PACKARD BELL GPS 400 GEBRUIKERSHANDLEIDING
Kennisgevingen en beperkte aansprakelijkheid
Copyright Packard Bell GPS 400 Gebruikershandleiding. Copyright © 2006 Packard Bell B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Packard Bell B.V. op elektronische, mechanische, magnetische, optische, chemische, handmatige of andere wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, uitgetrokken, opgeslagen in een informatieverwerkend systeem of vertaald in een andere taal of computertaal.
Beperkte aansprakelijkheid Zie pagina 57. Handelsmerken Packard Bell is een gedeponeerd handelsmerk van Packard Bell B.V. Destinator ND is een handelsmerk van Destinator Technologies Inc. (DTI). Alle andere bedrijfs- of productnamen zijn handelsmerken, geregistreerde handelsmerken of servicemerken van hun respectieve eigenaars.
Let op Laat het apparaat niet in uw auto liggen. Blootstelling aan zonlicht kan schade veroorzaken. Werp het apparaat niet in het vuur en demonteer het niet. Het apparaat kan exploderen of er kunnen giftige stoffen vrijkomen. Veroorzaak geen kortsluiting, want hierdoor kunnen brandwonden ontstaan.
Product weggooien Volgens de AEEA-richtlijn (afval van elektrische en elektronische apparaten) moeten elektrische en elektronische producten gescheiden van normaal huishoudelijk afval worden verwerkt. Dit bevordert hergebruik en recycling en vermindert de hoeveelheid te verwerken afval en daarmee de benodigde ruimte op het stortterrein. Hieronder vallen uw computer en alle accessoires zoals keyboards, muizen, afstandsbedieningen, luidsprekers enz. Als u zich van dergelijke producten ontdoet, dient u de regelgeving van de lokale autoriteiten te volgen of bij aankoop van een nieuw product te informeren wat te doen bij het wegwerpen van het apparaat. Informatie over de batterij VERVANG DE BATTERIJ NIET ZELF. ER BESTAAT EEN KANS OP EXPLOSIE ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST MODEL WORDT VERVANGEN. VERWIJDER GEBRUIKTE BATTERIJEN VOLGENS DE INSTRUCTIES. Lever oude batterijen in volgens de regels die gelden in het land waar u verblijft. Gooi ze nooit bij het gewone afval; want dit is in de meeste landen wettelijk verboden. Raadpleeg eventueel de desbetreffende instanties voor meer informatie over milieuvriendelijke inzameling van batterijen.
Opmerking: Het is mogelijk dat er voor bepaalde kleinere gemeenten geen straatgegevens beschikbaar zijn. Kies in dergelijke gevallen de dichtstbijzijnde grotere gemeente (tussen haakjes) om naar de desbetreffende straten te zoeken. U kunt ook de zoekvolgorde wijzigen in Street>City of ZIP/Postal Code>Street om straatgegevens voor de kleinere gemeente te vinden.
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – Introductie van de Packard Bell GPS 400.................................................. 5 1.1 Geleverde onderdelen ....................................................................................................... 5 1.2 Mogelijkheden ................................................................................................................... 5 1.3 Bedieningsknoppen ........................................................................................................... 5 Hoofdstuk 2 – Voordat u begint........................................................................................... 7 2.1 In- en uitschakelen ............................................................................................................ 7 2.2 Het apparaat aansluiten op uw computer .......................................................................... 7 2.3 Het apparaat loskoppelen van uw computer ..................................................................... 8 2.4 De batterij opladen ............................................................................................................ 8 Hoofdstuk 3 – Storingen verhelpen en de GPS 400 upgraden......................................... 9 3.1 De standaardinstellingen van het apparaat herstellen....................................................... 9 3.2 Technische ondersteuning ................................................................................................ 9 Hoofdstuk 4 – Installatie van de Packard Bell GPS 400 in uw auto............................... 10 Instellen van het apparaat ..................................................................................................... 10 Hoofdstuk 5 - Destinator ND voor de Packard Bell GPS 400.......................................... 13 5.1 Inleiding ........................................................................................................................... 13 5.2 Mogelijkheden van Destinator ND ................................................................................... 13 5.3 Rondleiding...................................................................................................................... 14 Hoofdstuk 6 – Kennismaking met uw Packard Bell GPS 400......................................... 15 6.1 Wat staat er op de kaart? ................................................................................................ 15 6.2 GPS-signaal .................................................................................................................... 16 6.3 Kaartoverzichten............................................................................................................. 16 6.4 Punten op de kaart .......................................................................................................... 17 6.5 Lijst met afslagen............................................................................................................. 18 6.6 Menu’s ............................................................................................................................. 18 Menu Bestemmingen ......................................................................................... 19 Menu Opties ....................................................................................................... 19 Menu Instellingen ............................................................................................... 20 6.7 Toetsen op het scherm .................................................................................................... 20 6.8 Werken met een navigatielijst.......................................................................................... 21 Hoofdstuk 7 – Een locatie zoeken ..................................................................................... 22 7.1 Adres invoeren ................................................................................................................ 22 Adresmodi .......................................................................................................... 23 Acties Adres ....................................................................................................... 23 Naar uw bestemming ......................................................................................... 24 7.2 Recente locaties .............................................................................................................. 25 7.3 Mijn favorieten ................................................................................................................. 26 Favorietengroepen ............................................................................................. 26 Waarschuwingen favorieten ............................................................................... 27 Favoriete locaties ............................................................................................... 28 7.4 POI (faciliteiten) ............................................................................................................... 28 Subcategorieën .................................................................................................. 29 Nabij een locatie zoeken .................................................................................... 29 Acties.................................................................................................................. 30 7.5 Routeoverzicht of Route annuleren ................................................................................ 30 7.6 Kaart selecteren .............................................................................................................. 31 Hoofdstuk 8 – Routeopties ................................................................................................ 32 8.1 Multistopplanner .............................................................................................................. 32 Routegroepen definiëren.................................................................................... 32 3
Tussenstops langs de route instellen ................................................................. 33 Acties Tussenstops ............................................................................................ 33 8.2 Wegen vermijden............................................................................................................. 34 Groepen wegen vermijden ................................................................................. 34 Locaties wegen vermijden.................................................................................. 35 8.3 Route weergeven ............................................................................................................ 36 8.4 Voetgangersmodus ......................................................................................................... 36 8.5 Over de kaart schuiven.................................................................................................... 37 Hoofdstuk 9 – Instellingen ................................................................................................. 38 9.1 Kaart ................................................................................................................................ 38 9.2 Prompts ........................................................................................................................... 38 9.3 Snelle navigatie ............................................................................................................... 39 9.4 GPS-signaal .................................................................................................................... 40 9.5 Maateenheden................................................................................................................. 41 9.6 Zien & Voelen .................................................................................................................. 41 9.7 Help ................................................................................................................................. 41 Hoofdstuk 10 – Installatievereisten................................................................................... 42 10.1 Systeemvereisten .......................................................................................................... 42 10.2 De Console installeren .................................................................................................. 42 10.3 Werkbalk van de Console.............................................................................................. 42 Hoofdstuk 11 - Kaart vanaf de Console installeren......................................................... 43 11.1 Interface kaartscherm .................................................................................................... 43 11.2 Een kaart installeren..................................................................................................... 44 11.3 Interface kaartsnijderscherm ........................................................................................ 44 11.4 De kaart in focus brengen ............................................................................................ 45 De kaart in focus brengen op route .................................................................... 45 11.5 Kaart snijden................................................................................................................. 46 11.6 Kaart laden ................................................................................................................... 46 Hoofdstuk 12 - Een favoriet importeren ........................................................................... 47 12.1 Bestandsstructuur voor importeren bestanden............................................................. 47 12.2 Een .CSV-bestand importeren...................................................................................... 47 Hoofdstuk 13 – MP3-speler ................................................................................................ 48 13.1 Overzicht ....................................................................................................................... 48 13.2 Een afspeellijst maken................................................................................................... 48 13.3 Basishandelingen .......................................................................................................... 49 Hoofdstuk 14 – Fotoviewer ................................................................................................ 51 14.1 Overzicht ....................................................................................................................... 51 14.2 Basishandelingen .......................................................................................................... 51 Hoofdstuk 15 - Instellingen ................................................................................................ 52 15.1 Volume instellen ............................................................................................................ 53 15.2 Power instellingen ......................................................................................................... 53 15.3 Instellingen achtergrondverlichting ................................................................................ 54 15.4 Tijdinstellingen............................................................................................................... 54 15.5 Taalinstellingen.............................................................................................................. 55 15.6 Systeeminformatie ......................................................................................................... 55 Specificaties ……………………………………………………………………………………56
4
Hoofdstuk 1 – Introductie van de Packard Bell GPS 400 1.1 Geleverde onderdelen • • • • • • • • •
Adapter voor 12 V-sigarettenaansteker + voedingskabel Netadapter Stekkeradapter (Europa of VK) Carkit USB-kabel MMC-kaart (met wegenkaart) Beschermhoesje Companion-CD/DVD (documentatie en software) Beknopte handleiding
1.2 Mogelijkheden • • • • • •
• • • • • •
Plug-and-Play GPS-apparaat 3,5 inch TFT-LCD-kleurentouchscreen SD-/MMC-kaartlezer 256/512 MB MMC-kaart bijgeleverd, met wegenkaart MP3-speler en fotoviewer Luidspreker van hoge kwaliteit GPS-module: SiRF Star III Processor: 266 MHz Geheugen: 64 MB (intern geheugen) + 256/512 MB MMC-kaart Batterij: geïntegreerde oplaadbare li-ion 2, 100 mAh Firmware met upgrademogelijkheden Ondersteunt Windows 2000/XP
1.3 Bedieningsknoppen
5
1
Touchscreen
2 3 4 5 6
Oplaadlampje In- en uitzoomen Menuknop Navigatieknop (Navi) Scrollknop in 5 richtingen Volume omhoog of omlaag Standbyknop
7 8 9 10 11
12 13
14 15 16 17
Hier worden status en informatie weergegeven. Tik op het scherm om informatie in te voeren en door de toepassingen te navigeren. Geeft de status van de batterij aan. Druk op deze knoppen om de huidige weergave aan te passen. Druk op deze knop om terug te gaan naar het hoofdscherm. Druk op deze knop om de navigatietoepassing rechtstreeks te starten. Druk op deze knop om omhoog/omlaag/naar links/naar rechts te gaan of Enter te kiezen. Druk op deze knoppen om het volume aan te passen.
