Ho g e r i n s t i t u u t voor de a rbe id Katholieke Universiteit Leuven
E. Van Evenstraat 2e B-3000 Leuven Telefoon Telefax
+32 16 32 33 33 +32 16 32 33 44
Persmededeling 20 november 2003 SOCIALE KOSTEN-BATENANALYSE VAN ALCOHOLGEBRUIK EN -MISBRUIK
Prof. dr. Jozef Pacolet/Tom Degreef/Ria Bouten
In opdracht van de Arnoldus Groep van de Belgische Brouwers voerde het Hoger Instituut voor de Arbeid (Katholieke Universiteit van Leuven) in de periode 19992001 een onderzoek uit over de sociale kosten en baten van alcoholgebruik en misbruik. De resultaten zijn thans beschikbaar en worden voorgesteld op de studiedag van de VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere drugproblemen) op donderdag 20 november in Gent, ICC. De studie heeft geopteerd voor een ruime definitie van alle kosten (van veelal alcoholmisbruik) en baten (van matig alcoholgebruik) voor alle betrokken partijen, te weten diegene die drinkt zelf, de overheid, de rest van het bedrijfsleven en niet drinkers-slachtoffers bij verkeersongevallen. De positieve en negatieve effecten worden beschreven voor drie grote domeinen: de impact op de gezondheid met directe effecten op het zorgsysteem, de indirecte effecten als verloren productiviteit omwille van ziekte en mortaliteit, de kosten van verkeersslachtoffers omwille van rijden onder invloed en tenslotte de impact in de werkomgeving, voornamelijk door verhoogde kans op werkloosheid en verlies aan productiviteit op de werkvloer zelf omwille van alcoholmisbruik. Het onderzoek start met het inschatten van het alcoholgebruik en -misbruik. Het risicodrinken en probleemdrinken met een manifest verhoogde kans op gezond-
2
heidsproblemen wordt geschat op 6% bij de mannen en op 4,5% bij de vrouwen, maar dit blijven voorzichtige ramingen1. De gezondheidseffecten vertonen een zogenaamd J-curve effect: bij matig drinken wijzen steeds meer studies op een beschermend effect van een lagere kans op ziekte en mortaliteit voor bepaalde aandoeningen, maar vanaf een bepaald niveau van alcoholconsumptie worden de negatieve gevolgen op verhoogde kans van ziekte of overlijden steeds duidelijker. De studie schat dat er ondermeer 2,26% van de ligdagen in een ziekenhuis worden veroorzaakt door alcoholmisbruik, maar dat er evenzeer 1,1% ligdagen worden vermeden. Maar in de psychiatrie wordt reeds 25% van de kosten gerelateerd aan alcoholmisbruik. In totaal loopt de kost voor de gezondheidszorg (vooral te dragen door de ziekteverzekering) op tot 22 miljard BEF, tegenover ongeveer 7,5 miljard BEF vermeden kosten. Van de totale kost is dit ongeveer 10% of 0,23% van het BNP, het equivalent van een kleine zorgverzekering. Het gezondheidseffect van alcoholmisbruik leidt verder tot 3 847 bijkomende overlijdens, tegenover 2 460 vermeden overlijdens. De waarde van deze levens, alsmede de gederfde productiviteit omwille van zieke wordt geraamd op 59 miljard BEF, de vermeden kost is 24 miljard, waarboven nog eens de kost van vervangingsinkomsten komt omwille van verhoogde morbiditeit (goed voor 5,4 miljard BEF). De totale kost omwille van veroorzaakte aandoeningen en mortaliteit is daarmee 1/3 van de totale kost. Daartegenover situeert zich evenwel een baat. Argumenten genoeg om de batige effecten te behouden maar de nadelige gezondheidseffecten via ondermeer gezondheidsvoorlichting en preventie te beperken. Het viel de onderzoekers dan ook des te meer op hoe beperkt de preventie-uitgaven in deze context zijn. Een tweede belangrijke risicofactor zijn de kosten van verkeersongevallen omwille van het rijden onder invloed en de daardoor veroorzaakte doden, zwaar- en lichtgekwetsten en materiële schade. Officiële statistieken lijken dit risico te onderschatten en men geeft dat ook zelf toe. Zo zouden 10% tot 40% van de dodelijke verkeersslachtoffers aan alcoholmisbruik kunnen toegeschreven worden (123 tot 644 dodelijke verkeersslachtoffers). Officiële statistieken nemen de lage waarde aan, wij weerhielden op basis van tal van indicatoren een hoog cijfer. In de verkeerseconomie wordt de kost van deze verkeersslachtoffers steeds hoger inge-
1
Risocodrinken bij mannen ontstaat vanaf 4 glazen per dag (3,9 % van de bevolking ouder dan 15 jaar), probleemdrinken vanaf 6 glazen (bij 1,9 %); risicodrinken bij vrouwen ontstaat vanaf 2 glazen (3,5 % van de bevolking) en probleemdrinken (bij 1 %) vanaf 4 glazen.
