Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk
Evaluatie van distributie en gebruik van een 'patiënten' boekje voor zowel patiënt als huisarts
Frank Tol1 Marita Meulmeester2 Sandra van Dulmen1 1 2
NIVEL, Utrecht NPCF, Utrecht
ISBN 90-0000-000-0 http://www.nivel.nl
[email protected] Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 ©2009 NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoud
Samenvatting
5
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Relevantie Doelstelling Distributiewijzen
7 7 8 8
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Methode Tijdsplanning Deelnemers Instrumenten Distributie van de boekjes Werkzaamheden praktijkassistentes ‘actieve’ praktijken Werkzaamheden praktijkassistentes ‘passieve’ praktijken
3 Resultaten 3.1.1 Passieve distributiewijze 3.1.2 Actieve distributiewijze 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
9 9 9 9 10 11 11 13 17 17
Conclusies Distributie Waardering en gebruik van het boekje Praktijkassistentes Beperkingen van het onderzoek Aanbevelingen voor de toekomst
19 19 19 20 20 20
Literatuurlijst
23
Bijlage I: Vragenlijsten Bijlage II: Bedrukking omslagenveloppen Bijlage III: Protocollen praktijken
25 31 33
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
3
4
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Samenvatting
In dit pilot onderzoek werd de distributie en het gebruik van een hulpmiddel voor zowel huisartsen als patiënten bij huisartsconsulten onderzocht. Het instrument ‘met een briefje naar de dokter’ is enerzijds een boekje dat patiënten moet helpen met het formuleren van hun klachten en herinneren wat de aanbevelingen van de huisarts zijn. Anderzijds biedt het huisartsen de gelegenheid duidelijkere informatie te krijgen over de klacht van de patiënt. Bij vijf huisartspraktijken in de regio Midden-Nederland zijn twee verschillende distributiewijzen van de boekjes onderzocht, evenals het gebruik van en ervaringen met de boekjes. Huisartsen en praktijkassistentes hielden bij hoeveel boekjes er de deur uitgingen en hoeveel er op het spreekuur verschenen. Verder moesten patiënten, huisartsen en praktijkassistentes vragenlijsten invullen. Via de passieve distributiewijze, waarbij patiënten de boekjes mee konden nemen uit de wachtkamer, werden twee keer zoveel boekjes verspreid als bij de actieve distributiewijze. Bij de actieve distributiewijze, waarbij boekjes naar patiënten opgestuurd werden die binnenkort op spreekuur kwamen, verschenen echter meer boekjes ook daadwerkelijk op het spreekuur van de huisarts. Patiënten en huisartsen vonden het boekje eenvoudig te gebruiken, maar verder waren ze er gematigd positief of zelfs negatief over. Doordat het boekje weinig gebruikt is tijdens dit onderzoek kunnen geen sterke conclusies verbonden worden aan deze resultaten. Het feit dat het boekje weinig gebruikt is, kan misschien wel als sterker signaal gezien worden dat patiënten het gebruik van een dergelijk hulpmiddel niet waarderen.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
5
6
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
1 Inleiding
De relatie tussen patiënt en behandelaar is aan het veranderen. Er is als het ware sprake van een emancipatieproces waarbij er een meer gelijkwaardige relatie aan het ontstaan is tussen behandelaar en patiënt. Naast de nadruk op medische aspecten komt er in de behandeling steeds meer aandacht voor zelfmanagement vaardigheden. Deze vaardigheden liggen op diverse domeinen. Het gaat om zaken als mondigheid, therapietrouw, zelfinzicht, gedragsverandering. Deze onderwerpen zijn uitgewerkt in de brochure ‘De Patiënt aan zet! 2006’ van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Niet iedereen is in staat zich als mondige gesprekspartner op te stellen. De mate waarin een individu zich zal kunnen/ willen opstellen als een betrokken gesprekspartner heeft te maken met tal van factoren zoals leeftijd, communicatieve vaardigheden, opleiding, afkomst en de betreffende problematiek/ziekte. Juist voor de mensen die minder goed in staat zijn een gesprek te voeren bij een huisarts is een hulpmiddel een extra steun in de rug. Een eenvoudig hulpmiddel dat daarbij van dienst kan zijn is het patiëntenboekje ‘Met een briefje naar de dokter’. In dit boekje kan de patiënt voorafgaand aan een bezoek aan de arts zijn vragen opschrijven en achteraf de belangrijkste informatie uit het gesprek noteren. Hoewel dit een eenvoudige manier lijkt om patiënten een deel van de regie over hun gezondheid en ziekte in handen te geven, is allereerst de vraag hoe een dergelijk hulpmiddel bij de patiënt terecht kan komen, hoe deze het ontvangt en welke rol de huisarts of assistent daarbij kan spelen.
1.1
Relevantie De relevantie voor het ontwikkelen en uitzetten van een dergelijk hulpmiddel is ingegeven door de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) waarin uitwisseling van informatie tussen patiënt en zorgverlener centraal staat. Na een periode van evaluatie en onderzoek naar de WGBO lijkt de tijd rijp voor concrete implementatie ervan in de praktijk. Het is wenselijk een instrument in te zetten dat zich richt op zowel de behandelaar als de patiënt en niet eenzijdig op de een of de ander. Het project 'Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk' beoogt de identificatie van faciliterende en belemmerende factoren ten aanzien van de implementatie van een instrument dat zich richt op zowel de huisarts als de patiënt alsmede concrete toepassing van WGBOelementen in dagelijkse praktijk. De NPCF heeft in januari 2006 de brochure en handreiking ‘De Patiënt aan zet!’ uitgebracht. Voor het eerst kwam hiermee een geluid vanuit de patiëntenbeweging dat er naast rechten ook verantwoordelijkheden zijn voor patiënten. Centraal staat de eigen inbreng van de patiënt tijdens de behandeling. Het doel van de brochure is
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
7
bewustwording op gang te brengen bij zowel patiënten als zorgverleners. Deze brochure benoemt een aantal verantwoordelijkheden waar patiënten bewust(er) mee om kunnen gaan: informatie verzamelen, informatie verstrekken, meebeslissen, meewerken, verantwoord gebruik maken van zorg en betaalverplichting. In het onlangs verschenen advies van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg getiteld ‘Vertrouwen in de arts’ en het signalement ‘Goed patiëntschap’ die in 2008 zijn samengebracht in de publieksuitgave ‘Vertrouwen in de spreekkamer’, wordt gesteld dat arts en patiënt in de spreekkamer gezamenlijk uitvoering moeten geven aan hun verantwoordelijkheden. Omdat deze rol voor de patiënt niet vanzelfsprekend is, kan een hulpmiddel zoals ‘Met een briefje naar de dokter’ daarbij van dienst zijn. Patiënten dienen daartoe de beschikking te krijgen over de boekjes en artsen dienen het gebruik daarvan aan te moedigen. Hoe de boekjes bij de patiënt te krijgen stond centraal in het onderhavige pilot onderzoek.
1.2
Doelstelling Meer concreet had dit pilot onderzoek tot doel om na te gaan 1. met welke methode van distribueren van de boekjes ‘Met een briefje naar de dokter’ de meeste patiënten worden bereikt 2. hoe patiënten het boekje gebruiken en het gebruik ervaren 3. of huisartsen het boekje in de spreekkamer terug zien 4. hoe huisartsen het gebruik van het boekje in de praktijk ervaren 5. hoe assistenten verschillende manieren van distributie van de boekjes ervaren.