Druk kort op deze knop om het apparaat in of uit te schakelen. Houd de knop ingedrukt om de schermverlichting in of uit te schakelen. Plaats een SD- of MMC-kaart om wegenkaarten, muziek en foto's te SD/MMC-kaartsleuf lezen. Sluit het apparaat met de bijgeleverde USB-kabel aan op uw USB-poort computer. Druk op deze schakelaar om de voeding volledig uit te schakelen. Het Hoofdschakelaar gevolg is dat het geheugen van het apparaat volledig wordt gewist. Dit (geheugen wissen) houdt in dat u alle vereiste handelingen, zoals het kalibreren van het scherm, invoeren van instellingen en het verkrijgen van een GPSverbinding, opnieuw moet uitvoeren. Druk op deze knop om het apparaat opnieuw op te starten als het niet Reset-knop meer reageert of instabiel is geworden. Aansluiting voor externe Als uw auto een warmtereflecterende of thermische voorruit heeft, moet u mogelijk een externe antenne gebruiken om een betere GPSGPS-antenne (MMCX) ontvangst te krijgen. Hoofdtelefoonaansluiting Hier kunt u een hoofdtelefoon op aansluiten. Aansluiting netspanning Hierop kunt u de bijgeleverde netadapter aansluiten. Hier hoort u de gesproken routebeschrijvingsinstructies. Luidspreker Hiermee plaatst u uw apparaat in de carkit. Carkitsleuven
Ga regelmatig naar de Packard Bell website www.packardbell.com om zo veel mogelijk te profiteren van de Packard Bell GPS 400, extra wegenkaarten of de laatste firmware te downloaden en accessoires aan te schaffen!
6
Hoofdstuk 2 – Voordat u begint 2.1 In- en uitschakelen Druk op de Standbyknop om de Packard Bell GPS 400 in of uit te schakelen.
2.2 Het apparaat aansluiten op uw computer Om de nieuwste kaarten, POI's of Point Of Interests (bijvoorbeeld banken, treinstations en hotels) of software-updates te downloaden, moet u de GPS 400 aansluiten op uw computer (Internet-verbinding vereist). 1.
Sluit de kleine stekker van de bijgeleverde USB-kabel aan op uw GPS 400 en de andere stekker op een van de USB-poorten van uw computer.
2.
Plaats de Companion-CD/DVD in de computer.
3.
Selecteer Auto scan for driver (Automatisch stuurprogramma zoeken) en installeer Microsoft ActiveSync 4.1.
4.
Volg de instructies op het scherm en selecteer Files (Bestanden) in het venster Select Synchronisation Settings (Synchronisatie-instellingen selecteren).
5. U kunt nu bestanden van of naar de MMC-kaart van de GPS 400 overdragen door deze te knippen en plakken.
7
2.3 Het apparaat loskoppelen van uw computer 1.
Klik op het pictogram Hardware veilig verwijderen
in het systeemvak (naast de klok).
2.
Klik op USB-apparaat voor massaopslag veilig verwijderen.
3.
Wacht tot de melding Veilig om hardware te verwijderen verschijnt.
4.
Koppel het apparaat los.
2.4 De batterij opladen Het oplaadlampje geeft de status van de batterij aan: Rood knipperend: de batterij is minder dan 10% opgeladen (met pieptoon) Stabiel oranje: bezig met opladen Stabiel groen: volledig opgeladen De oplaadindicator (de laatste twee) werkt alleen als het apparaat op netspanning werkt. Het verdient aanbeveling elke keer als het apparaat volledig is ontladen, de batterij weer volledig op te laden. Zo functioneert de batterij optimaal. Voorkom dat de batterij te vaak volledig wordt ontladen, omdat hij hierdoor extra wordt belast. Een aantal keren gedeeltelijk ontladen en regelmatig opladen is beter voor de lithium-ionbatterij dan volledig ontladen en opladen. Als de batterij bijna leeg is, moet u deze op tijd opladen. Anders kan het apparaat zichzelf automatisch uitschakelen en kunt u het niet opnieuw inschakelen. Als de batterij volledig leeg is en het apparaat niet kan worden gestart, volgt u de onderstaande procedure. 1. 2. z
z
Sluit het apparaat aan op de netadapter en wacht ten minste 3 minuten voordat u het apparaat inschakelt. Hierna zou de batterij voldoende opgeladen moeten zijn om het apparaat normaal te laten functioneren wanneer het apparaat op een netadapter of computer is aangesloten. Opladen met de netadapter: Sluit de netadapter aan op de netspanningsaansluiting. Het apparaat wordt automatisch opgeladen. Volledig opladen duurt ongeveer 4 uur als het apparaat is uitgeschakeld. Opladen met de adapter voor de sigarettenaansteker: U kunt de adapter voor de sigarettenaansteker aansluiten en de GPS 400 in uw auto opladen. 8
Hoofdstuk 3 – Storingen verhelpen en de GPS 400 upgraden 3.1 De standaardinstellingen van het apparaat herstellen Reset-knop: Als de GPS 400 vastloopt of instabiel wordt, steekt u een rechtgebogen paperclip in de reset-knop aan de rechterkant van het apparaat. Het apparaat wordt dan opnieuw opgestart. Koude start: Steek een rechtgebogen paperclip in de reset-knop en druk tegelijkertijd op de Standbyknop. Via deze procedure herstelt u de standaardfabrieksinstellingen van het apparaat.
Standby-knop
Reset-knop Down-knop
3.2 Technische ondersteuning Als u een geregistreerd gebruiker bent, kunt u voor antwoorden op veelgestelde vragen en directe ondersteuning naar de volgende site gaan: http://www.destinatoreurope.com. Klik op Community, meld u aan en klik op FAQ. Neem als u andere vragen hebt over Destinator ND contact op met uw leverancier of met Destinator Technical Support via e-mail op
[email protected].
9
Hoofdstuk 4 – Installatie van de Packard Bell GPS 400 in uw auto Instellen van het apparaat Zie de afbeeldingen op de volgende pagina en de onderstaande instructies voor de juiste instelling van uw apparaat. 1.
Monteer uw carkit door eerst het montageframe aan de zwanenhals van de montagezuignap te bevestigen. Zorg dat de pijl ‘CLOSE’ in de richting wijst waarin u het montageframe bevestigt.
2.
Plaats de carkit op een geschikte locatie op uw voorruit en maak de klem onder aan de zwanenhals los.
3.
Druk de klem terug op zijn plaats om de zwanenhals van de montagezuignap stevig aan de voorruit te bevestigen.
4.
Bevestig de GPS 400 aan de carkit. Plaats eerst de onderkant van de GPS 400 in de carkit en kantel de bovenkant van de GPS 400 vervolgens terug op zijn plaats. Trek aan de clip aan de bovenkant totdat deze vast klikt. Draai aan de zwanenhals om de positie van de GPS 400 aan te passen, zodat u het scherm duidelijk kunt zien.
5.
Als u de GPS 400 in de auto wilt opladen, sluit u de voedingskabel aan op de netspanningsaansluiting van de GPS 400 en het andere uiteinde van de kabel op de sigarettenaansteker.
De Packard Bell GPS 400 is nu klaar voor gebruik! Lees de instructies over Destinator ND voor de bediening van uw GPS. LET OP: Laat het apparaat niet in uw auto liggen. Blootstelling aan zonlicht kan schade veroorzaken.
10
11
12
Hoofdstuk 5 - Destinator ND voor de Packard Bell GPS 400
5.1 Inleiding Destinator ND is een volledig uitgerust mobiel navigatiesysteem via satelliet. Het maakt gebruik van GPS-satellieten (Global Positioning System) om uw locatie te zoeken op basis van de laatste cartografietechnologie om u zo snel en efficiënt mogelijk naar uw bestemming te leiden, en helpt u bij het plannen van uw route door middel van gesproken en visuele instructies per afslag. De Packard Bell GPS 400 is niet alleen voorzien van Destinator ND, maar heeft ook een MP3-functie waarmee u uw favoriete nummers kunt downloaden en afspelen, en een fotoweergavefunctie waarmee u foto’s kunt weergeven. Met de MP3-speler kunt u uw favoriete muziek downloaden van een SD- of CF-kaart en een afspeellijst maken. Met de fotoweergavefunctie kunt u uw digitale foto’s downloaden naar en bekijken op de Packard Bell GPS 400.
Afbeelding 1 - Hoofdmenu
5.2 Mogelijkheden van Destinator ND De uitgebreide functies van Destinator zorgen ervoor dat u zonder zoeken op de plaats van bestemming komt. De software biedt de volgende mogelijkheden: • U kunt kiezen tussen instructies voor automobilisten en voetgangers. • Het apparaat is binnen enkele minuten gereed voor gebruik. • Schermvullende 2D/3D wegenkaarten voor gebruik overdag en 's nachts met nauwkeurige, gesproken instructies.
13
• • • • • • • • • • •
Snel routes samenstellen voor alle afstanden. Navigatie in verschillende landen zonder van kaart te hoeven wisselen. Intuïtieve menu's en touchscreenknoppen voor eenvoudige invoer. Snel adressen opvragen van recent bezochte locaties, favoriete bestemmingen of POI's. Routes plannen inclusief tussenstops. Tolwegen, files of slechte wegen vermijden. Weergave van verkeersberichten (optie). Een uitgebreid aanbod van wegenkaarten voor landen over de hele wereld. Keuze uit meer dan 10 talen. Handig kaart- en schermformaat. Geschikt voor gebruik in een auto of door een voetganger, voor werk en vakantie.
5.3 Rondleiding Tik in het menu Settings op de knop Tutorial om het programma Destinator Guided Tour te openen. Deze rondleiding is een uitstekende manier om snel bekend te raken met de diverse navigatiefuncties.
14
Hoofdstuk 6 – Kennismaking met uw Packard Bell GPS 400 6.1 Wat staat er op de kaart? Wanneer u Destinator ND voor het eerst inschakelt, ziet u het scherm Kaart. U kunt met de pictogrammen op dit scherm uw route plannen en bekijken.
Richtingsbalk Huidige locatie
Door het GPSgegenereerde informatie
Inzoomen Uitzoomen Kompas
Voedingsindicator Menuknop
Snel nav
Volume
GPS Status
Figuur 2 – Kaartscherm
Uw huidige locatie in de Voertuigmodus.
Uw huidige locatie in de Voetgangersmodus. Uw laatste bekende locatie toen er geen GPS-signaal werd gevonden.
De route
De geselecteerde bestemming Deze pictogrammen geven de voedingsbron aan, elektriciteit of accu . De accu wordt groen, geel of rood weergegeven, om aan te geven dat de accu is opgeladen of bijna leeg is.
15
De rode GPS-ontvanger signaal heeft gevonden.
betekent dat het navigatiesysteem nog geen betrouwbaar GPS-
De groene GPS-ontvanger betekent dat het navigatiesysteem een betrouwbaar GPS-signaal heeft gevonden en dat u een route kunt plannen. Wanneer er een bestemming wordt ingevoerd, geeft de GPS sseltoets de resterende reisafstand en reistijd, geschatte aankomsttijd, en snelheid en hoogte aan. Wanneer u een route heeft berekend, geeft de richtingsbalk informatie over de volgende afslag weer. Klik op deze balk voor een volledige lijst met aanwijzingen per afslag.
