PAG.2 HORIZONTAAL TOEZICHT VOOR MKB-BRANCHE ORGANISATIES
PAG.6 WEEKERS KOMT VERLIES LIJDENDE BEDRIJVEN TEGEMOET
PAG.3 AUTO VAN DE ZAAK WORDT DUURDER
PAG.7 MOTORRIJTUIGENBELASTING VOOR AUTO MET DUITS KENTEKEN
PAG.4 FISCUS GAAT TIENTALLEN MILJOENEN BRIEVEN MINDER STUREN PAG.5 UITSTEL AFSCHAFFING EUROVIGNET
PAG.8 FISCALE ONTSNAPPINGS CLAUSULE VOOR BIJTELLING PRIVÉGEBRUIK BESTELAUTO
UW ACCOUNTANT Weekers komt verlieslijdende bedrijven tegemoet PAGINA 6
tweede kwartaal 2012 • nummer 1
Belastingvrije smartphone van de zaak Werkgevers kunnen hun werknemers belastingvrij een mobiele telefoon geven als het zakelijk gebruik daarvan meer dan bijkomstig belang is, dat wil zeggen groter is dan 10 procent. Bij computers e.d. is een vrije vergoeding of verstrekking pas mogelijk bij nagenoeg geheel zakelijk gebruik, dat wil zeggen 90 procent of meer.
De vraag is of apparaten met de uiterlijke kenmerken van een mobiele telefoon die tevens bruikbaar zijn voor andere functies dan mondelinge communicatie onder de regeling voor computers vallen of onder de regeling voor mobiele telefoons. Denk bijvoorbeeld aan blackberry’s en iPhones. >>
PAGINA 1
>>
De Belastingdienst gaat er bij deze apparaten vanuit dat een belastingvrije verstrekking als mobiele telefoon mogelijk is als het beeldscherm een diagonaal heeft van niet meer dan 7 inch (17,78 cm). Het beeldscherm en de invoermogelijkheden zijn bij deze apparaten te beperkt voor langdurig gebruik als computer. Zogenoemde Pocket-PC’s, mini-notebooks, netbooks, e-readers en navigatie apparatuur vallen echter onder de regeling van het belastingvrij verstrekken van een computer. Afhankelijk van technische ontwikkelingen zal naar verwachting het onderscheid
tussen computers en communicatiemid delen als blackberry’s en iPhones (verder) vervagen. Staatssecretaris Weekers (Financiën) heeft aangegeven dat zal worden bekeken of de regels op dit punt in de toekomst nader moeten worden aangepast. Voorlopig kunnen smartphones die voor meer dan 10 procent zakelijk worden gebruikt, onbelast worden vergoed. Door alle extra functies die smartphones bieden (muziek, fotografie, gps, video) kan er echter wel eerder sprake zijn van ander dan zakelijk gebruik. De Belastingdienst kan in concrete gevallen vragen het zakelijke gebruik aannemelijk te maken.
HORIZONTAAL TOEZICHT VOOR MKB-BRANCHEORGANISATIES De Belastingdienst heeft de ‘Leidraad Horizontaal Toezicht MKB brancheorganisaties’ op zijn website gepubliceerd. De Leidraad gaat over de verschillende vormen van samenwerking tussen brancheorganisaties en de Belastingdienst. Een brancheconvenant is de meest voorkomende vorm van een samenwerkingsconvenant tussen een brancheorganisatie en de Belastingdienst. Hierbij staan samenwerking en het versterken van de kwaliteit van belastingaangiften door middel van het maken van afspraken centraal. Een dergelijk convenant biedt zowel voor de deelnemende ondernemers als de Belastingdienst toegevoegde waarde. In een brancheconvenant kunnen bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over de uitvoering van wet- en regelgeving in de praktijk. Een goed voorbeeld hiervan is het convenant met de bloemisten over de berekening van omzetbelasting bij gemengde bloemwerken. Een ander voorbeeld is het convenant met auteurs en redactie medewerkers over het slechts eenmalig invullen van een verklaring arbeidsrelatie, wat een administratieve lastenverlichting tot gevolg heeft. De toegevoegde waarde voor de Belastingdienst zit hem in het feit dat met dergelijke afspraken de kans op fouten in de aangiften, en op meningsverschillen daarover, kleiner wordt. Ondernemers die de afgesproken werkwijze volgen hebben zekerheid: de werkwijze is goed. Andere werkwijzen dan die in het convenant zijn uiteraard ook mogelijk, maar de bedoeling van het afsluiten van een convenant is echter wel dat een groot deel van de ondernemers in de branche zich in de afspraken kunnen vinden. Om ervoor te zorgen dat een zo groot mogelijke groep ondernemers gebruik kan maken van de afspraken in een convenant, wordt in het convenant afgesproken dat brancheorganisatie en de Belastingdienst samen zorgen voor de communicatie naar de ondernemers en de fiscale dienstverleners die actief zijn in de branche.
