Part-turn reductiekasten Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Certificate Registration No. 12 100/104 4269
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 Geldigheid bedieningsinstructies:
Bedieningsinstructies Deze bedieningsinstructies gelden voor wormwielkasten uit de serie GS 50.3 – GS 125.3 met voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3 en GS 160.3 – GS 250.3 met voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3.
Inhoudsopgave
Bladzijde
1. Veiligheidsinstructies 1.1 Toepassingsgebied 1.2 Onderhoud 1.3 Waarschuwingen
3 3 3 3
2.
4
Technische gegevens
3. Transport, opslag en verpakking 3.1 Transport 3.2 Opslag 3.3 Verpakking
7 7 7 7
4.
Montage handwiel
7
5.
Montageposities van de verschillende uitvoeringen
8
6.
Montage van aandrijvingen SA/SAR
9
7.
Montage op de afsluiter
11
8. Instelling eindaanslagen bij handbediening 8.1 Wormwielkast op vlinderkleppen 8.2 Wormwielkast op kogelkranen
12 12 13
9. Eindaanslagen met gemonteerde multi-turn aandrijving instellen 9.1 Wormwielkast op vlinderkleppen 9.2 Wormwielkast op kogelkranen
13 13 14
10. Wijziging hoekverdraaiing 10.1 Wijziging hoekverdraaiing bij bouwgroottes GS 50.3 – GS 125.3 (optie) 10.2 Wijziging hoekverdraaiing bij bouwgroottes GS 160.3 – GS 250.3
16 16 17
11.
18
Beschermingsklasse IP 68
12. Onderhoud 12.1 Algemene aanwijzingen 12.2 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 50.3 – GS 125.3 en voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3 12.2.1 Wormwielkast 12.2.2 Voorschakelkast 12.3 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 160.3 – GS 250.3 en voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3 12.3.1 Wormwielkast 12.3.2 Eéntraps voorschakelkast GZ 160.3 – GZ 250.3 (overzetverhoudingen 4:1 en 8:1) 12.3.3 Tweetraps voorschakelkast GZ 200.3 – GZ 250.3 (overzetverhouding 16:1) 12.4 Na het onderhoud
21 21 21 22 22
13.
Afvoeren en recycling
23
14.
Service
23
15.
Onderdelenlijst wormwielkasten GS 50.3 – GS 125.3 en voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3
24
16.
Onderdelenlijst wormwielkasten GS 160.3 – GS 250.3
26
17.
Onderdelenlijst voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3 (overzetverhoudingen 4:1, 8:1 en 16:1)
28
18.
Conformiteitsverklaring en Fabrikantenverklaring Trefwoordenregister Adressen AUMA vestigingen
30 31 32
2
19 19 20 20 20
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
1.
Veiligheidsinstructies
1.1
Toepassingsgebied
AUMA wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 worden toegepast voor de bediening van afsluiters (bijv. vlinderkleppen en kogelkranen). De wormwielkasten zijn geschikt voor zowel handbediening als motorbedrijf (samengebouwd met een aandrijving). In geval van andere toepassingen is overleg met de fabriek noodzakelijk. AUMA is niet aansprakelijk voor eventuele schade, voortvloeiend uit het gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de wormwielkasten bestemd zijn. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker. Tot een juist gebruik van de wormwielkasten behoort ook het inachtnemen van deze bedieningsinstructies.
1.2
Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften (zie bladzijde 19) moeten in acht genomen worden; anders kan niet gegarandeerd worden dat de producten goed functioneren.
1.3
Waarschuwingen
Indien de waarschuwingen en aanwijzingen niet in acht genomen worden, kan dit leiden tot grote schade en/of ernstig persoonlijk letsel. Het gekwalificeerde personeel moet volledig op de hoogte zijn van alle waarschuwingen en aanwijzingen van deze bedieningsinstructies. Voor een probleemloze en goede werking van de wormwielkasten zijn een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren, alsook een zorgvuldige inbedrijfname essentieel. De hieronder weergegeven waarschuwingstekens zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op de in deze instructies opgenomen veiligheidsprocedures en -aanwijzingen. Elk van deze aanwijzingen wordt aangeduid door een pictogram, dat met het doel van de aanwijzingen overeenkomt. Dit teken betekent: Let op! „Let op” betekent dat de desbetreffende handelingen of procedures van grote invloed zijn op de juiste werking van de wormwielkasten. Het niet-inachtnemen van die handelingen of procedures kan leiden tot het ontstaan van schade. Dit teken betekent: Waarschuwing! „Waarschuwing” betekent, dat het gaat om handelingen of procedures, die – indien niet op de juiste wijze verricht – een risico kunnen vormen voor de veiligheid van personen of materialen.
3
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
2.
Bedieningsinstructies
Technische gegevens
Uitvoering en functies Uitvoering Materiaal behuizing Zelfremmendheid Uitgaand draaimoment
Standaard: rechtsdraaiend RR, linksdraaiend LL, optie: RL resp. LR Standaard: gietijzer (GJL-250), optie: Nodulair-gietijzer (GJS-400-15) De wormwielkasten zijn onder normale bedrijfsomstandigheden in stilstand zelfremmend; harde schokken kunnen de zelfremmendheid tenietdoen. Vanuit de beweging is geen veilige remming gegarandeerd. Wordt dit vereist, dan dient een separate rem aangebracht te worden. Type
Uitgaand draaimoment 100 % max. Nm
140 % max. Nm
175 %1) max. Nm
200 %1) max. Nm
Draaimoment bij regelbedrijf2) max. Nm
250 500 1 000 2 000 4 000 8 000 16 000 32 000
350 700 1 400 2 800 5 600 11 250 22 500 45 000
– – – – – 14 000 28 000 56 000
500 1 000 2 000 4 000 8 000 – – –
125 250 500 1 000 2 000 4 000 8 000 16 000
GS 50.3 GS 63.3 GS 80.3 GS 100.3 GS 125.3 GS 160.3 GS 200.3 GS 250.3
Eindaanslagen Eindaanslagsterkte
Hoekverdraaiing GS 50.3 – GS 125.3
Hoekverdraaiing GS 160.3 – GS 250.3
Mechanische standaanwijzing
Ingaande as Bediening Motorbedrijf Type bedrijf Handmatige bediening
Vormsluitend voor beide eindstanden door verplaatsbare moer, in kleine trappen instelbaar Gegarandeerde eindaanslagsterkte (in Nm) bij ingangszijdige bediening Type
GS 50.3
GS 63.3
GS 80.3
Voorschakelkast
–
–
–
Nm
250
450
450
GS 100.3 VZ 2.3
VZ 3.3
500
Type
GS 160.3
GS 200.3
GZ 160.3
GZ 200.3
4:1
8:1
4:1
Nm
500
450
VZ 2.3
250
Voorschakelkast Overzetverhouding
GS 125.3 VZ 4.3
8:1
VZ 3.3
250
GS 250.3 GZ 250.3 16:1
4:1
8:1
500
16:1
500
Standaard:
vaste hoekverdraaiing tot max. 100°, instelling in de fabriek op 92° als bij de bestelling geen andere hoekverdraaiing wordt genoemd. Opties: instelling hoekverdraaiing mogelijk in stappen van: 10°– 35°, 35° – 60°, 60° – 80°, 80° – 100°, 100° – 125°, 125° – 150°, 150° – 170°, 170° – 190° Bij uitvoering met wormwiel van brons: hoekverdraaiing > 190°, draaiend zonder eindaanslagen, uitvoering GSD Standaard: instelbaar 80° – 100°, instelling in de fabriek op 92° als bij de bestelling geen andere hoekverdraaiing wordt genoemd. Opties: instelbaar in hoekgraden van: 20° – 40°, 40° – 60°, 60° – 80°, Bij uitvoering met wormwiel van brons: hoekverdraaiing > 100°, doordraaiend zonder eindaanslagen, uitvoering GSD Standaard: deksel mechanische standaanwijzing voor een continu standaanwijzing Opties: deksel mechanische standaanwijzing afgedicht voor horizontale buitenopstelling3) Beschermdeksel voor onderaardse inbouw in plaats van deksel mechanische standaanwijzing Cylindrisch met spie volgens DIN 6885.1 Met elektrische multi-turn aandrijving, direct of via voorschakelkast VZ/GZ flens voor de montage van aandrijving, zie ook separate technische gegevensbladen. Conform aandrijving Via handwiel, direct of via voorschakelkast VZ/GZ mogelijke handwieldiameters, selectie conform het maximale uitgaande draaimoment aan de uitgaande as: Type