6.2 GPS-signaal Wanneer u het navigatiesysteem voor het eerst opstart, hoort u het bericht ‘Signal too low’ (signaal te zwak). Dit bericht geeft aan dat uw navigatiesysteem nog geen betrouwbaar GPSsignaal heeft gevonden. Controleer of de antenne is aangesloten en onbelemmerd naar de lucht wordt gericht. Controleer het volgende: 1. Heeft de antenne vrij zicht naar de lucht voor een ongestoorde GPS-ontvangst? Destinator kan geen route berekenen als er geen GPS-ontvangst is (bijvoorbeeld in een tunnel). 2.
Is het navigatieapparaat volledig opgeladen?
6.3 Kaartoverzichten U kunt bepalen of u een tweedimensionale of een driedimensionale kaart bij daglicht of in de nacht wilt zien. De Weergave modus 2D Dag is geoptimaliseerd voor zicht bij daglicht. 2D-overzichten stellen u in staat handmatig te pannen of zoomen. Zie bijvoorbeeld Figuur 2 - Overzicht kaart modus 2D Dag. De Weergave modus 2D Nacht is geoptimaliseerd voor rijden in de nacht of in negatieve weersomstandigheden. Zie bijvoorbeeld Figuur 3 - Overzicht kaart modus 2D Nacht. De Weergave modus 2D Dag of Nacht geeft u een driedimensionale kaart voor rijden overdag of in de nacht. Zie bijvoorbeeld Figuur 4 - Overzicht kaart modus 3D Dag en Figuur 5 - Overzicht kaart modus 3D Nacht. In het menu Opties klikt u op de knop 3D modus om de driedimensionale kaart op het scherm te brengen. Als de kaart al zichtbaar is in drie dimensies, wordt 2D modus weergegeven op de inschakel/uitschakel-knop. U kunt op de knop Nachtmodus klikken om de kaart in nachtelijke condities weer te geven. Als de kaart als in de nachtmodus zichtbaar wordt, wordt Dagmodus weergegeven.
16
op de inschakel/uitschakel-knop
Afbeelding 3 - Kaartweergave modus 2D Dag
Afbeelding 4 - Kaartweergave modus 2D nacht
Afbeelding 5 - Kaartweergave modus 3D Dag
Afbeelding 6 - Kaartweergave modus 3D nacht
6.4 Punten op de kaart U kunt naar elk willekeurig punt navigeren door direct op de locatie te klikken op het scherm Kaart. Deze functie is met name handig wanneer u naar een specifiek punt op de kaart wilt navigeren, maar u hebt het straatadres niet. Wanneer u op de kaart klikt, komt het contextmenu op het scherm. Navigeren– Deze knop stelt u in staat een route van het kaartpunt te berekenen. Favorieten – Deze knop stelt u in staat een punt op de kaart als uw favoriete bestemming op te slaan. Dit is handig als u een locatie ziet, waar u later naar wilt terugkeren. Instellen als beginpunt – Deze knop stelt u in staat het geselecteerde punt als startpunt aan te wijzen en niet als de bestemming. Dit is handig wanneer u een route wilt berekenen van een punt dat anders is dan uw huidige locatie.
Figuur 7 - Opties punt op de kaart
17
6.5 Lijst met afslagen Wanneer u een bestemming heeft ingevoerd en een route heeft berekend, wordt de richtingsbalk onder in het scherm Kaart weergegeven, met de volgende informatie: 1. De richting van de volgende afslag 2.
De afstand tot de volgende afslag
3.
De straatnaam van de volgende afslag
Wanneer u de richtingsbalk aanraakt, geeft Destinator ND een lijst met afslagen vanaf uw huidige positie tot de geselecteerde bestemming weer. Gebruik de bladertoetsen om omhoog en omlaag door de lijst te bladeren.
Afbeelding 8 – Weergave per afslag De volgende opties zijn beschikbaar: Met de toets Routeoverzicht kunt u de volledige route op het scherm Kaart weergeven, inclusief de reisafstand en de ETR (geschatte resterende reistijd). Met de knop Afslag weergeven wordt de volgende afslag op het scherm Kaart weergegeven, inclusief de straatnaam, afstand tot de afslag en de richting van de afslag. Met de toets Vermijden kunt u de geselecteerde afslag in de richtinglijst vermijden. Destinator ND berekent de route automatisch opnieuw.
6.6 Menu’s Druk op de Menu-knop in het scherm Main Map (Hoofdkaart) om de drie belangrijkste Destinator-menu’s te openen, zoals hieronder.
Afbeelding 9 - Menu’s voor Destinator
18
Met de toets Meer
in Menu 1 – Bestemmingen kunt u door de menu’s van
Destinator ND bladeren. Via de toets Kaart Met de toets Afsluiten
gaat u terug naar het scherm Kaart.
kunt u het Destinator ND-navigatiesysteem afsluiten.
Menu Bestemmingen Dit menu biedt de volgende opties: Met de toets Adres kunt u naar een adres navigeren.
Met de toets Recente locaties kunt u naar een eerder bezochte bestemming navigeren. Met de toets Mijn favorieten kunt u naar een opgeslagen locatie navigeren.
Via de toets POI kunt u naar honderden interessante locaties navigeren, zoals stranden, parken, hotels, musea en restaurants. Met de toets Route annuleren wordt de huidige navigatie stopgezet en gewist. Deze toets is uitgeschakeld wanneer er geen route is ingevoerd. Met de toets Routeoverzicht kunt u de volledige route op het scherm Kaart weergeven. Deze toets is uitgeschakeld wanneer er geen route is ingevoerd. De knop Afslagen stelt u in staat de volledige, stap-voor-stap richtingen naar uw bestemming weer te geven. Met de toets Kaart selecteren kunt u kiezen uit de verschillende kaarten op uw SD-geheugenkaart.
Menu Opties Dit menu biedt de volgende opties: Met de toets Wegen vermijden kunt u een bepaald type weg vermijden, bijvoorbeeld tolwegen of geselecteerde straten. Met de toets Multistopplanner kunt u tot 12 tussenstops op een route maken en kunt u de efficiëntste route creëren. De knop Route afspelen stelt u in staat uw route op te tekenen en deze later weer af te spelen. Met de toets Voetgangersmodus/Voertuigmodus kunt u wisselen tussen reizen als voetganger en in een voertuig. In de Voetgangersmodus is de regio van de navigatie beperkt tot tien kilometer en zijn er geen Spraakopdrachten beschikbaar.
19
De inschakel/uitschakel-knop Modus 2D/3D stelt u in staat het kaartoverzicht in tweedimensionale en driedimensionale overzichten weer te geven voor rijden overdag of tijdens de nacht.
De inschakel/uitschakel-knop Modus Dag/Nacht stelt u in staat het kaartoverzicht te bekijken voor rijden overdag of in de nacht.
De knop Over de kaart schuiven stelt u in staat de kaart door te bladeren die niet verbonden is met de huidige locatie. In deze modus wordt het GPS-systeem niet gebruikt. Uw huidige positie wordt niet opgemerkt en Destinator ND houdt u rijvoortgang niet bij.
Menu Instellingen Dit menu biedt de volgende opties: Met de toets Kaartinstellingen kunt u de oriëntatie, lettertype en zoomfuncties van de kaart opgeven. Met de toets Prompts kunt u de typen spraak- of visuele opdrachten die u wilt gebruiken opgeven. Met de toets Snelle Nav. kunt u een adres of categorie POI opgeven waarnaar u wilt navigeren door de toets Snelle nav. aan te raken. Met de toets GPS kunt u informatie over het GPS-signaal zien.
Met de toets Maateenheden kunt u opgeven welke maateenheden het systeem moet gebruiken. In het scherm Uiterlijk kunt u instellen hoe Destinator ND eruit moet ziet en klinken.
De knop Help opent het Help-bestand Destinator ND.
6.7 Toetsen op het scherm De volgende toetsen worden op veel navigatieschermen voor Destinator ND weergegeven. Wanneer u de toets Volgende aanraakt voor een geselecteerd adres, groep of locatie, opent Destinator ND automatisch het volgende scherm. Nadat u de bestemming heeft opgegeven, kunt u met de toets Volgende een kaartscherm met de geselecteerde locatie weergegeven. Op deze kaart kunt u een routetype bepalen. Het scherm heeft ook een toets GA die zorgt dat Destinator ND de route van uw huidige locatie naar de geselecteerde bestemming berekent. Wanneer u de toets Vorige aanraakt, keert Destinator ND terug naar het vorige scherm voor een geselecteerd adres of geselecteerde locatie. Wanneer u de toets GA aanraakt, berekent Destinator ND de route naar de geselecteerde bestemming.
20
Met de toets Acties krijgt u een lijst met opdrachtopties die voor het geselecteerde adres of de geselecteerde locatie beschikbaar zijn. Via de toets Toetsenbord verbergen/weergeven kunt u het toetsenbord weergeven of verbergen. Met de toetsen Opslaan, OK of Klaar bevestigt u uw voorkeuren en keert u terug naar het menu of de kaart.
6.8 Werken met een navigatielijst Elke navigatielijst van Destinator ND (zoals Adres, Recente locaties of POI) bestaat uit een reeks schermen. U kunt op verschillende manieren door deze lijsten bladeren: 1. Een adres, groep of locatie selecteren en aanraken (afhankelijk van de navigatiefunctie) 2. Een adres, groep of locatie selecteren en de toets Volgende aanraken. De reeks eindigt met het scherm Op kaart weergeven, waar het adres of de locatie wordt weergegeven. De toets GA is beschikbaar zodat u een route kunt berekenen. U moet een adres, groep of locatie markeren om door de reeks te bladeren en om de toetsen Acties, Volgende en Vorige in te schakelen.
21
Hoofdstuk 7 – Een locatie zoeken 7.1 Adres invoeren Wanneer u op de toets Adres klikt, wordt het scherm Adres geopend, zoals hieronder.
1.
2.
Afbeelding 10 – Het scherm Adres weergeven U kunt met het toetsenbord de eerste tekens van de adresnaam invoeren. De tekens worden weergegeven in het veld Adres. Destinator ND zoekt automatisch in de lijst Adres naar de eerste overeenkomst met de ingevoerde tekens. Nadat u een plaats heeft geselecteerd, geeft Destinator ND het volgende adresveld weer, zoals de straatnaam en het huisnummer. U kunt ook de toets Volgende aanraken om door de adresschermen te bladeren. U kunt met de volgende opdrachttoetsen het zoeken verbeteren: Wanneer de automatische zoekfunctie de opgegeven naam niet vindt, kunt u met de toets Vinden een subzoekopdracht uitvoeren; dit is bijvoorbeeld handig als het adres uit twee of meer woorden bestaat. Met de bladertoetsen kunt u omhoog of omlaag in een lijst met adresitems, zoals namen van plaatsen of straten, zoeken. Met de toets Toetsenbord verbergen/weergeven kunt u de adreslijst uitbreiden of verkorten door het toetsenbord te verbergen of weer te geven. Met de toets Selecteren kunt u tussen de verschillende toetsenbordweergaven wisselen. Als u dubbelklikt op de lettertoets, voert u die letter als kleine letter in. Met de toets Wissen kunt u een teken in een adresveld verwijderen.