1.3
Distributiewijzen Er werden twee verschillende distributiemethoden gebruikt in dit onderzoek. De eerste methode, die we passief noemen, hield in dat patiënten de boekjes zelf uit de wachtkamer mee konden nemen. Deze ‘passieve’ distributiewijze werd vergeleken met een ‘actieve’ distributiewijze. Bij deze methode stuurden praktijkassistentes de boekjes op naar patiënten die voor enkele dagen later een afspraak met de huisarts hadden gemaakt.
8
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
2 Methode
2.1
Tijdsplanning Het pilot onderzoek had een looptijd van zes maanden. In de eerste twee maanden zijn huisartspraktijken geworven en geïnstrueerd en zijn vragenlijsten ontwikkeld voor patiënten, huisartsen en praktijkassistentes. Van maand drie tot en met maand vijf is de distributie en het gebruik van de boekjes in de deelnemende huisartspraktijken geobserveerd en bijgehouden. De resterende tijd werd besteed aan het invoeren en analyseren van geretourneerde boekjes en vragenlijsten en het verwerken van de resultaten in de eindrapportage.
2.2
Deelnemers De vijf deelnemende huisartspraktijken waren de volgende praktijken: Actieve distributie - Praktijk Beltman (gezondheidscentrum de loods in Blaricum) - Praktijk Lanphen (gezondheidscentrum de loods in Blaricum, twee huisartsen) - Huisartsenpraktijk Nieuwland (Dr. Janssen in Amersfoort) Passieve distributie - Praktijk Veldhuizen* (Julius gezondheidscentra in Leidsche Rijn, Utrecht) - Praktijk Vleuterweide (Julius gezondheidscentra (zes huisartsen) in Leidsche Rijn, Utrecht) * Praktijk Veldhuizen is een dermate grote praktijk met veel verschillende huisartsen dat besloten is deze voor twee praktijken te laten tellen. Hier zijn dus ook twee keer zoveel boekjes geleverd als bij de overige praktijken. In totaal participeerden dus 11 huisartsen in het project.
2.3
Instrumenten Om het boekje te kunnen evalueren hebben we een aantal vragenlijsten ontwikkeld. Ten eerste wilden we weten wat de betrokken partijen van het boekje vonden. Het ging daarbij om de patiënten én huisartsen. Naast demografische gegevens hebben we patiënten gevraagd naar hun ervaringen met, meningen over en gebruik van het boekje. Huisartsen hebben we naar hun demografische gegevens gevraagd. Daarnaast werd ook gevraagd naar wat zij van het boekje vonden en hoe het gebruikt werd in hun spreekuur. De
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
9
assistentes hebben we gevraagd naar hun ervaringen met het verspreiden van de boekjes. Met name wat de werkzaamheden inhielden en hoeveel tijd ze er mee kwijt waren. In de praktijken kwamen posters te hangen die appelleerden aan de boekjes en het onderzoek. Deze posters zijn (net als het boekje) ontwikkeld door de heer T. Sandig. In de vragenlijsten die ontwikkeld zijn voor de drie doelgroepen werd naar de volgende onderwerpen gevraagd (voor de volledige vragenlijsten, zie bijlage I): Vragenlijst patiënt - Demografische gegevens - Gebruik van boekje in de afgelopen 8 weken - Beoordeling van het boekje - Toekomstig gebruik boekje Vragenlijst arts - Demografische gegevens - Consultgerelateerde gegevens - Evaluatie boekje op consult - Ervaringen met boekje - Toekomstig gebruik boekje Vragenlijst praktijkassistente - Achtergrondgegevens - Distributie Patiënten werden na verloop van twee maanden gevraagd het gebruikte boekje inclusief de ingevulde vragenlijst op te sturen naar de onderzoekers. Indien gewenst konden zij vervolgens hun boekje vanaf een bepaalde datum weer ophalen bij de praktijkassistente.
2.4
Distributie van de boekjes De boekjes zijn in de eerste week van september 2008 bij de praktijken afgeleverd. Per praktijk zijn 125 boekjes geleverd, behalve in Veldhuizen waar 250 boekjes geleverd zijn (750 in totaal). In drie praktijken 63 mannen- en 62 vrouwenversies en in drie praktijken andersom. Deze zijn aangeleverd in een bedrukte en opeenvolgend genummerde envelop met daarop uitleg over het onderzoek (zie bijlage II). Tevens is op het moment van aflevering met de betreffende huisarts het protocol doorgenomen om de huisarts goed te instrueren (zie bijlage III voor de protocollen). In de envelop zat naast het boekje ook een vragenlijst en retourenvelop (hoefde geen postzegel op). Op het boekje was ten behoeve van het onderzoek een ‘opzichtige’ sticker met instructie voor gebruik geplakt. In elke praktijk zijn affiches gehangen om patiënten te attenderen op de boekjes. Gedurende twee maanden zijn de boekjes actief dan wel passief verspreid onder de patiënten van de betrokken praktijken. Na twee weken (ongeveer half september 2008) zijn alle praktijken telefonisch benaderd om te controleren of alles liep als gepland. Na ongeveer zeven weken zijn alle praktijken wederom met deze vraag benaderd.
10
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
2.5
Werkzaamheden praktijkassistentes ‘actieve’ praktijken De boekjes waren in beheer bij de assistente. Zodra een patiënt een afspraak maakte bij de assistente die langer dan een dag later plaats kon vinden, stuurde de assistente het boekje inclusief vragenlijst aan de patiënt op. Het was de bedoeling dat op deze manier in elk van de drie praktijken 125 opeenvolgende patiënten een boekje krijgen toegestuurd zouden krijgen. De assistente hield op een administratieformulier bij hoeveel boekjes zij had opgestuurd en wanneer. Wanneer patiënten als reactie op de wervende poster in de wachtkamer uit zichzelf een boekje vroegen bij de assistent(e), konden ze een pakketje meekrijgen. Ook dan werd het nummer op het boekje genoteerd. Opmerking: In twee van de praktijken was de betreffende huisarts het niet eens met het opsturen van de bedrukte (met de uitleg van het onderzoek) envelop met boekje en vragenlijst daarin. Het zou de privacy teveel schaden en patiënten zouden dit niet waarderen. Als reactie hierop is besloten om aan de telefoon eerst aan patiënten te vragen of ze deel wilden nemen aan het onderzoek. Hierdoor moesten de assistentes in deze praktijken wel extra handelingen verrichten. Namelijk het verpakken van het boekje in een nieuwe envelop en het telefonisch vragen om deelname en uitleg geven.