PAGINA 2
WEEKERS: ‘GEEN VERDERE VERGROENING BELASTINGSTELSEL’ De verdere vergroening van ons belastingstelsel is voorlopig van de baan. Staatssecretaris Weekers (Financiën) acht nog meer vergroening op dit moment namelijk niet verantwoord. Weekers: “Fiscale vergroening is namelijk niet alleen een exclusieve Nederlandse aangelegenheid, maar hangt ook nauw samen met Europa. Een pas op de plaats is nu gewenst. Nederland heeft na Denemarken al het meest vergroende
fiscale stelsel, gerekend in het percentage groene belastingopbrengsten op ons bruto nationaal product. Dat betekent dat de ruimte om verder te gaan ver groenen simpelweg wordt beperkt in het kader van onze concurrentiekracht. Als Nederland te ver voor de troepen uit gaat lopen, ontstaat het risico dat de Nederlandse industrie de nek wordt omgedraaid en dat wil ik niet. Zoiets is veel te riskant.”
Auto van de zaak wordt duurder Met ingang van 1 januari 2013 moeten werkgevers extra premies werk nemersverzekeringen gaan inhouden op het loon van hun werknemers als er sprake is van een fiscale bijtelling voor een auto van de zaak. Dat is geregeld in de Wet uniformering loonbegrip, die op die datum in werking treedt. Op dit moment vormt de bijtelling voor het privégebruik van een auto van de zaak loon voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) (fiscaal loon), maar niet voor de premies werknemersverzekeringen (premieloon). Vanwege de uniformering van het fiscale loonbegrip en het premieloonbegrip zal de bijtelling voor een auto van de zaak straks ook tot het premieloon worden gerekend. Dat houdt in dat er meer premies werknemersverzekeringen moeten worden betaald. Een hoger premieloon vanwege de bijtelling is op zich niet ongunstig. Een hoger loon betekent immers ook een hogere WW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering bij werkeloosheid of arbeidsongeschiktheid. Werkgevers mogen de inhouding over het voordeel privégebruik auto van loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW achterwege laten als de werknemer over een zogenaamde verklaring geen privégebruik beschikt. Met de auto van de zaak mogen dan jaarlijks maximaal 500 privékilometers worden gereden. In dat geval is er geen sprake van loon, ook niet voor de premies werknemersverzekeringen. Met de voornoemde verklaring is de werkgever dan in beginsel gevrijwaard van naheffingen. De Belastingdienst zal bij overtreding van de 500-kilometergrens in beginsel bij de werknemer de verschuldigde loonbelasting/premie volksverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage ZVW naheffen. Dat zal straks ook gelden voor de premies werknemersverzekeringen als het aan de werknemer is te wijten dat te weinig premies zijn geheven.
