perfoMAX snijplaatboren Nieuwe generatie perfoMAX snijplaatboren: stabieler en sterker, met verbeterde spaanafvoer en koelmiddeltoevoer. De nieuwe perfoMAX snijplaatboor van Seco Tools biedt niet alleen een hogere productiviteit maar ook lagere afwerkingskosten per geboord gat. Verder is de boorbewerking veiliger en de spaanafvoer beter.
Seco Tools introduceerde de eerste Perfomax snijplaatboren in 1996. Deze boren waren destijds het eindresultaat van een ontwikkeling die begin de tachtiger jaren van start ging. Seco Tools was de eerste fabrikant die het concept van boren met snijplaten succesvol toepaste. Sindsdien heeft Seco altijd een leidende rol in de verdere ontwikkelingen ervan gespeeld. De verspaningsmarkt reageerde van in het begin positief op dit concept, maar wierp in de loop der tijd ook suggesties ter verbetering op, gedeeltelijk als gevolg van technologische ontwikkelingen op o.a. machinegebied. Seco heeft deze reacties serieus genomen en recent verwerkt in een totaal nieuw concept en programma – perfoMAX – dat op zoveel punten, sommige met een fundamenteel karakter, is gewijzigd dat zonder omhaal van een nieuwe generatie snijplaatboren mag worden gesproken.
Wat is perfoMAX? PerfoMAX is het meest complete en geavanceerde snijplaatboor concept dat momenteel beschikbaar is. Met een programma boren met diameters van 15 t/m 59 mm en boordiepten van 2XD, 3XD, 4XD en 5XD, is perfoMAX dé basiskeuze voor productiviteit en rentabiliteit bij boorbewerkingen. Een volledig programma boorlichamen, schachttypes, snijplaten en semi-standaard boren (trapboren, tussenliggende diameters en grote diameters) is beschikbaar. In tegenstelling tot andere snijplaatboren, maken alle perfoMAX snijplaatboren gebruik van vierkante snijplaten, zowel voor de omtrek- als voor de centrumsnijplaat. Dit levert directe en duidelijke voordelen op, met name een sterke boorpunt en een hoog rendement en lage boorkosten door de vier snijkanten per snijplaat.
De belangrijkste eigenschappen en voordelen van het nieuwe perfoMAX concept zijn: - Sterk en stabiel boorlichaam. Dit geeft veiliger boorbewerkingen, zeker tijdens intrede en uittrede. Daardoor wordt boren een minder kritische bewerking. De kwaliteit van het geboorde gat wordt duidelijk beter en de boorkosten dalen.
Met de eerste perfoMAX-generatie snijplaatboren borduurde Seco Tools voort op de SD50-snijplaatboren met zowel in het centrum als op de omtrek vierkante snijplaten (vierkante snijplaten Æ sterk, veel snijkanten Æ veilig en goedkoop boren). Toen deze generatie in 1996 op de markt kwam, wisten gebruikers de specifieke voordelen van deze
- Grotere koeldebieten. Koeldruk en –debiet van de koelpomp zijn één element (de bruto waarde) maar echt belangrijk is wat uiteindelijk beschikbaar is aan de boorpunt (de netto waarde). Het nieuwe concept van de koelkanalen verbetert het rendement van de koelmiddeltoevoer. Dit betekent dat de eisen die aan de koelpomp gesteld worden minder kritisch zijn waardoor de perfoMAX snijplaatboren ook op machines die vroeger minder geschikt waren, nu zonder problemen gebruikt kunnen worden. - Sterkere snijplaatzittingen. Deze eigenschap maakt – zeker bij kleinere boordiameters – de boor veiliger en minder gevoelig voor minder gunstige omgevingsomstandigheden. Tegelijkertijd is de centrumdoorsnede van de boor – zeker op de punt – vergroot waardoor de boor een betere weerstand tegen torsiebreuk krijgt. Tegelijkertijd is de boor minder gevoelig voor axiale breuk. - Nieuw ontwerp van de opnameschacht. Vooral de nieuwe –R7 schacht geeft de nieuwe perfoMAX boren een veel groter toepassingsvenster, o.a. bij boorbewerkingen op draaibanken. - Nieuw nikkel/fosfor/PTFE bekleed boorlichaam geeft een harder, gladder oppervlak met zeer lage wrijvingscoëfficiënt. Hierdoor verbetert de functionaliteit van het boorlichaam en krijgt de boor een veel verzorgder uitzicht. - Nieuwe universele boorhardmetaalkwaliteit T2000D. Specifiek ontwikkeld om samen met de beklede boren een optimaal boorresultaat te garanderen.
