Pagina 1 van 5
EVALUEREN 1 Procesevaluatie versus productevaluatie Procesevaluatie: richt zich op de kwaliteit van het leerproces en probeert dus het leerproces van de leerlingen en het onderwijsproces (het didactisch handelen) van de leraar te verbeteren. Productevaluatie: gaat na in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen bereikt hebben.
Het wiskundeonderwijs van vandaag focust zich niet uitsluitend op het verwerven van kennisinhouden. Uiteraard blijft het belangrijk dat de inhoudelijke leerplandoelstellingen nagestreefd worden, maar daarnaast verdient het verwerven van attitudes en vaardigheden eveneens de nodige aandacht. De wiskundevorming streeft er immers naar de volgende fundamentele competenties bij alle leerlingen optimaal te ontwikkelen: -
het wiskundig denken; het wiskundig argumenteren; het wiskundig modelleren; het aanpakken en oplossen van problemen; het wiskundig communiceren; het representeren van situaties met behulp van wiskunde; het hanteren van een specifieke wiskundetaal; het gebruiken van hulpmiddelen.
Dit impliceert dat evaluatie niet alleen iets is wat op het einde van een lessenreeks een plaats krijgt. Het doel van procesevaluatie is zoveel mogelijk leerlingen tot beheersingsleren te brengen zonder de sterkere leerlingen daarbij af te remmen. Bij procesgerichte evaluatie gaat men ervan uit dat frequente evaluatiemomenten tijdens de normale lestijden gevolgd door een goede analyse en snelle feedback, het leerproces versterken.
DPB wiskunde – Dag van de studierichtingen – Schooljaar 2014-2015
EVALUEREN
Derde graad aso/kso/tso leerplannen a
Pagina 2 van 5
De volgende elementen kunnen een positieve bijdrage leveren in het geheel van de procesevaluatie. -
een diagnostische toets of instaptoets. Een korte toets bij het begin van een lessenreeks kan inzicht geven over de verworven kennis. Op basis hiervan kan men klassikaal of individueel remediëren;
-
het persoonlijk werk van de leerling. Over de zin van het persoonlijk werk en de mogelijke vormen lees je meer in de APR 1 (APR = Algemene Pedagogische Reglementering). De klassieke huistaak biedt heel wat mogelijkheden om te werken aan attitudes. Kleine huistaken of opdrachten die de leerlingen thuis moeten afwerken geven de leerling een duidelijk zicht op het feit of de leerstof reeds voldoende beheerst is. Naast de klassieke oefeningen die aansluiten bij de behandelde leerstof, zal de leraar ook voldoende uitdagende opgaven meegeven.
-
bufferlessen. Om het ‘schuifjes-leren’ te doorbreken, is het aangewezen in het jaarplan bufferlessen te voorzien waarin de leerlingen via gemengde oefeningen de kans krijgen om te kunnen oefenen op grotere gehelen (individueel of in groep).
-
leerbevorderende feedback. Schriftelijke commentaar op taken en toetsen wordt best zo concreet mogelijk geformuleerd. Commentaar zoals ‘meer leren’ of ‘oefeningen opnieuw maken’ is vaag. Het is beter ‘leerbevorderende commentaar’ te geven, d.w.z. aangeven waar een eventueel probleem zit en vermelden wat de leerlingen concreet moeten doen. Het kan hierbij voor bepaalde leerlingen nuttig zijn dat ze bijkomende opdrachten krijgen. Die worden dan best bijgehouden in een portfolio dat regelmatig door de leraar nagekeken wordt.
-
voldoende nadenktijd voor de leerlingen. Als leerkracht zijn we soms geneigd leerlingen zo snel mogelijk op het juiste pad te zetten, hen op voorhand te waarschuwen voor mogelijke valkuilen, hen te corrigeren door de ’juiste‘ oplossing te geven. Op die manier willen we het leerproces van de leerlingen versnellen en de kostbare tijd in de klas ten volle benutten. Ongewild nemen we zo echter uitgelezen leerkansen weg. We geven leerlingen soms te weinig kans om zelf na te denken, het probleem zelf te ontdekken, zichzelf de vraag te stellen waarom een uitwerking verkeerd is.