PAGINA 3
FISCUS GAAT TIENTALLEN MILJOENEN BRIEVEN MINDER STUREN Staatssecretaris Frans Weekers van het ministerie van Financiën wil het mes zetten in de vele tientallen miljoenen brieven die de Belastingdienst jaarlijks verstuurt en in de bijbehorende productieprocessen. De Belastingdienst gaat stroomlijnen dat er niet alleen minder brieven worden verstuurd, maar ook dat burgers en bedrijven de officiële papieren beschikkingen binnen enkele jaren digitaal kunnen ontvangen. “De blauwe envelop wordt vervangen door een e-mail”, aldus Weekers. Dit geldt zowel voor de aangifte inkomstenbelasting en de voorlopige teruggaaf als toeslagen en belastingen voor ondernemers. De Belastingdienst verstuurt nu nog zo’n 160 miljoen brieven per jaar, maar dat gaat snel veranderen. Hiervoor wordt onder andere een digitale postbus gemaakt waar burgers en bedrijven de officiële correspondentie via de computer kunnen ophalen. In de wet staat nu nog dat een papieren beschikking noodzakelijk is. Weekers wil nog dit jaar de wetgeving hier op aanpassen.
Extra giftenaftrek voor ondernemers en particulieren Ondernemers en particulieren die hun jubilerende club of vereniging middels een donatie een warm hart toedragen, krijgen daarvoor een speciale giftenaftrek. Deze aftrek, die zowel in de inkomsten- als in de vennootschapsbelasting geldend kan worden gemaakt, kan worden geclaimd als een eenmalige donatie wordt gedaan aan een zogenaamde steunstichting. Deze stichting wordt speciaal opgericht ter ondersteuning van een jubileum van een muziekvereniging, een sportvereniging, een buurthuis, een ouderenvereniging en een scoutinggroep (hierna: de club).
PAGINA 4
De club die de steunstichting beoogt te ondersteunen moet wel lid zijn van een landelijke, representatieve koepel op het gebied van sport of muziek. Daarnaast mag het ingezamelde geld uitsluitend worden bestemd voor de viering van een vijfjarig bestaan of een veelvoud daarvan. Een stichting mag ook maar maximaal één jaar als steunstichting fungeren. Eenmalige giften aan een club of vereniging waren tot nu toe niet aftrekbaar. Periodieke giften met een looptijd van minimaal vijf jaar wel. Dit laatste blijft ook zo.
Uitstel afschaffing Eurovignet De definitieve afschaffing van het Eurovignet per 1 januari 2013 dreigt te worden uitgesteld. Dit schrijft staatssecretaris Weekers (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer. Het Eurovignet is een belasting voor het gebruik van de snelweg door vrachtwagens zwaarder dan 12 ton en wordt geheven in Nederland, België, Luxemburg, Denemarken en Zweden. De reden van het mogelijke uitstel van de afschaffing per 1 januari 2013 is dat België, Luxemburg, Denemarken en Zweden vooralsnog geen plannen hebben om het Eurovignet af te schaffen. Weekers heeft in februari met deze landen overleg gevoerd over de door Nederland voorgenomen afschaffing per 1 januari 2013. Daarbij bleek dat geen van de vier andere landen op dit moment overweegt gezamenlijk met Nederland te stoppen met de heffing van het Eurovignet, zolang zij nationaal geen nieuw systeem hebben ingevoerd waaraan – net als nu – ook buitenlandse vervoerders meebetalen. Volgens Weekers was eind 2011 sprake van een mogelijke overstap op korte termijn van België en Denemarken van het Eurovignet naar een kilometerheffing. Deze overstap gaat echter meer tijd vergen. Weekers gaat nu in overleg met de transportsector bekijken of het niet beter is de afschaffing uit te stellen. De transportsector haalt voorlopig opgelucht adem. Met de afschaffing van het Eurovignet zouden de tarieven van de motorrijtuigenbelasting namelijk tegelijkertijd fors worden verhoogd. Tevens zouden voor het rijden in de overige Eurovignet-landen dan nog Eurovignetten moeten worden aangeschaft. Dit zou tot extra hoge kosten hebben geleid. De afschaffing van het Eurovignet maakt deel uit van het pakket van zeven kleine belastingen die per 1 januari 2012 zijn afgeschaft of per 1 januari 2013 worden afgeschaft. De overige zes belastingen zijn: de afvalstoffen belasting (2012), de grondwaterbelasting (2012), de belasting op pruim- en snuiftabak (2013), de belasting op alcoholvrije dranken (2013), de belasting op leidingwater (2012) en de verpakkingenbelasting (2013).
