OVEREENKOMST VOOR HET INNEMEN, SORTEREN EN AFGEVEN VAN AFGEDANKTE ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE APPARATUUR WEEE Overeenkomst Kringloop Partijen 1.
De Stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten (NVMP), statutair gevestigd te (2713 HX) Zoetermeer, kantoorhoudende aan de Boerhaavelaan 40, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer W.M.M. Schonk en haar directeur de heer drs. J.D. Vlak, hierna te noemen “NVMP”, verder hierna ook te noemen: “Opdrachtgever”
en 2.
Het kringloopbedrijf
Bedrijfsnaam
gevestigd te
Postcode
Vestigingsadres
Plaats
ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door: Naam Functie
, hierna te noemen “het Kringloopbedrijf”, verder hierna ook te noemen: “Opdrachtnemer” IN AANMERKING NEMENDE DAT:
‐
de NVMP een collectieve uitvoeringsorganisatie is die in opdracht van ruim 1.500 producenten zorgt voor een efficiënt en effectief inzamel- en verwerkingssysteem voor AEEA;
‐
de NVMP de wettelijke opdracht uitvoert van de producenten van elektrische apparatuur (inzameling, recycling, rapportage);
‐
de BKN zich inzet voor het verder professionaliseren van de branche en het kringloopbedrijf als een kwaliteitsmerk in de markt wil gaan neerzetten;
‐
het kringloopbedrijf - vaak in opdracht van gemeenten - grof huishoudelijk afval deuraan-deur ophaalt en inneemt, waaronder AEEA;
‐
het kringloopbedrijf voor het innemen, sorteren en afgeven van AEEA wil optreden als dienstverlener voor de NVMP;
‐
partijen vinden het belangrijk dat onbruikbare elektrische en elektronische apparaten en kapotte spaarlampen op een verantwoorde manier worden ingezameld en gerecycled en de resultaten van de gescheiden inzameling, de registratie en het zicht op de beheerketen willen verbeteren;
‐
partijen ernaar streven om de totale maatschappelijke kosten van het beheer van AEEA zo laag mogelijk te houden;
‐
de BKN ten behoeve van de bij haar aangesloten leden, en de NVMP namens de producenten de onderhavige de WEEE Overeenkomst Kringloop hebben opgesteld om hieraan invulling te geven;
‐
de BKN haar leden positief aanbeveelt de WEEE Overeenkomst Kringloop te ondertekenen.
VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN Artikel 1
Definities
1.
Afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA): de apparatuur bedoeld in artikel 1, lid 1, sub c van de Regeling;
2.
BKN: Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland, kantoorhoudend te Arnhem;
3.
Elektrische en elektronische apparatuur: de apparatuur bedoeld in artikel 1, lid 1, sub b van de Regeling;
4.
Europese richtlijn voor AEEA: Richtlijn nr. 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU 2003, L 37);
5.
Innemen: het innemen door het kringloopbedrijf van AEEA die particuliere huishoudens in Nederland aanbieden door middel van afgifte aan de huisdeur dan wel op een locatie van het kringloopbedrijf;
6.
Inzamelmiddel: een ter keuze van de Opdrachtgever aangewezen en ter beschikking gestelde container bestemd voor de inzameling van AEEA;
7.
Kringloopbedrijf: zelfstandige rechtspersoon dat lid is van de BKN;
8.
NVMP: De stichting Nederlandse Verwijdering Metalektro Producten, gevestigd te Zoetermeer;
9.
Opslaan: Bewaren van de ingenomen AEEA op een wijze die verdere verwerking niet hindert;
10.
Regeling: de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur van 19 juli 2004 met nummer SAS/2004072357, zoals nadien gewijzigd;
11.
WEEE Overeenkomst Kringloop: de onderhavige overeenkomst.
Artikel 2
Algemeen
1.
De werking van de WEEE Overeenkomst Kringloop is beperkt tot het in bijlage 1 van deze overeenkomst met naam en adres genoemd Kringloopbedrijf en de daaronder vallende winkellocaties.
2.