boren direct te waarderen. De vierkante snijplaten met hun sterke hoeken lieten hoge voedingssnelheden toe. De combinatie daarvan met de vier snijkanten leidden tot kostenreducties per gat en, niet onbelangrijk, het lage geluidsniveau zorgde voor een prettige werkomgeving. Die specifieke voordelen voegden zich bij de algemene pluspunten van snijplaatboren, die door Seco in de loop van de jaren negentig op de markt werden gebracht als alternatief voor snelstalen spiraalboren. Ten eerste hebben we het dan over de mogelijkheid het snijmateriaal en de bekleding exact op de verspanende bewerking af te stemmen; dit geldt bovendien ook voor de snijkantgeometrie (onder andere met het oog op een optimale spaancontrole), vooral bij lastige materialen. Verder is van dure naslijpbewerkingen, zoals in het geval van HSS of volhard metaalboren, geen sprake. Ook zijn snijplaten, eventueel na diverse malen indexeren, gemakkelijk te vervangen: de boor hoeft doorgaans niet uit de machine te worden verwijderd en de snijplaat hoeft niet opnieuw te worden ingesteld. Om al deze redenen streven fabrikanten – Seco niet uitgezonderd – ernaar om hun programma’s snijplaatboren te optimaliseren en uit te breiden.
Verschillen met spiraalboren
a.
In onbalans snijdt. Om dit verschijnsel toch gedeeltelijk weg te werken is de radiale (ver)plaatsing (hoekverdraaiing) van de snijplaten van groot belang. De radiale verspaningskrachten zullen elkaar niet echt opheffen maar de richting waarin de resulterende kracht en moment inwerken op de boor kan wel gecontroleerd worden. Dit heeft tot gevolg dat geleidlippen bij een snijplaatboor geen enkele zin hebben en in tegendeel de goede werking van de boor zouden hinderen. Dit verschijnsel betekent ook dat – tenzij geplaatst in een regelbare opname – een snijplaatboor altijd een grotere gatdiameter zal boren dan de nominale boordiameter.
b.
Geen dwarssnijkant heeft. Hierdoor zal de voedingskracht veel lager zijn dan bij een spiraalboor.
c.
De snijvoorwaarden voor de twee snijplaten (centrumsnijplaat en omtreksnijplaat) verschillend zullen zijn. Dit betekent o.a. dat de spanen niet symmetrisch gevormd zullen worden (spiraalspaan door de centrumsnijkant en vierkante spaan door de omtreksnijkant). Anderzijds zal het spaanvolume dat door de omtrekplaat geproduceerd wordt, hoger liggen dan dat van de centrumsnijplaat. Om hier terdege rekening mee te houden moeten het profiel (dwarsdoorsnede) en de afmetingen van de twee spaanafvoergroeven aangepast zijn.
d.
Door de hogere snijvoorwaarden (snijsnelheid en toerental) is de spaanproductie hoger en is spaanafvoer door spiraalvormige groeven niet meer opportuun. Het heeft bij snijplaatboren geen zin om gespiraliseerde spaanafvoergroeven toe te passen. Eerder in tegendeel. Hoe korter de door de spanen af te leggen weg (recht is korter dan spiraal) hoe sneller en hoe beter de spanen uit de boor komen. Anderzijds is het ‘axiaal verend’ aspect van de boor (hoorbaar door het scherp fluitend geluid tijdens de bewerking en de radiale kerven op het bodemvlak) ten gevolge van de gespiraliseerde groeven minder aanwezig als de spiraalhoek kleiner is.