PAGINA 5
WEEKERS KOMT VERLIESLIJDENDE BEDRIJVEN TEGEMOET Voor de jaren 2009 tot en met 2011 geldt in verband met de crisis voor bedrijven een verruimde regeling waarbij verliezen op verzoek mogen worden verrekend met de winsten van de afgelopen drie jaren en vervolgens met latere winsten die behaald worden in de zes jaren na het verliesjaar. Dit komt er feitelijk op neer dat in 2009 behaalde verliezen mogen worden verrekend met winsten over de jaren 2008, 2007 en 2006. Verliezen van 2010 mogen worden verrekend met winsten over de jaren 2009, 2008 en 2007. En voor verliezen van 2011 betreft dat de jaren 2010, 2009 en 2008. De dan nog niet verrekende verliezen mogen vervolgens worden verrekend met winsten die zijn gemaakt in de zes jaren na het verliesjaar. Om van deze verruimde achterwaartse verliesverrekening gebruik te kunnen maken, moeten bedrijven c.q. hun belastingadviseurs in de aangifte vennootschapsbelasting hier expliciet voor kiezen. In de praktijk blijkt dat dit in
PAGINA 6
veel gevallen echter niet is gebeurd. Niettemin kunnen de financiële consequenties als gevolg van een onjuiste keuze het verschil maken: omvallen of overleven. Inmiddels zijn al veel definitieve aanslagen vennootschapsbelasting van bedrijven als gevolg van een onjuiste keuze ‘foutief’ vastgesteld. Weekers stelt deze bedrijven nu alsnog in de gelegenheid om een beroep te doen op de verruimde achterwaartse verliescompensatie. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het volgende alsnog mogelijk: verlies 2009 €100 (de aanslag vennootschapsbelasting 2009 is inmiddels definitief opgelegd), winst 2008 €0, winst 2007 €0, winst 2006 €100. Het verlies over 2009 mag nu alsnog worden verrekend met de winst over 2006.
CBS: VAN IEDERE EURO BELANDT € 0,13 IN STAATSKAS In 2010 gaf een Nederlands huishouden gemiddeld € 32.500 uit. Hiervan is € 4.320 betaald aan indirecte belastingen zoals btw en accijnzen. Dat is ruim € 0.13 van iedere uitgegeven euro. De hoogste inkomens betalen naar verhouding minder indirecte belastingen dan de middeninkomens. Dat blijkt uit een persbericht van het CBS. Volgens het CBS is de btw de grootste post. Bijna 60 procent van de indirecte belastingen die huishoudens betalen bestaat uit omzetbelasting (btw). In 2010 was een gemiddeld huishouden € 2.560 kwijt aan btw. Hiervan kwam bijna € 2.170 voor rekening van btw die betaald werd over goederen en diensten die onder het hoge algemene tarief van 19 procent vallen. Voor een aantal producten en diensten zoals levensmiddelen, boeken en fietsenreparaties geldt het lage btw-tarief van 6 procent. Ongeveer een vijfde van de totale bestedingen van huishoudens valt onder dit lage tarief. In 2010 was een doorsnee huishouden bijna € 400 kwijt aan btw over goederen en diensten waarvoor dit lage tarief van toepassing is. Verder blijkt dat accijnzen goed zijn voor een vijfde van de indirecte belastingen. Per huishouden was hiermee een bedrag van gemiddeld € 960 gemoeid. Dat is ruim 20 procent van wat in totaal aan indirecte belastingen betaald wordt. Van de accijnzen vormde de belasting op brandstoffen met € 490 de grootste kostenpost. Ook werd er met gemiddeld € 330 per huishouden flink extra betaald voor sigaretten en andere rookwaren. Daarnaast betaalde een gemiddeld huishouden € 390 aan motor rijtuigenbelastingen, terwijl de milieubelastingen € 330 kostten.