U kunt de zoekmethoden voor een adres wijzigen door de toets Modus aan te raken. U kunt dan uit verschillende adresformaten kiezen, zoals wordt beschreven in ‘Adresmodi’.
22
Opmerking: wanneer de ingevoerde tekens niet als eerste letters van de naam worden gevonden in de lijst Adres, zoekt het Slimme zoeksysteem automatisch naar de ingevoerde tekens in de volledige lijst, bijvoorbeeld midden in of aan het eind van de naam. Met Destinator ND kunt u naar plaats- en straatnamen zoeken zonder dat u accenten (die in veel Europese talen worden gebruikt) hoeft in te voeren.
Adresmodi U kunt definiëren welke informatie moet worden gebruikt om een adres te zoeken, door de toets Modus aan te raken. Destinator ND biedt verschillende adresformaten, zoals hieronder wordt beschreven.
Plaats-Straat
Bij deze modus heeft u de volgende adresvelden: Plaats, Straat, Huisnummer. U kunt ook alleen naar een plaats of straat navigeren. Wanneer u een plaats heeft geselecteerd, is de eerste invoer van de lijst Straatnaam de optie Centrum. Wanneer u een straat heeft geselecteerd, is de eerste invoer in de lijst Huisnummer de optie Middenpunt straat. Plaats-Straat is het standaardformaat.
Straat-Plaats
De volgende adresvelden worden weergegeven: Straat, Plaats, Huisnummer. Bij deze modus kunt u een straatnaam invoeren zonder dat u eerst een plaats opgeeft. Dit is bijvoorbeeld handig als u naar een adres zoek in een grote gemeente met veel steden en dorpen.
Kruisende straten De volgende adresvelden worden weergegeven: Plaats, Straat 1, Straat 2. Bij deze modus kunt u een kruising zoeken door de namen van twee kruisende straten op te geven.
Postcode
De volgende Huisnummer.
adresvelden
worden
weergegeven:
Postcode,
Straat,
Bij deze modus kunt u een straatadres zoeken door de postcode in te voeren, dus zonder een plaatsnaam. Dit is bijvoorbeeld handig als u geen plaatsnaam weet of als de plaats meerdere postcodes heeft.
Op andere kaarten U kunt een andere kaart van een land waar u per voertuig naar reist selecteren.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de volgende kaarten geïnstalleerd zijn: • Een andere kaart van landen op hetzelfde continent als de geselecteerde kaart • De kaart van de hoofdwegen voor het continent dat de ene kaart met de andere verbindt (bijvoorbeeld de hoofdwegen van Europa) Als u zich bijvoorbeeld in Parijs bevindt en u wilt naar München reizen, selecteert u de kaart van Duitsland en wijst het centrum van München aan als bestemming. Destinator ND geeft automatisch de kaart van Frankrijk weer wanneer u op plaatselijke wegen van dat land reist, een kaart van de hoofdwegen van Europa wanneer u via de snelweg reist en de kaart van Duitsland wanneer u op plaatselijke wegen van dat land reist.
Acties Adres Wanneer u een adres heeft opgegeven, kunt u de toets Acties aanraken om uit de volgende opdrachten te kiezen:
23
Instellen als beginpunt
Hiermee kunt u het geselecteerde adres opgeven als het beginpunt van de route. Gebruik deze opdracht voor het berekenen van een route vanaf een ander punt dan uw huidige locatie. Het navigatiesysteem geeft de geselecteerde locatie slechts enkele seconden weer als een beginpunt en keert dan terug naar uw huidige locatie. Opmerking: u ontvangt nog altijd een GPS-signaal.
Op kaart weergeven
Hiermee kunt u het geselecteerde adres op de kaart zien.
Toevoegen aan Mijn favorieten
Hiermee kunt u een adres toevoegen aan uw lijst met favoriete locaties, zoals u in de onderstaande afbeelding kunt zien.
Afbeelding 11 – Adres aan Mijn favorieten toevoegen Hiermee wordt informatie over het adres van de locatie weergegeven.
Informatie
Naar uw bestemming Nadat u het adres heeft ingevoerd, raakt u de toets Volgende aan. Destinator ND geeft uw bestemming op het scherm Kaart weer voordat de route wordt berekend. Controleer of het adres van de bestemming boven in het scherm juist is. Wanneer u de bestemming wilt wijzigen, raakt u de toets Vorige aan om de adresinvoeren te wijzigen.
1.
3.
2.
Afbeelding 12 – De route naar uw bestemming berekenen 24
Wanneer de bestemming juist is, kunt u Destinator ND de route laten berekenen door de toets Sneller of Korter aan te raken, zoals hieronder wordt beschreven. Bij deze optie wordt de snelste route in tijd geselecteerd. Sneller is de standaardwaarde. Bij deze optie wordt de kortste route in afstand geselecteerd. Vergeet niet dat de kortere route niet altijd de snelste is, omdat u op sommige wegen sneller kunt rijden dan op andere. Opmerking: bij het creëren van de route worden geen omleidingen, tussenstops of vertragingen opgenomen. Wanneer u klaar bent, raakt u de toets GA aan om een route naar de geselecteerde bestemming te creëren.
7.2 Recente locaties Op het scherm Recente locaties kunt u een bestaande bestemming uit een lijst met bestemmingen selecteren waar u eerder naartoe bent geweest. Destinator ND slaat automatisch de laatste 64 bestemmingen in het geheugen op. Wanneer er een nieuwe route boven aan de lijst wordt toegevoegd, wordt de oudste bestemming onder in de lijst gewist. Wanneer u naar een bestemming wilt reizen waar u onlangs ook naartoe bent geweest, raakt u de toets Recente locaties n. Selecteer een locatie op het scherm Recente locaties en raak de toets Volgende aan. Er wordt een kaart geopend met de opgegeven locatie. Raak de toets GA aan om de route te berekenen.
1.
2.
3.
4
Afbeelding 13 – Naar een recente locatie reizen Op dit scherm kunt u de toets Acties aanraken en uit de volgende opdrachten kiezen:
Instellen als beginpunt
Hiermee kunt u het geselecteerde adres opgeven als het beginpunt van de route. U kunt deze opdracht gebruiken wanneer u een route berekent vanaf een ander punt dan uw huidige locatie, maar alleen als u een GPS-signaal heeft.
Toevoegen aan Mijn favorieten
Hiermee kunt u een adres aan uw lijst met favoriete locaties toevoegen.
Item verwijderen
Hiermee kunt u een recente locatie verwijderen.
Lijst wissen
Hiermee kunt u alle locaties op het scherm Recente locaties wissen.
Informatie
Hiermee wordt informatie over het adres van de locatie weergegeven.
25
5.
7.3 Mijn favorieten Een favoriet is een bestemming die u heeft opgeslagen zodat u deze snel kunt oproepen. U kunt een favoriete bestemming selecteren door het menu Bestemmingen te openen en de toets Mijn favorieten aan te raken. Het scherm Mijn favorieten geeft uw favoriete groepen weer. Wanneer u een geselecteerde groep aanraakt, geeft Destinator ND automatisch de opgeslagen locaties weer. Raak de geselecteerde locatie aan om de bestemming op een kaart te zien. Raak GA aan om de route te berekenen.
1.
4.
2.
5.
3.
Afbeelding 14 – Naar een favoriete locatie reizen
Opmerking: De map Mijn favorieten is de standaardmap waarin alle favorieten worden opgeslagen als ze niet aan een groep zijn toegewezen. Op het scherm Kaart weergeven kunt u ook het routetype instellen: Sneller of Korter.
Favorietengroepen U kunt de toets Acties aanraken op het scherm Mijn favorieten om groepen toe te voegen, te bewerken of te verwijderen, zoals hieronder wordt beschreven.
Groep toevoegen
Wanneer u deze toets aanraakt, wordt het scherm Favorietengroepen geopend. Voer de groepsnaam in en selecteer een pictogram om de groep te identificeren. Het pictogram identificeert alle bestemmingen in die groep, zoals weergegeven op de kaart.
Groep bewerken
Wanneer u deze toets aanraakt, wordt het scherm Favorietengroepen geopend met de naam en de geselecteerde afbeelding van de gemarkeerde groep. U kunt de naam en het pictogram wijzigen.
26
Groep verwijderen
Wanneer u deze toets aanraakt, worden de geselecteerde groep en de bijbehorende invoeren verwijderd. De groep Mijn favorieten kan niet worden verwijderd.
Waarschuwingen favorieten Waarschuwingen laten u weten dat u zich op een bepaalde afstand van een favoriete locatie bevindt. U kunt de toets Waarschuwingen aanraken om de afstanden voor de 1e en 2e waarschuwing in te stellen. Wanneer u dichter bij de opgegeven afstand komt, hoort u de waarschuwing, zoals hieronder wordt beschreven.
Afbeelding 15 – Waarschuwingen voor uw favorieten instellen Voorbeelden: •
U heeft een groep, Winkelen, gemaakt waarin al uw favoriete winkels staan. Er wordt een waarschuwing op het scherm weergegeven wanneer u dichter bij de opgegeven afstand bent tot winkels in uw groep, zodat u kunt kiezen of u daar wilt stoppen en naar binnen wilt gaan.
•
U heeft een groep, Projecten, gemaakt met daarin adressen van uw bank, supermarkt, garage, bouwmarkt, dokter, postkantoor, etc. Wanneer de waarschuwing is ingesteld, herinnert Destinator ND u aan deze locaties wanneer u er dicht bij in de buurt bent.
•
U gaat een reis maken en vrienden hebben bepaalde restaurants onderweg langs uw route aanbevolen. U kunt nu een groep aanmaken, Restaurants, en de adressen van die restaurants invoeren. Terwijl u onderweg bent, krijgt u een waarschuwing wanneer u binnen een bepaalde afstand van deze restaurants rijdt.
Opmerkingen: • • •
Instellingen voor Waarschuwing favorieten hebben invloed op alle Favorietengroepen. De 2e waarschuwing moet op een kortere afstand worden ingesteld dan de 1e waarschuwing. Waarschuwingen kunnen wel voor een groep, maar niet voor afzonderlijke locaties worden ingesteld. U kunt natuurlijk ook altijd een groep met maar één locatie maken.