GS 50.3
GS 63.3
GS 80.3
Voorschakelkast
–
–
–
–
Handwiel Ø mm
160 200 250
250 315
315 400
400 500
Type
GS 100.3
GS 160.3
Voorschakelkast
–
Handwiel Ø mm
630 800
315 400
GS 125.3 VZ 4.3
–
250 315
500 630 800
315 400
GS 200.3
GZ 160.3 400
VZ 2.3 VZ 3.3
315
– –
400
400 500
400 500
315 400
GS 250.3
GZ 200.3 500 630
VZ 2.3 VZ 3.3 VZ 4.3
– 315
–
GZ 250.3 800
500 630
1) Met wormwiel van Nodulair-gietijzer 2) Vereist wormwiel van brons 3) Voor toepassing bij gassen moet bij afgedichte deksel mechanische standaanwijzing een ontluchtingsventiel in het deksel mechanische standaanwijzing of ontluchtingskraan in de opbouwflens van de afsluiter aangebracht worden
4
VZ 4.3
500
400
Bedieningsinstructies Voorschakelkast Voorschakelkast Aansluiting afsluiter Aansluiting afsluiter
Koppelbus met kerfvertanding t.b.v. de verbinding met de as van de afsluiter. Toepassingsvoorwaarden Beschermingsklasse volgens EN 60 5294) Corrosiebescherming
Deklaag Kleur Omgevingstemperatuur
Levensduur
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Planetair stelsel met verschillende overzetverhoudingen om de draaimomenten aan de ingaande as te reduceren. Afmetingen volgens EN ISO 5211 Standaard: GS 50.3 – GS 125.3: zonder centrering GS 160.3 – GS 250.3: met centrering Opties: GS 50.3 – GS 125.3: met centrering GS 160.3 – GS 250.3: zonder centrering Standaard: ongeboord resp. met pilootboring vanaf GS 160.3 wormwielkast 4 x 90° kan op koppelbus omgezet worden Opties: op maat bewerkt, boring met spiebaan, binnenvierkant of DD Standaard: Opties5):
IP 68-3, stof- en waterdicht tot max. 3 m waterkolom IP 68-6, stof- en waterdicht tot max. 6 m waterkolom IP 68-10, stof- en waterdicht tot max. 10 m waterkolom IP 68-20, stof- en waterdicht tot max. 20 m waterkolom Standaard: KN geschikt voor de opstelling in industrie-installaties, in drinkwatermaatschappijen of energiecentrales bij gering belaste atmosfeer Opties: KS geschikt voor de opstelling in af en toe of continu belaste atmosfeer met geringe concentraties schadelijke stoffen (bijv. in zuiveringsinstallaties, chemische industrie) KX geschikt voor de opstelling in extreem agressieve atmosfeer met hoge luchtvochtigheid en sterke concentraties schadelijke stoffen Standaard: GS 50.3 – GS 125.3: twee-componenten-verf met ijzeroxidebestanddeel GS 160.3 – GS 250.3: van grondverf voorzien Optie: GS 160.3 – GS 250.3: twee-componenten-verf met ijzeroxidebestanddeel Standaard: grijs (DB 702, gelijkwaardig aan RAL 9007) Optie: andere verfkleuren op aanvraag Standaard: – 25 °C tot + 80 °C Opties: – 40 °C tot + 60 °C (lage temperatuur), uitvoering L – 60 °C tot + 60 °C (extreem lage temperatuur), uitvoering EL – 0 °C tot + 120 °C (hoge temperatuur), uitvoering H Open-dicht bedrijf: de levensduur is gebaseerd op een belastingsprofiel, dat typisch is voor part-turn afsluiters Type
GS 50.3 GS 63.3 GS 80.3 GS 100.3 GS 125.3 GS 160.3 GS 200.3 GS 250.3
100 % 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 15 000 10 000
Bedieningscycli (OPEN - DICHT - OPEN) bij zwenkbewegingen van 90° (max. 100°) en een maximaal uitgaand draaimoment 140 % 175 %6) 5 000 – 5 000 – 5 000 – 5 000 – 5 000 – 5 000 1 000 5 000 1 000 3 000 750
200 %6) 1 000 1 000 1 000 1 000 1 000 – – –
Regelbedrijf: min. 2,5 miljoen bedieningen7)
4) 5) 6) 7)
Zie hoofdstuk beschermingsklasse IP 68 Niet voor GS 50.3 Met wormwiel van Nodulair-gietijzer Bij regelbedrijf hangt de levensduur af van de belasting en de schakelfrequentie. Een hoge schakelfrequentie leidt slechts bij uitzondering tot een betere regeling. Teneinde een zo lang mogelijke onderhouds- en storingsvrije bedrijfstijd te bereiken, dient de schakelfrequentie slechts zo hoog als voor het proces noodzakelijk is te worden gekozen.
5
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 Accesoires Standaanwijzingen
Bedieningsinstructies
Wegschakelmechanisme WSG voor het signaleren van de tussen- en eindstanden voor exacte spelingsarme terugmelding voor hoekverdraaiingen van 82° – 98° (zie separaat gegevensblad) Wegschakelmechanisme WGD voor het signaleren van de tussen- en eindstanden voor hoekverdraaiingen > 180° (zie separaat gegevensblad) Wegschakelmechanisme Wegschakelmechanisme WSH voor handmatig bediende afsluiters. Voor het signaleren van de tussen- en eindstanden, (zie separaat gegevensblad) Bijzonderheden bij de toepassingen in explosiegevaarlijke omgevingen Explosiebeschermingsklasse II2G c IIC T4 volgens ATEX 94/9/EG Type bedrijf Kortstondig bedrijf S2 – 15 min., max. 3 cycli (OPEN-DICHT-OPEN) 90°, dan afkoeling tot op omgevingstemperatuur Intermitterend bedrijf S4 – 25 % tot aan het maximale draaimoment bij regelbedrijf Hoekverdraaiing Hoekverdraaiing > 90° op aanvraag Omgevingstemperatuur Standaard: – 20 °C tot + 40 °C Opties: – 40 °C tot + 40 °C (lage temperatuur) – 20 °C tot + 60 °C – 40 °C tot + 60 °C (lage temperatuur) – 50 °C tot + 60 °C (extreem lage temperatuur) – 60 °C tot + 60 °C (extreem lage temperatuur) Combinaties met aandrijvingen SA(R)ExC bij omgevingstemperaturen van > 40 °C in een speciale uitvoering Overig Referentie-documentatie Brochure wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 / GS 315 – GS 500 Maatschetsen GS 50.3 – GS 125.3, GS 160.3 – GS 250.3 Technische gegevens GS 50.3 – GS 125.3, GS 160.3 – GS 250.3 Technische gegevens SA, SAR, WSG, WGD, WSH Wormwielkasten met hefboom Zie separate documentatie
6
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
3.
Transport, opslag en verpakking
3.1
Transport
3.2
Opslag
.. .. ..
Transporteer het materiaal stevig verpakt naar de plaats van bestemming. Indien de wormwielkast met een aandrijving samengebouwd is: bevestig het hijsmateriaal aan de wormwielkast en niet aan de aandrijving. Sla het materiaal op in goed geventileerde en droge ruimtes. Bescherm het materiaal tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of op houten pallets op te slaan. Dek het materiaal af ter bescherming tegen stof en vuil. Bescherm ongespoten delen tegen corrosie met een daarvoor geschikt anti-corrosiemiddel (bijv. zuurvrij vet).
Indien wormwielkasten gedurende langere periode (meer dan 6 maanden) opgeslagen worden, moeten de hieronder vermelde punten eveneens in acht genomen worden:
. .
Voor opslag: bescherm ongespoten delen, in het bijzonder die van koppelbussen en montageflenzen, tegen corrosie met behulp van een langdurig werkend anti-corrosiemiddel. Controleer het materiaal elke 6 maanden op corrosievorming. Breng wederom anti-corrosiemiddel aan, indien de eerste tekenen van corrosie zichtbaar zijn.
3.3
Verpakking
Onze producten worden door speciale verpakkingen beschermd voor het transport af fabriek. De verpakking bestaat uit milieuvriendelijke materialen, die op eenvoudige wijze kunnen worden gescheiden en voor recycling in aanmerking komen. Wij adviseren u recycling- en inzamelcentra te benaderen voor het afvoeren van het verpakkingsmateriaal. Onze verpakkingsmaterialen zijn: hout, karton, papier en PE-folie
4.