Wat zijn de basisverschillen in het werkingsprincipe tussen een (perfoMAX) snijplaatboor en een (HSS) spiraalboor? Het concept van een spiraalboor steunt o.a. op de volgende kenmerken: - De boorpunt heeft twee snijkanten (‘tweesnijder’), maar waar deze snijkanten elkaar ontmoeten ontstaat een – niet snijdende – dwarssnijkant (de ziel). Deze dwarssnijkant betekent grote voedingskrachten en extra warmteopwekking. - Anderzijds betekent het tweesnedig karakter dat de boor in wezen altijd in balans snijdt (de radiale snijkrachten op de twee snijkanten heffen elkaar op – geen buigmoment op de boor). De beide snijkanten worden met dezelfde snijvoorwaarden gebruikt waardoor de spanen symmetrisch gevormd worden. - De boor is voorzien van geleidlippen die de boor in het geboorde gat moeten geleiden. Deze geleidlippen moeten de boor voor een deel haar nauwkeurigheid geven (o.a. compenseren voor fout aangeslepen snijkanten en – vooral – dwarssnijkant). - Door de relatief lage snijvoorwaarden is de spaanproductie relatief laag en de warmtegeneratie op de punt tijdens de bewerking eerder beperkt. De lage warmtegeneratie betekent dat koeling minder kritisch is bij een spiraalboor (geen echte noodzaak voor koelkanalen). - De kleine spaanproductie gecombineerd met een relatief laag toerental laat toe om het spiraalprincipe (Archimedesschroef) toe te passen om de spanen uit de boor te transporteren. Bij een snijplaatboor daarentegen: Is de boorpunt opgebouwd uit één enkele snijkant (die verdeeld wordt over twee, respectievelijk vier of meer snijplaten). Dit betekent dat een snijplaatboor:
Samengevat kan gesteld worden dat een snijplaatboor en een spiraalboor – tenzij dat ze beide gebruikt worden om een gat te boren – conceptueel niets meer met elkaar te maken hebben en dus de betreffende gebruiksmethodieken totaal verschillend zijn. De slechte resultaten die sommigen ervaren zijn in hoofdzaak te wijten aan het niet onderkennen van dit conceptueel totaal verschillende karakter
stukmateriaal. Vooral bij minder gunstige intrede (onregelmatige oppervlakken, schuine oppervlakken, gebogen oppervlakken) moet hier voldoende aandacht aan besteed worden. Bij eventuele problemen moet de voeding (= de intredevoeding) – tot de beide snijplaten in snede zijn – verlaagd worden. Hoe langer de boor is, hoe gevoeliger dit punt ligt. De lengte van de boor (vaak wordt de diameter als referentie genomen) is sowieso een belangrijk punt bij snijplaatboren.
van de twee gereedschappen en onbegrip voor de basiswerkingsprincipes van een snijplaatboor.
Aandachtspunten bij bewerkingen Gezien het concept van een snijplaatboor zijn er bij het gebruik ervan enkele punten die specifieke aandacht vragen: . - Ten opzichte van HSS spiraalboren worden snijplaatboren met een hogere snijsnelheid (snijmateriaal) en een lagere tafelvoeding (gesplitste snijkanten) gebruikt. Toch zal de combinatie van de twee de snijplaatboor een productiviteit geven die 5 tot 10 maal hoger ligt. -
Aangezien een snijplaatboor geen ziel (dwarssnijkant) heeft zullen de voedingkrachten – in tegenstelling tot wat velen gevoelsmatig denken – duidelijk lager zijn dan bij spiraalboren. De gemiddelde voedingskracht van een snijplaatboor ten opzichte van een spiraalboor met dezelfde diameter ligt een factor 2,5 maal lager. Dit maakt snijplaatboren de betere keuze in toepassingen waar voedingskracht belangrijk is (dunne werkstukken, draaibanktoepassingen, oudere machines e.d.). Belangrijk om op te merken is dat het snijvoormogen (medebepaald door de snijsnelheid) om een snijplaatboor te laten functioneren wel hoger ligt dan bij een HSS spiraalboor.