In bijlage 1 zijn de namen gegeven van de contactpersoon van het Kringloopbedrijf en van Opdrachtgever, die gerechtigd zijn ter zake van de uitvoering van de WEEE Overeenkomst Kringloop namens het Kringloopbedrijf respectievelijk Opdrachtgever beslissingen te nemen. Contactpersonen zijn als zodanig niet gerechtigd tot wijziging van WEEE overeenkomst Kringloop.
2
3.
De door het Kringloopbedrijf aangeboden AEEA wordt door Opdrachtgever uitsluitend opgehaald bij in bijlage 1 van deze overeenkomst aangegeven locatie(s) van het Kringloopbedrijf en in een door Opdrachtgever ter beschikking gesteld inzamelmiddel.
Artikel 3
Verplichtingen van het Kringloopbedrijf
1.
Het Kringloopbedrijf is verplicht naar beste kunnen zorg te (doen) dragen voor het innemen, sorteren, opslaan en gereedmaken voor transport van AEEA afkomstig van particuliere huishoudens.
2.
De sortering van het door het Kringloopbedrijf ingenomen AEEA als bedoeld in artikel 3 lid 1 van deze overeenkomst blijft beperkt tot een sortering tussen gasontladingslampen en LED-verlichting enerzijds en overig AEEA anderzijds.
3.
Het Kringloopbedrijf is verplicht de ingenomen apparatuur in de daartoe door Opdrachtgever ter beschikking gestelde inzamelmiddelen deugdelijk op te slaan respectievelijk gereed te maken voor transport.
4.
Het Kringloopbedrijf geeft alle ingenomen AEEA als compleet product af aan Opdrachtgever of aan een door Opdrachtgever aangewezen derde. Kannibalisme van AEEA of demontage van ingenomen AEEA is niet toegestaan.
5.
In uitzondering op het genoemde in artikel 3 lid 4 van deze overeenkomst is het toegestaan: a. onderdelen van ingenomen AEEA te gebruiken uitsluitend voor reparatiedoeleinden binnen het eigen Kringloopbedrijf mits dit naar aard, hoeveelheid en onderdeel redelijk en billijk is. b. Herbruikbare en verkoopbare ingenomen producten te verkopen mits bestemd voor binnenlands producthergebruik door particulieren. De producten die door het Kringloopbedrijf op deze manier worden verkocht, worden door het kringloopbedrijf geregistreerd en een kopie van deze registratie wordt aan Opdrachtgever per kwartaal verstrekt. Het is niet toegestaan ingenomen producten te leveren aan bedrijven, waaronder begrepen andere kringloopbedrijven die geen lid zijn van de BKN.
6.
Het kringloopbedrijf meldt gevulde inzamelmiddelen aan op een door de Opdrachtgever bepaalde wijze en bij een door de Opdrachtgever aangewezen derde.
Artikel 4
Verplichtingen van Opdrachtgever
1.
De Opdrachtgever verstrekt tijdig deugdelijke en voldoende inzamelmiddelen voor de opslag van door het kringloopbedrijf ingenomen AEEA, afgestemd op de vereiste capaciteit.
2.
Opdrachtgever draagt er zorg voor dat door het Kringloopbedrijf conform artikel 3 lid 6 van deze overeenkomst aangemelde volle inzamelmiddelen binnen twee (2) werkdagen worden gewisseld voor lege.
3.
Opdrachtgever draagt zorg voor de registratie van de gewichten van het door het Kringloopbedrijf aan Opdrachtgever aangeboden AEEA.
4.
Opdrachtgever geeft het Kringloopbedrijf inzicht in de in artikel 4 lid 3 van deze overeenkomst bedoelde gewichten door hierover eens per kwartaal te rapporteren, binnen een maand na afloop van het kwartaal. De rapportage geeft minimaal de datum en het gewicht van de afzonderlijke vrachten van de gevulde inzamelmiddelen. De rapportage geschiedt in een door de Opdrachtgever te bepalen elektronische vorm.
3
Artikel 5
Vergoeding voor het Kringloopbedrijf
1.
Het Kringloopbedrijf ontvangt voor de in artikel 3 van deze overeenkomst genoemde activiteiten met ingang van het aangaan van de WEEE Overeenkomst Kringloop een vergoeding van Opdrachtgever van € 79,95 per ton (zegge: negen en zeventig Euro en vijf en negentig Eurocent per 1.000 kilogram) voor de vanaf die datum aan Opdrachtgever aangeboden en geaccepteerde AEEA. Het genoemde bedrag is exclusief BTW.