-
zelfevaluatie door de leerlingen. Laat de leerlingen af en toe eens werken met correctiesleutels. Laat ze zelf een foutenanalyse maken. Leg hen af en toe ook een paar vragen voor over de eigen studiehouding, de inzet, de manier van studeren. Laat hen zelf enkele werkpuntjes formuleren.
-
opbouw en gebruik van een formularium. Laat de leerlingen gedurende het schooljaar zelf een formularium opstellen die ze dan doeltreffend tijdens het studeren, het lesgebeuren en maken van taken kunnen gebruiken.
-
remediëring en differentiatie. Ideaal is dat we bij elke leerling – via aangepaste opdrachten – het leerproces kunnen sturen. We stellen vast dat heel veel collega’s hiervoor ernstige inspanningen leveren, die vaak erg gewaardeerd worden.
-
vakgebonden attitudes in de kijker. Zet af en toe eens een vakgebonden attitude in de kijker, zoals bv. nauwkeurig gebruik van notaties en symbolen (zin voor nauwkeurigheid en orde), het formuleren van een duidelijk antwoord (zin voor helderheid van de wiskundige presentatie), het controleren van de gevonden oplossing (kritische zin) … Vestig hier ook de aandacht op tijdens taken en toetsen.
DPB wiskunde – Dag van de studierichtingen – Schooljaar 2014-2015
EVALUEREN
Derde graad aso/kso/tso leerplannen a
Pagina 3 van 5
2 Kenmerken van een kwaliteitsvolle evaluatie Doelmatigheid valide: representatief voor wat men beoogt te meten, m.a.w. we moeten de juiste conclusies uit evaluatieresultaten kunnen trekken; betrouwbaar: vrij van meetfouten; efficiënt en haalbaar: zowel de leerlingen als de leraren moeten de gekozen evaluatiemethode binnen de gegeven omstandigheden (infrastructuur, tijd …) kunnen realiseren.
Billijkheid objectief: elke leerling heeft gelijke kansen; transparant: de leerlingen weten duidelijk op welke manier ze geëvalueerd worden of hoe ze zichzelf moeten evalueren; de evaluatiemethode kan ook voor derden makkelijk verduidelijkt worden; genormeerd: bij de verantwoording van een beoordeling moet kunnen verwezen worden naar duidelijke scoringsrichtlijnen en beoordelingscriteria.
DPB wiskunde – Dag van de studierichtingen – Schooljaar 2014-2015
EVALUEREN
Derde graad aso/kso/tso leerplannen a
Pagina 4 van 5
3 Enkele aandachtspunten 1. Conform de leerplandoelstellingen De evaluatie moet in voldoende mate afgestemd zijn op de leerplandoelstellingen. Waak erover dat tijdens het lesgebeuren en de evaluatiemomenten de leerplandoelstellingen op een evenwichtige manier aan bod komen, conform de pedagogisch-didactische wenken en de aanbevelingen over het aantal te besteden lestijden.
2. Geen overaccentuering van rekenvaardigheden Leg tijdens het lesgebeuren en op evaluatiemomenten niet de klemtoon op overwegend rekenvaardigheden, maar laat ook de andere vaardigheden in voldoende mate aan bod komen, zoals: meet- en tekenvaardigheid, wiskundige taalvaardigheid, denk- en redeneervaardigheden, probleemoplossende vaardigheden. Daarnaast moet er tijdens het lesgebeuren ook voldoende aandacht gaan naar onderzoeks-, leeren reflectievaardigheden. Ook het functioneel ICT-gebruik moet voldoende aandacht krijgen, zowel tijdens het lesgebeuren als tijdens evaluatiemomenten.