-
In bovenstaande context moet de aandacht er tevens op gevestigd zijn dat een snijplaatboor eigenlijk een “eentandig” gereedschap is (een spiraalboor is “tweetandig”). Opdat de boor in balans (de radiale snijkrachten op de beide snijkanten heffen mekaar grotendeels op) snijdt, moeten beide snijkanten samen kunnen functioneren. Elke situatie waarbij dit niet het geval is (onregelmatige intrede en/of uittrede, opboren (vergroten van bestaande boringen), doorboren e.d.) verdient speciale aandacht.
-
Door het concept van een snijplaatboor zijn toepassingen zoals kotterboren (enkel de omtreksnijplaat in snede) en excenterboren (bewust een andere diameter dan de nominale diameter van de boor boren) interessante toepassingen.
-
Het concept van een snijplaatboor betekent ook dat dit een typisch ruwgereedschap is. De geboorde diameter zal altijd groter zijn dan de nominale diameter van de boor. Door echter gebruik te maken van regelbare booropnames of door de basisboorbewerking te combineren met kotter- of excenter-boren zijn toch nauwkeuriger bewerkingen mogelijk.
Betrouwbaarheid
-
Aangezien de spaanafvoergroeven bij snijplaatboren minder helling hebben dan bij spiraalboren zullen andere hulpmiddelen aangewend moeten worden om de spanen op tijd uit de boor te krijgen. Anderzijds is de ‘spaanproductie’ (hoeveelheid spanen per tijdseenheid) door de hogere snijsnelheid hoger dan bij spiraalboren. Dit alles maakt bij snijplaatboren correcte spaanbreking evenals koeldebiet en –druk van wezenlijk belang voor de goede werking van een snijplaatboor. Alhoewel de nieuwe PTFE-bekleding (hieronder beschreven) van de perfoMAX boren deze koeling op haar beurt weer minder kritisch maakt.
-
Aangezien de boorpunt van een snijplaatboor niet zelfcenterend is, moet specifieke aandacht besteed worden aan de intrede van de boor in het werk-
Aan de ontwikkeling van de tweede Perfomax-generatie hebben verspanende bedrijven belangrijk bijgedragen door wensen en behoeftes te formuleren. Eén daarvan, betrekking hebbend op de kleinere boordiameters (< 20 mm), hield kritiek in op de betrouwbaarheid: er deed zich veel onvoorspelbare breuk voor; de sterkte van boor en snijplaten diende opgevoerd te worden. Een andere suggestie behelste de verbetering van de boorfunctie bij matig stabiele toepassingen, zoals boren met een lange uitsteeklengte, bij slecht opgespannen werkstukken, werkstukken met geringe wanddikte enz. Het was in dergelijke gevallen soms moeilijk om de boor correct op het werkstuk te krijgen bij aanvang van de boorbewerking. Een derde wens die de gebruikers te berde brachten was het geschikt maken van de boor voor draaibanktoepassingen, waarbij de boor niet-roterend wordt ingezet, om bijvoorbeeld de oppervlaktekwaliteit van een gat te verbeteren (kotterboren) of om spanen soepel te verwijderen. Als laatste punt
op het wensenlijstje voerde men verbetering van boren voor grotere diepten (4 en 5D) op. Hoewel de eerste generatie Perfomax goed was ontvangen in de markt, viel er op deze punten derhalve nog het een en ander te verbeteren. Als resultaat van deze inspanningen introduceerde Seco kortgeleden de tweede generatie perfoMAX boren. Het is daarbij gelukt om uit een oogpunt van gereedschapsuitwisselbaarheid, de vorm van de snijplaten onveranderd te laten. Buiten het doorvoeren van de hiervoor genoemde praktijkwensen is voorts het uiterlijk van de boor verfraaid en functioneel verbeterd. Hierdoor neemt de levensduur van het boorlichaam toe waardoor de boorkosten nog verder afnemen.