2.
De in artikel 5 lid 1 van deze overeenkomst genoemde vergoeding wordt met ingang van een volgend kalenderjaar geïndexeerd op basis van de consumentenprijsindex (CBS CPI). Derhalve indien deze overeenkomst in 2010 wordt aangegaan voor het eerst op 1 januari 2011.
3.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 2 van deze overeenkomst wordt in geval van een negatieve consumentenprijsindex (CBS CPI) niet geïndexeerd.
4.
Facturering door het Kringloopbedrijf aan Opdrachtgever vindt plaats op kwartaalbasis op basis van de in artikel 4 lid 4 van deze overeenkomst genoemde gegevens. Facturering dient te geschieden door toezending van een deugdelijke factuur aan het in bijlage 1 van deze overeenkomst genoemde adres van Opdrachtgever. De factuur zal voldoen aan alle wettelijke eisen. Wijziging van bijlage 1 kan slechts na voorafgaande gemeenschappelijke schriftelijke instemming van elk der partijen.
5.
Deugdelijke facturen worden door Opdrachtgever voldaan binnen dertig (30) dagen na ontvangst.
6.
Facturen die later dan vier maanden na het eind van het kwartaal waarin de werkzaamheden zijn verricht, bij Opdrachtgever worden ingediend zullen door Opdrachtgever worden geweigerd en niet betaald, behoudens indien de indiening van de factuur later dan de hiervoor bedoelde termijn van vier maanden rechtstreeks en uitsluitend verband houdt met het feit dat Opdrachtgever haar verplichting als bedoeld in artikel 4 lid 4 van deze overeenkomst niet is nagekomen.
Artikel 6
Audit-regeling
1.
Indien Opdrachtgever een redelijk vermoeden heeft dat het Kringloopbedrijf gedragingen verricht die strijdig zijn met het bepaalde in artikel 3 lid 4, 5 en/of 6 van deze overeenkomst, dan is Opdrachtgever gerechtigd om dit door middel van een visuele controle bij het Kringloopbedrijf nader te onderzoeken of te laten onderzoeken. Het Kringloopbedrijf zal hieraan terstond haar volledige medewerking verlenen.
2.
Opdrachtgever kan, indien de uitkomst van het bepaalde in artikel 6 lid 1 van deze overeenkomst daartoe aanleiding geeft, het Kringloopbedrijf verzoeken om medewerking te verlenen aan een dossieronderzoek bij het Kringloopbedrijf door de accountant van Opdrachtgever. Het Kringloopbedrijf zal inwilliging van het verzoek nimmer onthouden of daaraan nadere voorwaarden verbinden en aan het onderzoek haar volledige medewerking verlenen.
3.
Indien het Kringloopbedrijf of haar accountant een redelijk vermoeden heeft dat de in artikel 4 lid 4 van deze overeenkomst bedoelde informatieverstrekking niet juist is, zal Opdrachtgever desgevraagd inzicht geven in de gevraagde gegevens ten aanzien van het Kringloopbedrijf. Opdrachtgever zal hieraan volledige medewerking verlenen.
4
4.
De accountant belast met het onderzoek als bedoeld in artikel 6 lid 2 en lid 3 van deze overeenkomst zal de bevindingen van zijn onderzoek aan het Kringloopbedrijf en aan de Opdrachtgever rapporteren.
5.
Indien uit de bevindingen van de visuele controle en het onderzoek als bedoeld in artikel 6 lid 1 respectievelijk artikel 6 lid 2 van deze overeenkomst blijkt dat het Kringloopbedrijf haar verplichtingen als bedoeld in artikel 3 lid 4, 5 en/of 6 op grond van deze overeenkomst om welke reden dan ook niet, niet tijdig of niet volledig is nagekomen, zullen de kosten van het onderzoek door het Kringloopbedrijf worden gedragen.
6.
Indien uit het onderzoek als bedoeld in artikel 6 lid 3 blijkt dat Opdrachtgever haar verplichtingen op grond van artikel 4 lid 4 van deze overeenkomst om welke reden dan ook niet, niet tijdig of niet volledig zijn nakomt, zullen de kosten van het onderzoek door Opdrachtgever worden gedragen.