U kunt de waarschuwingen voor alle groepen uitschakelen door de instelling voor 1e waarschuwing in te stellen op Uit. U kunt de waarschuwingen voor een bepaalde groep uitschakelen door de groep te selecteren en de toets Symbool verbergen op kaart aan te raken. Uitgeschakelde waarschuwingen worden aangegeven met een rode schuine streep door het symbool.
27
U kunt de uitgeschakelde waarschuwing weer inschakelen door de groep te selecteren en de toets Symbool weergeven op kaart aan te raken.
Favoriete locaties Raak MIJN FAVORIETEN of een andere geselecteerde groep die u heeft aangemaakt aan om de locaties weer te geven. U kunt een locatie in uw favorietengroep opslaan via de schermen Adres, Recente locaties, POI of direct via het scherm Kaart. Op dit scherm kunt u de toets Acties aanraken en de volgende opdrachten weergeven.
Instellen als beginpunt
Hiermee kunt u de geselecteerde locatie opgeven als het beginpunt van de route. Gebruik deze opdracht voor het berekenen van een route vanaf een ander punt dan uw huidige locatie. Opmerking: u ontvangt nog altijd een GPS-signaal.
Kaart weergeven
Hiermee kunt u de kaart zien met de geselecteerde favoriete bestemming voordat u een route creëert.
Favoriete locatie bewerken
Hiermee kunt u de naam, opmerking of groepslocatie voor de geselecteerde locatie wijzigen.
Favoriete locatie verwijderen
Raak de toets aan om de geselecteerde locatie te verwijderen.
Informatie
Deze toets geeft extra informatie over het adres, zoals adresgegevens en telefoonnummer, en andere opmerkingen over uw favoriete locatie die u heeft ingevoerd.
7.4 POI (faciliteiten) De lijst POI is een verzameling van honderden interessante of praktische locaties die in categorieën zijn gesorteerd. U kunt Destinator ND bijvoorbeeld gebruiken om u naar een winkelcentrum, restaurant of benzinestation te leiden. Raak in het menu Bestemmingen de toets POI aan. Het scherm POI wordt geopend. U kunt een categorie zoeken door tekst in te voeren. Het Slimme zoeksysteem geeft automatisch de POI-categorieën die overeenkomen met de ingevoerde tekens. Wanneer u de categorie niet via de zoekopdracht kunt vinden, kunt u ook de toets Vinden gebruiken voor een subzoekopdracht. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer de categorienaam uit twee of meer woorden bestaat. U kunt altijd in de lijst met POI-categorieën bladeren met de bladertoetsen.
28
Wanneer u een categorie selecteert, geeft Destinator ND automatisch de categorie-invoeren en de afstand tot elke invoer vanaf uw huidige positie weer. U selecteert uw invoer en daarna kunt u de toets Volgende aanraken of aanklikken om de geselecteerde bestemming op de kaart weer te geven. Raak daarna GA aan om uw route te berekenen. Via het scherm Kaart weergeven kunt u een routetype opgeven, Sneller of Korter.
1.
2.
3.
4.
5.
Afbeelding 16 – Praktische locaties Opmerking: klik in het scherm Acties iteminvoeren op de toets Sorteren op ABC om de categorieinvoeren in alfabetische volgorde weer te geven.
Subcategorieën Veel categorieën hebben subcategorieën zodat u nog meer keuze heeft. Zo kunnen benzinestations worden opgedeeld in subcategorieën van verschillende merknamen. Dit kan ook voor Hotels. Restaurants hebben subcategorieën die voor verschillende soorten eten staan, zoals Fastfood, Italiaans, Frans, etc. zoals u hieronder ziet.
Nabij een locatie zoeken U kunt de toets Nabij aanraken om het locatiegebied te bepalen waarin u naar een specifieke locatie wilt zoeken, zoals een benzinestation, hotel of restaurant. De beschikbare opties worden hieronder vermeld.
Huidige locatie
Hiermee kunt u in de buurt van uw huidige locatie zoeken. Dit is de standaardwaarde.
Bestemming
Hiermee kunt u in de buurt van een opgegeven bestemming zoeken. U weet bijvoorbeeld wel de algemene bestemming, maar niet veel over interessante locaties in het gebied. U kunt Destinator ND gebruiken om toeristische attracties te zoeken die interessant zijn voor u, uw gezin of uw vrienden. Let wel dat deze toets alleen is ingeschakeld als er een bestemming is ingevoerd.
29
Ander adres
Hiermee kunt u in de buurt van een ander adres zoeken. U heeft bijvoorbeeld een bestemming ingevoerd, maar u wilt onderweg bij een andere locatie stoppen. U kunt deze functie gebruiken om bij die locatie te zoeken naar restaurants, accommodaties, historische plaatsen of andere locaties.
Zoekgebied
Voer de locatieafstand in waarbinnen naar een opgegeven locatie moet worden gezocht. Als u bijvoorbeeld 5 km invoert, zoekt Destinator ND alleen binnen een straal van vijf kilometer. Wanneer u een groter zoekgebied selecteert, loopt u de kans dat er te veel locaties worden gevonden, zodat het lastiger wordt om de locatie te vinden waarnaar u op zoek bent. U kunt het beste met een kleine straal beginnen en het gebied daarna uitbreiden. Opmerking: als u geen zoekgebied opgeeft, zoekt Destinator op de hele kaart.
Symbool op kaart weergeven of verbergen
Hiermee kunt u de POI-lijst aanpassen door symbolen van POIcategorieën die u niet wilt zien weer te geven of te verbergen. Wanneer u een categorie verbergt, wordt dit aangegeven met een rode markering. Deze markering betekent alleen dat het categoriesymbool niet op de kaart wordt weergegeven. De categorielocaties zijn nog wel altijd beschikbaar. U kunt het symbool van een verborgen categorie altijd weergeven door de categorie te selecteren en op de toets Symbool weergeven op kaart te tikken.
Acties Wanneer u een POI-locatie heeft geselecteerd, kunt u met de toets Acties de onderstaande opdrachten weergeven.
Instellen als beginpunt
Hiermee kunt u de geselecteerde locatie opgeven als het beginpunt van de route. Gebruik deze opdracht voor het berekenen van een route vanaf een ander punt dan uw huidige locatie. Opmerking: u ontvangt nog altijd een GPS-signaal.
Op kaart weergeven
Hiermee kunt u de kaart zien met de weergegeven bestemming voordat u een route creëert.
Toevoegen aan Mijn favorieten
Hiermee kunt u een POI aan uw lijst met favoriete locaties toevoegen.
Sorteren op ABC of afstand
Hiermee kunt u de invoeren van de geselecteerde categorie alfabetisch of op afstand vanaf uw huidige locatie sorteren. Opmerking: Destinator ND geeft eerst de invoeren op afstand weer.
Informatie
Het telefoonnummer en adres worden weergegeven, samen met alle informatie die het systeem over de geselecteerde POI heeft.
7.5 Routeoverzicht of Route annuleren Met de toets Routeoverzicht kunt u een overzicht weergeven van de volledige route op het scherm Kaart, de totale afstand tot uw bestemming, de geschatte reistijd en het volledige adres van de bestemming.
30
Afbeelding 17 – Route weergeven
wordt de huidige navigatie stopgezet en wordt de Met de toets Route annuleren route gewist. Deze functie is alleen actief als er een bestemming is ingesteld.
7.6 Kaart selecteren Met deze functie kunt u de geselecteerde kaart vervangen door een andere kaart op de SDgeheugenkaart.
U kunt de toets Kaart selecteren in het menu Opties aanraken om de kaarten weer te geven die op de SD-geheugenkaart zijn opgeslagen. Op het scherm Kaart selecteren worden de gegevens en het versienummer van de kaart weergegeven. De kaart die momenteel wordt gebruikt, staat bovenaan in de lijst. De opdrachten voor Kaart selecteren zijn:
Selecteren
Hiermee kunt u een geselecteerde kaart als de huidige kaart aanwijzen.
Verwijderen
Hiermee kunt u een geselecteerde kaart permanent verwijderen.
Vernieuwen
Hiermee kunt u het scherm vernieuwen als er een nieuwe geheugenkaart in het apparaat is gestoken.
31
Hoofdstuk 8 – Routeopties 8.1 Multistopplanner Met de Multistopplanner kunt u een route met maximaal 12 tussenstops plannen. Wanneer u op de toets GA drukt, wordt de route in fasen berekend, vanaf het beginpunt tot de eerste tussenstop. Wanneer u de eerste tussenstop bereikt, wordt de route naar de tweede tussenstop berekend, etc.
1.
3.
2.
4.
3.
Afbeelding 18 – Langs meerdere routes reizen Op het scherm Op kaart weergeven kunt u uit de volgende routetypen kiezen: Sneller en Korter. U kunt Korter selecteren om een route te berekenen met de kortste afstand tussen uw huidige locatie en de geselecteerde bestemming. Wanneer u de toets GA aanraakt, selecteert Destinator ND automatisch de snellere route.
Routegroepen definiëren Een routegroep staat voor een groep tussenstops. Selecteer op het scherm Multistopplanner de toets Acties en raak Groep toevoegen aan. Voer op het scherm Groep toevoegen de naam van de Groep in en sla deze op. Op het scherm Acties kunt u ook een geselecteerde groep bewerken of verwijderen.
32
5
1.
2.
3.
Afbeelding 19 – De routegroep definiëren
Tussenstops langs de route instellen U kunt tussenstops instellen door de Routegroep te selecteren en de toets Volgende aan te raken. Raak op het scherm Tussenstops de toets Acties aan om een bestemming toe te voegen, de naam van een bestemming te wijzigen of een bestemming te verwijderen. Voeg een tussenstop toe met Adres, POI, Mijn favorieten of Recente locaties. Selecteer een van deze opties, geef een locatie op en klik op de toets OK. Het scherm Tussenstop toevoegen wordt geopend. U kunt de naam van een locatie wijzigen, een opmerking invoeren of een andere groep toewijzen. Raak Opslaan aan wanneer u klaar bent.
1.
2.
3.
Afbeelding 20 – Een tussenstop opgeven Op het scherm Tussenstops kunt u de volgende opdrachten gebruiken: U kunt de toetsen Omhoog of Omlaag gebruiken om de volgorde van uw route te wijzigen. U kunt een routetype, Sneller of Korter, selecteren en dan GA aanraken om de geselecteerde tussenstop opnieuw te berekenen. Selecteer de toets Weergeven om de geselecteerde tussenstop op de kaart weer te geven.
Acties Tussenstops U kunt de toets Acties gebruiken voor de volgende opdrachtopties: 33
Instellen als beginpunt Hiermee kunt u het geselecteerde adres opgeven als het beginpunt van de route. Gebruik deze opdracht voor het berekenen van een route vanaf een ander punt dan uw huidige locatie. Opmerking: u ontvangt nog altijd een GPS-signaal.