Montage handwiel
Bij wormwielkasten, geschikt voor handbediening, wordt het handwiel los meegeleverd. Het handwiel dient ter plaatse te worden gemonteerd overeenkomstig de aanwijzingen in afbeelding 1. Afbeelding 1: Handwiel Tussenschijf (gedeeltelijk noodzakelijk) Circlip
Wormas wormwielkast
Handel (Optie) Tussenschijf (gedeeltelijk noodzakelijk) Circlip
Handwiel
7
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
5.
Bedieningsinstructies
Montageposities van de verschillende uitvoeringen
RR
LL
RL
LR
Beschrijving van de 4 verschillende uitvoeringen (met zicht op deksel mechanische standaanwijzing): Afkorting RR LL RL LR
Draairichting aan de ingaande as rechtsdraaiend rechtsdraaiend rechtsdraaiend rechtsdraaiend
Positie van de wormas Rechts Links Rechts Links
Draairichting aan de uitgaande as Rechtsdraaiend Linksdraaiend Linksdraaiend Rechtsdraaiend
Montage-posities van AUMA aandrijving met AUMA wormwielkast (bij bestelling opgeven) GS uitvoeringen RR/ RL
RR
RR
RR
RR
RL
RL
RL
RL
B
A
C
D
GS uitvoeringen LL /LR
A
LL
LL
LL
LL
LR
LR
LR
LR
B
C
D
Montageposities kunnen achteraf gemakkelijk worden veranderd. Beperking: Bij SA/SAR 14.1/14.5 met GS 125.3 zijn de montageposities „C” bij uitvoering RR/RL en „A” bij uitvoering LL/LR alleen met een handwieldiameter tot 315 mm mogelijk. Tot aan bouwgrootte GS 125.3 wordt de aandrijving – wormwielkastcombinatie in de bestelde montagepositie geleverd. Vanaf bouwgrootte GS 160.3 worden om verpakkingstechnische redenen aandrijving en wormwielkast gescheiden geleverd.
8
Bedieningsinstructies
6.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Montage van aandrijvingen SA/SAR Bij gezamenlijke uitlevering van wormwielkasten en multi-turn aandrijvingen wordt het samenbouwen tot aan bouwgrootte GS 125.3 reeds in de fabriek gerealiseerd. De montage van wormwielkasten vanaf de bouwgrootte GS 160.3 gaat zoals hierna omschreven. Indien de wormwiel- resp. voorschakelkast niet voorzien is van een opbouwflens: Ontvet zorgvuldig de blanke delen van de wormwiel- of voorschakelkast en het oppervlak van de opbouwflens. Plaats de opbouwflens en bevestig de flens met vier bouten, voorzien van veerringen. Draai de bouten gelijkmatig en kruisgewijs, met draaimoment volgens tabel 2, aan.
. . .
Afbeelding 2: Montage van aandrijving op wormwielkast Opbouwflens
Lagerflens
Opbouwflens
Voorschakelkast Lagerflens
. . .. .
Montage van aandrijving: Ontvet zorgvuldig het oppervlak van de lagerflens van de aandrijving en van de opbouwflens van de wormwielkast c.q. voorschakelkast. Plaats de aandrijving op de wormwielkast resp. voorschakelkast. De aandrijving kan 90° gedraaid gemonteerd worden (zie bladzijde 8, montageposities). Let op de centrering en het volledig op elkaar passen van de flenzen. Bevestig de aandrijving m.b.v. bouten voorzien van veerringen (zie tabel 1) op de flens van de wormwielkast. Draai de bouten gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 aan. Bevestig hijs- of hefmateriaal nimmer aan het handwiel van de aandrijving. Bevestig, als de aandrijving op de wormwielkast gemonteerd is, het hijs- of hefmateriaal aan de wormwielkast en niet aan de aandrijving.
9
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Tabel 1: Wormwielkasten/ Voorschakelkasten GS 50.3 GS 63.3 GS 80.3 GS 100.3 GS 100.3/VZ GS 125.3 GS 125.3/VZ GS 160.3 GS 160.3/GZ GS 200.3 GS 200.3/GZ Wormwielkasten/ Voorschakelkasten GS 63.3 GS 80.3 GS 100.3 GS 100.3/VZ GS 125.3 GS 125.3/VZ GS 160.3 GS 160.3/GZ GS 200.3 GS 200.3/GZ GS 250.3 GS 250.3/GZ Wormwielkasten/ Voorschakelkasten GS 160.3 GS 160.3/GZ GS 200.3 GS 200.3/GZ GS 250.3 GS 250.3/GZ
10
Bedieningsinstructies
Bouten voor de montage van AUMA aandrijvingen op wormwielkasten/voorschakelkasten (sterkteklasse tenminste 8.8) SA(R) 07.1-F07
SA(R) 07.1-F10/G0
SA(R) 07.5-F07
Bout
Veerring
St.
Bout
Veerring
St.
M 8 x 20 M 8 x 20
B8 B8
4 4
M 10 x 25 M 10 x 25
B 10 B 10
4 4
M 10 x 25
B 10
4
SA(R) 10.1-F10/G0
SA(R) 14.1-F14/G½
Bout
Veerring
St.
M 10 x 25 M 10 x 25 M 10 x 25 M 10 x 25
B 10 B 10 B 10 B 10
4 4 4 4
M 10 x 25
B 10
M 10 x 25
Veerring
St.
M 16 x 40
B 16
4
4
M 16 x 40 M 16 x 40
B 16 B 16
4 4
B 10
4
M 16 x 40
B 16
4
M 10 x 25
B 10
4
M 16 x 40
B 16
M 10 x 25
B 10
4
M 16 x 40
B 16
Veerring
St.
M 16 x 50
B 16
8
M 16 x 50
B 16
8
Veerring
St.
Bout
Veerring
St.
M 8 x 20 M 8 x 20
B8 B8
4 4
M 10 x 25 M 10 x 25
B 10 B 10
4 4
M 10 x 25
B 10
4
M 10 x 25
B 10
4
M 10 x 25
B 10
4
M 10 x 25
B 10
4
SA(R) 16.1-F16/G3
Bout
Veerring
St.
M 16 x 40
B 16
4
M 16 x 40
B 16
4
4
M 16 x 40
B 16
4
4
M 16 x 40
B 16
4
SA(R) 30.1-F30
Bout
Bout
SA(R) 14.5-F14/G½
Bout
SA(R) 25.1-F25
SA(R) 07.5-F10/G0
Bout
Veerring
St.
M 20 x 50
B 20
8
Bout
Veerring
St.
M 20 x 50
B 20
4
M 20 x 50
B 20
4
M 20 x 50
B 20
4
Bedieningsinstructies
7.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Montage op de afsluiter
AUMA wormwielkasten GS en voorschakelkasten VZ/GZ kunnen in elke gewenste positie gemonteerd en bediend worden.
. . .. .. . .
Bij vlinderkleppen adviseren wij bij de montage uit te gaan van de eindstand DICHT. (Breng de wormwielkast, vóór de montage, door het handwiel met de wijzers van de klok mee te draaien tot de mechanische eindaanslag DICHT). Bij kogelkranen wordt geadviseerd om bij montage uit te gaan van de eindstand OPEN. (Breng de wormwielkast, vóór de montage, door het handwiel tegen de wijzers van de klok in te draaien tot de mechanische eindaanslag OPEN). Ontvet het oppervlak van de aansluitflens zorgvuldig. Monteer de koppelbus op de as van de afsluiter en borg de koppelbus (zie afbeelding 3, figuur A of B). Zorg ervoor dat de maten X en Y resp. Z (zie tabel 2) niet overschreden worden. Vet de vertanding van de koppelbus goed in met een zuurvrij vet. Plaats de wormwielkast op de afsluiter. Let op een correcte centrering van de wormwielkast. Bevestig de wormwielkast door de bouten (tenminste kwaliteit 8.8), voorzien van veerringen aan te brengen. Bouten gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 aandraaien.