ment tegen buigen. Bij de nieuwe perfoMAX-boren is de doorsnede van het boorlichaam vergroot en is het materiaal meer verplaatst naar de periferie van de boor waar het beter bijdraagt aan het weerstandsmoment tegen buiging, en zo aan de buigstabiliteit. Door dit te doen konden de spaanafvoergroeven worden verdiept om het spanentransport te verbeteren, zonder dat dit de stabiliteit al te zeer ondermijnt. Een verdere verbetering van de stabiliteit is te danken aan het terugbrengen van de totale boorlengte: bij de 2D-, 3Den 4D-boren met 5 mm, bij de 5D-boren met 0 tot 3,5 mm, afhankelijk van de boordiameter.
Stabiliteit In totaal zijn verbeteringen aangebracht op niet minder dan zestien punten. De belangrijkste hiervan hebben betrekking op de stabiliteit van de boor en de boorbewerking, die sterk doorwerkt op de algehele boorfunctie. Gelijktijdig is een nieuwe veelzijdige hardmetaalkwaliteit geïntroduceerd: T2000D, die de bestaande hardmetaalkwaliteiten T100D en T200D vervangt. Het substraat van deze nieuwe hardmetaalkwaliteit is fijnkorrelig en heeft een hoog kobaltgehalte. De gebruikte bekleding is van het type Ti(C,N)-Al2O3-TiN die haar degelijkheid reeds meer dan bewezen heeft. De basis Ti(C,N) laag geeft een goede snijkantstaaiheid en zeer goede hechting op het onderliggende substraatmateriaal. De Al2O3-laag biedt slijtageen hitteweerstand. Hierdoor zijn hogere snijsnelheden mogelijk, wat ten goede komt aan de productiviteit van de bewerking. Andere vermeldenswaardige aanpassingen:
Twee zaken zijn essentieel om een snijplaatboor succesvol te laten boren. Stabiliteit is een voorwaarde voor een goede boorintrede in het werkstuk en hoge voedingen tijdens de bewerking te kunnen toepassen, en ruime en goed geprofileerde spaangroeven garanderen een betrouwbare spaanafvoer. Een probleem daarbij is dat deze twee aspecten op gespannen voet met elkaar staan: een grote doorsnede van de spaanafvoergroef verzwakt het weerstandsmo-
-
De tolerantie op de boordiameter is aangescherpt: bij een boorlengte van xD geeft Seco hiervoor op: D 0/+0,x (bijvoorbeeld bij 5D is de gattolerantie D 0/+0,5. De haalbare gattolerantie hangt natuurlijk ook af van o.a. het werkstukmateriaal, de snijgegevens en de boorlengte/diepte.
-
De geometrie van de boorpunt is aangepast. Door de verbeterde koelmiddeldoorvoer, die hiermee bereikt wordt, breken de kanalen niet meer uit ter plaatse van de buitenkant van het boorlichaam en de plaatsing van de gaten is met het oog op een betere doorstroming aangepast. Om de koeling verder te verbeteren hebben alle boren in het diameterbereik 15 – 40 mm dubbele koelkanalen.