3
schat. Wij weerhielden bijvoorbeeld als ‘waarde voor een mensenleven’ een kostprijs van 50 miljoen BEF, een waarde die schril afsteekt tegen de prijs gehanteerd als morele schadevergoeding in geval van overlijden in rechtbanken. Dit brengt ons op een totale kostprijs van ongeveer 60 miljard BEF of 1/4 van de totale kostprijs. In belangrijke mate is dit een kost voor de drinker zelf die verongelukt, maar hier situeert zich ook een kostprijs van 12 miljard voor de niet drinker die slachtoffer wordt van deze ongevallen onder invloed. Het feit is dat officiële statistieken blijkbaar dit risico onderschatten, en de praktijk van schadevergoeding mijlenver afstaat van wat in kosten - baten studies wordt gehanteerd. Wij concluderen in de studie dat de brouwerijsector met zijn Bob campagne in deze context strenger is dan de overheid, een overheid die op het moment van de studie ook de teugel leek te vieren op het vlak van handhavingsbeleid met dalende wegcontroles (pakkans voor rijden onder invloed daalde). Wanneer in de eerste twee categorieën diegene die overmatig drinkt vaak het eerste slachtoffer is, is er een derde risicofactor, met name de kosten veroorzaakt in de werkomgeving. Naast de boven beschreven kosten voor gewettigd ziekteverzuim omwille van ziekte, is het in buitenlandse studies steeds meer en meer evident dat een belangrijke kost van alcoholmisbruik zich situeert in de werksfeer, onder de invloed van verhoogde kans van werkloosheid, ongewettigde afwezigheid, de gewettigde afwezigheid wegens ziekte (is al in de gezondheidskost verrekend), maar vooral ook de aanwezigheid van personen met alcoholproblemen op de werkvloer veroorzaken extra kosten door lagere productiviteit. Deze thematiek is onderzoeksmatig amper bekeken in België de jongste twee decennia en wij moeten dan ook opnieuw buitenlandse inschattingen van het effect van alcohol combineren met Belgische cijfers over werkgelegenheid en productiviteit. Twee factoren domineren het resultaat: een verhoogde kans op werkloosheid bij alcoholmisbruik levert een kost op van ongeveer 22 miljard BEF, en een verlaagde productiviteit van 20 à 25% bij opnieuw ongeveer 5% van de beroepsbevolking levert een verlies aan productiviteit op van nog eens 66 miljard BEF. Daarenboven moeten de werklozen ook nog een vervangingsinkomen krijgen, nog eens goed voor 5,7 miljard BEF. De totale kost in de werksfeer is meer dan 90 miljard. De kost treft in eerste instantie het bedrijfsleven zelf, de overheid omwille van gederfde ontvangsten, en ook nog de werkloze die een lager inkomen heeft. Wanneer de eerste twee kostencategorieën nog in belangrijke mate uiteindelijk de drinker zelf treffen, wordt in deze derde categorie een majeure kost voor de rest van de economie geschetst die bijna 1% van het BNP betreft. Het is dan ook onbe-
4