Afbeelding 3
A
B
Koppeling Draadstift
Z Y
X Afsluiter
Tabel 2: Aantrek-draaimomenten voor bouten van verschillende sterkteklasses Wormwielkast Type-Flens GS 50.3-F05 GS 50.3-F07 GS 50.3-F10 GS 63.3-F10 GS 63.3-F12 GS 80.3-F12 GS 80.3-F14 GS 100.3-F14 GS 100.3-F16 GS 125.3-F16 GS 125.3-F25 GS 160.3-F25 GS 160.3-F30 GS 200.3-F30 GS 200.3-F35 GS 250.3-F35 GS 250.3-F40
Afmetingen
Bouten
X max Y max Z max 6 5 65 14 5 61 14 5 61 7 18 73 10 13 76 13 18 78 23 5 88 22 13 123 22 8 123 17 35 126 17 27 126 15 11 130 30 0 140 19 19 160 44 0 190 8 8 220 13 0 230
aantal x draadsoort 4xM 6 4xM 8 4 x M 10 4 x M 10 4 x M 12 4 x M 12 4 x M 16 4 x M 16 4 x M 20 4 x M 20 8 x M 16 8 x M 16 8 x M 20 8 x M 20 8 x M 30 8 x M 30 8 x M 36
Sterkteklasse 8.8 11 25 51 51 87 87 214 214 431 431 214 214 431 431 (1489) (1489) (2594)
Sterkteklasse Sterkteklasse A2-70/A4-70 A2-80/A4-80 aantrekmoment TA [Nm] 8 10 18 24 36 48 36 48 61 82 61 82 150 200 150 200 294 392 294 392 150 200 150 200 294 392 294 392 564 – 564 – – –
Aanwijzing: In de praktijk is gebleken, dat het moeilijk is, bouten of moeren van M30 en groter met de voorgeschreven draaimomenten aan te trekken. Daardoor is het gevaar aanwezig, dat de wormwielkast zich ten opzichte van de afsluiterflens radiaal beweegt. Om de verbinding tussen afsluiter en wormwielkast te verbeteren, raden wij aan Loctite 243 (of een gelijkwaardig middel) op de contactvlakken aan te brengen.
11
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
8.
Bedieningsinstructies
Instelling eindaanslagen bij handbediening Als wormwielkast GS samen met een afsluiter wordt uitgeleverd, zijn de eindaanslagen reeds ingesteld.
8.1
Wormwielkast op vlinderkleppen Eindstand DICHT instellen
.. . . ..
Alle bouten (03) van de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 4, 5). Met het handwiel de afsluiter in eindstand DICHT brengen. Indien eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot de aanslag draaien. Indien bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de gewenste positie terugplaatsen. Bouten (03) samen met veerringen (04) vastdraaien. Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 vastdraaien.
Tabel 3: Wormwielkast GS 50.3 GS 63.3 GS 80.3 GS 100.3 GS 125.3 GS 160.3 GS 200.3 GS 250.3
Eindaanslag bevestigd met bouten (03) M8 M8 M8 M12 M12 M10 M12 M16
Afbeelding 4: Eindaanslag tot GS 125.3
Eindstand OPEN instellen
12
10
Beschermkappen bevestigd met bouten (054)
Materiaal
M6 M6 M6
A2-80 A2-80 A2-80
A2-80 A2-80 A2-80 A2-80 A2-80 A2-80 A2-80 A2-80
Afbeelding 5: Eindaanslag vanaf GS 160.3
03/04
03/04
.
Materiaal
1
10
1
Indien de positie van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het symbool DICHT overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechanische standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel mechanische standaanwijzing tot DICHT-symbool en draai de bouten weer vast.
Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld. Indien hoekverdraaiing niet overeeenkomt, zie hoofdstuk 10.
Bedieningsinstructies 8.2
Wormwielkast op kogelkranen
Eindstand OPEN instellen
Eindstand DICHT instellen
9.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
.. . . . .
Indien de eindaanslagen worden ingesteld, moet eerst de eindstand OPEN worden ingesteld. Indien de exacte eindstandpositie van de afsluiter niet aan een markering aan de as van de afsluiter af te leiden is, dient de afsluiter te worden uitgebouwd voordat men tot de instelling overgaat.
Alle bouten (03) van de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 4, 5). Met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen. Indien eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze tegen de wijzers van de klok in (linksom) tot de aanslag draaien. Indien bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de gewenste positie terugplaatsen. Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 vastdraaien. Indien de positie van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het symbool OPEN overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechanische standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel mechanische standaanwijzing tot OPEN-symbool en draai de bouten weer vast. Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld. Indien de hoekverdraaiing niet overeeenkomt, zie hoofdstuk 10.
Instelling eindaanslagen bij een gemonteerde multi-turn aandrijving
. . .
9.1
. .. . . . .. .
Wormwielkast op vlinderkleppen Eindstand DICHT instellen
Als wormwielkast GS en multi-turn aandrijving samen met een afsluiter worden uitgeleverd, zijn de eindaanslagen, het wegschakelmechanisme en het draaimomentmechanisme reeds ingesteld. Indien het wegschakelmechanisme en het draaimomentmechanisme nog niet zijn ingesteld, dienen deze conform de bedieningsinstructies SA/SAR en de specificaties van de afsluiterfabrikant ingesteld te worden. De afsluiterfabrikant bepaalt, of de afsluiter weg- of draaimomentafhankelijk afgeschakeld dient te worden.
Naloop van de multi-turn aandrijving in beide richtingen vaststellen (de verstelling van de afsluiter, nadat de motor is uitgeschakeld). Alle bouten (03) de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 4 en 5). Aandrijving naar handmatige bediening omschakelen en met het handwiel de afsluiter in de eindstand DICHT brengen. Indien eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag draaien. Eindaanslag (10) ½ slag tegen de wijzers van de klok in (linksom) terugdraaien. Daardoor wordt gewaarborgd, dat de mechanische eindaanslag bij elektrisch bedrijf niet vastloopt en bij draaimoment-afhankelijk sluiten de afsluiter daadwerkelijk kan sluiten. Indien bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de gewenste positie terugplaatsen. Bouten (03) samen met veerringen (04) terugplaatsen. Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 vastdraaien. Indien de positie van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het symbool DICHT overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechanische standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel mechanische standaanwijzing tot DICHT-symbool en draai de bouten weer vast.
13
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Bedieningsinstructies
. . .
Wegafhankelijke afschakeling in de eindstand DICHT Afsluiter een stukje vanuit de eindstand terugdraaien, en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Wegschakelmechanisme conform de bedieningsinstructies SA/SAR instellen. Instelling draaimomentschakelaars voor de eindstand DICHT conform de bedieningsinstructies SA/SAR controleren, eventueel aan de benodigde waarde aanpassen.
. . .
Draaimomentafhankelijke afschakeling in de eindstand DICHT Handwiel ca. 4 – 6 omwentelingen tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien. Wegschakelmechanisme voor de eindstand DICHT conform de bedieningsinstructies SA/SAR instellen (voor de signalering). Instelling draaimomentschakelaars voor de eindstand DICHT controleren en indien nodig aanpassen aan de benodigde waarde.
Eindstand OPEN instellen
Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld. Wormwielkast tot aan de eindaanslag in de eindstand OPEN brengen.
. . .
Gebruik de handbediening voor het laatste gedeelte van de stelweg. Breng de afsluiter door middel van de handbediening een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop: Bij direct gemonteerde aandrijving: bij ongeveer 4 tot 6 omwentelingen aan het handwiel. Bij gemonteerde voorschakelkast VZ/GZ: bij ongeveer 10 tot 15 omwentelingen aan het handwiel, conform de reductie van de voorschakelkast. Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de eindstand OPEN in conform de bedieningsinstructies SA/SAR. Indien de hoekverdraaiing niet overeenstemt, zie hoofdstuk 10.
Afbeelding 6: Eindaanslag tot GS 125.3
03/04
03/04
10
9.2
Wormwielkast op kogelkranen
. 14
Afbeelding 7: Eindaanslag vanaf GS 160.3
1
10
1
Indien eindaanslagen moeten worden ingesteld, eerst de eindstand OPEN instellen. Is de exacte eindstandpositie van de afsluiter niet aan een markering op de as van de afsluiter te herkennen, dan dient de afsluiter te worden uitgebouwd voordat men tot de instelling overgaat. Naloop van de aandrijving in beide richtingen vaststellen (= de verstelling van de afsluiter, nadat de motor uitgeschakeld is).
Bedieningsinstructies
Eindstand OPEN instellen
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
.. . . . .. .
Alle bouten (03) aan de eindaanslag (10) verwijderen (afbeeldingen 6, 7). Aandrijving naar handmatige bediening omschakelen en met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen. Indien de eindaanslag (10) nog niet meedraaide, deze tegen de wijzers van de klok in (linksom) tot de aanslag draaien. Eindaanslag (10) ½ slag met de wijzers van de klok mee (rechtsom) terugdraaien. Daardoor wordt gewaarborgd, dat de mechanische eindaanslag niet vastloopt tijdens elektrisch bedrijf. Indien de bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad in de behuizing (1) overeenkomen, eindaanslag (10) verwijderen en in de gewenste stand terugplaatsen. Bouten (03) samen met veerringen (04) indraaien. Bouten (volgens tabel 3) gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 aandraaien. Indien de stand van het deksel mechanische standaanwijzing niet met het symbool OPEN overeenkomt, moeten de bouten van het deksel mechanische standaanwijzing een beetje losgedraaid worden. Draai het deksel mechanische standaanwijzing tot OPEN-symbool en draai de bouten weer vast.