Artikel 7
Gevolgen niet nakoming van de overeenkomst
1.
Elk der partijen is gerechtigd tot beëindiging van de WEEE Overeenkomst Kringloop door middel van schriftelijke opzegging indien één van de partijen zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst, na door de andere partij in gebreke te zijn gesteld, niet binnen de in de ingebrekestelling genoemde termijn nakomt. De ingebrekestelling bevat een nauwkeurige omschrijving van de aard en de ernst van de niet nagekomen verplichtingen, waarbij een redelijke termijn, doch minimaal vijf (5) werkdagen, wordt gegeven om alsnog aan de verplichtingen te voldoen.
2.
Het vorenstaande laat ieder ander of verdergaand wettelijk recht van elk der partijen wegens niet nakoming van een verplichting uit hoofde van de WEEE Overeenkomst Kringloop onverlet.
3.
Niet nakoming van verplichtingen door het Kringloopbedrijf kan op geen enkele wijze verhaald worden op de BKN. Er is geen sprake van hoofdelijke aansprakelijkheid.
Artikel 8
Duur en beëindiging
1.
De WEEE Overeenkomst Kringloop eindigt op 1 januari 2012 of – indien zulks eerder plaats vindt – op de dag dat de Nederlandse wet- en/of regelgeving die voortvloeit uit de voorgenomen herziening van de Europese Richtlijn voor AEEA van kracht wordt.
2.
Ieder wettelijk recht tot (tussentijdse) opzegging van de WEEE Overeenkomst Kringloop blijft onverminderd van kracht.
3.
Indien op 1 juni 2011 redelijkerwijs voorzienbaar is dat de inwerkingtreding van nieuwe Nederlandse wet- en regelgeving ter implementatie van de voorgenomen herziening van de Europese Richtlijn voor AEEA niet uiterlijk 1 januari 2012 plaats zal vinden, zal Opdrachtgever een nader te bepalen aanbod tot verlenging van de WEEE Overeenkomst Kringloop na 1 januari 2012 doen. Het aanbod kan inhoudelijk afwijken van het bepaalde in de onderhavige overeenkomst.
Artikel 9 1.
Overleg
Eens per jaar (in september) vindt tussen de directeur van Opdrachtgever en directeur van de BKN een overleg plaats over de uitvoering van de WEEE Overeenkomst Kringloop.
5
2.
Tenminste twee maal per jaar (in maart en september) vindt operationeel overleg plaats tussen Opdrachtgever en de BKN. In dit overleg worden de operationele resultaten en eventuele knelpunten die zich voordoen bij de uitvoering van de WEE Overeenkomst Kringloop besproken. Ter voorbereiding op dit overleg zal door Opdrachtgever aan de BKN een rapportage worden verstrekt waarin de resultaten van de deelnemende kringloopbedrijven zijn opgenomen.
Artikel 10
Rechtskeuze en geschillenregeling
1.
Op de WEEE Overeenkomst Kringloop is Nederlands recht van toepassing.
2.
Partijen zullen trachten geschillen voortvloeiende uit of naar aanleiding van deze overeenkomst in eerste instantie in goed onderling overleg op te lossen. Indien dit niet tot een voor één der partijen bevredigende oplossing leidt, zal het geschil bij voorkeur door partijen gezamenlijk worden voorgelegd aan een bij het Nederlands Mediation Instituut te Rotterdam geregistreerde of gecertificeerde mediator. Partijen zullen actief en constructief participeren in de mediationprocedure. Beide partijen dragen de helft van de kosten van de mediation, tenzij in de procedure daarover andere afspraken worden gemaakt. Partijen wijzen gemeenschappelijk een mediator aan. Indien de mediation niet of niet binnen een bevredigende termijn leidt tot een vaststellingsovereenkomst tussen partijen zal het geschil worden voorgelegd aan de rechtbank te ‘s-Gravenhage.
Aldus ondertekend in tweevoud: Plaats: Datum: Stichting NVMP
Bedrijfsnaam
__________________ W.M.M. Schonk voorzitter NVMP
Naam ondergetekende Functie
_______________ J.D. Vlak directeur NVMP
6