3. Formulering van vragen door de leerkracht Graag aandacht voor: het gebruiken van een correcte terminologie (bijvoorbeeld: niet de functie f(x) = 2x + 4, maar wel: de functie met voorschrift f(x) = 2x + 4); het specificeren (indien nodig) van de vorm waarin je een antwoord verwacht: - los algebraïsch op, los grafisch op; - bereken tot op 0,01 nauwkeurig; - noteer een eigenschap die je gebruikt bij het uitvoeren van … -… een duidelijke en ondubbelzinnige vraagstelling; vermijd vragen zoals ‘wat weet je over’ of ‘wat kan je zeggen over’; vermijd het gebruik van invulvragen of aanvulvragen; beperk de vragen waarbij leerlingen enkel een resultaat moeten invullen; laat (indien mogelijk) je vragen nalezen door een collega; vermijd het gebruik van afkortingen voor wiskundige begrippen die taalkundig niet toegelaten zijn; vermijd het gebruik van wiskundige begrippen die uitsluitend leerboekgebonden zijn.
4. Vormgeving van examens Zorg voor een degelijke lay-out en maak efficiënt gebruik van ICT-hulpmiddelen en geschikte software. Voorzie voldoende plaats voor het noteren of het maken van figuren bij invulexamens. Het kan ook de moeite lonen om bepaalde figuren twee maal te geven aan de leerlingen zodat ze eventueel eens opnieuw kunnen beginnen. Het is aangewezen de leerinhouden te vermelden in de hoofding van het examen. In de titel geef je best de nodige informatie over het gebruik van hulpmiddelen. Het aanduiden van bepaalde gegevens of vraagwoorden in het vet kan voor de leerlingen bijdragen tot een betere analyse. Vermijd analoge opgaven; een examen is immers een evaluatiemoment, geen oefenmoment. Bewaak de duur van een examen; de leerlingen hebben immers het recht om rustig na te denken, controles uit te voeren en eens opnieuw te beginnen na een fout.
DPB wiskunde – Dag van de studierichtingen – Schooljaar 2014-2015
EVALUEREN
Derde graad aso/kso/tso leerplannen a
Pagina 5 van 5
4 Uitwisselingsplatform voor proefwerken Deze dag van de studierichtingen zal een verlengstuk krijgen in de vorm van een uitwisselingsplatform voor examenvragen. De leerkrachten die lesgeven in aso/kso/tso-klassen van de derde graad met leerplan a, kunnen tot ten laatste 31 mei 2015 hun proefwerkvragen naar ons doormailen. Deze proefwerkvragen zullen we dan op het DPB-uitwisselingsplatform plaatsen. We hopen dat de doorgestuurde vragen de kenmerken zullen vertonen van een kwaliteitsvolle evaluatie en dat er heel wat vaardigheden in voldoende mate aan bod zullen komen. Van zodra het uitwisselingsplatform actief is, zullen de betrokken leerkrachten per mail hiervan op de hoogte gebracht worden en zullen ze vernemen hoe ze de proefwerkvragen kunnen inkijken en downloaden.
Om de plaatsing van de proefwerkvragen zo vlot mogelijk te kunnen laten verlopen, willen we vragen om:
de vragen in Word te bezorgen. de schoolhoofding van de proefwerken te verwijderen; de vragen te bundelen per leerstofonderdeel; duidelijk te vermelden over welke studierichting het gaat met vermelding van het aantal wekelijkse lestijden wiskunde.
Gelieve de proefwerkvragen te mailen naar:
[email protected] en
[email protected] .
Geert Delaleeuw Lies Van de Wege Vakbegeleiders wiskunde DPB Brugge DPB wiskunde – Dag van de studierichtingen – Schooljaar 2014-2015
EVALUEREN
Derde graad aso/kso/tso leerplannen a