Afschakeling in de eindstand OPEN
. .
Eindstand DICHT instellen
Eindaanslag hoeft niet meer ingesteld te worden omdat de hoekverdraaiing in de fabriek op de gewenste waarde werd ingesteld.
. . .
Breng de afsluiter een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Stel het wegschakelmechanisme in aan de hand van de bedieningsinstructies SA/SAR
Wormwielkast tot aan de eindaanslag in de eindstand DICHT brengen. Gebruik de handbediening voor het laatste gedeelte van de stelweg. Breng de afsluiter door middel van de handbediening een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Handel als volgt: Bij direct gemonteerde aandrijving: ongeveer 4 tot 6 omwentelingen aan het handwiel. Bij gemonteerde voorschakelkast VZ/GZ: ongeveer 10 tot 15 omwentelingen aan het handwiel, conform de reductie van de voorschakelkast. Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de eindstand DICHT in conform de bedieningsinstructies SA/SAR. Indien de hoekverdraaiing niet overeenstemt, zie hoofdstuk 10.
15
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
10.
Bedieningsinstructies
Wijziging hoekverdraaiing De wijziging geschiedt in de eindstand OPEN.
Bij bouwgrootte GS 50.3 – GS 125.3 optie Bij bouwgrootte GS 160.3 – GS 250.3 standaard Nauwkeurigheid: GS 50.3 – GS 125.3: GS 160.3 – GS 250.3:
0,6° 0,11° tot 0,14°
10.1 Wijziging hoekverdraaiing bij bouwgroottes GS 50.3 – GS 125.3 (optie)
.. .
Beschermkap (16) van eindaanslag (10) losschroeven (afbeelding 8). Spanstift (020) met behulp van daarvoor bestemd montagegereedschap (kan bij AUMA worden besteld) verwijderen.
Hoekverdraaiing vergroten Eindmoer (15) tegen de wijzers van de klok in (linksom) terugdraaien.
.. ..
Eindmoer (015) mag slechts zover worden uitgedraaid, dat de spanstift (020) nog binnen het lange gat kan worden ingeslagen. Afsluiter in de gewenste eindstand brengen. Eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien tot deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt.
Hoekverdraaiing verkleinen Afsluiter in gewenste eindstand brengen. Eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien, tot deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt. Spanstift (020) moet door eindmoer (15) volledig afgedekt blijven.
Afbeelding 8: Eindaanslag tot GS 125.3
Afbeelding 9: Eindaanslag vanaf GS 160.3
082/083 03/04 058
16 34 15
16 020 15 08 10
. .. . 16
7
054 055
056 10
7
Spanstift (020) met montagegereedschap inslaan. Indien inkeping in de eindmoer (15) niet met de opening in de wormas overeenkomt, de eindmoer (15) iets tegen de wijzers van de klok in (linksom) draaien tot de inkeping en opening in één lijn liggen, vervolgens spanstift inslaan. O-ring (08) controleren, indien beschadigd vervangen. Beschermkap (16) vastschroeven. Indien de wormwielkast met een aandrijving is samengebouwd, moet het wegschakelmechanisme voor de eindstand OPEN conform de bedieningsinstructies SA/SAR opnieuw worden ingesteld. Daarbij rekening houden met naloop.
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
10.2 Wijziging hoekverdraaiing bij bouwgroottes GS 160.3 – GS 250.3
.. .. . .. .. . . .
Alle bouten (054) verwijderen en beschermkap (16) afnemen (afbeelding 9). Bout (082) met O-ring (058) en stelring (34) verwijderen.
Hoekverdraaiing vergroten Eindmoer (15) tegen de wijzers van de klok in (linksom) terugdraaien. Afsluiter in de gewenste eindstand brengen. Eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien tot deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt. Hoekverdraaiing verkleinen Afsluiter in gewenste eindstand brengen. Eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee (rechtsom) draaien, tot deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt. Stelring (34) plaatsen, met O-ring (058) en bout (082) borgen. O-ring (056) controleren, indien beschadigd vervangen. Beschermkap (16) plaatsen, bouten (054) samen met veerringen (055) indraaien. Bouten volgens tabel 3 gelijkmatig en kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2 aandraaien. Indien de wormwielkast met een aandrijving is samengebouwd, moet het wegschakelmechanisme voor de eindstand OPEN conform de bedieningsinstructies SA/SAR opnieuw worden ingesteld. Daarbij rekening houden met naloop.
17
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
11.
Bedieningsinstructies
Beschermingsklasse IP 68 Bepaling
Conform EN 60 529 zijn de voorwaarden om aan de beschermingsklasse IP 68 te voldoen (vereisten > IP 67) tussen fabrikant en gebruiker overeen te komen. AUMA wormwielkasten en voorschakelkasten in beschermingsklasse IP 68 voldoen conform AUMA-bepaling aan de volgende eisen:
.. ..
IP 68-3, IP 68-6, IP 68-10, IP 68-20,
overstroombaar door water tot overstroombaar door water tot overstroombaar door water tot overstroombaar door water tot
3 m WK (waterkolom) 6 m WK (waterkolom) 10 m WK (waterkolom) 20 m WK (waterkolom)
Voor de bouwgrootte GS 50.3 is alleen de beschermingsklasse IP 68-3 mogelijk. Bij overstroming met andere media zijn eventueel extra maatregelen ter voorkoming van corrosie nodig; hier graag overleg met ons. Overstroming met agressieve media, bijv. zuren of logen, is niet toegestaan. Keuring
Aanwijzingen
Wormwielkasten in beschermingsklasse IP 68-3 werden in de fabriek aan een typekeuring onderworpen. Wormwielkasten in beschermingsklasse IP 68-6, IP 68-10 en IP 68-20 worden in de fabriek aan een routinekeuring op dichtheid onderworpen.
. . . . . . . .
18
De beschermingsklasse IP 68 heeft betrekking op de binnenruimte van de wormwielkast, echter niet op de koppelingsruimte. Als met een frequente of herhaalde overstroming van de wormwielkast te rekenen is, is een hogere corrosiebescherming KS of KX, vereist. Bij wormwielkasten voor ondergrondse inbouw adviseren wij dringend de hogere corrosiebescherming KS of KX toe te passen. Bij horizontale montage van de wormwielkasten bij een buitenopstelling dient de mechanische standaanwijzing van een afgedicht deksel te worden voorzien. Voor toepassing bij gassen moet bij een afgedicht deksel van de mechanische standaanwijzing een ontluchtingsventiel in het deksel van de mechanische standaanwijzing of een ontluchtingskraan in de flens van de afsluiter aangebracht worden. Bij continue overstroming van de wormwielkasten of bij ondergrondse inbouw dient de mechanische standaanwijzing van een beschermdeksel in plaats van het gebruikelijke deksel te worden voorzien. Hiermee wordt in de fabriek rekening gehouden, als bij de bestelling de betreffende gegevens bekend gemaakt zijn. Het is mogelijk achteraf het deksel van de mechanische standaanwijzing tegen een beschermdeksel uit te wisselen. Tussen de afsluiterflens en de wormwielkast dient een geschikte pakking toegepast te worden. Via de as van de afsluiter kan water in de koppelingsruimte naar binnen dringen, wat tot corrosie aan de naaf en koppelbus kan leiden. Daarom dienen de naaf en koppelbus, voordat de wormwielkast wordt aangebouwd, te worden voorzien van een geschikt corrosiewerend middel (of taai vet). Bij corrosiebescherming KX zijn de naaf en koppelbus standaard van een hoogwaardige corrosiebescherming voorzien.
Bedieningsinstructies
12.
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Onderhoud
12.1 Algemene aanwijzingen
Na inbedrijfstelling wormwielkast op lakbeschadigingen controleren. Teneinde corrosievorming te voorkomen, beschadigingen zorgvuldig herstellen. Kleine hoeveelheden van de originele verf kunnen door AUMA geleverd worden. AUMA wormwielkasten hebben weinig onderhoud nodig. Om te kunnen garanderen dat de wormwielkast altijd gereed is voor gebruik adviseren wij, onder de voorwaarde dat gemiddeld niet meer dan 10 bedieningen per jaar plaatsvinden, de hierna vermelde maatregelen:
. .. . .