2.6
Werkzaamheden praktijkassistentes ‘passieve’ praktijken De boekjes werden duidelijk zichtbaar in de wachtkamer gelegd. Ze zaten wel al in de bedrukte envelop met daarin ook de vragenlijst. Er lagen ook enkele inkijkexemplaren van de boekjes. Verder is gevraagd, wanneer patiënten bij de balie kwamen, of de assistente hen wilde attenderen op de boekjes. In eerste instantie wilden we de assistentes naast het in de wachtkamer aanvullen van de stapel boekjes verder niets laten doen. Na berichten van stagnatie in de distributie in een andere praktijk werd besloten om de praktijkassistentes meer te laten doen. Ze moesten patiënten die bij de balie kwamen, attenderen op de boekjes. Verder hebben we de assistentes gevraagd om één keer per dag de stapel aan te vullen, te tellen hoeveel er meegenomen zijn en dit in te vullen op een administratieformulier. In beide distributiewijzen hield ook de huisarts een administratieformulier bij waarop de nummers van de boekjes stonden. Wanneer een patiënt met een boekje op het spreekuur kwam schreef de huisarts de datum van die dag achter het nummer op het administratieformulier.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
11
12
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
3 Resultaten
De resultaten van het pilot onderzoek worden gepresenteerd in het licht van de vijf onderzoeksvragen. 1. Welke manier van distribueren van de boekjes heeft de meeste patiënten bereikt? Er hebben vijf verschillende gezondheidscentra/ huisartspraktijken meegedaan. Bij zowel de praktijken Lanphen en Veldhuizen hebben meerdere afzonderlijke huisartsen meegedaan. In tabel 3.1 staat vermeld hoeveel boekjes elke praktijk verspreid heeft. Tabel 3.1
Aantallen boekjes verspreid
Praktijk
Actief
Aantal boekjes verspreid
81
- Nieuwland
55
- Beltman
12
- Lanphen
14
Passief
177
- Veldhuizen
165
- Vleuterweide
12
Er zijn meer dan twee keer zoveel boekjes bij de patiënten terecht gekomen via de passieve dan via de actieve distributiewijze. Het kan zijn dat het ophangen van de posters en het attenderen van de patiënten op de boekjes een positieve invloed gehad heeft op het door de patiënten meenemen van de boekjes. Ongeveer de helft (47,2%) van alle boekjes is door de patiënten meegenomen, na ongeveer twee maanden in de wachtkamer gelegen te hebben. Vleuterweide heeft een kleine, 'gesloten' wachtkamer. Bij Veldhuizen is dit een enorme 'open' ruimte waar de boekjes op meerdere plekken lagen. Dat kan wellicht het grote verschil in het aantal verspreiden boekjes verklaren. Bij de actieve distributie is 21,6% van de boekjes bij de patiënten terechtgekomen. Een probleem met distributie dat gesignaleerd werd bij de actieve praktijken, was dat er weinig mensen meer dan één dag van te voren een afspraak maakten. Vier van de vijf assistentes van de ‘actieve’ praktijken gaven als suggestie voor toekomstige distributiewijze dat de boekjes op de praktijk uitgedeeld moeten worden of in de wachtkamer gelegd moeten worden, wat overeenkomt met de passieve distributiewijze.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
13
2. Hebben huisartsen het boekje in de praktijk teruggezien? Van de 11 huisartsen die meegedaan hebben, hebben acht de vragenlijst ingevuld en teruggestuurd. Op basis van hun antwoorden kunnen we concluderen dat weinig patiënten met het boekje op spreekuren verschenen zijn. In totaal zijn 11 patiënten met het boekje op de spreekuren verschenen. Het betrof tien patiënten die het boekje via de actieve distributiewijze ontvangen hadden. Eén patiënt die het boekje uit de wachtkamer meegenomen heeft (passieve distributie), heeft het boekje ook daadwerkelijk meegenomen naar het spreekuur. Hierbij dient gezegd te worden dat dit verschil inherent is aan de distributiewijze. Immers, via de ‘actieve’ wijze kwamen de boekjes terecht bij patiënten die binnen enkele dagen naar de huisarts toe moesten en bij de ‘passieve’ wijze zijn de boekjes meegenomen uit de wachtkamer terwijl nog niet duidelijk was of de patiënten de komende twee maanden nog een keer naar de huisarts toegingen. 3. Hoe hebben patiënten het gebruik van het boekje ervaren? Zoals hierboven al vermeld, hebben slechts 11 patiënten het boekje meegenomen naar het spreekuur. Op basis hiervan is moeilijk te zeggen hoe het gebruik ervaren is. Ook de respons op de vragenlijsten was laag; zeven patiënten hebben het boekje en de vragenlijst opgestuurd, waarbij vier de vragenlijst volledig ingevuld hebben. Eén van hen heeft het boekje en de vragenlijst blanco teruggestuurd. Eén heeft alleen de vragenlijst teruggestuurd Tabel 3.2 Respondent
Demografische gegevens patiënten Leeftijd
Geslacht
Opleiding
In de toekomst weer gebruiken?
1
42
Man
Middelbaar
Onbekend
2
40
Vrouw
Hoger
Nee
3
22
Vrouw
Middelbaar
Nee
4
60
Vrouw
Hoger
Ja
5
64
Vrouw
Middelbaar
Nee
6
60
Vrouw
Hoger
Nee
7
Onbekend
Man
Onbekend
Onbekend
De vier patiënten die de vragenlijst volledig ingevuld hadden, vonden het boekje eenvoudig te gebruiken (zie tabel 3.3). Ook vonden ze het boekje, gemiddeld gezien, nuttig ter voorbereiding op het gesprek met de huisarts. Patiënten waren gemiddeld minder dan vijf minuten kwijt met het invullen van het boekje. Op de vraag of patiënten het boekje in de toekomst weer zouden gebruiken antwoordden vier van de vijf respondenten negatief.
14
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Tabel 3.3
Gemiddelde rapportcijfer (1-10) van de 4 respondenten die de beoordelingen ingevuld hebben en de duur van het invullen van 5 respondenten
Criterium
Beoordeling (n=4)
Tijd (min.)(n=5)
(range)
(range)
Nuttig voor zelf
6,5 (5-7)
Nuttig voor familie/naasten
5,25 (1-8)
Nuttig ter voorbereiding gesprek met huisarts
7,5 (5-10)
Nuttig om informatie later terug te lezen
6,25 (3-8)
Eenvoudig in gebruik
8,75 (7-10)
Tijdsbesteding invullen boekje
5,0 (1-10)
De klachten waarmee de patiënten naar de huisarts kwamen waren divers (zie tabel 3.4). Twee patiënten zijn tweemaal met het boekje naar de huisarts geweest. Eén van hen heeft haar boekje niet teruggestuurd en dus kan daar verder niets over gerapporteerd worden. Tabel 3.4 Respondent
Kenmerken huisartsbezoek Reden bezoek
Mate van pijn
Mate van bezorgdheid
1
Zere knie
7,5
7,5
2
Rode, droge huid/plekken
onbekend
6
3
Harde/pijnlijke buik
5
5,5
4
Afname gehoor
onbekend
5
5(1)
Schelle hoofdpijn
5
3
5(2)
Duizelig/misselijk/moe/slecht zicht
6
onbekend
Patiënten konden voorafgaande aan het huisartsbezoek in de boekjes aangeven hoeveel pijn ze hadden en hoe bezorgd ze waren op een schaal van 1 tot 10. Deze schalen werden niet door alle patiënten gebruikt. Bij het zelf vooraf opschrijven wat de patiënt mankeerde, varieerden de antwoorden van het opsommen van symptomen tot het zelf opschrijven van mogelijke verklaringen. Voorbeeld patiënt A: “Erg veel pijn aan de binnenkant van mijn rechterknie. Niet regelmatig, maar 1 keer in de paar maanden (terugkerend). Ik denk zelf mijn meniscus. Dit omdat ik hier eerder aan geopereerd ben. Ik ben bang om weer geopereerd te moeten worden. Op dit moment blijft het alleen bij deze klacht” Aan het einde van het consult kon de patiënt de samenvatting opschrijven van wat er gezegd was. Het merendeel van de patiënten heeft hier gebruik van gemaakt.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
15
Voorbeeld patiënt B: Stoppen met medicatie; Bloeddruk o.k. Hartslag o.k.; Ik ga zelf kijken (ontspanning).” 4. Hoe hebben huisartsen het gebruik van het boekje ervaren?