Motorrijtuigenbelasting voor auto met Duits kenteken De Hoge Raad heeft op 2 maart jl. geoordeeld dat motorrijtuigenbelasting mag worden geheven over het gebruik van een niet in Nederland geregistreerde personenauto als de gebruiker van deze auto in Nederland woont en gebruik maakt van Nederlandse wegen. Volgens de Hoge Raad is deze belastingheffing niet in strijd met het Gemeenschapsrecht. Deze zaak betreft een inwoner van Nederland die op 15 juni 2005 met een in Duitsland geregistreerde BMW van de weg in Nederland gebruik maakte. Voor die auto was geen Nederlandse motorrijtuigenbelasting betaald. Deze inwoner is enig aandeelhouder en directeur van een in Duitsland gevestigde vennootschap. De vennootschap had de BMW geleased in Duitsland en aan hem ter beschikking gesteld om werkzaamheden in Duitsland, Nederland en België te verrichten. In Duitsland is voor deze auto een Duitse belasting op motorvoertuigen, Kraftfahrzeugsteuer, verschuldigd. De Nederlandse inspecteur heeft over een tijdvak van drie maanden motorrijtuigenbelasting nageheven. Volgens het Hof is het heffen van Nederlandse motorrijtuigenbelasting in strijd met het Gemeenschapsrecht omdat ook in Duitsland motorrijtuigenbelasting verschuldigd
is. De Hoge Raad beslist echter dat de motorrijtuigenbelasting geen geharmoniseerde belasting is. Lidstaten zijn dus vrij om belasting te heffen ter zake van het gebruik van auto’s. Vervolgens was nog de vraag aan de orde of heffing over een tijdvak van drie maanden niet disproportioneel is. Volgens de Hoge Raad is dat niet het geval. Nederland kent nu eenmaal heffingstijdvakken van drie maanden en de belasting over het niet verstreken deel van het tijdvak kan worden teruggevraagd.
PAGINA 7
FISCALE ONTSNAPPINGSCLAUSULE VOOR BIJTELLING PRIVÉGEBRUIK BESTELAUTO
Deze nieuwsbrief is bedoeld als een eerste oriëntatie op de betreffende onderwerpen. Ofschoon zij steeds met zorg zal zijn samengesteld leent zij zich niet voor adequate oriëntatie of advies in een concrete situatie. In deze zin dragen wij geen verantwoordelijkheid voor on volledigheid of onjuistheid. Voor nadere informatie staan wij uiteraard graag tot uw beschikking.
PAGINA 8
Sinds 1 januari 2012 hebben ondernemers en werknemers de mogelijkheid om gebruik te maken van het aanvragen van een verklaring ‘uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto’. Met de bestelauto mag dan geen enkele privékilometer worden gereden. In ruil daarvoor hoeft dan geen kilometeradministratie te worden bijgehouden. Als niettemin met de bestelauto toch privé wordt gereden volgt in beginsel een fiscale bijtelling van 25, 20, of 14 procent van de cataloguswaarde van de bestelauto. Er is een ontsnappingsmogelijkheid: als de inspecteur als gevolg van bijvoorbeeld camerabeelden het vermoeden heeft dat een bestelauto voor privédoeleinden wordt gebruikt terwijl er ten aanzien van die auto een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto is afgegeven (en nog niet ingetrokken) wordt contact gezocht met de ondernemer dan wel de werknemer en werkgever. Zij krijgen de mogelijkheid het zakelijke karakter van de rit aan te tonen. Slagen zij daar niet in, dan wordt belasting nageheven voor het privégebruik van de bestelauto. Een fiscale bijteling kan echter worden voorkomen door de verklaring in te trekken voordat de bestelauto voor privédoeleinden wordt gebruikt. In dat geval gaat de Belastingdienst ervan uit dat de ondernemer c.q. de werknemer geacht wordt gedurende het jaar tot de datum van intrekking 0 kilometer privé te hebben gereden met de bestelauto. Dat geeft de ondernemer c.q. de werknemer de mogelijkheid om op die datum een verklaring geen privégebruik bij de inspecteur aan te vragen en vanaf die datum alsnog een rittenregistratie bij te houden waaruit blijkt dat de werknemer de auto voor niet meer dan 500 kilometer privé gebruikt.
Heeft u nog vragen? Stel ze aan uw accountant.