grijpelijk dat dergelijke kost onderzoeksmatig en ook beleidsmatig zo weinig aandacht krijgt en bevestigt nog maar eens dat de kosten van alcoholmisbruik worden onderschat. De studie werpt ook een licht op de baten van alcoholgebruik en -misbruik. De batige effecten van matig gebruik via vermeden ziekte en vermeden sterfte leveren minder kosten op in de gezondheidszorg, minder transfers, meer productie en uiteindelijk de waarde van gewonnen levens. De waarde wordt geschat op ongeveer 31 miljard BEF. Tenslotte heeft de overheid aan alle alcoholconsumptie extra meerontvangsten via BTW en accijnzen van 19 miljard BEF. Een 11-tal miljard zijn nog baten voor de drinker omwille van ziekte- of werkloosheidsvergoeding, maar deze zijn manifest een kost voor de rest van de samenleving. De totale kost van alcoholmisbruik (overdadig drinken of ongepast drinken, bijvoorbeeld als men nog moet rijden) wordt geschat op 240 miljard BEF of 2,26% van het BNP wat een aanzienlijke kost is, maar die ook in tal van buitenlandse studies is terug te vinden. De directe kosten voor de gezondheidszorg zijn hiervan maar 1/10, wat ook vergelijkbaar is met buitenlandse studies, en komt neer op ongeveer 0,23% van het BNP. Van deze totale kost wordt ongeveer 109 miljard BEF (of 40%) door diegene die drinkt gedragen, in tweede instantie door het bedrijfsleven, en verder de overheid en derden die slachtoffer zijn van verkeersongevallen. Daartegenover worden nog 62 miljard BEF baten genoteerd, deels fiscale meeropbrengsten voor de overheid, maar vooral de gevolgen van batige gezondheidseffecten. Effecten in de werksfeer en directe en indirecte gezondheidseffecten zijn goed voor elk bijna 90 miljard BEF, de verkeersslachtoffers vertegenwoordigen nog eens ongeveer 60 miljard. Op tal van deze domeinen werd in het onderzoek op informatieleemten gestoten, die moesten omzeild worden, maar die kunnen wijzen op een onderschatting van het probleem. Door de meest recent buitenlandse evidentie en inzichten uit de gezondheidseconomie en de verkeerseconomie toe te passen in deze kosten-batenanalyse kan deze studie, die tot een aanzienlijke kost komt van het overdadig drinken, maar ook de baten meeneemt van matig drankgebruik, het beleid van alle betrokken partijen, de brouwerijsector die deze opdracht gunde, de overheid, diegenen die met preventie bezig zijn, de argumenten aanreiken om verder in een beleid te stappen van gezondheidsvoorlichting en preventie, preventie van rijden onder invloed via informatie maar ook strenger handhavingsbeleid en preventie rond de gevolgen van alcoholmisbruik op het werk. Daarmee wenst het rapport
5
een ogenopener te zijn om nieuwe accenten te leggen in het preventiebeleid, en om het preventiebeleid in het algemeen omtrent alcoholmisbruik te versterken.
6
Meer informatie kan bekomen worden bij: Prof. dr. Jozef Pacolet HIVA - Sector Sociaal en Economisch Beleid E. Van Evenstraat 2A 3000 Leuven tel. 016 32 31 49 of of gsm 0475 23 32 23 e-mail:
[email protected] Naar aanleiding van dit onderzoek verschenen volgende publicaties: Degreef T., Pacolet J. & Bouten R. (2003), Sociale kosten-baten analyse van alcoholgebruik en –misbruik in België, HIVA-K.U.Leuven, Leuven, 588 blz., ISBN 90-5550353-3. Pacolet J., Degreef T. & Bouten R. (2003), Sociale kosten-baten analyse van alcoholgebruik en –misbruik in België. Synthese, HIVA-K.U.Leuven, Leuven, 50 blz., ISBN 90-5550-351-7. De publicaties kunnen besteld worden bij: HIVA-K.U.Leuven E. Van Evenstraat 2E 3000 Leuven fax 016 32 33 44 e-mail:
[email protected] website: www.hiva.be