4.1
Het boekje op spreekuur
Drie huisartsen hebben aangegeven patiënten met het boekje op spreekuur gehad te hebben. Huisarts 1 merkte geen verschil tussen consulten zonder en met boekje. Huisarts 2 zei dat er wel verschil was en dat dit zat in het zelf meer bewust zijn van de ongerustheid/bezorgdheid van de patiënt wanneer het boekje gebruikt werd. Volgens huisarts 3 was een consult met boekje eigenlijk twee delen: eerst werd het boekje doorgenomen, waarna alsnog het normale consult volgde. Over het algemeen werd het boekje op het spreekuur ervaren als niet nuttig voor zowel de patiënt als de huisarts (zie tabel 3.5). Tabel 3.5
Huisartservaringen met het boekje op spreekuur Huisarts 1
Huisarts 2
Huisarts 3
Ja
Nee
Ja
Nee
Nee
Ja
Nuttig (zelf)
Af en toe
Nee
Nee
Nuttig (patiënt)
Af en toe
Nee
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Nee
-
Criterium Extra inspanning (tijd) Extra inspanning (belasting)
Eenvoudig te gebruiken (zelf) Eenvoudig te gebruiken (patiënt)
Gevraagd naar de meerwaarde van het boekje gaf huisarts 2 aan dat het meer focus in het consult kan brengen. Huisartsen 1 en 3 zagen geen meerwaarde voor zichzelf, de praktijkondersteuner of het consult. Mogelijk kon volgens huisarts 1 het boekje wel meerwaarde hebben voor een kleine specifieke groep patiënten. Hierbij werd niet vermeld om wat voor groep patiënten dit kon gaan. 4.2
Het boekje in zijn algemeen
Gevraagd naar wat er zou moeten gebeuren om in de toekomst het boekje in de praktijk te kunnen gebruiken, hebben drie huisartsen uit de ‘passieve’ praktijken niet geantwoord. De twee andere artsen uit de ‘passieve’ praktijken gebruikten allebei het woord actief en richten zich allebei op de distributiewijze. Actief meegeven aan patiënten door de dokter en actief attenderen op het boekje suggereerden zij. Huisarts 1 van de ‘actieve’ praktijken begon ook over de distributiewijze en stelde voor
16
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
dat patiënten alleen gewezen moesten worden op het bestaan van de boekjes, zodat ze het zelf af konden halen, een soort passieve distributie dus. Huisarts 2 zei dat patiënten het te betuttelend en te simpel vinden. Volgens huisarts 3 is het misschien beter om het boekje bij een andere (minder mondige) patiëntenpopulatie te gebruiken. Gevraagd naar suggesties om het boekje te verbeteren, begonnen enkele huisartsen wederom over de distributie (zie tabel 3.6). Tabel 3.6
Letterlijke suggesties van huisartsen om het boekje te verbeteren.
Huisarts
Suggesties
1 (actief)
Geen boekje maar kaart. Noem het een spreekkamerkaart en leg het in de wachtkamer om mee te nemen en tijdens het wachten invullen. Toesturen werkt niet
2 (actief)
De mensen die ik zag (in mijn Vinex-wijk met gemiddeld hoger opgeleide bevolking) vond het boekje niet nodig en kinderachtig. Maar wellicht is dit niet de juiste doelgroep
7 (passief)
verbetering van de verspreiding
8 (passief)
Ik zie met name toegevoegde waarde van het boekje voor patiënten met licht verstandelijke beperking of die laag geschoold zijn
Vier huisartsen hebben geen suggesties naar voren gebracht. 5. Hoe hebben de assistentes de verschillende distributiewijzen ervaren? 3.1.1
Passieve distributiewijze Twee assistentes die bij de passieve distributiewijze betrokken waren gaven aan de volgende werkzaamheden verricht te hebben: het aanvullen van de voorraad boekjes in de wachtkamer en noteren op het administratieformulier hoeveel er meegenomen waren. Eén van de twee assistentes ervoer de distributie en de werkzaamheden daaromheen af en toe als extra inspanning. De ander niet. Wat als inspanning ervaren werd, was wanneer ze uit moest leggen hoe de boekjes en vragenlijsten gebruikt moesten worden.
3.1.2
Actieve distributiewijze Bij de actieve distributiewijze zijn zes assistentes betrokken geweest, waarvan vijf de vragenlijst ingevuld hebben. Zij vermeldden dat ze eerst geschikte patiënten moesten zoeken (patiënten die langer dan één dag later een afspraak hadden), waarna de enveloppen met boekje en vragenlijst verstuurd konden worden. Tevens werden bij twee praktijken de patiënten opgebeld en gevraagd of ze mee wilden doen. Hier moest het boekje met de vragenlijst ook opnieuw verpakt worden. Drie van de vijf assistentes ervoeren de distributie als extra inspanning. Het zoeken van de juiste patiënt (1x) en het uitleg geven over het onderzoek (2x) werd als meest inspannende deel van de werkzaamheden ervaren. De tijd die assistentes kwijt waren met het verspreiden van de boekjes varieerde nogal. Van twee minuten per week tot 20 minuten per dag.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
17
Tabel 3.7 Assistente
Gegevens praktijkassistentes Aantal boekjes
Tijdsbesteding
Aantal uren
Ervaren als
verspreid
distributie
werkzaam
inspanning
1 (actief)
8
2 min. per week
27
Ja
2 (actief)
6
4 min. per week
18
Ja
3 (actief)
12
20 min. per dag
38
Nee
4 (actief)
8
10 min. per dag
22
Nee
5 (actief)
34
30 min. per week
25,5
Ja
6 (passief)
n.v.t.
0 min. per dag
32
Nee
7 (passief)
n.v.t.
5 min. per dag
20
Af en toe
We hebben de praktijkassistentes ook gevraagd hoe de distributie volgens hen het beste kon gebeuren. Van de vijf assistentes die de boekjes hebben moeten opsturen (van de actieve praktijken) gaven er vier aan dat ze geen voorstander zijn van de boekjes op te sturen. De vijfde heeft niets ingevuld. Als redenen werden gegeven dat patiënten niet zo heel vaak een afspraak ver van te voren maken en dat patiënten er niet op zitten te wachten.
18
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
4 Conclusies
Aan het einde van dit pilot onderzoek naar het gebruik en distributie van het boekje ‘Met een briefje naar de dokter’ kan als voornaamste geconcludeerd worden dat er weinig gebruik gemaakt is van het boekje gedurende de periode dat het onderzoek liep.