Ongeveer 6 maanden na inbedrijfname en vervolgens jaarlijks de bevestigingsbouten tussen aandrijving, wormwielkast en afsluiter controleren. Indien noodzakelijk met de in de tabel 2, (bladzijde 11) aangegeven draaimomenten vastdraaien. Iedere zes maanden te laten proefdraaien. Iedere 2 jaar bij elke wormwielkast een visuele controle op vetlekkage uitvoeren. Iedere 5 jaar de werking van elke wormwielkast gedetailleerd testen. Resultaten voor een latere referentie documenteren. Wormwielkasten, die permanent aan temperaturen boven de 40 °C blootgesteld worden, dienen binnen kortere tijdspannes onderhouden te worden.
Pakkingen: Pakkingen, gemaakt van elastomeren, zijn aan ouderdom onderhevig. De theoretische levensduur van pakkingen van NBR is 13,5 jaar vanaf productiedatum. Deze gegevens zijn gebaseerd op een gemiddelde omgevingstemperatuur van 40 °C. Pakkingsets kunnen bij AUMA worden betrokken. Vet: Het verdient aanbeveling het vervangen van vet en pakkingen na verloop van de volgende periodes uit te voeren: 10 – 12 jaar indien de wormwielkast zelden wordt gebruikt 6 – 8 jaar indien de wormwielkast regelmatig gebruikt wordt 4 – 6 jaar in geval van regelbedrijf
.. .
.. .
Er mag uitsluitend origineel vet van AUMA worden gebruikt. Het soort vet is vermeld op het typeplaatje. Smeermiddelen mogen niet met elkaar worden vermengd.
Tabel 4: Hoeveelheden vet voor wormwielkasten en voorschakelkasten GS Hoeveelheid dm³ Gewicht1) kg
50.3 0,1 0,09
63.3 0,3 0,27
80.3 0,4 0,36
100.3 125.3 160.3 1,0 1,3 3,3 0,9 1,17 3,0
2.3
VZ 3.3
4.3
160.3
0,35 0,32
0,35 0,32
1,0 0,9
Voorschakelkast
0,35 0,32 1) bij r = ca. 0,9 kg / dm3 Hoeveelheid Gewicht1)
dm3 kg
GZ 200.3 4:1/8:1 16:1 1,5 2,0 1,4 1,8
200.3 6,6 6,0
250.3 12,2 11,0
250.3 4:1/8:1 16:1 2,2 2,8 2,0 2,25
De verwijderde smeerstof en het gebruikte schoonmaakmiddel moeten volgens de voorschriften worden afgevoerd.
19
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Bedieningsinstructies
12.2 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 50.3 – GS 125.3 en voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3
..
Bij wormwielkasten met aandrijving: aandrijving demonteren. Wormwielkast van de afsluiter demonteren: Gedurende deze tijd moet de afsluiter/leiding drukloos zijn!
12.2.1 Wormwielkast
Zie onderdelenlijst GS 50.3 – GS 125.3 bladzijde 24. Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
. . . . . . .. . . 12.2.2 Voorschakelkast
Zie onderdelenlijst VZ 2.3 – VZ 4.3, bladzijde 24. Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
. . . . .. . . 20
Positie van de wormwielkast op de afsluiter markeren, verbindingsbouten afsluiter losdraaien en de wormwielkast demonteren. Bevestigingsbouten met veerringen van het deksel (518.0) verwijderen en deksel wegnemen. Bouten met veerringen uit het lagerdeksel (522.0) verwijderen. Wormwiel voorzichtig uit de behuizing tillen. Daarvoor moet de wormas uit de lagering worden getrokken en een beetje scheef in het wormkanaal worden gelegd. Oud vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de wormwielruimte schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden gebruikt. Contactvlakken van de behuizing en van het deksel (518.0) schoonmaken. O-ringen van het wormwiel (010, 011) door nieuwe O-ringen vervangen. Wormwiel voorzichtig weer terugplaatsen en de wormas correct positioneren, lagerdeksel (522.0) aan de behuizing met bouten en veerringen monteren. Vullen met nieuw vet. Deksel (518.0) op de behuizing plaatsen, daarbij op de correcte positie van de O-ringen (010, 011) op het wormwiel letten. Bouten met veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs vastdraaien. – Contactvlakken op de aansluitflens zorgvuldig vetvrij maken. – Vertanding van de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet. – Wormwielkast op afsluiter monteren, daarbij op juiste positie letten, zie markering – Bevestigen met bouten (tenminste kwaliteit 8.8) en veerringen; kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Wormwielkast zonder voorschakelkast: verder met hoofdstuk „Na het onderhoud”. Wormwielkast met voorschakelkast VZ 2.3 – VZ 4.3: het vervangen van vet van de voorschakelkast volgens het volgende hoofdstuk uitvoeren.
Bouten met veerringen uit deksel (020.0) verwijderen en deksel (020.0) met de complete ingaande as planetair stelsel (021.0) wegnemen. Satellietwiel van planetair stelsel (045.0) van planeetwieldrager (022.0) met de planeetwielen wegnemen. Het oude vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de delen schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden gebruikt. Contactvlakken aan de behuizing (019.0), het deksel (020.0) en satellietwiel (045.0) schoonmaken. O-ringen door nieuwe O-ringen vervangen. Planeetwieldrager (022.0) met planeetwielen terugplaatsen. Vullen met nieuw vet. Satellietwiel (045.0) en de ingaande as van planetair stelsel (021.0) compleet monteren. Bouten met de veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Verder met hoofdstuk bladzijde 22 „Na het onderhoud”.
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
12.3 Het vervangen van vet bij wormwielkasten GS 160.3 – GS 250.3 en voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3
..
Bij wormwielkasten met aandrijving: aandrijving demonteren. Wormwielkast van de afsluiter demonteren: Gedurende deze tijd moet de afsluiter/leiding drukloos zijn!
12.3.1 Wormwielkast
Zie onderdelenlijst GS 160.3 – GS 250.3, bladzijde 26. Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4. Gereedschap: spanbussleutel, kan bij AUMA worden betrokken.
. . . . . . ..
. .
Positie van de wormwielkast aan de afsluiter markeren, verbindingsbouten afsluiter losdraaien en de wormwielkast demonteren. Bevestigingsbouten met veerringen van het deksel (518.0) verwijderen en deksel wegnemen. Bouten met veerringen uit het lagerdeksel (522.0) verwijderen. Spanbus (537.0), na het losdraaien van het draadeind, uitdraaien. Beschermkap (536.0) demonteren, seegerring van eindmoer (526.0) aftrekken. Eindaanslag (523.0) demonteren. Wormwiel voorzichtig uit de behuizing tillen. Daarvoor moet de wormas uit de lagering worden getrokken en een beetje scheef in het wormkanaal worden gelegd. Wormas uit de behuizing in de richting behuizingsingang trekken. Oud vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de wormwielruimte schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden gebruikt. Contactvlakken van de behuizing en van het deksel (518.0) schoonmaken. O-ringen van het wormwiel (010, 011) door nieuwe O-ringen vervangen. Wormwiel voorzichtig weer terugplaatsen en de wormas correct positioneren. Spanbus (537.0) indraaien en met het draadeind borgen. Lagerdeksel (522.0) met bouten en veerringen aan de behuizing bevestigen. Vullen met nieuw vet. Deksel (518.0) op de behuizing plaatsen, daarbij op de correcte positie van de O-ringen (010, 011) op het wormwiel letten. Bouten met veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs vastdraaien. – Contactvlakken op de aansluitflens de opbouwflens en van de afsluiter zorgvuldig vetvrij maken. – Vertanding op de koppelbus goed invetten met zuurvrij vet. – Wormwielkast op afsluiter monteren, daarbij op juiste positie letten, zie markering. – Bevestigen met bouten (tenminste kwaliteit 8.8) en veerringen; kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Wormwielkast zonder voorschakelkast: verder met hoofdstuk „Na het onderhoud”. Wormwielkast met voorschakelkast GZ 160.3 – GZ 250.3: het vervangen van vet van de voorschakelkast volgens de volgende hoofdstukken uitvoeren.
12.3.2 Eéntraps voorschakelkast GZ 160.3 – GZ 250.3 (overzetverhoudingen 4:1 en 8:1) Zie onderdelenlijst GZ 160.3 – GZ 250.3, bladzijde 28. Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
. .. . .
