdeel van de opleiding beschreven in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel [artikel 4 van de Stageovereenkomst]. De beschrijving, de volledigheid, de uitvoering en de evaluatie ervan vallen onder de verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel De studiefiche, opgenomen in de toetredingsovereenkomst, wordt ook aan de stagegever overhandigd voor “gelezen en goedgekeurd”. De stageperiode loopt van 16 september 2013 tot 30 juni 2014
Art. 10
Stageovereenkomst
Voor elke stageperiode wordt een stageovereenkomst opgemaakt.
Art. 11
De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel
Het is de taak van de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel om toe te zien op de naleving van het stagereglement en de bepalingen opgenomen in de betreffende en betrokken studiefiche.
Art. 12
Kosten
De prestaties van de studentstagiair worden niet bezoldigd. Eventueel mogen gemaakte kosten, verbonden aan de stage, worden terugbetaald. De stage creëert geen arbeidsrelatie tussen de stagegever en de studentstagiair. Voor de stage ontvangt de studentstagiair geen loon. De hem toegelaten onkostenvergoeding bestaat ten hoogste uit restitutie van gemaakte reiskosten en een séjour per gepresteerde werkdag.
Hoofdstuk 3 – Keuze van stagegever en stageplaats
A - binnenland Art. 13
Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - De opleiding duidt de binnenlandse stagegever niet in eerste instantie aan.
Art. 14
Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van stagegevers en – plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Deelname aan een interne en eventueel externe auditie volgens de afspraken tussen de instelling en de stageplaats.
Art. 15
Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Het bepalen van de stageplaats gebeurt steeds in overleg met de verantwoordelijken voor de stage. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door de betrokken opleidingscoördinator.
B – buitenland (= buiten de grenzen van België) Art. 16
Stagegever en stageplaats worden aangeboden
Indien de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel zelf de stagegever en de stageplaats aanduidt, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Het bepalen van de stageplaats gebeurt steeds in overleg met de verantwoordelijken voor de stage. De stageplaatsen dienen te worden goedgekeurd door het betrokken opleidingshoofd
Art. 17
Stagegever en stageplaats te kiezen uit aanbod
Indien de student de stagegever en stageplaats dient te kiezen uit een vooraf bekende lijst van stagegevers en – plaatsen, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Deelname aan een interne en eventueel externe auditie volgens de afspraken tussen de instelling en de stageplaats.
Art. 18
Stagegever en stageplaats zelf aan te brengen door studentstagiair
Indien de student voor de keuze van de stagegever en de stageplaats zelf dient in te staan, dan worden volgende procedure en criteria gehanteerd: (On)verenigbaarheden: wat zijn de criteria en procedure om een stagegever en een stageplaats niet goed te keuren , en wat zijn de beroepsmogelijkheden van de studentstagiair.
Art. 19
Verantwoordelijkheden
De verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel, ook wanneer de student zelf dient in te staan voor de keuze van de stagegever en de stageplaats, zorgt ervoor dat de stage enkel kan doorgaan op plaatsen gedekt door de hogeschoolpolis (bv. niet in landen of streken van oorlog of oproer) Bij twijfel dient contact opgenomen te worden met de directie personeel (+32 3 213 93 32 -
[email protected]). Indien de studentstagiair meent activiteiten te moeten ontplooien die niet gedekt zijn door de verantwoordelijke van het opleidingsonderdeel en de hogeschoolpolis, handelt hij in eigen naam en is de hogeschool de facto/de jure niet verantwoordelijk. De hierboven bedoelde en vermelde activiteiten kunnen nooit in aanmerking komen voor evaluatiepunten in het kader van zijn opleiding. De opgedane expertise kan wel via de AUHA EVC-procedure in aanmerking komen voor het behalen van een “bewijs van bekwaamheid”.
Hoofdstuk 4 – Aan- en afwezigheid, inhaalstage De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst.