4.1
Distributie Alhoewel er meer dan twee keer zoveel boekjes verspreid zijn via passieve distributie, is deze methode niet perse effectiever dan actieve distributie. Bij beide distributiewijzen hebben namelijk weinig patiënten het boekje ook daadwerkelijk gebruikt. Van de 81 boekjes die via actieve distributie bij patiënten terechtkwamen, zijn er tien op het spreekuur teruggezien (12,3%). Er kan natuurlijk een deel van de patiënten niet op spreekuur verschenen zijn, maar dit zal in alle waarschijnlijkheid niet een groot aantal zijn. Twee huisartsen hebben opgemerkt dat de lage respons volgens hen komt doordat hun praktijk staat in een wijk/gemeente waar relatief veel hoger opgeleiden wonen. Zowel huisartsen als praktijkassistentes gaven aan opmerkingen in die trant gehoord te hebben. Zoals “te simpel”, maar ook “voor mensen die niet kunnen denken” en “kinderachtig”. Het lijkt er dus op dat het boekje voor mensen met een hoger opleidingsniveau minder aantrekkelijk is. Bij de passieve distributie is slechts één patiënt met het boekje op spreekuur gekomen. Het is goed mogelijk dat het merendeel van de 177 patiënten die het boekje uit de wachtkamer meegenomen heeft, niet meer op het spreekuur kwam gedurende de twee maanden die volgden. Of deze boekjes ooit nog op spreekuur verschijnen, blijft een interessante vraag.
4.2
Waardering en gebruik van het boekje Het op grote schaal niet gebruiken van het boekje kan toch ook opgevat worden als een negatieve waardering. Patiënten zitten blijkbaar niet te wachten op een dergelijk hulpmiddel. De patiënten die het boekje wel gebruikt hebben, lijken niet tevreden met het boekje. Vier van de vijf patiënten geven aan dat ze het boekje niet zouden gebruiken in de toekomst. Het boekje wordt nog wel als nuttig ervaren als voorbereiding op het gesprek met de arts, maar op andere aspecten wordt het nut van het boekje maar matig positief gewaardeerd. De waarderingen van de artsen van het boekje waren niet zeer positief. Het gebruik tijdens het consult werd niet zozeer als extra inspanning gezien, maar meer als niet of slechts af en toe nuttig voor zowel de huisarts zelf als de patiënt. Hierbij dienen enkele kanttekeningen gemaakt te worden. Ten eerste zijn het maar de meningen van drie
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
19
huisartsen. Verder zijn het ook alle drie huisartsen die weinig patiënten met het boekje op spreekuur gezien hebben. Twee van hen hebben ook aangegeven dat patiënten niet echt zitten wachten op het boekje. Mogelijk beïnvloedt dit hun beoordeling van nut van het boekje tijdens hun consulten. Wat wel overeind lijkt te blijven is de eenvoud van het boekje. Patiënten zelf beoordelen dit goed en ook huisartsen vinden het eenvoudig toe te passen in hun consulten.
4.3
Praktijkassistentes De distributie van de boekjes werd ook beoordeeld op werklast voor de praktijkassistentes. Het lijkt erop dat de actieve distributiewijze als meer belastend ervaren wordt. Dit is ook logisch aangezien de ‘actieve’ wijze meer werkzaamheden met zich meebrengt. Er dient wel gezegd te worden dat een deel van de werkzaamheden die als belastend ervaren werden, gerelateerd waren aan het onderzoek.
4.4
Beperkingen van het onderzoek De belangrijkste uitkomst van dit onderzoek, dat de boekjes weinig gebruikt worden, is tevens de grootste methodologische beperking. Om het gebruik van het boekje door huisarts en patiënt serieus te kunnen beoordelen, moet het boekje vaker op het spreekuur gebruikt worden. Een andere beperking is de tijdslimiet van het onderzoek. Waarschijnlijk hebben veel mensen die het boekje meegenomen hebben uit de wachtkamer niet de kans gehad om mee te doen aan dit onderzoek. Simpelweg, omdat ze in de twee maanden dat het onderzoek liep niet bij de huisarts geweest zijn. Een derde beperking kan te maken te hebben met de patiëntenpopulaties van enkele praktijken. Het lijkt erop dat praktijken met relatief veel hoger opgeleiden betrokken zijn geweest, terwijl juist lager opgeleiden extra baat bij het boekje kunnen hebben.
4.5
Aanbevelingen voor de toekomst Allereerst dient gezegd te worden dat het boekje een instrument in ontwikkeling is. Dit pilot-onderzoek zou tevens gebruikt worden om op basis van de mening van huisartsen en patiënten het boekje aan te passen. Het is lastig om concrete aanpassingen aan te bevelen aangezien er weinig gebruik is gemaakt van het boekje. Om het boekje te laten gebruiken door de patiënt lijkt het erop dat de praktijken/huisartsen een actieve rol moeten innemen. Dit houdt enerzijds in zorgen dat de boekjes bij patiënten terechtkomen die binnenkort op spreekuur komen. Anderzijds dient rekening gehouden te worden met wat de patiënt zelf wil. Gebaseerd op het beperkte aantal deelnemende patiënten in deze studie kan geconcludeerd worden dat niet iedereen behoefte aan het boekje heeft. Het is dus aan te bevelen niet iedereen het boekje toe te sturen, maar uit te zoeken wie er wel behoefte aan heeft. Hierbij kan bijvoorbeeld rekening gehouden worden met het opleidingsniveau van
20
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
de te benaderen patiënten. Mocht er een nieuw evaluatief onderzoek gedaan worden naar het boekje dan zou een langere looptijd misschien meer vruchten afwerpen. Dan wordt veel patiënten in ieder geval de kans gegeven om met het boekje op het spreekuur te kunnen komen. Het lijkt erop dat de patiëntenpopulatie van dit onderzoek niet warmloopt voor een hulpmiddel bij het communiceren met de huisarts. Wanneer gekeken wordt naar de communicatie tussen patiënt en huisarts, kan afgevraagd worden of patiënten vinden dat er veel verbetering nodig is. Er blijkt dat de meeste patiënten vinden dat de communicatie met hun huisarts tijdens een consult aansluit bij hun voorkeuren. In het algemeen vinden de patiënten zowel affect- als taakgerichte communicatieaspecten belangrijk, en komt de huisarts hier vaak aan tegemoet. Huisartsen blijken goed aan te voelen wat hun patiënten belangrijk vinden om over te praten. (Van den Brink-Muinen e.a., 2008). Patiënten hebben echter zelf ook een rol in het communicatieproces met de huisarts. Het belang van deze rol van de patiënt in het communicatieproces dient niet onderschat te worden. Het NIVEL/NPCF rapport ‘Het betrekken van het perspectief van patiënt en voorschrijver bij het verbeteren van de communicatie over geneesmiddelen en therapietrouw’ uit 2008 geeft aandachtspunten voor de patiënt die zouden kunnen helpen met het verbeteren van therapietrouw. Aanbevolen wordt dat de patiënt zorgen, verwachtingen, ervaringen en gedrag deelt met de hulpverlener. Anders dan verwacht, waren patiënten in 2002 juist minder actief dan zestien jaar tevoren: zij praatten minder, namen minder initiatieven, stelden minder vragen en uitten minder zorgen. (Bensing e.a. 2008). Een hulpmiddel dat patiënten kan helpen met de communicatie met de huisarts lijkt dus wel nodig te zijn. De problemen die in dit pilot-onderzoek naar voren kwamen, lijken niet zozeer te maken te hebben met de kwaliteit van het instrument. Dit is in ieder geval nauwelijks te beoordelen omdat er een groter probleem met de distributie was. Patiënten namen het boekje niet mee naar het consult of hebben niet de tijd gekregen het mee te nemen. Het blijft speculeren naar de oorzaak hiervan, maar de verschillende signalen vanuit de huisartsenpraktijken indiceren dat het boekje te simpel gevonden werd en dat er relatief veel hoger opgeleide patiënten bij deze praktijken kwamen.. Er is een relatie bekend tussen het actief meedoen in een consult en opleidingsniveau. Patiënten die een hogere opleiding genoten hebben participeren meer in een consult met hun hulpverlener dan lager opgeleide patiënten (Eggly et al, 2006). Voor deze mensen zou het boekje dan ook minder geschikt zijn. Het gaat er juist om dat patiënten die meer ‘problemen’ hebben met het zich uiten en communiceren, steun kunnen beleven aan het boekje. Uitkomstmaten in deze studie waren ook gericht hoe arts en patiënt het boekje ervaren hebben. Om beter zicht te krijgen op wat de eventuele toegevoegde waarde van het boekje kan zijn, zal meer naar objectieve(re) uitkomsten gekeken kunnen worden. Via video-observaties zou gekeken kunnen worden hoe er gecommuniceerd wordt en hoe het boekje hier eventueel een rol in heeft. Verder zou gevraagd kunnen worden naar wat de patiënt onthoudt na een huisartsconsult en of deze al zijn vragen heeft kunnen stellen. Hier zou dan een vergelijk gemaakt kunnen worden tussen consulten met het boekje en consulten zonder het boekje. Uit onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld het op papier hebben van aandachtspunten een positieve invloed heeft op het kunnen reproduceren van informatie (van der Meulen e.a., 2007).