Bouten met veerringen uit deksel (002.0) verwijderen en deksel (002.0) met de ingaande as (003.3) en satellietwiel van het planetair stelsel lostrekken. Bouten uit satellietwiel verwijderen en van ingaande as scheiden. Het oude vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de delen schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden gebruikt. Contactvlakken aan de behuizing (001.0), het deksel (002.0) en satellietwiel schoonmaken. O-ringen door nieuwe O-ringen vervangen.
21
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
.. . .
Bedieningsinstructies Deksel (002.0) met nieuw vet afvullen. Satellietwiel (006.0) met bouten aan het deksel bevestigen. Behuizing (001.0) met resterende vet afvullen en het complete deksel met ingaande as (003.3) terugplaatsen. Bouten met de veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Verder met hoofdstuk bladzijde 22 „Na het onderhoud”.
12.3.3 Tweetraps voorschakelkast GZ 200.3 – GZ 250.3 (overzetverhouding 16:1) Zie onderdelenlijst GZ 160.3 – GZ 250.3, bladzijde 28. Vetsoort zie typeplaatje, vethoeveelheden zie bladzijde 19, tabel 4.
. . .. . . .. . .. . 12.4 Na het onderhoud
22
.. . ..
Bouten met veerringen uit deksel (002.0) verwijderen en deksel met de ingaande as (003.3) wegnemen. Bouten met veerringen uit tussenframe (010.0) verwijderen en tussenframe met de planeetwieldrager en het satellietwiel lostrekken. Bouten uit satellietwiel verwijderen en van ingaande as (003.3) scheiden. Bouten uit satellietwiel 2e trap verwijderen en van ingaande as (011.1) scheiden. Het oude vet volledig uit de behuizing en van de onderdelen verwijderen en de delen schoonmaken. Daartoe kan petroleum of een soortgelijk schoonmaakmiddel worden gebruikt. Contactvlakken aan de behuizing (001.0), tussenframe (010.0), het deksel (002.0) en de satellietwielen schoonmaken. O-ringen door nieuwe O-ringen vervangen. Behuizing (001.0) met nieuw vet afvullen. Satellietwiel 2e trap met bouten aan tussenframe (010.0) bevestigen. Tussenframe compleet terugplaatsen. De bouten met veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Tussenframe (010.0) en deksel (002.0) met resterende vet afvullen. Satellietwiel 1e trap met bouten aan het deksel (002.0) bevestigen. Deksel compleet met ingaande as op tussenframe plaatsen. Bouten met veerringen indraaien en gelijkmatig kruisgewijs met draaimoment volgens tabel 2, bladzijde 11 vastdraaien. Indien aanwezig, de aandrijving monteren. Eindaanslagen opnieuw instellen. Bij wormwielkasten met aandrijving de instelling van het wegschakelmechanisme conform de bedieningsinstructies voor aandrijvingen controleren, indien noodzakelijk opnieuw instellen. Proefdraaien om de correcte werking vast te stellen. Wormwielkast op lakbeschadigingen controleren. Teneinde corrosievorming te voorkomen, beschadigingen zorgvuldig herstellen. Kleine hoeveelheden van de originele verf kunnen door AUMA worden geleverd.
Bedieningsinstructies
13.
Afvoeren en recycling
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
AUMA wormwielkasten zijn producten met een zeer lange levensduur. Maar eens komt het moment waarop zij dienen te worden vervangen. Onze wormwielkasten zijn modulair opgebouwd en kunnen daardoor gescheiden en gesorteerd worden naar:
.. . . . .
metalen kunststoffen vetten en oliën
In het algemeen geldt: vetten en oliën bij de demontage moeten worden opgevangen. In de regel zijn deze stoffen gevaarlijk voor het aquatisch milieu. Zij mogen dus niet in het milieu terecht komen. het gedemonteerde materiaal naar afvalstroom gescheiden moet worden en vervolgens op de juiste wijze moet worden afgevoerd. de nationale milieuvoorschriften in acht genomen moeten worden.
14.
Service
AUMA biedt een uitgebreid servicepakket aan (o.a. onderhoud en revisie). Een overzicht van de adressen van de AUMA vestigingen treft u aan op pagina 32 en op internet (www.auma.com).
23
527.0
S1(073)
24
019.0
S1(009)
S1(076)
523.0
517.0
022.0
525.0
S1(010)
519.1
S1(010)
526.0
S1(012)
S1(033)
045.0
521.1
S1(033)
520.0
520.0
520.0
021.0
534.0
S1(017)
522.0
S1(034)
S1(009)
S1(009)
S1(017)
512.0
S1(009) S1(017)
522.0
020.0
512.0
512.0
15.
S1(009)
518.0
S1(011)
524.0
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 Bedieningsinstructies
Onderdelenlijst wormwielkasten GS 50.3 – GS 125.3 en voorschakelkasten VZ 2.3 – VZ 4.3
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type van de Auma wormwielkast, het commisienummer en indien aanwezig het AUMA Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Uitsluitend originele AUMA onderdelen mogen worden gebruikt. Het is mogelijk, dat de afbeelding van de onderdelen in deze bedieningsinstructies iets afwijkt van de geleverde onderdelen. Nr.
Omschrijving
Type
019.0
Behuizing VZ
Bouwgroep
020.0
Deksel VZ
Bouwgroep
021.0
Ingaande as planetair stelsel VZ
Bouwgroep
022.0
Planeetwieldrager VZ
Bouwgroep
045.0
Satellietwiel planetair stelsel VZ
Bouwgroep
512.0
Opbouwflens voor aandrijving
Bouwgroep
517.0
Behuizing
Bouwgroep
518.0
Deksel
Bouwgroep
519.1
Wormwiel
Onderdeel
520.0
Wormas
Bouwgroep
521.1
Wandelmoer
Onderdeel
522.0
Lagerdeksel
Bouwgroep
523.0
Eindaanslag
Bouwgroep
524.0
Deksel mechanische standaanwijzing
Bouwgroep
525.0
Koppelbus
Bouwgroep
526.0
Eindmoer
Bouwgroep
527.0
Beschermdeksel
Bouwgroep
534.0
Ingaande as
Bouwgroep
536.0
Beschermkap eindaanslag
Bouwgroep
Set O-ringen
Set
S1
25
527.0
S1(073)
26
536.0
S1(056)
523.0
525.0
S1(010)
519.1
S1(010)
513.1
S1(009)
517.0
518.0
526.0
538.1
538.0
521.1
S1(017)
S1(009)
522.0
520.0
512.0
537.0
16.
S1(012)
S1(011)
524.0
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3 Bedieningsinstructies
Onderdelenlijst wormwielkasten GS 160.3 – GS 250.3
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type van de Auma wormwielkast, het commissienummer en indien aanwezig het Auma Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Uitsluitend originele Auma onderdelen mogen worden gebruikt. Het is mogelijk, dat de afbeelding van de onderdelen in deze bedieningsinstructies iets afwijkt van de geleverde onderdelen. Nr.
Omschrijving
Type
512.0
Opbouwflens voor aandrijving
Bouwgroep
513.0
Draadeind
Onderdeel
517.0
Behuizing
Bouwgroep
518.0
Deksel
Bouwgroep
519.1
Wormwiel
Onderdeel
520.0
Wormas
Bouwgroep
521.1
Wandelmoer
Onderdeel
522.0
Lagerdeksel
Bouwgroep
523.0
Eindaanslag
Bouwgroep
524.0
Deksel mechanische standaanwijzing
Bouwgroep
525.0
Koppelbus
Bouwgroep
526.0
Eindmoer
Bouwgroep
527.0
Beschermdeksel
Bouwgroep
536.0
Beschermkap eindaanslag
Bouwgroep
538.0
Ingaande as
Bouwgroep
538.1
Ingaande as
Bouwgroep
S1
Set O-ringen
Set
27
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
17.
Bedieningsinstructies
Onderdelenlijst voorschakelkasten GZ 160.3 – GZ 250.3 (overzetverhoudingen 4:1, 8:1 en 16:1) S1(003) 006.0
S1(003)
GZ 160.1 – GZ 250.1 4:1 / 8:1
S1(004) S1(009)
001.0 003.0
003.3
512.0 S1(014) 002.0
GZ 200.1 – GZ 250.1 16:1
S1(003)
006.0 S1(003)
003.0 S1(004) S1(009)
S1(029)
001.0
003.3 S1(029)
S1(014) 512.0 002.0
011.1 013.0
010.0
28
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Opmerking: Wij verzoeken u om bij uw bestelling het type van de Auma wormwielkast, het commissienummer en indien aanwezig het Auma Benelux ordernummer op te geven (zie voor deze gegevens het typeplaatje). Uitsluitend originele Auma onderdelen mogen worden gebruikt. Het is mogelijk, dat de afbeelding van de onderdelen iets afwijkt van de geleverde onderdelen. Nr. 001.0 002.0 003.0 003.3 006.0 010.0 011.1 013.0 512.0 S1
Omschrijving Behuizing Deksel Deksel Ingaande as planetair stelsel Planetair stelsel Tussenframe Tandwiel Planetair stelsel 1e trap Opbouwflens voor aandrijving Set O-ringen
Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Bouwgroep Set
29
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
18.