-
Om de sterkte van de punt van het boorlichaam op te voeren zijn de aanlegvlakken voor de snijplaten (zittingen) opnieuw ontworpen. Hiermee wordt ingespeeld op de kritiek van de gebruikers t.a.v. de bedrijfszekerheid van het boorlichaam, met name bij kleinere diameters. Er zijn o.a. afschuiningen aangebracht in de snijplaatzittingen zodat vermeden wordt dat kleinere boren zouden breken. Het dunste deel van de boorpunt is tegelijktijd vergroot met een fiks percentage (afhankelijk van de
diameter) waardoor de torsiesterkte van de boor toeneemt.
temperatuur. Anderzijds geeft dit complex het oppervlak enerzijds een gladder aspect en anderzijds een lagere wrijvingscoëfficiënt ten opzichte van staal(-legeringen). Hierdoor zijn er minder ‘hindernissen’ op de door de spaan af te leggen weg waardoor risico op spaanopstropping kleiner wordt. Dat deze bekleding de boor een extra hard oppervlak geeft is een mooi meegenomen voordeel dat de levensduur van het boorlichaam zeker ten goede komt. De US Food & Drug Administration en de USDA keurden dit type bekleding goed voor gebruik in productietechnische apparatuur. Bij normaal gebruik van de boren bestaat geen risico op allergische reacties die zijn toe te schrijven aan het nikkelgehalte.
Opnameschachten Nieuwe bekleding Alle perfoMAX boren hebben een oppervlaktebehandeling ondergaan met een nikkel/fosforoplossing. De dikte van de bekleding bedraagt 10 µm en de hardheid ervan 1000 HV. De buitenste PTFE-laag (Teflon) is in de nikkel/fosfor-laag gesinterd wat o.a. tot gunstige wrijvingseigenschappen leidt gedurende de gehele levensduur van de boor. Daardoor wordt het spanentransport aanzienlijk verbeterd; die eigenschap komt vooral tot haar recht bij inzet van 4xD en 5xD boren, waarbij een betrouwbare spanenafvoer van groot belang is. De hoge hardheid van de bekleding in combinatie met de lage wrijving leidt tevens tot een verminderde slijtage. Snijplaatboren hebben twee zwakkere punten. Enerzijds een zeer grote warmtegeneratie op de snijkanten ten gevolge van de hoge snijsnelheden. Aangezien deze warmte niet snel afgevoerd kan worden (de boor is ‘opgesloten’ in het werkstuk), neemt de temperatuursstijging rondom de boorpunt sterk toe. Dat boren in zelfhardende materialen kritisch ligt, is in hoofdzaak te wijten aan dit fenomeen. Een ander zwak punt is de spaanafvoer. Een groot spaanvolume gecombineerd met relatief nauwe (ten opzichte van het spaanvolume) spaanafvoergroeven betekent dat de minste hapering in de spaanafvoerstroom (door bijvoorbeeld niet regelmatige aanvoer van koeling, wegvallen van de koeldruk, tijdelijk micro-vastlassen van de spaan aan het spaanvlak (= oppervlak van de spaanafvoergroeven) direct aanleiding geeft tot spaanopstropping met in veel gevallen een gebroken of ‘vastgelaste’ boor als eindresultaat. Beide fenomenen samen zijn zichtbaar als de duidelijk merkbare slijtage achter en juist boven de snijplaten op het boorlichaam. Door het boorlichaam te bekleden met een nikkel/ fosfor/PTFE complex worden beide problemen voor een groot stuk geneutraliseerd. PTFE (Teflon) geeft aan het booroppervlak een extra ‘warmteverspreidende’ eigenschap waardoor de aan de boorpunt gegenereerde warmte beter afgevoerd wordt langs het booroppervlak, met als gevolg minder warmteconcentratie op de punt en dus een lagere
Evenals dat bij de eerste generatie perfoMAX-boren het geval was, heeft de gebruiker ook bij deze nieuwe generatie keuze uit verschillende uitvoeringen van de opnameschacht. Nieuw is een type voor niet-roterende toepassingen; dit type (-R7) is beschikbaar in het gehele ISO 9766 bereik en is overigens ook voor toepassingen met draaiende boor geschikt. De schacht heeft een tweede vlak gedeelte tegenover het vlakke deel van de bestaande –R7 schacht om de inzetbaarheid bij draaibanktoepassingen te vergroten.