Tussenstop toevoegen Hiermee kunt u een locatie toevoegen door een adres uit recente locaties, favoriete locaties of vooraf accommodatie) op te geven.
ingestelde
POI’s
(benzine,
eten
of
Naam van een tussenstop wijzigen
Hiermee kunt u de gegevens over de tussenstop wijzigen, zoals naam, opmerkingen of routegroep.
Tussenstop verwijderen
Hiermee kunt u een geselecteerde tussenstop verwijderen.
Route optimaliseren
Uw reisschema wordt gemaakt in de volgorde van de ingevoerde tussenstops. Dit is misschien niet de efficiëntste route. Wanneer u op Tussenstops optimaliseren klikt, wijzigt Destinator ND de volgorde van de tussenstops zodat de efficiëntste route ontstaat.
Informatie
Met deze toets wordt informatie over het adres van de locatie weergegeven.
8.2 Wegen vermijden U kunt opgeven dat bepaalde wegen permanent bij routeberekeningen moeten worden uitgesloten. Gebruik deze functie wanneer u boulevards met veel verkeer, tolwegen of onveilige straten wilt vermijden. Raak in het menu Bestemmingen de toets Wegen vermijden aan. Het scherm Wegen vermijden wordt geopend, met de groepen Tolwegen en Mijn te vermijden wegen.
1.
3.
2.
4.
Afbeelding 21 – Wegen vermijden of gebruiken
Groepen wegen vermijden Raak op het scherm Wegen vermijden de toets Acties aan. Op het scherm Acties kunt u uit de volgende opdrachten kiezen:
34
Groep toevoegen
Maak een nieuwe groep met wegen die u wilt vermijden. U kunt bijvoorbeeld een groep maken met ‘Wegen Amsterdam’, waarmee u de wegen aangeeft die in die regio moeten worden vermeden. Wanneer u de toets Groep toevoegen aanraakt, wordt het scherm Groep Wegen vermijden geopend. Voer de groepsnaam in en tik op Opslaan.
Groep bewerken
Selecteer een groep en raak deze toets aan om de groepsnaam te wijzigen. Wanneer u de toets Groep bewerken aanraakt, wordt het scherm Groep Wegen vermijden geopend en wordt de groepsnaam weergegeven. Wijzig de groepsnaam en raak Opslaan aan. De nieuwe naam wordt weergegeven op het scherm Wegen vermijden.
Groep verwijderen
Selecteer een groep en raak deze toets aan om de groep van het scherm Wegen vermijden te verwijderen. De weginvoeren in deze groep worden ook verwijderd.
Wanneer u een groepsroute selecteert, kunt u met de toets Toestaan Vermijden
of
alle wegen in de groep in- of uitsluiten.
Locaties wegen vermijden Wanneer u Standaard of een groep Wegen vermijden aanraakt, geeft Destinator ND het groepsscherm weer. Hier kunt u wegen selecteren die u wilt vermijden. Op dit scherm kunt u de toetsen Toestaan of Vermijden gebruiken om een geselecteerde weg in of uit te sluiten bij het berekenen van een route. Opmerking: U kunt geen specifieke tolweg opgeven. Alle of geen tolwegen worden vermeden of gebruikt. Op dit scherm kunt u de toets Acties aanraken en uit de volgende opdrachten kiezen:
Weg toevoegen
Hiermee kunt u een weg selecteren. Er wordt een adresscherm geopend waarop u een plaats en straat kunt opgeven. Wanneer u de weginformatie heeft bijgewerkt, raakt u Opslaan aan.
Weg bewerken
Hiermee kunt u de weg een andere naam geven en een andere groep selecteren. Wanneer u de wijzigingen heeft aangebracht, raakt u Opslaan aan.
Weg verwijderen
Selecteer een weg en raak deze toets aan om de weg uit de groep te verwijderen. Destinator ND herkent de verwijderde weg niet langer als een weg die moet worden vermeden.
Op kaart weergeven Hiermee kunt u de kaart zien met de weergegeven bestemming voordat u een route creëert.
Informatie
Met deze toets wordt informatie over het adres van de locatie weergegeven.
35
8.3 Route weergeven Deze functie stelt u in staat uw route op te tekenen wanneer u reist en deze vervolgens af te spelen in het scherm Kaart. In het menu Opties klikt u op de knop Route weergeven button. Om een route op te tekenen klikt u op de knop Opnemen in het scherm Route weergeven. Destinator ND toont het scherm Kaart en navigeert u naar de geselecteerde bestemming. Om te stoppen met opnemen keert u terug naar het scherm Route weergeven en klikt op de knop Stop.
Figuur 22 - Een route opnemen Om uw opname af te spelen selecteert u het gegevensbestand en klikt op de knop Afspelen. Destinator ND toont het scherm Kaart om de opgetekende route af te spelen. Om te stoppen met afspelen keert u terug naar het scherm Route weergeven en klikt op de knop Stop. U kunt op de knop Acties klikken om de volgende opdrachten weer te geven:
Opname verwijderen Alle opnamen wissen Afspeelsnelheid
Deze knop stelt u in staat een geselecteerde opname te verwijderen. Deze knop verwijdert alle opnamen. Gebruik de pijltoetsen om de afspeelsnelheid aan te passen. Het bereik ligt tussen 100% en 300%.
8.4 Voetgangersmodus De knop Voetgangersmodus stelt u in staat te reizen als voetganger of in een voertuig. Wanneer u zich in de Voetgangersmodus bevindt, is de navigatieregio beperkt tot tien kilometer. Wanneer u een voetgangersroute maakt, vermijdt Destinator snelwegen of andere wegen waar voetgangers niet komen. Gesproken berichten zijn in deze modus niet beschikbaar. Voetgangersmodus geeft een schaduw weer die de positie van de zon toont. Dit is handig wanneer u zich overdag probeert te oriënteren op het scherm Kaart. Als u bijvoorbeeld een route hebt berekend, maar u weet niet of de route rechts of links van uw huidige positie ligt. Als uw schaduw achter u ligt, dan is de zon voor u. Verplaats uw navigatie-apparaat in de richting van de zon en volg de route. In de nacht wordt geen schaduw weergegeven. Opmerking: De zon staat altijd in de tegenovergestelde richting van waar uw schaduw valt.
36
8.5 Over de kaart schuiven Deze functie stelt u in staat over de kaart te schuiven zonder dat de GPS-ontvanger u terugbrengt naar uw huidige locatie. Druk op de knop Over de kaart schuiven om de verbinding met de GPS-ontvanger te verbreken.
37
Hoofdstuk 9 – Instellingen 9.1 Kaart U kunt op de toets Kaartvoorkeuren klikken in het menu Instellingen om de kaartweergave aan te passen, zoals u in de onderstaande afbeelding ziet.
Afbeelding 23 - Kaartinstellingen De mogelijke kaartinstellingen zijn:
Kaartoriëntatie
Voorwaarts is omhoog – Bij deze optie wordt de kaart zodanig gericht dat uw voorwaartse richting altijd boven staat. Noord is boven – Bij deze optie wordt de kaart zodanig gericht dat Noord altijd boven staat.
Automatische zoom gebruiken
Wanneer deze optie is geselecteerd, is de zoomfunctie afhankelijk van de snelheid. De kaart wordt bij hogere snelheden uitgezoomd waardoor u een groter kaartgebied ziet en bij lagere snelheden ingezoomd zodat u een kleiner kaartgebied ziet. Als u de zoom handmatig aanpast, gaat de functie Automatische zoom terug naar het systeemniveau nadat het enkele seconden niet actief was.
Groter lettertype gebruiken
Deze optie geeft de straatnamen groter weer zodat de kaart beter te lezen is.
9.2 Prompts U kunt het type spraak- en visuele melding selecteren dat u tijdens het navigeren wilt gebruiken. Raak in het menu Instellingen de toets Prompts aan. Het scherm Prompts wordt geopend, zoals u in de onderstaande afbeelding ziet.
38
Afbeelding 24 – Instellingen prompts
Spraakprompts Snelheidswaarsch uwing
Deze prompt waarschuwt u wanneer uw auto de snelheidslimiet overschrijdt. Deze prompt is alleen actief wanneer hij is geselecteerd.
Route opnieuw berekenen
Deze prompt wordt geactiveerd wanneer Destinator ND een nieuwe route berekent. Deze prompt is alleen actief wanneer hij is geselecteerd.
Onbetrouwbaar GPS-signaal
Deze prompt waarschuwt als het GPSsignaal te zwak en niet betrouwbaar is voor navigatie. Deze prompt is automatisch actief.
Rijd voorzichtig
Dit is een vriendelijke herinnering aan het begin van elke reis. Deze prompt is automatisch actief.
Visuele prompts Tekst
Prompts voor weergegeven.
de
richting
worden
in
tekst
Symbolen
Prompts voor de richting worden als een schema weergegeven, bijvoorbeeld als een pijl.
Geen
Prompts voor de richting worden niet weergegeven.
9.3 Snelle navigatie U kunt de locatie voor Snelle Nav. definiëren door Naar vooraf ingesteld adres of Naar dichtstbijzijnde faciliteitscategorie op het scherm Instellingen Snelle Nav. te selecteren. Wanneer de locatie is geselecteerd, kunt u naar het adres navigeren door de toets Snelle Nav.
op het scherm Kaart aan te raken. 39
Als u bijvoorbeeld ‘Benzinestations' als de bestemming voor Snelle Nav. heeft geselecteerd, maakt Destinator ND automatisch een route naar het dichtstbijzijnde benzinestation wanneer u op Snelle Nav. op het scherm Kaart klikt.
Afbeelding 25 – De locatie voor Snelle Nav. Instellen
9.4 GPS-signaal Destinator ND gebruikt de GPS-ontvanger om uw locatie te zoeken. GPS-signalen worden automatisch opgehaald en de locatie en positie van uw voertuig worden continu bijgewerkt.
Figuur 26 - GPS-status
Op dit scherm ziet u de volgende informatie: • • • •
Lengte - De hoekafstand oost of west op het aardoppervlak, zoals gemeten in graden van de meridiaan of een bepaald punt ten opzichte van de belangrijke meridiaan in Greenwich, Engeland. Breedte - De hoekafstand, gemeten noord en zuid van de equator van een punt op het aardoppervlak. Snelheid - De snelheid van beweging, zoals uitgedrukt in kilometer of mijl per uur. Hoogte - De hoogte boven zeeniveau.
De groene lijnen op het satellietbeeld staan voor de satellieten die GPS-signalen naar uw ontvanger sturen.
40
9.5 Maateenheden
Klik in het menu Instellingen op de toets Maateenheden maateenheden op te geven die het systeem moet gebruiken.
om de
U heeft de volgende mogelijkheden:
Engelse maten
Yard of mijl
Metrisch
Meter of kilometer
Info
Dit informatievak vermeldt informatie over de versie en het copyright.