Art. 20
Werktijden
De studentstagiair volgt de werktijden van de stagegever. Hij begeeft zich naar de stagegever op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de stageovereenkomst. [artikel 2 van de Stageovereenkomst]
Art. 21
Afwezigheid
Bij afwezigheid van de studentstagiair, wordt volgende procedure gevolgd: - De stagementor of zijn vervanger bij de stagegever meldt de afwezigheid van de studentstagiair bij de stagebegeleider. Deze bepaalt of de afwezigheid gewettigd is. Wettiging afwezigheid Om te bepalen of een afwezigheid van een studentstagiair al dan niet gewettigd is, worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Bij ziekte verwittigt deze onmiddellijk het secretariaat en de stagebegeleider. Vanaf de 2de ziektedag is er een doktersattest vereist. Bij ongeval met lichamelijk letsel als gevolg, moet de studentstagiair eerst op het secretariaat de nodige verzekeringsformulieren opvragen, die door de behandelende geneesheer moeten ingevuld worden.
Art. 22
Te weinig uren stage
Wanneer een studentstagiair omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de vooraf bepaalde en gestelde uren stage, worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - Wanneer de studentstagiair om medische redenen de stage voor lange tijd niet kan volbrengen, dient er gezocht te worden naar een vervangende stageopdracht, in een vervangende periode. De studentstagiair dient in voorkomend geval het secretariaat en de stagebegeleider zo snel mogelijk te verwittigen.
Art. 23
Inhaalstage
Wanneer de student omwille van bepaalde omstandigheden niet voldoet aan de gestelde uren stage, kan een “inhaalstage” georganiseerd worden. Hierbij worden volgende procedure en criteria gehanteerd: - De stagebegeleider contacteert de stagementor om een nieuwe stageperiode aan te vragen voor de studentstagiair.
Hoofdstuk 5 – Preventie, Gezondheid en Milieu
Art. 25
Onthaal
De stagegever staat in voor het onthaal van de studentstagiair op de stageplaats. Hij bezorgt de studentstagiair de noodzakelijke informatie met betrekking tot het arbeidsreglement, de veiligheidsvoorschriften (bv het dragen van werkkledij,…), eerste hulp bij ongevallen, noodprocedures, de aanwijzingen en gedragsregels (bv. roken,…) eigen aan de stageplaats. De persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. werkkledij, handschoenen,…) worden door de stagegever ter beschikking gesteld van de studentstagiair.
Art. 26
Werkpostfiche en risicoanalyse
Aangezien de stage, zoals gedefinieerd in artikel 1, overeenkomt met de omschrijving van stage vanuit welzijnsoogpunt (Koninklijk Besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs), is de
stagegever verplicht om een risicoanalyse en een werkpostfiche op te stellen. [artikel 7 van de Stageovereenkomst]
Art. 27
Regelgeving van de stageplaats
De studentstagiair is verplicht het arbeidsreglement, de regelgeving inzake roken, de voorschriften eigen aan de onderneming en/of sector en de werkvoorschriften die voortvloeien uit de risicoanalyse na te leven.
Art. 28
Risicoanalyse van een werkpost
Stap 0 De opleidingsonderdeelverantwoordelijke voert een screening uit van de stageplaats (school, bedrijf, instelling,…). De stage plaats moet uiteraard een pedagogische meerwaarde bezitten, zonder de veiligheid van de student in gevaar te brengen. Hij gaat na of de stageplaats een risicoanalyse en werkpostfiche voor de werknemers ter beschikking heeft. Heeft de stageplaats een preventieadviseur en arbeidsgeneesheer in dienst? Indien niet, door wie worden deze functies vervuld? Op basis van deze screening kan de opleidingsonderdeelverantwoordelijke beslissen of de voorgenomen stageplaats al dan niet geschikt is voor het veilig uitvoeren van een stage. Stap 1 Heeft de stageplaats een risicoanalyse en/of werkpostfiche ter beschikking van de eigen werknemers? JA: vraag ze op en voeg deze toe aan de stageovereenkomst. NEE: de stageplaats zal een risicoanalyse moeten opmaken. De Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen stelt hiervoor enkele modeldocumenten ter beschikking. Voor de keuze van het juiste document, zie stap 2. Stap 2 De stageplaats betreft een: BEDRIJF/INSTELLING/ORGANISATIE/…: de stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model C”. Vervolg zie stap 4. SCHOOL: zie stap 3. Stap 3 De stage vindt plaats in het kader van: LERARENOPLEIDING KLEUTER, LAGER, SECUNDAIR (algemene vakken, lichamelijke opvoeding , muzische opvoeding), SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING, BANABA BUITENGEWOON ONDERWIJS of POSTGRADUAAT NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER: De stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model A”. Vervolg zie stap 4. LERAENOPLEIDING (secundair technische vakken): de stageplaats dient gebruik te maken van het formulier “risicoanalyse model B”. Vervolg zie stap 4. Stap 4 De student dient het document over te maken aan de directie van de stageplaats. Wanneer het document is ingevuld en ondertekend dient het te worden bezorgd aan de opleidingsonderdeelverantwoordelijke, samen met de stageovereenkomst.