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
21
Uiteindelijk kan toch niet voorbijgegaan worden aan het weinige gebruik en matige beoordelingen van het boekje. Zelfs wanneer de aanbevelingen toegepast zouden worden, moet er goed nagedacht worden of patiënten wel zitten te wachten op een hulpmiddel bij huisartsconsulten. Deze (beperkte) studie naar de implementatie van een dergelijk instrument lijkt te zeggen van niet.
22
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Literatuurlijst
Bensing, J.M., Tromp, F., Dulmen, S. van,. Brink-Muinen A. van den, Verheul, W. & Schellevis, F. (2008). De zakelijke huisarts en de niet-mondige patiënten: veranderingen in communicatie. Een observatieonderzoek naar consulten met hypertensiepatiënten. Huisarts en Wetenschap, 51, 6-10. Brink-Muinen A. van den, Dulmen, S. van, Jung, H.P. & Bensing, J. (2008). Communiceren huisartsen volgens de verwachtingen van hun patiënten? Huisarts en Wetenschap,51,141-146. Eggly, S., Penner, L.A., Greene, M., et al (2006). Information seeking during “bad news” oncology interactions: Question asking by patients and their companions. Social science & Medicine, 63, 2974 – 2985. Meulen, N. van der., Jansen, J., Dulmen, S. van, Bensing, J.& Weert, J. van. (2008). Interventions to improve recall of medical information in cancer patients: a systematic review of the literature. Psychooncology, 17, 857-868. Prins, M., Schoen, T., Doggen, C., Dijk, L. van & Dulmen, S. van. (2008). Het betrekken van het perspectief van patiënt en voorschrijver bij het verbeteren van de communicatie over geneesmiddelen en therapietrouw. Rapportage van het gezamenlijke project van NPCF en NIVEL aan Stichting Fonds PGO uitgevoerd in 2007/ 2008
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
23
24
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Bijlage I: Vragenlijsten Vragenlijst arts.
Code: ----------
De afgelopen twee maanden zijn er bij uw praktijk consultboekjes (met de titel ‘met een briefje naar de dokter’) verspreid. Om te kunnen evalueren hoe het gebruik van het boekje ervaren wordt, zouden we graag uw mening over het boekje weten. Sommige vragen kunnen misschien niet precies beantwoord worden. We vragen u dan een schatting te geven. Wanneer u klaar bent met invullen, kunt u de vragenlijst terugsturen in de bijgeleverde retourenvelop (geen postzegel nodig). Naast deze vragenlijst hebben we u ook gevraagd een gebruikslijst bij te houden. Hierop werden patiëntnummers genoteerd van patiënten die het boekje meegenomen hebben naar uw spreekuur. Zou u deze lijst bij de ingevulde vragenlijst in de retourenvelop willen stoppen. Al de gegevens die wij verzamelen zullen vertrouwelijk behandeld worden. Alvast hartelijk dank! 1.
Uw naam? (dit om gegevens aan gebruikslijst te kunnen koppelen) Dr. ...................
2.
Wat is uw geslacht?
3.
Wat is uw geboortedatum?
4.
Hoeveel uur per week werkt u, patiëntgerelateerd, in de praktijk?.............uur.
5.
Hoeveel patiënten komen er per week op uw spreekuur? ........... patiënten per week
6.
Hoeveel patiënten heeft u de afgelopen 2 maanden met het boekje bij u op het spreekuur gezien? ................. patiënten met boekje
7.
Hoelang duren uw consulten gemiddeld? ........... minuten per consult
8.
Kunt u aangeven waarin consulten waarbij patiënten een boekje meegenomen hebben verschillen t.o.v. consulten waarin dit niet het geval is? geen verschil wel verschil, namelijk ...........................................................................................
Man
Vrouw _ _ - _ _ - 19_ _
.................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... ....................................................................................................................................
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
25
9
Kunt u aangeven wat volgens u de meerwaarde is van het boekje (denk daarbij bijvoorbeeld aan de meerwaarde voor uzelf, de patiënt, het consult of de POH)? .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... ja
10 11 12 13 14 15
Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als extra inspanning (qua tijd) Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als extra inspanning (qua belasting) Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als nuttig voor uzelf? Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als nuttig voor de patiënt? Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als eenvoudig te gebruiken voor uzelf? Ervoer u het gebruik van het boekje tijdens een consult als eenvoudig te gebruiken voor de patiënt?
nee
af en toe
16
Ziet u het zitten wanneer in de toekomst patiënten met dit boekje bij u komen? Ja Nee
17
Wat moet er volgens u gebeuren om het boekje in de toekomst in de praktijk te kunnen gebruiken (bijvoorbeeld uw eigen rol/ rol patiënt/ rol praktijk)? .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... ....................................................................................................................................
18
Heeft u nog suggesties voor verbeteringen van het boekje (bijvoorbeeld qua inhoud of qua lay-out )? (Gebruik eventueel de achterzijde van dit blad) .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... ....................................................................................................................................
26
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Vragenlijst assistente
Code
-----------
De afgelopen twee maanden zijn er bij uw praktijk consultboekjes (met de titel ‘met een briefje naar de dokter’) verspreid. Om te kunnen evalueren hoe de distributie van het boekje ervaren wordt, zouden we graag uw mening over het boekje weten. Sommige vragen kunnen misschien niet precies beantwoord worden. We vragen u dan een schatting te geven. Wanneer u klaar bent met invullen, kunt u de vragenlijst terugsturen in de bijgeleverde retourenveloppe (geen postzegel nodig). Naast deze vragenlijst hebben we u ook gevraagd een distributielijst bij te houden. Hierop werd bijgehouden hoeveel pakketjes er verstuurd/meegenomen zijn. Zou u deze lijst bij de ingevulde vragenlijst in de retourenveloppe willen stoppen. Al de gegevens die wij verzamelen zullen vertrouwelijk behandeld worden. Alvast hartelijk dank!