30
Conformiteitsverklaring en Fabrikantenverklaring
Bedieningsinstructies
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 50.3 – GS 250.3
Trefwoordenregister A Afvoeren en recycling B Beschermingsklasse IP 68 Bouten voor de montage van aandrijving C Corrosiebescherming
23 18 10 7
E Eindaanslagen instellen bij handmatige bediening 12 met gemonteerde aandrijving 13 H Handmatige bediening Handwiel Hoekverdraaiing wijzigen
12 7 16
O Onderdelenlijsten GS 50.3 – GS 125.3 GS 160.3 – GS 250.3 GZ 160.3 - GZ 250.3 (4:1/8:1/16:1 Onderhoud Opslag
24 26 28 3,19 7
M Montage handwiel Montage op de afsluiter Montage van aandrijvingen Montageposities Motorbediening
7 11 9 8 13
S Smeerstof Service
20 23
T Technische gegevens Toepassingsgebied Transport V Veiligheidsinstructies Verklaring van conformiteit Verklaring van de fabrikant Verpakking
4 3 7 3 30 30 7
Informatie ook beschikbaar via internet: Aansluitschema’s, afnameprotocollen en verdere informatie kunnen van internet worden gedownload door het ordernummer of commissienummer van de aandrijving (zie typeplaatje) in te geven. Onze homepages: http://www.auma.com en http://www.auma.nl
31
Europa AUMA Riester GmbH & Co. KG Factory Müllheim DE-79373 Müllheim Tel +49 7631 809 - 0
[email protected] www.auma.com Factory Ostfildern-Nellingen DE-73747 Ostfildern Tel +49 711 34803 - 0
[email protected] Service Centre Cologne DE-50858 Köln Tel +49 2234 2037 - 9000
[email protected] Service Centre Magdeburg DE-39167 Niederndodeleben Tel +49 39204 759 - 0
[email protected] AUMA Armaturenantriebe GmbH AT-2512 Tribuswinkel Tel +43 2252 82540
[email protected] www.auma.at AUMA (Schweiz) AG CH-8965 Berikon Tel +41 566 400945
[email protected] AUMA Servopohony spol. s.r.o. CZ-10200 Praha 10 Tel +420 272 700056
[email protected] www.auma.cz OY AUMATOR AB FI-02270 Espoo Tel +35 895 84022
[email protected] AUMA France FR-95157 Taverny Cédex Tel +33 1 39327272
[email protected] www.auma.fr AUMA ACTUATORS Ltd. GB- Clevedon North Somerset BS21 6QH Tel +44 1275 871141
[email protected] www.auma.co.uk AUMA ITALIANA S.r.l. a socio unico IT-20023 Cerro Maggiore (MI) Tel +39 0331 51351
[email protected] www.auma.it AUMA BENELUX B.V. NL-2314 XT Leiden Tel +31 71 581 40 40
[email protected] www.auma.nl AUMA Polska Sp. z o.o. PL-41-310 Dabrowa Górnicza Tel +48 32 26156 68
[email protected] www.auma.com.pl OOO Priwody AUMA RU-141400 Moscow region for mail: 124365 Moscow a/ya 11 Tel +7 495 221 64 28
[email protected] www.auma.ru ERICHS ARMATUR AB SE-20039 Malmö Tel +46 40 311550
[email protected] www.erichsarmatur.se GRØNBECH & SØNNER A/S DK-2450 København SV Tel +45 33 26 63 00
[email protected] www.g-s.dk
AUMA Riester GmbH & Co. KG P. O. Box 1362 D - 79373 Müllheim Tel +49 (0)7631/809-0 Fax +49 (0)7631/809 250
[email protected] www.auma.com
IBEROPLAN S.A. ES-28027 Madrid Tel +34 91 3717130
[email protected] D. G. Bellos & Co. O.E. GR-13671 Acharnai Athens Tel +30 210 2409485
[email protected] SIGURD SØRUM A. S. NO-1301 Sandvika Tel +47 67572600
[email protected] INDUSTRA PT-2710-297 Sintra Tel +351 2 1910 95 00
[email protected] MEGA Endüstri Kontrol Sistemieri Tic. Ltd. Sti. TR-06460 Övecler Ankara Tel +90 312 472 62 70
[email protected] CTS Control Limited Liability Company UA-02099 Kiyiv Tel +38 044 566-9971, -8427
[email protected]
Afrika AUMA South Africa (Pty) Ltd. ZA-1560 Springs Tel +27 11 3632880
[email protected] A.T.E.C. EG- Cairo Tel +20 2 3599680 - 3590861
[email protected]
Amerika AUMA ACTUATORS INC. US-PA 15317 Canonsburg Tel +1 724-743-AUMA (2862)
[email protected] www.auma-usa.com AUMA Chile Respresentative Office CL- Buin Tel +56 2 821 4108
[email protected] LOOP S. A. AR-C1140ABP Buenos Aires Tel +54 11 4307 2141
[email protected] Asvotec Termoindustrial Ltda. BR-13190-000 Monte Mor/ SP. Tel +55 19 3879 8735
[email protected] TROY-ONTOR Inc. CA-L4N 5E9 Barrie Ontario Tel +1 705 721-8246
[email protected] MAN Ferrostaal de Colombia Ltda. CO- Bogotá D.C. Tel +57 1 401 1300
[email protected] www.manferrostaal.com PROCONTIC Procesos y Control Automático EC- Quito Tel +593 2 292 0431
[email protected] IESS DE MEXICO S. A. de C. V. MX-C.P. 02900 Mexico D.F. Tel +52 55 55 561 701
[email protected] Corsusa S.A.C. PE- Miralflores - Lima Tel +511444-1200 / 0044 / 2321
[email protected] www.corsusa.com PASSCO Inc. PR-00936-4153 San Juan Tel +18 09 78 77 20 87 85
[email protected]
AUMA Benelux B.V. Le Pooleweg 9 2314 XT Leiden Phone +31 71 581 40 40 Fax +31 71 581 40 49
[email protected] www.auma.nl
Suplibarca VE- Maracaibo Estado, Zulia Tel +58 261 7 555 667
[email protected]
Azië AUMA Actuators (Tianjin) Co., Ltd. CN-300457 Tianjin Tel +86 22 6625 1310
[email protected] www.auma-china.com AUMA (INDIA) PRIVATE LIMITED IN-560 058 Bangalore Tel +91 80 2839 4655
[email protected] www.auma.co.in AUMA JAPAN Co., Ltd. JP-210-0848 Kawasaki-ku, Kawasaki-shi Kanagawa Tel +81 44 329 1061
[email protected] AUMA ACTUATORS (Singapore) Pte Ltd. SG-569551 Singapore Tel +65 6 4818750
[email protected] www.auma.com.sg Al Ayman Industrial. Eqpts AE- Dubai Tel +971 4 3682720
[email protected] PERFECT CONTROLS Ltd. HK- Tsuen Wan, Kowloon Tel +852 2493 7726
[email protected] DW Controls Co., Ltd. KR-153-803 Seoul Korea Tel +82 2 2113 1100
[email protected] www.actuatorbank.com AL-ARFAJ Eng. Company W. L. L. KW-22004 Salmiyah Tel +965 4817448
[email protected] Petrogulf W.L.L QA- Doha Tel +974 4350 151
[email protected] Sunny Valves and Intertrade Corp. Ltd. TH-10120 Yannawa Bangkok Tel +66 2 2400656
[email protected] www.sunnyvalves.co.th/ Top Advance Enterprises Ltd. TW- Jhonghe City Taipei Hsien (235) Tel +886 2 2225 1718
[email protected] www.auma-taiwan.com.tw
Australië BARRON GJM Pty. Ltd. AU-NSW 1570 Artarmon Tel +61 294361088
[email protected] www.barron.com.au
2006-07-19
Certificate Registration No. 12 100/104 4269
Gedetailleerde informatie over de AUMA producten vindt u op het internet op website:
www.auma.com
Y003.822/039/nl /1.06