Art. 29
Studentongeval
Afgezien het feit dat de studentstagiair een dubbelstatuut heeft (student en werknemer) worden ongevallen van een studentstagiair niet beschouwd en behandeld volgens de arbeidsongevallenwet, maar wel als “studentongeval”. Meer informatie over de aangifte van een studentongeval is te vinden: * in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu * op de website via www.ap.be/gezondheid
* bij de medewerker personeel-preventie (+32 3 213 93 32-
[email protected]).
Art. 30
Moederschapsbescherming
Meer informatie over moederschapsbescherming is te vinden in de informatiebrochure preventie, gezondheid en milieu of op de website via www.ap.be/gezondheid.
Hoofdstuk 6 – Verzekeringen
Art. 31 Meer informatie over de verzekeringen ( burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen; reizen en verblijven in het buitenland ) is te bekomen bij de directie Personeel via +32 3 213 93 32 of -
[email protected]
Hoofdstuk 7 – Bepalingen, taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden
Art. 32
Wettelijke bepalingen
Koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs (BS 4 oktober 2004) met wijzigingen door het KB van 30 september 2005 (BS 13 oktober 2005) en het KB van 2 juni 2006 (BS 17 juli 2006).
Art. 33 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagebegeleider De stagebegeleider begeleidt de studentstagiair muziek bij de keuze van de stagegever en tijdens de stage. Bij een orkeststage gebeurt dit enkel op verzoek van de studentstagiair zelf. Art. 34 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagegever De taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagegever zijn die van een werkgever in de betreffende sector en zijn bepaald door de wetgeving, alsmede door de in de betreffende sector geldende (collectieve) arbeidsovereenkomst. Art. 35 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de stagementor De stagementor informeert, begeleidt, regisseert en/of coacht de studentstagiair tijdens de stage en evalueert hem na het voltooien ervan. Bij een orkeststage gebeurt de evaluatie door een orkestlid die hetzelfde instrument bespeelt. Art. 36 Taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de studentstagiair De taken, opdrachten, plichten en bevoegdheden van de studentstagiair zijn die van een werknemer in de betreffende sector en zijn bepaald door het gestelde in de studiegids, het betreffende artistieke concept, de betreffende artistieke opdracht, de wetgeving en de in de betreffende sector geldende (collectieve) arbeidsovereenkomst. De stage wordt gevolgd via overleg tussen de opleiding en de stagegever en/of door bezoek aan het stageproject door de opleidingscoördinator of leden van de artistieke raad of door het onderwijzend personeel, dat de opleiding daartoe aanwijst. Ter evaluatie van de studentstagiair maakt de stagementor een verslag volgens het
model van het departement Koninklijk Conservatorium Antwerpen, geeft hij een quotering en levert dit in bij de stagebegeleider. Het stageverslag van de stagementor vormt de basis van beoordeling van de stage in de zin van de opleiding. Van het verloop en resultaat van de stageopdracht maakt de studentstagiair een stageverslag. De student levert dit verslag in bij de verantwoordelijke. Het stageverslag van de studentstagiair vormt mede de basis van beoordeling van de stage. De stage dient te zijn volbracht binnen een termijn die toelaat dat beide verslagen kunnen zijn verwerkt in de evaluatie ten behoeve van de examencommissie, voldoende tijdig voor de datum van de deliberatie.