1
Wat is de naam van de arts(en) waarvoor uw werkt? (dit om gegevens aan gebruikslijst te kunnen koppelen) 1. Dr.------------------------------2. Dr.------------------------------3. Dr.------------------------------4. Dr.------------------------------5. Dr.-------------------------------
2
Hoeveel uur per week werkt u in de praktijk? --------- uur.
3
Hoeveel boekjes heeft u de afgelopen twee maanden naar patiënten gestuurd? -----------boekjes.
4
Hoeveel tijd bent u per dag/week extra bezig geweest met het distribueren van de boekjes? -----------minuten per dag / per week (juiste omcirkelen)
5
Kunt u aangeven waaruit uw werkzaamheden rondom de distributie van de boekjes precies bestonden? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
27
4
Ervoer u de distributie van de boekjes en de werkzaamheden daaromheen als een extra inspanning? ja nee (ga verder met vraag 6) af en toe
5
Welk gedeelte van de werkzaamheden ervoer u in het bijzonder als extra inspanning? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6
Hoe zou volgens u de distributie van de boekjes gedaan moeten worden? ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
28
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Vragenlijst patiënt Om de toepassing van dit boekje in de praktijk te evalueren is hier een onderzoek aan verbonden, uitgevoerd door het NIVEL. We willen u vragen de komende 8 weken dit boekje te gebruiken elke keer als u naar de huisarts gaat. Na deze periode vult u onderstaande vragenlijst in en stuurt u dit lijstje met het gebruikte boekje tussen 15 en 29 oktober 2008 naar ons op in de bijgevoegde envelop*. Alvast hartelijk dank! 1
Wat is uw geslacht?
Man
2
Wat is uw geboortedatum?
…. -…. -19….
3
Wat is de hoogste opleiding die u heeft afgerond? Geen opleiding/ Lagere school Middelbaar/ Voortgezet onderwijs Hoger/ Universitair onderwijs
4
Hoe vaak bent u de afgelopen 8 weken naar de huisarts geweest?
------ keer
5
Hoe vaak heeft u bij die bezoeken van het boekje gebruik gemaakt?
-------keer
6
Heeft u, de laatste keer dat u het boekje gebruikt heeft, het boekje met uw huisarts doorgenomen? Ja Nee
7
Heeft u toen alles gevraagd wat u opgeschreven had?
8
Kunt u aangeven hoeveel minuten u kwijt was met het invullen van het boekje voorafgaande het bezoek aan de huisarts? (Laatste keer dat u het boekje gebruikt heeft) ……… minuten.
9
Vrouw
Ja
Nee
Wanneer heeft u de conclusie van de huisarts (de diagnose) opgeschreven? bij de dokter thuis niet opgeschreven
10.
Kunt u het boekje een rapportcijfer geven tussen 1 (heel slecht) en 10 (heel goed) op de volgende kenmerken: - nuttig voor mijzelf …. - nuttig voor familie en naasten …. - nuttig als voorbereiding op gesprek met de arts …. - nuttig om de informatie later terug te lezen …. - eenvoudig in gebruik ….
11.
Zou u dit boekje in de toekomst gebruiken?
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Ja
Nee
29
12.
Heeft u nog opmerkingen/suggesties? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
* Indien gewenst kunt u uw boekje mét attentie na 1-12-2008 bij de assistente ophalen en verder gebruiken.Wilt u dit? ja nee
30
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Bijlage II: Bedrukking omslagenveloppen Versie 1 (mannen): (deze envelop bevat een patiëntenboekje voor mannen/vrouwen) Geachte mijnheer/mevrouw, ....................................................... Hierbij ontvangt u een nieuw patiëntenboekje ‘Met een briefje naar de dokter©’. Wat is de bedoeling? Heel simpel: vlak vóór uw volgende bezoek aan uw huisarts schrijft u thuis uw klacht in het boekje op en neemt u het boekje mee naar de huisarts. Schrijf in het boekje aan het eind van het gesprek, bij de huisarts, op wat de conclusie (diagnose) was. Doe datzelfde voor en na elk bezoek dat u in de komende 8 weken aan uw huisarts brengt. Om het gebruik van het boekje in de praktijk te evalueren verzoeken wij u vriendelijk om daarna het boekje naar ons terug te sturen. Doe dit bij voorkeur tussen 15 en 29 oktober 2008 in de bijgeleverde voorgefrankeerde retourenvelop die u samen met een korte vragenlijst in het boekje kunt vinden. U krijgt op uw verzoek uw patiëntenboekje van de doktersassistente terug na 1 december 2008. De boekjes worden anoniem ingevuld en zijn daarom alleen herkenbaar aan uw geboortedatum. Hartelijk dank voor uw aandacht en gewaardeerde medewerking! Met vriendelijke groet, Het onderzoeksteam van NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg)
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
31
32
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Bijlage III: Protocollen praktijken Protocol ‘actieve’ praktijken Achtergrond Het project "De patiënt aan zet in de huisartspraktijk" (ofwel met een briefje naar de dokter) is een initiatief van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Het gaat om de introductie van een hulpmiddel voor de patiënt én de huisarts, te weten een consultboekje. In dit boekje kunnen patiënten voorafgaand aan ieder bezoek aan de arts hun vragen en zorgen noteren en na afloop van het artsbezoek de aan hen verstrekte informatie en (medicamenteuze) adviezen opschrijven. Dit instrument heeft vorig jaar de tweede prijs ontvangen van de Medisch Contact communicatieprijs 2007. Onderzoek Aan de introductie van dit boekje is een pilot onderzoek verbonden, uitgevoerd door het NIVEL. De pilot heeft tot doel om na te gaan 1 Welke manier van distribueren van de boekjes de meeste patiënten bereikt (passieve distributie vs. actieve distributie, ofwel patiënten pakken zelf de boekjes in de wachtkamer vs. patiënten krijgen van de praktijk een boekje mee). 2 Hoe patiënten het boekje gebruiken en het gebruik ervaren. 3 Of huisartsen het boekje in de praktijk terug zien. 4 Hoe huisartsen/ praktijkassistenten het gebruik van het boekje in de praktijk ervaren. 5 Hoe assistenten de verschillende wijze van distributie van de boekjes ervaren.
Deelname praktijken: Hieronder een kort overzicht wat precies verwacht wordt van de deelnemende praktijken. Assistent(e) Zodra een patiënt een afspraak maakt bij de assistent(e) die langer dan een dag later plaats kan vinden, stuurt de assistent(e) het boekje inclusief vragenlijst aan de patiënt op. (Wanneer een afspraak na 24 oktober is, hoeft geen boekje verstuurd te worden). Het is de bedoeling dat op deze manier in elk van de drie praktijken 125 opeenvolgende patiënten een boekje krijgen toegestuurd. De assistent houdt bij hoeveel boekjes zij heeft opgestuurd en wanneer. Wanneer patiënten uit zichzelf een boekje vragen bij de assistent(e), kunnen ze een pakketje meekrijgen. Ook hier dient het nummer op het boekje genoteerd te worden. Huisarts en assistent(e) De huisarts wordt gevraagd het nummer van het boekje waarmee een patiënt op het spreekuur komt op een lijst te noteren. Wanneer een patiënt geen boekje bij zich heeft wordt dus niets genoteerd.