9.6 Zien & Voelen In het scherm Uiterlijk kunt u instellen hoe Destinator ND eruit moet ziet en klinken.
9.7 Help Deze knop geeft het Help-bestand Destinator ND weer.
41
Hoofdstuk 10 – Installatievereisten Destinator ND is al op uw apparaat geïnstalleerd, maar u kunt kaarten toevoegen of wijzigen door de Destinator ND Console op uw computer te installeren.
10.1 Systeemvereisten Voor de installatie en het gebruik van de Console moet uw computer aan de volgende vereisten voldoen. 1. Microsoft Windows® 2000, NT of XP 2. Microsoft ActiveSync® 3.71 of hoger 3. Minimaal 300 MB vrije schijfruimte voor tijdelijke bestanden
10.2 De Console installeren Zo installeert u de Destinator ND Console: 1.
Plaats Destinator ND Disk 1 in het cd-romstation van uw computer. De Installatiewizard van Destinator ND Console vraagt u de taal te kiezen die voor de installatie moet worden gebruikt. Klik op OK als u een taal heeft geselecteerd.
2.
Lees het welkomstbericht en klik op Volgende.
3.
Op het scherm Map selecteren kunt u de aanbevolen standaardmap accepteren of naar een andere map bladeren waarin de Destinator ND Console moet worden geïnstalleerd. Klik op Volgende.
4.
Selecteer op het scherm Taal de gewenste taal. Klik op Volgende.
5.
Op het scherm Bevestiging installatie worden uw installatiekeuzes weergegeven. Klik op Volgende wanneer u wilt beginnen met installeren. In het vakje Installatiestatus ziet u de voortgang van het installatieproces. Wanneer u de taal of de maplocatie wilt wijzigen voor de installatie, klikt u op Vorige, brengt u de wijzigingen aan, keert u terug naar het scherm Bevestiging installatie en klikt u op Volgende.
6.
Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op de toets Voltooien om de wizard te sluiten.
10.3 Werkbalk van de Console De volgende opties zijn op de werkbalk van de Console beschikbaar: Installeren Software – Installeert de laatste versie van Destinatorsoftware Met de toets Kaart installeren/verwijderen kunt u een kaart installeren of verwijderen. Met de toets Kaartsnijder kunt u een geïnstalleerde kaart aanpassen.
Favorietenimporteur – U kunt een lijst locaties downloaden van uw PC naar uw ND naar elke categorie binnen Favorieten. Snel Activerien – Deze activeringsmogelijkheid is gereserveerd voor extra kaarten.
42
Hoofdstuk 11 - Kaart vanaf de Console installeren Wanneer u uw apparaat ontvangt, is Destinator ND op de SD-geheugenkaart geïnstalleerd, samen met een reeks kaarten. In dit deel vindt u informatie over het installeren van extra kaarten vanaf de Destinator ND Console.
11.1 Interface kaartscherm Op de Destinator ND Console wordt een aantal kaarten weergegeven, zoals u in de onderstaande afbeelding ziet.
Figure 27 - Map Panes
Standaardkaarten
Kaarten beschikbaar voor installatie.
Mijn kaarten
Dit zijn kaarten die zijn aangepast van standaardkaarten.
Geïnstalleerde kaarten
Standaard- en aangepaste kaarten die op uw SD-geheugenkaart zijn geïnstalleerd.
43
11.2 Een kaart installeren U kunt een kaart installeren door deze in het deelvenster Standaardkaarten op de Destinator Console te selecteren en op de toets Kaarten installeren/verwijderen te klikken. Het dialoogvenster Doelapparaat wordt geopend. Selecteer de Geheugenkaart. De beschikbare geheugenruimte voor de SD-geheugenkaart wordt weergegeven in het deelvenster Geheugencapaciteit doelapparaat. De geïnstalleerde kaart wordt weergegeven in het deelvenster Geïnstalleerde kaarten.
11.3 Interface kaartsnijderscherm Vanwege het beperkte geheugen van uw apparaat kunt u een standaardkaart aanpassen door het gewenste gebied te selecteren. U kunt een standaardkaart bijsnijden op het scherm Kaartsnijder van Destinator. Selecteer een standaardkaart en klik op de toets Kaart snijden. Het scherm Kaartsnijder wordt geopend, zoals u in de onderstaande afbeelding ziet.
Afbeelding 28 – De kaartsnijder gebruiken Met de volgende hulpprogramma’s kunt u een gebied op de kaart gemakkelijk verplaatsen, bekijken en toewijzen. U kunt het hulpprogramma Pan gebruiken om de kaart omhoog, omlaag, naar links of naar rechts te verplaatsen. U kunt het hulpprogramma Zoomen gebruiken om de kaart in of uit te zoomen. U kunt ook de schuifbalk gebruiken om in of uit te zoomen.
44
U kunt het hulpprogramma Trimmen gebruiken om een gebied op de kaart aan te geven dat u wilt snijden. Wanneer u uw focus heeft geselecteerd met het focushulpprogramma, zoals hieronder wordt beschreven, klikt u op het hulpprogramma Trimmen om een gebied op de standaardkaart aan te wijzen. U kunt het hulpprogramma Snijden gebruiken om een aangepaste kaart van het opgegeven gebied te maken.
11.4 De kaart in focus brengen U heeft de volgende hulpprogramma's tot uw beschikking om de kaart in focus te brengen, zodat u het gebied dat u wilt snijden kunt selecteren. Klik op het hulpprogramma Adres om het beginpunt van de kaart in te stellen op een Plaats, Straat of Kruising. In het dialoogvenster Adres ziet u de toetsen Weergeven… en Instellen… waarmee u de focus van de kaart kunt bekijken en instellen. Klik op het hulpprogramma POI om het beginpunt van de kaart op een faciliteit in te stellen. Het dialoogvenster POI geeft alle categorieën in het deelvenster links weer. Wanneer u op een categorie klikt, worden de items die bij de categorie horen in het deelvenster rechts weergegeven. U kunt op de toetsen POI weergeven en POI instellen klikken om de focus van de kaart te bekijken en in te stellen. Klik op het hulpprogramma Selecteren om het beginpunt van de kaart op een vooraf ingestelde subregio in te stellen. Er wordt een lijst met subregio's in het deelvenster rechts van de kaart weergegeven. Wanneer u op een subregio klikt, wordt dat gebied gemarkeerd.
De kaart in focus brengen op route Destinator ND ondersteunt snijden in routes, zodat u een kaart kunt maken met alle punten op een route. U moet twee of meer punten opgeven om de route te maken. Nadat de route is gemaakt, kunt u een kaart uit uw routespecificaties snijden. Klik op het hulpprogramma Route. Het deelvenster Route wordt geopend. Gebruik de hulpprogramma’s Adres en POI om routepunten in te stellen. Klik op de toets Route maken. De route wordt in blauw aangegeven. Klik op het hulpprogramma Kaart snijden. De volgende opdrachten zijn beschikbaar: Klik op deze toets om de kaart op het geselecteerde punt te centreren. Klik op deze toets om het geselecteerde punt te verwijderen. Klik op deze toets om alle geselecteerde punten te verwijderen. Klik op deze toetsen om een geselecteerd punt omhoog of omlaag te verplaatsen.
Corridor
U kunt aangeven hoeveel van het omliggende gebied langs de route moet worden weergegeven, in kilometer of mijl.
Route
U kunt de snelste route (bepaald aan de hand van snelheidslimiet) of de kortste route in afstand selecteren.
45
11.5 Kaart snijden Wanneer u uw kaartgebied heeft bepaald, klikt u op het hulpprogramma Kaart snijden. Het dialoogvenster Kaart snijden wordt geopend, zoals u in de onderstaande afbeelding ziet.
Afbeelding 29 – Een kaart snijden U moet een kaartnaam en beschrijving invoeren. Wanneer u een naam invoert die al bestaat, vraagt Destinator ND u een andere naam in te voeren. Klik op de toets Schatting om de kaartgrootte weer te geven. Dit is een belangrijke functie wanneer de geheugencapaciteit beperkt is.
11.6 Kaart laden Op de Destinator Console kunt u de kaarten vernieuwen door op Extra > Kaartgegevens vernieuwen te klikken. Selecteer de kaart die u wilt laden door op de kaartafbeelding te klikken of deze in de lijst te selecteren. Een vinkje geeft een geselecteerde kaart aan. Geef in het deelvenster Doelapparaat de Geheugenkaart aan. Nadat u het doelapparaat heeft geselecteerd en heeft gecontroleerd of er voldoende geheugen is, klikt u op de toets Kaarten installeren/verwijderen. De geselecteerde kaarten worden geïnstalleerd en worden in het deelvenster Geïnstalleerde kaarten weergegeven.
46
Hoofdstuk 12 - Een favoriet importeren U kunt een lijst met favoriete locaties van uw PC naar uw apparaat downloaden. De lijst moet vervat zijn in .csv-bestanden. Als onderdeel van de download-procedure, converteert u de .csv-bestanden naar het formaat .dat voor opslag op uw apparaat door het hulpprogramma Conversie Destinator te gebruiken.
12.1 Bestandsstructuur voor importeren bestanden De bestandsstructuur voor het importeren van favorieten moet het formaat .csv (CommaSeparated Values - waarden door komma’s gescheiden) zijn. Het bestand bevat de volgende velden: 1. Naam favoriet 2. Commentaar 3. Geografische breedte 4. Geografische lengte 5. Postcode 6. Stad 7. Straat 8. Huisnummer De lengte en de breedte zijn numerieke waarden. Alle andere zijn string-waarden. Als een string-waarde een komma bevat, moet het veld aanhalingstekens bezitten. Het .csv-bestand bevat de waarden in een tabel als een serie van ASCII-tekstregels, geordend zodat elke kolomwaarde gescheiden wordt door een komma van de waarde van de volgende kolom en elke rij begint een nieuwe regel.
12.2 Een .CSV-bestand importeren Om een .csv-bestand te importeren: Op de Destinator Console klikt u op een Standaardkaart. Hierdoor zal men de functies van de importeermodule voor het installeren van de kaart en favorieten inschakelen. 1. Klik op de knop Favorieten Importer. Het dialoogvenster Converter wordt weergegeven. 2. Selecteer het .csv-bestand, geef een categorienaam op en kik op de knop Converteren. Het Rapportgebied geeft een bericht weer dat de inhoud van het bestand geconverteerd is en dat het bestand klaar is om te downloaden. 3. Download het bestand naar uw apparaat door de klikken op de knop Downloaden.
47
Hoofdstuk 13 – MP3-speler 13.1 Overzicht De Packard Bell GPS 400 zoekt op de geheugenkaart naar MP3-geluidsopnames. U kunt afspeellijsten met audiobestanden maken. De titels op een afspeellijst worden achtereenvolgend afgespeeld. Opmerking: U moet Destinator ND sluiten voordat u de MP3-speler kunt gebruiken.