Bij dergelijke toepassingen dient de hartlijn van het werkstuk in één lijn te liggen met de hartlijn van de boor. Als dat niet zo is kan de centrale snijplaat worden gepositioneerd boven de hartlijn van het werkstuk, wat kan leiden tot een snijplaat- of boordefect. Bij alle draaibanken bestaat een kleinere of grotere afwijking tussen de hartlijn van het gereedschap en die van het werkstuk. Het tweede vlakke gedeelte geeft de mogelijkheid deze afwijking snel en eenvoudig te compenseren. Wanneer de boor bijvoorbeeld slecht functioneert, met o.a. een slechte oppervlaktekwaliteit en ongunstige geluidsproductie, kan de boor 180° gedraaid worden, met een beter resultaat.
Andere nieuwe uitvoeringen van de schacht zijn: - 50RG, een nieuwe schacht voor snijplaatboren, ontworpen overeenkomstig de Graflex G5-afmeting, met een flensdiameter van 50 mm - RS, eveneens een nieuwe schacht, als combinatie van de huidige Seco Weldon -R3 en de Whistle Notch -R4schacht; speciaal geschikt voor kleinere machines die geen inzet van grotere schachtdiameters toelaten.
SD70, specifiek voor draaibanktoepassingen (toepassingen met niet roterende boor) Voor toepassingen op draaibanken (niet roterende boor) heeft Seco nog altijd het SD70 concept. Deze boren hebben een zeer specifieke boorpunt geometrie. Deze geometrie verzekert een optimale spaanvorming. De boorpunt wordt gerealiseerd met twee trigon snijplaten. Typisch aan deze boor zijn de uitgebreide mogelijkheden tot kotterboren en excenterboren. Met slechts 7 verschillende boorlichamen kan om het even welke diameter tussen 15 en 59 mm geboord worden.
roterend worden ingezet op draaibanken en, last but not least, de standtijd van zowel de boor als de snijplaten is fors verlengd.
Seco Tools Seco Tools heeft wereldwijd een goede reputatie als leidinggevende producent en leverancier van hardmetaal verspaningsgereedschappen en bijhorende uitrustingen. Seco Tools speelt een vooraanstaande rol als ervaren en gedreven leverancier van intelligente oplossingen voor allerlei verspaningsvraagstukken. Seco Tools biedt meer dan 20.000 verschillende producten, vanaf de gereedschapsopnames tot en met de snijplaten. Met dit totaalprogramma biedt Seco Tools, zelfs in de meest complexe toepassingen, altijd de meest optimale oplossing voor elke verspaningsbewerking. Seco Tools is strategisch perfect geplaatst om zich te associeren met allerlei high-tech bedrijven waar ook ter wereld. De bedoeling van die strategische associaties is altijd om, met technologisch goed doordachte gereedschappen en verspaningsmethodes, de klant te helpen om een productieve en kostenbewuste productie uit te bouwen.
Besluit Aan het einde van dit artikel kunnen we concluderen dat de benaming ‘nieuwe generatie’ terecht is. De nieuwe perfoMAX boren zijn niet zomaar op enkele details gewijzigd, er is feitelijk een geheel nieuw snijplaatboorconcept ontwikkeld. Centraal daarin staan de verbeterde stabiliteit, de verbeterde koelmiddeldoorvoer, de slijtvaste en laag-wrijvingsbekleding van het boorlichaam en het gewijzigde ontwerp van de boorpunt en de snijplaatzittingen. De prestaties van deze boren liggen duidelijk op een hoger plan: de boorintrede is bedrijfszekerder, de oppervlaktekwaliteit van de boring is hoger en vooral het spanentransport is aanzienlijk verbeterd. De boor kan ook niet-
Seco Tools Benelux www.secotools.be