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
33
Aan het eind van de distributieperiode wordt aan assistenten gevraagd hoe ze het actief dan wel passief distribueren van de boekjes hebben ervaren en hoe dit volgens hen verbeterd kan worden. Aan de huisarts wordt gevraagd hoe ze het gebruik ervaren. Is dit boekje ondersteunend aan de behandeling? Wordt het gebruikt? Wat is het tijdsbeslag? Wat kan er aan het boekje worden verbeterd? Duur Het verspreiden van de boekjes duurt tot uiterlijk 10 oktober 2008, op voorwaarde dat tenminste 50 boekjes verspreid zijn. Anders loopt het onderzoek nog 2 weken door tot 24 oktober 2008. Aan het eind van dit onderzoek bieden wij patiënten de gelegenheid om de eigen boekjes op te kunnen halen bij de praktijk. Dit zal kunnen vanaf 1 december 2008. Vergoeding Tegenover uw deelname staat een vergoeding van €300,-. Daarnaast zullen de portokosten die u gemaakt heeft met het opsturen van de pakketjes, vergoed worden door het NIVEL.
Puntsgewijs samengevat Werkzaamheden assistent(e) 1 De patiënt maakt een afspraak bij de assistent(e) die langer dan een dag later plaats kan vinden. 2 De assistent(e) stuurt het pakketje op naar de betreffende patiënt zodat deze het voor de betreffende afspraak ontvangt en kan gebruiken. 3 De assistent(e) vult op de ‘distributielijst’ het nummer van het boekje en de datum van verzenden in. Ook wanneer een patiënt bij de balie/receptie naar een boekje vraagt. Werkzaamheden huisarts 1
Wanneer een patiënt binnenkomt met een boekje wordt het nummer van het boekje ingevuld op de ‘gebruikslijst’.
Aan het eind van de distributieperiode vullen praktijkassistenten en huisartsen een korte vragenlijst in. Opmerking: In deze pilot wordt alleen de Nederlandstalige versie van het boekje gebruikt. Aangezien de plaatjes in het boekje als kwetsend ervaren kunnen worden voor allochtone patiënten, verzoeken wij u geen boekjes op te sturen naar deze patiënten.
34
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Gebruik van het boekje 1
De patiënt schrijft voor het bezoek aan de huisarts zijn/haar klachten op in het boekje.
2
De patiënt neem het boekje mee naar de huisarts en legt aan de hand daarvan uit waarvoor hij/zij komt.
3
De patiënt schrijft aan het eind van het bezoek aan de huisarts de conclusie/diagnose op in het boekje.
Om het boekje optimaal te laten gebruiken en het gebruik ervan goed te kunnen evalueren vragen wij van u, de huisarts, het volgende: Wanneer een patiënt met boekje bij u komt, verzoeken wij u de patiënt zijn/haar opgeschreven vragen te laten stellen, eventuele aantekeningen te laten zien en eventuele notities te laten maken.
Namens het NIVEL danken wij u alvast voor uw deelname. Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met Frank Tol
[email protected] (tel. 030-2729833).
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
35
Protocol ‘passieve’ praktijken Achtergrond Het project "De patiënt aan zet in de huisartspraktijk" (ofwel met een briefje naar de dokter) is een initiatief van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF). Het gaat om de introductie van een hulpmiddel voor de patiënt én de huisarts, te weten een consultboekje. In dit boekje kunnen patiënten voorafgaand aan ieder bezoek aan de arts hun vragen en zorgen noteren en na afloop van het artsbezoek de aan hen verstrekte informatie en (medicamenteuze) adviezen opschrijven. Dit instrument heeft vorig jaar de tweede prijs ontvangen van de Medisch Contact communicatieprijs 2007. Onderzoek Aan de introductie van dit boekje is een pilot onderzoek verbonden, uitgevoerd door het NIVEL. De pilot heeft tot doel om na te gaan 1 Welke manier van distribueren van de boekjes de meeste patiënten bereikt (passieve distributie vs. actieve distributie, ofwel patiënten pakken zelf de boekjes in de wachtkamer vs. patiënten krijgen van de praktijk een boekje mee). 2 Hoe patiënten het boekje gebruiken en het gebruik ervaren. 3 Of huisartsen het boekje in de praktijk terug zien. 4 Hoe huisartsen/ praktijkassistenten het gebruik van het boekje in de praktijk ervaren. 5 Hoe assistenten de verschillende wijze van distributie van de boekjes Deelname praktijken Hieronder een kort overzicht wat precies verwacht wordt van de deelnemende praktijken. Tegenover de deelname van uw praktijk staat een vergoeding van 150 euro. Algemeen 1 Er komen affiches te hangen in de praktijk en de boekjes komen duidelijk zichtbaar in de wachtkamer te liggen, om mee te nemen. 2
Wanneer een patiënt zich meldt bij de receptie/balie wordt deze geattendeerd op de boekjes.
3
Assistenten tellen 1x per dag hoeveel er zijn meegenomen en vullen de stapel aan
Huisarts en assistent(e) De huisarts wordt gevraagd het nummer van het boekje waarmee een patiënt op het spreekuur komt op een lijst te noteren. Wanneer een patiënt geen boekje bij zich heeft wordt dus niets genoteerd. Aan het eind van de distributieperiode wordt aan assistenten gevraagd hoe ze het actief dan wel passief distribueren van de boekjes hebben ervaren en hoe dit volgens hen verbeterd kan worden. Aan de huisarts wordt gevraagd hoe ze het gebruik ervaren. Is dit boekje ondersteunend aan de behandeling? Wordt het gebruikt? Wat is het tijdsbeslag? Wat
36
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
Duur Het verspreiden van de boekjes duurt tot uiterlijk 10 oktober 2008, op voorwaarde dat tenminste 50 boekjes verspreid zijn. Anders loopt het onderzoek nog 2 weken door tot 24 oktober 2008. Aan het eind van dit onderzoek bieden wij patiënten de gelegenheid om de eigen boekjes op te kunnen halen bij de praktijk. Dit zal kunnen vanaf 1 december 2008. Puntsgewijs samengevat Werkzaamheden assistent(e) 1 Patiënten die zich melden bij de receptie/balie worden geattendeerd op de boekjes. 2
1x per dag worden de boekjes geteld en wanneer nodig aangevuld.
3
De assistent(e) vult op de ‘distributielijst’ het aantal boekjes dat die dag verzonden is en de datum.
Werkzaamheden huisarts 1 Wanneer een patiënt binnenkomt met een boekje wordt het nummer van het boekje ingevuld op de ‘gebruikslijst’. Aan het eind van de distributieperiode vullen praktijkassistenten en huisartsen een korte vragenlijst in. Gebruik van het boekje 1 De patiënt schrijft voor het bezoek aan de huisarts zijn/haar klachten op in het boekje. 2
De patiënt neemt het boekje mee naar de huisarts en legt aan de hand daarvan uit waarvoor hij/zij komt.
3
De patiënt schrijft aan het eind van het bezoek aan de huisarts de conclusie/diagnose op in het boekje.
Om het boekje optimaal te laten gebruiken en het gebruik ervan goed te kunnen evalueren vragen wij van u, de huisarts, het volgende: Wanneer een patiënt met boekje bij u komt, verzoeken wij u de patiënt zijn/haar opgeschreven vragen te laten stellen, eventuele aantekeningen te laten zien en eventuele notities te laten maken.
Namens het NIVEL danken wij u alvast voor uw deelname. Voor vragen of informatie kunt u contact opnemen met Frank Tol
[email protected] (tel. 030-2729833).
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009
37
38
Patiënt aan zet in de huisartsenpraktijk, NIVEL 2009