13.2 Een afspeellijst maken Stap 1:
om het hoofdscherm voor de MP3-speler te Selecteer in het hoofdmenu de muziekspeler openen, zie afbeelding 1. Als u de MP3-speler voor het eerst gebruikt, is het scherm in afbeelding 1 leeg. Tik vervolgens op het pictogram
om de afspeellijst weer te geven, zie afbeelding 3.
Afbeelding 1 – hoofdscherm MP3-speler
Stap 2: Als u de afspeellijst opent, zal het systeem op de SD- of CF-geheugenkaart zoeken naar MP3bestanden en een afspeellijst creëren. Als de afspeellijst langer is dan één scherm, tikt u op de vorige pagina of op
voor de volgende.
48
voor
Afbeelding 2 - Afspeellijst
Stap 3:
Tik op om meer titels toe te voegen in het hoofdscherm van de speler in afbeelding 1. Alle titels die nu op het hoofdscherm van de speler staan, worden rood weergegeven in de afspeellijst.
Tik op
om alle muziek in de afspeellijst te selecteren.
Tik op
om de geselecteerde titel te verwijderen uit het hoofdscherm van de speler. Tik op om alle titels te wissen.
Tik op de knop
om de MP3-speler weer te kunnen bedienen.
13.3 Basishandelingen
Afbeelding 3 – Huidige selectie MP3’s
Gecreëerde afspeellijst afspelen De Packard Bell GPS 400 heeft standaard-afspeelfuncties: Tik op
om de titels in het hoofdscherm van de speler af te spelen.
49
Tik op
om het afspelen te stoppen.
Tik op om snel terug te gaan naar het begin van de huidige titel. Tik op vooruit te gaan naar de volgende titel.
om snel
Afspeelmodus van de afspeellijst veranderen Door op het pictogram te tikken, wordt elke titel in het hoofdscherm van de speler eenmaal afgespeeld. Daarna stopt de speler. Door op het pictogram te tikken, worden de titels in het hoofdscherm van de speler in willekeurige volgorde afgespeeld. Door op het pictogram
te tikken, wordt de huidige titel herhaaldelijk afgespeeld. Om de
herhaalmodus te beëindigen, tikt u nogmaals op
50
.
Hoofdstuk 14 – Fotoviewer 14.1 Overzicht De Packard Bell GPS 400 zoekt op de geheugenkaart naar afbeeldingen. De gevonden afbeeldingen worden weergegeven als miniaturen, zie afbeelding 4. Opmerking: U moet Destinator ND sluiten voordat u de Fotoviewer kunt gebruiken.
14.2 Basishandelingen
Selecteer de Fotoviewer
in het hoofdmenu. Het miniaturenscherm wordt weergegeven.
Afbeelding 4 - Miniatuurweergave U kunt de pictogrammen op het scherm als volgt gebruiken: •
Met
gaat u naar de volgende pagina.
•
Met
gaat u naar de vorige pagina.
•
Met
sluit u de Fotoviewer
•
Met vergroot u de huidige foto. U kunt ook op de miniatuurfoto klikken om deze te vergroten.
De uitvergrote afbeelding wordt weergegeven zoals in afbeelding 5. Klik op de knoppen omhoog en omlaag om de volgende of vorige foto uitvergroot weer te geven.
Afbeelding 5 – Uitvergrote afbeelding 51
Hoofdstuk 15 - Instellingen
Start de Destinator ND applicatie Start de Photo Viewer applicatie Opent het instellingenmenu voor uw apparaat
Afbeelding 30 - Hoofdscherm U kunt de standaard gebruikersinstellingen voor het apparaat veranderen door te drukken op Iin het hoofdscherm.
Afbeelding 31 - Instellingenmenu voor apparaat
52
15.1 Volume instellen
Afbeelding 32 - Instellingenscherm volume In het volume-instelscherm kunt u het volume van het apparaat instellen. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
15.2 Power instellingen
Afbeelding 33 - Instellingenscherm power Het powerinstellingenscherm geeft de batterijstatus aan van het apparaat. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
53
15.3 Instellingen achtergrondverlichting
Afbeelding 34 - Scherm achtergrondinstellingen In het scherm instelling achtergrondverlichting kunt u aangeven hoe helder het scherm moet zijn. U kunt stroom besparen door te kiezen hoe lang de achtergrondverlichting moet aanblijven voor hij uitgaat. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
15.4 Tijdinstellingen
Afbeelding 35 – Tijdinstellingenscherm In het tijdinstellingenscherm kunt u uw tijdzone kiezen en de datum en de tijd instellen. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
54
15.5 Taalinstellingen
Afbeelding 36 - Taalinstellingenscherm In het taalinstellingenscherm kunt u de taal kiezen die gebruikt gaat worden voor schermmededelingen en stemaanwijzingen. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
15.6 Systeeminformatie
Afbeelding 37 – Systeeminformatiescherm Het systeeminformatiescherm toont de softwareversie van uw Destinator ND toepassing en informatie over uw apparaat. U kunt ook de positie van het display kalibreren. Druk op
om naar het instellingenmenu terug te keren.
55
Specificaties Hardware Processor: Samsung S3C2410X02/A26 met een interne kloksnelheid van 266 MHz Onboard geheugen FLASH: 64 MB voor schermbeeld en gegevensopslag DRAM: 64 MB Scherm LCD: 3,5” TFT-LCD Schermverlichting: zes intensiteitsniveaus (0, 20, 40, 60, 80 en 100% van het maximumniveau) Touchpanel: 300 DPI touchscreen; bediening door te tikken met de vingers Audio CODEC:16-bits stereo; max. samplesnelheid 44,1 KHz. Hoofdtelefoonaansluiting: 3,5 mm stereohoofdtelefoonaansluiting Luidspreker Batterij Batterijen: 3,7 volt lithium-ioncel (niet-verwijderbaar), 2200 mAH. Capaciteitsdetectie: batterijcapaciteit op zes niveaus (0, 20, 40, 60, 80 en 100%). I/O-aansluitingen USB: USB (v1.1).Mini-USB-aansluiting. SD/MMC-sleuf: ondersteunt SD/MMC-geheugenkaarten (tot 1 GB) DC-ingang: voor netspanning. Aansluiting voor externe GPS-antenne
Omgeving Temperatuur Bedrijfstemperatuur: 0 tot 40°C Opslagtemperatuur: -20 tot 60°C Vochtigheid 20-95%, geen condens Elektrostatische ontlading: +/-8 kv ontlading in de atmosfeer, +/-4 kv directe ontlading. Trilling: 2,60 Grms, 5 ~ 500 Hz
Voorschriften/certificaten Voldoet aan de CE-richtlijnen. Elektromagnetische interferentie/radiofrequentie-interferentie: In emissie - R&TTE-richtlijn voor radio 99/5/EC 301-440 In immuniteit: EN-55024 Veiligheidsnormen: EN60950
GPS-ontvanger Module i. Chipset: SiRF Star III. Frequentie: 1575,42 MHz C/A-code: bitsegmentsnelheid 1023 MHz. Kanaal: 20 kanalen. Gevoeligheid: -159 dBm. Prestaties Positienauwkeurigheid: 10 meter, 2D RMS Hoogte: maximale hoogte 18.000 m. Snelheid: maximumsnelheid 515 m/s. Interface Baudrate: 4800 ~ 57600 bps instelbaar Berichtsignaal: SiRF binair of NMEA-0183 GGA, GSA, GSV, RMC, VTG, GLL
56
Beperkte aansprakelijkheid Alle GPS-producten en accessoires van Packard Bell mogen alleen als reishulpmiddelen worden gebruikt. ZE MOGEN NIET WORDEN GEBRUIKT VOOR DOELEINDEN WAARVOOR NAUWKEURIGE METINGEN VAN RICHTING, AFSTAND, LOCATIE OF TOPOGRAFIE MOETEN WORDEN UITGEVOERD. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om op de juiste manier om te gaan met het product. PACKARD BELL IS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, BIJZONDERE SCHADE OF ANDERE GEVOLGSCHADE, ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK, MISBRUIK OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN VAN DE GPS-PRODUCTEN VAN PACKARD BELL, OF ALS GEVOLG VAN DEFECTEN IN DE PRODUCTEN. Informatie die aan PACKARD BELL wordt verstrekt door derden, zoals, maar niet uitsluitend, Navteq Corp., ALERTEGPS SARL of Destinator Europe GmbH (hierna te noemen “informatie van derden”) en die aanwezig is in het GPS-product van Packard Bell, wordt aan eindgebruikers verstrekt zonder garanties van welke aard dan ook, impliciet, uitdrukkelijk of wettelijk. PACKARD BELL garandeert niet de nauwkeurigheid, geschiktheid of volledigheid van informatie van derden die in het GPS-apparaat wordt gebruikt, en is uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor fouten of omissies in deze informatie en materialen. In geen geval is PACKARD BELL aansprakelijk voor schade, inclusief zonder beperking directe of indirecte schade, bijzondere, incidentele, strafrechtelijke schadevergoedingen of gevolgschade, verliezen of kosten die ontstaan in verband met dergelijke informatie van derden of gebruik van deze informatie of het niet kunnen gebruiken van deze informatie door een willekeurige partij, of schade in verband met storingen, fouten, omissies, onderbrekingen, defecten, vertraging in de werking of transmissie, computervirussen of uitval van lijnen of systemen, zelfs niet als PACKARD BELL of aan haar gelieerde partijen op de hoogte werden gesteld van de mogelijkheid van dergelijke schade, verliezen of onkosten. De toegang van een gebruiker tot hyperlinks op internetsites die in de huidige documentatie worden genoemd, zijn voor risico van de gebruiker. De inhoud, nauwkeurigheid, gegeven meningen en andere links die op deze sites worden verstrekt, worden niet onderzocht, geverifieerd, gecontroleerd of onderschreven door PACKARD BELL. Er worden regelmatig updates van hard- en software uitgebracht. Daarom is het mogelijk dat bepaalde instructies, specificaties en afbeeldingen in deze documentatie in uw situatie iets afwijken. Alle onderdelen die in deze handleiding worden beschreven, zijn slechts ter illustratie en zijn misschien niet van toepassing op uw situatie. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de beschrijvingen in deze handleiding. Packard Bell B.V. behoudt zich te allen tijde het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving verbeteringen of wijzigingen in dit product of in deze documentatie aan te brengen. ALS DE VOORNOEMDE BEPERKING DOOR BEPAALDE JURISDICTIES NIET KAN WORDEN BEKRACHTIGD, MAG DE MAXIMALE AANSPRAKELIJKHEID VAN PACKARD BELL VOOR DE EINDGEBRUIKER HET BEDRAG NIET OVERSCHRIJDEN DAT DE EINDGEBRUIKER VOOR DE PRODUCTEN HEEFT BETAALD.
57